JAARVERSLAG Weidevogelgroep Duinboeren

Vergelijkbare documenten
JAARVERSLAG. Weidevogelgroep Duinboeren

JAARVERSLAG Weidevogelgroep Duinboeren

Nieuwsbrief WBG Waalwijk

Bescherming Weidevogels Zuid-Holland Versterken, ondersteunen en stimuleren van vrijwilligerswerk in het groen

Nieuwsbrief WBG Waalwijk

JAARVERSLAG Weidevogelgroep Duinboeren

Weidevogelgroep Duinboeren Cromvoirt

Weidevogelgroep. Duinboeren Cromvoirt

BMP rapport Gat van Pinte 2012

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels)

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels)

Werkgebied VWG-Zutphen Oppervlak: ha

Invulformulier voor de nazorg 2012 Baarderadeel

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels)

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels)

Nieuwsbrief WBG Waalwijk

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels)

Vervolgens reden we via de Torenvalkweg naar de Oostvaardersplassen. We besloten van start te gaan met een wandeling over het Oostvaardersveld.

Birdwatching: hoofdstuk 1/3 evaluatie van de beheersmaatregelen

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels)

BMP rapport Gat van Pinte 2013

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels)

Routekaart Natura 2000-gebied en Nationaal Park Lauwersmeer 15 mei Inschrijving Bosschuur Staatsbosbeheer

BMP rapport. Gat van Pinte Bert van Broekhoven VWG De Steltkluut September 2014

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject

Fig. 4.3a. Dichtheden weidevogels in het reservaatsgebied Giethoorn-Wanneperveen (229 ha)

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels)

Weidevogelbescherming 2011 Zutphen en omstreken

Nieuwsbrief WBG Waalwijk

Aantal gevonden legsels in 2008

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject

Hoe kunt u meedoen? Help

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels)

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels)

Datum: 13 april Excursie: Middagexcursie Brabantse Biesbosch. Gids: Pim

Bezoekeffecten en nestbescherming bij weidevogels. Paul Goedhart Wolf Teunissen Hans Schekkerman Maja Roodbergen

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels)

Datum: Zondag 3 maart Excursie: De Brabantse Biesbosch ochtendexcursie. Gids: Pim

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels)

Weidevogels en predatie. Wolf Teunissen Paul Goedhart Hans Schekkerman Maja Roodbergen

nestbescherming, Inleiding Bescherming weidevogellegsels in Noord-Holland

Donderdag 19 mei 2016: Avondexcursie Oostvaardersplassen. Gids: Pim

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject

Nieuwsbrief WBG Waalwijk

Nieuwsbrief algemeen

VOGELWERKGROEP OUDERKERK WERKGROEP WEIDEVOGELS IVN AMSTELVEEN AGRARISCHE NATUURVERENIGING DE AMSTEL

Nieuwsbrief WBG Waalwijk

Nationale vogeltelling voor golfbanen in samenwerking met de NGF en Golf- & Countryclub Liemeer

Provinciale jaaravond weidevogelbescherming

Broedvogel Monitoring Project. Bakelse Plassen inclusief golfbaan Stippelberg. voorjaar 2012

Inventarisatieverslag Territoriumkartering Broedvogels in Nationaal Natuurnetwerk De Hilver

Vogels van weide/boerenland en plas-dras

Vogeltrektelling 30 oktober 2016

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject

Op de afgesproken plek langs de Knardijk te Lelystad ontmoette ik Jacobien en Annelies omstreeks uur.

Nieuwsbrief WBG Waalwijk

Biotoopverbetering voor Patrijs en andere akkervogels. Olivier Dochy Provincie West-Vlaanderen

NIEUWSBRIEF 2018 HET HEXEL. Broedresultaten en waarnemingen nestkastenproject

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject

NIEUWSBRIEF 2015 VOGELWACHT HARLINGEN-KIMSWERD

WEIDEVOGELS LOPIKERWAARD

WEIDEVOGELS RESULTATEN 2011 TOTAAL

Datum: Zondag 16 juni Excursie: Oostvaardersplassen middagexcursie. Gids: Pim

De rustende grote meeuwen zijn deze keer niet op de parkeerplaats te vinden. Het ziet er heel verlaten uit.

BROEDVOGELINVENTARISATIE GOLFBAAN BENTWOUD WIJNAND VAN DEN BOSCH KO KATSMAN

De nieuwe Vogelatlas voor Nederland. Hoe staan de vogels in Drenthe er voor? Door Bert Dijkstra

GEVONDEN EIEREN. Behoorlijke daling aantal broedparen kievit

BMP Reuzenhoekse Kreek Zaamslag 2011

Buijtenland van Rhoon

Diepholz, Duitsland Voorjaar met Kraanvogels! 9 t/m 11 maart 2018

BMP Reuzenhoeksekreek Zaamslag

Woord vooraf. Hoe hun seizoen verliep, kunt u lezen in dit jaarverslag.

WETLAND TELLINGEN LEPELAARPLASSEN: 2013

Datum: Vrijdag 5 april Excursie: Oostvaardersplassen ochtendexcursie. Gidsen: Taco & Pim

BMP Reuzenhoekse Kreek Zaamslag

Zondag 6 november 2016: Middagexcursie in de Oostvaardersplassen.

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject

BMP rapport. 10 jaar Gat van Pinte

Datum: 13 mei Excursie: Brabantse Biesbosch. Gids: Pim

Kansen voor de kievit?

Jaarverslag Tureluurnest op maïsakker. Weidevogelwerkgroep "De Marel" Bunschoten-Spakenburg jaarverslag 2009

TREKTELLEN 2006 TELPOST OOLMANSWEG Aagje van der Wulp

Excursie samen met Flevo Bird Watching uitgevoerd door: Ringheuvels Den Treek en Delta Schuitenbeek. Flevo Birdwatching, Rien Jans

Tabel doelen agrarisch natuur- en landschapsbeheer

Datum: Zaterdag 6 januari Gebied: Oostvaardersplassen Flevoland. Deelnemers: Cees, Raymon, Isabel & Michiel. Gids: Pim

Datum: 13 april Excursie: Ochtendexcursie Oostvaardersplassen. Gids: Pim

Weidevogelnieuws. Landbouwkundige situatie vroeger en nu. Rijswijkse Veld

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject

Weidevogelbescherming Spaarndam/Haarlemmerliede. Spaarndam/Haarlemmerliede in het voorjaar van 2010

BMP Reuzenhoekse Kreek Zaamslag

Het bos, of wat daar van over was, was rijk aan vele vogelsoorten, maar de winterkoning en de gekraagde roodstaart spanden wel de kroon.

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject

Verslag broedseizoen. van. Werkgroep Weidevogelbescherming Zuidoost-Brabant

Weekendje Texel oktober 2016

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject

Workshop Eenden in de wei. Frank Majoor

N.O.P. Papegaaienpark

Transcriptie:

JAARVERSLAG 2014 Weidevogelgroep Duinboeren 1

Inhoudsopgave 3 Voorwoord 4 Resultaten 12 Onderzoek HAS Den Bosch 14 Weidevogelconvenant 15 Seizoen in beeld 17 Waarnemingen 20 Colofon 2

Voorwoord Record aantal legsels De weersomstandigheden waren afgelopen voorjaar gunstig voor de weidevogels. Gemiddeld hoge temperaturen en voldoende regen. Daardoor konden de vogels vroeg starten met eieren leggen. Het eerste kievitslegsel vonden we op 17 maart, 24 dagen eerder dan vorig jaar. Er was voldoende voedsel in de grond, dus genoeg energie voor de eierproductie. Iedere vogel doet zijn best om één legsel uit te broeden. De strijd tegen de natuur is echter hard. Hier geldt eten en gegeten worden. Eieren zijn deels ook prooi voor predatoren zoals kraai, vos en andere roofdieren. Helaas hebben we in ons gebied daar veel last van. Gelukkig is de kievit in staat, als er voldoende voedsel is, om bij verlies van een legsel meerdere keren opnieuw te beginnen. Dat is afgelopen seizoen gebeurd. Het heeft geresulteerd in en record aantal legsels. Uiteindelijk gaat het om het aantal eieren dat is uitgekomen. Veel legsels en veel verlies, maar per saldo toch een toename van het aantal uit. Voor het in stand houden van de populatie is het aantal jongen dat de eindstreep haalt (=vliegvlug en volwassen) bepalend. Ook voor de overlevingskansen van de jongen waren omstandigheden, warmte en voedsel, gunstig. Al met al kunnen we vaststellen dat het seizoen 2014 een positieve bijdrage heeft geleverd aan de weidevogelpopulatie in De Gement en de Zeeg. Rini van den Boer Voorzitter Weidevogelgroep Duinboeren 3

Resultaten De weersomstandigheden waren dit voorjaar gunstig voor de weidevogels. De winter was zacht en het voorjaar warm. Half maart was het eerste legsel gevonden en de rest volgde snel. Het resulteerde in een record aantal legsels. Helaas was het verlies als gevolg van predatie groot. Er moesten dit jaar wel 280 eieren meer gelegd worden om eenzelfde aantal kuikens te krijgen als vorig jaar. Gelukkig waren de voedselomstandigheden heel gunstig, zodat dat de oudervogels het ook daadwerkelijk voor elkaar konden krijgen om zoveel meer eieren te produceren. Werkgebied De Zeeg Gement Aantal boeren 20 35 Gebiedsgrootte 156 ha 312 ha Aantal vrijwilligers 11 25 De Zeeg Op de kaarten hiernaast wordt ingezoomd op de gebieden waar de meeste legsels zijn gevonden. De stippen geven de locaties van de nesten aan. Kievit=wit Scholekster=blauw Grutto=rood Wulp=bruin Gement In De Zeeg (bovenste kaart) was één groep actief. Het aantal legsels is erg geconcentreerd op een beperkt aantal percelen. Op één perceel zijn zelfs 38 legsels gevonden. In de Gement waren de nesten meer verspreid. Er waren vier groepen actief. In dit gebied broeden ook nog wulpen en grutto s. 4

De Ham Deze kaart laat het gebied De Deze Ham kaart zien. laat Opvallend het is dat gebied ook onder De Ham op zien. de kaart, Opvallend tussen is het dat kanaal ook (met hoge begroeiing) en de Gementweg meerdere legsels zijn gevonden. Normaal gesproken hebben weidevogels voorkeur voor open gebied. Groepsresultaten Per groep zien we grote verschillen in aantal legsels en uitkomstpercentage. Het aantal legsels was redelijk tot groot vergeleken met de afgelopen jaren, vooral in De Zeeg, waar tweemaal zoveel nesten waren als vorig jaar. De uitkomstpercentages waren echter bedroevend. In de gebieden van Wim en Wout gaat het slecht en ook in De Zeeg is er veel verloren gegaan. Er zijn grote concentraties kraaien en op een van de percelen hebben we een vossenhol aangetroffen. In De Zeeg heeft een bunzing binnen een week minimaal tien nesten verorberd. Daar staat tegenover dat met name in het gebied van Rini (De Ham) maar heel weinig predatie is geweest. Het aantal nesten daar is toegenomen en dat komt vooral doordat een groter gebied bekeken is dan de voorgaande jaren. Wellicht hebben enkele kievitpaartjes in meerdere gebieden gebroed. Als op een bepaalde plek een legsel mislukt, kunnen ze soms een nieuwe locatie kiezen met de hoop op meer succes. 5

Legsels Ton H Wout Ton P Wim Rini Totaal Kievit 179 uit 44 3 16 4 11 78 niet uit 52 14 12 12 1 91 onbekend 5 2 2 1 10 Scholekster 12 uit 3 1 2 6 niet uit 4 4 onbekend 2 2 Wulp 4 uit 3 3 niet uit 0 onbekend 1 1 Grutto 2 uit 1 1 niet uit 1 1 uit Totaal 2014 108 17 36 21 15 197 88 Totaal 2013 54 12 28 12 12 118 86 Totaal 2012 59 10 19 16 7 111 56 Totaal 2011 41 15 19 9 10 94 49 Niet iedereen heeft last van kraaien. (foto Malachy Burns) 6

Aantal legsels en verlies Toelichting: Pred=predatie Bew=beweiden Werk=werkzaamheden Verl=verlaten Onb=onbekend Het seizoen 2014 kenmerkt zich door een groot aantal legsels met daar tegenover een laag uitkomstpercentage. Het aantal legsels dat door bewerkingen verloren is gegaan (vijf stuks) is beperkt gebleven door de inspanningen van de weidevogelgroep samen met de boeren en loonwerkers. Veel nesten zijn gemarkeerd en verlegd. Daarbij is vaak gebruik gemaakt van mandjes om het verplaatsen makkelijker te maken. Sommige legsels zijn wel drie maal verlegd. In 15 gevallen heeft de kievit zijn eieren verlaten omdat de onrust toch te groot zal zijn geworden of omdat een kievit is gestorven. We troffen de eieren koud aan in het nest. De belangrijkste verliesoorzaak is predatie. Alhoewel de dader lastig is vast te stellen, zijn vermoedelijk kraaien en vossen (in groten getale aanwezig in het gebied) de boosdoeners. In De Zeeg is ook een bunzing actief geweest. Hij verraadde zich door de tandafdruk in de eieren. Alhoewel predatie een natuurlijk verschijnsel is, is het verlies in de Gement en De Zeeg erg groot. We moeten er vanuit gaan dat de categorie 7

onbekend (verliesoorzaak niet vast kunnen stellen) grotendeels predatie is. Normaal (gemiddeld in Brabant) komt zo n 70% van de eieren uit. In ons gebied komen we op 47% uit. Gelukkig is de kievit (geldt niet voor de scholekster, wulp en grutto) in staat om een nieuw legsel te produceren. Soms wel een 3 e keer als er voldoende voedsel is. Toch heeft predatie een negatieve invloed op de weidevogelpopulatie in ons gebied. Het is aannemelijk dat naar verhouding ook veel jongen worden opgevreten. Het eerste legsel hebben we gevonden op 17 maart. De laatste legsels eind mei. Dit betreft kieviten die eerder een legsel verloren hebben. Het kunnen ook jonge vogels uit 2013 zijn. Na een jaar zijn ze geslachtsrijp. Het hangt dus af van de geboortedatum in 2013 wanneer ze in 2014 zijn gestart met eieren leggen. Eind april zijn er pas 15 nesten uit. De piek van de kuikens ligt pas eind mei en loopt door in de hele maand juni. De kuikens die in april zijn uitgekomen hebben (als ze niet gepredeerd zijn) een goede kans om de winter te overleven. Ze hebben immers vier maanden de tijd gehad om groot en sterk te worden. Voor de kuikens die eind juni uit het ei kropen is die kans kleiner omdat ze dan pas een paar weken vliegvlug zijn. Ook nu heeft het weer goed meegewerkt. Omdat zowel juli als augustus erg nat was, is er goede hoop op dat de kuikens overvloedig hebben kunnen eten en dus sterk aan de winter konden beginnen. Aan de tandafdruk is te herleiden dat dit ei door een bunzing is opgevreten. In de grafiek hiernaast over de legsels van de kievit is te zien dat er van de grote hoeveelheid eerste legsels maar een heel klein deel is uitgekomen. Een kievitlegsel op de slootrand zien we zelden. 8

Kraaien hebben een groot aandeel in de predatie van eieren. (foto Malachy Burns) 90 80 70 Aantal kievitlegsels Gement 120 100 Aantal kievitlegsels De Zeeg 60 50 40 30 20 10 Totaal Uit 80 60 40 20 Totaal Uit 0 2009 2010 2011 2012 2013 2014 0 2009 2010 2011 2012 2013 2014 Zowel in De Zeeg als de Gement zien we dat, na een dieptepunt in 2011, het aantal kieviten langzaam maar zeker weer toeneemt. Het aantal uit (respectievelijk groene en gele balken) is de beste indicatie voor het aantal broedparen. Kievit man herkenbaar aan langere kuif Kievit verjaagt een kraai (foto Malachy Burns) 9

Scholekster 9 8 7 6 5 4 3 2 1 0 Aantal scholeksterlegsels Gement 2009 2010 2011 2012 2013 2014 12 10 8 Totaal 6 Uit 4 2 0 Aantal scholeksterlegsels De Zeeg Totaal Uit 2009 2010 2011 2012 2013 2014 Een klein aantal scholeksters blijft ieder jaar trouw, vanuit het kustgebied, terugkomen naar De Zeeg en de Gement. Scholeksters starten later met eieren leggen dan de kievit. Bij voorkeur op maïsland. Na een mislukt legsel (bijvoorbeeld als gevolg van predatie) beginnen ze niet opnieuw. De scholekster heeft het moeilijk. Sinds 2009 is het aantal broedparen afgenomen. Scholeksterjong in z n mandje. Scholekster heeft soms maar drie eieren. Een scholekster ook wel bonte piet genoemd vanwege zijn uiterlijk en zijn typische roep. 10

Grutto en wulp Grutto en wulp broeden in grasland. Ze profiteren van de maatregelen van het collectief weidevogelbeheer. Desondanks blijft het aantal broedparen beperkt. In de Gement vertoeven al enkele jaren twee à drie gruttopaartjes. Dit seizoen hebben we twee legsels gevonden. Eén ervan is uitgekomen, de ander is gepredeerd. Ondanks alle inspanningen zijn de jongen helaas gesneuveld bij het gras maaien. Het vraagt veel afstemming tussen boer en weidevogelgroep om dit te voorkomen. De jongen verplaatsen zich continu. We hebben vier nesten van wulpen getraceerd. Op één na zijn ze uitgekomen. Mogelijk hebben meer wulpen in ons gebied gebroed in het gebied van Natuurmonumenten. We zijn daar als weidevogelgroep niet actief omdat er in het broedseizoen geen bewerkingen plaatsvinden. Een wulp broedt graag in ruig grasland. Overige soorten Behalve de vier grote soorten (kievit, scholekster, wulp, grutto) broeden ook verschillende kleinere vogels in ons gebied. De meest voorkomende zijn: graspieper, gele kwikstaart, veldleeuwerik, roodborsttapuit. Door het tijdstip van broeden en of de plek van het nest (perceelrand en slootkant) zijn ze minder kwetsbaar voor bewerkingen. Ze doen het goed en we zien ieder jaar behoorlijk wat broedpaartjes. Een vogel met insecten in z n bek duidt op een nestje met jongen. Net als vorig jaar hebben we ook een broedsel van een kleine plevier gevonden. 11

Onderzoek studenten HAS Hogeschool 2014 Een groep afstudeerders van de opleiding Plattelandsvernieuwing heeft in opdracht van "stichting de Groene Vesting", een gebiedsvisie geschreven gericht op recreatie en toerisme. Deze visie is goed ontvangen door veel betrokken partijen. Erg positief van deze visie is dat het belang van de weidevogels goed is meegenomen. De centrale insteek is geworden: Recreatie langs de randen en rust en openheid in het centrale deel. Deze visie sluit goed bij onze wensen aan omdat de randen van het gebied toch al minder aantrekkelijk zijn voor de weidevogels en de rust in het centrale deel, waar ze wel zitten gewaarborgd wordt. 180 160 140 120 100 80 60 40 20 0 aantal beestjes - vochtigheid bodem (vol%) Alblasserwaard Gement-west Gement-Oostnoord Gement Oost-zuid 0 10 20 30 40 Weidevogelvoedsel op zand- en veengrond Een groepje van drie eerste jaars studenten Toegepast Biologieonderzoek (TB1), Pim Somers, Anneloes Turrer, Maarten Vervoort, heeft een heel interessant onderzoek uitgevoerd naar verschillen tussen een perceel langjarige weidegrond in de Alblasserwaard en drie percelen van Jan de Ruijter in de Gement. Volgens verwachting troffen ze veel meer wormen en andere beestjes aan in plaggen die ze in het veenweidegebied hebben gestoken dan in de plaggen in de Gement. Om zo goed mogelijk te achterhalen wat de oorzaak kan zijn, is gekeken naar verschillende parameters. Zoals in het grafiekje te zien is, is de hoeveelheid vocht op de momenten dat gekeken is, niet het grote probleem. Op twee van de Gement-percelen was de bodem net zo vochtig als in de Alblasserwaard. Ook de verschillen in organisch stof en zuurgraad waren beperkt. Wel zagen ze grote verschillen in de nutrientenhuishouding. Op de percelen met weinig fosfaat en relatief veel nitraat werden de meeste beestjes gevonden. Ook de bodemstructuur was duidelijk verschillend. Jaarproject beestjes in de bodem van maïsvelden Een groep tweedejaarsstudenten TB heeft van november tot mei elke maand onderzocht hoeveel beestjes (= weidevogelvoedsel) er in de toplaag zaten en hoeveel er op de bodem liepen. Daarbij werden grote verschillen gevonden. Het perceel met de meeste beestjes in de bodem is perceel 22. Vooral de percelen 8 en 10 hebben weinig beestjes in de bodem. Op de bodem zijn vooral bij perceel 3 en 11B veel beestjes te vinden, helaas zijn er te veel gegevens verloren gegaan bij perceel 22 om hier iets zinnigs over te zeggen. 12

aantal beestjes 3 8A 8B 10A 10B 11B 11C 20 22 33 55 57 71A 71B 70 60 50 40 30 20 10 0 Verdeling beestjes in de bodem Vliegen(larve) kevers(larve) Nematode potworm totaal regenworm totaal Beestjes op de bodem ( gecorrigeerd) 300 250 200 150 100 50 0 3 10A 10B 11B 11C 20 33 55 71A 71B overig vliegen/larve kevers/larve potworm regenworm spin Verloop aantal beestjes in en op de bodem 1000,0 800,0 600,0 400,0 totaal corr in 200,0 totaal corr op 0,0 nov jan feb mrt apr mei Opvallend is dat het aantal beestjes in de bodem op veel percelen in de loop van het jaar afneemt tot nul. Het aantal beestjes op de bodem neemt juist toe in de loop van het jaar. Op grond van hun gegevens lijkt er een relatie tussen het aantal beestjes in de bodem van het perceel en het aantal nesten op ditzelfde perceel. Een relatie met de beestjes op de bodem is (nog) niet gevonden. 13

Weidevogelconvenant Het weidevogelconvenant dat we met gemeenten, landbouw, waterschap en natuurmensen hebben afgesloten, was officieel verlopen. Dit jaar is er hard gewerkt (vooral door Anja Popelier) om een nieuwe versie van het convenant te maken. De grootste verandering is dat inmiddels ook de gemeente Heusden een van de convenantpartners is geworden. Daarnaast zijn op verschillende punten verduidelijkingen en concretere acties toegevoegd. Van de weidevogelgroep wordt verwacht dat we vooral doorgaan met wat we nu doen (legsels beschermen, communiceren met de agrariërs en excursies organiseren). Wel is gevraagd of we ook serieus willen kijken naar weidevogeltellingen en het volgen van de kuikens. Hierover zullen we het komende seizoen nadere afspraken maken. Van alle partijen (maar vooral van de weidevogelgroep) wordt verwacht dat ze nadenken over maatregelen die het leven van de weidevogels in de Gement aangenamer maken voor de weidevogels. Het convenant zal in 2015 worden ondertekend. Een van de maatregelen, een akkerrand, die het gebied mooier en aantrekkelijker maakt voor weidevogels. 14

Seizoen in beeld Traditiegetrouw doen we mee aan de zwerfvuildag van de gemeente Vught. Daarbij wordt onze Gement netjes opgeruimd. Het jaarlijks uitstapje was dit jaar naar de Langakkers in Leende. Een prachtig natuurgebied waar we helaas door het regenachtige weer beperkt van konden genieten. Dit jaar was de startavond op 5 maart. De voorbereidingen werden getroffen voor het nieuwe seizoen staat. Ook dit jaar heeft weer een kleine plevier gebroed in ons gebied. Deze keer in De Zeeg. Het eerste kievitslegsel is het begin van de lente. Dat was dit jaar vroeg: op 17 maart, 24 dagen eerder van vorig jaar. 15

Steeds meer maken we gebruik van mandjes. Kieviten storen zich er niet aan en het maakt het verleggen van nesten een stuk makkelijker. steeds verplaatsen. Om te voorkomen dat ze slachtoffer worden van een machine worden ze verzameld in een emmer om ze na de bewerking weer vrij te laten. Als we een legsel vinden op een perceel waar nog meerdere bewerkingen volgen, worden de eieren in een mandje gelegd. Het nest is dan makkelijker te verplaatsen. Sommige legsels zijn wel drie maal verlegd. Bij bewerkingen kunnen legsels worden verlegd. Probleem is dat de jongen zich Als de loonwerker aan de slag gaat, in dit geval met het injecteren van mest, dan is het zaak om de nesten tijdig te verleggen. De medewerking van boeren en loonwerkers daarbij is prima. 16

Waarnemingen Tijdens het veldwerk zijn we vooral gefocust op de weidevogels. Maar er zijn ook veel andere soorten te bewonderen. In totaal hebben we, op de momenten dat we in het veld waren, 45 soorten gezien. In de tabel een overzicht de data waarop ze zijn waar genomen. Een uitzondering is de kwartel. Die hebben we niet gezien maar wel gehoord. Met z n typische roep kwikwidik hadden we hem soms dicht in de buurt. Maar hij liet zich niet zien. Datum 13-3 20-3 27-3 3-4 10-4 17-4 24-4 1-5 8-5 13-5 22-5 29-5 6-6 12-6 19-6 Aalscholver Blauwe reiger Buizert Canadese gans Fazant Gele kwikstaart Gierzwaluw Graspieper Grauwe gors Grutto Holenduif Houtduif Kauw Kiekendief blauw Kievit Kleine zwaan Knobbelzwaan Koekoek Kokmeeuw Koolmees Koperwiek Kramsvogel Kwartel Meerkoet Nijlgans Ooievaar Patrijs Rietgors Ringmus Roodborsttapuit Scholekster Slechtvalk Spreeuw Tapuit Torenvalk Veldleeuwerik Visdiefje Waterhoen Watersnip Wilde eend Witte kwikstaart Wulp Zilvermeeuw Zilverreiger Zwarte kraai 17

Tijdens ons veldwerk troffen we Malachy Burns. Een natuurliefhebber die in de Gement natuurfoto s maakt. Enkele prachtige plaatjes hebben we in dit jaarverslag opgenomen. Werkelijk schitterende foto s van diverse soorten. Grauwe gans Zilverreiger Ooievaar Grutto 18

Torenvalk Haas Karekiet Tapuit Vos Vos Bunzing 19

Colofon De Weidevogelgroep Duinboeren is een werkgroep van Stichting De Duinboeren. Voorzitter Secretariaat Gegevensverwerking Rini van den Boer Margreet van Mensvoort St.-Lambertusstraat 50 5266 AG Cromvoirt m.van.mensvoort@home.nl Ingrid Meuwissen Coördinatiepunt Landschapsbeheer Brabants Landschap coördineert de weidevogelbescherming in Noord-Brabant en begeleidt ook de Weidevogelgroep Duinboeren Coördinator Veldmedewerker Jochem Sloothaak Anja Popelier De weidevogelgroep werkt samen onder de naam "Natuurlijk Vught" met andere organisaties in Vught die zich bezig houden met de natuur. Foto s De foto s in dit jaarverslag zijn gemaakt in de Gement en De Zeeg, door vrijwilligers van de weidevogelgroep, tenzij anders aangegeven. Relevante websites Onze website www.brabantslandschap.nl www.duinboeren.nl www.weidevogelbescherming.nl www.nmvught.nl www.brabantslandschap.nl/zelf-aan-de-slag/vrijwilligers paginasweidevogels/weidevogelgroep-duinboeren/ Met dank aan onze sponsors: 20