omgevingsdienst HAAGLANDEN

Vergelijkbare documenten
omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

de aangevraagde ontheffing voor het onder zich hebben en vervoeren van de overige in de aanvraag genoemde soorten te weigeren;

omgevingsdienst HAAGLANDEN

ONTWERPBESLUIT WET NATUURBESCHERMING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

BESLUIT WET NATUURBESCHERMING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Gemeente Beek R. van den Munckhof Raadhuisstraat KA BEEK. Datum 9 februari 2017 Betreft Beslissing aanvraag. Geachte heer van den Munckhof,

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

ONTWERPBESLUIT WET NATUURBESCHERMING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

omgevingsdienst HAAGLANDEN

Soortenbescherming. Buitenevenementen

omgevingsdienst HAAGLAIMDEN

Recreatieschap Rottemeren K. Opstal Postbus AH SCHIEDAM. Datum 19 november 2014 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

omgevingsdienst HAAGLANDEN

Energieonderzoek Centrum Nederland ECN P.J. Sayers Postbus ZG PETTEN. Datum 7 maart 2014 Betreft Beslissing aanvraag Art. 75 Flora en faunawet

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

Gemeente Rotterdam O. van Velthuijsen Posbus KP ROTTERDAM. Datum 12 april 2016 Betreft Wijziging ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Dijkhuis Aannemersbedrijf B.V. G.J. Horsman Molensteen NM HARDENBERG. Datum 11 november 2014 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

Op 21 juli 2016 heb ik uw aanvraag ontvangen voor een ontheffing voor Meeuwen bestrijding. In deze brief stel ik u op de hoogte van mijn beslissing.

BESLUIT WET NATUURBESCHERMING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

Vereniging van Eigenaren Inventor Business Park M.C.J. Reijnders-Meine Keesomstraat 12 B 1821 BS ALKMAAR

Gemeente Nijmegen Directie Grondgebied T. Martens Postbus HG NIJMEGEN

BESLUIT WET NATUURBESCHERMING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Rijkswaterstaat Midden Nederland F. Waarsenburg Postbus AP LELYSTAD. Datum 5 december 2014 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Woningstichting Eigen Haard Arlandaweg EX AMSTERDAM. Datum 30 januari 2015 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Emmtec Services bv D. van der Meer Postbus CA EMMEN. Datum 25 mei 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

ONTWERPBESLUIT WET NATUURBESCHERMING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND. : Wet natuurbescherming gemeente Oldebroek Activiteit

Provincie Noord-Brabant J.A.L. van Zandvoort Postbus MC s-hertogenbosch. Datum 20 juli 2016 Betreft Beslissing op wijzigingsverzoek

Vastestate Vastgoedmanagement B.V. P. Bouts Oostmaaslaan 29 A 3063 AN ROTTERDAM

Reinbouw Vastgoed B.V. Postbus AA DIEREN. Datum 29 juni 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen. Geachte heer/mevrouw,

Rijksdienst voor Ondernemend Nederland Onze referentie Bijlagen De aanvraag Overwegingen

Gemeente Heerenveen H. Huisman Postbus BH HEERENVEEN. Datum 16 februari 2015 Betreft Beslissing aanvraag Art. 75 Flora en faunawet

Aannemingsbedrijf Lagendijk B.V. G.J. Lagendijk Kade EP HARDINXVELD GIESSENDAM

omgevingsdienst HAAGLANDEN

Gemeente Amsterdam Afdeling Onderwijs, Jeugd en Zorg J.M. Stam Postbus BV AMSTERDAM

Ik verleen u deze ontheffing voor de periode van 1 december 2016 tot en met 30 november 2021.

Stadhuis Gemeente Tiel B. Jagt Postbus HH TIEL. Datum 4 november 2015 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen. Geachte heer Jagt,

IJsselsteinse Woningbouwvereniging H.T.J. van den Heiligenberg Postbus AB IJSSELSTEIN

Gemeente Amersfoort R.J. Limburg Postbus EA AMERSFOORT. Datum 11 augustus 2014 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

TriVia/School met de Bijbel De Kandelaar Meidoornlaan 2- Bestuursknt 4233 CN AMEIDE

Van der Valk Hotel, Akersloot M. Wulp Geesterweg 1A 1921 NV AKERSLOOT. Datum 28 november 2014 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

BESLUIT WET NATUURBESCHERMING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Dura Vermeer Onderhoud en Renovatie Hengelo Postbus AW HENGELO OV. Datum 11 november 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

omgevingsdienst HAAGLANDEN

Gemeente Stein R. Vluggen Stadhouderslaan KP STEIN. Datum 28 mei 2014 Betreft Beslissing aanvraag Art. 75 Flora en faunawet

Koninklijke Burgers' Zoo B.V. E. Peeters Antoon van Hooffplein SH ARNHEM. Datum 29 juni 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Moerhave B.V. R.J. Noordman Raadhuisstraat 1b 4835 JA BREDA. Datum 30 november 2015 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Gemeente Opmeer H.A.C. van Langen postbus ZK SPANBROEK. Datum 4 juli 2014 Betreft Beslissing aanvraag Art. 75 Flora en faunawet

U verzoekt mij om de ontheffingstermijn te wijzigen in 18 oktober 2016 tot en met 17 oktober 2021.

omgevingsdienst HAAGLANDEN

Provincie Groningen Afdeling Omgeving & Milieu R.W.G. van der Zwaag Postbus AP GRONINGEN

Gemeente Dordrecht R.P.E. Koppelaar Postbus AA DORDRECHT. Datum 7 november 2014 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

ONTWERPBESLUIT WET NATUURBESCHERMING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Stichting UWOON M. de Jager Postbus AG HARDERWIJK. Datum 9 november 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Rijksdienst voor Ondernemend Nederland Onze referentie Bijlagen Beslissing Aanvraag

Een kopie van deze brief en de ontheffing wordt verstuurd aan Arcadis Nederland B.V.

Stichting Accolade Postbus AH HEERENVEEN. Datum 17 juni 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen. Geachte heer/mevrouw,

Gemeente Drimmelen J. Mandemakers Postbus AA MADE. Datum 12 september 2014 Betreft Beslissing wijziging ontheffing Art. 75 Flora en faunawet

Hoogheemraadschap van Delfland J.J. van den Hooff Postbus DB DELFT. Datum 5 december 2014 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

omgevingsdienst HAAGLANDEN

Ontwikkelingsbedrijf Vathorst Beheer B.V. G. van der Vlies Veenslagen RT AMERSFOORT

Amarant Groep K. Hermens Postbus AS TILBURG. Datum 12 januari 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen. Geachte heer Hermens,

Waterschap Rijn en IJssel M.T. de Vos Postbus AC DOETINCHEM. Datum 11 juli 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

omgevingsdienst HAAGLANDEN

Waterschap Rivierenland M. Wannée Postbus AN TIEL. Datum 23 december 2014 Betreft Besluit verlenging ontheffing. Geachte heer Wannée,

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

Rijksdienst voor Ondernemend Nederland Onze referentie Bijlagen 2 Beslissing Aanvraag

Gemeente Midden-Drenthe M.W.L. Koster Postbus AA BEILEN. Datum 16 december 2015 Betreft Beslissing aanvraag art. 75 Flora en faunawet

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

Gemeente Den Haag M. Schalk Postbus DP DEN HAAG. Datum 12 november 2014 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Havenbedrijf Rotterdam N.V. H.J. Steens Wilhelminakade AP ROTTERDAM

Stichting Woonbedrijf SWS.Hhvl P. Adriaanse Willemstraat AG EINDHOVEN. Datum 6 maart 2015 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht B.L. Reuvers Postbus GJ AMSTERDAM

omgevingsdienst HAAGLANDEN

Transcriptie:

Bezoekadres Zuid-Hollandplein 1 2596 AW Den Haag Postadres Postbus 14060 2501 GB Den Haag T (070)21 899 02 E vergunningen@odh.nl I www.odh.nl Zaaknummer Ons Kenmerk Datum 00512699 ODH-2018-00030164 1 7 APR. 2018 Beschikking Wet natuurbescherming - Beheer en schadebestrijding Onderwerp Op 21 februari 2018 hebben wij een aanvraag om ontheffing als bedoeld in artikel 3.17, eerste lid, in samenhang met artikel 3.3, eerste lid, van de Wet natuurbescherming ontvangen. De aanvraag heeft betrekking op de schadebestrijding van stormmeeuwen op de Maeslantkering, gelegen in de gemeenten Rotterdam en Hoek van Holland. Ontheffing wordt gevraagd van het overtreden van de verbodsbepalingen zoals genoemd in: - artikel 3.1, tweede lid, van de Wet natuurbescherming, voor wat betreft het beschadigen en vernielen van nesten en eieren, alsmede het wegnemen van nesten van de stormmeeuw {Larus canus); - artikel 3.1, derde lid, van de Wet natuurbescherming, voor wat betreft het rapen en onder zich hebben van eieren van de stormmeeuw {Larus canus). De ontheffing wordt gevraagd voor de periode van 1 april tot 15 augustus, eindigend op 15 augustus 2019. Besluit Wij besluiten: I. de aangevraagde ontheffing te verienen; II. de voorschriften 1 tot en met 9 te verbinden aan deze ontheffing; III. de aanvraag van 21 februari 2018 en de aanvullingen van 16, 19, 21, 23 en 27 maart 2018 onderdeel te laten zijn van deze ontheffing; IV. dat deze ontheffing geldig is gedurende de periode van 1 april tot en met 15 augustus; V. dat deze ontheffing geldig is tot 15 augustus 2019. Ondertekening Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, voor dezen. Ing. L. Hdpman Hoofd Toetsing & Vergunningveriening Milieu van de Omgevingsdienst Haaglanden

Rechtsmiddelen Voor de mogelijkheid rechtsmiddelen aan te wenden tegen deze beschikking wijzen wij op de desbetreffende tekst in het begeleidende schrijven. 2/9

VOORSCHRIFTEN 1 Ontheffinghouder kan anderen schriftelijk toestemming geven voor uitvoering van deze ontheffing. 2 Indien de ontheffinghouder anderen zoals bedoeld onder voorschrift 1 toestemming geeft, dan dient de ontheffinghouder op het secretariaat van de ontheffinghouder een registratie van de verleende doorschrijvingen bij te houden die op verzoek kan worden getoond aan de daartoe bevoegde toezichthouders of opsporingsambtenaren of de registratie ter beschikking te stellen aan Gedeputeerde staten van de provincie Zuid-Holland. 3 Tijdens de uitvoering van deze ontheffing dient de doorschrijving en een afschrift van deze ontheffing op locatie aanwezig te zijn en op verzoek te worden getoond aan de daartoe bevoegde toezichthouders of opsporingsam btenaren. 4 Op de dag voorafgaand aan de actie dient voor 20:00 uur door de uitvoerder melding te worden gemaakt bij de Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid, afdeling Toezicht en handhaving, team Groene Wetten. E-mailadres voor meldingen is meldingwnb(gozhz.nl, telefoonnummer is 078-7708081 (inspreken op antwoordapparaat). Hierbij moet de uitvoeringscode vermeld worden, evenals de locatie, de datum en het tijdstip waarop de actie zal plaatsvinden. 5 De uitvoerder van de ontheffing kan zich bij de uitvoering van deze ontheffing door andere uitvoerders laten vergezellen. 6 De handelingen dienen uitgevoerd of begeleid te worden door een deskundige^ op het gebied van stormmeeuwen. 7 Het nestelen van stormmeeuwen op de kering dient zo veel als mogelijk ontmoedigd te worden door menselijke aanwezigheid en het dagelijks verwijderen van beginnend nestmateriaal. 8 Mocht een stormmeeuw tot broeden zijn gekomen, dient bij de uitvoering van deze ontheffing de volgende escalatieladder toegepast te worden, waarbij de minst ingrijpende maatregel altijd eerst overwogen dient te worden, voordat de volgende maatregel overwogen/ingezet wordt: a de werkzaamheden uitstellen tot nadat de jongen zijn uitgevlogen; b een gaaswerk plaatsen om het nest; c het nest stapsgewijs verplaatsen naar een geschikte locatie; indien nodig een gaaswerk plaatsen om het nest; d het vervangen van de eieren door namaak-eieren, dan wel de eieren olien; e het verwijderen van het nest en de eieren. ' Onder een deskundige wordt verstaan: Hij/zij heeft een afgeronde hbo- of universitaire opieiding, met als zwaartepunt (Nederlandse) ecologie; Hij/zij heeft een afgeronde mbo-opleiding, met als zwaartepunt de Flora- en faunawet, soortenhert^enning en zorgvuldig handelen ten opzichte van die soorten; Hij/zij is werl^zaam voor een ecologisch adviesbureau, zoals een bureau dat is aangesloten bij het Netwerk Groene Bureaus; Hij/zij is als ecoloog of adviseur/specialist ecologie werkzaam voor een (semi)overheidsinstantie zoals het IVIinisterie van Economische Zaken, het IVIinisterie van Defensie, Rijkswaterstaat, het Rijksvastgoedbedrijf, provincies, waterschappen, hoogheemraadschappen, gemeenten, omgevingsdiensten en drinkwaterbedrijven Hij/zij zet zich aantoonbaar actief in op het gebied van de soortenbescherming en is werkzaam of aangesloten bij de volgende Nederiandse organisaties: Zoogdiervereniging, RAVON, Stichting Das en Boom, Vogelbescherming Nederiand, Vlinderstichting, Natuurtiistorisch Genootschap, KNNV, NJN, IVN, EIS Nederiand, FLORON, SOVON, STONE, Staatsbosbeheer, Natuunnonumenten, De Landschappen en Stichting Beheer Natuur en Landelijk gebied; Hij/zij zet zich aantoonbaar actief in op het gebied van de monitoring en/of bescherming van desbetreffende beschermde soorten. 3/9

Ontheffinghouder dient jaariijks voor 15 oktober te rapporteren over het gebruik van deze ontheffing. Uit deze rapportage dient te blijken hoe de escalatieladder is toegepast. De rapportage dient te worden gezonden aan vergunningen(a)odh.nl en Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid, afdeling Toezicht en Handhaving, team Groene Wetten, Postbus 550, 3300 AN Dordrecht of p/a meldingenwnb(a)ozhz.nl. AANWIJZINGEN VOOR GEBRUIK Voor alle soorten - beschermd en onbeschermd - geldt de zorgplicht ex artikel 1:11 van de Wnb. Op grond hiervan dient zoveel als redelijkerwijs mogelijk is schade aan deze soorten te voorkomen. 4/9

OVERWEGINGEN Aanleiding Op 21 februari 2018 hebben wij een aanvraag om ontheffing als bedoeld in artikel 3.17, eerste lid, in samenhang met artikel 3.3, eerste lid, van de Wet natuurbescherming (hierna: Wnb) ontvangen. De aanvraag heeft betrekking op de schadebestrijding van stormmeeuwen op de Maeslantkering, gelegen in de gemeenten Rotterdam en Hoek van Holland. Ontheffing wordt gevraagd van het overtreden van de verbodsbepalingen zoals genoemd in: artikel 3.1, tweede lid, van de Wnb, voor wat betreft het beschadigen en vernielen van nesten en eieren, alsmede het wegnemen van nesten van de stormmeeuw {Larus canus); artikel 3.1, derde lid, van de Wnb, voor wat betreft het rapen en onder zich hebben van eieren van de stormmeeuw {Larus canus). De ontheffing wordt gevraagd voor de periode van 1 april tot 15 augustus, eindigend op 15 augustus 2019. Bij de aanvraag zijn de volgende stukken gevoegd: Toelichting bij aanvraagformulier schadebestrijding stormmeeuw op twee stormvloedkeringen rond de Maasvlakte, 21 februari 2018; Aanvraagformulier Ontheffing artikel 75 Flora- en faunawet van 21 december 2017; - Activiteitenplan beheer en schadebestrijding, stormmeeuwen Maeslantkering, Rijkswaterstaat. Op 16, 19, 21, 23 en 27 maart 2018 zijn aanvullende gegevens ontvangen. Procedure Titel 4.1 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 5.1 van de Wnb zijn toegepast op deze beschikking. Bevoegd gezag De activiteit wordt verricht binnen de provincie Zuid-Holland. Gelet op de bepalingen in artikel 1.3 van de Wnb zijn wij bevoegd gezag voor de beoordeling van de aanvraag. Toetsingskader en grondsiag beschikking De aanvraag voor de stormmeeuw is getoetst aan artikel 3.1 van de Wnb en de Beleidsregel uitvoering Wet natuurwetbescherming Zuid-Holland (verder: de beleidsregel). De stormmeeuw is een van nature in Nederiand in het wild levende vogel en beschermd op grond van artikel 1 van de Vogelrichtlijn. Op grond van artikel 3.1, van de Wnb is het verboden: - opzettelijk nesten en eieren te vernielen of te beschadigen, of nesten van de stormmeeuw weg te nemen (tweede lid); - eieren van stormmeeuwen te rapen en deze onder zich te hebben (derde lid). Op grond van artikel 3.17, eerste lid, van de Wnb kunnen wij ontheffing verienen als bedoeld artikel 3.3, eerste, vierde en vijfde lid, indien dit nodig is in het belang van de volksgezondheid of de openbare veiligheid. Op grond van artikel 3.3, vierde lid, van de Wnb wordt een ontheffing slechts verieend indien: - er geen andere bevredigende opiossing bestaat; - de ontheffing nodig is omdat een van de aldaar genoemde belangen aan de orde is; en - de maatregelen niet leiden tot verslechtering van de staat van instandhouding van de soort. 5/9

Artikel 3.12, eerste lid, van de Wnb bepaalt dat alle jacht, beheer en schadebestrijding dient te gebeuren overeenkomstig een faunabeheerplan. Bij besluit van 12 maart 2015 is het Faunabeheerplan meeuwen havengebieden van Rotterdam, Dordrecht en Alblasserdam 2015-2019 door Gedeputeerde Staten vastgesteld. In dit faunabeheerplan is echter niet voorzien in de situatie waarin schadebestrijding op deze locatie mogelijk is. Op grond van artikel 3.17, vijfde lid, van de Wnb mogen we, in afwijking van artikel 3.12, eerste lid, van de Wnb, een ontheffing verlenen voor handelingen die niet op grond van een faunabeheerplan worden verricht, indien de noodzaak voor een faunabeheerplan ontbreekt, gelet op de aard of omvang van te verrichten handeling. Aangezien het handelingen betreffen voor een specifieke locatie, namelijk de Maeslantkering, en door de Faunabeheereenheid Zuid-Holland is aangegeven dat zij voornemens is in het nieuwe faunabeheerplan hierin te voorzien, ontbreekt de noodzaak om daar nu een apart faunabeheerplan op te stellen. Naast de omstandigheid dat het opstellen en de besluitvormingsprocedure door Gedeputeerde Staten enige tijd in beslag zullen nemen, is het nodig dat op korte termijn noodzakelijke werkzaamheden aan de Maeslantkering worden verricht. Artikel 3.5, tweede lid, van de beleidsregel bepaalt vervolgens dat wij de ontheffing als bedoeld in artikel 3.17, vijfde lid, van de Wnb, verienen voor een zo kort mogelijke periode van maximaal twee jaar en slechts indien een van de aldaar limitatief genoemde belangen zich voordoet. In dit geval is sprake van 'een daadwerkelijke bedreiging van de volksgezondheid of de openbare veiligheid' zoals genoemd in artikel 3.5, tweede lid, onderdeel b, van de beleidsregel. Dit is beoordeeld in het kader van het wettelijk belang zoals bedoeld in artikel 3.3 van dewnb. Beoordeling Aanvraag De aanvraag heeft betrekking op schadebestrijding van stormmeeuwen op de Maeslantkering. Op de operationele delen van de kering broeden jaarlijks zo'n 15-20 paren van de stormmeeuw. De stormmeeuwen broeden op en langs de mangatluiken op de kerende wand en de kesp. Gedurende het broedseizoen zijn de stormmeeuwen tot tientallen meters rond hun nest agressief tegen indringers. Het agressieve defensieve gedrag uit zich in een duikvlucht op de Indringer. Door dit gedrag kunnen onderhoudsmedewerkers van de Maeslantkering het noodzakelijke onderhoud niet of slecht uitvoeren. Gezien het belang van een goed werkende kering tijdens het stormseizoen, wordt ontheffing gevraagd om nesten te verplaatsen en/of eieren te verwijderen. Ontheffing wordt gevraagd voor de broedperiode gedurende twee jaar. Overtreding verbodsbepaling(en) Op de kering broeden stormmeeuwen. Ontheffing wordt gevraagd om nesten te verplaatsen. Uit de beschreven werkwijze blijkt dat dit op zorgvuldige wijze zal worden gedaan, desondanks is het onvermijdelijk dat nesten hierdoor beschadigd zullen raken. Daarnaast kan de situatie zo zijn, dat het noodzakelijk is om nesten weg te halen. Met deze handelingen worden de verbodsbepalingen in artikel 3.1, tweede lid, van de Wnb overtreden, namelijk het verbod om opzettelijk nesten van vogels te vernielen of te beschadigen, of nesten van vogels weg te nemen. Naast deze handelingen, kan het nodig zijn om de gelegde eieren te vervangen door namaak-eieren, dan wel de eieren te olien. Hiermee worden de verboden in artikel 3.1, tweede en derde lid, van de Wnb overtreden, namelijk het rapen, onder zich hebben en/of vernielen van eieren van vogels. Beoordeling functionaliteit verblijfplaatsen; staat van instandhouding Hoewel de aantallen stormmeeuwen als broedvogel landelijk zijn afgenomen, is de populatietrend in de periode 1990-2016 in de provincie Zuid-Holland stabiep. In het aangrenzende havengebied worden al enkele jaren tientallen stormmeeuwennesten verwijderd op basis van het 'Faunabeheerplan meeuwen havengebieden van Rotterdam, Dordrecht en Alblasserdam' van de Faunabeheereenheid Zuid-Holland. Er broeden jaariijks zo'n 15 tot 20 paartjes stormmeeuwen op de Maeslantkering. De stormmeeuwen klezen bij voorkeur een luw plekje op, bijvoorbeeld nabij mangaten. Dit is juist een van locaties waar werknemers hun werkzaamheden moeten uitvoeren, waardoor het nest precies op deze piek ongewenst is. - Website SOVON, geraadpleegd 20 februari 2018. 6/9

Ontheffinghouder heeft al op verschillende wijzen geprobeerd de meeuwen te weren van de kering, door bijvoorbeeld het plaatsen van een nep-roofvogels. Ook is meerdere keren per dag beginnend nestmateriaal verwijderd, maar desondanks zijn er altijd meeuwen tot broeden gekomen. Een werkwijze die al enkele jaren succesvol wordt toegepast, is het plaatsen van een gaaswerk om een nest, waardoor de jongen op een piek gefixeerd worden. Hierdoor is het voor werknemers in ieder geval voorspelbaar waar de meeuwen het agressieve gedrag zullen vertonen. Ervaringen hebben geleerd dat de stormmeeuwjongen in principe niet van het nest wijken. Echter, als werknemers langs het nest lopen, vluchten de jongen. De grootte van de kering is beperkt, waardoor het is voorgevallen dat jongen van de 22 meter hoge kering doodvallen. Het plaatsen van het gaaswerk voorkomt dat het jong van de kering valt als een werknemer langsloopt. Er zijn vooralsnog geen aanwijzingen dat het broedsel negatief wordt beinvloed door het plaatsen van het gaaswerk. Hoewel wij het niet als ideale opiossing zien, is het gezien het alternatief (het naar beneden vallen van het jong) te prefereren. De overieving verbetert immers. Het vorenstaande is echter niet afdoende gebleken om het agressieve gedrag te voorkomen. Het huidige plan is om nesten met enkele meters per keer te verplaatsen, weg van de locatie waar de werkzaamheden uitgevoerd moeten worden. Als het nest op een piek is waar het acceptabel is, plaatst de ecoloog (indien nodig) een gaaswerk rond het nest. Als het jong uit het ei komt, is zijn bewegingsvrijheid beperkt. Daarmee wordt echter wel, zoals hiervoor staat omschreven, voorkomen dat een jong van de kering doodvalt, wanneer er noodzakelijke werkzaamheden in het broedseizoen moeten worden verricht. Ook is deze maatregel minder ingrijpend dan het wegnemen van eieren (en vervangen door nepexemplaren) of het geheel verwijderen van het nest. Indien er een faunabeheerplan voorhanden is, dient daarin te worden beschreven op welke wijze invulling is gegeven aan escalatieladder. Weliswaar ontbreekt in dit geval op dit moment een faunabeheerplan, maar dit neemt niet weg dat wij de toepassing van een escalatieladder, zoals bedoeld in artikel 3.2, negende lid, van de Verordening uitvoering Wet natuurbescherming Zuid-Holland wenselijk achten. Conform voorschrift 8, zal bij de uitvoering van deze ontheffing dan ook moeten worden gewerkt volgens die escalatieladder. De ontheffinghouder dient altijd de minst ingrijpende maatregel eerst te proberen/overwegen voor hij de volgende maatregel toepast/overweegt. Door deze werkwijze, wordt geprobeerd eventuele negatieve effecten op het broedsucces van de stormmeeuw zo veel mogelijk te beperken. De escalatieladder is als volgt opgebouwd. Allereest dient te worden beoordeeld of de betreffende werkzaamheden tot na het uitvliegen van de betreffende jongen uitgesteld kunnen worden. Wanneer dat mogelijk is, zullen de werkzaamheden na het uitvliegen moeten worden verricht. Indien de werkzaamheden niet uitgesteld kunnen worden, dient overwogen te worden of het enkel plaatsen van het gaaswerk voldoende soelaas biedt. Wanneer ook dat niet mogelijk is, dient het verplaatsen van het nest overwogen te worden. Hierbij dient ook beoordeeld te worden of vervolgens een gaaswerk om het nest noodzakelijk is of niet. Uitsluitend wanneer het verplaatsen van het nest ook niet mogelijk is, kan overwogen worden of het opportuun is om de eieren te vervangen door namaak-eieren, dan wel de eieren te olien. In dit geval zullen de ouderdieren op het nest blijven broeden, maar zullen er uiteindelijk geen jongen uitkomen. Uit ervaringen met stormmeeuwen op andere locaties is gebleken dat wanneer dit het paartje enkele keren is overkomen, zij de locatie als een ongeschikte broedlocatie zullen zien en is het aannemelijk dat zij een nieuwe broedlocatie elders zoeken. Alleen als is gebleken dat vorenstaande maatregelen ontoereikend zijn, mag het nest in zijn geheel worden verwijderd. Door het toepassen van deze escalatieladder zullen zo min mogelijk broedsels aangetast worden en zal het slechts in een enkele situatie noodzakelijk zijn dat een nest in zijn geheel moet worden verwijderd. Zoals hiervoor is aangegeven, is uit ervaringen elders gebleken dat stormmeeuwen slimme vogels zijn. De venwachting is dan ook dat de stormmeeuwen, na een aantal mislukte broedsels op de Maeskantkering, zullen leren dat dit geen geschikte broedlocatie is. Op grond van het vorenstaande zijn wij van mening dat de maatregelen, met inachtneming van de voorschriften, voldoende zijn om er voor te zorgen dat de staat van instandhouding niet in het geding komt. 7/9

Belangenonderbouwing De ontheffing is aangevraagd op grond van het belang 'volksgezondheid en openbare veiligheid'. De Maeslantkering is een stormvloedkering, welke in de Nieuwe Waten/veg bij Hoek van Holland ligt. Deze stormvloedkering beschermt de inwoners van Zuid-Holland. Indien de kering niet deugdelijk onderhouden en geconserveerd kan worden, kan dit risico's met zich meebrengen voor het functioneren van de kering, namelijk het beschermen van het achteriand bij storm en hoge waterstanden. Onderhoudsmedewerkers kunnen noodzakelijke werkzaamheden niet of onvolledig dan wel niet volgens de (wettelijke) voorschriften uitvoeren, als gevolg van agressieve broedende stormmeeuwen op de operationele delen van de kering. Vooral in de tijd dat de meeuwen jongen hebben (eind mei tot begin augustus) is het defensieve agressieve gedrag zeer sterk. Het gedrag uit zich door duikvluchten op de indringer, waarbij snavel, poten en vieugels de indringer kunnen raken. Dit gedrag kan bij mensen die conserveringswerkzaamheden uitvoeren op de Maeslantkering leiden tot schrik, met risico op ongevallen (op de keerwand wordt op grote hoogte gewerkt), venwonding of onzorgvuldig werken. In het verleden zijn hierdoor werkzaamheden door veiligheidsdeskundigen stilgelegd. Door het niet, onvolledig of niet tijdig uitvoeren van onvermijdelijke en onontkoombare werkzaamheden, kan dit gevolgen hebben voor de werking van de Maeslantkering, waardoor het aannemelijk is dat de openbare veiligheid in het geding komt. Gelet op het voorgaande zijn wij van oordeel dat het belang 'volksgezondheid en openbare veiligheid' voldoende onderbouwd is om de negatieve effecten op de stormmeeuw te rechtvaardigen, zowel in het kader van de ontheffingveriening als bedoeld in artikel 3.3 van de Wnb, alsmede in artikel 3.5 van de beleidsregel. Geen andere bevredigende opiossing De Maeslantkering is onderdeel van de stormvloedkering. In het stormseizoen is het dan ook cruciaal dat de kering naar behoren werkt. In het stormseizoen (1 oktober tot 15 april) mogen er dan ook geen onderhoudswerkzaamheden uitgevoerd worden aan de keringen. Dit betekent dat deze werkzaamheden buiten het stormseizoen worden uitgevoerd, welke periode grotendeels samenvalt met het broedseizoen. Alle werkzaamheden uitstellen tot na het broedseizoen is dan ook niet mogelijk, waardoor het niet mogelijk is om het broedseizoen van de stormmeeuw te ontzien. stormmeeuwen nestelen bij voorkeur op plekken waar rovers, zoals vossen, niet kunnen komen. Er wordt dan ook veel genesteld op terreinen die afgesloten zijn met hekken. De stormmeeuwen kiezen op de kering voor nestelplaatsen op de luwe plekjes, zoals bij mangaten. Het creeren van andere luwe plekjes binnen de hekken van de Maeslantkering (in de hoop dat de stormmeeuwen deze plekken kiezen in plaats van op de kering) is lastig, omdat graspiepers (Rode lijst soort) het lange gras rond de kering benutten. Het plaatsen van werende middelen (bijvoorbeeld netten) om geheel te voorkomen dat de stormmeeuwen op de kering gaan broeden is - nog afgezien van de omvang van deze in te zetten middelen over honderden meters kering - ook niet mogelijk in verband met de werkzaamheden die uitgevoerd moeten worden. Zoals ook hierboven gesteld, dienen deze ook tijdens het broedseizoen uitgevoerd te worden en werende middelen zouden dit onmogelijk maken. In het broedseizoen van 2017 is een roofvogelvlieger (terrorkite) geplaatst op de keerwand. Dit werkte kortdurend, maar na twee weken trad gewenning op. Vervolgens zijn de stormmeeuwen dagelijks drie keer per dag verstoord en is broedsubstraat in de vorm van takjes, stro en gras verwijderd. Ondanks deze dagelijkse verstoring werden er eieren gelegd en werd vervolgens het nest om het ei gemaakt. Deze maatregelen hebben dus niet kunnen voorkomen dat stormmeeuwen op deze locatie zijn gaan broeden. Desondanks is het van belang dat het ontmoedigingsbeleid wordt voortgezet met de verwachting dat met het aanhouden van deze maatregelen tezamen de stormmeeuwen 'leren' dat de kering geen geschikte nestlocatie is. Dit hebben wij vastgelegd in voorschrift 7. Gelet op vorenstaande, met inbegrip van de eerder genoemde escalatieladder, zijn wij van mening dat er geen andere bevredigende opiossing voorhanden is dan het verplaatsen en hiermee beschadigen ofwel het wegnemen van nesten en/of eieren. 8/9

Samenhangende besluiten Er kunnen nog andere bepalingen van kracht zijn, op grond waarvan vergunningen, toestemmingen, ontheffingen of meldingen benodigd zijn om de gevraagde activiteit te kunnen uitvoeren. Conclusie Op grond van het vorenstaande kan de gevraagde ontheffing op grond van artikel 3.17 in samenhang met artikel 3.3 van de Wnb worden verieend. 9/9