Jaarverslag De Spiegel 2013

Vergelijkbare documenten
Jaarverslag De Spiegel 2014

De Spiegel Registratie Patiëntkenmerken Jaarverslag vzw DE SPIEGEL Jaarverslag. 2. Patiëntkenmerken. a. Geslacht en leeftijd

Inhoudsopgave. Jaarverslag DE SPIEGEL 2016

De Spiegel vzw. Ontwenningsprogramma

Statistische gegevens Kompas Crisis aantal opnames per jaar aantal nieuwe cliënten per jaar 110

Treatment Demand Indicator (TDI) Addibru Formulier Versie 2.0 >> << 1. ALGEMENE INFORMATIE

De vrouwen hebben dan ook een grotere kans op werkloosheid (0,39) dan de mannen uit de onderzoekspopulatie (0,29).

Arbeidsmarkt Onderwijs

Arbeidsmarkt Onderwijs

Registratie arbeidszorg

Arbeidsmarkt Onderwijs

Arbeidsmarkt Onderwijs

Tabel 2.1 Overzicht van de situatie op de arbeidsmarkt van de onderzochte personen op 30/06/97. Deelpopulatie 1996

Arbeidsmarkt Onderwijs

Arbeidsmarkt Onderwijs

Arbeidsmarkt Onderwijs

Arbeidsmarkt Onderwijs

Arbeidsmarkt Onderwijs

Arbeidsmarkt Onderwijs

FACTSHEET HULPVERLENING VLAANDEREN

Arbeidsmarkt Onderwijs

De Oost-Vlaamse arbeidszorgmedewerker in beeld September Data & Analyse, Provincie Oost-Vlaanderen

Pagina 1 AMBULANTE DRUGZORG KOMPAS

Arbeidsmarkt Onderwijs

Arbeidsmarkt Onderwijs

Arbeidsmarkt Onderwijs

Samen op weg naar verandering

TDI Formulier Belgische register van de indicator van de behandelingsaanvragen betreffende drugs en alcohol (Ziekenhuis versie 3.0.

Arbeidsmarkt Onderwijs

Arbeidsmarkt Onderwijs

Profiel van de UVW-WZ: vergelijking 2004/ 2013

Arbeidsmarkt Onderwijs

Arbeidsmarkt Onderwijs

Werkloosheidscijfers Tijdelijke werkloosheid Faillissementen

Arbeidsmarkt Onderwijs

Samenvatting van de IMA-studie. Sociaaleconomisch profiel en zorgconsumptie van personen in primaire arbeidsongeschiktheid

Arbeidsmarkt Onderwijs

PERSBERICHT Brussel, 30 september 2013

Vraag nr. 37 van 29 januari 2002 van de heer ROLAND VAN GOETHEM Antwoord 1. Overzicht over alle kenmerken heen

Aandeel van de gerechtigden op wachten overbruggingsuitkeringen. volledige werkloosheid - analyse volgens arrondissement

Jongeren vinden moeilijker een job - Nieuwe cijfers Enquête naar de Arbeidskrachten, derde kwartaal

Arbeidsmarkt Onderwijs

FOCUS "Senioren en het OCMW"

PERSBERICHT Brussel, 20 december 2013

Studies. De Plaatselijke werkgelegenheidsagentschappen. Beschrijvende analyse

Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid

Arbeidsmarkt Onderwijs

Kerncijfers Brijder Jeugd 2016

SVR PROJECTIES VAN DE BEVOLKING EN DE HUISHOUDENS VOOR VLAAMSE STEDEN EN GEMEENTEN

Arbeidsmarktbarometer Onderwijs

PERSBERICHT Brussel, 25 maart 2014

WONOzo! in cijfers

Monitor. alcohol en middelen

Een terugblik op vijf decennia

PERSBERICHT Brussel, 24 september 2015

Inhoud. Dinsdag 31 Mei 2016

De jonge uitkeringstrekkers ten laste van de RVA

4. Resultaten. 4.1 Levensverwachting naar geslacht en opleidingsniveau

Alcohol en ouderen in de verslavingszorg in Nederland ( )

Allochtonen op de arbeidsmarkt

Arbeidsmarktbarometer Onderwijs

Trends in het gebruik van informele zorg en professionele zorg thuis: gebruik van informele zorg neemt toe

Evolutie van het aantal alleenwonenden in de volledige werkloosheid

Vraag nr. 351 van 26 februari 2013 van PAUL DELVA

PERSBERICHT Brussel, 22 december 2015

67,3% van de jarigen aan het werk

TRAINING & OPLEIDING Opleidingen in de lift: + 25% in 2001

Meeruitgaven in 2005 t.o.v voor vrouwelijke 60-plussers als gevolg van de pensioenhervorming in 1996

5. Discussie. 5.1 Informatieve waarde van de basisgegevens

Toepassing reglement Arbeidszorg van 29 september 2009 aangepast op 5 december 2012 Evaluatie resultaten

Arbeidsmarkt Onderwijs

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Alcoholverbruik Gezondheidsenquête, België, 1997

De inflatie zakte in juni nog tot 1,5 punten. De daaropvolgende maanden steeg de inflatie tot 2,0 in augustus (Bron: NBB).

5.1. Impact van de wijzigingen van het nationaliteitswetboek

Studies. De werkloze vrijwillig deeltijdse werknemer: een profiel

Arbeidsmarktbarometer 2012 Basisonderwijs en Secundair onderwijs

PERSBERICHT Brussel, 25 juni 2013

PERSBERICHT Brussel, 26 juni 2015

Resultaten voor Brussels Gewest Contraceptie Gezondheidsenquête, België, 1997

KWARTAALMONITOR JULI Omzetontwikkeling van freelancers en flexwerkers in Nederland

Gezondheidsenquête, België Medische consumptie. Wetenschap ten dienste van Volksgezondheid, Voedselveiligheid en Leefmilieu.

«WELZIJNSBAROMETER 2010» SAMENVATTING EN CONCLUSIES

Jaarverslag ML 3 TK 3 LH 7 GV 5 VL 6 TH 6 EW 6 ZK 5 Individueel Beschut Wonen 7 Totaal 48

Belangrijkste ontwikkelingen van de hulpvraag voor cannabisproblematiek in de verslavingszorg

1,9 miljoen Belgen hebben nog nooit een computer gebruikt; 2,6 miljoen Belgen hebben nog nooit op het internet gesurft.

I. Analyse van de resultaten van fase 1

THEMA I.4. Ziekenhuismortaliteit in klassieke hospitalisatie

Trends op de Belgische arbeidsmarkt ( )

Arbeidsmarkt vijftigplussers

Tabel 4.1 geeft een overzicht van de verdeling van de deels werkloos, deels werkend (DWDW)-en naar leeftijdsniveau.

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Contraceptie Gezondheidsenquête, België, 1997

Alcoholhulpvraag in Nederland

VDAB WERKLOOSHEIDSBERICHT MEI Kerncijfers werkloosheid. Evolutie Werkloosheid. NWWZ Vlaams Gewest - absolute aantallen

Stoppen als huisarts: trends in aantallen en percentages

Achtergrondcijfers WELZIJNSZORG VZW HUIDEVETTERSSTRAAT BRUSSEL

Monitor. alcohol en middelen

Fact sheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam. nummer 5 maart 2013

Inhoudsopgave. ABP Statistische informatie deelnemerspopulatie Verdeling werkzame Nederlandse beroepsbevolking en ABP-deelnemers 2

Resultaten voor België Psychische Gezondheid Gezondheidsenquête, België, 1997

PERSBERICHT Brussel, 28 maart 2013

Transcriptie:

Jaarverslag vzw DE SPIEGEL 13 Jaarverslag De Spiegel 13 Paul Van Deun 1 Registratie Patiëntkenmerken 13 1.1 Aantallen In 13 werden er lichtjes meer nieuwe behandelingen gestart dan in de twee vorige jaren. Deze stijging is beperkt en niet echt significant. In het totaal werden er 5 behandelingen opgestart. Het totaal aantal mensen waarmee werd gewerkt in 13 ligt hoger omdat op 1 januari van dat jaar er nog behandelingen doorliepen: in de therapeutische gemeenschap (TG) 15, in het ontwenningsprogramma (OP) 7 en in het ambulante programma 1. De oude en de nieuwe cliënten samen geven een caseload van 397 voor het jaar 13. De "caseload" die elke afdeling jaarlijks behandeld is voor het ambulant programma 0 eenheden groot, voor het ontwenningsprogramma 104 en voor de TG 43. De cijfers over kenmerken die hierna volgen, betreffen enkel de 'behandelingen in 13 opgestart'. 180 160 140 1 100 80 60 40 0 Opnames 08 09 10 11 12 13 TG 24 22 28 OP 99 100 95 86 83 97 AMB 122 144 170 122 123 1 1.2 Patiëntkenmerken 1.2.1 Geslacht en leeftijd Behandelingscentra voor drugsgebruikers, ambulant of residentieel, hebben doorgaans een grote meerderheid aan mannelijke cliënten. Zij spannen zich dan ook in om "vrouwvriendelijker" te worden en de drempels voor vrouwen om in behandeling te komen zoveel mogelijk te slopen. Dat gebeurt van jaar tot jaar met wisselend succes. We geven in deze grafiek de evolutie over de jaren van het percentage vrouwen (het percentage mannen laat zich daaruit makkelijk afleiden!). Door dit grote verschil in aantal mannen en vrouwen in de drugshulpverlening is het belangrijk om de kenmerken van mannen en van vrouwen apart te beschrijven. Bij gemiddelden verdwijnt de kleinste groep uit beeld! We doen dit in ons uitgebreide rapport maar voor het jaarverslag zullen we ons beperken tot 'enkele' cijfers voor de ganse organisatie of voor elke afdeling afzonderlijk. Waar er grote verschillen zijn tussen mannen en vrouwen zullen we dat vermelden. % % 15% 1 5% 17% 16% 14% Percentage vrouwen 18% 18% 13% Deze grafiek geeft aan dat het aantal vrouwelijke patiënten de laatste 3 jaar daalt behalve voor de TG waar er enkel in 12 een daling was. Uit andere cijfers blijkt dat de populatie problematische drugsgebruikers voor uit vrouwen bestaat. Enkel in de TG wordt dit percentage bereikt. 15% 14% 12% 26% 19% 12% 19% 13% 1 08 09 10 11 12 13 AMB OP TG 21% Pagina 1

Jaarverslag vzw DE SPIEGEL 13 De gemiddelde leeftijd bij aanvang van de behandeling daalt in alle drie de afdelingen in tegenstelling tot de vorige jaren waar de leeftijd gestaag steeg. Voor vrouwelijke patiënten gaat dit niet op, hun gemiddlede leeftijd steeg fors. Zowel ambulant als in het ontwenningsprogramma zijn vrouwen ouder dan mannen. Leeftijden Ambulant 31,6 31,7 29,3 28,2 27,9 26,6 28,8 29,2 26,6 27,1 27,0 27,9 08 09 10 11 12 13 man vrouw Leeftijden Ontwenning 29,7 28,4 28,4 28,6 27,3 27,9 29,3,3,0,8 26,2,9 08 09 10 11 12 13 man vrouw Leeftijden TG,9 31,4 28,2 28,9 29,7,2 29,1 28,3 27,8 29,6,6 26,0 08 09 10 11 12 13 man vrouw In vergelijking met 12 is het aandeel 18-22 jarigen duidelijk toegenomen zowel ambulant als in het ontwenningsprogramma. Dit gaat gepaard met de afname van het aantal opiaatgebruikers en de toename van de problematische cannabisgebnrruikers die om een behandeling vragen (zie verder) 1.2.2 Herkomst Waar komen onze patiënten vandaan? In het ambulante programma in Asse bij Brussel, ligt het voor de hand dat patiënten 'uit de buurt' komen omdat ze wekelijks zich moeten verplaatsen. Het merendeel komt dan ook uit Vlaams-Brabant, met een zeer beperkt aantal uit Brussel. Het aandeel van Oost- Vlaanderen (Dendermonde Aalst) loopt terug. Er is geen voor de hand liggende verklaring voor dit gegeven. De spreiding van de leeftijden volgt een voorspelbaar beeld: meer jonge patiënten ambulant en voor ontwenning, meer oudere in het ambulante programma. 15 10 5 0 Leeftijdsverdeling 13 14-18 18-22 22-26 26- -34 34-38 38-42 42-46 46-50 50-54 TG Ontwenning Ambulant In het ontwenningsprogramma komt men voornamelijk uit 3 provincies. Antwerpen en de Kempen zijn doorgaans goed vertegenwoordigd. Ook Limburg en Oost Vlaanderen leveren een aanzienlijk aantal cliënten ondanks het feit dat in de andere provincies er ook residentiële ontwenningsbehandelingen worden aangeboden. Mogelijk speelt hier de regelmatige overbezetting van de ontwenningscentra een rol, afgeschrikt Pagina 2

Jaarverslag vzw DE SPIEGEL 13 door een wachtlijst wijkt men uit naar een andere provincie. Bij de therapeutische gemeenschap is de spreiding van de herkomst nog groter. Dat is ook begrijpelijk omdat er bv. in Antwerpen geen TG is, en omdat mensen voor een langere behandeling, die een hele investering is, liever wat uit de buurt gaan om niet te veel oude bekenden tegen te komen. De arbeidssituatie, het statuut op de arbeidsmarkt, laat een lichte verschuiving zien met iets minder werkenden en iets meer werkloosheid tegenover vorig jaar. 1.2.3 Opleiding - Arbeid - Inkomen Het ambulante programma trekt een cliënteel aan dat gemiddeld iets hoger geschoold is, meer actief is op de arbeidsmarkt, en in hogere mate een inkomen heeft uit arbeid, een eigen inkomen dus. Het opleidingsniveau neemt toe in de TG, meer patiënten met volledig secundair onderwijs (tot 18j naar school) en ook iemand met diploma hoger onderwijs. In de andere afdelingen stijgt het aantal patiënten hoogsten lager onderwijs heeft afgewerkt (OP +15) of langer middelbaar (ambulant +). Wat de concrete inkomsten betreft (voor de start behandeling) waarvan onze patiënten moeten leven, zien we de crisis toeslaan. Een inkomen uit arbeid daalt met 1 ambulant en verdwijnt (-) in de TG. Werkloosheidsuitkering (RVA) wordt gehalveerd in de TG en stijgt met 1 in OP. Ocmw steun stijgt vooral bij de TG populatie, en geen inkomen, ook geen steun, stijgt in de drie afdelingen. 10 9 8 7 6 5 4 1 1.2.4 Leefsituatie Inkomstenbron 13 Ambulant Ontwenning TG Geen OCMW Pensioen Ziekteuitkering RVA Familie Beroepsactiviteit Bij dit overzicht maken we onderscheid tussen mannen en vrouwen en niet tussen afdelingen. Tussen beide groepen zijn er duidelijke verschillen. Meer vrouwen dan mannen leven samen met een partner en of kinderen, of alleen met kinderen.. Het aantal mannen dat een kind in huis heeft is Pagina 3

Jaarverslag vzw DE SPIEGEL 13 licht toegenomen. Vrouwen leven vaker alleen dan vorig jaar en minder bij ouders. De categorie wisselende leefsituaties is wat afgenomen. 1.3 Problematiek 1.3.1 Voornaamste Product Opvallend is ook dat een derde nog bij ouders woont. Betreft dit voornamelijk jonge mensen? Voor de 4 gaat dat op (jong<22) maar de andere 6 is ouder dan 22. Boven de 34 zijn het uitzonderingen. Dat bewijst dat de familieleden en voornamelijk de ouders sterk bij de problematiek berokken zijn en dus terecht door onze familiewerking een aanbod krijgen. In het Ambulante programma in Asse laat zich een duidelijke tendens aftekenen. Het aantal opiaatgebruikers dat een behandeling start daalt gestaag. Zij maken nu nog 11% uit van het totaal, 6 jaar geleden was dat 45%. De cannabis gerelateerde problematiek neemt duidelijk toe, van in 08 tot 42% in 13! De stimulantia, cocaïne en amfetamine houden stand en verminderen zeker niet. Aantal 15 10 5 0 Leeftijden leefsituatie 'bij ouders' N=88 op 5 14-18 18-22 22-26 26- -34 34-38 38-42 De tendens in het Ontwenningsprogramma loopt gelijkaardig: opiaten verminderen, stimulantia licht stijgend (vooral toename amfetamine). Cannabis problematiek is wisselend. Wat opvalt is hier de stijging van de categorie GHB en Benzodiazepines, maar de nadruk ligt op het eerste product. GHB of 'Liquid XTC' is een zeer verslavend middel dat regionaal vooral in de Kempen is gekend (en Nederland). Pagina 4

Jaarverslag vzw DE SPIEGEL 13 Bij de Therapeutische Gemeenschap zien we een veel grilliger patroon te wijten aan het kleine aantal opnames elk jaar: 13 = 28, één patiënt vertegenwoordigt 4,5% van de curve. Waar vroeger (voor 00) het aandeel van de opiaatverslaafden nog dominant was is dat nu terug gebracht tot ongeveer een derde, gelijk aan de stimulantia gebruikers (cocaïne plus amfetamine). Het aantal GHB-gebruikers loopt iets terug, cannabis bevestigt. weinig voorzieningen en artsen die naar De Spiegel in Asse verwijzen, op justitie na, maar het aantal stijgt. De TG laat een ander patroon zien: het is vooral de gespecialiseerde drugshulpverlening die patiënten aanlevert. Dat is ook begrijpelijk omdat een langdurige en zeer restrictieve opname goed geïndiceerd en goed voorbereid moet worden, wat in de gespecialiseerde drugshulpverlening kan. Het ontwenning programma ligt daar tussen in deels verwijzingen deels eigen initiatief of omgevingsinitiatief van de patiënt. De wijze van gebruik hangt nauw samen met het voorkeursproduct (cannabis maar ook heroïne worden geïnhaleerd, en dat laatste ook gespoten). Het spuitgedrag is echter sterk regionaal bepaald. Het is meer 'in de mode' in Antwerpen en Limburg en het noorden van Vlaams-Brabant dan in de streek van Asse waar het ambulante programma is gevestigd. Het goede nieuws is dat het intraveneus spuiten afneemt. Globaal valt er op dat andere gezondheidswerkers (artsen, klinieken, geestelijke gezondheidszorg) in aantal heel miniem vermeld worden en in onze statistieken voorkomen. Bij welzijn(bv. CAW) is er echter een toename. 1.4.2 Eerste behandeling Of de behandeling in De Spiegel de allereerste keer is dat men voor zijn drugsgebruik in behandeling komt is een nieuwe variabele die in 12 is toegevoegd. 1.4 Behandelkenmerken 1.4.1 Verwijzers Om de variabele "verwijzer" te scoren gaan we voort op de verklaring van de patiënt, die de vraag wisselend interpreteert. Toch valt het op dat het ambulante programma een uitgesproken eerstelijnscentrum is waarbij 55% geen professionele verwijzer vermeldt. Er zijn dus 10 8 6 4 Behandelgeschiedenis 13 eerste behandeling=39% elders behandeld= 28% hier behandeld = 32% Pagina 5

Jaarverslag vzw DE SPIEGEL 13 Deze grafiek maakt geen onderscheid tussen de afdelingen maar wel tussen de 'voornaamste' producten. We zien dat voor de ganse organisatie het in 13 39% volledig nieuwe patiënten betrof die voor het eerst een behandeling aanvatten. Dit getal is met 2% toegenomen. Een goeie 6 is ooit al in behandeling geweest, bij ons of elders. Dit is niet abnormaal voor een chronische problematiek. De meeste 'nieuwe' patiënten hebben een cannabisprobleem of een alcoholprobleem. Vooral opiaatverslaafden zijn terugkeerders. Cocaïne levert veel nieuwkomers op. 1.4.3 Behandelduur De behandelduur, de tijd dat we patiënten in behandeling kunnen houden, is de belangrijkste indicator voor succes. Een behandeling die korter dan 3 maanden duurt heeft weinig effect, tenzij het een vervolg behandeling is. Bij erg lange behandelingen kunnen ook vragen worden gesteld al is de problematiek soms chronisch en is een langdurige behandeling ook niet altijd even intensief, en dus toch nuttig. De behandelduur kan uitgedrukt worden in gemiddelden en medianen als beschrijvende statistieken. We geven er ook de 'retentiecurves' bij die een beter idee geven van de behandelduur. Deze dienen gelezen te worden als volgt: op moment 0 is 10 aanwezig. In het begin haken er meer mensen af, na verloop van tijd wordt de curve vlakker met minder afhakers of therapie beëindigers. bij wie stopte in 13 was 3dagen of 10 maanden en de 5 grens (mediaan) lag op 155 dagen of 5 maanden. Retentie Het ontwenningsprogramma kent een gestage stijging van haar gemiddelde verblijfsduur (uitgedrukt in weken). De gemiddelde verblijfsduur van de 97 ontslagen in 13 is nu dagen of één maand, en de mediane is 29 dagen (het punt waarop de helft langer blijft en de andere helft korter). De eerste twee weken haakt er telkens af, maar daarna is de kans groot dat men het vooropgestelde programma dat 6 weken duurt voleindigt (4). 38 mensen zijn langer gebleven dan die 6 weken, sommigen tot 2 à 3 maanden. Retentie 10 9 8 7 6 5 4 1 10 9 8 7 6 5 4 1 Retentiecurve OP 13 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 Weken in behandelingl Retentiecurve TG 13 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 1011121314151617181921222324 Maanden in behandeling Retentie 10 9 8 7 6 5 4 1 Retentiecurve ambulant 13 0 2 4 6 8 10 12 14 16 18 22 24 26 28 32 34 36 38 40 Maanden in behandeling 31 bewoners hebben in 13 de Therapeutische Gemeenschap verlaten. Als we naar de verblijfsduurverdeling kijken zien we een gemiddelde verblijfsduur van 6 dagen (6 maanden), de mediaan ligt op 199 dagen, dit is een maand langer dan het vorige jaar. Onze 3 afdelingen hebben de reputatie om het cliënteel goed te doen aanhaken en voldoende lang in behandeling te houden. Dat geldt voor de ambulante afdeling die zich op de eerste lijn bevindt en toch 6 langer dan 3 maanden in therapie kan houden. De gemiddelde behandelduur Pagina 6