Energiebesparing bij scholen voor het voortgezet onderwijs. In de regio Zuid-Holland Zuid. www.ozhz.nl



Vergelijkbare documenten
Energiebesparing bij zorginstellingen. Gorinchem & Drechtsteden

Ja Nee Nvt Maatregel Foto. Installaties & regelingen. Zijn de binnen- en buitensensoren op een representatieve locatie geïnstalleerd?

: Bezoekresultaten naleving milieuwetgeving energiebesparing, locatie te Kies een item.

Uitkomst controlebezoek Ontbreken energiegegevens (x facultatief indien geen energiegegevens zijn overlegd)

Energiebesparing Voortgezet en hoger onderwijs

Energiebesparing bij zorginstellingen. Gorinchem & Drechtsteden

: Bezoekresultaten naleving milieuwetgeving energiebesparing

Energiebesparing bij zorginstellingen

Energiebesparing bij hotels. regio Rijnmond

Energiebesparing bij Bouwmarkten. Regio Rijnmond

(GL) inzake slechte prestatie energiebesparing door bedrijven

Energie: De mogelijkheid om (samen) een verandering te bewerkstelligen

Energiebesparing. Kantoren A-01

Maatregelen voor "IVVU Zorginstelling"

Milieubarometerrapport 2015

Energiebesparing bij kantoren. Commerciële dienstverlening Regio Rijnmond

PROJECTPLAN METERS MAKEN IN DE ESHOF

Zonder investeren besparen 10 tips en vragen voor de facilitair manager

Bespaar-toptips. die watt opleveren.

19 en 24 november Energiebesparing in het Activiteitenbesluit

Van Herk Groep B.V. Doelstelling CO₂-reductie

1. Inleiding. 2. EMWM-tool versie Inleiding. 2.2 Beschrijving werkbladen

Quickscan energiebesparing

Energiebesparing bij hotels. regio Rijnmond

Helmonds Energieconvenant

Willem de Neve DCMR Milieudienst Rijnmond

CO 2 Prestatieladder. Energie- / CO 2 -reductieplan. Van de Haar Groep. Wekerom,

HHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHH

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Eindrapportage project Energiebesparing 2014

deelsessie Gelderse aanpak: stimulering bedrijven Door Roland Bus & Roy Ellenbroek (GEA) Krijn Ratsma (St. Energieke Regio)

Quick Energie Scan. Betreft: Maasstraat 33, 1972 ZA IJmuiden. Opdrachtgever: BEPROMA. Uitgevoerd door: B.G.P. Wouda. Uitvoeringsdatum: 1 juni 2013

nergiebesparing in de ICT

F (zie toelichting in bijlage)

Integrale energiestrategie UU. Fréderique Houben, Universiteit Utrecht

Energie besparen en meer wooncomfort. Een unieke kans om energie te besparen, aangeboden door Maaskant Wonen.

CONVENANT ENERGIEBESPARING BIJ SUPERMARKTEN

Milieubarometerrapport 2014

EnergiebesparingsMonitor Wet Milieubeheer

Energieke Zorgbouw. 5 oktober Wijnanda Willemse (Agentschap NL) Stefan van Heumen (TNO)

De Energie Revolutie. Proof, not promises. Maximale CO2 reductie. Maximaal Rendement

Samen besparen we ons rijk. Een unieke kans om energie te besparen, aangeboden door Rentree. thuis in Deventer

C (zie toelichting in bijlage)

HANDLEIDING. EigenEnergieOpSchool. Besparingscalculator

Resultaten energiescan Golfclub Zwolle

Partij voor de Dieren Gouda Tav Corina Kerkmans

Binnenklimaat: energie efficiënte oplossingen besparing door comfort

Energie beoordelingsverslag februari 2017

OMGEVINGSDIENST ZUID-HOLLAND ZUID

Bijlage nota gs: / Uitvoeringsregeling subsidie duurzaam renoveren Noord- Holland 2015

Behandeld door de heer G.J. Ambachtsheer Afdeling Toezicht en Handhaving

Energielabel. SKG-IKOB gecertificeerd BRL & BRL

KANSEN VOOR DUURZAME ENERGIE BIJ HERSTRUCTURERING VAN NAOORLOGSE WIJKEN

Energie beoordelingsverslag 2016

Rapportage Energiebus

SPECIMEN. E (zie toelichting in bijlage) Energielabel gebouw. Dit gebouw. Standaard energiegebruik voor dit gebouw. 968,3 MJ/m 2

Aanvraag regeling verbetering Binnenklimaat huisvesting primair onderwijs Dit formulier zenden aan: CFI OND/ODB Postbus ML Zoetermeer

Energie Monitoring Systeem (EMS) Grip op uw energiekosten en verbruik

Programma van Eisen Frisse Scholen april 2012

ENERGIE PRESTATIE ADVIES VOOR WONINGEN

Milieubarometerrapport 2017

Wie zijn wij? Van 0-meting tot haalbare business case. Programma. De methode. Meten van duurzaamheid. Heldere kijk op duurzaamheid.

Controleresultaten Legionellapreventie Cluster 1: zwembaden en sauna's. Datum 25 september 2009 Status Definitief

De Energie Revolutie

INFORMATIEPLICHT ENERGIEBESPARING WET MILIEUBEHEER

Milieubarometerrapport 2015

HET LABEL VOOR VEILIG EN ZUINIG STOKEN

Milieubarometerrapport 2016

Welkom. Moderator: Wietse Walinga. Op Locatie: Jeroen Bosch Ziekenhuis s-hertogenbosch

Controleresultaten legionellapreventie Cluster 3: Zorginstellingen. Datum 1 juni 2010 Status Definitief

Energiemanagementplan CO 2 -prestatieladder. : gavilar B.V. Documentgegevens. : Kamerlingh Onnesweg 63, 3316 GK Dordrecht. : QHSE-coördinator

PARKSTAD LIMBURG ENERGIE TRANSITIE

klasniveau Stap 1. De nulmeting De meterstanden Verbruik meterstand week x - week (x-1) Gem. verbruik na week 4 Elektriciteit datum/uur Meterstand KWh

Deel 3: voorbeeldaanpak bedrijven en maatschappelijk vastgoed

Controleresultaten Legionellapreventie Cluster 2: Ziekenhuizen en buitenpoliklinieken. Datum 25 september 2009 Status Definitief

Energie beoordelingsverslag

Project Energiebesparing bij bedrijven

Energiemanagement actieplan 2017

Energie Audit verslag 2014 Energie Management Actieplan 2015

VRAGENLIJST ENERGIESCAN HORECA

Pré Wonen Postbus CA HAARLEM Etalage Geprint op : Blekersvaartweg 48 D. galerijwoning

Werkblad huismodule. Quintel Intelligence. Antwoordblad

Handboek EnergieManagementSysteem

De Energie Revolutie. Proof, not promises. Maximale CO2 reductie. Maximaal Rendement

3 Energiegebruik huidige situatie

Voorstel Van het college van burgemeester en wethouders Aan de raad van Zoeterwoude. Vergadering : 31 augustus 2017 Nummer : 17/37

CO2-reductieplan 2015

Notitie energiebesparing en duurzame energie

Energiemanagement actieplan

Energierapportage MFC Atria Leusden. Asschatterweg JJ Leusden

MEMO AAN DE GEMEENTERAAD

Energiebeoordelingsverslag 2016

Oplossingenboek Energie besparen in de praktijk van het MKB metaal

HAN DUURZAAM. Focus bedrijfsvoering Accent EnergieEfficientyPlan EEP. Presentatie 31januari 2013 voor Surf door Wim van Pelt

PDFlib PLOP: PDF Linearization, Optimization, Protection. Page inserted by evaluation version

Evaluatie Convenant Duurzaam Zoetermeer en Energiescan

EfficiEncy Duurzaam. EnErgiEbEsparing. Warmte en koude. KEnnis industrie. energie financiering. instrumenten. GebouwDe omgeving

Meer wooncomfort. en minder energieverbruik door een warmtepomp. voltalimburg.nl/warmtepomp

Energiebesparing. Erkende maatregelen. Schakeldag 25 juni Wendy Simonse

Milieubarometerrapport 2015

Transcriptie:

Energiebesparing bij scholen voor het voortgezet onderwijs In de regio Zuid-Holland Zuid www.ozhz.nl

Inhoud Voorwoord... 2 Samenvatting... 3 Inleiding... 4 Branchegerichte aanpak voortgezet onderwijs... 5 Selectie van scholen... 5 Indeling... 5 Lijst energiebesparende maatregelen... 6 Het bezoek... 6 Nazorg... 7 Symposium... 7 Resultaten... 8 Koplopers of volgers... 8 Energieverbruik en besparingspotentieel... 9 Conclusies... 10 Aanbevelingen... 11 Bijlage 1. Afspraak e-mail... 12 Bijlage 2. Brief naar aanleiding van bezoek voor achterblijver of volger... 13 Bijlage 3. Resultaten uit de EnergiebesparingsMonitor Wet milieubeheer... 15 Bijlage 4. Overzicht bezochte instellingen... 16 Bijlage 5. Uitnodiging symposium... 18 Bijlage 6. Alle onderzochte maatregelen bij scholen... 19 Bijlage 7. Checklist Scholen... 20 1

Voorwoord In de huidige samenleving is energie essentieel en onmisbaar geworden. We zijn sterk afhankelijk van energie voor onder andere onze warmtevoorziening, verlichting, informatievoorziening en communicatie. Met een groeiende afhankelijkheid van energie groeit ook het besef dat we onze energieproductie moeten verduurzamen en tegelijkertijd energiebesparingen moeten realiseren. Het onderwijs neemt hierin een interessante positie in. Als verbruiker kan zij vaak eenvoudig tot forse besparingen komen, waarbij de bespaarde middelen beschikbaar komen voor haar onderwijskundige kerntaken. De mondiale aandacht voor energie krijgt ook in het onderwijs een plaats. Door nu haar eigen energieopgave aan het onderwijs te koppelen, geeft zij niet alleen het goede voorbeeld, maar draagt zij ook bij aan lokale opgaven rond verduurzaming en noodzakelijke bewustwording en kennis bij haar leerlingen. De Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid (OZHZ) heeft in de periode 2012-2014 energiecontroles uitgevoerd bij instellingen voor het voortgezet onderwijs in de regio Zuid-Holland Zuid. Met eenvoudige maatregelen blijkt een besparingspotentie tot 15% vaak realiseerbaar. De wijze waarop OZHZ in samenwerking met de betreffende instellingen tot resultaat komt, krijgt inmiddels landelijk aandacht. De gekozen aanpak past naadloos in de doelstellingen van het SER-energieakkoord. Deze rapportage geeft inzage in de wijze waarop controles hebben plaatsgevonden en welk besparingspotentieel en maatregelen in kaart zijn gebracht. Het is nu aan de instellingen om uitvoering te geven aan de adviezen en een taak voor OZHZ om dit proces te bewaken en te begeleiden. Dit alles voor een beter milieu, lagere lasten en meer bewustwording en educatie op het gebied van duurzaamheid. Henk Mirck Wethouder Leefklimaat en Bedrijfsvoering Zwijndrecht Drechtstedenbestuur pfh I&A, P&O en Duurzaamheid Bestuurslid Gemeenten voor Duurzame ontwikkeling Voorzitter raad van advies IVN Zuid-Holland Ambassadeur Humana Dordrecht, 14 oktober 2014 2

Samenvatting Met de uitvoering van het Regionaal UitvoeringsNiveau (RUN) controleert de Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid (OZHZ) branchegericht bedrijven en instellingen op het treffen van energiebesparende maatregelen. Indien een instelling jaarlijks meer dan 50.000 kwh of 25.000 m3 gas verbruikt, is deze op besparingsmaatregelen doorgelicht. In deze gevallen geldt de wettelijke verplichting om energiebesparende maatregelen te nemen die zich binnen 5 jaar terugverdienen. In de Nota RUN wordt voor de prioriteitstelling van de werkzaamheden onderscheid gemaakt tussen drie categorieën van inrichtingen. Bij de zwaarste categorie (risicoscore vanaf 4.0) vindt integraal periodiek toezicht plaats. Bij de laagste categorie (risicoscore lager dan 2.0) wordt alleen gecontroleerd in geval van klachten en meldingen (piepsysteem). Bij de middencategorie vindt regiobreed, uniform en generiek toezicht plaats. Om de juiste keuzes te maken, is van de branches in deze middencategorie bezien welke thema s het belangrijkst zijn om aan te pakken vanuit het oogpunt van veiligheid, gezondheid en duurzaamheid. Tevens zijn eerste verkenningen gedaan naar de wijze waarop de verwachte milieuwinst op deze thema s het meest efficiënt kan worden bereikt. Daarnaast is gestreefd naar een evenwicht tussen landelijke en stedelijke thema s. Het resultaat is een meerjarig uitvoeringsprogramma, dat projectmatig zal worden uitgevoerd. Het voortgezet onderwijs in onze regio is het eerste RUN project met als thema energie. Deze sector is in de Drechtsteden en Gorinchem in 2012 bezocht, in de overige regio s in 2013 en 2014. Uit de controle van 47 scholen, is het volgende gebleken: Een besparing van totaal 15% CO2-uitstoot is mogelijk, wat neerkomt op een vermindering van 2.186 ton aan CO2. Dit staat ongeveer gelijk aan de CO2-uitstoot van 570 huishoudens bij een gemiddeld energieverbruik. Drie scholen, die voorop lopen, hebben hun energiebeheer op orde. Bij de overige instellingen is een nazorgtraject opgestart, om deze er toe aan te zetten met de besparende maatregelen aan de slag te gaan. Veel eenvoudig te nemen maatregelen zijn nog niet getroffen. De meeste kansen liggen op het gebied van verlichting en het efficiënter inregelen van de centrale verwarming. Op 16 oktober 2013 is voor de managers van scholen voor voortgezet onderwijs een symposium georganiseerd over energiebesparing. De managers waren overwegend positief over dit symposium en de energiecontroles, vanwege de verheldering ten aanzien van de mogelijkheden om energie te besparen. De ervaringen met de energiecontroles tot nu toe leiden tot de volgende aanbevelingen in de uitvoering: Bestuurlijke aandacht vanuit gemeenten richting besturen van de scholen, kan de betreffende instellingen stimuleren actief met energiebesparing aan de slag te gaan; Aandacht in de media voor de koplopers kan bijdragen aan de motivatie van de doelgroep; Projectmatige aanpak van energiebesparing op termijn structureel maken; Afstemming andere gemeentelijke instrumenten en initiatieven; Aandacht voor energiebesparende maatregelen tijdens nieuwbouw en renovatie; Aandacht voor de toekomstige regelgeving over energieneutraal bouwen (in 2020); De Omgevingsdienst kan vanuit haar expertise (scholing, bijeenkomsten organiseren (voor bedrijven), breder advies geven aan gemeenten en de bedrijven. 3

Inleiding Binnen duurzaamheid is energiebesparing een belangrijk thema. De Nederlandse overheid heeft in haar beleid Schoon en Zuinig de volgende doelstellingen vastgelegd: 2% energiebesparing per jaar 20% duurzame energie in 2020 30% reductie overige broeikasgassen in 2020 t.o.v.1990 Rijk en ook gemeenten willen vanwege de dreiging van klimaatverandering forse reducties van CO2-emissies realiseren. In de raadsprogramma s vormt het thema duurzaamheid bij nagenoeg alle gemeenten een speerpunt. Gelet op het SER-akkoord (meer aandacht voor handhaving van energie) zal energie en duurzaamheid een steeds belangrijkere rol gaan spelen voor alle gemeenten in onze regio en de provincie. Een belangrijke doelgroep zijn de circa 10.000 bedrijven en instellingen in de regio Zuid-Holland Zuid. Uit ervaringscijfers blijkt, dat bij veel van deze bedrijven gemiddeld met gemak zo n 10% energie kan worden bespaard, bij sommige volgers zelfs ruim 20%. Het gaat dan om rendabele energiebesparingsmaatregelen die het bedrijf netto een financieel voordeel opleveren. Voor de gemeenten in Zuid-Holland Zuid controleert OZHZ of de bedrijven of inrichtingen, deze maatregelen daadwerkelijk gaan nemen. Dat heeft in de Drechtsteden en Gorinchem reeds tot een aanzienlijke vermindering van CO2-emissies geleid bij de zorginstellingen (12.000 ton CO2) en bij 30 industriële grootverbruikers (ruim 6.000 ton CO2). Gelet op bovenstaande successen heeft OZHZ, in het kader van het regionaal energieprogramma Drechtsteden 2010-2013, opdracht gekregen om de scholen in het voortgezet onderwijs te controleren op energiebesparing. Vanuit het Regionaal uitvoeringsniveau (RUN) is het project energiebesparing bij het voortgezet onderwijs doorgetrokken naar de overige regio s (Alblasserwaard-Vijfheerenlanden en Hoeksche Waard). Deze rapportage heeft betrekking op 47 scholen van het voortgezet onderwijs in de regio Zuid-Holland Zuid. Zie bijlage 5. voor het overzicht van deze scholen. 4

Branchegerichte aanpak voortgezet onderwijs Binnen de branchegerichte aanpak is gekozen voor het voortgezet onderwijs 1, omdat uit landelijke studies en ervaringen blijkt, dat bij deze branche een hoog besparingspotentieel is te halen. Tevens is voor de aanpak van deze branche een uniforme werkwijze 2 beschikbaar. Voor het voortgezet onderwijs is geen convenant met de overheid, ofwel een zogenaamde meerjarenafspraak (MJA3) 3, afgesloten. Een MJA-afspraak is er wel met de hogescholen. De enige hogeschool in de regio (in Dordrecht) is vanwege die afspraak daarom niet bezocht. De branchegerichte aanpak kenmerkt zich aan de hand van de volgende stappen: 1. Selectie van scholen 2. Indeling 3. Lijst energiebesparende maatregelen 4. Het bezoek 5. Nazorg 6. Symposium Selectie van scholen Voor de selectie van energierelevante scholen is rekening gehouden met de grenswaarden uit het Activiteitenbesluit (een jaarverbruik van meer dan 50.000 kwh aan elektra en/of meer dan 25.000 m3 aan gas). Met een verbruik boven deze grenswaarde geldt de wettelijke verplichting om energiebesparende maatregelen te nemen die zich binnen 5 jaar terugverdienen Uit het registratiesysteem van de Omgevingsdienst zijn alle scholen voor voortgezet onderwijs geselecteerd. Van de 53 scholen, zijn er 47 geselecteerd voor een energiecontrole. De overige scholen vielen op voorhand af, omdat deze op korte termijn gesloten worden, het tijdelijke locaties betreft, in renovatie zijn of er omdat al meerjarenafspraken waren gemaakt. Indeling De scholen kunnen aan de hand van het aantal te nemen maatregelen worden ingedeeld in 'koplopers' of 'volgers'. Koplopers Koplopers zijn instellingen die bijna alle maatregelen hebben genomen. Bij nieuwbouw of renovatie worden alle maatregelen genomen. Deze instellingen krijgen advies over de toepassing van de ontbrekende energiebesparende maatregelen. Volgers Dit zijn scholen, die meer dan vier maatregelen moeten treffen. Deze scholen hebben nog geen plan van aanpak of in het plan van aanpak ontbreken termijnen of worden de benodigde maatregelen ver vooruitgeschoven. Zie bijlage 3. en 4. voor voorbeelden van brieven. 1 Het gaat bij deze branche om voortgezet onderwijs, niet de basisscholen of hoger onderwijs. 2 De aanpak is omschreven in de uniforme leidraad energiebesparing van AgentschapNL (zie www.infomil.nl/onderwerpen/duurzame/energie/uniforme-leidraad/). 3 Meer informatie over MJA-afspraken: http://www.agentschapnl.nl/nl/programmas-regelingen/meerjarenafspraken-energieefficiency. 5

Lijst energiebesparende maatregelen Als handvat voor het beoordelen van mogelijke besparingsmaatregelen is de lijst voortgezet onderwijs van Agentschap NL gehanteerd 4. Deze lijst geeft aan welke maatregelen doorgaans rendabel en mogelijk zijn. De gehanteerde maatregelenlijst (checklist scholen) is bijgevoegd als bijlage1. In totaal betreft het 31 maatregelen. De maatregelen zijn gegroepeerd naar delen van het gebouw. Maatregelen in technische ruimtes, maatregelen aan de gebouwschil, aan installaties die buiten staan en maatregelen die in werkruimten kunnen worden genomen. De maatregelen variëren in terugverdientijd, met een maximum van vijf jaar. Sommige maatregelen zijn alleen rendabel wanneer ze worden genomen op een natuurlijk vervangingsmoment, andere maatregelen zijn op ieder moment terug te verdienen. Uit ervaringscijfers blijkt dat de maatregelen van deze lijst gemiddeld genomen staan voor 80% van het rendabele besparingspotentieel. Door de aanpak via de standaardmaatregelen wordt snel duidelijk wat de belangrijkste opties zijn voor energiebesparing. Dit voorkomt dat aan instellingen een energieonderzoek moet worden opgelegd. De maatregelenlijst is een methode om op een pragmatische wijze snel een oordeel te vormen over de prestaties van zorginstellingen betreffende het efficiënt omgaan met energie. Het bezoek Alle controlebezoeken zijn vooraf aangekondigd en schriftelijk bevestigd. Zie bijlage 2 voor een voorbeeld van een schriftelijke bevestiging. Tijdens het controlebezoek is aan de hand van de maatregelenlijst beoordeeld welke rendabele maatregelen een instelling nog moet treffen. Tevens krijgt de instelling achtergrondinformatie over het nut en de noodzaak van de te treffen maatregelen. Zie voor een film van een bezoek: www.youtube.com/watch?v=62azrnatlo0 De geselecteerde scholen zijn eind 2012 en begin 2013 bezocht in de Drechtsteden, de rest van de regio in het 3de kwartaal van 2013 en begin 2014. Aan alle scholen is het resultaat van de controle via een brief kenbaar gemaakt. De koplopers hebben een brief gekregen waarin is aangegeven welke maatregelen eventueel nog genomen kunnen worden. Bij de volgers is in de brief aangegeven welke maatregelen nog niet waren getroffen. Daarbij is per maatregel een uitgebreide toelichting gegeven. Tevens is gevraagd om een plan van aanpak in te dienen, waarin wordt aangegeven op welke termijn de ontbrekende maatregelen worden uitgevoerd. In een plan van aanpak worden de maatregelen in vier verschillende categorieën ingedeeld: 1. Maatregelen die op korte termijn genomen worden (3 tot 6 maanden). Deze maatregelen hebben een korte terugverdientijd. 2. Maatregelen die op langere termijn genomen worden (1 tot 2 jaar). Dit zijn maatregelen die mogelijk nader onderzoek verdienen maar zich wel binnen 5 jaar terugverdienen. 3. Maatregelen die niet genomen worden, met daarbij een motivatie. 4. Maatregelen die tijdens een verbouwing of natuurlijk vervangmoment moeten worden genomen. 4 Meer informatie op www.infomil.nl/onderwerpen/duurzame/energie/energiebesparing 6

De plannen van aanpak worden beoordeeld op volledigheid en onderbouwing. Als het plan van aanpak niet wordt ingediend of onvoldoende ambitie heeft, zullen maatregelen en termijnen via een handhavingstraject aan de instelling worden opgelegd. Na het aflopen van de in de plannen genoemde termijnen wordt door middel van hercontroles nagegaan of de maatregelen inderdaad zijn genomen. Als dit niet het geval is, wordt hier op aangeschreven en volgt een handhavingstraject. Nazorg Nazorg houdt onder andere in, dat bij een aantal scholen de plannen van aanpak zijn besproken of in overleg zijn opgesteld met nog een extra bezoek. Symposium Een belangrijk instrument voor energiebesparing en toezicht, is naast eigen expertise ook voorlichting door een onafhankelijke derde een goed middel gebleken. Een voorbeeld van een uitnodiging is opgenomen in bijlage 6. 7

Resultaten In het project zijn 47 scholen bezocht, waarvan 17 in de Alblasserwaard-Vijfheerenlanden, 5 in de Hoeksche Waard en 25 in de Drechtsteden. Bij de controlebezoeken is getoetst of de instellingen de meest rendabele energiebesparende maatregelen hebben genomen. Onderstaande figuur geeft een overzicht van de belangrijkste maatregelen. Voor een overzicht van alle onderzochte maatregelen wordt verwezen naar bijlage 7. Koplopers of volgers Op basis van de te nemen maatregelen zijn de scholen ingedeeld naar koploper of volger. Onderstaande tabel geeft een overzicht van de aantallen koplopers en volgers per regio (zie bijlage 7 voor een overzicht van alle bezochte scholen). Sub regio Koploper volger totaal Drechtsteden 2 23 25 Alblasserwaard - Vijfheerenlanden 1 16 17 Hoeksche Waard 0 5 5 Totaal 3 44 47 Tabel 3. Koplopers en achterblijvers per regio 8

Energieverbruik en besparingspotentieel Het energieverbruik per school is een noodzakelijk gegeven om: vast te stellen of een school, wettelijk verplicht is om maatregelen te treffen; de terugverdientijden te berekenen; de verschillende instellingen met elkaar te vergelijken; het besparingspotentieel te berekenen. Onderstaande tabel geeft inzicht in het jaarlijks energieverbruik van de bezochte scholen, uitgesplitst naar elektra, gas en de CO2-emissie. De besparing is berekend met behulp van de EnergiebesparingsMonitor Wet milieubeheer. Dit is een door ECN ontwikkelde rekentool. De uiteindelijk te bereiken besparing in geld kan variëren, omdat de gas- en elektriciteitstarieven aan schommelingen onderhevig zijn. De vier ontbrekende scholen hebben een gemiddeld energieverbruik. Elektriciteit (kwh) Gas (m3) CO2-emissie (ton Co2) Totaal regio 14.044.488 3.066.308 13.936 Gemiddeld 298.818 65.240 296 Besparingspotentieel 2.242.883 285.279 2.186 Besparingspotentieel in geld 224.288 156.900 Tabel 1. Energieverbruik 47 onderzochte instellingen De totale CO2-emissie van de onderzochte instellingen ligt op 13.936 ton per jaar. Ter vergelijking: een gemiddeld huishouden heeft een CO2-emissie van 3,85 ton per jaar. De CO2-emissie van de onderzochte scholen komt dus overeen met het totale verbruik van ca. 3.600 huishoudens. Volgens de EnergiebesparingsMonitor Wet milieubeheer is het besparingspotentieel van de scholen ruim 15%. Dit zou bij de onderzochte instellingen neerkomen op een vermindering van ca. 2.186 ton CO2.. Dit is vergelijkbaar met het jaarlijks energieverbruik van ca. 570 huishoudens. Om dit besparingspotentieel te realiseren is het noodzakelijk dat alle maatregelen uit de plannen van aanpak per school worden uitgevoerd. Alle scholen hebben inmiddels een plan van aanpak ingediend of er is vanuit OZHZ een plan van aanpak opgelegd. In 2015 worden de eerste resultaten van het project zichtbaar en zal het aantal koplopers toenemen. 9

Conclusies Tijdens de controles is gebleken, dat energiebesparing niet leeft bij de scholen. Dat blijkt ook uit de resultaten van het onderzoek naar de daadwerkelijk genomen maatregelen. Daarnaast was het zeer lastig om bij de meeste scholen het energieverbruik inzichtelijk te krijgen. Meer dan de helft van de scholen heeft geen inzicht in het eigen energieverbruik. Daaruit kan worden afgeleid dat energiebeheer bij scholen niet vanzelfsprekend is en dat er nog veel besparing gerealiseerd kan worden. In een didactische omgeving is er in onvoldoende mate aandacht voor milieu en preventie van de eigen school. Duurzaamheid leeft, maar nog niet binnen alle scholen. De aandacht in de lesprogramma s en eigen committent voor duurzaamheid in de leeromgeving is onder de maat. Het project van de Drechtsteden, OZHZ en de scholen om met leerlingen op pad te gaan binnen hun studie met: preventie, duurzaamheid en milieuregels kan hierin wellicht voor positieve verandering zorgen. Er zijn grote verschillen tussen de scholen onderling. Ook blijken in de branche weinig koplopers te zijn. Slechts drie instellingen (de koplopers) hebben hun energiebeheer redelijk op orde. Bij de overige scholen is een nazorgtraject opgestart. Deze trajecten lopen moeizamer dan aanvankelijk was verwacht. De meeste scholen moeten stevig gestimuleerd worden, om met de besparende maatregelen aan de slag te gaan. Wat hierbij meespeelt is het gegeven dat de gebruiker niet altijd ook de eigenaar is. De gebruiker is het aanspreekpunt, maar de eigenaar of beheerder van de school moet de maatregelen treffen en daar de middelen voor vinden. Volgens de EnergiebesparingsMonitor Wet milieubeheer is het besparingspotentieel van de scholen ruim 15%. Dit komt bij de onderzochte instellingen neer op een vermindering van ca. 2.186 ton CO2.. Deze besparing is vergelijkbaar met het jaarlijks energieverbruik van ca. 570 huishoudens. De verwachting is dat in 2015 de helft van de scholen koploper kan zijn. Uiterlijk in 2017 zullen alle scholen koploper zijn, desnoods met behulp van bestuurlijke dwangmiddelen. 10

Aanbevelingen Uit de projectmatige aanpak van de scholen, maar ook de aanpak bij zorginstellingen blijkt dat in de gebouwde omgeving veel te besparen valt. Uit de projecten blijkt een besparingspotentieel van ruim 15%. Scholen 15% Zorginstellingen 22% Grootverbruikers 12% Blijvende aandacht binnen de OZHZ en haar opdrachtgevers voor energiebesparing bij bedrijven is mede gelet op het SER-energie akkoord een must. Hoewel de instellingen aangeven energiebesparing serieus te nemen, blijkt dat niet altijd uit de ambitie. Bestuurlijke aandacht richting de besturen van de instellingen kan bijdragen aan het besef dat er vele mogelijkheden zijn om energie te besparen en daarmee te voldoen aan de wettelijke verplichtingen. Een gesprek tussen de wethouder duurzaamheid en het bestuur van de scholen kan voorkomen dat bij achterblijvers handhaving ingezet moet worden. Het actief communiceren over de koplopers in de media kan een positieve bijdrage leveren aan de motivatie van bedrijven en instellingen die achterblijven. Grote struikelblokken bij de scholen zijn: onbekendheid met energiebesparende maatregelen; onbekendheid met de wettelijke verplichting bij met name de directie van de instellingen; tegenstrijdige en niet onafhankelijke adviezen; energiebesparing wordt vooral projectmatig en niet structureel aangepakt. Met deze wetenschap doen we de volgende aanbevelingen voor de uitvoering: energiebesparing op termijn structureel maken; afstemming met andere gemeentelijke instrumenten en initiatieven; aandacht voor energiebesparende maatregelen tijdens nieuwbouw en renovatie; aandacht voor de toekomstige regelgeving over energieneutraal bouwen (voorzien in 2020). In 2015 worden de eerste resultaten van de uitvoering van de in de plannen van aanpak opgenomen maatregelen zichtbaar en zal het aantal koplopers toenemen. OZHZ zal jaarlijks een stand van zaken overzicht opstellen. U wordt hiervan op de hoogte gesteld. 11

Bijlage 1. Afspraak e-mail Geachte heer.., Naar aanleiding van het telefoongesprek op 7 juni 2011, tussen u en de heer M. Lezer van de Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid volgt hierbij de bevestiging van de gemaakte afspraak om een controlebezoek met aandacht voor energiebesparing te maken. Datum bezoek: Locatie: 14 juni 2014 om 14.00 uur De Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid controleert namens de gemeente en de provincie bedrijven en instellingen op de naleving van de milieuwetgeving. De milieuwetgeving stelt onder andere eisen aan het efficiënt omgaan met energie. Het doel van het geplande bezoek is om potentiële energiebesparingen binnen uw bedrijf in kaart te brengen. Vanuit onze dienst is een inschatting gemaakt van uw energiegebruik. Wij hebben u ingedeeld in de groep energiegebruikers van meer dan 25.000 m3 aardgasequivalenten aan brandstoffen of 50.000 kwh aan elektriciteit per jaar. Volgens de Wet milieubeheer en artikel 2.15 van het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer (Barim) bent u dan als bedrijf verplicht om de energiebesparende maatregelen te nemen die binnen vijf jaar kunnen worden terugverdiend. Uw inrichting zal in het bijzonder hierop worden gecontroleerd. In de bijlage treft u een overzicht aan van alle maatregelen die doorgaans binnen uw branche binnen vijf jaar zijn terugverdiend. Met behulp van deze bijlage en naar aanleiding van het bezoek wordt u in de gelegenheid gesteld om de maatregelen gefaseerd uit te voeren (inzichtelijk gemaakt via een plan van aanpak). Hierbij kan worden aangesloten op eventuele voorgenomen vervangings-, renovatie- of verbouwingsplannen. Vervolgens moet dit plan van aanpak ter beoordeling worden gezonden aan onze dienst. Om het bezoek vlot te laten verlopen, verzoeken wij u om de recentste energieafrekening paraat te hebben en bijgevoegde checklist te hebben ingevuld. Tijdens het bezoek wordt een ronde door uw bedrijf gemaakt. Aan de hand de door u ingevulde checklist worden besparingsmogelijkheden bekeken. Indien u minder dan 50.000 kwh aan elektriciteit per jaar of 25.000 m³ aardgasequivalenten per jaar verbruikt, geldt voor u geen verplichting om de maatregelen te treffen. U kunt uw energieverbruik kenbaar maken door inzage te verlenen in de jaaroverzichten van uw energieleverancier. Voor nadere informatie kunt u ten slotte contact opnemen met de heer M. Lezer van onze dienst. Wij vertrouwen erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Met vriendelijke groet, Michael Lezer Inspecteur Drechtsteden 12

Bijlage 2. Brief naar aanleiding van bezoek voor achterblijver of volger Stichting Goede Zorg voor het Milieu t.a.v. de heer M. Vriendelijk Energieweg 1 3300 AA Dordrecht Uw brief van Verzenddatum 16 augustus 2011 Uw kenmerk Dossier Reactie op Zaaknummer 000 Onderwerp Toezicht milieuwetten, Energieweg 1, Dordrecht Ons kenmerk (Gelieve bij correspondentie dit nummer te vermelden) Behandeld door de heer M.J. Lezer Afdeling Toezicht en Handhaving Geachte heer Vriendelijk, Op 14 juni 2011 is uw bedrijf, gevestigd aan de Energieweg 1 te Dordrecht door de Omgevingsdienst Zuid- Holland Zuid gecontroleerd. Naar aanleiding hiervan delen wij u het volgende mede. Op de locatie is onderstaande milieuregelgeving van toepassing: - Besluit emissie-eisen middelgrote stookinstallaties milieubeheer - Besluit ozonlaagafbrekende stoffen milieubeheer - Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer (Barim) Volgens de Wet milieubeheer en het Barim behoort u zorg te dragen voor zuinig gebruik van grondstoffen en energie. Bij een verbruik van meer dan 50.000 kwh elektriciteit of 25.000 m3 aardgasequivalenten bent u volgens artikel 2.15 van het Barim verplicht alle besparingmaatregelen te nemen, die u binnen vijf jaar kunt terugverdienen. Wij hebben eerder vastgesteld dat uw jaarverbruik meer bedraagt dan 50.000 kwh elektriciteit. Uw inrichting is gecontroleerd aan de hand van een lijst met energiebesparende maatregelen. Van deze maatregelen is bekend, dat de terugverdientijd van de investering over het algemeen vijf jaar of minder bedraagt. Geconstateerd is dat niet alle maatregelen zijn genomen. De volgende energiebesparende maatregelen behoren te worden genomen: 8 Appendages in onverwarmde ruimtes isoleren 30 Buitenzonwering bij gekoelde ruimtes toepassen 18 Energiegebruik monitoren 12 De kierdichting in goede staat brengen 19 Incidenteel gebruikte ruimtes voorzien van bewegingssensoren 28 Ketelwatertemperatuur weersafhankelijk regelen (juist) 21 Stookgrens juist instellen 27 De CV-groepen weersafhankelijk regelen (juist) 2 Warm tapwater opwekken met een aparte CV-ketel 6 Waterbesparende douchekoppen of doorstroombegrenzers toepassen 13

De volgende maatregelen behoren bij een eventuele toekomstige renovatie of een ander natuurlijk vervangingsmoment worden toegepast: 5 CV-pompen frequentie geregeld 23 Gebruik maken van een WKO (minimaal onderzoeken) 26 Warmte uit ventilatie lucht terug winnen 22 Ruimten met behulp van HF-verlichting verlichten 24 Verlichting automatisch dimmen (daglicht afhankelijke regeling) 4 CV-ketel is een HR-ketel 1 Afwijkende ruimtes voorzien van een aparte CV-ketel (en of regeling) 29 Gebouw op (zeer) lage tempratuur gaan verwarmen In onze afspraak e-mail van 7 juni 2011 is een bijlage gevoegd. Hierin is per maatregel uitleg gegeven over de uitvoering, de investering en de besparing binnen uw inrichting. De bovenstaande maatregelen zijn dusdanig van aard dat deze niet allemaal op korte termijn uitvoerbaar zijn. Om deze reden stellen wij u in de gelegenheid om een plan van aanpak op te stellen. In dit plan dienen minimaal de bovenstaande maatregelen te worden opgenomen met daarbij de termijnen wanneer deze uiterlijk zullen worden gerealiseerd. Daarnaast kunt u gemotiveerd aangeven dat een bepaalde maatregel niet rendabel en of wenselijk is. Wij verzoeken u binnen twee maanden na verzending van deze brief het plan van aanpak bij onze dienst in te dienen. Het plan van aanpak zullen wij beoordelen en over onze bevindingen wordt u schriftelijk geïnformeerd. Indien wij binnen de genoemde termijn geen plan van aanpak van u ontvangen zullen wij mogelijk de niet uitgevoerde energiebesparende maatregelen binnen de door ons bepaalde termijnen afdwingen. Wij vertrouwen erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van DORDRECHT, namens dezen, het hoofd van de afdeling Toezicht en Handhaving, van de Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid, 14

Bijlage 3. Resultaten uit de EnergiebesparingsMonitor Wet milieubeheer BVO Gas Elektriciteit Warmte Totaal Totaal [1000 m 2 ] [kton] [kton] [kton] [kton] [kg/m 2 ] CO2-emissie berekend uit database Nul-meting Wet milieubeheer 517 5,1 7,7 0,1 12,8 24,8 Alle gebouwen 517 5,1 7,7 0,1 12,8 24,8 Potentiële CO2-emissie reductie berekend uit database Nul-meting Wet milieubeheer 517 0,8 1,2 0,0 2,0 3,9 Alle gebouwen 517 0,8 1,2 0,0 2,0 3,9 Bijlage 6a. Screenshot EnergiebesparingsMonitor Wet milieubeheer 15

Bijlage 4. Overzicht bezochte instellingen Alblasserwaard en Vijfheerenlanden Wellant VMBO Ijsbaan 455 Wellant VMBO B 140 De Noordhoek Hoefslag 8-12 Gomarus (v.h. Gymnasium Camphusianum) Lange Slagenstraat 1 Gomarus Hoefslag 11 Het Heerenlanden College Eksterlaan 48 Het Heerenlanden College Joost de Jongestraat 55 CSG Ouden Hoven "Calvijn" Belle Fleur 2 Willem de Zwijger College Bellefleur 4 CSG Ouden Hoven "Gilde" Gildenweg 4 CSG Ouden Hoven "Hoefslag" Lyceum Hoefslag 4 CSG Ouden Hoven "Windroos" Koninging Wilhelminalaan 2 CSG Ouden Hoven "Uilenhof" Oude Hoven 8 Merwade College Wijdschildlaan 4 Merwade College W. de Vries Robbeweg 27 Gymnasium Camphusianum Vroedschapstraat 11 Wellant / Da-vinci Molenburgseweg 82 Drechtsteden Stedelijk Dalton Lyceum Overkampweg 125 Stedelijk Dalton Lyceum Kapteynweg 3 Stedelijk Dalton Lyceum Leerpark prominade 300 Da Vinci College Leerpark prominade 100 Da Vinci College Romboutslaan 40 Da Vinci College Patersweg 2 Da Vinci College / SPOS ZHZ M.H. Trompweg 229a Yulius Groenedijk 49 Wellantcollege Groenezoom 400 Insula College H3O Prof. Kohnstammlaan 8 Insula College Halmahierplein 5 Insula College Koningstraat 294 Insula College / Stedelijk Dalton Lyceum (drijver H3O) Leerpark prominade 400 Luzac College Stationsweg 39 Walburgcollege Norderstedtplein 6 W. de Zwijger College van der Palmstraat 2 De Grienden/Da Vinci Prof. Kam Onneslaan 109 De Lage Waard Burg. Keijzerweg 5 De Lage Waard Vijzellaan 4 Hans Petrischool Anna van Saksenstraat 11 Wartburg College Prof. Waterinklaan 41 Johan de Wiitt Gymnasium Oranjepark 11 Develsteincollege Develsingel 5 Laurensvliet 2R / Burg. Develsteincollege / Da Vinci College Jansenlaan 33 16

Insula College Romboutslaan 34 Hoeksewaard Wellantcollege VMBO Klaaswaal Rijksstraatweg 30B Actief College Konningenweg 126 Hoeks Lyceum Hoefsmid 1 W. van Oranje Randweg 2 W. van Oranje Polderlaan 2 17

Bijlage 5. Uitnodiging symposium 18

Bijlage 6. Alle onderzochte maatregelen bij scholen Scholen ZHZ wel genomen niet genomen Power management toegepast 86,0% 14,0% Zijn afwijkende (bijzondere) dagen ingeregeld 90,7% 9,3% Wordt verlichting daglichtafhankelijk geregeld 18,6% 81,4% Zijn binnen- en buitensensoren representatief geplaatst 100,0% 0,0% Worden keukenboilers uitgeschakeld 11,4% 88,6% Is CV een HR-ketel 78,4% 21,6% Zijn de CV-pompen frequentiegeregeld 85,4% 14,6% Zijn borstweringen achter radiatoren voldoende geïsoleerd 67,4% 32,6% Het platte dak is isoleren 88,1% 11,9% Schuine dak geisoleerd 85,7% 14,3% De spouwmuur isoleren 76,7% 23,3% CV-leidingen in onverwarmde ruimtes zijn geïsoleerd 72,7% 27,3% zijn de armaturen voorzien van spiegel reflectoren 78,6% 21,4% Kantoorapparatuur buiten gebruikstijden uit 61,4% 38,6% kierdichting in goede staat 90,7% 9,3% Energiegebruik wordt gemonitoord 55,8% 44,2% De binnentemperatuur wordt verlaagd in de nacht 67,4% 32,6% is follow-me printing toegepast 64,3% 35,7% Zijn thermostatische radiatorkranen geplaatst 82,9% 17,1% Wordt power management bij computers toegepast 83,7% 16,3% Koude buitenlucht wordt gebruikt als (vrije)koeling 77,4% 22,6% incidenteel gebruikte ruimtes zijn voorzien van bewegingssensoren 34,1% 65,9% Buitenverlichting is voorzien van schemerschakelaar met bewegingsensor 53,7% 46,3% Stookgrens is juist ingesteld 39,5% 60,5% Ruimten met behulp van HF-verlichting verlichten 58,1% 41,9% Ventilatie uit buiten gebruikstijden 81,0% 19,0% Is de koeltemperatuur van de lucht boven de 23 graden 55,0% 45,0% Gloeilampen zijn vervangen door spaarlampen 72,1% 27,9% Wordt de CV-ketel weersafhankelijk geregeld 60,5% 39,5% Vet = een maatregel bij natuurlijk vervangmoment/verbouwing 19