Californische trips in lelie

Vergelijkbare documenten
PROJECTVERSLAG 2005 NAAR EEN OPLOSSING VOOR ONBEKEND WORTELROT IN LELIE

Burkholderia in gladiolen

Onderzoek naar de oorzaak van wortelbederf bij de teelt van Zantedeschia op potten

Onderzoek naar de gebruikswaarde van door bollenmijten beschadigde gladiolenknollen in de bloementeelt

Kan het wortellesieaaltje Pratylenchus penetrans wortels van Zantedeschia aantasten?

Is het invriezen van narcissen cv. Tête-à-Tête op potjes tijdens of na de koeling risicovol?

Aantasting van Alliumbollen door Fusarium

Warmwaterbehandeling van Allium tegen krokusknolaaltje

Papierblad in lelie. Naoogst fase. Hans Kok en Hans van Aanholt. Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Bloembollen juni 2004 PPO nr.

Erwinia chrysanthemi in Amaryllidaceae

Onderzoek naar bruikbare herbiciden in knolbegonia

Onderzoek naar risico van bollenmijt in Zantedeschia

Alternaria bladvlekkenziekte in bolgewassen

Voortgezet diagnostisch onderzoek Peter Vink

Bossigheid in Zantedeschia

Warmwaterbehandeling lelie

Vaste planten waardplant voor PlAMV?

Onderzoek naar de vroege bloemaanleg bij de tulpencultivar Strong Gold

Spruitbeschadiging bij hyacinten door de schimmel Fusarium culmorum

Primair diagnostisch onderzoek aan een onbekende wortelrot bij de bollenteelt van lelies op dekzandgronden

Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Sector glastuinbouw

Precisieplant tulp. Basis voor precisielandbouw. A.H.M.C. Baltissen, H. Gude, A. van der Lans, A. Haaster

Onderzoek naar een onbekende bladafwijking in gladiool

De rol van Phytophthora bij scheut- en stengelrot in pioenroos

Warmwaterbehandeling Crocus Grote Gele

Bestrijding van trips in aubergine met roofmijten

De invloed van het gebruik van Asulox tijdens de bollenteelt en het tijdstip van rooien op de beworteling van Muscaribollen in de broeierij

Proefveld tulpenstengelaal (waardplanten) onderzoek. Robert Dees, Joop van Doorn

Stengelrot bij lelie door de schimmel Rhizopus

Penicillium in lelie. Effect van terugdrogen na het spoelen op Penicilliumaantasting tijdens de bewaring van lelie. Hans Kok

Bladval in Prunus - Consultancy

Relatie zetmeelgehalte leliebol en takkwaliteit, onderzoek Casper Slootweg en Hans van Aanholt

Virusziekten bij het gewas Eucomis

Voorkomen wateroverlast Teelt de grond uit bloembollen. Casper Slootweg en Henk Gude

Vroege bloemverdroging bij narcis cultivar Bridal Crown

Alternaria in Zantedeschia

Onderzoek naar bruikbare herbiciden in knolbegonia

Het voorkomen van Pseudo-kurkstip in tulpen

Duurzame energietechniek

Consultancy: inventarisatie Diaphania perspectalis

Overdracht van geelziek in Eucomis via zaad

Hygiëneprotocol Dahlia PSTVd. P.J. van Leeuwen

Ontwikkelen van een praktische toets op Erwinia bij Dahlia (ploffers)

Aanvullende bestrijding van stengelaaltjes door toevoeging van formaline aan het voorweekwater en kookbad

Inventarisatie van slakken in Alstroemeria. A. Hazendonk PPO Glastuinbouw A. Ester PPO AGV

Neveneffecten van chemische middelen op roofmijten in komkommer. Gerben Messelink, Sebastiaan van Steenpaal en Marc van Slooten

Houdbaarheid Hydrangea

Bemesting van tulp in de broeierij

Bestrijding van koolvlieg in radijs

Voorbehandeling lelie met BVB

Papierblad in lelie. Teeltfase. Hans Kok, Hans van Aanholt. Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Sector bloembollen juni 2004 PPO nr.

Bruine bladpunten in Longiflorum White Heaven

Bladvlekken door gebrek of overmaat aan elementen

Interactie tussen stikstofgift en Fusariumaantasting bij Fritillaria imperialis. Auteur(s): E.A.C. Vlaming-Kroon en A.M. van Dam

Begeleiding praktijkbedrijven bij het tegengaan van papierblad in lelie. Hans Kok

Het effect van inundatie op sclerotiën van de schimmel Sclerotium rolfsii

Bestrijding bladwespen bij rode bes in kassen en tunnels.

Bestrijding trips in gladiool met warme lucht. Hans Kok

Naar een oplossing voor onbekend wortelrot in lelie

Pythiumbestrijding broeierij tulp

Bladvlekken bij belichte potplanten

Rekenen Groep 4-2e helft schooljaar.

Rekenen Groep 4-2e helft schooljaar.

Slakken in Anthurium. A. Hazendonk PPO Glastuinbouw

Teelt de grond uit Zomerbloemen

Bestrijding van trips in gladiool

Rekenen Groep 4-1e helft schooljaar.

De werking van Contans tegen sclerotievormende schimmels

Lokalisatie van tulpengalmijt op tulpenbollen

Effecten van Disappyr op bruinverkleuring en beworteling van stek van sierheesters. M.P.M. Derkx

Effect methyljasmonaat op Botrytis bij roos en Lisianthus

Onderzoek naar de mogelijke oorzaak van slechte kieming en schimmelrot bij de broei van Anemone blanda

Optimale moment voor dompelen Zantedeschia in gibberellinezuur (GA) voor bloemaanleg. P.J. van Leeuwen en J.P.T. Trompert

Spirit en Mirage Plus tegen roest - Consultancy

Watergift klein volume substraat lelie

Screening herbiciden in rabarber

Onkruidbestrijding in Nerine

Droogrotbestrijding in gladiolen

Kasklimaat in lelie onder verticale luchtcirculatie

Rekenen Groep 7-2e helft schooljaar.

Invloed UV-licht op bol blad bij chrysant PT projectnummer:

Teelt van lelies in goten in de grond in Drenthe, 2012

Rekenen Groep 6-1e helft schooljaar.

Verbranding bladranden Hortensia

Voorkomen bloemmisvorming en bloemverdroging in Zantedeschia

Bruikbaarheid vacuümtoets bij hyacinten

BESTRIJDING VAN VALSE MEELDAUW IN PETERSELIE

Biologische bestrijding van echte meeldauw in zomerbloemen. biokennis

Onderzoek naar de bestrijding van de bacterieziekte Burkholderia gladioli in gladiool. Hans Kok en Hans van Aanholt

Energiezuinige gefaseerde belichting in lelie. Casper Slootweg en Hans van Aanholt

Grote variatie in agressiviteit van Fusarium isolaten uit tulp

Warmwaterbehandeling van Eremurus tegen aaltjes. P.J. van Leeuwen en J.P.T. Trompert

Bestrijding bollenmijt in hol- en snijbollen hyacint

Inventarisatie, voorkoming en bestrijding van fytoplasma en zijn vector in Muscari

Antwoorden Rekenen Groep 5-1e helft schooljaar

Zwarte spruiten in lelie

Bestrijding van trips in gladiool

Bestrijding van Fusarium in lisianthus

Vorstschade bij Zantedeschiaknollen

PRAKTIJKMEDEDELlROo. If

Transcriptie:

Californische trips in lelie Hans Kok, Cor Conijn en Peter Vink Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Bloembollen Juni 2004 PPO nr. 330803

2004 Wageningen, Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Praktijkonderzoek Plant & Omgeving. Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. is niet aansprakelijk voor eventuele schadelijke gevolgen die kunnen ontstaan bij gebruik van gegevens uit deze uitgave. Projectnummer: 330803 Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Bloembollen Adres : Prof. Van Slogterenweg 2, 2161 DW Lisse : Postbus 85, 2160 AB Lisse Tel. : 0252-46 21 05 Fax : 0252-46 21 00 E-mail : info.ppo@wur.nl Internet : www.ppo.wur.nl Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. 2

Inhoudsopgave pagina 1 SAMENVATTING... 4 2 ONBEKEND BLADPROBLEEM IN DE BROEI VAN LELIES... 5 2.1 Inleiding... 5 2.2 Materiaal en methode... 5 2.3 Resultaten... 5 2.4 Conclusie... 7 3 PUBLICATIE... 8 Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. 3

1 Samenvatting De laatste jaren komen in de broeierij van lelies vooral in de wintermaanden regelmatig kleine vlekjes voor op leliebladeren. Het gaat hierbij om ronde 1-2 mm grote waterige donkergroene plekjes, waarbij het weefsel in het midden bruin en necrotisch wordt. In eerste instantie werd gedacht aan een reactie van het blad op kiemende schimmelsporen, maar deze werden echter nooit gevonden. Bij diagnostisch onderzoek van PPO werden soms wel larven van tripsen aangetroffen. De problemen lijken voor te komen vanaf het moment dat het gebruik van Admire zijn intrede in de lelieteelt heeft gedaan. Het gebruik van dit middel heeft ertoe geleid dat er tijdens de teelt geen middelen tegen bladluizen en andere insecten gespoten worden. Tripsen echter zijn niet gevoelig voor Admire. Half december 2002 werd op het PPO een infectieproef uitgevoerd met Californische trips en de Oriëntal lelie cv. Star Gazer. Aanleiding voor het kiezen van Californische trips was dat deze op de vangplaten bij de praktijkbedrijven werd aangetroffen en omdat van deze tripsoort in andere gewassen bekend is dat hij dergelijke bladsymptomen kan veroorzaken. In de behandelingen waarbij Californische tripsen op de lelieplanten werden aangebracht bleek dat zich dezelfde bladvlekjes ontwikkelden zoals hierboven beschreven. Microscopisch werden in de bladvlekjes larven van tripsen aangetroffen. Daarmee is dus aangetoond dat Californische tripsen a.g.v. eileg bladvlekjes bij lelies kunnen veroorzaken. Lelie is geen waardplant voor tripsen. Echte vraatschade van tripsen is daarom in lelietakken nog nooit waargenomen. De lelie wordt door de tripsen alleen gebruikt om eieren in af te zetten. Nadat de eieren zijn gelegd ontstaan als gevolg van een soort overgevoeligheidsreactie van de lelieplant waterig doorschoten, necrotische bladvlekjes. Als tripsen in kassen aanwezig zijn is dit vaak te zien op onkruiden. Muur en kruiskruid hebben wel last van vraatschade en de tripsen zijn op deze onkruiden goed waar te nemen. Voorkom dat tripsen in de kas kunnen komen, bestrijd onkruid in de kas en houd de kas dicht als gewassen met tripsen in de onmiddellijke omgeving geruimd worden. Hang vangplaten op en als tripsen worden waargenomen wordt geadviseerd een tripsbestrijding uit te voeren. Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. 4

2 Onbekend bladprobleem in de broei van lelies 2.1 Inleiding In de wintermaanden worden er in de broeierij van lelies verschijnselen in het blad gezien die doen denken aan schade door trips. De schade bestaat uit gaatjes ter grootte van een speldenprik. Dit verschijnsel doet zich veelal voor in de kop van het gewas. Naast het blad zijn deze problemen ook op bloemknoppen waargenomen. Planten die deze verschijnselen hebben worden met een keur verkocht. Van Californische trips is bekend dat zij dit probleem in andere gewassen kunnen veroorzaken. 2.2 Materiaal en methode In de praktijk worden in de wintermaanden vangplaten opgehangen op bedrijven waar dit probleem zich de laatste jaren heeft voorgedaan. Op het PPO in Lisse zal een infectieproef met californische trips worden uitgevoerd waaruit zal moeten blijken of Californische tripsen in staat zijn om genoemde problemen te veroorzaken. In Lisse werden op 8 november werden de eerste lelies geplant. De proef werd in drie herhalingen uitgevoerd. Iedere herhaling stond in een tripskooi van ongeveer 1 m³. Begin december werden de tripskooien over het gewas gezet. Op 17 december werden per tripskooi 150 Californische tripsen uitgezet. Californische trips worden gekweekt bij 28 C en zijn ook het actiefst bij die temperatuur. In de kas is de temperatuur 15 C maar de kastemperatuur is gedurende twee dagen na het inbrengen van de tripsen naar 20 C gebracht om de tripsen actief te houden. Cultivar en zift : Oriëntal Star Gazer 17-18 Kas : - zonder californische trips (controle) - met californische trips in luisdichte kooi Kastemperatuur : 15-16 C Bolntsmetting voor planten : door de praktijk (=met admire) Plantdatum : - 8 november 2002-22 november 2002-6 december 2002 Tijdstip aanbrengen trips : - half december 2002 - begin januari 2003 Belichting : SON-T 400 watt Belichtingsduur : 16 uur per dag van 01.00 uur tot 17.00 uur Proefplaats : PPO, Lisse 2.3 Resultaten Vanaf begin december zijn bij diverse teeltbedrijven blauwe vangplaten opgehangen. Op een aantal tijdstippen zijn deze platen beoordeeld op de aanwezigheid van tripsen. Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. 5

Tabel 1 Het aantal aangetroffen Californische tripsen per bedrijf. Kweker Datum beoordeling Aantal blauwe vangplaten Totaal aantal Californische tripsen Kweker 1,, 11 november 2002 5 december 2002 6 6 41 2,, 14 januari 2003 4 0 Kweker 2 Kweker 3 Kweker 4 3 december 2003 3 december 2003 3 december 2003 8 2 2 1 1 1 Bij kweker 1 werden de meeste tripsen aangetroffen. Nav de grote hoeveelheid aangetroffen tripsen werd op dit bedrijf vanaf 11 november gestart met de tripsbestrijding. Hierdoor zijn op 5 december en 14 januari nagenoeg geen tripsen meer waargenomen op de vangplaten. Op de overige drie bedrijven werd op elk bedrijf 1 trips per 2 tot 8 vangplaten waargenomen. Deze bedrijven hadden geen problemen met tripssymptomen in de lelies. Verder waren er volop vliegen aanwezig op de vangplaten. Op het moment dat de tripsen werden uitgezet hadden de lelies die op 18 november waren geplant een lengte van ongeveer 20 cm. De lelies die op 22 november en 6 december waren geplant kwamen net boven de grond, het blad was nog niet aan het spreiden. Op 3 januari werd de proef weer besmet met 150 Californische tripsen per kooi. Er waren op dat moment plekjes te zien op de bladeren in de met trips besmette kooien. Op 11 februari werd de proef beoordeeld. Het aantal blaadjes met plekjes ter grootte van een speldenprik werden geteld. Per behandeling waren 30 planten geplant waarvan het totale aantal bladeren geteld en beoordeeld werd. In een andere kasproef met lelies werden dezelfde symptomen op de bladeren waargenomen als in de infectieproef met Californische tripsen. Uit deze bladeren zijn larven van trips waargenomen die uit de gaatjes kropen. In de infectieproef werd een ander bladsymptoom waargenomen dat afweek van het schadebeeld dat door tripsen werd veroorzaakt. In veel gevallen lijkt het blaadje te zijn aangeprikt maar het omliggende bladweefsel krijgt een grijze kleur en de bladnerven krijgen vergroeiingen. Uit deze plekjes is een Botrytis (onbekend isolaat) en een Penicillium geïsoleerd. Het is van deze schimmels niet bekend of een van deze schimmels primair het blad aantasten of dat ze gebruik maken van door trips veroorzaakte bladbeschadiging. Tabel 2 De invloed van de plantdatum en de tripsbesmetting op het totale aantal bladeren (n=30 planten), het aantal door tripsen veroorzaakte bladpuntjes en het aantal bladbeschadigingen. Plantdatum Trips besmetting Aantal bladeren Aantal aangetaste bladeren Aantal tripspuntjes Aantal bladbeschadiging 8 november 22 november 6 december 8 november 22 november 6 december Geen Geen Geen Wel Wel Wel 285 328 297 300 332 306 4 3 1 44 16 14 9 7 1 76 21 25 3 13 8 14 23 21 LSD ns 15,5 ns ns Door een tripsbesmetting in de tenten aan te brengen werden veel bladeren aangetast. De aantasting was het grootst in de vroegste planting dus blijkbaar heeft de op 17 december aangebrachte besmetting met tripsen de meeste schade toegebracht omdat die lelies het verst in ontwikkeling waren. In de niet besmette kooien werden ook planten met tripspuntjes op de bladeren gevonden. Op onkruiden in de controlekas werden tripssymptomen waargenomen dus blijkbaar was er toch een besmetting van buitenaf in de gaaskasjes gekomen. Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. 6

Tabel 3 De invloed van de plantdatum op het aantal door tripsen veroorzaakte bladpuntjes en het aantal bladbeschadigingen gemiddeld over wel of geen besmetting met tripsen. Bladsymptoom Plantdatum LSD 8 november 22 november 6 december Aantal tripspuntjes 43 14 13 25,4 Aantal bladbeschadiging 8 18 14 6 De door tripsen veroorzaakte puntjes op de bladeren kwamen het vaakst voor op de bladeren die 8 november werden geplant. Het aantal bladbeschadigingen kwamen het minst voor op de planten die op het tijdstip dat de tripsen werden aangebracht het verst in ontwikkeling waren. Tabel 4 De invloed van een tripsbesmetting op het aantal door tripsen veroorzaakte bladpuntjes en het aantal bladbeschadigingen gemiddeld over de drie plantdata. Bladsymptoom Tripsbesmetting LSD niet Wel Aantal tripspuntjes 6 41 21 Aantal bladbeschadiging 8 19 5 Het aanbrengen van een tripsbesmetting resulteerde in de meeste tripssymptomen en de meeste bladbeschadigingen op de bladeren. 2.4 Conclusie In de praktijk zijn Californische tripsen waargenomen op blauwe vangplaten. Door Californische tripsen in lelies aan te brengen werden hoge aantallen bladeren aangeprikt. Er werd een andere vorm van bladschade waargenomen waarbij het blaadje lijkt te zijn aangeprikt maar waarbij het omliggende bladweefsel een grijze kleur krijgt en de bladnerven gaan vergroeien. Uit deze plekjes is een Botrytis (onbekend isolaat) en een Penicillium geïsoleerd. Deze vorm van bladschade werd meer gezien als er ook een besmetting met trips was aangebracht. Opmerking Californische tripsen zijn in staat gebleken de bladproblemen zoals die in de praktijk de laatste jaren voorkomen te veroorzaken. Het is niet bekend of andere tripsen dit ook kunnen. Verder komt er een bladsymptoom voor al dan niet in combinatie met tripsen waaruit Botrytis en Penicillium zijn geïsoleerd. Een infectieproef met Botrytis en Penicillium al dan niet in combinatie met tripsen moet uitsluitsel geven over de werkelijke veroorzaker van dit bladprobleem. Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. 7

3 Publicatie Californische trips oorzaak van onbekend bladprobleem in lelie B.J. (Hans) Kok, C. (Cor) Conijn, en P. (Peter) Vink, PPO, Sector Bloembollen De laatste jaren komen in de broeierij van lelies met name in de wintermaanden regelmatig kleine vlekjes voor op leliebladeren. Uit infectieproeven bij PPO Sector Bloembollen is gebleken dat Californische tripsen deze bladvlekjes veroorzaken bij het leggen van eieren. Het probleem van de aantastingen op het blad van lelie komt vooral in de wintermaanden voor. Het gaat om ronde 1-2 mm grote waterige donkergroene plekjes, waarbij het weefsel in het midden bruin en necrotisch wordt. In eerste instantie werd gedacht aan een reactie van het blad op kiemende schimmelsporen maar deze zijn echter nooit aangetroffen. In diagnostisch onderzoek bij PPO in Lisse werden soms wel larven van trips aangetroffen in partijen lelies met deze bladproblemen. Duidelijk verband In de winter van 2002 zijn op praktijkbedrijven blauwe lijmplaten voor het vangen van vliegende insecten opgehangen. Bij één bedrijf werden zeer veel Californische tripsen gevonden (foto). Dit bedrijf had ook aanzienlijke problemen met de hierboven beschreven bladschade. Op de andere bedrijven werden slechts enkele tripsen waargenomen maar deze bedrijven voerden allemaal wel een tripsbestrijding uit. Half december 2002 werd bij PPO een infectieproef uitgevoerd met Californische trips en de Oriëntal lelie cv. Star Gazer. Aanleiding voor het kiezen van Californische trips was dat deze op de vangplaten bij de praktijkbedrijven werd aangetroffen en omdat van deze tripssoort in andere gewassen bekend is dat hij dergelijke bladsymptomen kan veroorzaken. In de behandelingen waarbij Californische tripsen op de lelieplanten werden aangebracht bleek dat zich dezelfde bladvlekjes ontwikkelden zoals hierboven beschreven. Microscopisch werden in de bladvlekjes larven van tripsen aangetroffen. Daarmee is dus aangetoond dat Californische tripsen bij het leggen van eitjes bladvlekjes bij lelies kunnen veroorzaken. De problemen met trips in lelie lijken voor te komen vanaf het moment dat het gebruik van Admire zijn intrede in de lelieteelt heeft gedaan. Het gebruik van dit middel heeft ertoe geleid dat er tijdens de teelt geen middelen tegen bladluizen en andere insecten meer worden gespoten zodat Tripsen een kans krijgen. Tripsen zijn echter niet gevoelig voor Admire. Californische tripsen Lelie is geen waardplant voor tripsen. Echte vraatschade van tripsen is daarom in lelietakken nog nooit waargenomen. De lelie wordt door de tripsen alleen gebruikt om eieren in af te zetten. Nadat de eieren zijn gelegd ontstaan als gevolg van een soort overgevoeligheidsreactie van de lelieplant waterig doorschoten, necrotische bladvlekjes. Als tripsen in kassen aanwezig zijn is dit vaak te zien op onkruiden. Muur en kruiskruid hebben wel last van vraatschade en de tripsen zijn op deze onkruiden goed waar te nemen. In een aantal gevallen zijn de genoemde bladsymptomen ook op bloemknoppen gezien. Hierin zijn echter nog nooit tripslarven gevonden. Het is niet bekend of de plekjes op de bloemknoppen door tripsen of door schimmels worden veroorzaakt. Waakzaam blijven Als de symptomen in het blad optreden is bestrijding eigenlijk al niet goed meer uitvoerbaar. Wees daarom goed voorbereid op de mogelijke aanwezigheid van trips in en rond de kas. De allerbelangrijkste maatregel is om tripsen zoveel mogelijk buiten de kas te houden. Bestrijd daarom onkruid in de kas en houd de kas dicht als gewassen met tripsen geruimd worden. Hang vangplaten op. Komen daarop tripsen voor, voer dan proefsgewijs een tripsbestrijding uit volgens geldende adviezen. Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. 8

Andere bladaantasting In het onderzoek werd ook een symptoom in het blad waargenomen dat afweek van het schadebeeld dat door tripsen werd veroorzaakt. In veel gevallen leek het blaadje te zijn aangeprikt maar het omliggende bladweefsel kreeg een grijze kleur. De bladnerven werden geïrriteerd en kregen vergroeiingen. Uit deze plekjes werden de schimmels Botrytis en Penicillium geïsoleerd. Het is niet bekend of deze schimmels gebruik maken van de beschadigingen die door tripsen worden veroorzaakt of dat deze schimmels primair in staat zijn om een aantasting te veroorzaken. Er is een projectvoorstel ingediend om dit verder uit te zoeken. Als dit onderzoek wordt toegekend zal dit in het najaar van 2003 van start gaan. Het uitgevoerde onderzoek is gefinancierd door het Productschap Tuinbouw. Bladvlekjes als gevolg van het eieren leggen van Californische trips. In meerdere plekjes werden larve van tripsen waargenomen. tripslarve uit het lelieblad kruipend Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. 9

tripslarve Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. 10