Addendum op naslagwerk Tekening lezen niveau 2, 3 en 4, ISBN 978 90 6053 601 8



Vergelijkbare documenten
Projectietekenen is een hulpmiddel om een beter en sneller inzicht te krijgen in een product.

1.0 Aanzichten (2) bovenaanzicht vooraanzicht zijaanzicht

1. INLEIDING PERSPECTIEVEN PROJECTIEMETHODEN AANZICHTEN TEKENEN PERSPECTIEF TEKENEN BRONVERMELDING...

Tekening lezen, materiaalstaat maken en schetsen voor vmbo - Fijnhout

tekentaken [ TO ] technisch tekenen [ A ] BA VA RZA graa klas 1

Ruimtelijke projectie. Cirkels tekenen. Aanwijzingen bij het gebruik van dit PDF-bestand.

Amerikaanse Projectie

Handig met getallen 4 (HMG4), onderdeel Meetkunde

NORMEN EN RICHTLIJNEN BETREFFENDE HET TECHNISCH TEKENEN HOUT

Cursus KeyCreator. Oefening: tekenen van een dakkapel

Examen HAVO. Wiskunde B1,2

Basisbegrippen 3D-tekenen.

Opvouwbare kubus (180 o )

Aanzichten en inhoud. vwo wiskunde C, domein G: Vorm en ruimte

Extra opgaven Aanzichten, oppervlakte en inhoud

OBJECTEN BEMATEN IN ISOMETRISCH ZICHT

Bij deze PTA-toets hoort een uitwerkbijlage, die behoort bij opdracht 4c. Pagina 1 van 8. Vestiging Westplasmavo

Cabri werkblad. Meetkundige plaatsen

Hoofdstuk 4: Meetkunde

bouwtechniek-timmeren CSPE BB Bij dit examen horen bijlagen, een uitwerkbijlage en digitale bestanden.

Bij dit examen horen bijlagen, een uitwerkbijlage en een digitaal bestand.

Uitwerkingen oefeningen hoofdstuk 4

Cursus KeyCreator. Oefening 3D: klemspanner Deel 1: onderdelen tekenen

Een symmetrische gebroken functie

Examen HAVO. Wiskunde B (oude stijl)

Maken van een schroeflijn of helix.

Cursus KeyCreator. Tekenen van een ratel

Bij dit examen horen bijlagen, een uitwerkbijlage en digitale bestanden.

Docent: ing. R.J. Rolloos (Bron: tekenrichtlijnen Gemeentewerken Rotterdam).

Examen VWO. wiskunde B. tijdvak 2 woensdag 22 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Tekenen van bogen. Cirkel- of rondboog. Segmentboog met gekende pijl. Korfboog met gekende overspanning. Korfboog met gekende overspanning en pijl

Cursus KeyCreator. Oefening 18: Regelplaat

Praktische Opdracht HAVO 4 Wiskunde B Voorjaar Objecten

Eindexamen wiskunde B vwo I

WETENSCHAPPELIJK TEKENEN

Cursus KeyCreator. Oefening: rond dak op koepel

Examen HAVO. Wiskunde B1,2 (nieuwe stijl)

Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs Tijdvak 2 Woensdag 22 juni uur

Eindexamen wiskunde b 1-2 havo II

SAMENSTELLEN EN ONTBINDEN VAN SNIJDENDE KRACHTEN

Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs Tijdvak 2 Woensdag 22 juni uur

Een bol die raakt aan de zijden van een scheve vierhoek

Examen HAVO. Wiskunde B1,2 (nieuwe stijl)

MEETKUNDE 120 PUNTEN, LIJNEN EN VLAKKEN

Examen HAVO en VHBO. Wiskunde B

Afsluitende Opdrachten

Eindexamen wiskunde B havo I (oude stijl)

E = mc². E = mc² E = mc² E = mc². E = mc² E = mc² E = mc²

Eindexamen wiskunde b 1-2 havo II

Cursus KeyCreator. Oefening 19: reuzenwiel

Verder zijn er toetsen bij de theorie en praktijk. Je hoort van jouw leraar wanneer je die moet maken.

Cursus KeyCreator. Oefening: briefstaander

bouwtechniek-timmeren CSPE KB Bij dit examen horen bijlagen, een uitwerkbijlage en digitale bestanden.

Eindexamen wiskunde B havo I

1.1. De auto in perspectief

Eindexamen wiskunde B havo I (oude stijl)

MEETKUNDE 120 PUNTEN, LIJNEN EN VLAKKEN

TEKENEN MET EEN DRIELUIK

Cursus KeyCreator. Oefening 3D: éénvleugelraam

Stap 1: Ga naar Stap 3: Gebruik de pijltjes om te navigeren tussen de bladzijden.

Achter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift opgenomen.

Eindexamen wiskunde vmbo gl/tl I OVERZICHT FORMULES: omtrek cirkel = π diameter. oppervlakte cirkel = π straal 2

ICT. Meetkunde met GeoGebra. 2.7 deel 1 blz 78

Cursus KeyCreator. Oefening: plat dak op koepel

Examen HAVO. wiskunde B. tijdvak 2 woensdag 20 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Tweepuntsperspectief I

Opdracht: Geef bij iedere opdracht aan hoeveel uur je er voor nodig denkt te hebben en lever het lijstje in aan het einde van de 1 e week.

Hoofdstuk 5 Oppervlakte uitwerkingen

Het meten van diepte bij lijnperspectief met één verdwijnpunt Materiaal: papier, potlood, geodriehoek, gum

Examen VWO. wiskunde B. tijdvak 1 dinsdag 25 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

2.1 Cirkel en middelloodlijn [1]

Examen HAVO wiskunde B. tijdvak 1 vrijdag 17 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Stanza Terrasoverkapping Assemblage- en montagehandleiding

Wiskunde-onderdeel Meetkunde november Cijfer=aantal behaalde punten : 62 x Pagina 1 van 7. Vestiging Westplas Mavo

Examen HAVO. wiskunde B1,2. tijdvak 1 dinsdag 20 mei uur

Cursus KeyCreator. Oefening: reuzenrad in 3D

KLUSOPDRACHT. Borrelblad. Klusopdracht Borrelblad. Alle uitleg voor deze klusopdracht, met de bijbehorende werktekeningen.

Werkblad Cabri Jr. Constructie van bijzondere vierhoeken

Gebruik van constructievlakken.

Examen HAVO. wiskunde B1,2. tijdvak 2 woensdag 18 juni Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Sketch-Up: Vogelhuisje (6)PACK versie 2.0

Het tekengereedschap en zijn hulpstukken hebben tot doel het tekenwerk te vergemakkelijken en te verkorten.

bouw-breed CSPE KB Bij dit examen horen bijlagen, een uitwerkbijlage en digitale bestanden.

Examen VBO-MAVO-C. Wiskunde

Antwoordmodel - Vlakke figuren

wiskunde B havo 2015-II

3. Het maken van een naambordje

Cursus KeyCreator. Oefening 12: Perspectief in 2D

Examen VMBO-KB. wiskunde CSE KB. tijdvak 2 dinsdag 17 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Scheve projectie. DICK KLINGENS ( adres: Krimpenerwaard College, Krimpen aan den IJssel (NL) oktober 2008

Kegelsneden. Figuur 1 Figuur 2 PYTHAGORAS FEBRUARI 2015

GEOGEBRA 5. Ruimtemeetkunde in de tweede graad. R. Van Nieuwenhuyze. Hoofdlector wiskunde aan Odisee, Brussel. Auteur Van Basis tot Limiet.

Eindexamen wiskunde B1-2 havo 2002-I

Afmetingen Aanzicht zie basistekening 3 van 2D tekenen. Afmetingen van gleuf voor V- riem

inkijkexemplaar Ontwerp van de lamp Ontwerp

Examen VMBO-GL en TL 2008 wiskunde CSE GL en TL tijdvak 1 donderdag 22 mei uur

2010-I. A heeft de coördinaten (4 a, 4a a 2 ). Vraag 1. Toon dit aan. Gelijkstellen: y= 4x x 2 A. y= ax

Eindexamen wiskunde B1-2 havo 2008-I

Examen HAVO. Wiskunde B (oude stijl)

Eindexamen wiskunde B havo II

Transcriptie:

Addendum op naslagwerk Tekening lezen niveau 2, 3 en 4, ISBN 978 90 6053 601 8 Januari 2012 Aanvulling op bestaande tekstdelen Voor de volgende paragrafen is een aanvulling op de bestaande tekst van het naslagwerk geschreven: 2.3 Tekenformaat en indelingen 2.7 NEN 916 Richtlijnen voor het tekenen van meubels en betimmeringen 2.8 Aanduiding bevestigingsmiddelen 4.2 Tekeningen op schaal 4.4 Opbouw van een Europese projectietekening 5.2 Lijnsoorten Wijziging van bestaande tekstdelen Voor de volgende (delen van) paragrafen is een wijziging van bestaande tekst van het naslagwerk geschreven: 2.7 NEN 916 Richtlijnen voor het tekenen van meubels en betimmeringen 2.8 Aanduiding bevestigingsmiddelen 5.2 Lijnsoorten Hoofdstuk 6 Uitslagen is in zijn geheel herzien

2.3 Tekenformaat en indelingen Aanvulling Formaten Voor technische tekeningen worden de zogenaamde A-formaten toegepast. Hierbij is er de volgende vaste verhouding tussen lengte en breedte: 2 : 1. Hierdoor is de oppervlakte van het volgende formaat steeds de helft van het voorgaande formaat. Aanduiding Afmetingen in mm Oppervlakte in m 2 A0 841 x 1189 1 A1 594 x 841 0,5 A2 420 x 594 0,25 A3 297 x 420 0,125 A4 210 x 297 0,0625 A5 148 x 210 0,03125 Aanvulling Vouwen van technische tekeningen Technische tekeningen worden zig-zag gevouwen zodat een A4-formaat ontstaat met de legenda (onderhoek) zichtbaar op de voorkant. 2

2.7 NEN 916 Richtlijnen voor het tekenen van meubels en betimmeringen Wijziging 1 De afbeeldingen van arceringen van triplex vervangen door onderstaande afbeeldingen. 50-1814 A. Ongefineerd triplex Buitenste lagen langshout 50-1815 B. Gefineerd triplex Fineerlagen kopshout Andere lagen volgens A Zijkant gefineerd 50-1816 C. Ongefineerd triplex Buitenste lagen kopshout 50-1817 D. Gefineerd triplex Fineerlagen langshout De andere lagen volgens C Zijkant gefineerd 3

Wijziging 2 Paragraaftitel van paragraaf 2.8 hoort op pagina 27. Wijziging 3 Voor de afkorting MDF staat Medium Density Fireboard. Dit moet zijn: Medium Denstity Fibreboard Aanvulling 1 Arceringen voor meubelplaten 50-1818 A. Ongefineerd meubelplaat Buitenste lagen kopshout Binnenste lagen langshout 50-1819 B. Ongefineerd meubelplaat Buitenste lagen langshout Binnenste lagen kopshout 50-1820 C. Gefineerd meubelplaat Fineerlagen langshout De andere lagen volgens A Zijkant afgewerkt met een afwerklijst 50-1821 C. Gefineerd meubelplaat Fineerlagen langshout De andere lagen volgens A Zijkant afgewerkt met een afwerklijst 4

Aanvulling 2 Arceringen voor andere plaatmaterialen 50-1822 Glas De soort, kwaliteit, dikte en eventueel de kleur op de tekening vermelden. 50-1823 Transparante kunststof De soort, kwaliteit, dikte en eventueel de kleur op de tekening vermelden. 50-1824 Niet transparante kunststoffen, metalen, leder e.d. Bij metalen: soort op de tekening vermelden 50-1825 Schuimachtige materialen zoals schuimrubber, polyether e.d. 50-1826 Steenachtige materialen zoals marmer, hardsteen e.d. 5

3.5x40 St 3.5x40 rvs 3.5x40 Ms Addendum naslagwerk Tekening lezen niveau 2, 3 en 4 2.8 Aanduiding bevestigingsmiddelen Wijziging Afbeelding vervangen door onderstaande afbeelding A B C D E 50-1827 A = Platverzonken schroef B = Bolverzonken schroef C = Bolkopschroef D = Draadnagel E = Niet 6

4.2 Tekeningen op schaal Aanvulling Schalen voor technische tekeningen Benaming Aanduiding Ware grootte 1:1 Schalen voor vergrotingen 2:1 5:1 10:1 Schalen voor verkleiningen 1:2 1:20 1:200 1:2000 1:2,5 1:25 1:5 1:50 1:500 1:5000 1:10 1:100 1:1000 1:10000 7

4.4 Opbouw van een Europese projectietekening Aanvulling We leggen de Europese projectiemethode uit aan de hand van het volgende voorbeeld. In een hoek van een kamer is een ruimtelijk object geplaatst met een lengte, breedte en hoogte. De vlakken van dit object worden loodrecht op twee wanden en de vloer van de kamer geprojecteerd. De wanden en de vloer worden de projectievlakken genoemd. De geprojecteerde vlakken zijn: het bovenaanzicht van het object op de vloer (het 1e projectievlak); het vooraanzicht van het object op de linker wand (2e projectievlak); het linker zijaanzicht van het object op de rechter wand (het 3e projectievlak). In de afbeelding worden de verschillende vlakken met arceringen aangegeven om duidelijk aan te kunnen geven hoe deze vlakken zijn geprojecteerd. 2e projectievlak vooraanzicht 3e projectievlak linkerzijaanzicht bovenaanzicht 50-1759 Projecties van een object 1e projectievlak 8

Als je de kamerhoek nu uitvouwt, dan ontstaat onderstaande situatie. 3e projectievlak vooraanzicht 2e projectievlak linkerzijaanzicht bovenaanzicht 1e projectievlak 50-1760 Uitvouwen van de vlakken De maten en posities van de aanzichten ten opzichte van elkaar Bij het uitvouwen van de kamerhoek ontstaat er een afstand tussen het bovenaanzicht en het zijaanzicht. Zoals je ziet staan de posities van de aanzichten ten opzichte van elkaar vast. Je kunt de maten en posities van de aanzichten ook construeren. Stel dat het bovenaanzicht en het vooraanzicht gegeven zijn. Je kunt het linker zijaanzicht dan als volgt construeren. 9

Stap 1: breedte van het linker zijaanzicht construeren Vanuit het bovenaanzicht: 1. Breng de maten vanuit het bovenaanzicht met horizontale lijnen over naar de Y-as. Dit geeft de punten A1 en B1. 2. Trek vanuit de snijpunten A1 en B1 lijnen onder een hoek van 45 naar de X- as. Dit geeft de snijpunten A2 en B2. 3. Trek vanuit de snijpunten A2 en B2 verticale lijnen omhoog. Nu heb je de breedte van het linker zijaanzicht van het object vastgelegd. 2e projectievlak Y-as 3e projectievlak vooraanzicht 3 3 A2 B2 X-as 45 A 1 A1 2 2 1e projectievlak B bovenaanzicht 1 B1 50-1761 Stap 1: breedte van het linker zijaanzicht construeren 10

Stap 2: hoogte van het linker zijaanzicht construeren Vanuit het vooraanzicht: 4. Breng de hoogtematen van het vooraanzicht met horizontale lijnen over naar het linker zijaanzicht. 2e projectievlak Y-as 3e projectievlak 4 vooraanzicht 4 4 linkerzijaanzicht 3 3 A2 B2 X-as 45 A 1 A1 2 5 B bovenaanzicht 1 B1 2 5 1e projectievlak 50-1762 Stap 2: hoogte van het linker zijaanzicht construeren 5. Om de punten A2 en B2 te vinden moest je lijnen onder een hoek van 45 trekken. Je kunt deze punten ook vinden door de snijpunten A1 en A2 te omcirkelen vanuit het 0-punt van het assenstelsel. 11

Plaats van de aanzichten van een object in de Europese projectie In onderstaande afbeelding is de plaats van aanzichten van een object in een Europese projectie weergegeven. LAZ BAZ AAZ 2e projectievlak Y-as 3e projectievlak OAZ RZA VAZ LZA AAZ VAZ RAZ X-as OAZ BAZ 50-1763 Plaats van de aanzichten in Europese projectie 1e projectievlak VAZ BAZ RZA LZA OAZ AAZ = Vooraanzicht = Bovenaanzicht = Rechterzijaanzicht = Linkerzijaanzicht = Onderaanzicht = Achteraanzicht Bij de Europese projectiemethode ligt het bovenaanzicht onder het vooraanzicht. Het linker zijaanzicht ligt rechts van het vooraanzicht. Voorbeelden We zullen de Europese projectiemethode verduidelijken aan de hand van scheve projecties van verschillende lichamen waarvan de aanzichten volgens de Europese projectie zijn verwerkt. Een lichaam is een wiskundige naam voor een figuur met een lengte, breedte en hoogte. Van alle lichamen zal je zien dat er minstens twee maar meestal drie aanzichten nodig zijn om het object volledig weer te geven. 12

vooraanzicht linkerzijaanzicht bovenaanzicht 50-1764 Europese projectie van een rechte prisma vooraanzicht linkerzijaanzicht bovenaanzicht 50-1765 Europese projectie van een rechte cirkelcilinder 13

vooraanzicht linkerzijaanzicht bovenaanzicht 50-1766 Europese projectie van een piramide vooraanzicht linkerzijaanzicht bovenaanzicht 50-1767 Europese projectie van een rechte cirkelkegel 14

Willekeurige objecten Hierna tref je voorbeelden aan van projecties van objecten die uit verschillende vlakken bestaan. Je ziet dan ook dat de schuine vlakken in de projecties er als een recht vlak uit zien. In dit geval kunnen we de afmeting van het vlak niet van de tekening meten en moeten we een uitslag maken van dit vlak om de juiste maten te bepalen. vooraanzicht linkerzijaanzicht bovenaanzicht 50-1768 vooraanzicht linkerzijaanzicht bovenaanzicht 50-1769 Europese projecties van willekeurige objecten 15

5.2 Lijnsoorten Wijziging Betreft paragraaf 5.2 Lijnsoorten Beschrijving lijnsoort B (pagina 45): Bij toepassing timmer moet het voorbeeld lijmnaad komen te vervallen. De lijmnaad moet getekend worden zoals in het voorbeeld op pagina 46 is aangegeven. Ook in paragraaf 2.10 (blz. 29) vind je de juiste wijze van weergave van een lijmnaad in de timmerindustrie. Aanvulling Aanvulling na 1e alinea pagina 46: Voor alle aanzichten van een werkstuk op dezelfde schaal wordt de dikte van elke lijnsoort gelijk gehouden. 16

6. Uitslagen 6.1 Inleiding Op een tekening zien we de aanzichten van een constructie. Het zijn vooraanzichten, bovenaanzichten en zijaanzichten waar we recht tegen aan kijken en in een plat vlak zien. De platte vlakken waar de aanzichten zich bevinden zijn rechte projectievlakken. Lijnen en vlakken van een constructie die schuin lopen ten opzichte van een rechte projectievlak, zien we niet in de juiste vorm omdat ze vertekend worden. Daardoor zie je niet de ware lengte van lijnen en de ware vorm van vlakken. Hieronder zie je een voorbeeld van een openstaande deur. Als je recht voor de wand staat waar deur zich bevindt, dan zie je niet de juiste breedte van de deur. In de Europese projectie zie je dan ook dat de deur smaller is dan in werkelijkheid.? 50-1770 Openstaande deur in een ruimtelijke tekening 17

VAZ BAZ 50-1771 Openstaande deur in de Europese projectie In dit hoofdstuk leggen we uit hoe we in de Europese projectie de ware vorm van schuinstaande vlakken kunnen bepalen. 18

6.2 Bepalen van de ware vorm van schuinstaande vlakken Eén van de manieren om de ware vorm van een schuinstaand vlak te bepalen, is het vlak te draaien totdat het vlak evenwijdig staat met een projectievlak. We zullen dit aan de hand van voorbeelden uitwerken. Voorbeeld 1: Een gesloten en een openstaande deur In onderstaande tekening zie je in afbeelding A een gesloten deur. De deurafmetingen zijn 930 x 2215 mm. De deur is op schaal 1:50 getekend. Als je de afmetingen van de deur niet had gekregen, had je in de tekening de afmetingen van de deur kunnen meten. In afbeelding B is dezelfde deur getekend maar dan in openstaande positie. In het vooraanzicht zie je nu niet meer de juiste breedte van de deur. Deze breedte is alleen nog maar te meten in het bovenaanzicht. VAZ VAZ BAZ BAZ 50-1772 Afbeelding A Afbeelding B Door de deur dicht te doen krijg je weer de situatie weer van afbeelding A. In de volgende afbeelding laten we zien hoe je in een tekening de ware breedte van een openstaande deur kunt bepalen. 19

5 6 VAZ VAZ 4 5 VAZ S 2 3 BAZ BAZ 1 BAZ 50-1773 Construeren van de ware afmetingen van een openstaande deur Gegeven is het bovenaanzicht van: 1. De positie van de openstaande deur; Werkwijze: 2. Meet in het bovenaanzicht met een passer de breedte van de deur vanaf het scharnierpunt S. 3. Cirkel de breedte van de deur vanuit het scharnierpunt nu over naar de horizontale lijn (je doet de deur dus dicht). 4. Trek de verticale lijn door in het vooraanzicht. 5. Breng in het vooraanzicht de deurhoogte over naar de verticale lijn. 6. Het nieuwe vlak dat ontstaat geeft de ware afmetingen van de deur. 20

Voorbeeld 2: Huis met een schuin dak In onderstaande afbeelding zie je de aanzichten van een huis met een schuin dak in Europese projectie. VAZ LZA BAZ 50-1774 Huis met schuin dak in Europese projectie 21

De ware vorm van het schuine dakvlak in een projectie in het vooraanzicht bepaal je als volgt. 1. Draai in het zijaanzicht vanuit scharnierpunt A het schuine dakvlak omhoog. 2. Neem de hoogte over in het vooraanzicht. 3. Het gearceerde vlak geeft de ware vorm van het schuine dakvlak. A VAZ LZA BAZ 50-1775 Projectie ware vorm in het vooraanzicht na draaiing vanuit scharnierpunt A 22

Een andere mogelijkheid om de projectie van de ware vorm in het vooraanzicht te krijgen is het schuine dakdeel te draaien vanuit scharnierpunt B. B VAZ LZA BAZ 50-1776 Projectie ware vorm in het vooraanzicht na draaiing vanuit scharnierpunt B 23

Je kunt het schuine dakvlak vanuit scharnierpunt A ook neerslaan om de ware vorm in het bovenaanzicht te construeren. A VAZ LZA BAZ 50-1777 Projectie in het bovenaanzicht 24

Voorbeeld 3: Schouw met drie schuine vlakken Hieronder zie je een voorbeeld van een schouw met drie schuine vlakken. 50-1778 Schouw Om de ware vormen en afmetingen van de drie schuine vlakken te bepalen, teken je allereerst de aanzichten in Europese projectie. VAZ LZA BAZ 50-1779 Europese projectie van de schouw 25

Om nu de ware vormen en afmetingen van de drie vlakken te bepalen, ga je als volgt te werk. 1. Draai in het zijaanzicht vanuit scharnierlijn AB de voorzijde van de schouw omhoog. 2. Neem de hoogte over in het vooraanzicht. 3. Neem de breedte van het bovendeel van de schouw CD over in de hoogtelijn. Dit geeft de snijpunten C1 en D1 4. Trek vanuit punt A de lijn naar punt C1 5. Trek vanuit punt B de lijn naar punt D1. 6. Het vlak AC1BD1 geeft de ware vorm en afmetingen van de voorzijde van de schouw. 3 3 C1 D1 2 4 CD 5 1 A B A/B 50-1781 Ware vorm en afmetingen van de voorkant van de schouw 26

Op een soortgelijke wijze kun je nu ook de ware vorm en afmetingen van de zijkant van de schouw construeren: zie onderstaande afbeelding. 50-1782 Ware vorm en afmetingen van de zijkant van de schouw 27

6.3 Bepalen van de ware vorm van openingen In deze paragraaf leggen we je uit hoe je de ware vorm en afmetingen van een opening in een schuin vlak moet construeren. Rechte opening in een schuin vlak In een dakvlak moet bijvoorbeeld een opening komen voor een dakkapel. De afmetingen in de aanzichten van de dakkapel zijn bekend. VAZ LZA BAZ 50-1783 Europese projectie: rechte opening in een schuin vlak 28

Nu moet je in de dakplaat de afmetingen van het gat voor de dakkapel tekenen. Daarvoor ga je als volgt te werk. VAZ LZA BAZ 50-1784 Construeren van de ware grootte van de rechte opening in het schuine vlak 29

Ronde opening in een schuin vlak Als een ronde pijp door een schuin dak heen gaat, dan is de opening in het dakvlak niet rond maar ellipsvormig. VAZ LZA BAZ 50-1785 Europese projectie: ronde opening in een schuin vlak 30

In onderstaande afbeeldingen laten we je zien hoe je de ware vorm van het ellipsvormige gat op je dakplaat kunt aftekenen. VAZ LZA BAZ 50-1786 Construeren van de ware vorm grootte van de ellipsvormige opening in het schuine vlak door het dakvlak omhoog te slaan. 31

VAZ LZA BAZ 50-1787 Construeren van de ware vorm grootte van de ellipsvormige opening in het schuine vlak door het dakvlak naar beneden te slaan 32

6.4 Uitslagen van snijkanten In de houtverwerkende bedrijven wordt over het algemeen gewerkt met standaard beitelkoppen die een vaste vorm en afmeting hebben. Toch kan het voorkomen dat er een profiel gemaakt moet worden, waarvan geen vaste beitelprofielen bestaan en dus zelf geslepen moet worden (restauratie-renovatie). Dit beitelprofiel slijp je dan uit een blanket (een rechte nog ongeslepen beitel). Voor het schaven van profielen moeten de beitels een bepaalde profielvorm hebben. Doordat de snijkant van de beitel schuin ten opzichtte van het hout staat, is de vorm van de snijkant niet gelijk aan het profiel wat hij freest. Schaven van ronde profielen Bij het maken van een beiteluitslag is de vorm van het profiel van het hout dus het uitgangspunt. Hierna laten we je zien hoe je de beiteluitslag maakt van een hout met een ronde kant. 33

Stap 1 1. Teken het bovenaanzicht van het beitelblok. 2. Teken de vrijloopcirkel: dit is de cirkel waarbinnen alle draaiende onderdelen zitten. 3. Trek de vrijlooplijn: dit is de horizontale lijn vanuit de vrijloopcirkel 4. Teken de doorsnede van het houtprofiel en laat deze de vrijlooplijn raken. 5. Teken de beitel die nodig is om het profiel te maken en haal de lijnen terug naar het houtprofiel 6. Teken de breedte van de blanket boven het houtprofiel. breedte blanket 1 6 6 3 vrijlooplijn 5 5 blanket 2 vrijloopcirkel doorsnede houtprofiel 4 50-1788 1e stap voor het maken van een beiteluitslag 34

Stap 2 7. Bepaal op het houtprofiel een aantal punten die uitgeslagen gaan worden. Bij een gebogen profiel bepalen we zelf het aantal punten. Bij een hoekig profiel kiezen we uiteraard de hoekpunten. In ons voorbeeld hebben we gekozen voor de punten K, L, M. 8. Neem de punten K,L, M met horizontale lijnen over naar de snijkant van het beitelmes (de lijn vanuit punt K loopt samen met de vrijlooplijn). Dit levert de snijpunten K1, L1 en M1 op. 7 vrijlooplijn K L M 8 8 K1 L1 M1 50-1811 doorsnede houtprofiel 2e stap voor het maken van een beiteluitslag 35

Stap 3 9. Omcirkel vanuit punt A de punten K1, L1, M1 (met dit omcirkelen draai je de beitel in het vlak van de as). Dit levert de punten K2, L2 en M2 op. B vrijlooplijn K L M K1 L1 M1 A 9 K2 L2 M2 snijkant 50-1789 doorsnede houtprofiel 3e stap voor het maken van een beiteluitslag 36

Stap 4 10. Haal de uitgeslagen punten K2, L2, M2 met horizontale lijnen terug naar de beitel boven het houtprofiel. 11. Trek vanuit de punten K, L M verticale lijnen omhoog. De levert de snijpunten K3, M3 en N3 op. 12. Door de snijpunten K3, M3 en N3 met elkaar te verbinden krijg je de beiteluitslag. zie detail B K3 10 12 L3 vrijlooplijn K 11 L M M3 K1 L1 M1 A K2 L2 M2 snijkant doorsnede houtprofiel 50-1790 4e stap voor het maken van een beiteluitslag 37

K3 11 11 11 L3 12 10 vrijlooplijn K L 12 M3 10 10 M doorsnede houtprofiel 50-1812 Detail van de acties 10 tot en met 12 38

6.5 Uitslaan en afschrijven van hoeken Hieronder zie je een houten bakje met vier schuinstaande onderdelen. De hoeken tussen de schuinstaande onderdelen kun je niet gewoon in verstek zagen. De onderdelen sluiten in dubbelverstek tegen elkaar aan. 50-1791 Bakje met schuinstaande onderdelen Je moet nu de schuinstaande onderdelen van dit bakje maken. Daarvoor moet je eerst de ware vorm en afmetingen van de onderdelen bepalen. Vervolgens kun je de hoeken bepalen waaronder je de onderdelen moet zagen, zodat ze goed tegen elkaar aansluiten. In paragraaf 6.2 hebben we laten zien hoe je de ware vorm en afmetingen bepaalt van een schouw. Voor het bakje kun je dezelfde werkwijze hanteren. 39

Stap 1 Maak eerst een tekening van het bakje in voor- en bovenaanzicht. Cirkel met je passer in het vooraanzicht de hoekpunten van de zijkant om. Hiermee klap je de zijkant dus naar beneden. Teken de zijkant in uitgeklapte stand. 50-1792 Stap 1: Neerklappen van de zijkant 40

Stap 2 Haal de punten van de neergeslagen zijkant over naar het bovenaanzicht. A A1 A1 50-1793 Stap 2: Overbrengen van de neergeklapte zijkant naar het bovenaanzicht 41

Stap 3 Verbind de punten van de neergeslagen zijkant in het bovenaanzicht met de oorspronkelijke punten. A A1 A1 50-1794 Stap 3: Uitslag van de zijkant in het bovenaanzicht 42

Stap 4 Om het plankje te kunnen afschrijven, wikkelen we het als het ware uit. Hierbij draaien we het plankje vier maal om, zodat alle kanten naast elkaar komen te liggen. b b 50-1795 Stap 4: Het afwikkelen van het uitgeslagen plankje 43

6.6 Dubbelzwei staande constructie In dubbelzwei staande houtconstructies staan de houten onderdelen onder een dubbel schuine hoek. Zowel in het vooraanzicht als in het zijaanzicht zie je dat het hout schuin staat. Je kijkt nergens haaks tegen een vlak, daarom zie je in geen enkel aanzicht de ware vorm. Hierna zie je een voorbeeld van een constructie waarbij de houten staanders dubbel schuin staan. Het lijkt of de houten staanders vierkant zijn, maar dat klopt niet. In haakse doorsnede zijn de houten staanders ruitvormig en onder die hoek moet je het hout schaven. 44

50-1796 Vooraanzicht Linker zij-aanzicht Bovenaanzicht 50-1797 45

Bepalen van de werkelijke doorsnede van de houten staanders In het linker zijaanzicht zetten we de voorkant rechtop vanuit scharnierpunt A. 1. Teken vanuit punt A een lijn haaks omhoog. 2. Cirkel de punten om vanuit scharnierpunt A zodat de voorkant recht komt te staan. 3. Teken met de tweede verticale lijn de houtdikte. 1 3 2 A 50-1798 4. Haal de hoogtematen over naar het vooraanzicht. 5. Breng in het vooraanzicht de hoekpunten naar boven. 6. Markeer de snijpunten van de projectielijnen. 5 4 6 A 50-1799 7. Verbind de gemarkeerde snijpunten met elkaar. 46

7 7 7 A 50-1800 8. Teken in het rechtgezette vooraanzicht de houtdikte haaks op de houten staander af. 9. Teken de ware doorsnede van de houten staander door de gevonden punten met elkaar te verbinden. Houtdikte 8 50 50 50-1801 47

50 9 50-1802 Detail ware doorsnede van de staander 48

6.7 Bepalen van de standhoek De standhoek is de ware hoek tussen twee vlakken. Deze werkelijke hoek heb je nodig om de juiste afschuiningen van de onderliggende constructie te kunnen bepalen. Hieronder zie je een voorbeeld zoals je dat in de praktijk kunt tegenkomen. De dakvlakken staan onder een hoek ten opzichte van elkaar. 60-2740 Door een uitslag te maken, kun je de ware hoek tussen de twee vlakken bepalen. Deze hoek wordt de standhoek genoemd. Met de standhoek kun je de juiste hoek tussen de aansluitende dakplaten zagen en van de ondersteunende constructie. Het vlak dat gevormd wordt vanuit de standhoek, wordt standvlak genoemd. Standhoek en standvlak ontstaan vanuit de loodlijn op de snijlijn tussen twee aansluitende vlakken. 49

50-1803 standhoek standvlak 50-1804 50

Als je langs de lijnen zaagt die loodrecht op de snijlijn staan en het dan vanaf de andere kant bekijkt, krijg je het volgende te zien. standhoek standvlak 50-1810 Bij het uiteindelijk bepalen van standhoek en standvlak gaat het om het principe van het neerslaan van het standvlak in het platte vlak. Hierna zullen we je een methode aanleren hoe je de standhoek kan bepalen. 51

hoogte h Addendum naslagwerk Tekening lezen niveau 2, 3 en 4 Voorbeeld 1: Standhoek tussen de vlakken van een bakje 1. Trek de lijn P1Q1 loodrecht op snijlijn s1. Het snijpunt van de lijn P101 en lijn s1 geeft het punt T1. 2. Sla snijlijn s om lijn s1 neer in het platte vlak. De lijn sn wordt vastgelegd door de hoogte h uit het vooraanzicht. 3. Trek vanuit punt T1 een lijn loodrecht op de lijn sn. Het snijpunt van deze lijn en lijn sn is het punt R'n. 4. Omcirkel vanuit punt T1 de afstand T1 R'n. Het snijpunt met de lijn s1 levert het punt Rn op. 5. Trek vanuit punt Rn lijnen naar respectievelijk de punten P1 en Q1. De hoek tussen de lijnen RnP1 en RnQ1 geeft de ware grootte van de standhoek. s1 4 R'n sn 2 Q1 Rn 5 3 s1 1 hoogte h 2 5 T1 P1 1 50-1805 52

hoogte Addendum naslagwerk Tekening lezen niveau 2, 3 en 4 Voorbeeld 2: Standhoek tussen twee dakvlakken VAZ LZA BAZ 50-1806 Stap 1 Om de juiste hoek tussen de twee dakvlakken te construeren moet allereerst de juiste stand van snijlijn S in het 2e projectievlak bepaald worden (snijlijn SIIw): 1. Draai in het 1e projectievlak snijlijn SI evenwijdig aan het 2e projectievlak (snijlijn SIW). 2. Breng snijlijn SIW over naar het 2e projectievlak. 3. Teken snijlijn SIIW in het 2e projectievlak. 53

3 2e PROJECTIEVLAK 2 1 1e PROJECTIEVLAK 50-1807 Stap 1 54

Stap 2 Nu kan de standhoek bepaald worden door een standvlak te nemen loodrecht op snijlijn SIIW. 4. Kies een standvlak loodrecht op snijlijn SIIW. 5. Draai het standvlak evenwijdig aan het 1e projectievlak. 6. Breng het standvlak over naar snijlijn SIW in het 1e projectievlak. 7. Breng het standvlak over naar snijlijn SI in het 1e projectievlak. 8. Teken de basislijn van het standvlak loodrecht op snijlijn SI. 9. Teken de snijlijn van het standvlak met vlak V. 10. Teken de snijlijn van het standvlak met vlak W. 11. Zet de dikte van het dakbeschot uit. 12. De ware hoek tussen de dakvlakken V en W kan ten slotte worden aangegeven. 55

3 5 4 2e PROJECTIEVLAK 2 6 6 7 11 1 7 9 12 8 ware hoek tussen de vlakken V en W 10 11 1e PROJECTIEVLAK 50-1808 Stap 2 56

Stap 3 Nadat je de standhoek tussen de twee dakvlakken hebt bepaald, kun je ook de uitslag maken van de ware vorm van de hoekkeper. 57

3 5 4 2e PROJECTIEVLAK 2 6 6 7 11 1 7 9 12 8 ware hoek tussen de vlakken V en W 10 11 1e PROJECTIEVLAK 50-1809 Stap 3 58