Het eindoffensief in Vlaanderen Belgen trekken ten strijde in september1918

Vergelijkbare documenten
b) Waarom? Roeselare wordt in oktober 1914 veroverd en wordt dus bezet gebied. Het ligt aan de Duitse kant van het front

Albert I van België: Brussel, 8 april Marche-les- Dames, 17 februari 1934

Naam: EEN BRUG TE VER De Slag om Arnhem

Belgische Militaire Begraafplaats Houthulst Passendale- 28 september 2018

BOUWEN AAN HET FRONT 100 JAAR SLAG BIJ PASSENDALE THE FINAL OFFENSIVE: THE YANKS ARE COMING PROGRAMMA HERDENKING

b) Weet je hoe het komt dat hier vooral Duitse soldaten werden begraven?

Butte de Vauquois De slag bij Verdun 1

Rotemstraat 14, 3545 Halen

IJZERSLAG IEPER I Vraag : Welk(e) leger(s) nam(en) de verdediging van Ieper eind november 1914 op zich?

In het totaal liggen er nu 8257 slachtoffers van de Eerste Wereldoorlog begraven.

DADIZELE TIJDENS DE EERSTE WERELDOORLOG

De 100-jarige herdenking van het Gevecht aan de Edemolen te Nazareth. Dinsdag 7 oktober 2014

Naar De Grote Oorlog Ieper excursie, leerlingeninstructie

Wereldoorlog 2: naar het einde van de oorlog (les 06 6des) Geschiedenis 6MEVO-6EM-6EI-6IW VTI Kontich

Werkblad: Slag om de Schelde en de invloed op het Nieuwe land. 1

MINISTERIEEL BESLUIT HOUDENDE VASTSTELLING VAN EEN ONTWERP VAN LIJST VAN VOOR BESCHERMING VATBARE MONUMENTEN, STADS- EN DORPSGEZICHTEN

Jozef Armand Ribbens, een onbekende soldaat uit Wereldoorlog I

SLYPSKAPELLE TIJDENS DE EERSTE WERELDOORLOG

De betekenis van Mill in de historie van Linies en Stellingen

Karel van België: Brussel, 10 oktober Oostende, 1 juni 1983

Ramskapelle, Belgische Militaire Begraafplaats

Lesbrieven WOI. 100 jaar Groote Oorlog


Charles de Gaulle: Rijsel, 22 november Colombey-les- Deux-Églises, 9 november 1970

Bijlage VMBO-KB. geschiedenis en staatsinrichting CSE KB. tijdvak 1. KB-0125-a-16-1-b

Afb.l (Nijmegen II, 18/21) *

.n; DE VICEMINISTER-PRESIDENT VAN DE VLAAMSE REGERING EN VLAAMSE MINISTER VAN FINANCIËN EN BEGROTING EN RUIMTELIJKE ORDENING,

Bijlage VMBO-KB. geschiedenis en staatsinrichting CSE KB. tijdvak 1. Bronnenboekje. KB-0125-a-11-1-b

Tweedaagse naar Duinkerke, La Coupole, Calais en Adegem - 22 en 23 april 2017

Napoleon. bekendste persoon uit de geschiedenis

OORLOG IN OVERIJSSEL 2015

Geocache Jeugdraad Oudenaarde: locaties!

LICHTERVELDE TIJDENS DE EERSTE WERELDOORLOG

Het Militaire Kerkhof van Veltem-Beisem

De Rocker Kamiel. Deze gevechtsacties werden later beschreven als de Eerste Uitval uit Antwerpen.

Thema: Slag om de Schelde en de invloed op het Nieuwe land.

KUNST IN DE aanklacht tegen de oorlog

Engelse familie Greensted schenkt zitbank aan inwoners van Hulste

Dennis Harteveld. Robin van Leeuwenstijn 3te

Paelinck Petrus Albert

Screaming Eagles boven Kasteel Heeswijk

IEPERBOOG OOST. De oproep om aan de oorlog deel te nemen werd ook. door de familie Grenfell gehoord. In de List of Etonians

IJZERSLAG IEPER I Vraag : Welk(e) leger(s) nam(en) de verdediging van Ieper eind november 1914 op zich?

Antwerpen moest open om bevoorrading weer op gang te brengen

Het artilleriemuseum 2011 in een nieuw kleedje

Werkstuk Geschiedenis De Eerste Wereldoorlog

100 jaar geleden. t Is Oorlog! Een lesmap voor het vierde, vijfde en zesde leerjaar, door juffrouw Anita en de papa van Anna.

MOORSLEDE TIJDENS DE EERSTE WERELDOORLOG

Autozoektocht n.a.v.jubileum Kring KBC Brugge 2017

Geschied- en Heemkundige Kring vzw

Memoryspel Kerstmis 1914: Het eerste kerstbestand. Verbroedering tussen strijdende partijen. Er wordt eten gedeeld en men

Erfgoed in Alveringem

Geschiedkundige gebeurtenis

1914 Duitse mariniers in Londerzeel

Tarcisiusschool adoptieschool Cain-monument

BELGIË BELGIË - BELGIQUE BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST

NIEUWSBRIEF. Driebergse Automobiel Club opgericht 15 november 2001

Dagboek Sebastiaan Matte

Wereldoorlog 1: dood en vernieling (les 18 5des) Geschiedenis 5MEVO-5EM-5EI-5IW VTI Kontich

Van braindrain naar braingain?

GITS TIJDENS DE EERSTE WERELDOORLOG

INGELMUNSTER TIJDENS DE EERSTE WERELDOORLOG

1 D o c u m e n t k a r i k a t u u r M a n n e k e n - l e e r l i n g

Bezoek Flanders Field American Cemetery

OOSTNIEUWKERKE TIJDENS DE EERSTE WERELDOORLOG

Originele stereofoto: 'Douamont. Cheveaux morts'

Princelijke Vierschaar

Herdenkingstoerisme Westhoek 2014

KACHTEM TIJDENS DE EERSTE WERELDOORLOG

75 jaar bevrijding. Zeeuws-Vlaanderen. Lesbrief bij het basisschoolproject. voor alle groepen 7 en 8 van de basisscholen in de gemeente Sluis.

2 de graad lager onderwijs

DIE VIJF DAGEN IN MEI

De Beeldbankquiz WESTHOEK verbeeldt - receptie

Waarom, is dan de vraag, is het dat wel waard???? Het is 9 mei 1940, de oostflank van Europa staat in brand.

OEKENE TIJDENS DE EERSTE WERELDOORLOG

Over de Maas. Het oorlogsverhaal van de 15-jarige Harrie Bloemen. Harrie Bloemen

0. '," Mïnisterieel besluit houdende bescherming als monument van de Britse militaire begraafplaatsen te Langemark-Poelkapelle

TOESPRAAK DOOR ANDY VANDEVELDE EERSTE SCHEPEN. Boekvoorstelling Weerklank van Bruno Buteneers. 7 maart 2014

EENS KIJKEN WAT WE AL WETEN

Bijlage VMBO-KB. geschiedenis en staatsinrichting CSE KB. tijdvak 1. Bronnenboekje. KB-0125-a-14-1-b

IEPERBOOG OOST. De oproep om aan de oorlog deel te nemen werd ook door de familie Grenfell gehoord. In de List of Etonians

IZEGEM TIJDENS DE EERSTE WERELDOORLOG

Geschied- en Heemkundige Kring vzw

Karel XII van Zweden: Stockholm, 17 juni 1682 Halden, 30 november 1718

Waar het landschap een verhaal vertelt

Vlaamse Regering ~l~ ~ Ministerieel besluit houdende bescherming als monument van oorlogsgedenktekens te Zonnebeke

B1 Hoofddorp pagina 1

Attracties. Pass Het Memoriaal Het Memoriaal

Tijdvak I. 31 oktober : 30-10:00.

Rapportage vondstmelding: Oostende, zeedijk (thv. Hertstraat)

3 de graad lager onderwijs

germaans volk), een sterke Franse groepering. Ze verkochten haar aan de Engelsen die haar beschuldigden van ketterij (het niet-geloven van de kerk).

Belgische regimentsgeschiedenissen over de infanterie tijdens de Eerste Wereldoorlog

Het verloop van de Slag van Waterloo - 18 juni 1815

IEPER KLEINE POEZELSTRAAT

EDUCATIEF PAKKET BEZOEK AAN DE DUITS MILITAIRE BEGRAAFPLAATS LANGEMARK

2. Bourtange I. Kijk naar het plaatje en lees bovenstaande titel. Waar zou de luistertekst over gaan? Kruis het juiste antwoord aan.

Van braindrain naar braingain?

Bedankt voor onze vrijheid!

Samenvatting Geschiedenis

Transcriptie:

1 Het eindoffensief in Vlaanderen Belgen trekken ten strijde in september1918 Tekst en foto s: Eric R.J. Wils Na de terugtrekking op de IJzerlinie in oktober 1914 hield het Belgische leger vier jaar stand in de zuidwestelijke punt van Vlaanderen achter een geïnundeerde strook van Nieuwpoort tot Diksmuide. België verdedigde haar neutraliteit en wenste niet mee te doen aan de bloedige offensieven van de Britten en Fransen aan het Ieperfront om de Duitsers uit het land te verdrijven. Tot het in september 1918 duidelijk werd dat het Duitse leger moest buigen voor de geallieerde offensieven. Op 28 september 1918 ging het Belgische leger dan eindelijk ook in de aanval in wat bekend staat als het eindoffensief. Het aanvalsgebied lag tussen Diksmuide en Ieper en men startte op de plaats waar het Britse offensief bij Passendale in 1917 was doodgebloed. In dit artikel wordt ingegaan op het Belgische eindoffensief waarbij toch vooral de Fransen moesten bijspringen. De zegevierende koning Albert I en zijn vrouw Elisabeth bij de intocht van het Belgische leger in Brussel op 22 november 1918.

2 Het Belgische leger in september 1918 Doordat het land voor het grootste deel bezet was, kon het Belgische leger vanaf 1914 geen nieuwe lichtingen soldaten oproepen. Toch groeide het leger door vrijwilligers die via Nederland de weg vonden naar de opleidingskampen in Frankrijk. Anno 1918 telde het leger 170 duizend man met twaalf infanteriedivisies en een cavaleriedivisie. 1 De persoonlijke uitrusting was aangepast aan de standaard van 1918 en het leger beschikte over voldoende artillerie en vliegtuigen. Elke infanteriedivisie had een eigen artillerieregiment. Ogenschijnlijk leek dat allemaal in orde, maar er heerste oorlogsmoeheid na vier jaar aan den IJzer, defaitisme na het Duitse voorjaaroffensief waarbij ook de Belgen werden aangevallen en Vlaams onbehagen met toenemende desertie naar het bezette deel van Vlaanderen. Vanaf midden augustus 1918 begon het overleg tussen koning Albert I en de Belgische legerleiding met de geallieerde opperbevelhebber maarschalk Ferdinand Foch over een uit te voeren offensief. Het oorspronkelijke Belgische idee om zelfstandig langs de kust op te trekken werd daarbij verlaten. In plaats daarvan werd een Legergroep Vlaanderen opgericht die naast de Belgen werd gevormd uit Britse en Franse eenheden. Koning Albert kreeg daarover formeel de leiding, maar de Franse generaal Jean-Marie Degoutte deelde als zijn stafchef in feite de lakens uit. Waarvoor koning Albert vier jaar lang had gewaakt, om niet meegesleurd te worden in bloedige offensieven, gebeurde uiteindelijk dan toch. Hij plaatste zijn leger onder geallieerd opperbevel. 2 De Legergroep Vlaanderen bestond eind september uit het complete Belgische leger, zes Franse divisies en het Britse Tweede Leger dat bij de stad Ieper stond. Het Franse contigent werd naderhand aanzienlijk uitgebreid tot het Armée française de Belgique en ook twee Amerikaanse divisies kwamen in oktober de gelederen versterken. De aanval in Vlaanderen ging deel uitmaken van het grote geallieerde offensief dat eind september over het gehele Westelijk Front werd geopend. Tout le monde à la bataille in de woorden van maarschalk Foch. De Amerikanen openden in de Argonne op de oostelijke flank de aanval op 26 september en de Britten en Fransen volgden in hun sectoren. De Belgen dienden op de westelijke flank de Duitsers te verdrijven. In plaats van langs de Vlaamse kust aan te vallen, werd besloten dat de Legergroep Vlaanderen het offensief ging richtten tegen de Duitse stellingen op de heuvels ten noorden van Ieper, daar waarop het Britse leger in 1917 bij Passendale was stuk gelopen. Het Belgische leger moest zich daar door de sterke Flandern Stellungen vechten. Tien Belgische divisies werden verdeeld over drie sectoren: noord, midden en zuid. De Franse troepen vormden in eerste instantie als de reserve. Twee Belgische divisies bleven achter om de IJzerlinie te verdedigen. De Britten opereerden ten zuiden van Ieper in wat wel de vijfde slag om Ieper werd genoemd. Hun strijd wordt in dit artikel buiten beschouwing gelaten. Een gedetailleerde beschrijving van het eindoffensief werd in 2002 uitgebracht door Robert Baccarne en Jan Steen. 3

3 De Belgische legerslagorde en de Duitse stellingen bij het begin van het offensief op 28 september 1918. 4 Begin van het offensief Op 27 september richtte koning Albert zich tot zijn soldaten met de woorden Gij gaat een machtige aanval doen op de vijandelijke stellingen. Om te eindigen met Vooruit voor t recht, voor de vrijheid en voor t roemrijk en onsterfelijk België. 5 De Duitse tegenstand bestond onder meer uit de 23 e Saksische infanteriedivisie en de 11 e en 12 e divisie uit Beieren, het land van de Belgische koningin Elisabeth. Ze volgde in de achterhoede de Belgische voortgang en legde die fotografisch vast. In de nacht van 28 september ontbrandde om 02.30 uur het artilleriebombardement op de Duitse stellingen. Het begin van het offensief verliep volgens het geijkte patroon van het jaar 1918. Een korte intensieve beschieting werd gevolgd door een stormaanval van de Belgische infanterie die werd gedekt door een rollende vuurwals. Om 05.30 uur was het de tijd voor de infanteristen om de eerste Duitse linies te veroveren. De eerste dag verliep ondanks de regen en de Duitse tegenstand voorspoedig. Het Vrijbos bij Houthulst kwam in Belgische handen en de Flandern II Stellung, gebouwd op de heuvelrug boven Ieper, werd hier en daar doorbroken. Zo n acht kilometer terreinwinst werd geboekt. De volgende dag werd het offensief voortgezet. In het noorden van het aanvalsfront werd Diksmuide ingenomen en in het zuiden werd de lijn Westrozebeke Moorslede bereikt. De sterke Flandern I Stellung, met zijn betonnen bunkers en machinegeweerposten, voor Roeselare kwam in zicht. Om die linie te slopen moest de artillerie over de kapotgeschoten wegen naar voren worden gebracht. Na twee succesvolle dagen deed ook hier zich de

4 gebruikelijke logistieke chaos voor veroorzaakt door de broodnodige bevoorrading van de eerste linies en de afvoer van gewonden en de krijgsgevangenen naar achteren. Er was op gehoopt dat de Duitsers het na een voorspoedig begin zouden opgeven maar hun weerstand was echter te sterk en de Belgische aanval viel stil op 30 september. De Franse legerleiding drong aan om door te zetten en de Franse reservedivisies betraden het strijdperk. Maar zelfs met hun hulp kon de Flandern I Stellung begin oktober niet worden geslecht. De frontlijn was wel zo n 14 kilometer opgeschoven maar de stad Roeselare met haar spoorlijnennet werd niet veroverd. Het Belgische leger was uitgeput geraakt en er was een gevechtspauze tot 14 oktober nodig. Twee Vlaamse helden sneuvelen In de eerste fase van het eindoffensief sneuvelden twee Vlaamse helden in de zuidelijke sector van het aanvalvak. 6 Hun stoffelijke resten zijn in de jaren dertig overgebracht naar de crypte van de IJzertoren te Diksmuide. Ze liggen daar onder de kenmerkende heldenhuldezerk voorzien van de afkortingen AVV (Alles voor Vlaanderen) en VVK (Vlaanderen voor Kristus) en de afbeelding van de blauwvoet, het symbool van de Vlaamse katholieke studentenbeweging. De grafstenen van Juul De Winde en Bert Willems in de crypte van de IJzertoren te Diksmuide.

5 De 25-jarige Jules De Winde schreef Vlaamse poëzie en zette zich in voor de Vlaamse strijd. Hij was een dienstplichtig militair uit de lichting 1913 en schopte het van gewoon soldaat tot luitenant bij het 3 e Regiment Karabiniers van de 6 e Infanteriedivisie. In de strijd om de Flandern II Stellung sneuvelde hij op 28 september bij Westrozebeke. In het dorp, deelgemeente van Staden, werd een monument voor hem opgericht. 7 De één jaar jongere Hubert Willems studeerde in Leuven en was een oorlogsvrijwilliger die in oktober 1914 via Nederland het Belgische leger kwam versterken. Hij weigerde naar de officiersschool te gaan en werd lid van de Vlaamse Frontbeweging. In de frontkrantjes toonde hij zijn Vlaamse gezindheid. Willems behoorde als sergeant-mitrailleurist tot het 17 e Linieregiment van de 8 e Infanteriedivisie. Hij sneuvelde op de tweede dag van het offensief bij Moorslede in de opmars naar de Flandern I Stellung. Tweede fase van het offensief De tweede fase van het eindoffensief begon op 14 oktober. De noordelijke sector bleef bestemd voor de Belgen, in de middelste sector werden twee Franse korpsen, elk bestaande uit drie divisies, geposteerd en de zuidelijke sector was weer voor de Belgen met een Franse divisie in reserve. Ten zuiden van de Belgen moesten de Britten eveneens hun offensief hervatten. Het zwaartepunt van de aanval lag evenwel in de middelste sector en in de tweede fase van het eindoffensief speelden de Fransen dan ook de hoofdrol. Om 05.30 uur stormden de mannen onder een vuurwals, maar zonder een voorafgaande artilleriebeschieting, naar voren. Het lukte eindelijk de Flandern I Stellung te doorbreken. In het noorden veroverden de Belgen het dorp Kortemark. In het midden kon het Franse XXXIV e Korps Hooglede innemen en het VII e Korps Roeselare. De stad werd niet frontaal aangevallen maar langs twee kanten omsingeld. Er werden zelfs Renault FT-17 tanks voor ingezet. De volgende dag ging de Belgisch-Franse opmars verder en nadat de laatste sterke Duitse stelling was veroverd, wilde maarschalk Foch de Duitsers geen respijt geven. Nog een Frans Korps, het XXX e, werd naar Vlaanderen gestuurd. En ook de Amerikaanse 37 e en 91 e divisies werden uit de Argonne overgebracht. Alle Belgische divisies werden vervolgens overgeheveld naar de linkerflank van het geallieerde offensief. Voor het eerst na vier jaar werd de IJzervlakte overgestoken en was de stellingenoorlog voorbij. De Duitsers trokken zich langs de kust eerst terug op de lijn Brugge Tielt maar de geallieerde legers bleven druk houden en de Duitsers begonnen de gehele kuststreek te evacueren. Op 19 oktober werd het Bolwerk Brugge ontruimd en uiteindelijk kwam de gehele kuststreek in Belgische handen. Na vier jaar bezetting door het Marinekorps Flandern was Brugge bevrijd. De Fransen namen Tielt in en de Duitsers moesten zich verder terugtrekken achter de rivier de Leie. Toen op 20 oktober het offensief voor de tweede maal stilviel was geheel West-Vlaanderen van de Nederlandse grens tot aan Kortrijk in geallieerde handen. Op 21 oktober vertrok koning Albert en zijn vrouw per auto vanuit De Panne naar Brugge. De ontvangst door de burgerbevolking was overweldigend en dat ging het koningspaar in de weken daarna nog vele malen ondervinden.

6 Bije Belgische vrouwen op 15 oktober 1918 na de bevrijding van Kortemark. Tastbare herinneringen Er zijn geen grootste monumenten zoals triomfbogen opgericht voor het Belgische eindoffensief. Ter herinnering aan de start op 28 september werden in 1988 vier gedenkstenen (grootte: 80 x 80 x 10 cm) in de vorm van een ruit op een sokkel geplaatst. Die naamstenen staan bij Houthulst, Staden, Langemark en Passendale. 8 Op elke steen is bovenaan het wapen van West-Vlaanderen en onderaan het monogram van koning Albert aangebracht. In Houthulst, daar waar de strijd om de Duitse stelling in het Vrijbos het hevigst was, ligt de Belgische militaire begraafplaats. De meeste Belgische gesneuvelden van het eindoffensief werden hier bijgezet. Er zijn nog tal van kleinere monumenten en plaquettes in verschillende plaatsen aangebracht. Voor dit verhaal werd een aantal daarvan bezocht zonder te streven naar een compleet overzicht. 9

7 Passendale De strook tussen Passendale en Westrozebeke viel in het zuidelijke afvalvak. Passendale is een van de beruchtste namen in de Britse militaire geschiedenis. Voor het Passchendaele New British Cemetery met de Britse slachtoffers van de strijd uit 1917, werd in 1988 een naamsteen voor het Belgische eindoffensief neergezet. Alsof men zo wilde symboliseren dat het Belgische leger het Britse offensief van 1917 had voortgezet. Bij Passendale viel de Belgische 12 e Infanteriedivisie aan waartoe het 4 e Regiment Karabiniers en twee Regimenten Grenadiers behoorden. De verovering van het dorp was zeker niet eenvoudig geweest. De karabiniers en grenadiers moesten zich omhoog vechten tegen de machinegeweerposten van de Flandern II Stellung. Op het einde van 28 september werd het dorp veroverd. Aan de muur van het voormalige stadhuis van Passendale hangen twee herinneringsplaquettes voor de Belgische regimenten. Gedenksteen voor het Belgische eindoffensief van 28 september 1918 voor het Passchendaele New British Cemetery langs de s-graventafelstraat.

8 Een oude gedenksteen voor het 4 e Karabiniers Regiment (links) en een recentere plaquette voor de grenadiers (rechts) aan de muur van het voormalige stadhuis van Passendale. Houthulst De inname van het Vrijbos bij Houthulst was een belangrijke overwinning van het Belgische leger in de eerste fase van het offensief. Meer dan in andere plaatsen zijn in het centrum van de stad herinneringen daaraan blijvend gemaakt in straatnamen als 4 e Liniestraat, 23 e Liniestraat, 24 e Liniestraat en de 7 e Artilleriestraat. Alle vier de regimenten maakten deel uit van de 7 e Infanteriedivisie. Daarin zaten nogal wat West-Vlamingen en boze tongen beweerden later dat de eer om het Vrijbos te veroveren moest worden gezien als een straf. 10 De Franstalige legerleiding had het nu eenmaal niet zo met de uitingen van Vlaamse gezindheid zoals uitgedragen door de Frontbeweging. In het centrum bij de kerk van Houthulst staan ook enkele monumenten zoals voor het 23 e Linieregiment bestaande uit twee kruisen op een sokkel, een kruis voor 1914 en een tweede voor 1918. De twee jaren van de oorlog waarin het Belgische leger zich niet alleen verdedigde maar ook voor de aanval koos. Links en rechts van het monument staan twee plaquettes, in het Nederlands en Frans, waarmee aan alle vier de bovengenoemde regimenten hulde wordt gebracht voor de verovering van het Vrijbos. Het opvallendste monument is evenwel dat voor drie artillerieregimenten, het 1 e, 7 e en 13 e, met vermelding van de strijdtonelen waarop die regimenten in actie kwamen tijdens de gehele oorlog. De artillerie was onmisbaar in de aanval en het Belgische leger had zich in september 1918 voorzien van voldoende kanonnen en munitie. Daartoe hoorden ook gifgasgranaten die van de Fransen waren betrokken. De hoeveelheden blijven onvoorstelbaar. Geschat wordt dat in het Belgische offensief alleen al tussen de 190.000 en 260.000 gasgranaten werden afgeschoten. 11 In het bos van Houthulst is de Dienst voor de Opruiming en Vernietiging van Ontploffingstuigen (DOVO) nog altijd doende granaten uit de oorlog op te ruimen.

9 Monument voor het 1 e, 7 e en 13 e Artillerieregiment in het centrum van Houthulst. Belgische artillerie in het Vrijbos van Houthulst tijdens een gevechtspauze.

10 Begraafplaats van Houthulst De militaire begraafplaats van Houthulst ligt in het Vrijbos langs de weg N301 ten zuiden van de stad. De gedenksteen voor het eindoffensief staat ook langs die weg aan de zuidkant van de begraafplaats. De begraafplaats werd in 1924-1925 aangelegd in de vorm van een ster. 12 Er liggen 1.723 Belgen en 81 Italianen begraven volgens het recente bord bij de ingang. 13 Vele Belgen kwamen om bij de strijd om het Vrijbos tijdens de eerste twee dagen van het offensief. Het bos was door de Duitsers tot een ware vesting omgebouwd en na de veldslag stonden er vrijwel alleen nog maar kale boomstronken. De Italianen waren krijgsgevangenen die voor de Duitsers moesten werken in Roeselare en Izegem. Ze zijn bijgezet aan de rand van de begraafplaats en onder hen komen soldaten voor met fraaie namen als Salvarilli Salvatore. Op graf M1-1452 ligt een naamgenoot van de schrijver dezes hetgeen altijd een persoonlijke noot toevoegt aan een bezoek van een begraafplaats. De 29-jarige soldaat Remi G.C. Wils, afkomstig uit Leisele, behoorde tot het 2 e Regiment Grenadiers en sneuvelde op 28 september bij Passendale. De plaquette op de muur van het voormalige stadhuis van dat dorp hangt er dus mede ter ere voor hem. Zijn geboortejaar 1889 staat helaas foutief op de grafsteen met onderaan de twee postuum verkregen onderscheidingen, het kruis Leopold II en het oorlogskruis. Graven van de broers Ignace en Joseph Evrard op de Belgische militaire begraafplaats Houthulst.

11 Op de begraafplaats liggen de broers Ignace en Joseph Evrard begraven, alle twee behorend tot het 4 e Linieregiment van de 1 e Infanteriedivisie. Ze sneuvelden beiden op 28 september bij de strijd om het Vrijbos in de noordelijke sector van het aanvalvak. Luitenant Joseph Evrard werd 24 jaar en adjudant Ignace 22. De broers waren voetballers bij Cercle Brugge en hun namen staan ook op een monument uit 1921 voor het stadion van Cercle Brugge. Ze waren eerst bijgezet op de begraafplaats van Hoogstade, gelegen bij een Belgisch veldhospitaal, maar zijn later clandestien overgebracht naar Houthulst. 14 Hoe en waarom blijft onduidelijk, maar duidelijk is te zien dat de graven later zijn toegevoegd aan de rij B1 met de grafnummers 1122A en 1122B. Hun namen staan wel in het huidige register dat bij de begraafplaats ligt, maar in het Belgian War Dead Register staan ze anno 2016 nog steeds ingeschreven onder de begraafplaats van Hoogstade. Begraafplaats van Hooglede De Duitse militaire begraafplaats van Hooglede ligt ongeveer zes kilometer ten noordwesten van Roeselare. 15 Het is met 8.247 doden de kleinste van de vier Duitse begraafplaatsen in Vlaanderen. Hooglede behoorde tot het Duitse Etappegebiet en kende in de wereldoorlog een aantal kleine begraafplaatsen. Die werden in de jaren dertig samengevoegd tot de huidige begraafplaats. Aan de achterkant van de begraafplaats is een Ehrenhalle gebouwd met een groot mozaïek van Christus geflankeerd door twee soldaten en twee vrouwen. Op de begraafplaats liggen vooral gesneuvelden van de Derde Slag van Ieper uit 1917 en van het eindoffensief uit 1918. Anders dan op de begraafplaatsen van Langemark en Vladslo zijn de doden hier niet bijgezet met als uitgangspunt zoveel mogelijk stoffelijke resten onder een grafsteen te brengen. Met zijn tweeën liggen ze hier onder een grafsteen. Onder de steen met nummers 5575-5576 zijn twee Duitsers begraven die sneuvelden op 28 september 1918. Luitenant Christoph Freiherr von Welk (of Welck) behoorde tot een machinegeweercompagnie van het Königliches Sächsisches 2. Grenadier-Regiment Nr. 101 Kaiser Wilhelm König von Preußen. Een regiment dat duidelijk paste bij zijn adellijke titel. Het regiment maakte deel uit van de 23 e Saksische infanteriedivisie die de linie ten zuidenoosten van het bos van Houthulst verdedigde. In het Deutsches Adelsblatt wordt als datum van de dood van luitenant Von Welk weliswaar 28 oktober 1918 opgegeven, maar de grafsteen vermeldt 28 september. 16 Er is geen aanwijsbare connectie met het verhaal van de Belgische broers Ignace en Joseph Evrard. Maar fictief toch wel, Ignace zou volgens getuigenissen van zijn neven zijn gedood door een Duitse officier en Joseph viel door machinegeweerkogels.

12 De Duitse militaire begraafplaats Hooglede met achteraan de Ehrenhalle. Grafsteen van Heinrich Schwaab en Christoph Freiherr von Welk op de Duitse militaire begraafplaats Hooglede.

13 Begraafplaats van Roeselare Roeselare behoorde in 1914 met circa 25.000 inwoners tot de grotere steden van Vlaanderen. Franse troepen verdedigden in oktober 1914 als laatsten de stad tijdens de algehele terugtocht richting Ieper en de IJzer. Vier jaar later heroverden ze de stad, verlaten door de inwoners en leeggeplunderd door de Duitsers. De 1.025 Franse doden van de strijd uit 1914 en 1918 liggen onder nieuwe, witte kruisen begraven op de Oude Stedelijke Begraafplaats. Op een rij liggen naast elkaar enkele gesneuvelden van de strijd op 14 oktober 1918. Op de begraafplaats van Roeselare zijn ook Belgen en Britten bijgezet. De Duitsers hadden in Roeselare eveneens een begraafplaats waarop ruim 1.500 doden lagen maar die zijn in de jaren vijftig herverdeeld over de andere Duitse militaire begraafplaatsen in Vlaanderen. De centrale laan van de begraafplaats draagt de naam van Ferdinand Le Hétet-dreef naar de heldhaftige Franse soldaat van het 41 e Infanterieregiment die op 19 oktober 1914 hier als laatste omkwam. De laan deelt de begraafplaats in tweeën met aan de ene kant de Franse gesneuvelden uit 1914 en latere oorlogsjaren, en aan de andere kant de gesneuvelden uit het offensief van oktober 1918. Voor Le Hétet werd een aparte graftombe opgericht en zijn naam staat ook op de ene kant van het monument dat in 1920 werd opgericht voor de bevrijders van Roeselare. Op een plaquette aan de andere kant van het monument wordt hulde gebracht aan het Franse 152 e Infanterieregiment. Roeselare had na de oorlog gehoopt dat in haar plaats de doden van het Belgische eindoffensief zouden worden begraven. Maar Roeselare was nu eenmaal niet bevrijd door de Belgen en dus werd voor Houthulst gekozen. Er is wel een Belgisch ereperk voor de zonen van Roeselare die vielen in de Grote Oorlog. Ze liggen onder een grafsteen voorzien van een Lotharings kruis en niet van een Belgisch vlaggetje. Eén daarvan is de 25-jarige soldaat Victor Vancoillie die diende bij het 12 e Artillerieregiment volgens zijn grafsteen. Een bord onder de steen met zijn doopceel vermeldt dan weer 11 e Artillerieregiment. Hij werd op 1 oktober overgebracht naar het veldhospitaal bij Hoogstade en stierf daar op 9 oktober volgens het bord. Het waren dus niet alleen de infanteristen die het leven lieten. De begraafplaats is tevens de laatste rustplaats van de jong gestorven Vlaamse dichter Albrecht Rodenbach (1856-1880). IJveraar voor de Vlaamse zaak en dichter van de strijdkreet Vliegt de blauwvoet? Storm op zee! In Roeselare staat ook een standbeeld van hem met de vogel. Jonge intellectuelen als luitenant Hubert Willems vonden ongetwijfeld inspiratie in zijn gedichten en hij zou in zijn laatste strijd bij Moorslede zijn mannen hebben aangemoedigd met die strijdkreet. 17

14 Het monument voor het Franse grafperk op de Oude Stedelijke Begraafplaats van Roeselare. Graf van soldaat Victor Vancoillie op de Oude Stedelijke Begraafplaats van Roeselare.

15 De laatste Belgische gesneuvelde De laatste fase van het offensief in Vlaanderen begon op 31 oktober bij de rivieren de Leie en de Schelde. De inbreng van het Belgische leger was daarbij beperkt tot slechts een divisie aan de noordkant van de Franse troepen. Het Belgische leger stokte uiteindelijk bij het kanaal van Gent naar Terneuzen waarachter de Duitsers zich op 2 november hadden teruggetrokken. Het waren Franse troepen bijgestaan door de twee Amerikaanse divisies die over de Leie en de Schelde trokken. In de nacht van 10 op 11 november verlieten de laatste Duitse troepen de stad Gent. Op 7 november openden de Belgen de aanval op het kanaal Gent-Terneuzen maar men kwam het kanaal niet over. Op 11 november werd nog over en weer geschoten waarbij twee Belgische oorlogsvrijwilligers bij Ertvelde en Kluizen omkwamen aan de oevers van het kanaal. Korporaal Marcel Terfve, die sinds mei 1915 bij het 2 e Regiment Jagers te Voet van de 5 e Infanteriedivisie diende, werd geraakt door een kogel in de linkerlong. Terfve was 24 jaar, afkomstig uit Luik en ongehuwd. Hij stierf om 10.45 uur volgens de registers. In de in 2014 gehouden tentoonstelling 14-18, Dit is onze geschiedenis! in het Koninklijk Museum van het Leger en de Krijgsgeschiedenis te Brussel werd Terfve als de laatste Belgische gesneuvelde van de oorlog aangeduid. Hij ligt begraven in Mons. Tot slot In de eerste fase van het offensief in Vlaanderen in september 1918 speelde het Belgische leger een hoofdrol en merkte daarbij dat de Duitse tegenstand nog altijd bijzonder taai was. Zonder hulp van de Fransen zou het vermoedelijk nooit zijn gelukt de Vlaamse kust te veroveren. Ten koste van de dodelijke verliezen van 253 officieren en 3.083 soldaten en onderofficieren had België echter, net als in 1914, meegevochten in een offensief om de Duitsers te verslaan. 18 Toch was dit onvoldoende om tijdens de vredesonderhandelingen in Parijs een rol van betekenis te spelen. De bloedprijs was vooral in de ogen van de Fransen veel te laag geweest. In de laatste dagen van de oorlog sneuvelden er nog altijd Fransen op Belgische bodem en 750 van hen liggen begraven op de Franse militaire begraafplaats te Machelen aan de Leie, ten zuidwesten van Gent. De datum van 10-11-1918 valt daar op menig Frans grafkruis te lezen. Ook de Amerikanen lieten soldaten achter op Vlaamse bodem in de strijd om de overgangen van de Leie en de Schelde en 368 van hen zijn bijgezet op het Flanders Field American Cemetery bij Waregem. Het is de kleinste Amerikaanse begraafplaats in Europa, maar die stond op 26 maart 2014 wel in het middelpunt van de belangstelling door het bezoek van de Amerikaanse president Barack Obama. Hij refereerde in zijn toespraak aan Brave Little Belgium. 19 Het eindoffensief in Vlaanderen krijgt echter weinig of helemaal geen aandacht in de algemene oorlogsliteratuur van het jaar 1918. Zo besteedt de Britse militairhistoricus Malcolm Brown in zijn boek 1918 Year of Victory welgeteld één regel aan het offensief in Vlaanderen. 20 Hij vermeldt zowaar nog dat het Belgische leger meestreed naast het Britse Tweede Leger en de Franse troepen. Door de veelheid van geallieerde offensieven eind september 1918, zoals tegen de Hindenburglinie rond Cambrai en in de Argonne, is de

16 Belgische bijdrage aan de geallieerde eindstrijd vrijwel uit het internationale zicht geraakt. Alsof Brave Little Belgium in een hoekje haar eigen onbeduidende oorlogje uitvocht. Het monument van het Flanders Field American Cemetery bij Waregem. Noten 1 De Vos, L., Simoens, T., Warnier, D., en Bostyn, F., 14-18. Oorlog in België, Leuven, 2014, p. 531-534. Bijlage B geeft een gedetailleerd overzicht van de samenstelling van het Belgische veldleger in september 1918. 2 Vandeweyer, L., De Eerste Wereldoorlog. Koning Albert en zijn soldaten, Antwerpen, 2005, p. 348-353. 3 Baccarne, R. en Steen, J., Van het Vrijbos tot Roeselare, Eindoffensief 1918, Provincie West- Vlaanderen, 2002. 4 Lampaert, R., België in oorlog speciaal 8, Van Maas tot IJzer, Erpe, 2008, p. 355. 5 1918 - Het bevrijdingsoffensief gezien door koningin Elisabeth, Catalogus bij de tentoonstelling in het Domein Raversijde van 1 juli tot 11 november 1998, Provincie West-Vlaanderen, 1998, p. 10-13. 6 Voor meer informatie over de in dit artikel genoemde militairen inclusief fiches, zie het Belgian War Dead Register: http://www.wardeadregister.be/nl. 7 Oorlogsmonument voor luitenant De Winde, https://inventaris.onroerenderfgoed.be/dibe/relict/51152. 8 Naamstenen, https://nl.wikipedia.org/wiki/naamstenen_1914-1918. 9 Baccarne en Steen, Hoofdstuk 12.2: Monumenten, straten en pleinen, p. 214-224. 10 Baccarne en Steen, p. 95. 11 Heureux, V., L utilisation des gaz de combat sur le front belge pendant la guerre 1914-1918, Thesis Koninklijke Militaire School, Brussel, 1989-1990.

17 12 Baccarne en Steen, Hoofdstuk 12.1: Begraafplaatsen, p. 193-214. 13 Namen van de gesneuvelden, http://www.abl1914.be/bwg/houthulst.htm. 14 Rapportage op Focus & WTV, de West-Vlaamse regionale TV-zenders, http://www.focuswtv.be/video/altijd-iemands-kind-2-het-verhaal-van-de-gebroeders-evrard. 15 Vancoillie J., en Corremans, L., Duitsland in WO I, Gedenken und Frieden, Leuven, 2015. Deutscher Soldatenfriedhof Hooglede, p. 192-203. 16 Freiherren von Welck (Anzeige in Deutsches Adelsblatt ), http://www.denkmalprojekt.org/2014/freiherren-v.welk_anzeige-deutsches-adelsblatt.html. 17 Krant De Poperinghenaar van 23 augustus 1936, p. 1. 18 De Vos, L., p. 489. 19 Krant De Standaard van 26 maart 2014, website http://www.standaard.be/cnt/dmf20140326_01041836. 20 Brown, M., The Imperial War Museum Book of 1918. Year of Victory, London, 1998, p. 251. 2016 - Eric R.J. Wils. De auteursrechten van bovenstaand artikel berusten bij de auteur. Voor gehele of gedeeltelijke overname is dan ook uitdrukkelijk voorafgaande schriftelijke toestemming vereist van de auteur. Ook vragen en opmerkingen kunnen via dit emailadres aan de auteur worden voorgelegd. Dit artikel is eerder, onder dezelfde titel, geplaatst in het september 2016 nummer van De Groote Oorlog, het huisorgaan van de Western Front Associatie Nederland.