DE ARCHEOLOGISCHE PREHISTORIE VAN ZUID-LIMBURG IR. J.P. DE WARRIMONT RIJCKHOLT 17-02-2018
HET KRIJT IN ZUID-LIMBURG Het Krijt is meer dan 65 miljoen jaar oud en bestaat uit diverse laagpakketten, waaronder de kalksteen van Meerssen en van Bunde. De kalksteen van Emael, Schiepersberg, Lanaye en Zeven Wegen bevat de beste kwaliteit vuursteen die voor de prehistorische mens belangrijk is geweest.
KRIJTFOSSIELEN Kenmerkende fossielen uit de kalksteen en het vuursteeneluvium van Zuid-Limburg. In de hogere delen van Zuid-Limburg is door verwering de kalksteen opgelost. Wat overbleef wordt vuursteeneluvium genoemd. Hieruit is in de prehistorie, in Banholt, Mheer en Rullen, in dagbouw vuursteen gewonnen.
VUURSTEENBANKEN IN HET KRIJT PRIMAIRE BRON VAN VUURSTEEN
VUURSTEENKNOLLEN Vuursteenknollen uit het vuursteeneluvium zijn plaatselijk geëxploiteerd voor de bouw van wegen en huizen. Hier de situatie in Banholt in 1917. Grote hoeveelheden vuursteen liggen klaar om afgevoerd te worden voor de wegenbouw. Hierbij zijn veel vuursteenmijnen uit de prehistorie vernield.
Een eenvoudige stamboom van de mens
DE NEANDERTHALER ONTMOET DE MODERNE MENS Het verschil in lichaamsbouw van de Neanderthaler en de moderne mens. Een Neanderthaler ontmoet de moderne mens rond 36.000 jaar geleden.
MESOLITHICUM Sporen van mesolithische jagers worden met enige regelmaat in Zuid-Limburg aangetroffen. Ze hadden een nomadisch bestaan en waren hier aanwezig tussen 10.000-5000 v.chr. Het waren de laatste jagerverzamelaars. Hiernaast is een deel van het jachtwild afgebeeld, met edelhert, ree, oeros en wild zwijn. Daarnaast een tafereel van de jacht op een oeros.
MIGRATIE VAN DE EERSTE BOEREN UIT HET NABIJE OOSTEN Vanuit het Nabije Oosten zijn er twee migratieroutes door Europa: - Een noordelijke via de Balkan en het stroomgebied van de Donau en de Rijn. - Een zuidelijke via de kusten van de Middellandse Zee en het stroomgebied van de Rhône, Maas en Rijn naar het noorden.
VERSPREIDING VAN BANDKERAMISCHE NEDERZETTINGEN Verspreiding van de Bandkeramiek (ook Lineaire Bandkeramiek of LBK genoemd) in Europa, rond Zuid- Limburg. De eerste boeren vestigden zich tussen 5250-4900 v.chr. op de lössgronden van Zuid-Limburg en omgeving.
Een impressie van een dorp van de Bandkeramiek, met boerderijen, akkerbouw en veeteelt. De dissel verscheen als werktuig om hout te bewerken, aardewerk om te koken en om voedsel in op te slaan, de sikkel en maalstenen om graan te maaien en te malen. BANDKERAMIEK NEDERZETTING
EEN BANDKERAMISCHE NEDERZETTING OP DE GRAETHEIDE
IMPRESSIE VAN EEN HUISPLAATS UIT DE BANDKERAMIEK Een recente impressie met veel details over de bewoners van de Bandkeramiek.
RAADSEL Bij de komst van de Bandkeramiek verbleven hier reeds twee groepen met hun eigen aardewerk. Het betreft Limburg en La Hoguette aardewerk. Het wordt aangetroffen in afvalkuilen van de LBK of op vindplaatsen, zoals Sweikhuizen, buiten een LBK context. Op de afbeelding zijn leden van de LBK afgebeeld met twee leden van La Hoguette die als jager-verzamelaar met hun kenmerkend aardewerk staan afgebeeld. Mogelijk zijn het groepen met aardewerk die de invloed van de neolithisering via de zuid-route hebben ondergaan. Het kunnen herders zijn geweest die rondtrokken met hun vee.
BANDKERAMISCH AARDEWERK Fraaie potten van de Bandkeramiek met bandvormige versiering. De Bandkeramiek ontleent zijn naam aan de bandvormige versiering op veel van de potten.
LBK-AARDEWERK Bijzonder aardewerk uit de groeve Caberg-Klinkers, ten noorden van Maastricht: Twee steilwandige bekers en twee ronde kommen met bijzondere versieringselementen.
ARTEFACTEN UIT DE BANDKERAMIEK Met de klok mee: Keramiek met klingwerktuigen. Dissels met vuurstenen pijlpunten. Twee dissels met een vuurstenen schrabber uit Ulestraten. Klingkernen uit Banholt.
RÖSSENCULTUUR Van de Rösssencultuur (4900-4200 v.chr.) zijn weinig vondsten bekend. In Maastricht-Randwyck is een deel van een nederzetting opgegraven. Leden van deze Rössencultuur hebben vuursteenmijnen bij Rullen in de gemeente Voeren (B) ontgonnen. In de omgeving van Moorveld is een groot fragment van een Rössener Breitkeil (een bijl) gevonden met een dubbele doorboring. Boven: Breitkeilfragment uit de omgeving van Moorveld. Onder: Een complete Breitkeil uit Düren (D).
VUURSTEENMIJNBOUW IN ZUID-LIMBURG Vuursteenmijnbouw van Lanayevuursteen in westelijk Zuid-Limburg. De mijnen van Banholt en Mheer zijn tijdens de Bandkeramiek in bedrijf geweest. Rullen was vooral belangrijk voor de Rössencultuur en Rijckholt voor de Michelsbergcultuur en de Steingroep.
OPENLUCHT MIJNBOUW ZOALS WE DAT KENNEN VAN MHEER, BANHOLT EN RULLEN
ONDERGRONDSE VUURSTEENMIJNBOUW IN ZUID-LIMBURG Via schachten en galerijen werden vuursteenknollen 12 m diep uit de grond gehaald. In de omgeving van de mijnschacht werden uit vuursteenknollen halffabricaatbijlen en klingen gemaakt die naar de nederzettingen werden afgevoerd. De mijnbouw had zijn hoogtepunt tijdens de Michelsbergcultuur en de Steingroep.
VUURSTEENMIJNBOUW Na de Bandkeramiek, tijdens de periode van de Michelsbergcultuur en de Steingroep, werd in Rijckholt-St. Geertruid (links) en Valkenburg (rechts) ondergronds vuursteen gewonnen.
MICHELSBERGCULTUUR (4500-3500 V.CHR.) De verbreiding van de Michelsbergcultuur is hiernaast weergegeven.
ERDWERK (AARDWERK) MICHELSBERGCULTUUR
HET SLAAN VAN KLINGEN VAN EEN KERNSTEEN KLINGEN ZIJN LANGE SPANEN VAN EEN KLINGKERN GESLAGEN
DE PRODUCTIE VAN KLINGEN V.l.n.r.: Geslepen en halffabrikaat bijl, de productie van klingen met een drevel en hamer uit edelhertgewei en het eindproduct: de klingen. De klingkernen werden als afval in de ateliers achtergelaten. In de nederzettingen werden de bijlen geslepen en van klingen en andere afslagen werden bijvoorbeeld messen, schrabbers, pijlpunten, boren, priemen en stekers gemaakt.
KLINGKERNEN Vier klingkernen uit: (v.l.n.r.) Mesolithicum. Uit Haspengouwvuursteen. Bandkeramiek. Deze is later als klopsteen gebruikt. Van vuursteen uit Rijckholt-St. Geertruid. Neolithicum. Uit de ateliers van Rullen. Michelsbergcultuur. Uit de ateliers van Rijckholt-St. Geertruid.
BEWERKEN VAN VUURSTEEN Links: Vuursteenklingen uit Valkenburgvuursteen van een vuursteenatelier in Ulestraten. Rechts: Een grote slijpsteen voor stenen bijlen uit Slenaken.
MICHELSBERGCULTUUR MK-artefacten uit de gemeente Meerssen. Ze geven plaatsen aan waar nederzettingen zijn geweest. Van boven naar beneden: Brommelen - uit afvalkuilen aangetroffen bij de aanleg van een fietspad in 1994. Kasen akkervondsten van een rijke Michelsberg vindplaats. Moorveld akkervondsten.
STEINGROEP Van de Steingroep (3500-2500 v.chr.) zijn weinig determineerbare vondsten bekend. Transversaalpijlpunten komen wel voor en enkele scherven aardewerk van de vindplaats Geulle- Armenbos. Het hoogtepunt van de vuursteenwinning op de Lousberg bij Aken valt samen met de aanwezigheid van de Steingroep. Hiernaast grafgiften uit de grafkelder van Stein met aardewerk, een geslepen bijl, transversaalpijlpunten en benen werktuigen.
HET MALEN VAN GRAAN Het graan werd tussen twee stenen (de ligger en de loper) met de hand gemalen.
ARTEFACTEN UIT HET MIDDEN-NEOLITHICUM Een slijp- en wrijfsteen. Een maal- en klopsteen. Hiervoor werden bijvoorbeeld kwartsiet of kwartsitische zandsteen gebruikt.
LANDBOUWGEWASSEN EN HUISDIEREN TIJDENS DE PREHISTORIE
PIJLPUNTEN VAN VUURSTEEN DOOR DE EEUWEN HEEN Vanaf het Mesolithicum tot de Bronstijd werden vuurstenen pijlpunten gebruikt; v.l.n.r.: Mesolithicum en Bandkeramiek, Michelsbergcultuur, Steingroep met transversaalpijlpunten, Laat-Neolithicum en Bronstijd. De vorm van de pijlpunten biedt de mogelijkheid om een cultuur te determineren.
SCHRABBERS DOOR DE EEUWEN HEEN
PREHISTORISCH AARDEWERK De verschillende prehistorische culturen en groepen vanaf de Bandkeramiek hebben ieder hun eigen aardewerkvormen, samenstelling, uiterlijk of versiering. Ook dit biedt de mogelijkheid om vondsten te determineren. Hier zijn enkele voorbeelden gegeven. V.l.n.r.: Bandkeramiek, Michelsbergcultuur, Steingroep en IJzertijd.
LAAT-NEOLITHICUM EN BRONSTIJD Uit het Laat-Neolithicum (2800-1900 v.chr.) zijn in deze regio weinig vondsten bekend. Ook de erop volgende Bronstijd (1900-800 v.chr.) is hier slecht vertegenwoordigd. Van de IJzertijd (800-50 v.chr.) zijn weer meer vondsten beschikbaar.
GLAZEN ARMBANDEN UIT DE IJZERTIJD Enkele tientallen fragmenten van kobaltblauwe glazen armbanden. Hier voorbeelden van zogenaamd La Tène glas.
METAAL Brons is een legering van koper en tin. Het was kostbaar en moest uit Oost- Europa of Engeland worden aangevoerd. Daarom werden stenen werktuigen in de Bronstijd niet helemaal verdrongen. IJzer was als ijzeroer of klapperstenen in de eigen omgeving beschikbaar. Vergeleken met brons was het moeilijk te smelten. Dat het gesmeed kon worden was een groot voordeel. Hiernaast een bronsgieter en ijzersmid in actie.
METAALTIJDEN In tegenstelling tot ijzer blijft brons in de bodem goed bewaard. Dat geldt nog meer voor kostbare edelmetalen als zilver en goud. Uit de omgeving van Meerssen zijn belangrijke vondsten gedaan. Met de klok mee: - Bronsdepot uit Vilt. - Zilveren vaas uit Neerharen ten noorden van Maastricht. - Keltische muntschat uit Amby. - Gouden torque (halsring) uit Heerlen.
ROMEINEN Met het verschijnen van de Romeinen rond 55 v.chr. eindigt de prehistorie in Limburg. Dit gaat met veel geweld gepaard. De Keltische stam der Eburonen bezorgde de Romeinse legers onder leiding van Julius César hier een grote nederlaag. Omdat door de Eburonen verraad was gepleegd werden deze in de jaren hierna door de Romeinen uit wraak grotendeels uitgeroeid. Gezagsgetrouwe groepen mochten zich in de ontvolkte gebieden waaronder Limburg - vestigen.