ij Tweede Kamer DER STATEN-GENERAAL

Vergelijkbare documenten
Aan de (plv.) leden van de vaste commissie voor Europese Zaken. Geachte leden,

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA s-gravenhage

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag

Tweede Kamer der Staten-Generaal

vaste commissie voor Europese Zaken Actuele EU-procedures in de commissies

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Actuele EU-procedures in de commissies

HERZIENE AGENDA (brieven met * toegevoegd) vaste commissie voor Europese Zaken

Voorbeeld model decentrale overheden als mededepartement

Eerste Kamer der Staten-Generaal

vaste commissie voor Europese Zaken Actuele EU-procedures in de commissies

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag. Datum 1 maart 2016 Betreft Transparantie van de Europese Unie

PS-werkgroep Europa Fasen van EU-besluitvorming

Datum 22 april 2016 Betreft Uw verzoek inzake Beantwoording feitelijke vragen inzake transparantie

Actuele EU-procedures in de commissies

Brussel via het Binnenhof De Tweede Kamer en de EU

Met betrekking tot de distributie van Raadsdocumenten kunnen drie categorieën worden onderscheiden:

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Verslag college 2 collegereeks Europa

Meetinstrument organisatorische borging van EU financiering bij gemeenten

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

De Permanente Vertegenwoordiging van het Koninkrijk der Nederlanden bij de Europese Unie (PV-EU) Jos G.H. Draijer

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1A 2513 AA s-gravenhage AV/A&M/2001/60552

1. Algemene gegevens a) Titel voorstel Voorstel voor een Interinstitutioneel akkoord inzake een verplicht transparantieregister

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag..

Toespraak Voorzitter bij het in ontvangst nemen van het Jaarboek Parlementaire Geschiedenis 2012 op 20 november 2012 in de Oude Zaal

Best practices: EU Dossierteams

Commissie Europa en Internationaal van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Vraag 1 Bent u bekend met het bericht Europa dumpt nog steeds schepen op Aziatische sloopstranden 1?

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Beleidsregels Adviesraad voor het Sociaal Domein Gemeente Leeuwarden

Commissie Europa en Internationaal van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Twente Wegwijs in Brussel

Actuele EU-procedures in de commissies

AIV advies Nederland en het Europees Parlement: Investeren in nieuwe verhoudingen.

IZ/BSB/2001/ De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, (W.A. Vermeend) Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Beslispunt: 1. Verordening cliëntenraad sociale zekerheid gemeente Woudrichem 2010 vast te stellen.

Tweede herziene agenda wegens wijziging datum en tijdstip (in verband met plenaire agenda) Toegevoegde zaken * vaste commissie voor Europese Zaken

Actuele EU-procedures in de commissies

Datum 11 mei 2017 Betreft Kamervragen van het lid Wiersma (VVD) overover kinderbijslag in het buitenland

Actuele EU-procedures in de commissies

e) Nr. impact assessment Commissie en Opinie Impact-assessment Board Niet opgesteld

Verslag van het bezoek van drs. WJ. Kuijken, mr.drs. R.K. Visser en aan het Verenigd Koninkrijk

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

REGLEMENT VAN ORDE VOOR DE VASTE COMMISSIES UIT HET ALGEMEEN BESTUUR VAN HET WATERSCHAP HUNZE EN AA'S 2010

Europa in de Tweede Kamer

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

Eerste Kamer der Staten-Generaal

23JAN 2û19. Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Inventarisatie documenten

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Convenant tussen. Stichting Seniorenraad Meierijstad en. Woningbouwvereniging Wovesto

Deze ontvangt u mede namens de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, Paul Blokhuis.

vaste commissie voor Europese Zaken Actuele EU-procedures in de commissies

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

Datum 24 juni 2016 Betreft Kamervragen van het lid Omtzigt over de herziening van de IORP-richtlijn

Tweede Kamer der Staten-Generaal

vaste commissie voor Europese Zaken

Actuele EU-procedures in de commissies

vaste commissie voor Europese Zaken

Tweede Kamer der Staten-Generaal

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1995 Nr. 100

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Beleidsdoorlichting Luchtvaart. Verslag onafhankelijke deskundige

Zelfevaluatie Wmo-raden 2014

1. Algemene gegevens a) Titel voorstel De internemarktagenda voor banen, groei en investeringen uitvoeren

vaste commissie voor Buitenlandse Zaken

Actuele EU-procedures in de commissies

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Convenant tussen. Stichting Seniorenraad Meierijstad en Brabant Zorg

VERORDENING CLIËNTENPARTICIPATIE WSW

Convenant tussen. Stichting Seniorenraad Meierijstad en. BENU Apotheek De Meierij

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten- Generaal Postbus EA Den Haag

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Tweede Kamer der Staten-Generaal

CONV 252/02 smu/ier/jg 1

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

Actuele EU-procedures in de commissies

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 15 januari 2002 (OR. en) 14759/01 JEUN 67 SOC 510

HET STRATEGISCH ORGAAN VAN DE EU

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Datum 16 september 2016 Betreft De transparantie van het EU besluitvormingsproces en de uitvoering van het arrest Access Info Europe

Transcriptie:

ij Tweede Kamer DER STATEN-GENERAAL aan De minister van Buitenlandse Zaken Postbus 20018 De heer drs. S.A. Blok 2500 EA Den Haag Vaste commissie voor Europese Zaken M. Azmani, voorzitter Binnenhof le 2513 AA Den Haag datum 14juni 2018 pagina 1/5 Geachte heer Blok, In het kader van haar jaarplanning versterking kennispositie 2018 (documentnummer 2018D06626) heeft de vaste commissie voor Europese Zaken besloten een onderzoek te willen doen naar de effectiviteit van Nederlandse belangenbehartiging in de Europese Unie. Dit onderzoek moet worden geplaatst tegen de achtergrond van de grote ontwikkelingen die de EU momenteel doormaakt. Zo kan gewezen worden op de naderende Brexit en het nieuwe krachtenveld waarin Nederland positie moet kiezen. Ook vinden op dit moment discussies plaats over de toekomst van de EU, zoals in het kader van het Witboek van de Europese Commissie en de Leidersagenda van de voorzitter van de Europese Raad. Verder treden in 2019 een nieuw Europees Parlement en een nieuwe Europese Commissie aan. In dit veranderende Europese speelveld is het van groot belang dat Nederland effectief voor zijn belangen opkomt. Het onderzoek van de commissie Europese Zaken is meer specifiek gericht op de vraag hoe de regering in Europese beleids- en besluitvormingsprocessen opkomt voor Nederlandse prioriteiten, in hoeverre dit effectief is en wat beter kan. In dit kader wordt onder meer nader in kaart gebracht hoe de Nederlandse belangen in de EU door de regering thans worden bepaald en gerepresenteerd. Los van dit eigen onderzoek doet de Adviesraad Internationale Vraagstukken (AIV) momenteel op verzoek van de Kamer onderzoek naar coalitievorming na Brexit.

Ten behoeve van het nader in kaart brengen van de wijze waarop van de zijde van de regering de Nederlandse belangen in de EU thans worden bepaald en behartigd, legt de commissie Europese Zaken u onderstaande vragen voor. Set 1: het formuleren en behartigen van het Nederlandse belang: proces en strategie 1.1. Hoe worden de Nederlandse belangen in de EU bepaald en geformuleerd? Hoe is de coördinatie daarvan binnen en tussen departementen en de vertegenwoordiging in Brussel georganiseerd? Worden ook andere (externe) actoren structureel of incidenteel in dit proces betrokken teneinde een goed beeld van het Nederlandse belang te krijgen en zo ja, op welke wijze? 1.2. Op welk moment in het Europese beleidsvormingsproces wordt de Nederlandse belangen bepaald? Hoe proactief is Nederland daarbij? Doet Nederland bijvoorbeeld altijd mee aan consultaties? Hoe verhoudt zich dit tot de BNC procedure, die vooral gericht is op reeds tot stand gekomen EU-voorstellen? In hoeverre komt dit overeen met de wijze en het moment waarop andere lidstaten hun belangen behartigen? 1.3. Aan welke andere vormen van gestructureerde beleidsvoorbereiding door de Europese Commissie, zoals in de vorm van expertgroepen of andere informele of adviserende gremia, wordt vanuit Nederland deelgenomen? Hoe wordt bevorderd dat de Commissie hierin voldoende Nederlandse ambtenaren, wetenschappers en maatschappelijke actoren betrekt? Hoe verloopt de coördinatie c.q. aansturing van Nederlandse betrokkenen in deze vroege fase van beleidsvorming? En hoe wordt de coherentie van beleid gewaarborgd? 1.4. Worden bij nieuwe EU-voorstellen altijd (eigen) impact assessments gedaan of gevraagd? In hoeverre levert Nederland een bijdrage aan de impact assessments die de Europese Commissie verricht in de beleidsvoorbereiding? Hoe verhoudt zich dit tot de mate waarin andere lidstaten inbreng leveren? 1.5. In het verleden is op verschillende (deel)terreinen onderzoek gedaan naar de interne coördinatie van de Nederlandse positie voorafgaand aan en tijdens het onderhandelingsproces over een EU-voorstel in de Raad. Onder meer de JOB beleidsdoorlichting Strategie bij benadering uit 2014 gaat hierop in. Hoe heeft dit coördinatieproces, bijvoorbeeld tussen het ministerie van Buitenlandse Zaken, de vakdepartementen en de permanente vertegenwoordiging in Brussel, zich de afgelopen jaren ontwikkeld? En hoe wordt daarbij zicht gehouden op de onderhandelingen in het EP? pagina 2/5

1.6. In aanloop naar en tijdens het Nederlandse EU-voorzitterschap in 2016 is geïnvesteerd in de relaties met lidstaten en instellingen, in het bijzonder het EP (zie Kamerstuk 34 139, nr. 18). Hoe is dit vormgegeven? Is achteraf nagegaan hoe het Nederlandse voorzitterschap door andere lidstaten is ervaren? In hoeverre hebben de gedane investeringen nu nog effect op de positie van Nederland en waaruit blijkt dat? 1.7. Hoe wordt, in de fase van uitvoering van Europees beleid, de besluitvorming in comitologie gevolgd? Op welke wijze wordt omgegaan met ingebrekestellingen? Hoe wordt zicht gehouden op de uitvoering van EU-beleid en de effecten daarvan? En hoe houdt de regering zicht op de Nederlandse belangenbehartiging binnen transnationale netwerken van zelfstandige bestuursorganen en markttoezichthouders? Set 2: Nederlandse betrokkenheid in EU-beleidsvormingsprocessen: cijfers, trends en strategie 2.1. Hoe vaak zijn Nederlandse bewindspersonen de laatste vijf jaar aanwezig geweest bij Raden? Hoe vaak werden zij vervangen door de permanent vertegenwoordiger of andere ambtenaren? Kunt u hiervan een overzicht geven? Hoe verhoudt zich dit tot de aanwezigheid of vervanging van bewindspersonen van andere lidstaten? 2.2. Kunt u een beeld schetsen van de bilaterale of multilaterale overleggen die bewindspersonen vooraf of buiten de Raden om voeren met collega s uit andere lidstaten in dit verband? Welke strategische keuzes maakt het kabinet hierin anno 2018, gelet op de veranderende verhoudingen in de EU? 2.3. Hoe is de deelname van Nederlandse ambtenaren aan raadswerkgroepen en andere voorbereidende gremia georganiseerd? Zijn hierin de afgelopen vijf jaar verschuivingen waarneembaar ten opzichte van de periode daarvoor? Zijn er redenen om niet deel te nemen aan bepaalde werkgroepen? Kunt u hiervan een overzicht geven? 2.4. Hoeveel zogeheten white papers en non-papers, waarin Nederland zijn speerpunten, opvattingen en doelen formuleert, zijn door Nederland de laatste vijf jaar geschreven op de verschillende terreinen en welke doelen wilde Nederland bereiken? Aan hoeveel papers van andere lidstaten of het Raadsvoorzitterschap heeft Nederland meegeschreven? Hoe verhoudt de Nederlandse inzet zich tot die van andere lidstaten? pagina 3/5

datum 14 juni 2018 betreft Onderzoek Nederlandse belangenbehartiging in de Europese Linie 2.5. Wanneer wordt gekozen voor papers en wanneer worden andere manieren van (vroegtijdige) beïnvloeding gehanteerd? 2.6. Aan welke coalities of kopgroepen binnen de Raad neemt Nederland deel? Welke nonpapers zijn daaruit voortgekomen en heeft Nederland daaraan meegeschreven? Hoeveel coalities/kopgroepen waren er de laatste vijf jaar? Welke andere lidstaten zijn vaak actief in coalitie/kopgroepverband en op welke terreinen? Wanneer neemt Nederland het initiatief? 2.7. Hoe wordt zicht gehouden op het verloop van trilogen, naast de reguliere terugkoppeling door het Raadsvoorzitterschap? 2.8. Hoe vaak is in de afgelopen vijf jaar in de Raad gestemd? Hoe vaak stemde Nederland voor of tegen? En hoe vaak onthield Nederland zich van stemming? En hoe verhoudt zich dit tot het stemgedrag van andere lidstaten? 2.9. Indien Nederland in de Raad een vetorecht heeft, hoe wordt daarmee in algemene zin omgegaan? Op welke wijze wordt bepaald wanneer een veto wordt ingezet? Wanneer wordt dat effectief geacht? En in welke concrete gevallen is een veto ingezet? En wanneer deden andere lidstaten dat? Set 3: benoemingen en posities van Nederlanders: cijfers, trends en beleid 3.1. Welke specifieke posities op hoog en senior niveau in de belangrijkste EU instellingen (Commissie, Raad, EP) worden op dit moment door Nederlanders bekleed? Hoe is dit per instelling verdeeld per beleidsterrein en functiegroep? Hoe verhoudt het voorgaande zich tot lidstaten die vergelijkbaar zijn met Nederland (op basis van inwoneraantal en BBP)? 3.2. Volgens gegevens van de Europese Commissie neemt het aantal Nederlanders dat binnen de ambtelijke dienst van de Commissie werkzaam is de laatste jaren af. Hoe is dit te verklaren? Waarom zijn er binnen de Commissie weinig Nederlanders in lagere (AST) beleidsfuncties werkzaam (afgezet tegen inwoneraantal)? Hoe ontwikkelt het aantal benoemingen en de representatie van Nederland zich in de EU-instellingen in brede zin? 3.3. Hoeveel Nederlandse experts nationaux détachés (END-ers) zijn momenteel werkzaam in de EU-instellingen en organen? Op welke posities en beleidsterreinen? Hoe verhoudt zich dit tot vergelijkbare lidstaten en welke ontwikkeling is hierin te zien de afgelopen vijf jaar? 3.4. Volgens de website van het ministerie van Buitenlandse Zaken telt de Nederlandse permanente vertegenwoordiging op dit moment ongeveer 80 beleidsinhoudelijke medewerkers, verdeeld over diverse afdelingen. Hoe pagina 4/5

verhoudt dit aantal en verdeling zich tot de vertegenwoordigingen van andere, vergelijkbare lidstaten? 3.5. Hoeveel personen werken op dit moment op de verschillende ambassades in de lidstaten? 3.6. De afdeling Algemene Bestuursdienst van de Permanente Vertegenwoordiging (PV EU-ABD) behartigt de Nederlandse belangen op het gebied van personeelsbeleid bij de EU. Welk beleid wordt ten aanzien van benoemingen en posities in EU-instellingen op dit moment gevoerd, bijvoorbeeld als het gaat om de aanwas van jonge ambtenaren (concours) en de tijdelijke plaatsing van END-ers? Zijn er op dit punt verschillen tussen beleidsterreinen? Hoe wordt contact onderhouden met Nederlandse ambtenaren bij EU-instellingen? Uw antwoorden zullen worden betrokken in het verdere onderzoek. In verband met de voortgang van het onderzoek en mogelijke vervolgactiviteiten, verzoek ik u de vragen uiterlijk 1 oktober 2018 te beantwoorden. Hoogachtend, De vo rzitter van de vaste commissie voor Europese Zaken M.Ai pagina 5/5