ONTWERP DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN. Gelet op de artikelen 10, eerste lid, en 12, derde lid, van de Meststoffenwet; BESLUIT:

Vergelijkbare documenten
DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT,

Verruiming van de stikstofruimte voor beweid grasland ten laste van de stikstofruimte voor gemaaid grasland op zand- en lössgronden

WOT Natuur & Milieu. Geachte heer Berkelmans,

WIJ BEATRIX, BIJ DE GRATIE GODS, KONINGIN DER NEDERLANDEN, PRINSES VAN ORANJE- NASSAU, ENZ. ENZ. ENZ.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds en uitrijden drijfmest en vloeibaar zuiveringsslib 2016.

Teelthandleiding wettelijke regels

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Review voorgestelde N-gebruiksnorm bij de teelt van industriegras

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Stikstof en fosfaatopname van vaste planten

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Gelet op artikel 64, derde lid, van de Wet bodembescherming;

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Wijziging van de Uitvoeringsregeling Meststoffenwet

Paarden 6 mnd., kg 11 11,6 127,6 36,6 402,6 17,5 192,5 Paarden 6 mnd., > 450 kg 4 15,0 60,0 47,6 190,4 22,0 88,0 Totaal

Nota van Toelichting. 1 Inleiding

TCB S78(2006) Den Haag, 30 november Betreft: Advies Ontwerpvrijstellingsregeling BGM stikstofkunstmest en vanggewas 2006

Resultaten KringloopWijzers 2016

Hoe maak je een bemestingsplan binnen de gebruiksnormen

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

Landbouwkundige en milieukundige trends ruwvoerteelt. Gerard Velthof, Wageningen Research. Inhoud. Welke maatregelen zijn reeds genomen?

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds handelende in overeenstemming met de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;

Mestbeleid in Nederland

2.2 Grasland met klaver

Voorstel aanpassing bemestingsadvies voor stikstof van rozen

Haal meer uit de bemesting

Wijziging Uitvoeringsregeling huurprijzen woonruimte en het Besluit beheer sociale-huursector

Dirksen Management Support John Baars

> Retouradres Postbus EK Den Haag Directoraat-generaal Agro

De Raad van State gehoord (advies van, nr. ); HEBBEN GOEDGEVONDEN EN VERSTAAN:

Naar een duurzaam bodemen nutriëntenbeheer via de kringloopwijzer akkerbouw

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

In tabel I, van bijlage D, komt voor de diersoort Capra hircus (geit), diernummer 600, de tabel te luiden: 600 Alle 0,76 10,2 4,3 b -

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Bijlage A. Stikstofgebruiksnormen behorende bij artikel 28 van de Uitvoeringsregeling Meststoffenwet

Bemesten van gras na mais en mais na gras?

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Regeling formulieren Huurprijzenwet woonruimte

Bemesting Gras Hogere ruwvoeropbrengst

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

MAISTEELT 2019: DE SUCCESFACTOREN!

CDM-advies Werkingscoëfficiënt graasdiermest Advies CDM Werkingscoëfficiënt graasdiermest

Equivalente maatregelen bemesting open teelten Voorstel ingediend door LTO en NAV bij het Ministerie van Economische Zaken

Wijziging Uitvoeringsregeling Meststoffenwet

De Raad van State gehoord (advies van., no...);

Regeling model rapportageformulier Besluit glastuinbouw

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds De Regeling aanwijzing nationale parken wordt als volgt gewijzigd:

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Mesdag Zuivelfonds NLTO

Grondgebruik (ha) Grasland 27,00 Bouwland 5,00. Aantal graasdieren (incl. uitgeschaard naar natuurterrein) 100 Melkkoeien 90,0

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, handelende in overeenstemming met de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat;

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

..^i-fie EERSTE WAfe < IR , TyU ^ 0 9 JUL 2010 DATUM V J U L KOPIE

Wettelijke normen ten aanzien van bodem en gewas in relatie tot de KringloopWijzer

DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT,

Op de voordracht van Onze Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij van..., no. trcjz..., Directie Juridische Zaken;

Werkzame stikstof v.s. Totale stikstof

Samenwerking tussen melkveehouderij en akkerbouw

B In artikel 3, eerste en tweede lid, wordt Intop Zorgsector te Eindhoven vervangen door: Intop Zorgsector te Hilversum.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA s-gravenhage

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds De Uitvoeringsregeling huurprijzen woonruimte wordt als volgt gewijzigd:

- CONCEPT voor consultatie -

Historiek besluit - (B.S., 16 augustus 2011) - Gewijzigd bij BVR 25 januari 2013 (B.S., 19 februari 2013, I : 1 januari 2013)

Moderne grasmengsels voor circulaire melkveehouderij

Aan De Staatssecretaris van Economische Zaken Mevrouw SAM. Dijksnia Postbus EX Den Haag. TCB A106(2015) Den Haag, 23 juli 2015

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Advies Actualisatie bijlage J Uitvoeringsregeling Meststoffenwet

Kansen voor mestscheiding

1. Doel en aanleiding Dit Besluit wijzigt het Besluit gebruik meststoffen (hierna: Bgm) en het Uitvoeringsbesluit Meststoffenwet (hierna: UbM).

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Checklist gedrag ph in Organische Substraten

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Wat moet de landbouwer doen? - Vlaamse Landmaatschappij

Regeling formulieren verpakkingen

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Checklist gedrag ph in Organische Substraten

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit maakt bekend:

Bemesting en Kringloopwijzer Gerrit Bossink Dier / Bodem / Bemesting /Gewas / Teelt. 2. Grondmonster analyse: Grasland / Bouwland

NOTA VAN TOELICHTING. Inhoudsopgave

NRS Mineraal. Managementproducten - NRS Mineraal. Beslissen van kalf tot koe


Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Review opbrengst en mineralengehalten ruwvoer en enkelvoudig diervoer - Actualisatie bijlage J Uitvoeringsregeling Meststoffenwet.

Wijziging van de Regeling vaststelling modellen rijbewijzen en daarmee verband houdende formulieren

13 Economie. Snijmaïs is een belangrijk gewas voor de melkveehouderij

Mestbeleid. Stelsel van verplichte mestverwerking. 13 januari Joke Noordsij. Rijksdienst voor Ondernemend Nederland

Tweede Kamer der Staten-Generaal

c.c. De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu Mevrouw S.A.M. Dijksma Postbus EX Den Haag Bilthoven, 29 augustus 2016

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

Effect 5 e Nitraat Actie Programma op de bodembelasting. Berekening bodembelasting voor berekening van de waterkwaliteit

Stikstof en fosfaatafvoer met de kluit van boomkwekerijgewassen

Wijziging Uitvoeringsregeling huurprijzen woonruimte

Wijziging Subsidieregeling natuurbeheer 2000, Subsidieregeling agrarisch natuurbeheer en vaststelling enkele subsidieplafonds en aanvraagperioden

RUWVOER+ Optimaliseer uw ruwvoerproces

Wijziging Regeling gewijzigd formulier voor aanvraag bouwvergunning

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Open teelten op zandgronden hebben meer tijd nodig om te voldoen aan nitraatrichtlijn

Transcriptie:

MINISTERIE VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT ONTWERP Regeling van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 2008 TRCJZ/2008/2149 houdende wijziging van de Uitvoeringsregeling Meststoffenwet VOEDSELKWALITEIT, DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN Handelende in overeenstemming met de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer; Gelet op de artikelen 10, eerste lid, en 12, derde lid, van de Meststoffenwet; Artikel I BESLUIT: De Uitvoeringsregeling Meststoffenwet 1 wordt als volgt gewijzigd: A. Bijlage A wordt als volgt gewijzigd: 1. Onder het kopje Grasland (kg N per ha per teelt) wordt: a. de stikstofgebruiksnorm voor het gewas grasland met beweiden, zand/löss voor het jaar 2009 van 260 vervangen door: 265; b. de stikstofgebruiksnorm voor het gewas grasland met volledig maaien, klei voor het jaar 2009 van 350 vervangen door: 310; c. de stikstofgebruiksnorm voor het gewas grasland met volledig maaien, veen voor het jaar 2009 van 300 vervangen door: 265; en d. de stikstofgebruiksnorm voor het gewas grasland met volledig maaien, zand/löss voor het jaar 2009 van 340 vervangen door: 265. 2. Onder het kopje Boomkwekerijgewassen (kg N per ha per teelt) wordt: a. de stikstofgebruiksnorm voor het gewas vruchtbomen op Klei voor het jaar 2009 van 90 vervangen door: 135; en b. de stikstofgebruiksnorm voor het gewas vruchtbomen op Zand/löss en Veen voor het jaar 2009 van 90 vervangen door: 135. B. In Bijlage B wordt de werkingscoëfficiënt voor de type meststof op het eigen bedrijf geproduceerde mest (drijfmest of vaste mest) van graasdieren voor de omstandigheid op bedrijf zonder beweiding voor het jaar 2009 van 60 1 Stcrt. 2005, 226; laatstelijk gewijzigd bij ministeriële regeling van 11 juli 2008, (Stcrt. 132).

vervangen door: 45. Artikel II Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2009. Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst. s Gravenhage, DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT, G. Verburg

Toelichting voor de Staatscourant In de Uitvoeringsregeling Meststoffenwet (hierna: Uitvoeringsregeling) zijn nadere regels gesteld ter uitvoering van het gebruiksnormenstelsel zoals dat is neergelegd in de Meststoffenwet en in het Uitvoeringsbesluit Meststoffenwet. Deze betreffen onder meer de vaststelling van de hoogte van de stikstofgebruiksnorm voor meststoffen (artikel 28, in samenhang met bijlage A, van de Uitvoeringsregeling) en de vaststelling van het percentage stikstof in organische meststoffen dat meetelt bij de bepaling of aan de stikstofgebruiksnorm is voldaan, de zogenoemde stikstofwerkingscoëfficiënt (artikel 29, in samenhang met bijlage B, van de Uitvoeringsregeling). Een tweetal omstandigheden vormt de aanleiding de stikstofgebruiksnormen en de stikstofwerkingscoëfficiënt op onderdelen aan te passen. Allereerst heeft de Tweede Kamer de motie van het lid Waalkens c.s. (Kamerstukken II 2007/08, 28 385, nr. 102) aangenomen. In deze motie wordt de regering verzocht de werkingscoëfficiënt en de gebruiksnormen voor bedrijven die weiden en opstallen zodanig te middelen dat er niet meer milieuruimte wordt gebruikt, maar dat de discriminatoire werking eruit wordt gehaald om daarmee de weidende bedrijven een betere uitgangspositie te geven. Voorheen gold namelijk voor bedrijven die beweidden een lagere stikstofgebruiksnorm dan voor bedrijven die de dieren op stal hielden. Achtergrond hiervan was dat bij volledig maaien een grotere grasproductie mogelijk is dan op grasland dat ook wordt beweid. Daartegenover stond dat voor bedrijven die weidden een lagere werkingscoëfficiënt gold (45% ten opzichte van 60% voor niet-weidende bedrijven), omdat de mest die in de weide wordt uitgescheiden minder efficiënt wordt benut. Naar aanleiding van de motie heb ik de Commissie van Deskundigen Meststoffenwet (CDM) onderzoek laten uitvoeren naar de wijze waarop de stikstofgebruiksnormen en werkingscoëfficiënt voor weidende en niet-weidende bedrijven gemiddeld kunnen worden, zonder dat dit negatieve gevolgen heeft voor het milieu. Tegen de achtergrond dat circa 90% van het areaal wordt beweid en circa 10% gemaaid, becijfert de CDM het gewogen gemiddelde van de stikstofwerkingscoëfficiënt op 46,5%. De CDM beveelt aan om de werkingscoëfficiënt voor bedrijven die niet beweiden te verlagen naar afgerond - 45%. De CDM constateert dat deze lagere werkingscoëfficiënt voor niet-weidende bedrijven bij gelijk blijvende stikstofgebruiksnormen tot resultaat zou hebben dat meer stikstofkunstmest mag worden gebruikt. Om te voorkomen dat verlaging van de werkingscoëfficiënt voor mest geproduceerd op bedrijven die alleen maaien tot een hogere belasting van het milieu met nitraat leidt, beveelt de CDM aan de stikstofgebruiksnormen voor die bedrijven zodanig te verlagen, dat het milieu door de gelijkschakeling van de werkingscoëfficiënt niet wordt geschaad. Ten overvloede constateert de CDM dat indien de normen en werkingscoëfficiënt voor weidende bedrijven op het niveau van maaiende bedrijven zou komen te liggen, dit zou leiden tot een hogere milieubelasting, namelijk circa 20% hogere uitspoeling op weidende

bedrijven. Tegen deze achtergrond beveelt de CDM concreet aan de stikstofgebruiksnormen voor niet-weidende bedrijven te verlagen van 350 naar 265 voor zand- en lössgrond, van 300 naar 265 voor veengrond en van 350 naar 310 op kleigrond. Voor weidende bedrijven wordt aanbevolen de stikstofgebruiksnorm voor zand- en lössgrond te verhogen van 260 naar 265 en de normen voor veengrond en kleigrond ongewijzigd te laten (265 onderscheidenlijk 310). Artikel I, onderdeel A, onder 1, en onderdeel B, van deze regeling strekt ertoe om ter uitvoering van voornoemde motie de stikstofwerkingscoëfficiënt en de stikstofgebruiksnormen in de Uitvoeringsregeling aan te passen overeenkomstig de aanbevelingen van de CDM. Per saldo gelden hiermee voortaan voor zowel weidende als niet-weidende bedrijven dezelfde stikstofwerkingscoëfficiënt en dezelfde stikstofgebruiksnormen. Een tweede aanpassing betreft de in artikel I, onderdeel A, onder 2, van deze regeling opgenomen wijziging van de Uitvoeringsregeling die ertoe strekt de stikstofgebruiksnormen voor vruchtbomen voor het jaar 2009 te verhogen van 90 naar 135. Aanleiding hiervoor was een door de kwekers van vruchtbomen in Nederland ingediend voorstel voor actualisering van de stikstofgebruiksnormen voor vruchtbomen. Dit omdat het stikstofbemestingsadvies voor de teelt van vruchtbomen zoals vermeld in de Adviesbasis voor de Bemesting van Boomkwekerijgewassen, vollegrondsteelten, (BAB, Aendekerk et al. 2000), waarop de normen voor vruchtbomen waren gebaseerd, door veel telers als achterhaald wordt beschouwd. De teelt van vruchtbomen is de laatste jaren geïntensiveerd waardoor er onder andere meer planten per hectare staan. Het ingediende voorstel is onderbouwd door Praktijkonderzoek Plant & Omgeving van Wageningen-UR en door de CDM werkgroep Actualisatie stikstofbemestingsadviezen beoordeeld en getoetst aan het Protocol voor de actualisatie van bemestingsadviezen voor stikstof. De CDM heeft de aanbeveling gedaan om het voorstel voor actualisering over te nemen. Het ontwerp van deze regeling is overeenkomstig artikel 43, eerste lid, onderdeel b, van de Meststoffenwet bekend gemaakt in de Staatscourant (2008, nr. PM) waarbij een ieder in de gelegenheid is gesteld zijn zienswijze over het ontwerp naar voren te brengen. Op het ontwerp van deze regeling zijn reacties ontvangen van PM. DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT,

G. Verburg