PRRS-programma varkenshouderij België. Gids voor Goede Praktijken KI-centrum. Dierengezondheidszorg Vlaanderen

Vergelijkbare documenten
PRRS-programma varkenshouderij België

PRRS-programma varkenshouderij België

PRRS-programma varkenshouderij België

Dierengezondheidszorg Vlaanderen. Tip en Tricks voor een antibiotica-arm varken

Waar kan ik op letten tijdens reinigen en ontsmetten?

Bedrijfsgegevens. Beslagnummer: Naam: Voornaam: Adres: Postnummer: Gemeente: Land: Telefoonnummer: adres:

Bioveiligheid, mijn bedrijf is beschermd!

Dierengezondheidszorg Vlaanderen PRRS: de aanpak begint bij monitoring. Dr. Ellen de Jong

Sanitaire risico s en aandachtspunten voor biggengezondheid.

A. Persoonlijke gegevens. B. Bedrijfsgegevens

Overzicht. 1. Wat is PRRSv? 2. Welke ziektebeelden kan je zien? 3. Wat kunnen de financiële gevolgen zijn?

Het belang van monitoring en vaccinatie in de BVD-aanpak

BIGGENMONITOR. Verslag periode Dierengezondheidszorg Vlaanderen vzw

1. Hygiëne algemeen In orde

Opgesteld door: Avined Postbus GC Nieuwegein. Goedgekeurd door: Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit

PRRS in vraag? en antwoord!

Dierengezondheidszorg Vlaanderen vzw. Veepeilerproject. Vrachtwagenbemonstering

Hygiëne protocol voor chauffeurs bij laden en lossen

Uw partner in preventie. 02 zomer Nieuwsbrief

AFRIKAANSE VARKENSPEST

AGRIBEX 2013 Conditions sanitaires Sanitaire voorwaarden Version/versie 25/09/2013

PRRS, DE AANPAK BEGINT BIJ MONITORING

Bioveiligheid in de moderne varkenshouderij Gezonde varkens kweken is een kunst

Dierengezondheidszorg Vlaanderen vzw. Veepeiler Varken. Studienamiddagen Veepeiler Varken

BVD-bestrijding in België: een algemene aanpak lijkt er te komen.

December Jaargang 2. Josine, Rubén en Eva s. Tips&Tricks #8. APP: een ziekteverwekker en opportunist

VRAGENLIJST BIOVEILIGHEID OP PLUIMVEEBEDRIJVEN

Tips & Tricks. Biosecurity. Bart, Geert & Maude s. Wat is bioveiligheid? Wat betekent dit concreet? Wordt bioveiligheid toegepast op rundveebedrijven?

Ziekte van Newcastle Maatregelen van kracht in België (KB van 28 november 1994, MB van 1 augustus 2018 en MB van 29 augustus 2018)

Serologische testen en interpretatie van testresultaten

Redenen genoeg om de BVDV-situatie op uw bedrijf na te gaan

Provinciale dienst van : Datum : Veranwoordelijke controleur : Nr : Operator : N uniek : Adres :

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN. INGELVAC PRRS MLV lyofilisaat en oplosmiddel voor suspensie voor injectie voor varkens

Het belang van transporthygiëne

Belang van diergezondheid en bioveiligheid in de intensieve varkenshouderij Prof. dr. D. Maes

SAMENVATTING VAN DE KENMERKEN VAN HET PRODUCT

Preventie van Gumboro

Focus op BVD. Praktische handleiding

VRAGENLIJST BIOVEILIGHEID OP PLUIMVEEBEDRIJVEN

HANDBOEK EENVOUDIGE REINIGINGS- EN ONTSMETTINGSPLAATS VERGUNNINGHOUDER

Het PRRS virus is een lastige tegenstander als het op je bedrijf zit. Daarom is dit bij uitstek een ziekteprobleem dat je best gezamelijk aanpakt met

Bijeenkomst Netwerk. Hoe voorkom ik ziekte insleep? thema: GEZONDHEID. d.d. 4 juni 2008 Uden

Gearchiveerd op 02/07/2014

Hoofdprotocol Hygiënemaatregelen

Opgesteld door: Vee&Logistiek Nederland. Transport en Logistiek Nederland. Goedgekeurd door:

Activiteitenverslag Diergeneeskundige begeleiding PLUIMVEE

Aflammeren in tijden van Q-koorts

Goedgekeurd door: Divisie Veterinair & Import Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit

Gearchiveerd op 02/04/2013

Naam protocol: Laden en lossen van vee op primair bedrijf Versie: 1.7. Vee&Logistiek Nederland en Saveetra Datum:

Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen

4. Pluimveebedrijf: inrichting gebruikt voor het fokken of houden van pluimvee.

(max 4 jaar na datum goedkeurig)

Patiënteninformatie. VRE Vancomycine resistente enterococcus

Omzendbrief betreffende de gezondheidskwalificatie van pluimvee

Dierengezondheidszorg Vlaanderen. Actua DGZ. Dienstvergaderingen Gezondheidszorg herkauwers

Oktober Procedure voor de goedkeuring van een quarantaine- / isolatieruimte

oktober 2013 Veterinair certificaat voor de uitvoer van fokrunderen afkomstig uit België naar Marokko

Dierengezondheidszorg Vlaanderen vzw. Deel 1: Waar staan we met IBR-bestrijding in Vlaanderen? Een nieuwe fase start binnenkort!

Provinciale dienst van : Datum : Veranwoordelijke controleur : Nr : Operator : N uniek : Adres :

PLUIMVEE HARTSLAG #29

Gebruik van de mestuitscheidingsbalans van het subtype andere voeder- en/of exploitatietechniek voor de diergroep varkens

Uw sleutel tot effectieve zeugenvaccinatie en bestrijding van PRRS

Omzendbrief betreffende de algemene toelatingsvoorwaarden voor het houden van pluimvee

Opgesteld door: CUMELA Nederland Nijverheidsstraat RJ Nijkerk

Provinciale dienst van : Datum : Veranwoordelijke controleur : Nr : Operator : N uniek : Adres :

Specifiek bedoeld voor: kinderboerderijen, zorgboerderijen, dierentuinen, en bedrijven met lammetjesaaidagen.

Bioveiligheid in varkensbedrijven Aanpak van het FAVV

PLUIMVEE HARTSLAG #30

Sanitaire voorwaarden «Agriflanders»

Protocol statusbeheer IBR-vrij (route tankmelk) Versie 1.0 (juli 2018)

Augustus All-out = alle dieren verlaten op hetzelfde moment in de quarantaineruimte / isolatieruimte.

Afrikaanse varkenspest Europese strategie en wetgeving

Vragen en antwoorden over het Schmallenbergvirus Versie 14 februari 2012

Algemene maatregelen ter preventie van insleep Coryza op legbedrijven.

Provinciale dienst van:... Datum:... Verantwoordelijke Controleur:... Nr:... Operator :... N uniek... Adres :... C NC Punten NA. 1.

Activiteitenverslag Diergeneeskundige begeleiding VARKENS

Droes. Auteur: Dr. Tresemiek Picavet. Jaarlijks worden in België en omliggende landen meerdere uitbraken van droes bevestigd.

BIJSLUITER ReproCyc PRRS EU lyofilisaat en ImpranFLEX oplosmiddel voor suspensie voor injectie voor varkens

KB van 27 april 2007 betreffende de bestrijding van Salmonella bij pluimvee

Nederlandse Voedsel en Warenautoriteit (NVWA)

VRAGENLIJST BIOVEILIGHEID OP PLUIMVEEBEDRIJVEN

DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN, LANDBOUW EN INNOVATIE, In overeenstemming met de MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT,

Hygiëne/infectiepreventie

Omzendbrief betreffende de algemene toelatingsvoorwaarden voor het houden van pluimvee

Omzendbrief met betrekking tot de procedure en de beslissingsboom voor de verwerving en het behoud van de Maedi- Visna / CAE vrije status.

Brachyspira hyodysenteriae:

Het neusje van de zalm in PRRS bescherming op uw varkensbedrijf.

Gezondheidsstatus. inleiding. bekende varkensziekten. inleiding. Management opties om tot een hogere gezondheidsstatus te komen.

Juni Jaargang 5. Josine, Rubén en Ellens. Tips&Tricks #17. De vernieuwde IDAL + Full Service on Target

PRI 2102 Bescherming en welzijn van varkens in veehouderijen [2102] v4

Voorkomen en bestrijden van IBR en BVD

BVD, het aanpakken waard! Ruben Tolboom Intervisie 2014

Patiënteninformatie. Welkom op de quarantaineafdeling

Bloedluisbestrijding vraagt totaalaanpak

Opgesteld door: Voor de varkens KI AIM Varkens KI Nederland. Voor de paarden KI Federatie van Bonden van hengstenhouders, Ermelo.

Omzendbrief betreffende de algemene toelatingsvoorwaarden voor het houden van pluimvee

Het ophokken van biopluimvee heeft geen effect op de biostatus van de dierlijke producten (eieren, vlees):

Autovaccinatie in de praktijk

Autovaccin: wondermiddel

Transcriptie:

π PRRS-programma varkenshouderij België Gids voor Goede Praktijken KI-centrum versie 1.0, 1 augustus 2018 Dierengezondheidszorg Vlaanderen

Inhoud 1. Wat is PRRS?... 4 1.1. Hoe verspreidt PRRS zich?... 4 1.2. Hoe PRRS bestrijden?... 5 1.3. Op naar een PRRS-programma... 5 1.4. Over deze gids... 6 2. Bioveiligheid... 7 2.1. Inkoop... 7 2.2. Scheiding vuile zone - propere zone... 7 2.3. Aan- en afvoer van dieren... 8 2.3.1. Aanvoer van dieren... 8 2.3.2. Afvoer van dieren... 8 2.3.3. Diertransportmiddelen... 9 2.4. Toegang personeel en bezoekers... 9 2.4.1. Bezoekersregister... 10 2.5. Afvoer van mest en kadavers... 11 2.6. Afvoer van sperma... 11 2.7. Aanvoer van niet-dierlijk materiaal... 11 2.8. Ventilatie en filters... 12 2.9. Bedrijfsvoering... 13 2.9.1. Reinigen en ontsmetten... 13 2.9.2. Bedrijfsvoering in stal- en dekruimte... 13 2.9.3. PRRS-positief geteste dieren en ziekenboeg... 14 2.9.4. Gangen... 14 2.10. Dierregister... 14 3. PRRS serologisch negatief worden en blijven... 15 3.1. Hoe wordt mijn KI-centrum PRRS serologisch negatief?... 15 3.2. Hoe toon ik aan dat mijn KI-centrum PRRS serologisch negatief is?... 15 3.3. Hoe ga ik na of de PRRS serologisch negatieve status behouden blijft op het KI-centrum? 16 3.4. Wat met aangekochte dieren?... 16 3.5. Een positief testresultaat. Wat nu?... 17 Addendum 1 REINIGEN EN ONTSMETTEN... 18 Gids voor Goede Praktijken KI-centra Pagina 2

Addendum 1a: Diertransportmiddel... 18 Addendum 1b: Quarantainestal... 19 Addendum 1c: Stalruimte in het KI-centrum... 20 Addendum 1d: Gangen... 21 Addendum 2 - PRRS SEROLOGISCH NEGATIEF WORDEN & BLIJVEN... 22 Addendum 2a: Hoe toon ik aan dat mijn KI-centrum PRRS serologisch negatief is?... 22 Addendum 2b: Hoe ga ik na of de PRRS serologisch negatieve status behouden blijft?... 23 4. Contactgegevens... 27 Gids voor Goede Praktijken KI-centra Pagina 3

1. Wat is PRRS? Porcien reproductief en respiratoir syndroom (PRRS) is een ziekte die veroorzaakt wordt door het PRRS-virus. PRRS besmet enkel varkens en vormt dus geen risico voor de volksgezondheid. Het virus is gevoelig voor onder andere hoge temperaturen, ph-veranderingen en desinfectantia. Toch blijft het virus sterk aanwezig op de Belgische bedrijven. Er bestaan twee genotypen: type 1 (Europees type) en type 2 (Noord-Amerikaans type). Oorspronkelijk werden beide genotypen enkel teruggevonden op het corresponderend continent. Tegenwoordig worden ze allebei aangetroffen over de hele wereld. De meeste stammen in West-Europa worden geklasseerd als laag virulent en veroorzaken dus een minder zwaar ziektebeeld. Dat wil niet zeggen dat er in België geen problemen voorkomen die toe te schrijven zijn aan PRRS. PRRS veroorzaakt economische schade. 1 Eenmaal een varken geïnfecteerd is met het virus, zal het virus vermeerderen in de longen. Hierdoor kunnen ademhalingsproblemen ontstaan. Vervolgens verspreidt het virus zich via het bloed (viremie) naar verschillende organen, waaronder ook het voortplantingsstelsel. De drachtige baarmoeder is daar het bekendste voorbeeld van. Op specifieke ogenblikken, namelijk tijdens het derde trimester van de dracht, kan het virus de drachtige baarmoeder infecteren met een late abortus of een vroeggeboorte tot gevolg. De te vroeg geboren biggen zijn zwak en sterven vaak later tijdens de zoogperiode. 1.1. Hoe verspreidt PRRS zich? Het virus kan zich op verschillende manieren verspreiden tussen dieren: Overdracht van zeug naar ongeboren big (verticale overdracht): Als zeugen het virus doorgeven aan hun ongeboren biggen, kunnen biggen geboren worden waarbij reeds een actieve vermeerdering van het virus in het bloed wordt waargenomen (viremische biggen). 1 Nathues et al., Cost of porcine reproductive and respiratory syndrome virus at individual farm level - An economic disease model. Prev Vet Med., Jul 1, 2017 Gids voor Goede Praktijken KI-centra Pagina 4

Direct contact: o Via neuscontacten en bijten: Het sociale karakter van de dieren bevordert de directe spreiding. De spreiding kan onder andere gebeuren tussen zeugen onderling, van de zeug naar haar biggen of tussen biggen of vleesvarkens onderling. o Via sperma: PRRS-geïnfecteerde beren kunnen het virus uitscheiden in het sperma, waardoor gelten/zeugen kunnen worden geïnfecteerd. De uitscheiding in sperma kan geruime tijd na de infectie plaatsvinden en gebeurt met tussenpozen. Een negatief PCR-resultaat van sperma geeft daarom geen uitsluitsel over een PRRS-infectie van de beer. Indirect contact: Spreiding gebeurt ook via menselijke handelingen (castratie, couperen van de staarten en een intramusculaire injectie), de mens zelf (handen, kledij), lucht, mest en inerte materialen. 1.2. Hoe PRRS bestrijden? De aanpak en de bestrijding van PRRS bestaan in eerste instantie uit een aangepaste bedrijfsvoering met een optimalisatie van de bioveiligheid. Een goede externe bioveiligheid verhindert dat een nieuwe PRRS-stam het bedrijf kan binnenkomen. Een doorgedreven interne bioveiligheid beperkt de verdere spreiding van PRRS binnen het bedrijf. Om de symptomen tegen te gaan of te verminderen en de uitscheiding van het virus te beperken, kan vaccinatie een bijkomend hulpmiddel zijn in de PRRS-bestrijding. De bestaande vaccins bieden een gedeeltelijke bescherming tegen de meeste PRRS-stammen. 1.3. Op naar een PRRS-programma Om PRRS onder controle te krijgen, maakt de sector werk van een PRRS-programma: een ambitieus meerjarenplan waarbij alle schakels van de varkenshouderij in België betrokken zijn. Zo wordt een belangrijke verliespost voor de varkensproductie aangepakt. Gids voor Goede Praktijken KI-centra Pagina 5

De uiteindelijke doelstellingen van het PRRS-programma zijn de volgende: Tegen 2023 verwerven alle KI-centra een PRRS-negatieve status. Dit betekent dat ze enkel nog PRRS-negatief sperma van PRRS-negatieve beren leveren. Ook de fokbedrijven verwerven een PRRS-negatieve status voor de beren, ten laatste tegen 2023. Zij zullen dan alleen nog PRRS-negatieve beren op de markt brengen. De geltenleveranciers worden vanaf 2019 betrokken in het PRRS-plan. Ook voor deze fokbedrijven is het de bedoeling dat alle gelten een PRRS-negatieve status verwerven tegen 2023. Op de conventionele bedrijven ten slotte ligt het accent op gezonde biggen en zeugen. Deze bedrijven krijgen tegen 2021 elk een PRRS-status. 1.4. Over deze gids In deze gids vindt u een hele reeks praktische tips om te evolueren naar een status van PRRS-negatief KI-centrum en deze status te behouden. Hierbij is het enorm belangrijk om elke dag opnieuw aandacht te besteden aan de interne en externe bioveiligheid op uw bedrijf. In parallel kunt u laboratoriumonderzoeken laten uitvoeren om na te gaan in hoeverre PRRS aanwezig is op uw bedrijf. In het derde deel van deze gids vindt u hierover meer informatie. Gids voor Goede Praktijken KI-centra Pagina 6

2. Bioveiligheid Om de insleep van infecties zoals PRRS te vermijden en om te voorkomen dat ze zich op het bedrijf verspreiden, is het belangrijk om continu aandacht te besteden aan de bioveiligheid op het bedrijf. Hieronder vindt u tips en adviezen. 2.1. Inkoop Koop dieren aan bij een beperkt aantal goedgekeurde leveranciers met een gekende PRRSgeschiedenis. Leg een register aan van voor uw KI-centrum goedgekeurde berenleveranciers. Koop niet op evenementen waar varkens van verschillende herkomst fysiek worden samengebracht (veilingen/verzamelingen/beurzen/ ). Beoordeel jaarlijks uw berenleveranciers. 2.2. Scheiding vuile zone - propere zone Deel het bedrijfsterrein steeds op in verschillende zones: o De vuile zone: dit is het externe bedrijfsgedeelte waar nog geen maatregelen genomen zijn om insleep te voorkomen. o De grijze zone: dit is het bedrijfsgedeelte waarlangs de aan- en afvoer van dieren, personen, voeder, materialen enz. gebeurt. In de grijze zone worden maatregelen genomen om insleep en verspreiding te voorkomen. o De propere zone is het intern bedrijfsgedeelte dat enkel betreden kan worden na het nemen van de nodige voorzorgen. Maak een duidelijke scheiding tussen de verschillende zones: o visueel (bv. plakband op de grond); o fysiek (bv. een bankje, hek, haag); o combinatie van visueel/fysiek. Overgaan van de ene naar de andere zone is enkel toegestaan na het nemen van de nodige voorzorgen. Leg de verschillende zones vast in een schema ter inzage voor bezoekers en personeel. Gids voor Goede Praktijken KI-centra Pagina 7

2.3. Aan- en afvoer van dieren 2.3.1. Aanvoer van dieren Zorg voor een levering met een diertransportmiddel dat vooraf gereinigd en ontsmet werd, droog is en minstens 48 uur (bij voorkeur één week) leegstond (zie Addendum 1a). Op het diertransportmiddel zijn enkel dieren aanwezig bestemd voor uw bedrijf. Ontsmet de banden van het diertransportmiddel bij het binnenrijden van het bedrijfsterrein. De chauffeur neemt maatregelen voor hij de grijze zone betreedt en krijgt geen toegang tot de stallen. Verplaats dieren steeds over een verharde weg, die gereinigd en ontsmet wordt voor en na elke verplaatsing, zoals beschreven in Addendum 1d. Plaats de dieren in de quarantainestal. De quarantainestal voldoet aan volgende voorwaarden: o Er geldt een all-in/all-out waarbij de lengte van de quarantaineperiode minimum 6 weken bedraagt. o Beren worden individueel gehuisvest. o De beren komen toe via de vuile weg en verlaten de quarantainestal via de propere weg. o Beperk het aantal bezoekers. o Bezoek de dieren in de quarantainestal steeds als laatste van de dag. Indien er serologisch positieve dieren aanwezig zijn op uw KI-centrum, bezoek deze dan na de quarantainestal. o Voorzie een hygiënesluis voor personeel en bezoekers. Deze hygiënesluis voldoet aan de voorwaarden beschreven in 2.4. met minstens aparte propere bedrijfskledij, -laarzen en een lavabo waarin handen gewassen en ontsmet worden. 2.3.2. Afvoer van dieren Gebruik voor de afvoer van dieren steeds een leeg diertransportmiddel dat vooraf gereinigd en ontsmet werd (zie Addendum 1a). Maak gebruik van een aparte laadkade, zodat de mogelijkheid tot terugloop van de dieren en toegang van de chauffeur tot de stallen voorkomen wordt. Breng de dieren naar de grijze of vuile zone indien er geen laadkade voorzien kan worden. Gids voor Goede Praktijken KI-centra Pagina 8

Voer de dieren af via een verharde weg die goed te reinigen en te ontsmetten is. De reiniging en ontsmetting gebeurt na elke ophaling van de dieren (zie Addendum 1d). 2.3.3. Diertransportmiddelen Veewagens en andere diertransportmiddelen komen op meerdere bedrijven. Vaak is de PRRS-status van deze bedrijven niet gekend, waardoor het toelaten van een diertransportmiddel op het terrein een risico inhoudt. Een visueel proper en goed ontsmet diertransportmiddel getuigt van goede praktijken. Om dit te bekomen, kunt u het protocol volgen (zie Addendum 1a). 2.4. Toegang personeel en bezoekers Om te vermijden dat ongewenst bezoek zomaar toegang heeft tot het terrein van het KI-centrum, wordt sterk aangeraden om het KI-centrum goed af te schermen. Dit kan door beplanting of omheining. Maak duidelijke afspraken over de toegang tot uw KI-centrum: Personen mogen de stal enkel betreden als zij 24 uur lang geen ander varkensbedrijf bezocht hebben. Parkeer de wagens buiten het bedrijfsterrein (vuile zone). Personen die het terrein willen betreden, melden zich aan. Personen die de propere zone willen betreden, gaan steeds door de hygiënesluis. Deze voldoet aan volgende voorwaarden: o De hygiënesluis is de enige toegang tot de propere zone. o In de hygiënesluis is de scheiding tussen vuile of grijze zone en propere zone duidelijk aangeduid (zie 2.2.) en is kruising van de verschillende wegen niet toegelaten. o Eigen kledij en juwelen worden achtergelaten in de vuile zone van de hygiënesluis. De doorloopdouche is de scheiding tussen de twee zones. o Na het douchen worden in de propere zone bedrijfseigen kledij en laarzen aangetrokken. o Na het douchen worden bijkomend de handen gewassen en ontsmet in een propere lavabo, bij voorkeur met een automatische kraan en automatische zeep- en ontsmettingsdispenser. Gids voor Goede Praktijken KI-centra Pagina 9

o Was na ieder gebruik de bedrijfseigen kledij en laarzen en voorzie hiervoor een wasmachine en laarzenwasser in de propere zone. Leg bovenstaande vast in een bezoekersprotocol. 2.4.1. Bezoekersregister Bij aankomst melden de bezoekers zich aan en nemen ze kennis van het bedrijfsschema en het bedrijfsspecifieke bezoekersprotocol dat de voorwaarden voor toegang tot het bedrijf opsomt. De bezoekers noteren hun naam, datum en tijdstip van bezoek in het bezoekersregister; verder verklaren ze dat ze kennisgenomen hebben van de vereiste bedrijfsprocedures en ondertekenen ze het bezoekersregister. Figuur 1. Bezoekers parkeren de wagen buiten het bedrijfsterrein. Figuur 2 en 3. Het terrein wordt afgesloten met een poort. Maak aan de poort duidelijk dat toegang tot het KI-centrum verboden is voor onbevoegden. Gids voor Goede Praktijken KI-centra Pagina 10

2.5. Afvoer van mest en kadavers Voorkom dat kadaverophaalwagens het terrein oprijden. Breng de kadavers dus altijd naar de vuile zone en leg ze klaar voor ophaling in een afgesloten kadaverplaats. Reinig en ontsmet de kadaverplaats na elk gebruik. Draag bij het verplaatsen van de kadavers aparte laarzen, kledij en handschoenen. Reinig en ontsmet de handen na hantering van de kadavers. Neem de nodige maatregelen bij het uitmesten: o Reinig en ontsmet verharde wegen, materialen en handen; o Sluit deuren zo snel mogelijk; o Reinig en ontsmet de banden van de vrachtwagens; o 2.6. Afvoer van sperma Bedrijfseigen transportmiddelen voor de verdeling van sperma blijven steeds in de vuile zone. De chauffeurs betreden de propere zone niet meer op dezelfde dag. Wanneer klanten sperma komen ophalen, blijven de bedrijfsvreemde transportmiddelen steeds op de vuile weg. De klanten wordt de toegang geweigerd tot de propere zone en het laboratorium. 2.7. Aanvoer van niet-dierlijk materiaal Onder niet-dierlijk materiaal verstaan we o.a. voeder en materiaal om bijvoorbeeld bloed of sperma te verzamelen, gereedschap, enz. Voorzie in de mate van het mogelijke bedrijfseigen materiaal en stockeer dat in een aparte ruimte in de propere zone. Het materiaal wordt binnengebracht in deze ruimte via de vuile zone en verlaat de ruimte via de propere zone. Stockeer het materiaal steeds minstens 14 dagen in deze ruimte vooraleer het in de stal binnen te brengen. Ontsmet het materiaal dat onmiddellijk wordt meegenomen in de stal (bril, medicijnen). Voorzie doorschijnende, plastic wegwerpzakjes om mobiele telefoons mee te kunnen nemen. Gids voor Goede Praktijken KI-centra Pagina 11

Bij de levering van voeder worden volgende maatregelen getroffen: o Vrachtwagens blijven in de vuile of grijze zone; o De banden van de vrachtwagen worden bijkomend gereinigd en ontsmet bij het binnenrijden van het bedrijfsterrein. 2.8. Ventilatie en filters Besteed aandacht aan de luchtstroom tussen de quarantainestal en de dierruimte van de productieve beren. Het installeren van overdrukventilatie met filters wordt aangeraden als: o o o o uw KI-centrum gelegen is binnen een straal van 500 meter van een varkensbedrijf, varkensslachthuis of mestverwerkingsbedrijf; uw KI-centrum gelegen is langs een weg waarlangs veel (minstens eenmaal per dag) dier- en/of mesttransporten gebeuren; er bedrijfsvreemde varkensmest op de landerijen wordt uitgereden binnen een straal van 500 meter van uw KI-centrum; uw KI-centrum gelegen is in een varkensdense regio. Een gemiddelde densiteit van meer dan 300 varkens/km² op gemeentelijk niveau wordt beschouwd als varkensdens. Gids voor Goede Praktijken KI-centra Pagina 12

2.9. Bedrijfsvoering 2.9.1. Reinigen en ontsmetten Wanneer een stal, compartiment of een diertransportmiddel leegkomt, kan PRRS overleven in mest of ander organisch materiaal. Reinigen en ontsmetten zijn dus van groot belang. Reinigen en ontsmetten zijn twee verschillende zaken. Ontsmetten heeft enkel zin in een goed gereinigde stal of ruimte waaruit alle organisch materiaal, zoals mest en voederresten, verwijderd is. De aanwezigheid van organisch materiaal kan de ziektekiemen beschermen zodat het ontsmettingsmiddel zijn effect mist. Reinig en ontsmet volgens het protocol in Addendum 1. 2.9.2. Bedrijfsvoering in stal- en dekruimte Reinig en ontsmet dagelijks de dekstoel en onderliggende matten. Voorzie een aparte dekstoel per stal. Gebruik staleigen kledij en schoeisel per stal, en reinig en ontsmet deze dagelijks. Voorzie een drempel die de scheiding vormt tussen de gemeenschappelijke en staleigen ruimte. Reinig en ontsmet de handen wanneer u van de ene stal naar de andere gaat. In Addendum 1c vindt u een protocol om de stalruimte te reinigen en ontsmetten. Figuur 4. Ontsmet geregeld de handen. Gids voor Goede Praktijken KI-centra Pagina 13

2.9.3. PRRS-positief geteste dieren en ziekenboeg Zonder de zieke en de PRRS-positief geteste dieren af in een apart compartiment. Voorzie aparte kledij en schoeisel. Bezoek de ziekenboeg en/of het compartiment met de PRRS-positieve dieren op het laatste van de dag. 2.9.4. Gangen Reinig en ontsmet na het verplaatsen van beren de gangen volgens het protocol beschreven in Addendum 1d. 2.10. Dierregister U houdt een dierregister bij. Hierin vermeldt u per dier de volgende gegevens: alle identificatiegegevens: o Sanitel-identificatie; o bedrijfsspecifieke identificatie (wanneer van toepassing); o geboortedatum; o bedrijf van herkomst; o datum van aankomst. bemonsteringsdata en -tijdstippen (sperma, bloed), met analyseresultaten. eventuele datum van afvoer, met reden van afvoer. Gids voor Goede Praktijken KI-centra Pagina 14

3. PRRS serologisch negatief worden en blijven Een PRRS serologisch negatief KI-centrum: respecteert de hoger beschreven bioveiligheidsmaatregelen. vaccineert niet tegen PRRS. toont aan dat alle aanwezige beren PRRS serologisch negatief zijn en blijven. houdt een up-to-date dierregister bij. 3.1. Hoe wordt mijn KI-centrum PRRS serologisch negatief? Stel samen met uw bedrijfsdierenarts een bedrijfsspecifiek plan van aanpak op, afhankelijk van de ligging, middelen en strategie van het bedrijf. 3.2. Hoe toon ik aan dat mijn KI-centrum PRRS serologisch negatief is? Alle aanwezige beren worden bemonsterd binnen een tijdspanne van 1 week. Deze bemonstering wordt herhaald met een interval van 4 weken. Op beide tijdstippen worden de bloedmonsters onderzocht naar het voorkomen van PRRSantistoffen met behulp van ELISA. Indien er nog serologisch positieve beren aanwezig zijn, worden deze onmiddellijk verwijderd en wordt de monstername 4 weken later herhaald. De negatieve status wordt bevestigd als 2 opeenvolgende monsternames enkel negatieve resultaten opleveren. Dit wordt schematisch weergegeven in Addendum 2a. Gids voor Goede Praktijken KI-centra Pagina 15

3.3. Hoe ga ik na of de PRRS serologisch negatieve status behouden blijft op het KI-centrum? Bemonster om de 4 weken 10% van de beren, met een minimum van 5 beren. Elke beer wordt minstens eenmaal per kalenderjaar bemonsterd. Indien een beer binnen het kalenderjaar wordt afgevoerd, wordt de beer bemonsterd en onderzocht naar de aanwezigheid van PRRS-antistoffen (ELISA) voor verwijdering van het beslag. Tussen de bemonstering van de beren in de quarantainestal en de opvolging in de productieve stal geldt een minimumperiode van 2 maanden. De monsters worden individueel geanalyseerd op de aanwezigheid van antistoffen tegen PRRS, met behulp van ELISA. Als de analyseresultaten gunstig zijn, blijft het KI-centrum PRRS serologisch negatief. Dit wordt schematisch weergegeven in Addendum 2b. 3.4. Wat met aangekochte dieren? De beren die geïntroduceerd worden in een PRRS serologisch negatief KI-centrum worden meerdere keren bemonsterd. Een eerste bemonstering gebeurt op het bedrijf van herkomst (fokkerij). Deze kan samenvallen met de wettelijke monstername (binnen de 30 dagen voor transport). Er wordt met behulp van ELISA nagegaan of de dieren antistoffen tegen PRRS hebben opgebouwd. Enkel beren met een gunstig testresultaat worden aangekocht. Een volgende bemonstering (bloed) gebeurt in de quarantainestal van het KI-centrum. De monsters worden getest op het voorkomen van antistoffen (ELISA, individueel) en van virus (PCR, pool per 5). Deze onderzoeken worden minstens één keer uitgevoerd waarbij de bemonstering kan plaatsvinden in de laatste twee weken van de quarantaineperiode (samen met de wettelijke monstername). Enkel als alle beren een gunstig testresultaat hebben, worden ze overgebracht naar de productieve stal van het KI-centrum. Bij een ongunstig testresultaat (antistoffen en/of virus), wordt een bevestigingsonderzoek uitgevoerd. Dit wordt schematisch weergegeven in Addendum 2b. Gids voor Goede Praktijken KI-centra Pagina 16

3.5. Een positief testresultaat. Wat nu? Als monsters positief bevonden worden, vindt er een bevestigingsonderzoek plaats. Bij een positief bevestigingsonderzoek wordt het dier als PRRS-positief beschouwd en is het bedrijf niet meer serologisch negatief. U zondert onmiddellijk PRRS-positief geteste dieren af in een apart compartiment. U brengt uw klant(en) op de hoogte. U laat een bijkomende bemonstering uitvoeren op minstens 20% van de aanwezige beren, met een minimum van 5 beren. De bemonsterde dieren zijn directe en niet-directe (bv. via de dekstoel) contactdieren. De monsters worden onderzocht naar de aanwezigheid van antistoffen (ELISA en IPMA, individueel) en virus (PCR, pool per 5). U voert de bevestigde positieve dieren binnen 48 uur af. Dit wordt schematisch weergegeven in Addendum 2a. Om weer PRRS serologisch negatief te worden, stelt u, samen met uw bedrijfsdierenarts, een plan van aanpak op. Gids voor Goede Praktijken KI-centra Pagina 17

Addendum 1 REINIGEN EN ONTSMETTEN Addendum 1a: Diertransportmiddel Droog reinigen Start met een droge reiniging (met schop en borstel) om het meeste losliggend vuil te verwijderen uit het diertransportmiddel. Een grondige uitvoering van deze eerste stap levert in de volgende stappen een besparing van tijd en water op. Inweken Pak het vastzittend vuil aan met behulp van een inweekmiddel. Zo wordt het vuil losgeweekt en zal de natte reiniging efficiënter verlopen. Hoofdwas Reinig met hoge druk om al het aanwezige vuil te verwijderen. Na deze reiniging moet het diertransportmiddel visueel proper zijn. Spoelen Spoel het diertransportmiddel na om het volledig proper te krijgen en een optimaal effect te hebben van de ontsmetting. Opdrogen Laat het diertransportmiddel na reiniging opdrogen zodat het plasvrij is, alvorens het wordt ontsmet. Indien er nog te veel water aanwezig is, zal het ontsmettingsmiddel te veel verdund worden waardoor het zijn werking verliest. Hiervoor kan gebruik gemaakt worden van een thermal assisted drying and decontamination (TADD) systeem. Ontsmetten Ontsmet het diertransportmiddel. Maak hiervoor gebruik van een erkend ontsmettingsmiddel en respecteer de gebruiksvoorschriften van het ontsmettingsmiddel. Belangrijk zijn onder andere de concentratie, de hoeveelheid, de contacttijd en de temperatuur. Naspoelen Spoel de resten van het ontsmettingsmiddel weg met water van drinkwaterkwaliteit. Leegstand Voorzie na reinigen en ontsmetten een periode van leegstand van 48 uur (bij voorkeur 1 week). Tijdens deze periode kan het diertransportmiddel volledig opdrogen en zal het aantal kiemen verder afnemen. Controle Controleer met behulp van afdrukplaatjes of hygiënogrammen hoeveel kiemen er achtergebleven zijn. Zo kunt u het effect van reinigen en ontsmetten controleren. Gids voor Goede Praktijken KI-centra Pagina 18

Addendum 1b: Quarantainestal Droog reinigen Start met een droge reiniging (met schop en borstel) om het zaagsel en het meeste losliggend vuil te verwijderen. Een grondige uitvoering van deze eerste stap levert in de volgende stappen een besparing van tijd en water op. Inweken Pak het vastzittend vuil aan met behulp van een inweekmiddel. Zo wordt het vuil losgeweekt en zal de natte reiniging efficiënter verlopen. Hoofdwas Reinig met hoge druk om al het aanwezige vuil te verwijderen. Na deze reiniging moet alles visueel proper zijn. Spoelen Spoel na om alles volledig proper te krijgen en een optimaal effect te hebben van de ontsmetting. Opdrogen Laat de vloer na reiniging opdrogen zodat deze plasvrij is alvorens te worden ontsmet. Indien er nog te veel water aanwezig is, zal het ontsmettingsmiddel te veel verdund worden waardoor het zijn werking verliest. Ontsmetten Ontsmet met een erkend ontsmettingsmiddel en respecteer de gebruiksvoorschriften van het ontsmettingsmiddel. Belangrijk zijn onder andere de concentratie, de hoeveelheid, de contacttijd en de temperatuur. Naspoelen Spoel de resten van het ontsmettingsmiddel weg met water van drinkwaterkwaliteit. Leegstand Voorzie na reinigen en ontsmetten een periode van leegstand van 1 week. Tijdens deze periode kan alles volledig opdrogen en zal het aantal kiemen verder afnemen. Controle Controleer met behulp van afdrukplaatjes of hygiënogrammen hoeveel kiemen er achtergebleven zijn. Zo komt u te weten of het reinigen en ontsmetten effectief was. Gids voor Goede Praktijken KI-centra Pagina 19

Addendum 1c: Stalruimte in het KI-centrum Droog reinigen Start met een droge reiniging (met schop en borstel) om het zaagsel en het meeste losliggend vuil te verwijderen. Een grondige uitvoering van deze eerste stap levert in de volgende stappen een besparing van tijd en water op. Inweken Pak het vastzittend vuil aan met behulp van een inweekmiddel. Zo wordt het vuil losgeweekt en zal de natte reiniging efficiënter verlopen. Hoofdwas Reinig met hoge druk om al het aanwezige vuil te verwijderen. Na deze reiniging moet alles visueel proper zijn. Spoelen Spoel na om alles volledig proper te krijgen en een optimaal effect te hebben van de ontsmetting. Opdrogen Laat de vloer na reiniging opdrogen zodat deze plasvrij is alvorens te worden ontsmet. Indien er nog te veel water aanwezig is, zal het ontsmettingsmiddel te veel verdund worden waardoor het zijn werking verliest. Ontsmetten Ontsmet met een erkend ontsmettingsmiddel en respecteer de gebruiksvoorschriften van het ontsmettingsmiddel. Belangrijk zijn onder andere de concentratie, de hoeveelheid, de contacttijd en de temperatuur. Naspoelen Spoel de resten van het ontsmettingsmiddel weg met water van drinkwaterkwaliteit. Leegstand Voorzie na reinigen en ontsmetten een periode van leegstand van 1 week. Tijdens deze periode kan alles volledig opdrogen en zal het aantal kiemen verder afnemen. Dit is niet altijd mogelijk; probeer dit wel zo veel mogelijk toe te passen. Gids voor Goede Praktijken KI-centra Pagina 20

Addendum 1d: Gangen Droog reinigen Start met een droge reiniging (met schop en borstel) om het meeste losliggend vuil te verwijderen. Een grondige uitvoering van deze eerste stap levert in de volgende stappen een besparing van tijd en water op. Hoofdwas Reinig met hoge druk om al het aanwezige vuil te verwijderen. Na deze reiniging moet alles visueel proper zijn. Spoelen Spoel na om alles volledig proper te krijgen en een optimaal effect te hebben van de ontsmetting. Opdrogen Laat de vloer na reiniging opdrogen zodat deze plasvrij is alvorens te worden ontsmet. Indien er nog te veel water aanwezig is, zal het ontsmettingsmiddel te veel verdund worden waardoor het zijn werking verliest. Ontsmetten Ontsmet met een erkend ontsmettingsmiddel en respecteer de gebruiksvoorschriften van het ontsmettingsmiddel. Belangrijk zijn onder andere de concentratie, de hoeveelheid, de contacttijd en de temperatuur. Naspoelen Spoel de resten van het ontsmettingsmiddel weg met water van drinkwaterkwaliteit. Opdrogen Dit kan overnacht gebeuren. Gids voor Goede Praktijken KI-centra Pagina 21

Addendum 2 - PRRS SEROLOGISCH NEGATIEF WORDEN & BLIJVEN Addendum 2a: Hoe toon ik aan dat mijn KI-centrum PRRS serologisch negatief is? Lees ook de bijbehorende tekst op pagina s 15 en 17. Gids voor Goede Praktijken KI-centra Pagina 22

Addendum 2b: Hoe ga ik na of de PRRS serologisch negatieve status behouden blijft? Lees ook de bijbehorende tekst op pagina s 15 en 16. Gids voor Goede Praktijken KI-centra Pagina 23

Lees ook de bijbehorende tekst op pagina 16. Aangekochte beren Gids voor Goede Praktijken KI-centra Pagina 24

Gids voor Goede Praktijken KI-centra Pagina 25

Gids voor Goede Praktijken KI-centra Pagina 26

4. Contactgegevens Dierengezondheidszorg Vlaanderen Maatschappelijke zetel: Site Lier Hagenbroeksesteenweg 167 2500 Lier Administratief adres: Site Torhout Industrielaan 29 8820 Torhout DGZ Helpdesk e-mail: helpdesk@dgz.be telefoon: 078 05 05 23 Deze gids is een uitgave van Dierengezondheidszorg Vlaanderen. Verantwoordelijk Uitgever - Denis Volckaert Alle informatie in dit document werd geacht correct te zijn op het moment van publicatie. DGZ kan niet aansprakelijk gesteld worden voor fouten of onvolledigheden. Gids voor Goede Praktijken KI-centra Pagina 27