Genesis Cursistensamenvatting ETS-Bijbelcursus Leerjaar 1 Oude Testament Les 1. Inleiding Genesis

Vergelijkbare documenten
ETS-Bijbelcursus. Genesis Inhoud van de les. Doelstellingen van deze les (1)

"En Kaïn sprak met zijn broer Abel. En het gebeurde, toen zij op het veld waren, dat Kaïn zijn broer Abel aanviel en hem doodde.

VAJERA (En Ik verscheen) Sjemot 6:2-9:35

3. Jezus is een Jood Romeinen 15:7-13, Mattheüs 5: De verwachting van de Messias in het Oude Testament...

WELKOM! Programma Welkom en opening Kennismaking en informatie ETS Historische achtergrond van het NT Pauze De vier Evangeliën

WELKOM! Inleiding op het NT Vier getuigenissen over Jezus. NT-les 1 ETS-jaar 1

ETS-Bijbelcursus. Leviticus. Inhoud van de les. Doelstellingen van deze les

INHOUD - 1. Wat voor boek is de Bijbel? Hoe kun je de Bijbel lezen? Tips bij het gebruik van de Bijbel in Gewone Taal 17

Het heilsplan van God

30. De koning wordt geboren 31. Blij met Jezus 32. Jezus, de koning die dient 33. Jezus sterft 34. Jezus leeft 35. Jezus en de Heilige Geest

INHOUD. Citaten : Statenvertaling 1977 Aanbevolen websites: www:mybrethren.org/index.html

Hebreeën 11:1 Het geloof is een vaste grond van de dingen die men hoopt, en een bewijs van de zaken die men niet ziet.

En God schiep de mens naar Zijn beeld; naar het beeld van God schiep Hij hem; man en vrouw schiep Hij ze. Genesis 1:27

Filippenzen 3: 20 NBG 20 Want wij zijn burgers van een rijk in de hemelen, waaruit wij ook de Here Jezus Christus als verlosser verwachten, Efeziërs

Gods plan omvat alles? - 3. Bijbelstudie Soest 18 januari 2019

UITZICHT OP DE NIEUWE HEMEL EN AARDE VANUIT HET OUDE TESTAMENT. Mart-Jan Paul 16 sept 2017

Gemeente van onze Heer Jezus Christus, lieve mensen,

Wie schiep hemel een aarde? Op welke wijze kwam het scheppingswerk tot stand? 1 In het begin schiep God de hemel en de aarde.

discussiëren. Begrippen van hoofdstuk 1 die je moet kennen Schepping Evolutie Spontane waarneming Mythe Moraal TeNaCH Bijbel Koran

BIJBELROOSTER GROEP 5

Werkvorm: Vertel dat de Bijbel bestaat uit 66 Bijbelboeken en dat die ook verschillende genres hebben. Start het spel:

Bijbelstudie Door het geloof I

Een echte gelovige gelooft het Woord van God

TOLEDOT (Generaties) Beresjiet 25:19-28:9

Inleiding programma Bijbel Basics

dag 1 dag 2 dag 4 dag 3 thema thema symbool symbool persoon persoon lezen lezen dagtekst dagtekst thema thema symbool symbool persoon persoon lezen

De boom van Isaï. Vragen. Lezen: Jesaja 11:1-10

Aanbeveling door mgr. dr. G. de Korte, bisschop van s-hertogenbosch.

Adam en Eva. In alles weerspiegelden. de goedheid van God.

Levensopdracht op doodsdagen

Kennismaking met de bijbel

Ex 29: 43 Daar zal Ik dan de Israëlieten ontmoeten, en zij zullen door Mijn heerlijkheid geheiligd worden

Bethel Tempel Nijmegen spreker voorganger Timothy Then 10 maart Thema Ruil een Zondig leven in voor een Zinvol leven!

VERBORGENHEDEN IN HET GESLACHTSREGISTER VAN YESHUA (JEZUS) NAAR MATTHEUS

Een nieuw begin. De schepping van hemel en aarde Genesis 1:1-10

Hoor het Woord Groep

Dag 1. Dag 2. Dag 3. Dag 4. Dag 1. Dag 2. Dag 3. Dag 4. Dag 1. Dag 2. Dag 3. Dag 4. Dag 1. Dag 2. Dag 3. Dag 4

Geschapen om te dienen

ETS-Bijbelcursus. Exodus. Inhoud van de les. Doelstellingen van deze les

BIJBELROOSTER GROEP 1

Rooster Godsdienstonderwijs groep 6/

Hoor het Woord (a)

Dag 1. Dag 2. Dag 3. Dag 4

Eén eeuwig verbond. Verbond. Verbond. Discussie. Twee manieren van bijbellezen. blok F - nivo 3 - avond 7

Hoor het Woord Groep

ZEVENTIG WEKEN VAN DANIEL'S PROFETIEËN

Intochtslied. Thema van de dienst : Schepping. Organist/piano : Jan Bremer. Mededelingen van de kerkenraad. Zondag 4 Augustus 2013

1. Samuël de profeet. Lezen: Handelingen 3:11-26

God, laat ons uw liefde zien en maak ons gelukkig.

Het Oude Testament in vogelvlucht

Abraham & Sara Gods beloften. God roept Abraham om te gaan naar een land dat hij niet kent, en belooft hem een groot nageslacht.

- Ga je mee naar de kerk? I. Oostdijk NB. ook in 2e jaar. 6. Kaïn II-13 Zonde David I-5 Ellende. Waar/hoe zien we schuld/zonde terug in de kerkdienst?

Hoe de ekklesia werkelijk is ontstaan verrassing!

Methode Godsdienst Apeldoorn

De betrouwbaarheid van Genesis

Hoor het Woord Groep

1. De God van Jakob. Lezen: Psalm 146

Bijbelonderwijs voor de basisschool. Groep 5. Memootjes

Bijbel en psalmrooster groep 1 en 2 schooljaar 2017/2018

God schiep een goede en complete wereld, en Hij wees menselijke wezens aan, naar Zijn beeld geschapen, om Zijn schepping "te hoeden en te verzorgen".

Hoeveel ben jij waard?

Leerplan Orthodoxe Godsdienst Secundair Onderwijs - 1 e jaar BSO


DE WARE ZIN VAN ONS ZIJN

Verbonden met Israël!? Verbonden met Israël!?

De zegen uit Numeri 6. Deze zegen-formule is kunstig opgebouwd: zij bestaat uit 15 Hebreeuwse woorden.

EEN GROOT VERLIES WAT HEBBEN WE VERLOREN DOOR DE ZONDEVAL? 2/16

Lijdensweek 1: Vrouwen onder het oude verbond ontmoeten

In het vorige hoofdstuk werd de schepping van de hemel besproken. 1 In dit hoofdstuk gaat het over de schepping van de aarde.

Bijbelrooster bij Hoor het Woord (groep 1 en 2)

Dag 1. Dag 2. Dag 3. Dag 4. Dag 1. Dag 2. Dag 3. Dag 1. Dag 2. Dag 3. Dag 1. Dag 2. Dag 3. Dag 1. Dag 2. Dag 3. Dag 4

Zoals het was in de dagen van Noach

Waarom doet Hij dat zo? Om de diepste bedoeling van Gods geboden aan te geven. Daar kom ik straks op terug. Hij geeft in de Bergrede de beloften en

De zegen uit Numeri 6. Deze zegen-formule is kunstig opgebouwd: zij bestaat uit 15 Hebreeuwse woorden.

Wie worden als getuigen genoemd om aan te tonen hoe triest het volk Juda bezig is?

God schiep de mens - Adam

BIJBELROOSTER GROEP 3

De Bijbel Open (11-05)

Gemeente van Jezus Christus, gasten, luisteraars,

HC zd. 6 nr. 32. dia 1

dat hij geboren zou worden, was er al voor die tijd. Hebreeën 11 (deel 1) 2 Hierdoor immers hebben de ouden een goed getuigenis gekregen.

Hoofdstuk 1: HET BEGIN

Rooster Godsdienstonderwijs groep 7/

! "!# "$" "% %" "# % &"%"& "! " "" % #$ %#% ' %"( % ")$ " " % % ' * % %") %" % $ + "% " % & &, *! $ -". %" %" '!! "% )"%( " &%(1'!

Genesis 12: de Aartsvaders

INHOUDSOPGAVE. 1 Introductie... 8 DEEL 1: GENESIS De schepping De zondeval De zondvloed en daarna... 40

Voorbereiding Schriftgedeelte Genesis 1:1-2:4, 2: Thema God die alles maakte, Psalm 8. Exegese We behandelen Genesis 1:1-2:4, 2:15-25

Rooster Godsdienstonderwijs groep 7/

December-januari Weekthema: Op reis naar de eeuwigheid. Maandag 28 december. Gedane zaken nemen geen keer. Lezen: Hebreeën 9: 23-28

De gelijkenis van de twee zonen. Eerst lezen Daarna volgen er vragen en opdrachten

Preek over Genesis 12,1-3 (startzondag): Stappen zetten in geloof!

Wat is zegen(en)? OT: barach heilzame kracht geven, het goede toezeggen vaak zichtbaar in voorspoed/gezondheid/vrede

(groep. De juiste. andere taal. spreken. zodat de. zodat ze kon maken, aan bouwen. gedronken? b. water. d. wijn. Israëlische volk. d.

Bijbelrooster bij Hoor het Woord (groep 7 en 8)

Gods eed is 1. Onverwacht, 2. onverdiend 2. ontfermend 3. Onwankelbaar.

Middagdienst 2 oktober 2016 Dorpskerk Ds. J. Schep

WAT DE BIJBEL EN LUTHERANEN LEREN

DE ONTZETTENDE GEVOLGEN VAN DE ZONDE

Liedjes over Gods naam?

Israël STILLE TIJD STUDIE

Transcriptie:

ETS Cursistensamenvatting ETS-Bijbelcursus Leerdoelen - De cursisten hebben een globaal beeld van de oudtestamentische periode van de schepping tot de tijd van Richteren. - De cursisten zijn bekend met de toledôth-structuur van Genesis. - De cursisten kennen de grote lijnen van de inhoud van. - De cursisten hebben nagedacht over de vraag wat het betekent dat de mens geschapen is naar het beeld van God. - De cursisten kunnen de begrippen creationisme, theïstisch evolutionisme en intelligent design uitleggen. - De cursisten hebben weet van de knelpunten om het scheppingsverhaal te verbinden met evolutie. Inleiding Genesis Tijdlijn Oude Testament We kijken eerst naar een overzicht van het hele Oude Testament in twee afbeeldingen, waarna we verder inzoomen op Genesis. De eerste afbeelding (volgende pagina) gaat van de schepping tot het einde van de tijd van de Richteren (begin monarchie), +1050 voor Christus. Deze afbeelding laat de periode en bijbelboeken zien die dit cursusjaar aan de orde komen. De eerste kolom op de eerste afbeelding staat voor de voortijd, de tijd voorafgaand aan Abraham. De voortijd komt in aan de orde (deze les in september). Over de tijdstippen van de voortijd is veel discussie, hierop wordt in het vervolg van deze les nog verder ingegaan. De tweede kolom is die van de patriarchen Abraham, Izaäk en Jacob (de aartsvaders), zij worden in Genesis 12-50 beschreven (les 2, oktober). De nakomelingen van Jacob werden slaven in Egypte. Hun bevrijding ( uittocht, kolom 3) en reis door de woestijn onder leiding van Mozes zijn het onderwerp van de boeken Exodus, Leviticus, Numeri en Deuteronomium, die behandeld worden in de lessen 3-6. Er wordt verschillend gedacht over de datum van uittocht: +1440 of +1275 v. Chr. Teruggerekend betekent dit ook een verschil in de datering van Abraham en Jacob. Dit overzicht houdt de vroege datering aan. Veertig jaar na de uittocht trokken de Israëlieten het beloofde land binnen ( intocht ) onder leiding van Jozua (kolom 4, les 7). De periode tussen Jozua en de monarchie is de tijd van de Richteren. Die periode (kolom 5) wordt beschreven in het bijbelboek Richteren (Rechters in NBV) en is achtergrond van het bijbelboek Ruth. Richteren en Ruth worden behandeld in les 8 en 9, de laatste lessen OT van dit cursusjaar. Gedurende de hele periode van Abraham tot en met Richteren was Egypte een belangrijke buitenlandse mogendheid.

De tweede afbeelding is niet echt van belang voor de dit jaar behandelde bijbelboeken, maar volgt hier voor de volledigheid. De oudtestamentische periode na de Richteren kan in drieën onderverdeeld worden: het koninkrijk (de monarchie), de ballingschap en het herstel (de periode na de ballingschap). Veel profeten hebben in deze eeuwen een belangrijke rol gespeeld als vertolker van de boodschap van God voor zijn volk. Genesis Structuur van Genesis Het boek Genesis kan samengevat worden als de geschiedenis van de mensheid van de schepping tot het ontstaan van het volk Israël. 2

De meest eenvoudige hoofdlijn van Genesis verdeelt het boek in 2 delen: 1. : de oudste geschiedenis van de mensheid: schepping, zondeval, zondvloed en het ontstaan van de volken 2. Genesis 12-50: de geschiedenis van de patriarchen (aartsvaders) van Israël: Abraham, Izaäk, Jacob (en Jozef) In staan Gods prachtige schepping en de hoge bestemming van de mens (Gods beeld en gelijkenis) tegenover de verwoesting door de zonde, met als dieptepunten de zondvloed en het oordeel over Babel. Genesis 12 vormt een keerpunt in het bijbelboek. Vanaf dat moment roept God één man, die het begin vormt van een bijzonder volk, dat de Here uitkiest om daar zijn plannen met de wereld mee te realiseren. Voor een nauwkeuriger indeling van Genesis kunnen we letten op een formulering, die steeds terugkeert in het boek. De auteur zelf brengt structuur aan door 11 maal de woorden elleh toledôth te gebruiken. Dit wordt meestal vertaald met: dit is de geschiedenis van of dit zijn de nakomelingen van. Steeds volgt er op elleh toledôth een naam, behalve in 2:4 waar hemel en aarde volgt. We komen een toledôth tegen van Adam, Noach, Sem, Izaäk en Jacob, maar niet van Abraham en Jozef, terwijl hun geschiedenissen het meest uitvoerig worden weergegeven. En die van Izaäk brengt niet de geschiedenis van deze aartsvader, maar van zijn kinderen Jacob en Esau. Wat is de bedoeling van deze formule? De formule geeft steeds een belangrijk moment aan waarop er keuzes gemaakt worden. De schrijver zoekt naar begin- en eindpunten en trekt daartussen historische lijnen. Daarom begint hij een toledôth bij Terach en niet bij Abraham. Bij Terach kwam er een vertakking in de stamboom, bij Abraham niet. Bij zijn zoon Izaäk was er naast hem ook Ismaël, maar die was geen zoon van Sara. Daarom was er hier geen keuze tussen verschillende zonen. Bij de zonen van Izaäk (Jacob en Esau) was die keuze er wel, daarom is er wel een toledôth van Izaäk. In hoofdstuk 1 staat de schepping van hemel en aarde. Daarmee heeft God een begin gesteld. Nu vraagt de schrijver zich af: hoe ontwikkelde zich dat? Wat kwam hieruit voort in de geschiedenis? Het gaat niet om de ontstaansgeschiedenis van hemel en aarde, want die is al besproken. Het gaat om: wat kwam er van de geschiedenis van hemel en aarde terecht? Hoe ging het verder? Vandaar in Genesis 2:4 de toledôth van hemel en aarde. De toledôth -formule geeft steeds het begin aan van een nieuw gedeelte en je zou hem zo kunnen weergeven: wat is er terechtgekomen van. Het aanhouden van de toledôth -formule leidt tot de volgende opbouw van Genesis: 1. 1:1-2:3 Proloog: hemel en aarde uit niets geschapen en bewoonbaar gemaakt; hier komt nog geen toledôth voor. 2. 2:4-4:26 Dit is de toledôth van hemel en aarde; van alles zeer goed naar de zondeval en de doorwerking van de zonde. 3. 5:1-6:8 Dit is de toledôth van Adam; vermenigvuldiging van Adams nageslacht, de toenemende zonde en Gods besluit tot oordeel. 4. 6:9-9:29 Dit is de toledôth van Noach; alleen Noach vindt genade en God maakt een nieuwe start met hem; nieuw dieptepunt is de zonde van Cham. 5. 10:1-11:9 Dit is de toledôth van de zonen van Noach; de verspreiding van de volken over de aarde; nieuw dieptepunt is de torenbouw van Babel. 6. 11: 10-26 Dit is de toledôth van Sem; Gods plan richt zich op één specifiek geslacht, dat van Sem; het eindigt met Terach, de vader van Abram. 7. 11:27-25:11 Dit is de toledôth van Terach; dit gedeelte beschrijft hoe God verder gaat met Abram/Abraham. 8. 25: 12-18 Dit is de toledôth van Ismaël; Ismaëls nageslacht wordt beschreven, maar God gaat niet verder met hem. 9. 25:19-35:29 Dit is de toledôth van Izaäk; hij is de zoon waarmee God verder gaat. 3

10. 36:1-37:1 Dit is de toledôth van Esau; ook met hem gaat God niet verder. 11. 37:2-50:26 Dit is de toledôth van Jacob; hier komt weer de lijn naar voren waarmee God verder gaat. Toledôth komt ook nog in Genesis 36:9 voor, maar is op deze plaats niet het begin van een nieuw gedeelte. Het boek bindt door de toledôth-structuur de oudste geschiedenis en het ontstaan van Israël nauw samen. De Schepper van hemel en aarde is dezelfde als degene die het volk Israël tot aanzijn roept. De toledôth -formule komt ook verderop in de Bijbel nog voor in Numeri 3:1 en Ruth 4:18. Het veelvuldig voorkomen van de toledôth -formule wijst op de bedoeling van Genesis om geschiedenis weer te geven. Het boek verhaalt wat lang geleden plaats heeft gevonden. Natuurlijk is het beschreven vanuit een bepaald gezichtspunt. Genesis heeft de functie van een inleiding om Israëls verleden te verklaren. Wie Genesis heeft gelezen, heeft de achtergrondkennis die nodig is voor het verhaal van Exodus. Het boek Genesis bestaat voornamelijk uit verhalend proza. Het genre van de eerste hoofdstukken is lastiger vast te stellen. Soms doet de tekst van Genesis 1 dichterlijk aan. Dat betekent dat er gewerkt wordt volgens doordachte compositieregels. Genesis 1:1-2:4 heeft een duidelijke geordende structuur door de opbouw in dagen, die elk apart nadrukkelijk worden genoemd, en door de herhalingen zoals het noemen van de avond en de morgen en de zin En God zag, dat het goed was. Tijdens de eerste 3 dagen schept God de basisvoorwaarden (licht, uitspansel, land en zaadgevende gewassen) voor het leven, en op de volgende 3 dagen vult God deze in (lichtdragers, vissen en vogels, landdieren en mensen + voedsel). Door deze spiegelstructuur van 3+3 springt de 7e dag er uit. Maar ook de schepping van de mens wordt als hoogtepunt aangemerkt door het Laat Ons i.p.v. Er zij, door de lengte van de beschrijving, door het 3 maal herhalen van schiep in vers 27 en door het zeer goed dat over de zesde dag wordt uitgesproken. De boodschap die door de duidelijke structuur van Genesis 1:1-2:4 wordt overgebracht is dat God orde schept in de chaos. God maakt de dingen die voorheen onleefbaar waren leefbaar door orde te scheppen. Het telkens terugkerende refrein vertelt ons dat het allemaal geworden was zoals God het bedoelde: goed. Historische achtergrond van Genesis Genesis is een heel oud geschrift dat tot een totaal andere denkwereld behoort dan het moderne seculiere gedachtegoed dat wij kennen. Genesis heeft duidelijk meer gemeen met andere geschriften uit het oude Nabije Oosten, al was het ook in zijn eigen tijd al uniek. Van het scheppingsverhaal en het zondvloedverhaal zijn parallellen gevonden in vertellingen van andere culturen uit die tijd. Zo zijn er bijvoorbeeld het Atrahasis- en het Gilgamesh-epos uit Mesopotamië, die beiden de zondvloed vermelden. Dergelijke verhalen waren deel van de intellectuele bagage van die tijd in het Nabije Oosten. Behalve een gemeenschappelijk denkkader (hoe verschillend ook ingevuld) met betrekking tot de oergeschiedenis zijn er ook andere overeenkomsten van Genesis met de toenmalige cultuur. Zo geloofde men algemeen in het bestaan van een bovennatuurlijke wereld. Men geloofde in het bestaan van een God of goden en dat dit personen waren die konden denken, spreken en communiceren met de mens en invloed hadden op hun bestaan. De overeenkomsten worden echter overschaduwd door de verschillen. Ten eerste vallen de goden van de omringende culturen in het niet bij de God van Genesis, zowel moreel als wat betreft macht. Ten tweede laat Genesis de zondigheid van de mens zien en weerspreekt daarmee de gedachte dat het wel goed zal komen met de mensen. Genesis laat een lijn zien die van kwaad tot erger gaat: zonder genade is de menselijke situatie hopeloos. Verschillende gedeelten van kunnen gezien worden als polemiek tegen de religieuze ideeën van het oude Nabije Oosten zoals bijvoorbeeld het polytheïsme en de verhouding tussen goden en mensen. We moeten ons realiseren dat zich bezighield met hele andere zaken dan hedendaagse lezers. Dan zien we ook de verbluffende originaliteit van Genesis in de toenmalige wereld. 4

Datering van de voortijd Hoe lang geleden vonden de gebeurtenissen van plaats? Om dit te berekenen zijn de geslachtsregisters van Genesis 5 en 11 van groot belang. Op het eerste gezicht is het een kwestie van eenvoudig terugrekenen. Iemand die dat deed was de Anglicaanse bisschop James Ussher, die in de zeventiende eeuw tot de conclusie kwam dat Adam in 4004 voor Christus geschapen werd. Er zijn echter aanwijzingen dat de geslachtsregisters van Genesis 5 en 11 open zijn, wat betekent dat er generaties zijn overgeslagen. Het artikel Chronologie 1 van de Studiebijbel somt een aantal van deze aanwijzingen op, onder andere dat er meer onvolledige geslachtslijsten in de Bijbel voorkomen. Gezien de archeologische kennis van onze tijd is de berekening van Ussher absoluut te krap. Het genoemde artikel van de Studiebijbel, dat uitgebreid op het onderwerp van de datering ingaat, trekt na het noemen van de argumenten voor open geslachtsregisters in Genesis 5 en 11 de volgende conclusie: Op basis van de bovenstaande argumenten nemen de meeste orthodoxe exegeten aan, dat de genealogieën open zijn, dus dat namen weggelaten zijn. Dit heeft als gevolg dat de periode tussen schepping en zondvloed en de periode tussen de zondvloed en de aartsvaders niet goed berekend kunnen worden. De meeste van deze geleerden wijzen de evolutietheorie af en proberen zo goed mogelijk recht te doen aan de geschiedenissen in Genesis. Over het algemeen denkt men aan een zondvloed rond 10.000 v.chr. en aan een schepping enige duizenden jaren daarvoor. en de rest van het boek De nadruk van Genesis als geheel ligt vooral bij de patriarchen als voorvaders van Israël. geeft de achtergrond van de roeping van Abraham: de hopeloze toestand van de mensheid zonder de genade van God. Door Gods plan dat met de aartsvaders begint zal Hij zijn oorspronkelijke plan met de mensheid vervullen. In neemt de zonde bezit van de mensheid, wat leidt tot de zondvloed en later tot de verspreiding van de mensen over de aarde. De beloften aan Abraham bieden uitzicht op herstel van de hopeloze situatie. De voorgeschiedenis van de mensheid laat het belang van het verhaal van de aartsvaders zien: door zijn weg met hen zal God de wereld redden. Genesis laat een dubbele lijn zien van menselijk falen en Gods Woord van genade of zegen: 1. de zondeval (Gen. 3) > de belofte van het zaad (Genesis 3:15) 2. de zondvloed (Genesis 6-8) > belofte dat er geen wereldwijde vloed meer zal zijn (Genesis 9:11) 3. de verstrooiing (Genesis 11) > belofte van wereldwijde zegen (Genesis 12:1-3) Inhoud van In Genesis 1 wordt de schepping beschreven met als telkens terugkerende refrein dat het allemaal geworden was zoals God het bedoelde: goed. In hoofdstuk 2 (vanaf vs.4) staat het hoogtepunt van de schepping, de mens, centraal. Het gaat nu specifiek over hem. Vaak wordt gezegd dat we in het gedeelte vanaf hoofdstuk 2:4 een tweede scheppingsverhaal vinden, dat in tegenspraak is met het eerste. Die tegenspraak bestaat hierin, dat het tweede verhaal een andere scheppingsvolgorde aan zou geven dan het eerste, omdat de mens nu eerder wordt geschapen dan de planten en de dieren. De Studiebijbel (in noot 5 bij Genesis 2:4-25) geeft een mogelijke alternatieve vertaling van Genesis 2:5-7 waarbij tegenspraak met Genesis 1 vermeden wordt: In veel vertalingen (o.a. NBG) staat dat God de mens schiep toen de planten er nog niet waren. In de volgende vertaling is die tegenspraak er niet: Toen er nog geen veldgewas op de aarde was, en geen akkergewas 5

opgekomen was [dus voor de 3e dag], omdat de HERE God het nog niet had laten regenen op de aarde, en er geen mensen waren om de akker te bebouwen, (6) toen stegen stromen op uit de aarde en drenkte de hele oppervlakte van de aarde [zodat de vegetatie kon opkomen], (7) en de HERE God vormde de mens, stof van de aardbodem, en blies in zijn neus levensadem, en de mens werd tot een levend wezen. Over de verhouding tussen de schepping van de mens en van de dieren in Genesis 2:19 schrijft de Studiebijbel (in noot 24 bij Genesis 2:4-25): Vanuit de samenhang met Genesis 1 en vanuit de opbouw van de zinnen is duidelijk dat de dieren er eerder waren dan de mens, en dat hier vertaald moet worden had gemaakt. Het is onjuist en ook onlogisch hieruit een chronologische volgorde te halen: eerst Adam, dan de dieren en daarna Eva. In Genesis 3 wordt de zondeval verhaald, maar tegelijk wordt de belofte van het zaad gegeven: er zal een nakomeling van de vrouw komen die de overwinning van de boze teniet zal doen en verlossing aan de mensheid zal brengen. In Genesis 4 en 5 is zichtbaar hoe de mensheid pijlsnel afglijdt, te beginnen met het verhaal van de moord door Kaïn op Abel. In de beide geslachtsregisters van Genesis 4 en 5 wordt extra aandacht geschonken aan de 7e generatie: Lamech (in de lijn van Kaïn) en Henoch (in de lijn van Seth). Deze nakomelingen van beide zonen van Adam vormen een contrast: Lamech is een toonbeeld van wraakzucht (en vormt daarmee een illustratie van het slechte geslacht), terwijl Henoch juist een toonbeeld is van vroomheid (en daarmee illustratie van het goede geslacht, de lijn van Seth). De geschiedenis van Henoch laat tevens zien dat men ook in die vroege tijd zich al bewust was dat de dood niet het einde is, maar dat er na dit leven een leven bij God is. De hoofdstukken 6-9 vertellen het verhaal van Noach en van de zondvloed. God moet constateren dat alles wat de mensen denken altijd slecht is (6:5) en besluit het kwaad weg te doen door een wereldwijde overstroming. Hij redt echter Noach, diens gezin en van alle dieren een koppel, door de ark. Mysterieus zijn de zonen van God en de reuzen uit Genesis 6:1-4. Zijn zij mannelijke nakomelingen van Set die zich vermengen met vrouwelijke nakomelingen van Kaïn? Of zijn zij engelen, hemelse wezens, die afvallig van God zijn en met aardse vrouwen trouwen? Hoe dan ook, in hun optreden wordt zichtbaar hoe de zonde om zich heen grijpt en het hele menselijke geslacht behalve Noach in zijn greep krijgt. Er zijn verschillende overeenkomsten tussen het verhaal van de schepping en het zondvloedverhaal. In de eerste plaats bekijkt God in beide gedeelten zijn schepping en trekt een conclusie: na de schepping was alles zeer goed, terwijl God vlak voor de zondvloed moet concluderen dat alles zeer slecht is. Verder worden alle categorieën dieren uit Genesis 1 (behalve natuurlijk de waterdieren) weer apart genoemd als de dieren die Noach in de ark moet nemen. Ook zien we God weer aan het werk met de scheiding tussen water en land: eerst maakte God een scheiding, nu neemt God die weer weg, wat neerkomt op een ontschepping. Ook neemt God zijn Geest, die Hij aan de mensen had gegeven, weg (6:3). Na de zondvloed komt herstel. Opnieuw krijgt de mens (nu Noach) de opdracht om vruchtbaar en talrijk te worden (zie 1:28 en 9:1). God sluit na de zondvloed een verbond met Noach en zijn nakomelingen (alle mensen), waarvan de regenboog het teken is. Ook alle dieren die in de ark waren, worden bij het verbond betrokken (Genesis 9:10, 13 en 16). Er zal niet opnieuw een watervloed komen die al het leven op aarde uit zal roeien. Zo geeft God de mensen na de zondvloed een nieuwe start. Hoofdstuk 10 geeft een lijst met het nageslacht van Noach. Eerst worden de zonen genoemd uit de nietuitverkoren lijn. Nadat de niet-uitverkoren lijn opzij is gezet wordt de uitverkoren lijn genoemd, waar het daarna verder over gaat (dit zien we steeds in Genesis). Het nageslacht van Jafet wordt het eerst genoemd omdat die zich het verst van Israël weg verspreidt. Chams nageslacht verspreidt zich rond het beloofde land en met die volkeren krijgt Israël ook het meest te maken (als vijand). Sem is de stamvader van Israël. Van Eber is de naam Hebreeër afgeleid. De verdeling waarvan de naam Peleg spreekt (10:25), duidt vermoedelijk op de verstrooiing na de spraakverwarring in Babel. 6

De geschiedenis van Babel in Genesis 11 laat zien dat het menselijk hart, ook na de verschrikkelijke zondvloed, onveranderd slecht is. Het streven waardoor de mens in zonde viel (als God zijn) beheerst ook nu weer zijn leven. Men wil God niet erkennen, maar zichzelf een naam maken. Evenals bij de zondeval grijpt God ook nu in. Het geslachtsregister van Sem in Genesis 11:10-32 vormt de inleiding op de weg die God met Abraham zal gaan. Boodschap van Kort samengevat laat ons zien wie God is en wie de mensen zijn. God is de machtige Schepper. Bij Hem ligt de oorsprong van heel de schepping, dus niets kan onafhankelijk van Hem bestaan. Hij is goed, want Hij heeft de mens een goed bestaan gegeven. Hij is trouw, want ondanks alle slechtheid van de mens geeft Hij het niet op en maakt steeds weer een nieuw begin. Dat God de Schepper is van alles blijft in het hele OT een belangrijk thema. Het betekent dat God legitimatie en macht heeft om te oordelen, en ook dat Hij heil kan brengen door herschepping. Beeld van God In staan Gods prachtige schepping en de hoge bestemming van de mens (Gods beeld en gelijkenis) tegenover de verwoesting door de zonde. Uit Genesis 1 blijkt dat bij de schepping van de mens het hoogtepunt van Gods scheppingswerk wordt bereikt. Ten eerste zien we dat God de mens zegent en de opdracht geeft om te heersen over de schepping (1:28). Ten tweede wordt bij de schepping van de mens het woord scheppen 3 keer gebruikt; bij de overige levende wezens slechts 1 keer. Ten derde zien we vanaf de 3e dag na het afronden van het werk steeds dezelfde woorden: En God zag dat het goed was. Maar na het scheppen van de mens zien we een kleine, maar belangrijke aanpassing: en zie, het was zeer goed. Tenslotte zien we een verandering in de formulering van de scheppingswoorden. Bij de eerste 6 dagen zien we een onpersoonlijke formulering zoals: Er zij of dat er. Maar bij de schepping van de mens lezen we: Laat Ons mensen maken naar ons beeld, als onze gelijkenis. Mensen verschillen dus kwalitatief van de dierenwereld en de rest van de schepping, want zij dragen het stempel van God. De uitdrukkingen naar ons beeld en als onze gelijkenis in Genesis 1:26-27 duiden erop dat er iets van God in mensen gekopieerd is, dat er iets is waarin wij vergelijkbaar met Hem zijn, iets waarin wij overeenstemmen met Hem. Wat is dat? Het wordt niet direct benoemd en moet afgeleid worden uit de context van Genesis 1 en uit de rest van de Bijbel. Geen wonder dat deze niet gemakkelijke vraag al eeuwenlang heftige discussies heeft opgeleverd. Het gaat bij het beeld zijn van God allereerst om de originele mens, zoals God die maakte voordat de zondeval plaatsvond. Genesis 9:6 laat echter zien, dat het geschapen zijn naar Gods beeld ook de gevallen mens nog bepaalt. Enkele punten die van belang zijn: Het beeld van God zijn heeft niet te maken met ons uiterlijk; God is immers Geest (Joh.4:24). Het kan te maken hebben met de morele verhevenheid en zuiverheid die de mens bij de schepping ontving, en die we weer terugzien in Christus (Kolossenzen 1:15). Het kan te maken hebben met onze persoonlijkheid; zowel God als mens bezitten eigenschappen die ons onderscheiden van wezens zonder persoonlijkheid (bijv. intellectueel vermogen, morele vrijheid, emotioneel ervaren). Het kan te maken hebben met de mogelijkheid tot communicatie of een relatie met God (Johannes 17:3); de mens is een geestelijk wezen met een eeuwige bestemming en vindt slechts zin in een leven met God (Prediker 12:5-7). In het verlengde hiervan kan het te maken hebben met het geschapen zijn voor relaties in het algemeen. De mens is mannelijk en vrouwelijk geschapen en is incompleet zonder wederhelft, waarin wij de meervoudigheid van God ( Ons ) weerspiegelen. 7

Het kan te maken hebben met iets dat de mens doet; meestal gaat het hier om heersen, wat betekent dat we als Gods vertegenwoordigers gezag uitoefenen over de schepping (Genesis 1:26 en Psalm 8). De zondeval Bij de zondeval is er iets verschrikkelijks gebeurd, waardoor de gelijkenis met God ernstig verstoord is. De mens kiest voor zichzelf, dwars tegen de wil van God in. Het is niet alleen zo dat hij iets zondigs doet, maar ook verandert hij innerlijk, hij heeft nu een zondige natuur. Mensen zijn gevallen beelddragers geworden. Het beeld van God is niet geheel verloren gegaan (zie Genesis 5:1 en 9:6), maar wel ernstig aangetast. Afhankelijk van hoe we het beeld van God in de mens hebben ingevuld (zie hierboven), zullen de gevolgen en oplossingen daarvoor anders benadrukt worden. Door de zonde maakt de dood zijn entree in het leven van de mens (Romeinen 6:23). De patronen van Genesis 3 herhalen zich vaak in onze levens. Dat geldt voor het patroon van verleiding en begeerte (het lijkt heel mooi, de straf/gevolgen worden weggewuifd en hoe langer je kijkt, hoe aantrekkelijker het wordt), maar ook voor het patroon van wantrouwen naar God en het patroon van anderen de schuld geven. De vrouw geloofde dat God iets voor haar achterhield en dat ze er niet op kon vertrouwen dat Hij goed voor haar zou zijn. Als ze een zo goed mogelijk leven wilde hebben, moest ze zelf de zaken in de hand nemen. RddB somt onder praktische betekenis enkele instellingen in het menselijk leven op die bij de schepping hun oorsprong vinden en daarom zeker zo door God bedoeld zijn: het heersen over de schepping, de zevendaagse week en het monogame huwelijk. Schepping en evolutie Onder christenen leven verschillende gedachten over schepping en evolutie. Onder evolutie wordt hier de theorie verstaan dat alle leven op aarde een gemeenschappelijke oorsprong heeft en dat er vanaf het ontstaan van het eerste leven gedurende vele miljoenen jaren een ontwikkeling heeft plaatsgevonden tot de huidige verscheidenheid aan soorten. Omdat evolutie in de wetenschappelijke wereld de heersende theorie over de ontwikkeling van het leven is, is het belangrijk voor christenen om erover na te denken in hoeverre zij in deze gedachte mee willen gaan. De twee meest bekende posities zijn het creationisme en het theïstisch evolutionisme. Creationisme verdedigt de letterlijke uitleg van het scheppings- en zondvloedverhaal en wijst daarom gemeenschappelijke afstamming van het leven en een tijdsschaal van miljoenen jaren af. Theïstisch evolutionisme gelooft dat God het leven heeft geschapen door het mechanisme van evolutie zoals dat door de wetenschap wordt beschreven. Er is ook nog een andere theorie die zich niet uitspreekt over het ontstaan van de wereld en het leven, maar wel van belang is voor de discussie over schepping en evolutie: intelligent design (intelligent ontwerp). Intelligent design staat voor de opvatting dat bepaalde kenmerken van het heelal en organismen het best worden verklaard als het werk van een intelligente ontwerper (definitie Wikipedia). Daarmee sluit intelligent design de gedachte aan spontane evolutie uit, al doet de theorie geen uitspraak over de vraag hoe het leven dan wel ontstaan is en zich ontwikkeld heeft. Hoe christenen over schepping en evolutie denken, beïnvloedt de manier waarop zij Genesis 1 en 2 lezen. Creationisten voelen zich het meeste thuis voelt bij de letterlijke lezing van Genesis 1. Theïstische evolutionisten gaan er meestal van uit dat Genesis 1 een bewuste literaire compositie is en daarom niet letterlijk historisch gelezen hoeft te worden. Deze gedachte wordt de kadertheorie genoemd. Ook wijzen zij op verschillen tussen Genesis 1 en 2, die volgens hen een strikt letterlijk opvatten van deze hoofdstukken in de weg staan. 8

Er zijn ook theorieën die proberen om binnen het scheppingsverhaal van Genesis 1 ruimte te vinden voor een hoge ouderdom van de wereld en het leven. De ETS is er niet voor de wetenschappelijke evaluatie van het thema schepping en evolutie. Wie hierover een boek wil lezen vanuit het perspectief van het theïstisch evolutionisme kan denken aan Gevormd uit sterrenstof van René Fransen. Een uitleg vanuit creationistisch perspectief is Evolutie: het nieuwe studieboek van Reinhard Junker en Siegfried Scherer. Een boek dat vanuit creationistisch perspectief nader ingaat op de zondvloed is wereldwijde vloed van Tjerk Evenboer. Kan de evolutietheorie verzoend worden met de bijbelse boodschap? In de afgelopen anderhalf jaar zijn drie boeken verschenen die op deze vraag ingaan en verschillende antwoorden geven: En de aarde bracht voort van Gijsbert van den Brink probeert orthodox geloven en de evolutietheorie met elkaar te laten samengaan. Het boek Oorspronkelijk van Mart Jan Paul komt tot de conclusie dat de evolutietheorie onverenigbaar is met het klassieke scheppingsgeloof. Adam, waar ben je? van Willem Ouweneel betoogt dat aanvaarding van de evolutietheorie tot onoverkomelijke theologische problemen leidt. Het is goed om ons te realiseren wat de belangrijkste wrijfpunten tussen het scheppingsverhaal in Genesis 1 en 2 en de evolutietheorie zijn: God noemt het geschapene 6 maal goed en eindigt met: en zie, het was zeer goed. De oorspronkelijke goedheid van de schepping kunnen we ook zien in het contrast met de volgende hoofdstukken. Daar verschijnen woorden als: dood, vijandschap, smart, vervloeking. Volgens Genesis 1-3 mochten de eerste mensen in het paradijs leven. Pas door hun zonde kwam de dood in deze wereld. Een fundamenteel uitgangspunt van de evolutietheorie daarentegen is dat er altijd dood en verderf is geweest in de wereld, al miljoenen jaren voor het verschijnen van de mens. De evolutietheorie gaat er vanuit dat de mens afstamt van de dieren. Dat is in tegenspraak met Genesis 2:7, waar God de mens formeert uit de aardbodem en de levensadem in zijn neus blaast. God maakt de mens in een afzonderlijke scheppingshandeling en gebruikt daarbij stof. Dat God formeerde uit de aardbodem wordt overigens ook vermeld van de dieren van het veld en de vogels in de lucht (Genesis 2:19). In de Evangeliën blijkt dat Jezus Genesis 1-3 als een historische werkelijkheid aanvaardde, zoals dat ook in het Jodendom van zijn tijd gebruikelijk was. Hij beschouwde Adam en Eva als het eerste mensenpaar (Mattheüs 19:3-9/ Marcus 10:2-9). In Lucas 11:50-51 bevestigt hij de historiciteit van Abel, de zoon van Adam en Eva die door zijn broer Kaïn werd vermoord. Paulus gaat in zijn uitleg van de zondige aard van de mensheid uit van de historiciteit van Adam, de eerste mens (Romeinen 5:12-21 en 1 Korintiërs 15:21-22). Vanuit de compositie van het boek Genesis is het duidelijk dat God deze wereld geschapen heeft in een situatie die goed was, dat Adam en Eva de eerste mensen waren, van wie het gehele menselijke geslacht afstamt, en dat door toedoen van deze eerste mensen de schepping in een gevallen positie kwam. Dit geloof is ook door de kerk der eeuwen beleden, vaak in oppositie tot andere opvattingen. 9