De luchthavenregeling voor de luchthaven Voorhout gevestigd aan de 1 e Elsgeesterweg te Voorhout, gemeente Teylingen.

Voordracht aan Provinciale Staten van Gedeputeerde Staten Vergadering Oktober 2010 Nummer 6235 onderwerp Luchthavenregeling voor schermvliegen Voorhout 1 Ontwerpbesluit Provinciale Staten van Zuid-Holland, Gelet op: Artikel 8.64, eerste lid, van de Wet luchtvaart van 18 juni 1992, houdende algemene regeling met betrekking tot het luchtverkeer en artikel 143 van de Provinciewet. Besluiten: vast te stellen: De luchthavenregeling voor de luchthaven Voorhout gevestigd aan de 1 e Elsgeesterweg te Voorhout, gemeente Teylingen. 1. Algemeen Artikel 1 In deze luchthavenregeling wordt verstaan onder: a. wet: de Wet luchtvaart; b. regeling: de Regeling burgerluchthavens; c. luchthaven: een terrein als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van de Wet luchtvaart; d. exploitant: de houder van een luchthavenregeling e. gebruiker: een luchtvaartmaatschappij, alsmede een persoon of rechtspersoon die vluchten uitvoert, niet zijnde een luchtvaartmaatschappij; f. Rvglt: Regeling veilig gebruik luchthavens en andere terreinen. Artikel 2 De exploitant van de luchthaven is Dhr. C. Kromhout, wonende aan de Langevaart 3a te Rijnsburg. Artikel 3 Deze luchthavenregeling is van toepassing op de luchthaven aan de 1 e Elsgeesterweg te Voorhout, gemeente Teylingen, geografische positie 52 12'15,31" N 004 28'01,13" E zoals aangegeven op de bij deze luchthavenregeling behorende kaart (bijlage 1). 1/14

Artikel 4 Van de luchthaven zoals genoemd in artikel 3 van deze luchthavenregeling mag gebruik worden gemaakt door de exploitant van de luchthaven, zoals genoemd in artikel 2 van deze luchthavenregeling en de gebruiker zoals genoemd in artikel 1 onder e van deze luchthavenregeling. 2. Regels voor het luchthavenluchtverkeer Artikel 5 Onverminderd de bepalingen uit de luchtvaartwet en regelgeving, mag de luchthaven uitsluitend worden gebruikt voor gemotoriseerd schermvliegen door exploitant en door gastgebruik: 1. In de periode tussen 1 juni en 31 oktober van het betreffende jaar 2. Het maximaal aantal gelijktijdige gebruikers op enig moment is beperkt tot 4. 3. Er wordt niet gelijktijdig gestart en geland. 4. Het maximaal toegestane vliegtuigbewegingen per gebruikersjaar is 100. 5. Het gebruik of doen gebruiken van de luchthaven is alleen toegestaan in Visual Meteorological Conditions (VMC). 3. Rapportageverplichting Artikel 6 Het gebruiksjaar betreft de periode van 1 juni tot en met 31 oktober. Artikel 7 De in artikel 2, eerste lid, genoemde exploitant dient binnen vier weken na het einde van de maand augustus en binnen vier weken na het einde van de maand oktober van ieder jaar dat gebruik wordt gemaakt van de luchthaven aan het bevoegde gezag een rapportage te overleggen over het gebruik van de luchthaven gedurende respectievelijk de periode juni tot en met augustus en de periode september tot en met oktober. Tevens dient binnen vier weken na het einde van een gebruiksjaar de in artikel 2, eerste lid, genoemde exploitant een rapportage te overleggen over het gebruik van de luchthaven gedurende het gebruiksjaar. De inhoud van de rapportage dient in ieder geval te voldoen aan de vereisten gesteld in de regeling en het format zoals dit door het college van GS is vastgesteld. 4. Inwerkingtreding Artikel 8 Deze luchthavenregeling treedt in werking met ingang van de achtste dag na de dag van de bekendmaking. 5. Beroep Tegen dit besluit kunnen belanghebbenden op grond van artikel 12.1 van de Wet luchtvaart en artikel 6:7 van de Algemene wet bestuursrecht gedurende zes weken vanaf de dag na de dag waarop een exemplaar van de luchthavenregeling ter inzage is gelegd, beroep instellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, Postbus 20019, 2500 EA Den Haag. 2/14

Het beroepschrift moet in tweevoud worden ingediend. Als tegen dit besluit beroep wordt ingesteld kan een verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening worden ingediend (artikel 36 van de Wet op de Raad van State en artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht). Dit verzoek moet worden gericht aan de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, Postbus 20019, 2500 EA Den Haag. Den Haag, 13 oktober 2010 Provinciale Staten van Zuid-Holland, griffier, voorzitter, 3/14

2 Toelichting ALGEMEEN: Onderwerp luchthavenregelinq Op 1 november 2009 is de wet 'Regelgeving Burgerluchthavens en Militaire Luchthavens - RBML' inwerking getreden en is de provincie Zuid-Holland bevoegd om beslissingen te nemen over het 'landzijdige' gebruik van het luchthaventerrein met regionale betekenis, uitgezonderd Rotterdam The Hague Airport. Hieronder vallen de milieugebruiksruimte (geluid, externe veiligheid, aantal vliegbewegingen) en de ruimtelijke inpassing. Ook de handhaving van de besluiten met betrekking tot bovengenoemde aspecten is een provinciale verantwoordelijkheid. De invulling van deze nieuwe bevoegdheid door de provincie omvat het opstellen en handhaven van luchthavenbesluiten, luchthavenregelingen en ontheffingen voor luchtvaartactiviteiten van tijdelijke en uitzonderlijke aard. De 'luchtzijdige' aspecten (oftewel het luchtruimgebruik) en alle veiligheidsaspecten anders dan externe veiligheid blijven een Rijksverantwoordelijkheid, vallend onder de Inspectie Verkeer en Waterstaat (IVW). Door de bevoegdheid voor wat betreft luchthavens van regionale betekenis gedeeltelijk te decentraliseren naar de provincie kan de provincie zijn rol als gebiedsregisseur beter waarmaken. Denk daarbij aan taken op het gebied van ruimtelijke ordening, mobiliteit, regionale economie en inrichting van landelijk gebied. Met de decentralisatie krijgen Provinciale Staten de bevoegdheid te besluiten over de milieuruimte van een luchthaven en de ruimtelijke gevolgen daarvan. Het Rijk stelt wel randvoorwaarden op grond van milieu- en externe veiligheidsoverwegingen waar de provincie rekening mee moet houden in hun besluiten. Deze randvoorwaarden worden vastgelegd in het Besluit burgerluchthavens. De wet beoogt door stroomlijning en vereenvoudiging van de benodigde procedures de (administratieve) lastendruk terug te dringen en de procedures sneller en doelmatiger te laten verlopen. Voor elke luchthaven waar volgens de oude wetgeving een besluit was afgegeven moet een luchthavenbesluit of een luchthavenregeling worden vastgesteld. In het beleidsplan Regionale Luchtvaart 2008-2020 staat dat de provincie Zuid-Holland luchthavenbesluiten of luchthavenregelingen zal vaststellen voor de bestaande luchthavens voor de kleine en recreatieve luchtvaart. Op basis van het beleidsplan zijn, voor zover mogelijk, de bestaande vergunningen 1 op 1 omgezet naar de ontwerp-luchthavenregelingen. Voor deze luchthaven is op 8 juni 2010 door GS de ontwerp-luchthavenregeling vastgesteld. Deze ontwerpbeschikking heeft 6 weken ter inzage gelegen conform afdeling 3.4 Awb. Voor deze luchthaven zijn naar aanleiding van ingediende zienswijzen extra beperkingen opgenomen in de luchthavenregeling. Het vaststellen van de definitieve beschikking is een bevoegdheid van Provinciale Staten. Verqunningsituatie Deze luchthavenregeling betreft de luchthaven met grasbaan gelegen aan de 1 e Elsgeesterweg te Voorhout, met een totale afmeting van circa 150 m x 150 m, onderdeel uitmakend van een weiland. 4/14

De exploitant is in het bezit van een ontheffing van artikel 14 LVW t.b.v. gemotoriseerd schermvliegen afgegeven door IVW (Inspectie Verkeer en Waterstaat) geldig tot 30 april 2010. In het kader van de RBML worden de artikel 14 LVW ontheffingen tot 1 november 2010 verlengd en dienen deze ontheffingen omgezet te worden in een luchthavenregeling onder de RBML. BELEIDSOVERWEGINGEN Toetsing aan het provinciaal luchtvaart beleid De Provincie Zuid-Holland zal luchthavenbesluiten of luchthavenregelingen vaststellen voor de bestaande luchthavens voor de kleine en recreatieve luchtvaart. De provincie Zuid-Holland zal aanvragen voor nieuwe luchthavens voor de gemotoriseerde kleine luchtvaart in principe afwijzen. Conclusie toetsing aan beleid: De onderhavige luchthavenregeling betreft een bestaande luchtvaartactiviteit met een recreatieve functie die past in het provinciaal beleid. Geluidsbelasting en externe veiligheid Met de overgang naar de RBML zijn de mogelijkheden tot generieke ontheffingen voor schermzeil- en snorvliegen zoals in de BIGNAL was opgenomen vervallen. De provincies hebben binnen de overgangsregeling, de regeling voor Ballonvaren, Scherm- en Zeilvliegen voor de bestaande velden, door een besluit van de minister tot verlenging van de situatie van voor 1 november 2009, per 1 november van 2010 de mogelijkheid om ontheffingen om te zetten in een luchthavenregeling. De Tweede Kamer heeft zich tijdens het Algemeen overleg op 18 februari 2010 uitgesproken voor een algehele vrijstelling in het kader van de RBML voor zweeftoestellen (scherm-, zeil- en snorvliegen) en ballonvaren. Per 1 juli 2010 is er een vrijstelling voor het hebben van een luchthavenregeling van kracht, voor vrije ballonnen, zeilvliegtuigen en schermzweeftoestellen. Gemotoriseerde vormen van luchtvaart zijn niet vrijgesteld. Volgens het besluit van 30 september 2009 (staatsblad 2009-412) houdende regels voor burgerluchthavens (Besluit Burgerluchthavens), hoofdstuk 2 artikel 5 lid 2 is de vaststelling van een luchthavenregeling noodzakelijk. Gebaseerd op het type toepassing (schermvliegen) en het maximum aantal vliegbewegingen dat is vastgesteld voor deze luchthaven, zal de 56 db(a) L DEN geluidscontour zich niet vormen. Externe veiligheid wordt uitgedrukt in Plaatsgebonden Risico (PR). Dit is de kans dat gedurende een periode van één jaar een persoon overlijdt als rechtstreeks gevolg van een ongeval, waarbij die persoon zich permanent en onbeschermd op een bepaalde plaats bevindt. Het PR wordt grotendeels bepaald door: Ongevalkans (kans per vliegtuigbeweging op een ongeval van een bepaald type luchtvaartuig). Aantal vliegbewegingen; Letaliteit (mate van dodelijkheid als rechtstreeks gevolg van een ongeval, voor iemand die zich in het ongevalgevolggebied bevindt, voor licht vliegverkeer is dit kleiner dan 13%); 5/14

Maximum Take-Off Weight (MTOW licht vliegverkeer < 5700 kg); Gebaseerd op het beperkte aantal vliegtuigbewegingen en de geringe ongevalkans in combinatie met de minimale impact (lage MTOW) en de lage letaliteit, zal de 10" 6 PR externe veiligheidscontour verwaarloosbaar klein zijn en zich niet buiten het luchthaventerrein uitstrekken. Ruimtelijke ordening Het gemeentelijk ruimtelijk beleid (ontwerp bestemmingsplan "Trappenberg-Kloosterschuur") voorziet in de herontwikkeling van het gebied Trappenberg-Kloosterschuur in verband met de beoogde realisering van een kassencomplex. Alsdan is er waarschijnlijk geen plaats meer voor de luchtvaart aan de Elsgeesterweg. Naar verwachting zullen Provinciale Staten de vergunning t.z.t. intrekken zodra met die plannen een aanvang genomen wordt. De systematiek van de Luchtvaartwet- en regelgeving maakt dat thans een wettelijke grondslag ontbreekt om de luchthavenregeling te weigeren wegens strijd met het vigerende bestemmingsplan. EINDCONCLUSIE Het vaststellen van deze luchthavenregeling is in overeenstemming met de geldende wet -en regelgeving en met het bepaalde in het Provinciale Beleidsplan Regionale Luchtvaart 2008-2020. BIJLAGEN: Bijlage 1 - gebiedskaart 6/14

Nota van Zienswijzen: De luchthavenregeling voor de Luchthaven aan de 1 e Elsgeesterweg te Voorhout heeft van 9 juli tot en met 20 augustus 2010 ex artikel 3:11 Awb ter inzage gelegen. Wij hebben naar aanleiding van de (ontwerp)luchthavenregeling zienswijzen ontvangen van: M. de Ket, gedateerd 22 juli 2010 Milieu Overleg Duin- en Bollenstreek (MODB), gedateerd 27 juli 2010 M. Uhlenbeck, gedateerd 2 augustus 2010 J.H. Schoutsen, gedateerd 3 augustus 2010 Club voor Natuurgeluiden Registratie (CMR), gedateerd 3 augustus 2010 M. de Graaft, gedateerd 3 augustus 2010 Groenadviescommissie Oegstgeest, gedateerd 13 augustus E. Reij en C. Jonkheer en K. en M. Warmerdam, gedateerd 17 augustus 2010 De Vereniging Betrokken Teylingers, gedateerd 18 augustus 2010 Stichting de Eendenkooi Warmond, gedateerd 19 augustus 2010 De Koninklijke Nederlandse Vereniging voor Luchtvaart, gedateerd 19 augustus 2010 J.H.M. Peetoom, gedateerd 19 augustus 2010 De gemeente Teylingen, gedateerd 19 augustus 2010 Hierna geven wij een reactie op de ingebrachte zienswijzen: Zienswijze: De zienswijzen van M. de Ket, gedateerd 22 juli 2010, van Milieu Overleg Duin- en Bollenstreek (MODB), gedateerd 27 juli 2010, J.H. Schoutsen, gedateerd 3 augustus 2010 en Club voor Natuurgeluiden Registratie (CNR), gedateerd 3 augustus 2010, van M. Uhlenbeck, gedateerd 2 augustus 2010, van M. de Graaff, gedateerd 3 augustus 2010, van de Groenadviescommissie Oegstgeest, gedateerd 13 augustus 2010, van E. Reij, C. Jonkheer en K. en M. Warmerdam, gedateerd 17 augustus 2010, van de Vereniging Betrokken Teylingers, gedateerd 18 augustus 2010, J.H.M. Peetoom, gedateerd 19 augustus 2010. De indieners van de zienswijzen voeren allen aan dat er ernstige bezwaren bestaan tegen het voornemen om een luchthavenregeling vast te stellen voor de luchthaven gevestigd aan de f Elsgeesterweg te Voorhout. Het bezwaar is gelegen in het feit dat de luchthaven in de nabijheid van een weidevogelgebied gelegen is waar vogels overwinteren en broeden. Voor luchthavens waar het gebruik door luchthavenluchtverkeer geen ruimtelijke consequenties heeft - doordat de geluidscontouren en de contouren voor externe veiligheid binnen het luchthavengebied vallen - wordt door Provinciale Staten een luchthavenregeling vastgesteld. Het afwegingskader van Provinciale Staten op het gebied van deze luchthavenregeling zal in principe niet verder reiken dan de grenzen van het luchthavengebied. Echter Provinciale Staten heeft met het oog op het reguleren van de hinder van het eerder genoemde vliegverkeer de mogelijkheid om operationele maatregelen - met betrekking tot vluchtuitvoeringsbeperkingen en gedifferentieerde openingstijden - in de luchthavenregeling op te nemen. 7/14

Provinciale Staten hebben de Elsgeesterpolder in de Provinciale Structuurvisie aangeduid als een belangrijk weidevogelgebied. Mede op grond van de ingediende zienswijzen is daarom besloten om vluchtuitvoeringsbeperkingen op te nemen in de luchthavenregeling waardoor de hinder tijdens de overwinterings- en broedperiode zoveel mogelijk wordt beperkt en het betreffende weidevogelgebied wordt beschermd. In artikel 5 onder 1 is opgenomen dat de exploitant en zijn gastgebruikers alleen in de periode tussen 1 juni en 31 oktober gebruik mogen maken van de luchthaven. Zienswijze van M. de Ket, gedateerd 22 juli 2010 en J.H.M. Peetoom, gedateerd 19 augustus 2010 1. M. de Ket heeft aangevoerd dat de Elsgeesterpolder in alle drukte van de Randstad een gebied is waar nog stilte heerst. Meerdere malen wordt de rust verstoord door toedoen van overvliegende snorvliegers. Niet alleen de rust wordt verstoord maar ook het gevoel van privacy wordt aangetast, je kunt van bovenaf bekeken worden vanuit een groot gebied. Dit is een vervelende kant van de sport. Provinciale Staten hebben ingevolge de RBML en de Wet luchtvaart alleen bevoegdheden ten aanzien van het landzijdig gebruik van de luchthaven en niet met betrekking tot het luchtruim. Ingediende zienswijzen over eventuele schendingen van regels betreffende het gebruik van het luchtruim kunnen dan ook, door het ontbreken van een wettelijke bevoegdheid, niet door de provincie worden behandeld. Wij zullen deze zienswijze doorspelen aan IVW. 2. Verder heeft M. de Ket aangevoerd dat zij zelf heeft geconstateerd dat de snorvliegers zich niet aan de door de sector vastgestelde regels houdt. Volgens deze reglementen mag er niet worden gevlogen boven aaneengesloten bebouwing en boven natuurgebieden moet voldoende hoogte worden gehouden, terwijl dit toch gebeurd. De provincie Zuid-Holland is op grond van de RBML en de Wet luchtvaart alleen maar bevoegd gezag is ten van het landzijdig gebruik van de luchthaven heeft de provincie geen handhavingsbevoegdheid over zaken die in het luchtruim geschieden. Zienswijzen over eventuele schendingen van regels betreffende het gebruik van het luchtruim kunnen dan ook, door het ontbreken van een wettelijke bevoegdheid, niet door de provincie worden behandeld. Wij zullen deze zienswijze doorspelen aan IVW en de sector, namelijk de Taakgroep Snorvliegen. Zienswijzen van Milieu Overleg Duin- en Bollenstreek (MODB), gedateerd 27 juli 2010, 1. MODB heeft aangevoerd dat in de Elsgeesterpolder, het gebied waar de luchthaven in is gelegen, binnen afzienbare tijd een nieuw glastuinbouwcomplex zal worden aangelegd. Hierdoor zal een aanzienlijk stuk grasland verdwijnen. De luchthaven ligt precies naast het gebied dat als compensatiegebied is aangewezen. Door hier vliegactiviteiten toe te staan wordt meteen afbreuk wordt gedaan aan de natuurwaarden die in de strook worden ontwikkeld. MODB is van mening dat deze activiteit niet in de polder past. In het beleidsplan Regionale luchtvaart 2008-2020 staat vermeld dat de provincie ZuidHolland zich zal inspannen om ruimte te blijven bieden aan luchtsport. 8/14

Er zullen luchthavenregelingen voor bestaande luchthavens voor de kleine en recreatieve luchtvaart worden vastgesteld, met als uitgangspunt dat de leefomgeving in de gehele provincie Zuid-Holland niet mag verslechteren ten opzichte van 2007. Er wordt in casu een luchthavenregeling vastgesteld voor een luchtvaartuig die valt onder de categorie geluidarme gemotoriseerde sportvliegtuigen. Verder wordt het gebruik van de betreffende luchthaven beperkt tot de periode tussen 1 juni en 31 oktober van een jaar. Hierdoor zal er geen sprake zijn van een verslechtering van de leefomgeving in de gehele provincie Zuid-Holland ten opzichte van 2007 en kan er een luchthavenregeling voor de luchthaven worden vastgesteld. De beperkte omvang en de mobiele inrichting van de luchthaven zal ook geen afbreuk doen aan de natuurwaarden van de Elsgeesterpolder en daarom ook prima in de polder passen. Zienswijze van de Club voor Natuurgeluiden Registratie (CNR), gedateerd 3 augustus 2010 1. De CNR heeft een aantal klachten opgenomen in haar zienswijze betreffende geluidsoverlast in de wijk Boerburg te Noordwijk en verstoring van het stiltegebied door 2 gemotoriseerde schermvliegers. Na telefonisch overleg met de indiener van de zienswijze is niet gebleken dat de verstoringen worden veroorzaakt door gebruikers van de luchthaven te Voorhout. Wij zullen deze klachten doorspelen aan IVW. Zienswijze van M. de Graaff, gedateerd 3 augustus 2010, J.H.M. Peetoom, gedateerd 19 augustus 2010 1. M. de Graaf heeft in de zienswijze haar ongenoegen geuit over het feit dat de ter inzage termijn buitengewoon ongelukkig is omdat deze midden in de vakantieperiode ligt. Het zou van behoorlijk bestuur getuigen als procedures voor dergelijke ingrijpende maatregelen er niet in een vakantieperiode door heen worden geloodst. Ingevolge artikel XV van het overgangsrecht behorende bij de RBML dienen Provinciale Staten binnen 1 jaar na de inwerkingtreding van de RBML, zijnde op 1 november 2010, luchthavenregelingen vast te stellen voor burgerluchthavens waarvoor besluiten zijn afgegeven op grond van het Besluit inrichting en gebruik niet aangewezen luchtvaartterreinen of die een ontheffing hebben gekregen op grond van artikel 14, tweede lid, Luchtvaartwet. Dit betekent dat Provinciale Staten door de wetgever wordt verplicht om voor 1 november 2010 de omzettingsbesluiten vast te stellen. Gezien de interne proceduretijd bestond geen andere mogelijkheid de terinzagelegging in de vakantieperiode uit te voeren. Verlenging van de termijn behoorde, gezien het voorgaande, niet tot de mogelijkheden omdat hiermee de datum van 1 november 2010 niet zou worden gehaald. 2. Er wordt afbreuk gedaan aan de natuurwaarden van het gebied omdat er sprake is van gemotoriseerde vliegtuigen die enorme herrie maken. Het gebied is te belangrijk voor mens en dier om op te offeren aan gemotoriseerd vliegverkeer. 9/14

De luchthaven aan de 1 e Elsgeesterweg zal alleen worden gebruikt door gemotoriseerde schermvliegers. Deze luchtvaarttuigen vallen onder de categorie geluidsarme gemotoriseerde sportvliegtuigjes. Het geluidsniveau dat deze luchtvaartuigen gemiddeld produceren is betrekkelijk laag in verhouding tot andere luchtvaarttuigen. Dit is dan ook de reden dat de geluidscontour voor de betreffende luchthaven niet buiten het luchthaventerrein valt. Gezien het voorgaande en de beperkte omvang en de mobiele inrichting van de luchthaven zal er geen afbreuk worden gedaan aan de natuurwaarden van de Elsgeesterpolder. Zienswijze van de Groenadviescommissie Oegstgeest, gedateerd 13 augustus 2010 1. De Groenadviescommisie Oegstgeest voert in haar zienswijze aan dat verstoring van het gebied in de Elsgeesterpolder hoogst onwenselijk is omdat het lawaaiig landen en opstijgen nu eenmaal niet samen gaat met in stand houden van de hoge natuurwaarde van het gebied. Verzocht wordt om het opstijgen en landen in de Elsgeesterpolder niet toe te staan gedurende winter en de broedperiode. Zoals uit de voorgaande beantwoording van de zienswijze al blijkt zal er een vluchtuitvoeringsbeperking worden opgenomen luchthavenregeling waardoor er tijdens de overwinterings- en broedperiode niet mag worden gevlogen. Zienswijze van E. Reij, C. Jonkheer en K. en M. Warmerdam, gedateerd 17 augustus 2010 1. De indieners van de zienswijze geven aan dat de burgers in het betreffende gebied veel geluidsoverlast hebben van overvliegende vliegtuigen. Dat zowel wordt veroorzaakt door de luchthaven Schiphol als door de schermvliegers waarvoor nu een luchthavenregeling wordt vastgesteld. Er zijn ons geen klachten bekend over deze luchthaven. Zoals hierboven al is aangegeven is provinciale staten het bevoegd gezag voor het landzijdige gebruik van de luchthaven. Eventuele geluidsoverlast veroorzaakt door het vliegen in de lucht betreft het luchtzijdig gebruik en valt niet onder het bevoegde gezag van de provincie. 2. Tevens wordt het vreemd bevonden dat er 3 luchthavens worden aangewezen die dicht bij elkaar liggen waardoor de kuststrook, duinen en achterliggende polders onevenredig zwaar worden belast. Uit het beleidsplan Regionale Luchtvaart 2008-2020 blijkt dat de provincie zich samen met de verenigingen zal inspannen om ruimte te blijven bieden aan luchtsport. De provincie zal luchthavenregelingen vaststellen voor bestaande luchthavens voor klein en recreatief gebruik met als uitgangspunt dat de leefomgeving in de provincie niet mag verslechteren ten opzichte van 2007. De drie velden betreffen luchthavens voor hoofdzakelijk geluidarme luchtsport, zoals (gemotoriseerd) zweefvliegen, waardoor de leefomgeving niet zal verslechteren ten opzichte van 2007 en de kuststrook, duinen en achterliggende polders niet onevenredig zwaar worden belast. 10/14

Zienswijze van de Stichting Eendenkooi Warmond, gedateerd 19 augustus 2010 1. De Stichting Eendenkooi voert aan in principe geen direct belang te hebben in de Elsgeesterpolder en daarom geen redenen zou hebben om bezwaar te maken, echter ze zouden zeer benadeeld worden als de schermvliegers zeer dicht of langs de eendenkooi in Warmond zouden vliegen, waardoor de eenden schrikken en in paniek raken. Verzocht wordt om in de luchthavenregeling een voorschrift op te nemen waardoor er niet binnen straal van 1,5 kilometer van het middelpunt van de eendenkooi gevlogen mag worden. Uit de RBML blijkt dat een ieder zienswijze kan indienen tegen een ontwerpluchthavenregeling, waardoor een direct belang in dit geval geen rol speelt. Wij kunnen echter niet voldoen aan het verzoek van de Stichting omdat hiervoor een wettelijke grondslag ontbreekt. Provinciale Staten is niet het bevoegde gezag over het luchtruim en kan daarom ook geen vliegbeperkingen van het luchtruim opnemen. Wij zullen in overleg treden met de gebruikers van de luchthaven over de wens van de Stichting Eendenkooi. De zienswijze van de Vereniging Betrokken Teylingers, gedateerd 18 augustus 2010 1. Uit de zienswijze blijkt dat er door overvliegende schermvliegers langdurige en hinderlijke geluidsoverlast plaatsvindt en teven een schending van de persoonlijke levenssfeer. Er zijn enkele klachten ingediend bij de politie en de Luchtvaartpolitie maar die zijn niet bij machte hier iets aan te doen. Voor luchthavens waar het gebruik door luchthavenluchtverkeer geen ruimtelijke consequenties heeft - doordat de geluidscontouren en de contouren voor externe veiligheid binnen het luchthavengebied vallen - wordt door Provinciale Staten een luchthavenregeling vastgesteld. Het bevoegd gezag van Provinciale Staten rijkt niet verder dan de grenzen van het luchthavengebied. De hierboven genoemde zienswijze heeft betrekking op activiteiten in het luchtruim, waarvoor Provinciale Staten niet het bevoegd gezag zijn. De zienswijze van de KNVvL, gedateerd 19 augustus 2010 1. De KNVvL voert aan dat in paragraaf 2 van artikel 5 het gebruik van de luchthaven meteorologisch wordt beperkt. Deze beperking uit de hogere regelgeving is er slechts een van vele. De vermelding heeft het karakter van een limitatieve opsomming en zou de indruk kunnen wekken dat slechts aan die regel voldaan moet worden. Wellicht is het zinvol om een duidelijke verwijzing te maken naar de luchtvaartwet- en regelgeving. De luchthavenregeling die zal worden vastgesteld is een omzettingsbesluit van de besluiten die door IVW zijn afgegeven op grond van het Besluit inrichting en gebruik niet aangewezen luchtvaartterreinen of grond van artikel 14, tweede lid, Luchtvaartwet. Wij hebben in dit geval de voorwaarden uit deze beschikking overgenomen in het omzettingsbesluit. Wij vinden het niet noodzakelijk om een duidelijkere verwijzing te maken omdat voor iedere vlieger duidelijk behoort te zijn dat hij zich niet alleen dient te houden aan de voorschriften uit de luchthavenregeling maar ook aan hogere wet- en of regelgeving. 11/14

2. In paragraaf 3, artikel 7 wordt een rapportageverplichting opgelegd. Gezien het seizoensgebonden karakter, de sterke weersafhankelijkheid en het beperkte aantal bewegingen wordt gevraagd om de rapportageverplichting te aan te passen aan het actieve vliegseizoen. Op grond van deze zienswijze hebben wij artikel 7 van de luchthavenregeling zodanig aangepast dat er slechts tweemaal per jaar een tussenrapportage dient te worden gedaan en eenmaal een jaarrapportage. De zienswijze van de gemeente Teylingen gedateerd 19 augustus 2010 1. De gemeente Teylingen geeft een negatief advies aan Provinciale Staten om de luchthavenregeling voor de luchthaven aan de 1 e Elsgeesterweg vast te stellen. De reden hiervoor is gelegen in het feit dat de gemeente in de toekomst geen medewerking zal verlenen aan het herzien van het vigerende bestemmingsplan, zodat de luchthaven planologisch niet mogelijk wordt. Als motivering wordt aangevoerd dat de luchthaven deels gesitueerd is op gronden die bestemd zijn voor de uitbreiding van de glastuinbouw, de luchthaven is gesitueerd tussen de te realiseren kassen, er geen onderzoeken zijn uitgevoerd naar de gevolgen voor de natuur in het gebied. Uit het beleidsplan Regionale Luchtvaart 2008-2020 blijkt dat de provincie luchthavenregelingen zal vaststellen voor bestaande luchthaven van kleine en recreatief gebruik met als uitgangspunt dat de leefomgeving in de provincie niet mag verslechteren ten opzichte van 2007. Zoals uit eerdere beantwoordingen van zienswijzen al is gebleken gaat het in casu om een luchthaven voor geluidsarme gemotoriseerde luchtvaarttuigen, waardoor de leefomgeving in de provincie ten opzichte van het jaar 2007 niet zal verslechteren. Verder is in de Luchtvaart wet- en regelgeving geen weigeringsgrond voor Provinciale Staten opgenomen, waardoor een wettelijke grondslag voor Provinciale Staten ontbreekt om de luchthavenregeling wegens strijd met een bestemmingsplan te weigeren. Hierdoor kan niet tegemoet worden gekomen aan de wens van de gemeente Teylingen, om de luchthavenregeling niet vast te stellen. Bij brief van 28 oktober 2009 heeft het gemeentebestuur een verklaring van geen bezwaar afgegeven om te mogen landen en opstijgen aan de Elsgeesterweg in Voorhout. De systematiek van de Luchtvaartwet- en regelgeving maakt dat thans een wettelijke grondslag ontbreekt om de luchthavenregeling te weigeren wegens strijd met het vigerend bestemmingsplan. Het gemeentelijk ruimtelijk beleid (ontwerp bestemmingsplan "Trappenberg- Kloosterschuur") voorziet in de herontwikkeling van het gebied Trappenberg- Kloosterschuur in verband met de beoogde realisering van een kassencomplex. Alsdan is er waarschijnlijk geen plaats meer voor de luchtvaart aan de Elsgeesterweg. In de toelichting behorende bij de Regeling is verwoord dat Provinciale Staten naar verwachting de Regeling t.z.t. intrekken zodra met de plannen een aanvang genomen wordt. 12/14

Den Haag, 31 augustus 2010 Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, Secretaris, Voorzitter, M.H.J. van Wieringen-Wagenaar J. Franssen Afschrift aan: het college van Burgemeester en wethouders van de gemeente Teylingen het Korps Landelijke Politiediensten, Dienst Luchtvaartpolitie, Postbus 100, 3970 AC Driebergen de Inspectie van Verkeer en Waterstaat, Postbus 575, 2130 AN Hoofddorp Luchtverkeersleiding Nederland, Secretariaat MS/PRO Postbus 7520, 1117 ZT Schiphol-Oost Airport ANWB Medical Air Assistance B.V., Winthontlaan 40, 3526 KV Utrecht Dhr. C. Kromhout, Langevaart 3a, 2231 GA Rijnsburg KNVvL, Afdeling zweefvliegen of schermvliegen, 3447 GM Woerden M. de Ket Milieu Overleg Duin- en Bollenstreek (MODB) M. Uhlenbeck J.H. Schoutsen Club voor Natuurgeluiden Registratie (CMR), M. de Graaff Groenadviescommissie Oegstgeest E. Reij en C. Jonkheer en K. en M. Warmerdam De Vereniging Betrokken Teylingers Stichting de Eendenkooi Warmond J.H.M. Peetoom 13/14

Bijlage 1 - gebiedskaart Qtngwineafcaait V4 W-K- ^ ^ s Daa»taart* m u n l y irfrt **w btunnfll Och KMMtaHl etytf W00UMOUÏ B 82 Ebyftertenwe. RIJNSBURG CD«aui«wr«hl8flena8ttbarii(aw«*^ Schaalt. 12500 / i..^ ft t r i. raéh - Y l * sss?. k_ k «t ï IK i ; -3 E5Ï3sa n its ' '.'.'5 l J ^ 14/14 mi nhïiiliiuy ti nikammv^fi www m w* \