Samen de CO 2 voetafdruk verkleinen H1 2013. Rapportage CFA H1 2013 Versie 1.0 24-10-2013. CO 2 Prestatieladder



Vergelijkbare documenten
Samen de CO 2 voetafdruk verkleinen

Samen de CO 2 voetafdruk verkleinen H Rapportage CFA H Versie CO 2 Prestatieladder

Samen de CO 2 voetafdruk verkleinen

Samen de CO 2 voetafdruk verkleinen H Rapportage CFA H Versie CO 2 Prestatieladder

CO 2 Emissie Rapportage. Samen energiek sterk voor onze toekomst. CO 2 Emissie rapportage 2014

CO 2 Emissie Rapportage. Samen energiek sterk voor onze toekomst. CO 2 Emissie rapportage 2016

Carbon Footprint Analyse 2011

CARBON FOOTPRINT Directieverklaring

CO 2 Prestatieladder. Inhoud. 1. Introductie. 2. Inventarisatie. 3. CO 2 reductie Scope I. 4. CO 2 reductie Scope II. 5. Voortgang

Samen de CO 2 voetafdruk verkleinen H Rapportage CFA H Versie CO 2 Prestatieladder

Groen-Punt Groep B.V.

Carbon Footprint Analyse 2014

Groen-Punt Groep B.V.

Grouttech Carbon Footprint 2015H1

VOF Van der Heijden & Zn

CO 2 emissie inventarisatie Carbon Footprint Rapportage Q1.Q2-2015

Carbon Footprint Analyse S1-2015

Voorwoord CARBON FOOTPRINT GROUTTECH 2013

CO-2 Rapportage Electrotechnische Industrie ETI bv Vierde Broekdijk JD Aalten Kamer van koophandel Arnhem

CFA rapportage 2011 eerste helft

CO₂-nieuwsbrief. De directe emissie van CO₂ - vanuit scope 1 is gemeten en berekend als ton CO₂ -, 95% van de totale footprint.

Grouttech Carbon Footprint 2014H2. Handboek 3.0

CO-2 Rapportage Inhoudsopgave. Electrotechnische Industrie ETI bv Vierde Broekdijk JD Aalten Kamer van koophandel Arnhem

Carbon Footprint Analyse 2012 H2

Carbon Footprint Analyse 2010 H1

Conform 3.A.1 & ISO , par Maart BW Groep b.v. Waaronder de werkmaatschappijen;

CFA rapportage 2012 tweede helft

Kollen Holding B.V. CO2 Emissie-inventarisatie Conform 3.A.1 & ISO , par Deventerweg 9 Deventerweg NA Oene 8167 NA Oene

Grouttech Carbon Footprint 2015H2

Carbon Footprint Analyse 2010 H1

Carbon Footprint Analyse 2014 H2

Carbon Footprint Analyse 2015 H1

Kollen Holding B.V. CO2 Emissie-inventarisatie Conform 3.A.1 & ISO , par Deventerweg 9 Deventerweg NA Oene 8167 NA Oene

Jansen Rioolreiniging

Conform 3.A.1 & ISO , par April BR Holding BV. Waaronder de werkmaatschappijen;

Derde voortgangsrapportage CO2-emissiereductie.

CFA rapportage 2010 eerste helft

Carbon Footprint Analyse H2 2010

Periodieke rapportage januari - juni CO₂ prestaties. Rijssen, maart Auteur: L.J. Hoff. Geaccodeerd door: M.

Jansen Rioolreiniging

Opdrachtgever: Directie HKV lijn in water. 3.A.1 CO 2 -emissie inventaris eerste helft ten behoeve van de CO 2 -Prestatieladder

Rapport. Managementrapport. Verificatie emissie inventaris 2013 V&M Elektrotechniek B.V. Barendrecht, 3 november 2014

Kollen Holding B.V. CO2 Emissie-inventarisatie Conform 3.A.1 & ISO , par Deventerweg 9 Deventerweg NA Oene 8167 NA Oene

Carbon Footprint 2e helft 2015 (referentiejaar = 2010)

Carbon Footprint Analyse 2014 H2

Grouttech Carbon Footprint 2016H1

Carbon Footprint Analyse H2 2011

CO2 Emissie-inventarisatie Conform 3.A.1 & ISO , par februari Wolterinck. Bultemansweg 2a 7156 NP Beltrum

Opdrachtgever: Directie HKV lijn in water. 3.A.1 CO 2 -emissie inventaris eerste helft ten behoeve van de CO 2 -Prestatieladder

Carbon Footprint Welling Bouw Vastgoed

Carbon Footprint Analyse 2015

Carbon Footprint Analyse 2012

Jansen Rioolreiniging

CFA rapportage Directieverklaring

Carbon Footprint Analyse H1 2010

Carbon Footprint 1e helft 2015 (referentiejaar = 2010)

1. INLEIDING 2. CARBON FOOTPRINT

Carbon Footprint Analyse 2010

Carbon Footprint Analyse 2010 Q1

Carbon Footprint Analyse H1 2011

1. INLEIDING Rapportage

Grouttech Carbon Footprint 2014H1. Handboek 3.0

Grouttech Carbon Footprint Handboek 3.0

Carbon Footprint Analyse 1 e helft 2010

Flexibiliteit door stabiliteit

Carbon Footprint Analyse 2012

Conform 3.A.1 & ISO , par november BR Holding BV. Waaronder de werkmaatschappijen;

Carbon Footprint Analyse 2011

1. INLEIDING 2. CARBON FOOTPRINT

Certificering op CO2-prestatieladder. Imtech ICT Nederland B.V.

CFA rapportage 2010 eerste helft

CO 2 - en energiereductiedoelstellingen Alfen B.V. Auteur: H. van der Vlugt Versie: 1.0 Datum: 20-feb-2013 Doc.

Carbon Footprint Analyse 2016 H2

Carbon Footprint Analyse 2015

Voortgangsrapportage Carbon Footprint eerste half jaar 2012

CO2-PRESTATIELADDER BIJLAGE : HOOFDSTUK 3 CO2-FOOTPRINT 2016 GROEN & ALDENKAMP INSTALLATIETECHNIEKEN. versie 3

38,6. CO 2 (ton/jr) 2014

Voortgangsrapportage CO 2 reductie 2013

Rapport. Managementrapport. Verificatie emissie inventaris 2014 TBI Infra B.V. Barendrecht, 29 juni 2015

Voortgangsrapportage CO 2 reductie 1 e helft 2013

CO 2 Prestatieladder. Inhoud. 1. Introductie Energieaspecten. 3. Toekomstig energieverbruik Gebruikte Processen en Systemen 11

Carbon Footprint Analyse H1 2012

Conform 3.A.1 & ISO , par Juli BW Groep b.v. Waaronder de werkmaatschappijen;

Ketenanalyse Woon- Werkverkeer

Carbon Footprint Analyse e helft

Carbon footprint Van Raaijen Groep BV. Carbon Footprint Van Raaijen Groep BV. Mei Pagina 1 van 13

CO2-PRESTATIELADDER BIJLAGE : DEFENITIEVE CO2-FOOTPRINT 2017 GROEN & ALDENKAMP INSTALLATIETECHNIEKEN VERSIE 2

Kraaijvanger Urbis. CO 2 Voortgangsrapportage Akkoord Directie: 10 februari 2011 V3

Carbon footprint Engelsman Hoveniers B.V. Carbon Footprint. Engelsman Hoveniers B.V. Pagina 1 van 13

Eerste voortgangsrapportage CO 2 -emissiereductie. Carbon Footprint 2010

Carbon Footprint Analyse 2014 H1

CO2-Prestatieladder Carbon Footprint rapportage ISO Wepro Group B.V.

CO2-PRESTATIELADDER BIJLAGE : HOOFDSTUK 3 TUSSENTIJDSE. CO2-FOOTPRINT 2017 (schatting) GROEN & ALDENKAMP INSTALLATIETECHNIEKEN.

Voortgangsrapportage CO 2 reductie 1 e helft 2014

Carbon Footprint Analyse 1e helft 2010

2018-6M. Aannemingsbedrijf M.C. van der Spek en Zn. B.V. 3.A.1 Carbon Footprint. Samen zorgen voor minder CO2

CO 2 -Prestatieladder

CO2- en energiereductieplan feb CO2- en ENERGIEREDUCTIEPLAN

Hoofdstuk 4 beschrijft ons plan van aanpak, inclusief de te nemen maatregelen in het bedrijf en vervoer (3.B.1 van CO 2 -Prestatieladder).

Transcriptie:

Rexel Nederland B.V. Kampenringweg 45b 2803 PE Gouda Samen de CO 2 voetafdruk verkleinen H1 2013 Auteur: H. Luksen Datum: 1

Inhoud 1 Directieverklaring 2 Organisatie 2.1 Rapporterende organisatie 2.2 Verantwoordelijke persoon 2.3 Organisatiegrenzen 2.4 ISO 14064 verklaring 2.5 Verificatie verklaring 3 Carbon Footprint analyse 3.1 Grondslag van de analyse 4 Meetresultaten en toelichting 4.1 Gerapporteerde periode 4.2 Scope 1: directe CO 2 emissie 4.3 Scope 2: indirecte CO 2 emissie 4.4 Verklaring van weggelaten/toegevoegde CO ² bronnen 4.5 CO 2 emissie van verbranding Biomassa 4.6 CO 2 compensatie 5 Invloed van meetafwijkingen en onzekerheden 5.1 Scope 1 5.2 Scope 2 6 Vaststelling referentiejaar 6.1 Historisch basisjaar 6.2 Normalisering meetresultaten 7 Berekeningsmodellen 7.1 Kwantificering methodes 7.2 Verklaring voor gewijzigde kwantificering methodes 8 Reductiedoelstellingen 8.1 Scope 1 8.2 Scope 2 9 Voortgangsrapportage 9.1 Scope 1 9.2 Scope 2 10 Bijlagen 10.1 Bijlage 1: CO 2 emissie 2012 Scope 1 en Scope 2 3 4 4 4 4 6 6 7 7 8 8 8 10 11 11 11 12 12 12 13 13 13 14 14 14 15 15 16 17 17 17 19 19 2

1 Directieverklaring Algemeen Rexel Nederland B.V. geeft een hoge prioriteit aan een schoon milieu en een gezond leefklimaat. Dit blijkt onder andere uit het feit dat voor alle locaties een CO 2 reductieplan is opgezet conform de eisen van de CO 2 -prestatieladder. Een certificering volgens deze norm betekent voor Rexel Nederland B.V. een aanvulling op het door de Rexel Group gevoerde milieubeleid, waarvan de resultaten jaarlijks (ook via website) inzichtelijk gepubliceerd worden. Het beheersen van milieurisico s en het verminderen van de milieubelasting is echter geen aparte taak en maakt onderdeel uit van de dagelijkse bedrijfsvoering van Rexel Nederland. Milieumanagement Duurzaamheid en leefbaarheid. Het zijn twee sleutelbegrippen die nadrukkelijk doorklinken in de ambities die door Rexel Nederland en haar personeel zijn verwoord. Beide begrippen laveren ook langs alle (milieu)beleidsterreinen, met als doel de maatschappelijke verantwoordelijkheid, maar ook de milieubelasting van de Rexel organisatie positief te beïnvloeden. Vanuit het inmiddels bestaande milieubeleidsplan, is besloten tot één integraal milieumanagementsysteem, certificeerbaar volgens de CO 2 -prestatieladder. Dit systeem beheerst, bewaakt, stuurt bij en zal een belangrijke bijdrage leveren aan het integreren van de aandacht voor milieu bij de uitvoering van de dagelijkse werkzaamheden. De systematiek van het milieumanagementsysteem bevordert daarnaast een integrale afstemming met klanten en leveranciers en heeft betrekking op de processen en producten van Rexel Nederland. Ambitieniveau Vanzelfsprekend moet Rexel Nederland blijvend voldoen aan wettelijke eisen, convenanten en richtlijnen op het gebied van milieu. Maar ar door te kiezen om ons voor de CO 2 -prestatie ladder te certificeren, gaan we als organisatie duidelijk een stap verder. Met het CO 2 reductieplan werken wij aan continue verbetering van de milieuprestaties door beheersing en vermindering van de milieubelasting en proberen we milieuverontreiniging te voorkomen. Hierbij richten we ons niet alleen op onze eigen activiteiten en onze eigen medewerkers, maar willen we ook klanten en leveranciers uitdagen hetzelfde te doen. Doelstellingen Om onze intenties te kunnen realiseren hebben wij een groot aantal ambitieuze doelstellingen geformuleerd. De meeste doelstellingen zijn opgenomen in het CO 2 reductieplan van Rexel Nederland. Met deze doelstellingen legt Rexel zichzelf een inspanningsverplichting op om haar eigen milieuprestaties, maar ook die van haar klanten en leveranciers te verbeteren. Dit gebeurt ondermeer door het stimuleren van de verkoop van energiezuinige producten zoals spaarlampen en zonne-energie energie installaties, maar ook door met leveranciers te overleggen over verpakkingseenheden en minimalisering van de belevering agenda. Missie Het CO 2 reductieplan van Rexel Nederland B.V. is een belangrijk instrument om de ambitieuze doelstellingen van Rexel te realiseren en de voortgang te bewaken. Integraal onderdeel hiervan is de publicatie van een periodieke CFA analyse zoals deze voor u ligt. Dit rapport zal telkens weer de aanleiding zijn voor nieuwe initiatieven voor een verdergaande CO 2 reductie. De gevolgde werkwijze moet ertoe e leiden dat we als organisatie op milieugebied continu naar een hoger niveau worden getild. 3

2 Organisatie 2.1 Rapporterende organisatie Deze rapportage omvat de Carbon Footprint Analyse van Rexel Nederland B.V. De rapporterende organisatie Rexel Nederland B.V. is in 2013 statutair gevestigd te Gouda, met als moederbedrijf Rexel SA te Frankrijk. Rexel Nederland B.V. is partner voor alle professionals op het gebied ed van elektrotechniek. Wij zijn onderdeel van de Rexel Group, internationaal marktleider in de distributie van elektrotechnische materialen. We bieden integrale oplossingen waarbij we praktische fysieke nabijheid nastreven voor installateurs en geavanceerde erde logistieke leveringsconcepten voor grote projecten en industriële omgevingen. Hierbij bieden we maatwerk met drie sterke formules: Rexel, Hagemeyer Nederland en Onexis. De bundeling van inkoopkracht, logistieke kennis, geografische aanwezigheid en bovenal marktkennis bieden direct voordeel voor alle klanten. Rexel Nederland B.V. biedt de drie gekozen formules schaalgrootte zodat volop geïnvesteerd kan worden in de versterking van de dienstverlening en de beste zakelijke condities. 2.2 Verantwoordelijke persoon Statutair directeur van de rapporterende organisatie (Rexel Nederland B.V.) is M. van Brunschot. 2.3 Organisatiegrenzen De organisatiegrenzen van Rexel Nederland B.V. zijn in het kader van CO 2 (kooldioxide)-bewustzijn bepaald volgens het principe van de operationele invloedsfeer van het te certificeren bedrijf. Binnen het GHG protocol wordt dit omschreven als operational boundary. In de praktijk betekent dit dat waar activiteiten onder regie van Rexel Nederland B.V. vallen, de verantwoording voor de CO 2 -productie wordt genomen: de sturing ligt duidelijk bij de eigen organisatie. De organisatiegrenzen voor deze inventarisatie bevat Rexel Nederland B.V., met als dochteronderneming Elektrotechnische Groothandel J.K. Busbroek, voor 100% in bezit, statutair gevestigd te Zwolle. Figuur 1: Rexel Organisatie Rexel SA 100% Hagemeyer Finance B.V. 100% Rexel Nederland B.V. 100% B.V. J.K. Busbroek 4

De beide ondernemingen hebben elk een eigen identiteit, echter beiden zijn groothandel in elektrotechnische materialen. Rexel Nederland B.V. voert tevens de handelsnamen Rexel, Hagemeyer en Onexis en heeft vestigingen op de volgende adressen: Almere, Beemsterweg 19, 1311 XC Almere Bleiswijk, Brandpuntlaan 3, 2665 NZ Bleiswijk Alkmaar, Edisonweg 1, 1821 BN Alkmaar Almelo, Twentepoort Oost 53, 7609 RG Almelo Amsterdam, Nieuwe Hemweg 38, 1013 CX Amsterdam Barendrecht, Zuideinde 10, 2991 LK Barendrecht Breda, Minervum 7148, 4817 ZN Breda Diemen, Verrijn Stuartweg 28, 1112 AX Diemen Doetinchem, Doetinchemseweg 63, 7007 CB Doetinchem Eindhoven, Hoppenkuil 3, 5626 DD Eindhoven Groningen, Koldingweg 9, 9723 HL Groningen Haarlem, Waarderweg 35, 2031 BN Haarlem Harderwijk, Fahrenheitstraat 45-1, 3846 CC Harderwijk Heerenveen, Venus 31, 8448 CE Heerenveen Kerkrade, Wiebachstraat 23, 6466 NG Kerkrade Meppel, Eekhorstweg 13, 7942 JC Meppel Nieuwegein, Ravenswade 5, 3439 LD Nieuwegein Nijmegen, Dr. De Blecourtstraat 49, 6541 DG Nijmegen Rijswijk, Treubstraat 5, 2288 EG Rijswijk Venlo, Groot Bollerweg 12a, 5928 NS Venlo Gouda, Kampenringweg 45b, 2803 PE Gouda Op basis van de uitgevoerde A/C analyse conform de laterale methode met Rexel Nederland B.V. als startbedrijf, is vastgesteld dat volgende C-aanbieders binnen de boundary van Rexel Nederland vallen, maar niet in de scope zijn meegenomen omdat deze voor interne doorbelastingen van management fees/verrekeningen gebruikt worden: 999999 AKB's tbv Hagemeyer 29778 Hagemeyer Crossorder 67954 Rexel Developpement 35108 REXEL UK LIMITED 5850 Hagemeyer 5

Figuur 2: Organogram Rexel el Nederland B.V. per 01-01-2013 2.4 ISO 14064 verklaring Hierbij verklaart Rexel Nederland B.V. dat deze rapportage voor het CO 2 bewustzijncertificaat is opgesteld in overeenstemming met de richtlijnen in de NEN-ISO 14064, versie maart 2006 2.5 Verificatie verklaring Hierbij verklaart rt Rexel Nederland B.V. dat de CFA rapportage H1 2013 voor het CO 2 bewustzijncertificaat niet is geverifieerd. Wel is de CFA van 2010 door de certificerende instantie KEMA Emission Verification Services in overeenstemming met de richtlijnen volgens NEN-ISO 14064, versie maart 2006 en de CO 2 prestatieladder, op 30 mei 2011 geverifieerd. 6

3 Carbon Footprint Analyse 3.1 Grondslag voor de analyse Op basis van de in hoofdstuk 2 beschreven operationele grenzen zijn de CO 2 emissies van de activiteiten van de organisatie bepaald. Bij de identificatie van de emissies wordt, conform het Greenhouse Gas (GHG) protocol, onderscheid gemaakt tussen drie bronnen van emissies (ook als scope aangeduid) in twee categorieën: directe en indirecte emissies. Scope 1 omvat de directe emissies die onder het beheer vallen en worden gecontroleerd door de organisatie. Voorbeelden hiervan zijn de verbranding van brandstoffen in vaste machines, het zakelijk vervoer in voertuigen die eigendom zijn van de rapporterende organisatie en de emissies van koelapparatuur en klimaatinstallaties; Scope 2 omvat de indirecte emissies door opwekking van gekochte elektriciteit, stoom of warmte; Scope 3 omvat de andere indirecte emissies van bronnen 2 als woon/werk verkeer, productie van aangekochte materialen en uitbestede werkzaamheden zoals goederenvervoer. Deze Carbon Footprint Analyse omvat de CO 2 emissie van Rexel Nederland B.V. betreffende scope 1 en 2. De CO 2 -uitstoot is geanalyseerd overeenkomstig de CO 2 prestatieladder. Figuur 3: Scopes CO 2-prestatieladder 7

4 Meetresultaten en toelichting 4.1 Gerapporteerde periode De gerapporteerde periode is het 1 ste halfjaar (1 januari-30 juni) 2013. Ofschoon het boekjaar zoals dit door Rexel Nederland B.V. gehanteerd wordt loopt van 1 januari 2013 tot en met 31 december 2013, is gekozen voor een en rapportage per halfjaar. 4.2 Scope 1: directe CO 2 emissie De directe emissie van CO 2 voor H1 2013 is gemeten en berekend op 1156 ton CO 2 Stationaire verbrandingsapparatuur Het gebruik van stationaire verbrandingsapparatuur veroorzaakte een emissie van 524 ton CO 2 (= 45 % van de totale directe emissie). Omdat op locatie Almere gebruik gemaakt wordt van stadsverwarming zijn de waarden hiervan meegenomen in de indirecte CO 2 emissies. Brandstofgebruik van eigen en lease wagenpark De emissie van het brandstofverbruik is berekend op 632 ton CO 2 ( 55 % van de totale directe emissies). Hiervan is 606 ton CO 2 afkomstig van de leaseauto s (personenvervoer) en 26 ton CO 2 (19%) voor eigen vervoer. Lekkage van koelgassen In H1 van 2012 zijn er geen lekkages van koelgassen volgens de reguliere STEK rapportages van de airco s vastgesteld. 8

CO2 Prestatieladder Figuur 4: directe CO2 emissie Scope 1, H1 2013 700,0 632,6 524,2 600,0 500,0 400,0 300,0 200,0 100,0 - Stationaire verbrandingsapparatuur Airco en koelingapparatuur Eigen wagenpark 9

CO2 Prestatieladder 4.3 Scope 2: indirecte CO2 emissie De indirecte emissie van CO2 voor H1 2013 is gemeten en berekend op 255 ton CO2 Elektriciteitsgebruik Het grootste gedeelte van de indirecte emissies wordt bepaald door het elektriciteitsverbruik t.w. 91% (= 234 ton CO2) Hierin zijn inbegrepen de geconverseerde geconverseerde waarden (van GJoule naar CO2 op basis van een omrekeningsfactor van 20.000 g/co2 per Gjoule)) van de stadsverwarming in Almere Vliegreizen voor zakelijke doeleinden In H1 van 2012 is voor totaal aan zakelijk vliegen 1.6 ton CO2 verbruikt. Privéauto s voor zakelijk verkeer De overige 20 ton CO2 van de indirecte emissie kwamen voor rekening van het gebruik van privé auto s voor zakelijke doeleinden. Figuur 5: indirecte CO2 emissie Scope 2, H1 2013 250,0 234,3 200,0 150,0 100,0 50,0 19,9 1,6 - Elektriciteitsgebruik Privé auto's voor zakelijk verkeer Zakelijk vliegen 10

4.4 Verklaring van weggelaten CO 2 -bronnen of putten Alle geïdentificeerde bronnen en putten van CO 2 zijn verantwoord in de rapportage. Binding van CO 2 vindt niet plaats, waardoor er geen sprake is van putten. 4.5 CO 2 emissie van verbranding Biomassa De verbranding van biomassa heeft binnen Rexel Nederland B.V. niet plaatsgevonden. 4.6 CO 2 -compensatie Er vindt geen compensatie plaats van CO 2 -emissies. Beschikbare middelen worden aangewend om reductie van de CO 2 -emissie te bewerkstelligen. 11

5 Invloed van meetonnauwkeurigheden en onzekerheden Uit de bovenstaande berekeningen zijn er drie grote CO 2 bronnen aan te wijzen. Op de eerste plaats komt de stationaire verbrandingsapparatuur met 524 ton, als tweede het lease/eigen vervoer met 632 ton, en elektriciteitsverbruik als laatste met 234 ton. Hieronder wordt de wijze beschreven hoe deze berekeningen tot stand zijn gekomen. 5.1 Scope 1 Eigen wagenpark De meetgegevens van het brandstofgebruik van het lease wagenpark zijn aangeleverd door de beheerders (Athlon en Shell) van de brandstoffenpassen. Omdat iedere berijder van een leaseauto en eigenvervoer over een dergelijke pas beschikt, is het aannemelijk dat hierbij het totale brandstof gebruik in kaart gebracht is. Omdat de kilometer registratie niet door alle medewerkers consequent wordt bijgehouden, is gekozen om de CO 2 te berekenen op het aantal liters dat verbruikt is en niet op kilometrage. Stationaire verbrandingsapparatuur De totale CO 2 -emissie van stationaire verbrandingsapparatuur is aan verwarmingsinstallaties met gas als brandstof, toe te wijzen. Het verbruik is in de meeste gevallen berekend op basis van meterstanden en/of maandfacturen. Omdat in de meeste gevallen geen facturen aanwezig zijn over H1 2012, is, om de meetgegevens gelijk te houden, de calorische correctiefactor niet toegepast. Onnauwkeurigheid is mogelijk voor locaties die met meerdere huurders gedeeld worden. Hier is het verbruik op basis van de verdeling van m² door de verhuurder doorbelast. 5.2 Scope 2 De meetgegevens van het elektriciteitsverbruik zijn verzameld aan de hand van opgenomen meterstanden en/of van facturen welke op basis van meterstanden van elektriciteitsmeters zijn samengesteld. Deze worden voldoende betrouwbaar geacht. Ook hier geldt dat van een aantal locaties de doorbelasting op basis van m² heeft plaatsgevonden. De meetgegevens van het brandstofgebruik van privévoertuigen zijn verzameld op basis van door werknemers in het personeelsbestand vastgelegde gedeclareerde kilometers. De meetgegevens van het vliegverkeer zijn op basis van de gedeclareerde tickets en/of via de afdeling secretaresse geboekte reizen. De afstanden berekend tussen de vliegvelden zijn middels rekenmodule op http://www.horlogeparlante.com/nl/distance.php berekend. 12

6 Wijzigingen t.o.v. referentiejaar 6.1 Historisch basisjaar Deze meting is de derde meting in het kader van de ISO 14064 norm. Het kalenderjaar 2010 is het referentiejaar voor de metingen. Door een wijziging van de conversiefactoren per 31-07-2011 en de verplichting vanuit de CO 2 prestatieladder om deze met terugwerkende kracht te gebruiken, zijn de gegevens van de CFA 2010 versie 3.0 hiermee komen te vervallen. 6.2 Normalisering meetresultaten De omvang van CO 2 -emissie heeft een duidelijke correlatie met de omvang van de activiteiten welke door Rexel Nederland B.V. zijn ontplooid. Ten behoeve van vergelijking van de emissie in het referentiejaar en die tijdens de gerapporteerde periode, zijn daarom maatstaven bepaald op basis waarvan de meetresultaten de komende jaren kunnen worden genormaliseerd. Om tot een goede normalisering te komen is het niet mogelijk om op basis van één criterium de complete CO 2 -emissie te vergelijken. Daarom zijn voor de grootste CO 2 bronnen uit scope 1 en 2 aparte normaliseringfactoren vastgesteld. Een vergelijk met H1 van 2012 levert het volgende overzicht op: Scope 1: Directe emissies De belangrijkste emissie in scope 1 komt voor rekening van het eigen wagenpark. Hierin moet onderscheid gemaakt worden tussen de emissie van de lease auto s (632 ton) en het eigen vervoer voor distributie doeleinden (26 ton). Lease auto s Aantal fte s Aantal leaseauto s % leaseauto s Brandstofverbruik Per leaseauto H1 2013 H1 2012 500 550 165 182 33% 33% 211174 liter 289553 liter 1280 liter 1590 liter Stationaire verbrandingsapparatuur: Omdat de belangrijkste factor van de emissie van stationaire verbrandingsapparatuur door het gas verbruik voor verwarming wordt veroorzaakt, wordt deze zowel per fte als per m 2 oppervlak per halfjaar berekend: Gas gemiddelde Rexel per fte Gas gemiddelde Rexel per m 2 575 m 3 1048 kg CO 2 4.59 m 2 8.39 kg CO 2 Scope 2: Indirecte emissies Het elektriciteitsverbruik, voor 97 % verantwoordelijk voor de indirecte emissie in scope 2 is zowel afhankelijk van het aantal fte en m 2 en ziet er als volgt uit: Elektriciteit gemiddelde Rexel per fte Elektriciteit gemiddelde Rexel per m 2 2336 kwh 18.7 kwh 13

7 Berekeningsmodellen 7.1 Kwantificering methodes De kwantificering van grondstoffen naar CO 2 -emissiewaarden is telkens gedaan door geregistreerde volume-eenheden eenheden van de gebruikte brandstoffen te benutten. De omrekening van volume naar emissiewaarden is eenduidig en geeft de meest betrouwbare vergelijking. Gas- en elektriciteitsgebruik zijn opgenomen aan de hand van geijkte meters en/of aan de hand van de facturen van het energiebedrijf. Vanwege de geldende wetgeving is dit de meest betrouwbare informatiebron die beschikbaar is. 7.2 Verklaring voor veranderingen in de kwantificering methodes Omdat 2010 als uitgangspunt voor de CFA geldt zijn er geen wijzigingen in kwantificering te melden. 14

8 Reductiedoelstellingen Rexel Nederland B.V. heeft als (verhoogde) doelstelling om in 2015 haar uitstoot van CO 2 met 37% te reduceren ten opzichte van het referentiejaar 2010. Echter door het toepassen van groene stroom, reductie van aantal magazijnen en energie reducerende maatregelen zal in 2013 al een reductie van minstens 40% volgens verwachting worden bereikt. Voor de verschillende emissies zijn verschillende maatstaven vastgesteld om de op basis van de PDCA cyclus de reductie te kunnen monitoren. Voor de totale CO 2 uitstoot zijn een aantal kengetallen van belang. Uiteraard is dat het personeelbestand, maar ook het totale oppervlak van de behuizing, en de economische omstandigheden. Omdat er geen rekenmodel bestaat die alle factoren overzichtelijk in kaart brengt, zal de CO 2 emissie per fte en per m 2 worden berekend. De reductiedoelstelling is uitgesplitst in absolute en percentages per scope zoals in de CO 2 - prestatieladder is weergegeven. Scope 1 Stationaire verbrandingsgassen: Omdat de emissie eigenlijk alleen maar bestaat uit gasverbruik voor warmte daar waar mogelijk huisvesting van oude, te grote en slecht geïsoleerde gebouwen om te ruilen voor nieuwe op maat gemaakte, energiezuinige gebouwen. Dit moet dan niet alleen resulteren in een absolute vermindering van CO2 maar ook een relatieve vermindering t.o.v. m² en fte s. De relatief grote vermindering van het 1 e jaar wordt vnl. veroorzaakt door de vermindering van 114 ton eenmalige diesel voor verwarming CM. Jaartal 2010 2011 2012 2013 2014 Gerealiseerd ton CO 2 1.465 1133 1143 Streefverbruik ton CO 2 Gemiddeld per fte 2,75 1.325 2,50 939 2.07 746 2.39 746 2.31 Streef reductie tov ref jr Reductie % t.o.v. ref.jaar 10% 22% 36% 49% 22% 49% 2015 746 2.26 49% Eigen vervoer: Met het uitbesteden van de distributie aan gespecialiseerde vervoerders, zal de CO 2 directe emissie van Rexel Nederland afnemen, maar door een efficiëntere bedrijfsvoering door de gecontracteerde distributeur ook de totale CO 2 emissie verlagen. Voor leaseauto s zal het gebruik van hybride auto s gestimuleerd worden, en is het niet meer mogelijk om lease auto s met energielabel hoger dan C te berijden. Jaartal 2010 2011 2012 2013 2014 Lease auto s gerealiseerd 1293 1273 1325 Lease auto s (streef) Gemiddeld per auto 7,48 1270 7,35 1250 7,23 1220 7,06 1210 7,00 Streef reductie tov ref jr Reductie % t.o.v. ref.jaar 2% 1.5% 2% -2% 5,5% 6,5% Eigen vervoer 773 426 190 Eigen vervoer (streef) Streef reductie tov ref jr Reductie % t.o.v. ref.jaar 450 41% 45% 300 61% 85% 180 76% 90 88% 2015 1200 6,94 7% 50 93% 15

Scope 2 Elektriciteitsverbruik Omdat het elektriciteitsverbruik, ektriciteitsverbruik, waarvan 64% gebruikt wordt voor verlichting, zeer afhankelijk is van het oppervlak, zal gekeken moeten worden om de huisvesting oppervlakte in overeenstemming te brengen met het aantal werkzame fte s. Daarnaast zal door gebruik te maken van nieuwe verlichtingstechnieken (LED) een substantiële reductie gerealiseerd kunnen worden. Jaartal Gerealiseerd ton CO 2 Streefverbruik ton CO 2 Streef ton CO 2 per fte Berekende ton CO 2 per fte Streef reductie tov ref jr Reductie % t.o.v. ref.jaar 2010 2011 2012 2013 2014 2015 1465 1443 1214 1325 1313 1224 1139 1139 2.6 2.3 2.2 2.1 2.0 2.0 2.4 2.2 6% 10% 16% 22% 22% 1.5% 17% Reizen met privé voertuig en zakenreizen met vliegtuig/trein etc. en dienstreizen. Beleid is erop gericht om deze zo veel mogelijk te beperken, echter omdat dit afhankelijk van verschillende omstandigheden is, wordt hier verder geen doelstelling anders dan dat het niveau van 2010 niet overschreden mag worden (samen ca 120 ton CO 2 ). Totaal scope I en II reductiedoelstellingen: Jaartal Gerealiseerd ton CO 2 Streefverbruik ton CO 2 Streef ton CO 2 per fte Berekende ton CO 2 per fte Streef % reductie tov ref jr Reductie % t.o.v. ref.jaar 2010 2011 2012 2013 2014 2015 5123 4506 3958 4550 3902 3400 3265 3215 7.6 7.4 7.0 8.8 7.5 7.19 11% 23% 33% 36% 37% 12% 23% 16

9 Voortgangsrapportage Scope 1: Stationaire verbrandingsgassen: Jaartal 2010 2011 2012 H1 2013 H2 2013 2013 Tot Gerealiseerd ton CO 2 1.465 1133 1143 524 312 Streefverbruik ton CO 2 Streef reductie % tov ref jr Reductie % t.o.v. ref.jaar 1325 10% 22% 939 36% 22% 450 296 746 50% Door de klimatologische omstandigheden is het gasverbruik over H1 2012 hoger dan verwacht. Hierdoor zal de voorgestelde reductie in gasverbruik dit jaar naar alle waarschijnlijkheid niet gehaald gaat worden. Eigen vervoer: Jaartal 2010 2011 2012 H1 2013 H2 2013 2013 Tot Lease auto s gerealiseerd 1293 1273 1325 632 Lease auto s (streef) 1270 1250 650 650 Gemiddeld per auto 7.48 7,35 7,23 7.86 Streef Reductie % t.o.v. Reductie Eigen vervoer 773 2% 1.5% 426 2% -2% 190 0.5% 6.27% 26 Eigen vervoer (streef) Streef reductie tov ref jr Reductie % t.o.v. ref.jaar 44% 300 61% 85% 90 76% 98% Omdat de uitbesteding van het vervoer sneller is afgerond dan verwacht, zal CO2 verbruik in H2 2013 nihil zijn. Scope 2: Elektriciteitsverbruik Jaartal 2010 2011 2012 H1 2013 H2 2013 Gerealiseerd ton CO 2 1465 1443 1215 234 Streefverbruik ton CO 2 Streefreductie t.o.v. ref.jr Reductie % t.o.v. ref.jaar 1325 6% 1.5% 1313 10% 17% 165 77% 71% 168 Door toepassing van groene stroom door 80% van de vestigingen is de CO 2 uitstoot voor 2013 sterk verminderd door het toepassen van een nieuwe conversiefactor; 22,9 gram/kwh i.p.v. 455 gram/kwh. 17

Totaal overzicht voortgang Scope 1 en Scope 2: Jaartal 2010 2011 2012 H1 2013 H2 2013 Gerealiseerd ton CO 2 5123 4506 3958 1412 Streefverbruik ton CO 2 3902 1610 161010 Gemiddeld per fte 8.8 7.51 2.82 Gemiddeld per m² 0.09 0.07 0.022 Gemiddeld per fte (streef) Gemiddeld per m² (streef) Reductie % t.o.v. ref.jaar 7.8 0.08 12% 7.09 0.06 23% 3.22 0.02 40% Conclusie: Door toepassing van groene stroom en het terugbrengen van 5 distributiecentra naar 1 is in het derde jaar na invoering van de CO 2 prestatieladder, de reductiedoelstelling van 40% voor de uitstoot van CO 2, oorspronkelijk bedoeld voor 2015, binnen handbereik en zal dit jaar ook zeker gerealiseerd gaan worden. Een mijlpaal waar we zeer trots op zijn. Gouda, 1 november 2012 Rexel Nederland B.V. M. van Brunschot Algemeen Directeur 18

Bijlage 1: 2013 H1 CO 2-emissie factor H1 2013 hoeveelheid eenheid hoeveelheid eenheid CO 2- emissie [ton] Scope 1: Directe emissie Stationaire verbrandingsapparatuur - Aardgas - Propaan2 - Diesel Airco en koelingapparatuur 1.825 g CO 2 / Nm 3 287.260 m 3 3.385 g CO 2 / Nm 3 - Nm 3 3.135 g CO 2 / Nm 3 - liter 1.156,8 524,2 524,2 - - - Gebruik eigen wagenpark - Benzine - Diesel - LPG - Eigen vervoer 2.780 g CO 2 / liter 151.498 liter 3.135 g CO 2 / liter 58.232 liter 1.860 g CO 2 / liter 1.444 liter 3.135 g CO 2 / liter 8353 liter 632,6 421,2 208,7 2,7 26,2 Scope 2: indirecte emissie Elektriciteitsgebruik CO 2-emissie factor 1 H1-2013 hoeveelheid eenheid hoeveelheid eenheid CO 2- emissie [ton] 255,7 234,3 - Groene stroom - Nuon - Essent Retail - Andere Leverancier (NL) - Stadsverwarming 23 g CO 2 / kwh 731.607 kwh 455 g CO 2 / kwh - kwh 455 g CO 2 / kwh - kwh 455 g CO 2 / kwh 436.478 kwh 20.000 g CO 2 / Gjoule 948 Gjoule 16,8 - - 198,6 19,0 Privé auto's voor zakelijk verkeer - Personenauto, brandstoftype niet bekend Zakelijk vliegen 3 - Afstand < 700 km - Afstand 700-2.500 km - Afstand > 2.500 km 210 270 200 135 g CO 2 / voertuigkm 94.607 km g CO 2 / reizigerskm 5.778 km g CO 2 / reizigerskm - km g CO 2 / reizigerskm - km 19,9 19,9 1,6 1,6 - - 19