Mestdecreet pesticiden Toepassing artikel 21 mestdecreet Enige artikel waarvoor ANB bevoegd is 2 1
Artikel 21: Het is verboden meststoffen op of in de bodem te brengen, met uitzondering van bemesting door rechtstreekse uitscheiding bij beweiding : tot 5 m landinwaarts vanaf de bovenste rand van een waterloop; tot 10 m landinwaarts vanaf de bovenste rand van het talud van een waterloop die gelegen is in het Vlaams Ecologisch Netwerk; tot 10 meter landinwaarts vanaf de bovenste rand van het talud van een waterloop, als een steile helling grenst aan een waterloop. De waterlopen, vermeld in het eerste lid, zijn de bevaarbare waterlopen en de onbevaarbare waterlopen van eerste, tweede en derde categorie, ingedeeld op grond van de wet van 28 december 1967 betreffende de onbevaarbare waterlopen. 2
Oppervlakkige bemesting via spuitkar 5 Bemesting via mestinjectie 3
Kunstmest Rechtstreeks door beweiding 4
Afstandsregels zowel tot bevaarbaar als 1 e, 2 e en 3 e categorie 5
Het Mestdecreet bakent met het oog op het behoud en de versterking van natuurwaarden kwetsbare gebieden natuur af: RKG. Op landbouwgronden die in RKG liggen, geldt een bemestingsverbod. Dat betekent dat elke vorm van bemesting verboden is met uitzondering van bemesting door rechtstreekse uitscheiding bij begrazing waarbij 2 grootvee-eenheden (2 GVE) per ha op jaarbasis worden toegelaten. Binnen die gebieden kan voor sommige percelen onder bepaalde voorwaarden vrijstelling van het bemestingsverbod verkregen worden door 2 bepalingen: de ontheffing en de huiskavel. De ontheffing is uitdovend en gaat verloren door overdracht van het gebruik van het perceel. Maatregelenbesluit verwijst naar Mestdecreet Handhaving: bel de Mestbank cf complex en percelen met nulbemesting bij ons niet gekend. Decreet integraal waterbeleid Teeltvrije zone van 1 meter naast waterlopen Het decreet Integraal Waterbeleid bepaalt dat geen bodembewerkingen mogen plaatsvinden tot op 1 meter afstand vanaf de bovenste rand van het talud van alle oppervlaktewaterlichamen. Samen met het verbod op het gebruik van bestrijdingsmiddelen en het verbod op het gebruik van meststoffen (uitgezonderd bemesting door rechtstreekse uitscheiding bij begrazing) ontstaat een strook van 1 meter die geen oogstbare teelt kan voortbrengen, een zogenaamde teeltvrije zone. Art.10 DIW : verboden -bemesten (idem aan mestdecreet) -pesticiden (relatie artikel 8 Veg. Besl) -grondbewerkingen -constructies -toepassen NTMB 6
Pesticidendecreet: bevoegdheid ANB Geregeld in MHB Enkel in SBZ Enkel op weg- en spoorwegbermen en alle terreinen op minder dan 6m van oppervlaktewater Enkel voor: -commerciële activiteiten (uitgezonderd land- en tuinbouwactiviteiten) -enkel publiekrechtelijke rechtspersonen gevat Nog nooit gebruikt door ANB Handhaving pesticiden: via eigen sectorwetgeving: BD (bosdecreet ) Artikel 20: zonder machtiging van het Agentschap is het in de openbare bossen verboden om pesticiden te gebruiken. BD Artikel 30: zonder ontheffing is het in de bosreservaten verboden om pesticiden te gebruiken ND (Natuurdecreet) Artikel 35 2: Behoudens ontheffing is het in natuurreservaten verboden om pesticiden te gebruiken ND Artikel 25 3: Behoudens ontheffing is het in GEN en GENO verboden om pesticiden te gebruiken (behalve op landbouwpercelen met cultuurgewassen) (dus geen pesticiden op HPG s) ND artikel 36ter: vergunningsplichtige activiteiten met een betekenisvolle aantasting voor het SBZ moeten aan een passende beoordeling worden onderworpen NB (Natuurbesluit van 23 juli 1998) Artikel 7 : op gelijk welke manier (dus ook door middel van pesticiden) wijzigen van holle wegen, heiden, vennen, ) NB artikel 8 1 2e : het met chemische middelen vernietigen, beschadigen of doen afsterven van een vegetatie tenzij wanneer deze activiteiten plaatsvinden met betrekking tot percelen met cultuurgewassen. NB Artikel 8 2, 1 e : het rooien of anderszins verwijderen en het beschadigen van houtachtige beplantingen op weg-, waterweg of spoorwegbermen of op het talud van holle wegen, van houtachtige beplantingen langs waterlopen, dijken of taluds, van heggen, hagen, houtkanten, houtwallen, bomenrijen en hoogstamboomgaarden; NB artikel 8 2 ten 2 e : wijzigen van de vegetatie horende bij de KLE met inbegrip van het afbranden en het vernietigen, beschadigen of doen afsterven van de vegetatie met mechanische of chemische middelen van perceelsrandbegroeiingen en sloten. 7