Drogisterij. Adviseren 2

Vergelijkbare documenten
Drogisterij. Adviseren1

Drogisterij. Verkoop

Drogisterij. Toezicht

Alternatieve geneeswijzen. Vraag je Alphega apotheek om meer informatie en advies. Jouw gezondheid is onze zorg

Zorg door alternatieve geneeswijzen

Werkstuk Verzorging Homeopathie

WKPV I Lesboek 2018/2019

Let op: de vergoeding van homeopathie vanuit de aanvullende zorgverzekering komt niet ten laste van het verplichte eigen risico.

De Geneesmiddelenwet ziet de Assistent Drogist als beroepsbeoefenaar.

We hopen dat we naar volle tevredenheid aan deze opdracht voldaan hebben en dat u dit artikel met veel plezier zult lezen.

Homeopathie voor paarden

Centrum Corazon Roy Westerweel

Wat zijn zelfzorggeneesmiddelen? Voor goed zelfzorgadvies gaat u naar de

WEGWIJS IN 1 UUR. Homeopathie

Marcel Bouvy. Zelf dokteren. Met een kritisch oordeel over zelfzorggeneesmiddelen

De Geneesmiddelenwet ziet de Drogist als beroepsbeoefenaar. De eigenaar van het diploma Drogist mag zichzelf drogist noemen.

Vanaf deze maand is het mogelijk om de nieuwe advieskaarten te bestellen. Deze praktische set kaarten is vanaf eind maart beschikbaar.

Pharmacon exameneisen Verkoop in de Drogisterij 2015

Heeft u gezondheidsklachten? Of wilt u simpelweg een betere gezondheid? Dan is homeopathie wellicht iets voor u.

Hartelijk welkom. Scheldewindeke, 26 februari 2015

BIJSLUITER. DEXAMETHASON 0,1 mg/ml mondspoeling

Blog voor Equicare-Plus, maart 2015

Bijsluiter: informatie voor de gebruiker. AXID 150, capsules 150 mg nizatidine

Foppe van Mil / Frank Venema. Verstandig omgaan met geneesmiddelen en gezondheid TIRION-BAARN

1.3. PRODUCT INFORMATION

SUMMARY OF PRODUCT CHARACTERISTICS. Homeocare weerstand, druppels voor oraal gebruik, oplossing 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING

BIJSLUITER. TRIAMCINOLONACETONIDE 0,1% KETOCONAZOL 2% vaselinelanettecrème

BIJWERKINGEN WAT KAN DE APOTHEKER VOOR MIJ DOEN MEER KANS OP BIJWERKINGEN VEEL VOOR- KOMENDE BIJWERKINGEN WISSELWERKING

James Tyler Kent

Beveiliging in de zorg Cursusboek

Informatie medicijngebruik. Biologicals. Reumatologie

BIJSLUITER. VITAMINE K 1 mg, 5 mg en 10 mg tablet

BIJSLUITER. HYDROCORTISONACETAAT 1% KETOCONAZOL 2% ZINKOXIDE 10% cetomacrogolcrème

Folder homeopathie :22 Pagina 1 HOMEOPATHIE - GEZOND BETER WORDEN

Package Leaflet

Particulier onderzoeker Wettelijke kaders

trianal 0,25 mg / 50 mg zalf voor rectaal gebruik

6,8. Werkstuk door een scholier 3383 woorden 24 september keer beoordeeld. Verzorging

BIJSLUITER. VITAMINE A IE/ml drank (waterig)

Ustekinumab. (Stelara) Dermatologie

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

Toepassingen van geneesmiddelen

ECLI:NL:RBBRE:2000:AA6785

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

Wanneer mag men Fem7 50µg, Fem7 75µg en Fem7 100µg niet gebruiken? U mag Fem7 niet gebruiken:

Pyridoxine HCl 20 PCH, tabletten 20 mg pyridoxinehydrochloride

Lesbrief 6. Herhaling thema.

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER. fexofenadinehydrochloride

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE PATIENT. Aciclovir Teva labialis 50 mg/g crème Aciclovir

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

trianal 0,50 mg / 50 mg zetpillen

Gyno-miconazolnitraat 20 PCH, crème voor vaginaal gebruik 20 mg/g

BIJSLUITER. PROMETHAZINE 1 mg/ml suikervrije stroop

Persoonsbeveiliger Basis- en wetskennis

BIJSLUITER. PROMETHAZINE 1 mg/ml suikervrije stroop

Lees de bijsluiter. Weet wat je slikt! e bijsluiter : een wettelijke verplichting De wet verplicht de geneesmiddelenproducent

Bijsluiter: informatie voor de gebruiker. A.Vogel ArnicaforceMed forte gel. Arnica Montana L.

PROSCAR 5 mg, filmomhulde tabletten (finasteride)

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER. Gyno-Miconazolnitraat Teva 20 mg/g, crème voor vaginaal gebruik Miconazolnitraat

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER. Donnafyta Meno Filmohulde tabletten

Deelvragen Om tot een zo goed mogelijk antwoord te komen, heb ik een aantal deelvragen opgesteld:

Afdeling Reumatologie en Klinische Immunologie, locatie AZU. Langwerkende antireumatische middelen: anakinra (Kineret )

Prod. oktober 2014, NL/TRIM/0001/14, Exp. oktober Triumeq. Starten met. Patiënteninformatie

Pharmacon exameneisen Verkoop in de Drogisterij Rolinzicht en beroepshouding van de Verkoper in de Drogisterij

Les 6. Herhaling thema.

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE PATIËNT. Pulmocap Thymus, stroop Vloeibaar extract van tijm kruid

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIK(ST)ER. Aciclovir Sandoz 30 mg/g, oogzalf aciclovir

Een andere kijk op ziekte en herstel

LORATADINE HOOIKOORTSTABLETTEN APOTEX 10 mg Module RVG Version 2014_04 Page 1 of 5. Bijsluiter: informatie voor de gebruiker

Datum waarop de bijsluiter voor het laatst is aangepast

GENEESMIDDELENGROEP Ontstekingsremmende geneesmiddelen (corticosteroïden). Raadpleeg ook de rubriek Werking van het geneesmiddel

Bijsluiter: informatie voor de gebruikster Canesten GYNO 1 Zachte Capsule capsule voor vaginaal gebruik 500 mg werkzamestof: clotrimazol

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

Samenstelling De werkzame bestanddelen van Viskaldix zijn pindolol en clopamide. 1 tablet Viskaldix bevat 10 mg pindolol en 5 mg clopamide.

Bijsluiter: informatie voor de patiënt. Pulmocap Hedera, stroop Droog extract van klimopblad

REUMATOLOGIE. Neoral BEHANDELING

ETOS AMYLMETACRESOL PLUS DICHLOORBENZYLALCOHOL HONING & CITROEN zuigtabletten

Carbimazol Teva 5 mg, tabletten carbimazol

Inhoud. Deel I Basisbegrippen

Wettelijke Kaders Publieke Veiligheid WKPV I

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER. Donnafyta Meno tabletten

NOSCAPINE HCl APOTEX 1 mg/ml, stroop Noscapine

Zorgboek Astma bij volwassenen

Carbimazol Teva 5 mg, tabletten carbimazol

Pyridoxine HCl 50 PCH, tabletten 50 mg Pyridoxine HCl 100 PCH, tabletten 100 mg pyridoxinehydrochloride

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN. Kruidvat Amylmetacresol Plus Dichloorbenzylalcohol honing & citroen zuigtabletten

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR GEBRUIKERS. SEDISTRESS Omhulde tabletten. Droog extract van Passiflora incarnata L. (passiebloem)

Bijsluiter: informatie voor de patiënt. Aciclovir Teva labialis 50 mg/g crème aciclovir

Fytotherapeutisch anamneseformulier

Adviseren en informeren over UAD-geneesmiddelen per indicatiegebied

Noscapine HCl Teva 1 mg/ml, stroop noscapine

Hoofdstuk 5: Opvang Zieke kinderen / besmettelijke ziekten en werkwijze versie: 2

BIJSLUITER. CLINDAMYCINE HCL 1% gel

BIJSLUITER. RESORCINOL 5%, 10% en 15% crème

Thiamini hydrochloridum 100 mg/ml, oplossing voor injectie thiaminehydrochloride

Foliumzuur PCH 5 mg, tabletten foliumzuur

BIJSLUITER. CHLORALHYDRAAT 100 mg/ml drank

Transcriptie:

Drogisterij Adviseren 2 Lesboek 2018 1

2

Inhoud Drogisterij Adviseren 2 Inhoud Geschreven door: Anique Michielsen 3

Colofon Copyright Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar worden gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Samenstellers en uitgever zijn zich volledig bewust van hun taak een zo betrouwbaar mogelijke uitgave te verzorgen. Niettemin kunnen zij geen aansprakelijkheid aanvaarden op onjuistheden die eventueel in deze uitgave voorkomen. De uitgever meent alle rechten van afbeeldingen te bezitten of daar afspraken over te hebben gemaakt. Indien rechthebbenden toch een opmerking hebben, kunnen zij zich tot de uitgever wenden. ISBN nummer 978-94-92242-30-3 Adresgegevens ex:plain Disketteweg 6 Postbus 1230 3800 BE Amersfoort www.explain.nl Januari 2018 4 4

Inhoud Inhoud Algemeen 12 1. Homeopathie en fytotherapie 16 1.1 De ontstaansgeschiedenis van de homeopathie en fytotherapie 16 1.2 Verschillen tussen fytotherapie, homeopathie en reguliere geneeskunde 18 1.3 Verschijningsvormen van homeopathische middelen 20 1.4 Registratie en toetsing 21 1.5 Algemene aanwijzingen 22 1.6 Homeopathische producten 23 1.7 Fytotherapeutische producten 28 2. Neusverkoudheid en bijholteontsteking 32 2.1 Achtergrondinformatie neusverkoudheid en bijholteontsteking 32 2.2 Tips bij neusverkoudheid en bijholteontsteking 34 2.3 Doorverwijzen naar de huisarts 35 2.4 Zelfzorggeneesmiddelen bij neusverkoudheid en bijholteontsteking 37 2.5 Klachten en bijbehorend advies 50 2.6 WASA-vragen bij neusverkoudheid en bijholteontsteking 51 2.7 De kassacheck en risicowaarschuwingen 52 2.8 Voorbeeld adviesgesprek 52 2.9 Homeopathische geneesmiddelen bij (allergische) rhinitis 53 3. Middenoorontsteking 56 3.1 Achtergrondinformatie middenoorontsteking 56 3.2 Tips bij middenoorontsteking 57 3.3 Doorverwijzen naar de huisarts 58 3.4 Zelfzorggeneesmiddelen bij middenoorontsteking 60 3.5 Klachten en bijbehorend advies 61 3.6 WASA-vragen bij middenoorontsteking 61 3.7 De kassacheck en risicowaarschuwingen 62 3.8 Voorbeeld adviesgesprek 62 3.9 Homeopathische producten 63 Inhoud 4. Reisziekte 66 4.1 Achtergrondinformatie reisziekte 66 4.2 Tips bij reisziekte 67 4.3 Doorverwijzen naar de huisarts 67 4.4 Zelfzorggeneesmiddelen bij reisziekte 69 4.5 Klachten en bijbehorend advies 73 4.6 WASA-vragen bij reisziekte 74 4.7 De kassacheck en risicowaarschuwingen 74 4.8 Voorbeeld adviesgesprek 74 5

5. Hoest 78 5.1 Achtergrondinformatie hoest 78 5.2 Tips bij hoest 81 5.3 Doorverwijzen naar de huisarts 82 5.4 Zelfzorggeneesmiddelen bij hoest 83 5.5 Klachten en bijbehorend advies 94 5.6 WASA-vragen bij hoest 94 5.7 De kassacheck en risicowaarschuwingen 95 5.8 Voorbeeld adviesgesprek 95 5.9 Homeopathische middelen bij hoest 96 6. Kleine wonden 100 6.1 Achtergrondinformatie kleine wonden 100 6.2 Tips bij kleine wonden 103 6.3 Doorverwijzen naar de huisarts 105 6.4 Zelfzorggeneesmiddelen bij kleine wonden 107 6.5 Klachten en bijbehorend advies 113 6.6 WASA-vragen bij kleine wonden 114 6.7 De kassacheck en risicowaarschuwingen 115 6.8 Voorbeeld adviesgesprek 115 6.9 Homeopathisch geneesmiddelen 116 7. Huiduitslag en jeuk 120 7.1 Achtergrondinformatie huiduitslag en jeuk 120 7.2 Tips bij huiduitslag en jeuk 124 7.3 Doorverwijzen naar de huisarts 125 7.4 Zelfzorggeneesmiddelen bij huiduitslag en jeuk 126 7.5 Klachten en bijbehorend advies 133 7.6 WASA-vragen bij huiduitslag en jeuk 133 7.7 De kassacheck en risicowaarschuwingen 134 7.8 Voorbeeld adviesgesprek 134 7.9 Homeopathische en fytotherapeutische middelen 135 8. Steken en beten 138 8.1 Achtergrondinformatie insectenbeten 138 8.2 Tips bij insectenbeten 140 8.3 Doorverwijzen naar de huisarts 141 8.4 Zelfzorggeneesmiddelen bij insectenbeten 143 8.5 Klachten en bijbehorend advies 145 8.6 WASA-vragen bij insectenbeten 145 8.7 De kassacheck en risicowaarschuwingen 145 8.8 Voorbeeld adviesgesprek 146 9. Hoofdluis 150 9.1 Achtergrondinformatie hoofdluis 150 9.2 Tips bij hoofdluis 151 9.3 Doorverwijzen naar de huisarts 153 6 6

Inhoud 9.4 Zelfzorggeneesmiddelen bij hoofdluis 153 9.5 Klachten en bijbehorend advies 156 9.6 WASA-vragen bij hoofluis 157 9.7 De kassacheck en risicowaarschuwingen 157 9.8 Voorbeeld adviesgesprek 157 10. Klachten van de hoofdhuid 160 10.1 Achtergrondinformatie klachten van de hoofdhuid 160 10.2 Tips bij klachten van de hoofdhuid 161 10.3 Doorverwijzen naar de huisarts 161 10.4 Zelfzorggeneesmiddelen bij klachten van de hoofdhuid 161 10.5 Klachten en bijbehorend advies 163 10.6 WASA-vragen bij klachten van de hoofdhuid 163 10.7 De kassacheck en risicowaarschuwingen 164 10.8 Voorbeeld adviesgesprek 164 11. Acne en steenpuisten 168 11.1 Achtergrondinformatie acne en steenpuisten 168 11.2 Tips bij acne en steenpuisten 170 11.3 Doorverwijzen naar de huisarts 171 11.4 Zelfzorggeneesmiddelen bij acne en steenpuisten 172 11.5 Klachten en bijbehorend advies 174 11.6 WASA-vragen bij acne en steenpuisten 175 11.7 De kassacheck en risicowaarschuwingen 176 11.8 Voorbeeld adviesgesprek 176 12. Koortslip (Herpes labialis) 180 12.1 Achtergrondinformatie koortslip 180 12.2 Tips bij een koortslip 181 12.3 Doorverwijzen naar de huisarts 182 12.4 Zelfzorggeneesmiddelen bij een koortslip 183 12.5 Klachten en bijbehorend advies 185 12.6 WASA-vragen bij een koortslip 185 12.7 De kassacheck en risicowaarschuwingen 186 12.8 Voorbeeld adviesgesprek 187 Inhoud 13. Voetschimmel 190 13.1 Achtergrondinformatie voetschimmel 190 13.2 Tips bij voetschimmel 192 13.3 Doorverwijzen naar de huisarts 192 13.4 Zelfzorggeneesmiddelen bij voetschimmel (fungiciden) 194 13.5 Klachten en bijbehorend advies 198 13.6 WASA-vragen bij voetschimmel 199 13.7 De kassacheck en risicowaarschuwingen 199 13.8 Voorbeeld adviesgesprek 200 7

14. Wratten 202 14.1 Achtergrondinformatie wratten (verrucae) 202 14.2 Tips bij wratten 204 14.3 Doorverwijzen naar de huisarts 204 14.4 Zelfzorggeneesmiddelen bij wratten 206 14.5 Klachten en bijbehorend advies 208 14.6 WASA-vragen bij wratten 209 14.7 De kassacheck en risicowaarschuwingen 209 14.8 Voorbeeld adviesgesprek 210 14.9 Homeopathisch middel bij wratten 211 14.10 Fytotherapeutisch middel bij wratten 211 15. Kinderziektes 214 15.1 Achtergrondinformatie kinderziektes 214 15.2 Tips bij kinderziektes 220 15.3 Doorverwijzen naar de huisarts 221 15.4 Zelfzorggeneesmiddelen bij kinderziektes 221 15.5 Klachten en bijbehorend advies 222 15.6 WASA-vragen bij kinderziektes 222 15.7 De kassacheck en risicowaarschuwingen 223 15.8 Voorbeeld adviesgesprek 224 16. Psychische klachten 228 16.1 Achtergrondinformatie psychische klachten 228 16.2 Tips bij psychische klachten 232 16.3 Doorverwijzen naar de huisarts 233 16.4 Zelfzorggeneesmiddelen bij psychische klachten 234 16.5 Klachten en bijbehorend advies 238 16.6 WASA-vragen bij psychische klachten 238 16.7 De kassacheck en risicowaarschuwingen 239 16.8 Voorbeeld adviesgesprek 239 16.9 Homeopathische middelen bij nervositeit en slaapproblemen 242 16.10 Fytotherapeuthische middelen bij nervositeit en slaapproblemen 243 17. Vaginale klachten 246 17.1 Achtergrondinformatie vaginale afscheiding 246 17.2 Tips bij vaginale afscheiding 249 17.3 Doorverwijzen naar de huisarts 249 17.4 Zelfzorggeneesmiddel bij een vaginale schimmelinfectie 251 17.5 Klachten en bijbehorend advies 252 17.6 WASA-vragen bij vaginale klachten 253 17.7 De kassacheck en risicowaarschuwingen 253 17.8 Voorbeeld adviesgesprek 253 18. Stoppen met roken 258 18.1 Achtergrondinformatie roken 258 18.2 Tips bij stoppen met roken 260 8 8

Inhoud 18.3 Doorverwijzen naar de huisarts 260 18.4 Zelfzorggeneesmiddelen bij stoppen met roken 262 18.5 Klachten en bijbehorend advies 267 18.6 WASA-vragen bij stoppen met roken 268 18.7 De kassacheck en risicowaarschuwingen 268 18.8 Voorbeeld adviesgesprek 269 19. Overgangsklachten 272 19.1 Achtergrondinformatie overgangsklachten 272 19.2 Tips bij overgangsklachten 276 19.3 Doorverwijzen naar de huisarts 277 19.4 Zelfzorggeneesmiddelen bij overgangsklachten 277 19.5 Klachten en bijbehorend advies 278 19.6 WASA-vragen bij overgangsklachten 279 19.7 De kassacheck en risicowaarschuwingen 279 19.8 Voorbeeld adviesgesprek 280 20. Urinewegproblemen 284 20.1 Achtergrondinformatie urinewegproblemen 284 20.2 Tips bij urinewegproblemen 286 20.3 Doorverwijzen naar de huisarts 286 20.4 Zelfzorggeneesmiddelen bij urinewegproblemen 287 20.5 Klachten en bijbehorend advies 291 20.6 WASA-vragen bij urinewegproblemen 291 20.7 De kassacheck en risicowaarschuwingen 293 20.8 Voorbeeld adviesgesprek 294 21. Mond- en gebitsklachten 298 21.1 Achtergrondinformatie mond- en gebitsklachten 298 21.2 Tips bij mond- en gebitsklachten 302 21.3 Doorverwijzen naar de huisarts of tandarts 303 21.4 Zelfzorggeneesmiddelen bij mond- en gebitsklachten 305 21.5 Klachten en bijbehorend advies 310 21.6 WASA-vragen bij mond- en gebitsklachten 310 21.7 De kassacheck en risicowaarschuwingen 311 21.8 Voorbeeld adviesgesprek 311 21.9 Homeopathische middelen met arnica 312 Inhoud 22. De morning afterpil 316 22.1 Achtergrondinformatie 316 22.2 Tips bij vragen over de morning afterpil 318 22.3 Doorverwijzen naar de huisarts 318 22.4 Zelfzorggeneesmiddelen voor noodanticonceptie 320 22.5 Klachten en bijbehorend advies 324 22.6 WASA-vragen bij vragen over noodanticonceptie 324 22.7 De kassacheck en risicowaarschuwingen 325 22.8 Voorbeeld adviesgesprek 326 9

10 10

Algemeen

Algemeen Welkom Je start met de module Adviseren 2 van ex:plain die je ook weer gaat afronden met een examen voor een deelcertificaat. De deelcertificaten van Adviseren 1 en 2 vormen samen het diploma Assistent drogist. Het examen van Pharmacon bestaat uit 60 meerkeuzevragen, waarvoor je 45 minuten de tijd krijgt. De opbouw van het boek Dit boek is ingedeeld in 22 korte hoofdstukken en bevat een heldere uitleg met visuele ondersteuning en zeer veel oefeningen, uitgesplitst in behapbare delen van de leerstof en met een opbouw in moeilijkheidsgraad. Je rondt elk hoofdstuk af met oefenvragen voordat je verder gaat met de volgende. Tussentijdse toetsen en oefenbladen krijg je ook. Deze gaan over de onderwerpen van de reeds behandelde hoofdstukken. Natuurlijk krijg je ook eindtoetsen waarmee je kunt nagaan of je alle leerstof beheerst en zodoende weet of en wat je eventueel nog een keer moet herhalen. Het antwoordenboek en bijlages De juiste antwoorden op de meerkeuzevragen staan per hoofdstuk ingedeeld in je antwoordenboek. Achterin het antwoordenboek tref je 3 bijlages aan: Bijlage 1 Homeopathische werkzame stoffen Bijlage 2 Fytotherapeutische werkzame stoffen Bijlage 3 Terminologie. Digitale leeromgeving In onze digitale leeromgeving zijn toetsen opgenomen die vragen bevatten over meer onderwerpen tegelijk. Deze toetsen zijn om die reden moeilijker dan de vragen in de boeken. Daarnaast zit er bij het volledige lesprogramma een intensieve lesdag aan het einde van de module voor een optimale voorbereiding op het examen. Dit is een toets in onze digitale leeromgeving. Wat ga je allemaal leren in de eerste module? Deze module leer je te adviseren bij nog heel wat zelfzorgklachten, waarbij je de klant de keuze kunt geven uit een reguliere geneesmiddel, een homeopathisch of een fytotherapeutisch geneesmiddel. Daarnaast leer je over de basisprincipes van verschillende geneeswijzen en de onderlinge verschillen. 12 De zelfzorgklachten die aan bod komen zijn: verkoudheidsklachten; huidklachten; kinderziekten; psychische klachten; vaginale klachten; stoppen met roken;

Algemeen overgangsklachten; klachten aan de urinewegen; mond- en gebitsklachten; ongewenste zwangerschap. Van alle UAD-geneesmiddelen die in de module aan bod komen moet je wederom weer op de hoogte zijn van: hun samenstelling, indicatie, dosering en gebruik, werking, bijwerkingen, contra-indicaties, waarschuwingen, wisselwerking, gebruik tijdens zwangerschap en borstvoeding, invloed op rijvaardigheid en gebruik van machines en de risico s bij overdosering. Veel succes en leerplezier! Algemeen 13

14

Homeopathie en fytotherapieh1

H1 Homeopathie en fytotherapie Je leert dit hoofdstuk: de essentie en basisprincipes van de homeopathie en fytotherapie de verschillen tussen reguliere geneeskunde, fytotherapie en homeopathie wat een oertictuur en een potentie is wat een simplex en een complex is hoe homeopathische en fytotherapeutische geneesmiddelen geregistreerd worden waarop homeopathische en fytotherapeutische geneesmiddelen getoetst worden de werking en samenstelling van de producten, dosering en gebruik voor welke klachten de middelen gebruikt kunnen worden welke specifieke risico s kunnen gelden In deze module komen alleen RVH-geregistreerde middelen met een UAD status aan de orde. Dit hoofdstuk worden een aantal homeopathische en fytotherapeutische middelen behandeld. Dit zijn nog niet alle middelen waarvan je op de hoogte moet zijn voor je examen. De overige middelen zijn ingedeeld bij de klachten waarbij ze geadviseerd kunnen worden, verderop in de module. Dit hoofdstuk heeft 3 bijlages (zie Antwoordenboek): Bijlage 1: homeopathische werkzame stoffen. Bijlage 2: fytotherapeuthische werkzame stoffen. Bijlage 3: terminologielijst. Gebruik deze bijlages ook als je verder in de module bent als naslagwerk. 1.1 De ontstaansgeschiedenis van de homeopathie en fytotherapie Er wordt vaak gedacht dat Homeopathie en fytotherapie ongeveer hetzelfde is. Beide zijn immers anders dan de gewone, reguliere, geneeskunde. Toch zijn de homeopathie en de fytotherapie twee totaal verschillende therapieën. De verschillen tussen beiden komen straks aan bod. Eerst lees je over de ontstaansgeschiedenis van de geneeskunst. 1.1.1 Hippocrates Hippocrates leefde in Griekenland (van 470-370 voor Christus). Hij wordt beschouwd als de vader van de geneeskunst. Hij formuleerde twee belangrijke stellingen: De klachten worden genezen door middelen met een tegengestelde werking. Dit wordt het contraria-principe genoemd. De reguliere geneeskunde en fytotherapie werken volgens het contrariaprincipe. 16

Homeopathie en fytotherapie De ziekte wordt genezen door middelen die op de ziekte gelijkende klachten oproepen. Dit is het similia-principe. Dat is het uitgangspunt van de homeopathie (de woorden similia en homeo betekenen gelijk). Hippocrates zag dus een verschil tussen het bestrijden van symptomen (klachten) en het genezen van de ziektetoestand. Hippocrates identificeerde planten en schreef een geïllustreerd kruidenboek, de Materia Medica. In dat boek stonden honderden plantensoorten afgebeeld met de beschrijvingen van de eigenschappen van de planten erbij. De botanie (plantkunde) kwam tot ontwikkeling. 1.1.2 Paracelsus Paracelsus leefde van 1493 tot 1541. Hij deed onderzoek naar arsenicumvergiftiging Hij ontdekte dat ziekteverschijnselen die lijken op de symptomen van een arsenicumvergiftiging, genezen konden worden met behulp van arsenicum. Met andere woorden: Hij ontdekte dat ziekten kunnen genezen met middelen die de symptomen juist oproepen. Alleen de dosering maakt iets giftig stelde Paracelsus, iets wat nu nog steeds een actuele leerstelling is. Ook ontwikkelde Paracelsus de signatuurleer. De signatuurleer stelt dat de standplaats, de vorm en de kleur van een plant aangeven waarvoor hij gebruikt moet worden. Bijvoorbeeld een gele bloem werkt tegen geelzucht, een plant met hartvormige bladeren tegen hartkwalen. H1 1.1.3 Hahnemann Dr. Samuel Hahnemann (1755-1843) was een Duitse arts. Hij is de grondlegger van de homeopathie zoals wij die nu kennen: Hoewel ook Hippocrates en Paracelsus al homeopathische denkbeelden hadden, is Hahnemann de eerste geweest die de homeopathie systematisch uitwerkte. Hij gaf invulling aan het similia-principe, zoals deze nu nog steeds is. Door op zichzelf en anderen te experimenteren, ontdekte hij de beginselen van de homeopathie. Het experiment van Hahnamann met kinabast is heel bekend. Kinabast was destijds de meest effectieve stof tegen malaria. Hahnemann slikte de kinabast zelf en kreeg daardoor alle verschijnselen die horen bij malaria. Zo ontdekte Hahnemann dat een ziekte kan worden genezen met een middel dat bij gezonde mensen deze symptomen juist opwekt. In 1810 verscheen zijn belangrijkste werk Organon der Heilkunst, een uitvoerig instructieboek voor artsen. In dat boek heeft Hahnemann alle basisprincipes van de homeopathie uiteengezet. 17

1.2 Verschillen tussen fytotherapie, homeopathie en reguliere geneeskunde 1.2.1 Fytotherapie Het woord fytotherapie is samengesteld uit de Griekse woorden fython (plant) en therapeia (geneeswijze). Fytotherapie betekent dus letterlijk plantengeneeswijze, ook wel kruidengeneeskunde genoemd. Verschillen tussen fytotherapie en reguliere geneeskunde: De fytotherapie maakt uitsluitend gebruik van plantaardige grondstoffen. In de reguliere geneeskunde wordt ook gebruik gemaakt van plantaardige grondstoffen maar voornamelijk van synthetische grondstoffen. Beide therapieën werken overigens wel volgens het contrariaprincipe. Verschillen tussen fytotherapie en homeopathie: Fytotherapie gaat uit van het contraria-principe, homeopathie gaat uit van het similiaprincipe. Fytotherapie werkt uitsluitend met plantaardige grondstoffen, homeopathie werkt ook met andere soorten grondstoffen, zoals dierlijke en minerale stoffen. In de homeopathie wordt er gepotentieerd, in de fytotherapie wordt de verdunning van plantaardige grondstoffen aangeduid in procenten. 1.2.2 Homeopathie Uitgangspunten van de homeopathie Binnen de homeopathie wordt de reguliere geneeskunde ook wel allopathie genoemd. In de homeopathische geneeswijze wordt anders aangekeken tegen ziek zijn en ook tegen genezen. De homeopathie wil de ziekte niet tegengaan, maar van binnenuit genezen. In de homeopathie krijgt het lichaam als het ware een zetje in de rug. Daarbij wordt altijd gezocht naar de laagst mogelijke dosis. Door een minimale dosis van het best passende geneesmiddel toe te dienen, wordt het immuunsysteem van de patiënt geprikkeld en wordt het afweersysteem versterkt. Het lichaam wordt op deze manier gestimuleerd om zelf de ziekte te overwinnen. Klassieke en klinische homeopathie De klassieke homeopathie kijkt niet uitsluitend naar de ziekte of naar het zieke orgaan maar naar de gehele persoon. Dit wordt een holistische benadering genoemd. De klinische homeopathie gaat, net als de reguliere geneeskunde, wel uit van de klacht. Homeopathische geneesmiddelen Een homeopathisch geneesmiddel is een geneesmiddel dat ten eerste gemaakt is van homeopathische grondstoffen maar ook gemaakt is volgens homeopathische procedures. Deze procedures zijn beschreven in een officieel handboek, de farmacopee. Daarin staan ook de voorschriften voor de bereiding van de geneesmiddelen. Er zijn dus heel wat verschillen met de fytotherapie: Homeopathie heeft een ander uitgangspunt, het similia-principe, werkt niet alleen met plantaardige grondstoffen maar ook met andere soorten grondstoffen, zoals dierlijke en minerale stoffen of ziektestoffen en heeft een geheel eigen bereidingswijze. Daarover leer je nu in de volgende paragraaf. 18

Homeopathie en fytotherapie 1. Welke stelling is juist? I. Fytotherapie en homeopathie gaan uit van het contraria principe. II. Fytotherapie en reguliere geneeskunde gaan uit van het contraria principe. a. Stelling I is juist. b. Stelling II is juist. 2. Wie is de grondlegger van de homeopathie zoals wij die nu kennen? a. Paracelsus. b. Hahnemann. c. Hippocrates. d. Alle antwoorden zijn juist. 3. Welke grondstoffen worden in de homeopathie gebruikt? a. Uitsluitend plantaardige grondstoffen. b. Uitsluitend kruiden. c. Zowel plantaardige als dierlijke grondstoffen. d. Uitsluitend stoffen gewonnen uit bomen, planten en plantenwortels. 4. Wat betekent allopathie? a. Reguliere geneeskunde. b. Klassieke homeopathie. c. Kruidengeneeskunde. d. Klinische homeopathie. H1 5. Wat betekent een holistische benadering? a. Een benadering waarbij uitsluitend gekeken wordt naar de klacht. b. Een benadering waarbij de ziekte wordt bestreden met een complex. c. Een benadering waarbij gekeken wordt naar de gehele mens. d. Een benadering waarbij wordt gekeken naar de ernst van de klachten en welk middel daar het beste bij past. 19