Voorstel productdefinities ZiN voor 2016 in het Westerkwartier Bij het continuïteitsarrangement 2015 - waarmee de inkoop van nieuwe producten in de Wmo 2015 is vormgegeven- is uitgegaan van de prestaties/productomschrijvingen Nza 2014. Vanuit de ervaringen in het eerste jaar is zowel bij gemeenten als aanbieders de behoefte ontstaan naar een vereenvoudiging van de productdefinities. Vereenvoudiging van de producten- en bijbehorende financieringsstructuur maakt het mogelijk op die onderdelen vanuit een basis te werken aan transformatie en daarna te bouwen aan een nieuwe structuur. Dit vraagt om het oude denken te verlaten (de prestatiecodes + tarieven) en een nieuwe omschrijving van maatwerk gericht op resultaat. Voorstel is om deze nieuwe definities en resultaten leidend laten zijn voor het inkoopproces. Samen met aanbieders, vertegenwoordigd in de klankbordgroep voor de inkoop Wmo, is gekomen tot onderstaande vereenvoudiging en definiëring. Doelgroepen/inwonerprofielen De maatwerkvoorzieningen genoemd in dit document zijn toegankelijk voor inwoners van 18 jaar en ouder die beperkt zijn in hun zelfredzaamheid als gevolg van een lichamelijke, verstandelijke, cognitieve of psychiatrische beperking of een combinatie daarvan. De inwoner is niet in staat om zelfstandig, of met behulp van de eigen leefomgeving, vorm te geven aan de dagelijkse levensverrichtingen die nodig zijn om te wonen, de dag te structureren en kan niet (meer) werken of een opleiding volgen vanwege de beperking. De inwoner heeft meer begeleiding of toezicht nodig dan door eigen netwerk, buurt en algemene voorzieningen geboden kunnen worden. Met begeleiding (basis of intensief) is de inwoner in staat om in eigen kracht en met hulp van de omgeving, zelfstandig te wonen en tot een voor hem zinvolle dag invulling te komen. In nauw overleg met de inwoner en zijn netwerk wordt door de Wmo consulent een ondersteuningsplan Wmo opgesteld waarin de mate van zelfredzaamheid, ondersteuningsbehoefte en beoogde resultaten op individueel niveau worden vastgelegd. Hierbij wordt rekening gehouden met de persoonskenmerken van de inwoner en is de zelfredzaamheidsmatrix leidraad. In het ondersteuningsplan zijn zowel ondersteuning uit het netwerk, algemene voorzieningen en maatwerkvoorzieningen opgenomen (producten, frequentie en duur). Bij het vaststellen van de ondersteuningsbehoefte en de benodigde inzet en omvang van maatwerkvoorzieningen kan de Wmo consulent de deskundigheid inroepen van de aanbieder. Veelal zal dit de persoonlijk begeleider zijn die reeds betrokken is bij de inwoner. Resultaten Voor alle vormen van ondersteuning die in dit document zijn beschreven dient het resultaat hetzelfde te zijn, namelijk: De inwoner is (meer) zelfredzaam; Het ontlasten van de mantelzorger. De ondersteuning is gericht op: Het voorkomen van achteruitgang van de zelfredzaamheid; Het ontwikkelen en bevorderen van zelfredzaamheid en sociale redzaamheid; Het voorkomen van overbelasting van de mantelzorger; Signalering van terugval of het voorkomen van escalatie. 1
Productindeling Gekeken naar de prestatiebeschrijvingen die vanuit de AWBZ sinds de invoering van de Wmo 2015 zijn overgekomen, valt onderstaande vereenvoudigde productindeling te maken. Voorstel is om deze indeling, en de daarbij omschreven resultaten, leidend laten zijn voor het inkoopproces. Productsoort Classificatie Eenheid Opmerkingen/frequentie Begeleiding individueel Begeleiding Groep Vervoer BG groep Intensief Intensief Rolstoel Per uur Per dagdeel Per dag Gemiddeld per week Gemiddeld per week Gemiddeld per week Kortdurend Verblijf Maximaal drie etmalen Per etmaal Gemiddeld per week, Exclusief dagbesteding 1 Productomschrijving De inhoud van de ondersteuning per maatwerkvoorziening kan hierbij als volgt worden omschreven. Individuele Begeleiding Begeleiding bestaat uit het ondersteunen en oefenen van dagelijkse handelingen en vaardigheden die nodig zijn om zelfstandig te kunnen wonen, sociaal te participeren. Tevens gericht op ondersteunen bij plannen, organiseren en uitvoeren van beheerszaken, integratie in de buurt, organisatie van huishouden en persoonlijke zorg. Soms kan het overnemen van toezicht en stimuleren/ aansturen van gedrag nodig zijn. Persoonlijke verzorging kan deel uitmaken van de begeleiding voor zover deze niet onder de ZVW valt. PV valt onder de ZVW als er sprake is van een psychogeriatrische, lichamelijke of somatische aandoening die op de voorgrond staat. PV bestaat uit begeleiding bij ADL taken zoals wassen, aankleden beweging en houding, eten, drinken, toiletbezoek en hulp bij tijdig innemen medicatie. PV kan ook op afstand via beeldschermcommunicatie worden geboden of in de vorm van farmaceutische telezorg. Soms is het nodig dat een uitvoerende beroepskracht op afroep beschikbaar is, dit kan meerderde keren per week zijn buiten de vaste tijden. Begeleiding Groep Begeleiding Groep bestaat uit een dagprogramma in groepsverband voor zelfstandig wonende inwoners. Het programma is gericht op stabiliseren en/of activeren, sociale/maatschappelijke participatie en zingeving en sluit aan bij interesse en mogelijkheden van de inwoner. Het dagprogramma wordt afgestemd op de groep. Het dagprogramma verschilt per inwoner en kan ook bestaan uit activiteiten in de lokale samenleving, dorp of buurt. Kenmerk blijft dat inwoner bij deze activiteiten ondersteuning nodig heeft bij zelfredzaamheid en participatie. Dit kan bestaan uit ondersteuning bij plannen en organiseren, communiceren en sociale integratie. 1 De omschrijving van de frequentie is nog onderwerp van discussie die gevoerd zal worden in de adviesgroep. 2
In samenhang met Begeleiding groep kan Persoonlijke Verzorging nodig zijn, het betreft PV die niet voortvloeit uit beperkingen met medische oorzaak. (zie ook onder Individuele begeleiding) Op de achtergrond is multidisciplinaire benadering en advisering beschikbaar. Vervoer Vervoer van en naar de begeleiding groep als de inwoner zelf of met behulp van zijn/haar netwerk niet is staat is van en naar de dagbestedingslocatie te reizen. Het vervoer kan bestaan uit zittend vervoer of rolstoelvervoer indien zittend vervoer is uitgesloten. Kortdurend Verblijf Als vorm van Respijtzorg, om mantelzorg te ontlasten, wordt inwoners gemiddeld 1 tot maximaal 3 etmalen per week opvang geboden. De opvang omvat 24 uurs- toezicht dat anders door de mantelzorg geboden wordt zodat voorkomen wordt dat deze overbelast raakt. Indien er ook overdag ondersteuning nodig is bij de zelfredzaamheid rond dagbesteding worden maximaal 3 dagdelen per etmaal dagbesteding toegekend. Een beschikking van 3 dagdelen er week mag indien nodig voor de mantelzorg- ook aaneengesloten periode van bijvoorbeeld enkele weken worden verzilverd. Indien het kortdurend verblijf niet gericht is op het overnemen van mantelzorgtaken valt het niet onder de Wmo maar onder de ZVW in de vorm van Kortdurend eerstelijns verblijf (door de huisarts en wijkverpleegkundige te indiceren) of onder de WLZ logeeropvang, hiervoor dient men een WLZ indicatie aan te vragen. Indien men een WLZ indicatie heeft valt ook de respijtzorg onder de WLZ. Intensiteit van de ondersteuning In bovenstaand overzicht worden een viertal producten onderscheiden. Binnen deze producten kan sprake zijn van verschil in ondersteuningsbehoefte. Deze behoefte verschilt per inwoner. Vanuit de Wmo- uitgangspunten houdt de ondersteuning rekening met de persoonskenmerken; licht waar het kan en intensief en frequent waar en wanneer dat nodig is. Onder de AWBZ was een onderscheid gemaakt in licht, midden en zwaar. In de praktijk beperkt dit aanbieders in flexibiliteit om de beschikbare tijd op maat in te zetten. De Wmo consulent, inwoner en aanbieder leggen in een ondersteuningsplan vast wat het resultaat op individueel niveau moet zijn, in dit plan wordt beschreven welke ondersteuning daarbij ingezet wordt, uitgedrukt in een maatwerkvoorziening met een gemiddelde inzet per week. Het is daarbij aan de professionele inschatting van de aanbieder en de behoefte van de inwoner hoe de inhoud van de ondersteuning vorm wordt gegeven. De vorm van ondersteuning, persoonlijke doelen en resultaten worden door inwoner en aanbieder samen vastgelegd in een persoonlijk Begeleidingsplan. Onderstaande aandachtspunten zijn bepalend voor de zwaarte van de begeleiding die ingezet moet worden: 1. Oorzaak van begeleiding; 2. Hulpvraag; 3. Mate van nabijheid; 4. Frequentie; 5. Duur. 3
Ondersteuning bieden bij versterking van zelfredzaamheid, benutten van de eigen kracht en het versterken van zijn sociale omgeving. Indien nodig is de begeleiding daarnaast gericht op het ontlasten van de persoon die gebruikelijke hulp of mantelzorg biedt. (bij dreigende overbelasting). De ondersteuning bestaat uit het versterken en aanbrengen van structuur en regie met betrekking tot het regelen van het dagelijks leven en participeren in de samenleving. Daarnaast kan het uitvoeren van praktische ondersteuning tot de taken behoren. Bij dagbesteding is omvang en samenstelling van de groep zodanig dat de kwaliteit van ondersteuning gewaarborgd is en de resultaten op inwoner niveau niet belemmerd maar versterkt wordt Intensief Bij Intensieve ondersteuning is sprake van ondersteuning die geboden wordt waarbij frequent en intensief contact nodig is. Dit kan op planbare en onplanbare momenten zijn en waarvoor bij directe beschikbaarheid van een professional noodzakelijk is. Veelal is sprake van gedragsmatige of sociaalemotionele belemmeringen (ten gevolge van NAH, PSYCH of VG aandoening) die sociale interactie in woonomgeving en/of bij dagbesteding ernstig belemmeren. Ondersteuning vraagt inzet van een begeleider met specifieke kennis en vaardigheden en methodieken. De groepsomvang en het programma vragen specifieke aanpassingen om aan de intensieve ondersteuningsvraag te kunnen voldoen. Er is voldoende ruimte en personele beschikbaarheid om in te spelen op intensieve individuele ondersteuningsbehoefte op momenten dat deze zich voordoet. Ondersteuning is gericht op het inzetten van de eigen kracht, indien mogelijk op het leren omgaan met beperking en handhaven en bevorderen van zelfstandig functioneren. Het betrekken en versterken van de sociale omgeving maken onderdeel uit van de ondersteuning evenals het bieden van emotionele steun bij afname van zelfredzaamheid t.g.v. ziekteproces. Ondersteuning kan ook gericht zijn op het ontlasten van de persoon die gebruikelijke hulp of mantelzorg biedt, bij dreigende overbelasting en bestaat uit o.a. het uitvoeren van praktische ondersteuning bij het regelen van het dagelijks leven en participeren in de samenleving. De ondersteuning is aangepast aan de mogelijkheden van de inwoner en varieert van overnemen tot compenseren van zelfregie en aanbrengen van structuur. Kwaliteit Kwaliteitseisen aan aanbieders dienen afgestemd te worden met de kwaliteitseisen Wlz, dit in verband met de afhankelijk tussen de Wmo en de Wlz. Op dit moment blijkt dat inwoners met het modulair pakket thuis of volledig pakket thuis (Wlz) overgaan naar de Wmo, daar het kortdurend verblijf binnen de Wlz door een Wtzi erkende aanbieder geleverd moet worden. Dit geldt niet voor de Wmo. Veel zorgboerderijen, die kortdurend verblijf bieden, hebben deze erkenning niet. Administratie en facturering Landelijk zijn iwmo codes bepaald. De Groninger gemeenten wijken hiervan af en hebben eigen codes ontwikkeld. In de werkgroep inkoop zal (in afstemming met de werkgroep bedrijfsvoering) bepaald moeten worden welke iwmo codes gebruikt gaan worden. De voorkeur gaat daarbij uit naar aansluiting bij de landelijke afspraken. 4
Om inzicht te krijgen in de financiële stromen, direct en constructief contact op te bouwen met aanbieders en tijd te nemen voor het verder te ontwikkelen inkoopbeleid Wmo wordt voorgesteld om per aanbieder te factureren en de administratie in eigen, gemeentelijk beheer te houden. Dit heeft gevolgen voor de administratieve werklast op de huidige afdelingen. Deze gevolgen zullen in het derde en vierde kwartaal van 2015 geconcretiseerd moeten worden, zodat hier tijdig op geanticipeerd kan worden. Bijlage 1 5
Lijst met definities - Deze zal op een later moment worden uitgewerkt. Onderstaande termen zullen in ieder geval worden opgenomen in de definitielijst: - Ondersteuningsplan; - Persoonlijk begeleidingsplan; - Zorgplan; - 6