Ouderenmishandeling Waardeburgh - meldcode Ouderen in veilige handen

Vergelijkbare documenten
Meldcode Huiselijk Geweld en Mishandeling

Protocol ouderenmishandeling / Meldcode

Meldcode/Werkwijze bij (vermoedens van) huiselijk geweld, kindermishandeling en ouderenmishandeling bij SZZ

Meldcode Huiselijk geweld en Kindermishandeling

Ouderenmishandeling Workshop 15 oktober 2015

Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling, Atlas College, versie maart 2014

-dat de Pionier in deze code ook vastlegt op welke wijze zij de beroepskrachten bij deze stappen ondersteunt;

Meldcode bij signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling

Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling

Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling

MELDCODE HUISHOUDELIJK GEWELD EN KINDERMISHANDELING

SOVOR. Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling

Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling

Meldcode bij signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling

Meldcode bij signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling

MELDCODE HUISELIJK GEWELD ZORGT IN ZORG BV

Meldcode Huiselijk geweld en Kindermishandeling Gastvrij. Het Stappenplan

Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling SNRC

MELDCODE HUISELIJK GEWELD

Meldcode bij signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling, naar voorbeeld van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Meldcode Huiselijk geweld en ouderenmishandeling

Het bevoegd gezag van de stichting Onderwijsgroep Amersfoort Overwegende

Ouderen. Vrijwilligers en studenten tegen ouderenmishandeling. Stichting

Meldcode bij signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling

Stichting Openbaar Voortgezet Onderwijs Hoogeveen meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling

dat stichting Libertad in deze code ook vastlegt op welke wijze zij de vrijwilligers bij deze stappen ondersteunt;

Notitie. Onderwerp. Van: Diana Piek Aan: College van B&W Datum: Doorkiesnummer: (0411)

Meldcode Huiselijk geweld en kindermishandeling

Praktijk voor Logopedie Anna Paulowna eo

Protocol. Meldcode. Huiselijk geweld en kindermishandeling

MELDCODE BIJ SIGNALEN VAN HUISELIJK GEWELD EN KINDERMISHANDELING

Protocol Huiselijk geweld en Kindermishandeling

Meldcode bij signalen van Huiselijk Geweld en Kindermishandeling SWOM

Basisschool de Bukehof, Oudenbosch

Meldcode bij signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling

Meldcode bij signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling

Ouderenmishandeling. Relatie slachtoffer pleger

Meldcode bij signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling

Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling

MELDCODE HUISELIJK GEWELD EN KINDERMISHANDELING

MELDCODE HUISELIJK GEWELD EN KINDERMISHANDELING

MELDCODE BIJ SIGNALEN VAN HUISELIJK GEWELD EN KINDERMISHANDELING

Wie werken bij VTT? Maatschappelijk werkers(loketfunctie/onderzoeker) Crisisteam( 24/7) Vertrouwensartsen(24/7) Gedragswetenschappers

Meldcode bij signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling

Meldcode Excellent Leven Stappenplan Ouderenmishandeling, Huiselijk geweld, Kindermishandeling

MELDCODE HUISELIJK GEWELD EN KINDERMISHANDELING

MELDCODE BIJ SIGNALEN VAN HUISELIJK GEWELD EN KINDERMISHANDELING

Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling Gemeente Weert

7. BESCHERMING BIJ MISHANDELING EN MISBRUIK. Handelen bij signalen van geweld in afhankelijkheidsrelaties en ouderenmishandeling

Meldcode bij signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling. CSG Het Streek

MELDCODE SCALA COLLEGE

stelt de volgende Meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling, uitgewerkt in een stappenplan en geldend voor alle agogische medewerkers, vast:

Meldcode voor huiselijk geweld en kindermishandeling

Meldcode bij signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling

MELDCODE HUISELIJK GEWELD EN KINDERMISHANDELING

M e l d c o d e h u i s e l i j k g e w e l d e n k i n d e r m i s h a n d e l i n g

dat MENS De Bilt in deze code ook vastlegt op welke wijze zij de beroepskrachten en vrijwilligers bij deze stappen ondersteunt;

Dat als aandachtsfunctionarissen door het gemeentebestuur worden aangewezen de procesmanagers die voor de gemeente Hengelo werkzaam zijn;

Meldcode bij signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling

Gemeentelijke aanpak van ouderenmishandeling: beter begrijpen en besturen

SAMENVATTING VERNIEUWDE MELDCODE HUISELIJK GEWELD & KINDERMISHANDELING

Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling

MELDCODE STICHTING ONDERWIJS- GROEP AMERSFOORT HUISELIJK GE- WELD EN KINDERMISHANDELING

Notitie kindermishandeling en huiselijk geweld in De Open Hof

Meldcode Huiselijk Geweld / Ouderenmishandeling

MELDCODE BIJ SIGNALEN VAN HUISELIJK GEWELD EN KINDERMISHANDELING

Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling

Het College van Bestuur van Hogeschool ipabo,

Bondenberaad Groot Goes, 16 september 2013

Programma Advies & Meldpunt kindermishandeling. Hoe Wie Tijd. Gevolgen van kindermishandeling Power point Anne 20 min

MELDCODE BIJ SIGNALEN VAN HUISELIJK GEWELD EN KINDERMISHANDELING

MELDCODE HUISELIJK GEWELD EN KINDERMISHANDELING Stichting O.V.O. Tiel (RSG Lingecollege)

Meldcode Kindermishandeling en huiselijk geweld

Ouderenmishandeling

Meldprotocol kindermishandeling en huiselijk geweld

Meldcode bij signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling

Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling HZ. Gelet op het Besluit verplichte meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling;

De aanpak van ouderenmishandeling Loslaten waar kan, overpakken waar nodig!

Meldcode bij signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling

Meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling

MELDCODE HUISELIJK GEWELD EN KINDER MISHANDELING BEELDENBOX BEELDEND JEUGDHULP VERLENEN

Meldcode Cibap vakschool & ontwerpfabriek

Bijlage 3 7. BESCHERMING TEGEN MISHANDELING EN MISBRUIK. Handelen bij (vermoedens van) ouderenmishandeling

Meldcode bij signalen van kindermishandeling

Meldcode bij signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling

Meldcode Intelecto huiselijk geweld en kindermishandeling

Meldcode bij signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling

IV.Meldcode bij signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling

Protocol huiselijk geweld en kindermishandeling

Meldcode Huiselijke geweld en Kindermishandeling. Vademecum voor beleid nr. 20

MELDCODE KINDERMISHANDELING EN HUISELIJK GEWELD

Wat Wie Actie Tijdspad. - registreert. - deelt signalen in kindbespreking; - registreert.

Ambtsinstructie voor de leerplichtambtenaar Gemeente Nieuwegein 2013, wijzigingsbesluit. Het college van burgemeester en wethouders van Nieuwegein;

KKZ Zorgopvang Espoir - Bijlagen

2011/12. Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling. Montessori College Oost Polderweg KL Amsterdam

Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling

Onderwerp: Meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling

Meldcode (ouderen)mishandeling Thebe intramuraal

Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling

Themaconferentie kwetsbare ouderen Richtlijn ouderenmishandeling

Transcriptie:

STICHTING WAARDEBURGH Ouderenmishandeling Waardeburgh - meldcode Ouderen in veilige handen

Inhoudsopgave 1. Inleiding, situatieschets en urgentiebesef... 2 2. Stappenplan... 2 Stap 1: In kaart brengen van signalen... 2 Stap 2: Collegiaal overleg en zo nodig raadplegen van het Steunpunt Huiselijk Geweld... 2 Stap 3: Gesprek met de klant... 3 Stap 4: Wegen van het geweld... 3 Stap 5: Beslissen: Hulp organiseren of melden... 4 5.a Hulp organiseren en effecten volgen... 4 5.b Melden... 4 3.Richtlijnen voor een melding... 5 3.1 Sluit in de melding aan bij de feiten... 5 3.2 Contact met de cliënt over de meldingen, de inspanning om toestemming voor de melding te krijgen... 5 3.3 Melding zonder gesprek met de cliënt of diens familie... 5 3.4 Inspanningen na de melding... 5 4. Meldpunt Ouderenmishandeling in de zorg... 6 4.1 Wat kunt u melden bij het Meldpunt Ouderenmishandeling in de zorg?... 6 4.2 Contact Meldpunt Ouderenmishandeling in de zorg... 6 4.3 Wat gebeurt er met een melding?... 6 4.4 Wat kan de IGZ doen als er sprake is van ouderenmishandeling in de zorg?... 6 5. Implementatie en borging... 7 Bijlage 1: Signalen en vormen van ouderenmishandeling... 8 Bijlage 2: Stappen van de meldcode... 11 Bijlage 3: Vermoedens van ouderenmishandeling bespreken met de oudere en de pleger. 12

1. Inleiding, situatieschets en urgentiebesef In deze meldcode is beschreven welke stappen er gezet moeten worden bij ouderenmishandeling, wat ouderenmishandeling is, aan de hand van welke signalen men ouderenmishandeling kan herkennen en welke afspraken er binnen Waardeburgh gelden. Onderzoek heeft uitgewezen dat professionals, die werken met een meldcode, drie keer zo vaak ingrijpen als collega's die zo'n code niet gebruiken. Beroepsbeoefenaren moeten daarom beschikken over een meldcode voor het omgaan met signalen van geweld. 2. Stappenplan In dit stappenplan wordt nauwlettend aangesloten bij de vijf verplichte stappen van de meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling die het Ministerie van VWS heeft opgesteld: 1. In kaart brengen van signalen. 2. Overleggen met een collega en eventueel raadplegen Steunpunt Huiselijk geweld. 3. Gesprek met de cliënt. 4. Wegen van het geweld. 5. Beslissen: hulp organiseren of melden. Deze stappen worden hieronder uitgewerkt. Stap 1: In kaart brengen van signalen Als een medewerker signalen opvangt van ouderenmishandeling, wordt van hem of haar gevraagd om deze signalen samen met de leidinggevende in kaart te brengen. Indien het vermoeden ontstaat dat de pleger van de ouderenmishandeling een medewerker van Waardeburgh is, moet dit gemeld worden bij het IGZ (Inspectie voor de gezondheidszorg). Dit is een taak van de (zorg/divisie)manager. Zie hiervoor paragraaf 4. Voorbeelden van signalen zijn opgenomen in bijlage 1. - De medewerker bespreekt de signalen met de leidinggevende. - Leidinggevende en medewerker rapporteren de objectief waarneembare signalen in een document dat op kantoor bij de leidinggevende aangelegd wordt. - Dit document wordt door de leidinggevende op kantoor bewaard en bewaakt. - In het document worden ook (de uitkomsten van) de gesprekken die men over de signalen voert, de stappen die men zet en de besluiten die men neemt gerapporteerd. Ook de gegevens die de signalen weerspreken worden vastgelegd. Het is van belang om feiten en signalen uit elkaar te houden en om de bron te vermelden (als er informatie wordt vastgelegd die afkomstig is van een ander) Stap 2: Collegiaal overleg en zo nodig raadplegen van het Steunpunt Huiselijk Geweld De tweede stap is het overleg over de signalen. Om de signalen die in kaart zijn gebracht goed te kunnen duiden, alsmede om het gesprek met het slachtoffer voor te bereiden, is overleg met een deskundige collega van belang.

Met elkaar bespreek je of er voldoende objectief waarneembare signalen zijn, en of je het niet-pluis gevoel met meer objectief waarneembare signalen harder kunt maken. De medewerker en leidinggevende gaan vervolgens in gesprek met de divisiemanager. De manager bespreekt indien mogelijk de situatie met de huisarts van de cliënt, de SOG (specialist ouderen geneeskunde) en de (wijk)verpleegkundige. Voor hulp en advies bij huiselijk geweld kan men bellen met Steunpunt Huiselijk Geweld: Bel Veilig thuis: (0800) 2000 De manager is degene die beslist of er gebeld wordt. Bellen is veilig. Het nummer is afgeschermd en is derhalve niet terug te vinden op de telefoonrekening. Meer informatie is te vinden op www.vooreenveiligthuis.nl. Stap 3: Gesprek met de klant Na het collegiaal overleg en eventueel het adviesgesprek met het Steunpunt Huiselijk Geweld, volgt een gesprek door de leidinggevende (eventueel samen met medewerker) met de cliënt (indien mogelijk). Het doel van dit gesprek is om een reactie te vragen op de waargenomen signalen en hier eventueel een vervolg aan te geven. Omdat openheid een belangrijke grondhouding is in de verschillende vormen van dienstverlening aan de cliënt, wordt in het stappenplan zo snel mogelijk contact gezocht met de cliënt (of in het geval van psychogeriatrische problematiek met een vertegenwoordiger van de familie) om de signalen te bespreken. Soms zal het vermoeden door het gesprek worden weggenomen, dan zijn de volgende stappen van het stappenplan niet nodig. Worden de zorgen over de signalen door het gesprek niet weggenomen, dan worden ook de volgende stappen gezet. Heeft men behoefte aan ondersteuning bij deze stap, dan kan men deze vragen aan de manager en/of aan het Steunpunt Huiselijk Geweld. In het gesprek met de klant gaat het er om dat de leidinggevende: 1. het doel van het gesprek uitlegt; 2. de signalen, dit wil zeggen de feiten die zij heeft vastgesteld en de waarnemingen die zij heeft gedaan, bespreekt; 3. de klant uitnodigt om daarop te reageren; 4. en pas na deze reactie zo nodig komt tot een interpretatie van wat zij heeft gezien en gehoord en wat hem in reactie daarop verteld is. Indien er een situatie bestaat waarin door het voeren van het gesprek de veiligheid van een van de betrokkenen in het geding zou kunnen komen, kan afgezien worden van een gesprek. Zo is het denkbaar dat de leidinggevende besluit om haar/zijn vermoeden van ouderenmishandeling nog niet met de dader te bespreken omdat zij het risico aanwezig acht dat de dader zich, na dit gesprek, op het slachtoffer af zal reageren. Stap 4: Wegen van het geweld Na de eerste drie stappen beschikken de leidinggevende en de medewerker al over redelijk veel informatie: de beschrijving van de signalen die zij hebben vastgelegd, de uitkomsten van het gesprek met de cliënt en het advies van deskundigen.

In stap 4 komt het er op aan dat de leidinggevende en de medewerker deze informatie wegen. Het gaat er om dat zij het risico op ouderenmishandeling inschatten, evenals de aard en de ernst van dit geweld. Daarom kan er vanzelfsprekend ook bij deze stap advies worden ingewonnen bij het Steunpunt Huiselijk Geweld. Stap 5: Beslissen: Hulp organiseren of melden Na de weging van stap 4 komt de leidinggevende, na overleg met de manager, tot een besluit: zelf hulp organiseren (5.a) of een melding doen (5.b). Waar het bij deze afweging om gaat is, dat de manager beoordeelt of Waardeburgh zelf, gelet op competenties, verantwoordelijkheden en professionele grenzen, in voldoende mate effectieve hulp kan bieden of organiseren. In alle gevallen waarin men meent dat dit niet of maar gedeeltelijk het geval is, doet men een melding. In het voorbeeld van (dreigende) onbedoelde verwaarlozing kan de situatie voor de cliënt toereikend verbeteren indien Waardeburgh hulp organiseert (bespreekbaar maken van de situatie, meer zorg inzetten, monitoring). 5.a Hulp organiseren en effecten volgen Meent de leidinggevende dat Waardeburgh een rol kan spelen om de cliënt (mede) te beschermen tegen het risico op ouderenmishandeling, dan organiseert de leidinggevende de hulp die daarvoor nodig is. Leidinggevende meldt dit voornemen aan het MT (management team). Leidinggevende volgt de effecten van deze hulp en doet alsnog een melding als het geweld/verwaarlozing niet blijkt te stoppen of opnieuw oplaait. Uiteraard kan ook bij deze stap advies worden ingewonnen bij het Steunpunt Huiselijk Geweld. (in overleg met management) 5.b Melden Meent de leidinggevende dat medewerkers van Stichting Waardeburgh niet in staat zijn om de cliënt voldoende te beschermen tegen het risico op ouderenmishandeling, dan doet de leidinggevende, in overleg met het management, een melding zodat de signalen nader kunnen worden onderzocht en acties in gang kunnen worden gezet die de cliënt voldoende beschermen. Bij het doen van een melding worden het werkadres en contactgegevens van Waardeburgh gebruikt. Nooit een eigen adres. Het Steunpunt zal na een melding contact zoeken met de cliënt om te beoordelen welke hulp noodzakelijk is, om vervolgens deze hulp voor het slachtoffer en de pleger (in het kader van Wet tijdelijk huisverbod) te organiseren en hen daarvoor zo nodig te motiveren.

3.Richtlijnen voor een melding 3.1 Sluit in de melding aan bij de feiten Bij een melding dient de melder zoveel mogelijk signalen te vermelden. Dit wil zeggen de feiten en gebeurtenissen die zijn waargenomen. Meldt de melder ook feiten en gebeurtenissen die anderen hebben gezien of gehoord, dan moet hij deze andere bron duidelijk in de melding noemen. 3.2 Contact met de cliënt over de meldingen, de inspanning om toestemming voor de melding te krijgen Als hoofdregel geldt dat de manager, voordat hij/zij een melding maakt, (indien mogelijk) contact opneemt met de cliënt over de melding. Er wordt uitgelegd dat men een melding wil doen, wat een melding voor de cliënt betekent en wat het doel van de melding is. Vervolgens vraagt de manager de cliënt om een reactie hierop. Laat de cliënt merken dat hij/zij bezwaar heeft tegen de melding, dan gaat de (zorg/divisie)manager over deze bezwaren met de cliënt in gesprek en bekijkt hoe hij/zij aan deze bezwaren tegemoet kan komen. (Indien een cliënt bijvoorbeeld dementerend is, dan wordt overwogen of het gesprek met een mantelzorger uit het netwerk gevoerd kan worden.) Blijven de bezwaren van de cliënt desondanks overeind, dan maakt de manager een afweging. De aangevoerde bezwaren worden afgewogen tegen de noodzaak om de cliënt of een ander tegen het geweld of de mishandeling te beschermen door een melding te doen. Daarbij wordt in ieder geval de aard en de ernst van het geweld en de noodzaak om de cliënt of een ander daartegen te beschermen in overwogen. Alleen in die gevallen waarin het niet lukt om toestemming te krijgen van de cliënt, komt het doen van een melding zonder toestemming van de klant in beeld. 3.3 Melding zonder gesprek met de cliënt of diens familie Het Management kan uitsluitend een melding doen, zonder daarover in gesprek met de cliënt of diens familie te gaan, indien de veiligheid van een van de betrokkenen in het geding zou kunnen komen. 3.4 Inspanningen na de melding Een melding is geen eindpunt. Als een manager een melding doet, wordt in contact met het Steunpunt Huiselijk Geweld ook besproken wat Waardeburgh, na melding, binnen de grenzen van gebruikelijke taakuitoefening- kan doen om de cliënt te beschermen en te ondersteunen.

4. Meldpunt Ouderenmishandeling in de zorg Het Meldpunt Ouderenmishandeling in de zorg van de IGZ is er voor slachtoffers van ouderenmishandeling, hun naasten, zorgprofessionals en bestuurders van zorginstellingen. Zij kunnen bij het Meldpunt melding maken van ouderenmishandeling gepleegd door medewerkers in de zorg. Binnen Waardeburgh is dit een taak van de manager. 4.1 Wat kunt u melden bij het Meldpunt Ouderenmishandeling in de zorg? Bij het Meldpunt Ouderenmishandeling in de zorg kunt u melding maken van ouderenmishandeling door een medewerker in de zorg. Denk daarbij aan: Lichamelijke mishandeling, zoals slaan, knijpen of vastbinden. Psychische mishandeling zoals pesten, bedreigen, afsnauwen of uitschelden. Seksueel misbruik. Verwaarlozing, zoals het niet geven van eten en drinken. Diefstal van geld of eigendommen. Ontnemen van rechten zoals het weghouden van bezoek en post. 4.2 Contact Meldpunt Ouderenmishandeling in de zorg Voor een melding van of vragen over ouderenmishandeling door een medewerker in de zorg kunt u contact opnemen met het Meldpunt: Telefoonnummer (088) 120 5000 (werkdagen 09.00 tot 17.00 uur, lokaal tarief) Via e-mail: op meldpunt@igz.nl Per post via Inspectie voor de Gezondheidszorg, Postbus 2518, 6401 DA Heerlen. https://www.igz.nl/melden/index.aspx 4.3 Wat gebeurt er met een melding? De melder ontvangt bericht over wat er met de melding gebeurt. Als het Meldpunt uw melding in behandeling neemt, betekent dit dat het Meldpunt in samenspraak met de betrokken zorginstelling onderzoek doet naar de melding. De IGZ ziet er op toe dat zorginstellingen hun verantwoordelijkheid nemen in goede en veilige zorg voor ouderen. Doen ze dit niet of niet goed genoeg, dan kan de IGZ maatregelen nemen. 4.4 Wat kan de IGZ doen als er sprake is van ouderenmishandeling in de zorg? De maatregelen van de IGZ lopen uiteen. De IGZ kan de zorginstelling stimuleren om een betere aanpak om ouderenmishandeling te voorkomen. Maar de IGZ kan ook aangifte doen tegen vermoedelijke plegers van ouderenmishandeling of in het uiterste geval een tuchtzaak aanspannen.

5. Implementatie en borging Teneinde deze Meldcode en bijbehorende informatie te implementeren en te borgen dienen er een aantal punten te worden uitgewerkt. Actiepunten zijn onder meer: Kwaliteitsmedewerker draagt zorg voor borging van de kennis door het opnemen van de meldcode in het handboek, de bijbehorende evaluatiesystematiek, het scholingsjaarplan, alsmede in het inwerkprogramma voor nieuwe medewerkers en leerlingen. MT managers en leidinggevenden communiceren over deze vastgestelde meldcode met hun medewerkers. Tijdens teamvergaderingen wordt interactief uitleg gegeven over de signalen van ouderenmishandeling, alsmede waar men de meldcode kan vinden. St. Waardeburgh informeert haar cliënten over ouderenmishandeling, wat wij er tegen doen en wat mensen zelf kunnen doen, door informatievoorziening op de website en andere publicatiemiddelen.

Bijlage 1: Signalen en vormen van ouderenmishandeling Lichamelijke mishandeling: Het fysiek toebrengen van verwondingen, pijn of andere schade tegen het lichaam van een andere persoon. Slaan, schoppen, knijpen en vastbinden zijn voorbeelden van lichamelijke mishandeling. Maar ook het geven van te veel of te weinig medicatie zijn vormen van lichamelijke mishandeling. Mogelijke signalen zijn: Blauwe plekken, snij-, schaaf- en brandwonden, zwellingen, kneuzingen, botbreuken, onverklaarbare letsels, medicijntekorten. Psychische mishandeling: Elke handeling die al dan niet opzettelijk wordt uitgevoerd en die geestelijk en/of emotioneel kwetsend is voor de ander. Voorbeelden van psychische mishandeling zijn het uitschelden, bedreigen, manipuleren, vernederen, kleineren of pesten. Maar ook het isoleren, het beperken van de privacy of de zelfbeschikking van een ander zijn vormen van psychische mishandeling. Mogelijke signalen zijn: Gevoelens van angst, woede, verdriet, overdreven schrikreacties, slaap- en eetproblemen, depressieve indruk, verwardheid. Verwaarlozing: Nalaten of onthouden van zorg, ondersteuning, aandacht en/of genegenheid waardoor er niet wordt voorzien in een belangrijke behoefte wat nadelige gevolgen met zich meebrengt voor de ander. Voorbeelden van verwaarlozing zijn het geven van onvoldoende voeding/vloeistof, het niet (goed) verzorgen van wonden of onregelmatige verzorging. Mogelijke signalen zijn: Vermagering, uitdroging, vervuiling van persoon en/of huis, onderkoeling, klampgedrag, lege koelkast, vies beddengoed. Financieel misbruik: Het ongepast gebruik van financiële of materiële middelen van een ander. Voorbeelden van financieel misbruik zijn het stelen van bezittingen, het verkopen van eigendommen, het financieel kort houden en het ongewenst bemoeien met geldzaken. Mogelijke signalen zijn: Plotselinge schulden, huurachterstand, ontbreken van noodzakelijke (hulp) middelen (rolstoel, traplift), onverklaarbare uitgaven, plots veranderen testament. Seksueel misbruik: Alle gebeurtenissen waarbij mensen tegen hun wil geconfronteerd worden met seksuele of seksueel geladen handelingen van derden en waarbij de ongelijke machtsverhouding tussen de betrokkenen en/of de machtsongelijkheid tussen de seksen een rol speelt. Voorbeelden van seksueel misbruik zijn ongevraagd aangeraakt worden, zich voor iemand moeten uitkleden, iemand seksueel moeten bevredigen, verkracht worden, bloot gefilmd worden of gedwongen worden naar pornografisch materiaal te kijken. Mogelijke signalen zijn: Erge onrust bij aan- en uitkleden, geslachtsziekten, bloedvlekken in ondergoed/ beddengoed, veelvuldig seksueel getinte opmerkingen maken. Deze bijlage komt uit Wanneer huiselijk geweld ouderen treft, een methodische handleiding in de aanpak van ouderenmishandeling van het Advies- en Steunpunt Huiselijk Geweld, Groningen, 2010

De verzamelde signalen moeten worden gezien als een richtlijn van signalen die voor kunnen komen. Niet alle slachtoffers laten dezelfde signalen zien of in dezelfde mate. Wees bewust van het feit dat deze kenmerken/signalen ook kunnen voorkomen bij allerlei andere soorten problematiek. Bij twijfel kunt u altijd bellen met het SHG om te overleggen. Verdere signalen van mogelijke ouderenmishandeling: De oudere krijgt niet de gelegenheid met de professional te spreken zonder aanwezigheid van de vermoedelijke pleger. De verzorging en huishouding van de oudere laten sporen van verwaarlozing zien. De oudere heeft (vage) lichamelijke en psychische klachten. De oudere maakt een niet te verklaren depressieve en/of angstige indruk. De oudere geeft onsamenhangende of tegenstrijdige verklaringen voor verwondingen. De oudere heeft een mantelzorger waarbij signalen van overbelasting en/of ontsporing van de mantelzorg te zien zijn. De oudere bagatelliseert gedrag van de mantelzorger. De oudere wordt belemmerd in contacten met omgeving/professionals. Er verdwijnen om onduidelijke redenen spullen of geld. Toenemend aantal schuldeisers. Signalen van overbelasting bij de mantelzorger: De mantelzorger is oververmoeid, uitgeput. De mantelzorger heeft last van slaapproblemen. De mantelzorger uit zich in somberheid, depressie. De mantelzorger komt gejaagd over, kan niet meer goed loslaten. De mantelzorger heeft geen of weinig tijd voor zichzelf of iets anders. De mantelzorger verwaarloost andere taken en plichten (werk, school, vrije tijd, familie, vrienden). De mantelzorger klaagt in bedekte termen. De mantelzorger ervaart een gevoel van machteloosheid, uitzichtloosheid, of van zich klem voelen zitten. De mantelzorger gaat (steeds weer) over zijn eigen grenzen heen. De mantelzorger opereert in trance en is taakgericht in plaats van gericht op de behoefte van degene waarvoor hij zorgt. Hierdoor kan hij mogelijk geen heldere blik meer hebben op de problemen. Er is geen contact meer mogelijk met degene waar de mantelzorger voor zorgt waardoor de band verminderd. De mantelzorger is continu bezig om alles snel af te halen en heeft geen oog meer voor de persoonlijke kant. Signalen van ontsporing van de mantelzorger: De mantelzorger kan geen kritiek horen op zijn eigen handelen of over degene waar hij voor zorgt. De mantelzorger toont zich onverschillig voor het wel en wee van de oudere. De mantelzorger is openlijk onverschillig naar de oudere. De mantelzorger vertoont openlijk verbaal geweld in aanwezigheid van de professional, zoals schelden, schreeuwen, afsnauwen, of de professional hoort van

de omgeving dat er veel gescholden en geschreeuwd wordt wanneer er geen professionals zijn. De mantelzorger spreekt zeer negatief over de oudere. De mantelzorger probeert hulpverlener buiten de deur te houden, ontwijkt vragen. De professional krijgt de oudere nooit alleen te spreken. De oudere wordt bewust geïsoleerd, de mantelzorger probeert de professional buiten de deur te houden of om de tuin te leiden. Sta altijd stil bij de context van de signalen: Is er sprake van een (toegenomen) afhankelijkheid van de oudere? Zo ja, waardoor? Is er sprake van een (toegenomen) belasting van de verzorger? Zo ja, waardoor? Zijn er andere problemen waardoor de signalen zich voordoen?

Bijlage 2: Stappen van de meldcode Stap 1 Breng de signalen in kaart Breng de signalen waardoor je mishandeling vermoedt concreet in kaart. Beschrijf zoveel mogelijk feiten: wat je hoort, ziet, ruikt of voelt waardoor het vermoeden van mishandeling ontstaat. Vermeld ook de bron: wie zag het signaal: bijvoorbeeld een collega, familielid, buren of iemand anders. Bespreek waar mogelijk meteen met de oudere en betrokkenen. Stap 2 Vraag advies aan deskundige collega en/of Veilig Thuis Overleg met een collega of Veilig Thuis: bespreek je zorgen en op basis waarvan je die zorgen hebt. Stap 3 Gesprek met de oudere en pleger Ga in gesprek met de oudere. Ga in gesprek met de (vermoedelijke) pleger/omgeving. Stap 4 Weeg aard, ernst van en risico op ouderenmishandeling De basis voor de weging en risico inschatting wordt gevormd door: de feitelijke signalen, adviezen van deskundigen en de informatie uit de gesprekken. Stap 5 Beslissen: hulp organiseren of melden Neem in ieder geval een beslissing. De mogelijkheden zijn: Hulp organiseren en effecten volgen Er wordt geen melding gedaan want de professional is zelf in staat passende hulp te bieden of de vermoedens/zorgen zijn weggenomen door het gesprek met de oudere en betrokkenen. Bespreek met de oudere en met de betrokkenen de situatie en de mogelijkheden voor hulp. Blijf attent op signalen die er op zouden kunnen wijzen dat de veiligheid van de oudere in het geding is en alsnog een melding bij het Veilig Thuisnodig is om veiligheid te creëren. Melden en bespreken In alle gevallen waarin de zorgen/vermoedens niet geheel worden weggenomen en passende hulp niet op gang komt, wordt een melding gedaan bij het Veilig Thuis. De oudere wordt over de melding geïnformeerd. Contacten na de melding Met de cliënt Na de melding stopt de hulpverlening uiteraard niet. Met het Veilig Thuis wordt afgesproken wie welke verantwoordelijkheden heeft en wat de vervolgstappen zijn. De (begeleidings-) contacten met de cliënt worden zoveel mogelijk voortgezet of indien nodig- geïntensiveerd.

Bijlage 3: Vermoedens van ouderenmishandeling bespreken met de oudere en de pleger Deze tips voor gespreksvoering zijn afkomstig uit: Wanneer huiselijk geweld ouderen treft een methodische handleiding in de aanpak van ouderenmishandeling van het Advies- en Steunpunt Huiselijk Geweld, Groningen, 2010. Gesprek met de oudere Als je vermoedens hebt dat de oudere wordt mishandeld dan bespreek je je zorgen. Je maakt bespreekbaar wat je ziet en je betrekt daarbij ook wat je aan gedrag ziet. Bijvoorbeeld stil gedrag, angst wanneer bepaalde mensen in de buurt zijn, zorg die niet altijd goed gebeurt. Dat doe je op toegankelijke wijze: Je benoemt wat je ziet aan feitelijkheden en aan gedrag. Je spreekt je zorg uit, je bent heel duidelijk over het feit dat je vindt dat het niet goed gaat met mevrouw of meneer en ook daarin benoem je waarom je dat vindt. Je geeft alle ruimte voor reactie hierop, bent nabij. Aandachtspunten: Je spreekt niet over geweld, want dat zullen mensen altijd ontkennen. Je vraagt daarom hoe ruzies/conflicten met.(degene waarvan je vermoedt dat hij/zij geweld pleegt) verlopen. Je benoemt dat het vaker voorkomt dat ruzies/conflicten uit de hand lopen en je zegt dat je vermoedt dat dat hier ook het geval is -> je werkt van buiten naar binnen. Wanneer er sprake is van psychisch geweld, financiële uitbuiting, bewuste verwaarlozing /onthouden van zorg, dan benoem je wat je ziet, je vraagt door op de relatie en de mate waarin de oudere zeggenschap heeft. Ook hier ben je duidelijk over je zorg en vermoedens. Je kunt in alle gevallen daarbij bespreken dat je weet dat het niet gemakkelijk is om hier over te praten, maar dat het nu nodig is omdat het niet goed gaat én omdat er iets aan te doen is. Juist dat laatste punt kan mensen motiveren om zich te uiten, ze ervaren dat er over gesproken kan worden, dat er niet gelijk een oordeel is, dat mishandeling moet stoppen en dat dat ook kan. Je maakt je vermoedens niet bespreekbaar wanneer je vermoedt dat de veiligheid van de oudere daardoor in gevaar zou kunnen komen; je maakt dan eerst concrete plannen met betrokken professionals, SHG, politie en/of overweegt melding. Gesprek met de (vermoedelijke) pleger Vanuit de systeemgerichte benadering ga je in gesprek met de pleger. Ook dit doe je op toegankelijke wijze: nabij, open en duidelijk. Je benoemt: Wat je hebt gezien. Welke zorg je hebt t.a.v. de oudere. Neem de tijd voor reacties en bespreek, afhankelijk van welke dynamiek er speelt: Dat het vaker voorkomt dat ruzies / conflicten uit de hand lopen. Dat het vaak voorkomt dat de zorg te veel vraagt. Dat je je zorgen maakt om de oudere omdat en dan geef je de feiten en vermoedens weer. Je vraagt of zij je zorg delen of juist niet.

Je nodigt uit tot vertellen. Daarbij ben je duidelijk over je vermoedens. Wanneer je weet dat er sprake is van een vorm van ouderenmishandeling, dan benoem je dat ook als een vorm van huiselijk geweld; dat maakt het heel duidelijk. Een vermoedelijke pleger heeft, wanneer er werkelijk sprake is van een vorm van mishandeling, baat bij je duidelijkheid over het feit dat mishandeling niet kan, maar dat je hem als persoon niet veroordeelt. Hij kan bovendien ervaren dat het goed is om er over te praten omdat er dan gezamenlijk gekeken kan worden waarom en hoe deze situatie is ontstaan en hoe deze doorbroken kan worden. Betrokkenen zullen door je open houding hun eigen zorgen kwijt kunnen wanneer ze die hebben. Herkennen ze je zorg niet dan kan je met hen afspreken dat je in contact blijft en hen zult betrekken in je handelen. Je spreekt niet met een pleger wanneer je vermoedt dat de veiligheid van de oudere daardoor in gevaar komt; dit geldt met name in situaties van lichamelijk, seksueel en eer gerelateerd geweld. Dan maak je eerste concrete plannen met betrokken professionals, SHG, politie en/of overweegt melding. https://www.movisie.nl/sites/default/files/alfresco_files/ouderen-veilig-thuis-ar%20[mov- 6921031-1.0].pdf