OEFENVRAGEN MIG/MAG STAAL niv. 1



Vergelijkbare documenten
Waarmee kun je tijdens het lassen je ogen beschermen tegen infrarood en ultraviolet licht?

Apparatuur voor het MIG/MAG lassen

MIG/MAG-lassen met massieve draad

Dag 2 MTB-technics. Dinsdag

Gezondheid, veiligheid en het voorkomen van ongevallen -

Hoofdstuk 1 MIG/MAG Lassen. Ben Buijsrogge ; CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

NEDERLANDS INSTITUUT VOOR LASTECHNIEK

3.3 Lassen. Meisjes kunnen vaak netter lassen dan jongens. Zij bewegen minder met hun handen en kunnen daardoor keurig lassen.

Gezondheid, veiligheid en voorkomen van ongelukken

Hoofdstuk 1 MIG/MAG Lassen. Ben Buijsrogge ; Annemieke van Ingen. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Een las wordt ook wel lassnoer of lasrups genoemd, omdat de las de vorm van een snoer of rups kan hebben.

INHOUDSOPGAVE. Doel van het boek 4. Stap 1: Veiligheid 6. Stap 2: Wat is MIG/MAG lassen? 10

7de Specialisatiejaar LASSEN

Zicht op lasboogsystemen dankzij lichtboogprojector.

Ir. Roger Creten, EWE. gastdocent Lessius Mechelen. Lastek LGRN Puls MIG 1

BIL-KATERN LASPROCESSEN VOORLICHTINGSFICHE ALUMINIUM DEEL IV

MIG lassen van Aluminium en Aluminiumlegeringen. Ir. Roger Creten, EWE Gastdocent KUL Campus Denayer en Thomas More Lastek Belgium Herentals

WOLFRAM elektroden. Abicor BINZEL. optimale laseigenschappen. Des électrodes tungstène pour des propriétés de soudage optimales.

Proefexamen Mig/Mag niveau 1a. Ben Buijsrogge. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

AIR LIQUIDE Welding Plasma lassen

Apparatuur voor het Onderpoeder lassen

Onder poeder lassen. Laskennis opgefrist (nr. 15) Proces beschrijving. Lasparameters

MIG175 Easy. MMA MIG TIG Plasma Puntlassen X

Apparatuur voor het TIG lassen

en wolframelektroden optimale laseigenschappen. Des électrodes tungstène pour des propriétés de soudage optimales.

Toolbox-meeting Lassen

Lasprocessen - inleiding IWS

TYPEFUNCTIE LASSER. 1. Technieken voor manueel lassen. + reactief gas. = continu afsmeltende. (massieve draad) beschermt tegen oxidatie.

Soorten rvs. Austenitisch roestvast staal. Ferritisch roestvast staal. Martensitisch roestvast staal. Duplex roestvast staal

De vroegere norm NBN F is tegenwoordig vervangen door de euronorm EN dewelke gebaseerd is op de ISO-norm ISO 2553.

Beoordeling Effectiviteit Afgezogen Lastoorts

Lassen van koper en haar legeringen

Booglassen Met Beklede Elektrode

MISON beschermgassen: met het oog op het werkgebied van uw lassers.

Apparatuur voor het booglassen met beklede elektroden

Safety Regulations. Uitvoeren van laswerkzaamheden

MIG155. MMA MIG TIG Plasma Puntlassen

Gezondheid, veiligheid en het voorkomen van ongevallen bij het lassen. Gevaren bij elektriciteit - Stroombronnen en installaties

INFOFICHES RVS [DEEL 4-2]

DE LASSER 1. Algemeen 2. Werkzaamheden Werkomstandigheden

Hfd 3 Stroomkringen. Isolator heeft geen vrije elektronen. Molecuul. Geleider heeft wel vrije elektronen. Molecuul.

dit boekje? Waarom dit boekje? 3 Wat is lasrook? 4 Wat zijn de risico s? 5 Wat kan ik doen? 6

Gutsen met beklede elektroden

Vragen. Vragen. De basistechniek van het lassen

Elektriciteit. Elektriciteit

RICHTLIJNEN VOOR HET KIEZEN VAN EEN DOE-HET-ZELF LASAPPARAAT

Risico s bij laswerkzaamheden

Alles om je heen is opgebouwd uit atomen. En elk atoom is weer bestaat uit protonen, elektronen en neutronen.

Impedantie V I V R R Z R

Apparatuur voor het plasma lassen

Basisinspectiemodule Lasrook

Basisinspectiemodule Lasrook

Workshop MIG/MAG-gevorderden RVS en Aluminium

Principes van het MIG / MAG lassen IWS opleiding

Maximale productiviteit

Laswerk. De belangrijkste risico's bij laswerk zijn: Fysieke belasting Gevaarlijke stoffen Lawaai Onveiligheid

Welke lastechniek? 2015 Motiv Tools Autogereedschap.com

Booglassen opdracht 2

Door slecht onderhoud en verkeerd gebruik van handgereedschap gebeuren er nog vaak ongelukken op de werkplek.

Theorie internationaal lasser

Uitwerkingen VWO deel 1 H2 (t/m par. 2.5)

Snijprocessen - Plasma snijden (Het proces en de apparatuur)

SOLDEREN & LASSEN KLUSWIJZER

7 Gebruiken van snijbranders en plasmasnijders Inhoud

Energie : elektriciteit : stroomkringen

vm 124 Vereniging FME-CWM Vereniging van ondernemers in de technologisch-industriële sector Boerhaavelaan 40

Werking van een zekering

Signalen stroom, spanning, weerstand, vermogen AC, DC, effectieve waarde

Vandaag lassen met technologie van morgen. Arc. Q-Spot Q-START MULTITACK DYNAMIC ARC. Rowig 220 T

Voordelen Compact De Lorch P-serie is tot en met de 550 Ampère vermogensvariant ook verkrijgbaar in de compacte behuizing. Zo kunt u uw stroombron pro

Zin én Onzin over Laskostenbeheersing

Toolbox-meeting Lasrook

De inhoud van uw gascilinders. Veiligheidsboekje nr. 1

Lastechnologie. G. den Ouden VSSD

Lasmechanisatie. complex of toch nog eenvoudig

Beheersmaatregelen voor lasrook in de laswerkplaats. Door Ing. W. Pors EWE Nederlands Instituut voor Lastechniek

Plasma. Van Spijk De Scheper HP Oirschot. Tel. +31(0) Fax +31(0)

Lasbaarheid van Materialen Staal

Up-to-date kennis van beschermgassen voor al uw las- en snijprocessen met RVS

Het lassen met beklede elektroden

INHOUDSOPGAVE. Inverter lasapparatuur. Inhoudsopgave 1

jaar: 1989 nummer: 10

Stroombronnen voor het booglassen

STOFVRIJ WERKEN LASROOK

Solderen & lassen. Kluswijzer

Samenvatting Natuurkunde hoofdstuk 4

Fonds voor Vakopleiding in de Bouwnijverheid. bouwplaatsmachinisten. Toegepaste technieken. Lastechnieken. Invulcursus

5 Formules en reactievergelijkingen

Lasbaarheid van materialen - gietijzer

Rendementsbepaling b i j TIG-lassen onder Verhoogde Druk. (tabellen en figuren) P.A. van Ingen

Algemene risicoanalyse voor de werkpost : Booglassen Versie 99/1 Blz. 1/5

Samenvatting NaSk Hoofdstuk 4

Elektrisch booglassen. Bert hooge Venterink. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Lasbaarheid van materialen - Titaan en titaanlegeringen

Kemppi K3 Lasapparatuur

INFOFICHES ROESTVAST STAAL [DEEL 4-3]

REGLEMENT TIG-LASSEN (TUNGSTEN INERT GASBESCHERMING, 141) NIVEAUS 1 TOT EN MET 4.

TIG

INHOUDSOPGAVE. Inverter lasapparatuur. Inhoudsopgave 1

Toolbox-meeting. Besloten ruimten

Transcriptie:

OEFENVRAGEN MIG/MAG STAAL niv. 1 Vraag 1. Helium en argon zijn. 1. In zuivere toestand geschikte beschermgassen voor het 2. MIG-lassen van staal. 3. Actieve gassen; ze vormen de voornaamste bestanddelen in beschermgassen voor het MIG-lassen. 4. Edelgassen. 5. In Europa bijna niet verkrijgbaar. Vraag 2. De afkorting MIG betekent. 1. Met Inert Gas lassen. 2. Met Inerte Gasbescherming. 3. Metaal Inert Gas. 4. Met Inactief Gas. Vraag 3. Bij het push-pull draadaanvoeringssysteem. 1. Wordt de draad zowel in de draadaanvoereenheid als in het laspistool aangedreven. 2. Wordt de draad door een turbinemotor bij de lasplek aangedreven. 3. Is het laspistool altijd luchtgekoeld. 4. Is het pistool gemakkelijker te hanteren. Vraag 4. De lengte van het slangenpakket (en daarmee de actieradius van het laspistool) is beperkt, want 1. De draad wordt door het pistool getrokken. 2. De draad wordt door de aandrijfrollen naar voren geduwd. 3. Anders wordt het pistool te heet. 4. Bij lange kabels treedt teveel stroomverlies op. Vraag 5. Bij het MIG-lassen werkt men in de regel met. 1. Wisselstroom. 2. Gelijkstroom, en is de draad negatief. 3. Gelijkstroom, en is de draad positief. Vraag 6. Welke bewering is juist? 1. Een dikke draad heeft meer weerstand dan een dunne. 2. Een dunne draad heeft meer weerstand dan een dikke. 3. Een dikke draad is in feite een langzame draad. 4. Een vlugge draad is in feite een dunne draad. Vraag 7. De wet van Ohm luidt als formule. 1. U x R 2. U x 3. R U x 4. U x R Vraag 8. De verhouding U/ is. 1. In een geleider gelijk aan het elektrisch geleidingsvermogen. 2. In een geleider gelijk aan de elektrische weerstand. 3. De verhouding van stroom gedeeld door spanning. 4. Bij een MIG-spanningsbron vlak. 1

Vraag 9 Kies de juiste bewering: 1. De eenheid van stroomsterkte is de Volt; stroomsterkte wordt aangeduid met de letter. 2. De eenheid van stroomsterkte is de Ampère; stroomsterkte wordt aangeduid met de letter A. 3. De eenheid van stroomsterkte is de Ampère; stroomsterkte wordt aangeduid met de letter. 4. De eenheid van stroomsterkte is de Ampère; stroomsterkte wordt aangeduid met de letter U. Vraag 10 Bij contact van de draad met het smeltbad. 1. Stijgt de boogspanning. 2. Stijgt de smoorspoelwerking. 3. Wordt de smoorspoelwerking verlaagd. 4. Stijgt de stroomsterkte. Vraag 11 Bij het MIG-lassen wordt een zelfinstellende boog verkregen, door 1. De dalende karakteristiek van de spanningsbron 2. De vlakke karakteristiek van de spanningsbron 3. De hoge draadsnelheid 4. De hoge stroomdichtheid Vraag 12 Bij het MIG-lassen is 1. De ingestelde stroomsterkte praktisch onafhankelijk van de boogspanning. 2. De boogspanning praktisch onafhankelijk van de stroomsterkte. 3. Kun je lasstroom en draadsnelheid onafhankelijk van elkaar variëren Vraag 13 Als bij het MIG-lassen de booglengte iets afneemt, dan 1. Dalen de boogspanning en de boogstroom 2. Stijgen de boogspanning en de boogstroom 3. Stijgt de boogspanning en daalt de boogstroom 4. Daalt de boogspanning en stijgt de boogstroom Vraag 14 Als bij het MIG-lassen de booglengte iets toeneemt, dan 1. Dalen de boogspanning en de boogstroom 2. Stijgen de boogspanning en de boogstroom 3. Stijgt de boogspanning en daalt de boogstroom 4. Daalt de boogspanning en stijgt de boogstroom Vraag 15 Onder de statische karakteristiek van de stroombron verstaat men 1. Het gedrag van de spanning gedurende de tijd dat men last 2. Het gedrag van de stroom gedurende de tijd dat men last 3. De relatie tussen de spanning en de lasstroom 4. De relatie tussen de draadsnelheid en de lasstroom Vraag 16 Voor het MIG/MAG-lassen van staal kunnen beschermgassen van diverse samenstellingen worden gebruikt. Een bruikbaar mengsel is 1. 100 % argon met 14 % kooldioxide 2. 85 % argon met 15 % kooldioxyde 3. 80 % argon met 20 % helium 4. 65 % acetyleen met 35 % zuurstof 5. Geen van de bovengenoemde gassen 6. Elk van de bovengenoemde gassen 2

Vraag 17 De neersmeltsnelheid is bij het MIG-lassen veel hoger dan bij het lassen met beklede elektroden. Dit is te danken aan de stroomdichtheid. Deze is bij het MIG-lassen veel hoger dan bij het lassen met beklede elektroden, want 1. De spanning is eveneens veel hoger 2. Dit is nodig om de boog te ontsteken 3. De stroomvoerlengte in de draad is kort 4. De draad is dikker Vraag 18 Bij het MIG-lassen wordt de lasstroom op de draad toegevoerd 1. In het draadaanvoerapparaat 2. In het contactbuisje 3. Op de haspel 4. In het slangenpakket Vraag 19 De voornaamste reden waarom het MIG-lassen veel wordt toegepast is. 1. Het feit dat hierbij nooit lasfouten optreden 2. De hoge neersmeltsnelheid 3. De grote procentuele inschakelduur 4. Het goedkope toevoegmateriaal Vraag 20 Bij de smeltlasprocessen zijn drie zaken belangrijk, te weten 1. Bescherming, toevoeging en warmte 2. Gas, slak en draad 3. Spanning, voltage en draad 4. Stroomsterkte, draadaanvoer en ampèrage Vraag 21 Bij het gasbooglassen onderscheiden we 1. Processen met en zonder gasbescherming 2. Elektrische en autogene processen 3. TIG-, MIG- en plasmalassen 4. TIG-, Argon- en CO - lassen Vraag 22 De verschillende lasprocessen kan men onderverdelen in 1. Puntlassen en booglassen 2. Gaslassen en slaklassen 3. Weerstandlassen en booglassen 4. Druklassen en smeltlassen Vraag 23 Bij het smeltlassen is het kenmerkend dat 1. Er toevoegmateriaal wordt gebruikt 2. Er geen toevoegmateriaal wordt gebruikt 3. De te verbinden delen in vloeibare toestand worden gebracht 4. De te verbinden delen in een deegachtige toestand worden gebracht Vraag 24 Bij het MIG-lassen draagt de lasser een lashelm of laskap met gekleurd glas. De kleur van het lasglas is vooral afhankelijk van 1. De stroomsoort (gelijkstroom of wisselstroom) 2. Het gebruikte toevoegmateriaal 3. Het gebruikte beschermgas 4. De stroomsterkte 3

Vraag 25 Bij het MIG-lassen verdienen lashandschoenen met kap de voorkeur, want 1. Die bieden meer bescherming tegen een elektrische schok 2. Die bieden meer bescherming tegen lasrook 3. Die bieden meer bescherming tegen Straling 4. Die bieden meer bescherming tegen alledrie Vraag 26 Personen in de omgeving van de lasplaats kan men tegen stralingsverbrandingen beschermen, door 1. Een bord te plaatsen met de tekst Pas op! Straling! 2. Een bord te plaatsen met de tekst Verboden toegang 3. De plaats af te schermen d.m.v. lasgordijnen en/ of schotten 4. Een deugdelijke lasrookafzuiging Vraag 27 Bij het MIG-lassen kan ozon ontstaan, waardoor bij onvoldoende maatregelen 1. Irritatie kan optreden aan ogen, neus en keel 2. Huidverbranding kan optreden 3. De las poreus kan worden 4. De werking van het beschermgas wordt verstoord Vraag 28 Als we bij het MIG-lassen ons lichaam onvoldoende afschermen, kan de huid verbranden als gevolg van. 1. De hoge stroomsterkte 2. Het agressieve beschermgas 3. De ultraviolette straling 4. De hoge spanning Vraag 29 Bij het MIG-lassen kan men zonder goede maatregelen gemakkelijk lasogen oplopen. Dit is een gevolg van. 1. De infrarode straling 2. Het felle licht van de boog 3. De ultraviolette straling 4. Weerkaatsing van het zichtbare licht van de boog Vraag 30 Bij het MIG-lassen ontstaan verschillende soorten straling. De meest gevaarlijke hiervan is 1. De ultraviolette straling 2. De infrarode straling 3. De ioniserende straling (radioactiviteit) 4. Het felle licht Vraag 31 Bij laswerk op karwei dient altijd. 1. Een daarvoor geschikte lasstroombron te worden ingezet 2. Een gecertificeerde lasser te worden ingezet 3. Afdoende brandblusmateriaal te worden ingezet 4. Een lasinspecteur aanwezig te zijn Vraag 32 Bij een storing aan de MIG-stroombron dient de lasser. 1. Onmiddellijk de bedrijfsbrandweer te waarschuwen 2. De beplating te verwijderen 3. Een elektricien in te schakelen 4

Vraag 33 Aan de voedingszijde van een MIG-lasapparaat bedraagt de elektrische spanning in de regel 1. 24 Volt 2. 42 Volt 3. 110 Volt 4. 380 Volt Vraag 34 Bij het MIG-lassen in een besloten ruimte behoort de lasser 1. Veiligheidsschoenen met een stalen neus te dragen 2. Veiligheidsschoenen met een isolerende zool te dragen 3. Een wisselstroombron toe te passen Vraag 35 Bij het lassen moet de lasser zijn omgeving tegen brandgevaar beschermen, door 1. Een lashelm te dragen 2. Een overall te dragen 3. Alle brandbare stoffen in de omgeving van de werkplek te verwijderen of af te dekken 4. Speciale brandwerende kleding te dragen Vraag 36 Belangrijkste veiligheidsrisico bij het MIG-lassen is 1. Het gevaar van een elektrische schok 2. Het gevaar van brand en explosie 3. Straling 4. Lasrook 5. Alle vier de risico s zijn van groot belang Vraag 37 Een versleten gasmondstuk. 1. Kan geen kortsluiting veroorzaken 2. Heeft geen invloed op de gasbescherming 3. Zal op den duur vervangen moeten worden 4. Kan een poreuze last veroorzaken Vraag 38 Een bindingsfout 1. Is op een r ntgenfilm goed te zien 2. Treedt bij het kortsluitbooglassen nooit op 3. Is bij kwaliteitswerk niet toegestaan 4. Is geen ernstige fout, want de te lassen delen zitten toch tegen elkaar Vraag 39 Geroeste draad moet 1. Met trichloorethyleen worden gereinigd. 2. Met een roestvaststaalborstel worden schoongeschuurd 3. Opnieuw gedroogd worden 4. Niet meer voor het lassen worden gebruikt Vraag 40 Draadstoring kan optreden 1. Als de draadaanvoerrollen niet juist zijn afgesteld 2. Als de draadhaspel te zwaar loopt 3. Als het slangenpakket in te veel bochten ligt 4. In elk van de drie bovenstaande gevallen 5

Vraag 41 Slakinsluiting kan 1. Bij MIG-lassen met massieve draad niet voorkomen 2. Alleen bij het lassen met een gevulde draad voorkomen 3. Bij het open-booglassen niet voorkomen 4. Bij het lassen in meerdere lagen voorkomen Vraag 42 Bij een hoge voortloopsnelheid wordt de las 1. Korter 2. Smaller 3. Breder Vraag 43 Bindingsfouten ontstaan vooral 1. Bij onjuiste instelling van de lasparsmeters 2. Bij onjuist gebruik van het beschermgas 3. Bij onjuiste toepassing van de lasmethodiek 4. In alledrie de bovenstaande gevallen Vraag 44 Het MIG-lassen wordt vooral toegepast 1. Vanwege de eenvoudige bediening 2. Omdat andere lasprocessen minder gezond zijn 3. Omdat hiervoor goed opgeleide lassers beschikbaar zijn 4. Omdat het ten opzichte van andere lasprocessen vaak economischer is Vraag 45 MIG-lasdraad voor ongelegeerd staal is verkoperd, want 1. Daardoor glijdt de draad gemakkelijker door het slangenpakket 2. Daardoor kan de draad niet roesten 3. Daardoor wordt de taaiheid van het lasmetaal verbeterd 4. Daardoor hoeft de lasrook niet te worden afgezogen Vraag 46 Bij het pulserend lassen 1. Gebruiken we twee afzonderlijke lasapparaten 2. Lassen we met gelijkstroom en met wisselstroom 3. Lassen we met een grondstroom en een piekstroom 4. Lassen we met een lage stroomsterkte; dat is veiliger Vraag 47 Het sproeibooglassen is 1. Een kouder proces dan het open-booglassen 2. Een warmer proces dan het kortsluitbooglassen 3. Een andere benaming voor pulsed-arc lassen 4. Een kouder proces dan het pulsed-arc lassen Vraag 48 MIG-lassen is als aanduiding voor het lassen aan staal eigenlijk niet correct, want.. Bij het lassen van staal bevat het gas geen argon 1. Bij het lassen van staal gebruiken we zuiver kooldioxyde 2. Bij het lassen van staal bevat het beschermgas actieve gassen 3. MIG is een typisch Amerikaanse aanduiding Vraag 49 Short-arc lassen is een andere naam voor 1. CO²-lassen 2. Gevulde-draadlassen 3. Open-booglassen 4. Kortsluitbooglassen 6

Vraag 50 Normale lucht bestaat uit 1. Ca. 78% zuurstof, ca. 21% stikstof en ca. 1% kooldioxyde 2. Ca. 78% stikstof, ca. 21% zuurstof en ca. 1% argon 3. Ca. 70% stikstof, ca. 20% zuurstof en ca. 10% waterstof 4. Ca. 80% waterstof en ca. 20% stikstof 5. Ca. 80% zuurstof en ca. 20% stikstof Vraag 51 Inerte gassen zoals argon en helium 1. Zijn niet brandgevaarlijk, en niet giftig; en daarom zonder enig risico te gebruiken 2. Zijn brandgevaarlijk 3. Zijn giftig 4. Zijn bij hogere concentraties in de atmosfeer gevaarlijk Vraag 52 Als de lasdraad te weinig desoxydanten bevat 1. Ontstaan er bindingsfouten 2. Wordt de las te hard 3. Wordt de las poreus 4. Wordt de warmte-beinvloede zone ongunstig beinvloed Vraag 53 De belangrijkste desoxydatiemiddelen in lasdraad voor ongelegeerd staal zijn 1. Zwavel en fosfor 2. Mangaan en vanadium 3. Silicium en vanadium 4. Mangaan en silicium Vraag 54 Desoxydatiemiddelen hebben 1. Een grote affiniteit voor ijzer 2. Een oxyderende werking 3. Een slakbindende werking 4. Een grote affiniteit voor zuurstof Vraag 55 Bij het MIG-lassen moet het gasmondstuk regelmatig worden gereinigd, want anders 1. Kan er poreusheid optreden 2. Kan er kortsluiting optreden 3. Kunnen er draadstoringen optreden 4. Kunnen er draadstoringen, poreusheid en kortsluiting optreden Vraag 56 Kooldioxyde dissocieert in de boog; daarom 1. Worden hierbij draadsoorten toegepast met een verhoogd mangaan- en siliciumgehalte 2. Kan het voor het lassen van staal niet worden gebruikt 3. Moet de lasser een donker gekleurd lasglas dragen 4. Kan bij het lassen met kooldioxyde zonder afzuiging worden gewerkt Vraag 57 Inerte gassen worden voornamelijk gebruikt bij het 1. Lassen van ongelegeerd staal 2. Lassen van gelegeerd staal 3. Lassen van roestvaststaal 4. Lassen van non-ferro metalen 7

Vraag 58 Inerte gassen hebben de eigenschap dat zij zich 1. Gemakkelijk met andere elementen verbinden 2. Met geen enkel ander element verbinden 3. Gemakkelijk uit de lucht laten winnen 4. Uitsluitend met ijzer verbinden Vraag 59 Bij het MIG-lassen bezit de spanningsbron 1. Een sterk dalende statische karakteristiek 2. Een stijgende statische karakteristiek 3. Een vlakke dynamische karakteristiek 4. Een vlakke statische karakteristiek Vraag 60 Bij het MIG/MAG-lassen van staal met circa 250 Ampère moet men een gekleurd lasglas gebruiken met Filternummer 6 1. Filternummer 8 2. Filternummer 10 3. Filternummer 12 Vraag 61 AK=aardkabel CB=contactbuis GR=gelijkrichter LB=lasboog LK=laskabel LP=laspistool NP= neg. pool PP=pos. Pool SB=stroombron D=toevoegdraad W=werkstuk WK=werkstukkabel WM=werkstukklem De lasstroom gaat bij het MIG-lassen de volgende weg : 1. GR NP LK CB TD LD LB W 2. GR PP LK CB TD LB W WM WK NP GR 3. SB NP LP LB W AK PP SB 4. SB PP LP LB W AK NP SB 8