INSPRAAK- EN SAMENSPRAAKVERORDENING GEMEENTE VELSEN 2010

Vergelijkbare documenten
Aan de gemeenteraad. 2. de basis voor de inspraakverordening, artikel 150 Gemeentewet (Gem.wet), wordt gewijzigd.

concept-algemene inspraak- en participatieverordening gouda

algemene inspraak- en participatieverordening gouda

onder intrekking van de inspraakverordening 2004, de Algemene inspraak- en participatieverordening Waalwijk 2012 vast te stellen.

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Waalre houdende regels voor inspraak Inspraakverordening gemeente Waalre

PARTICIPATIE- EN INSPRAAKVERORDENING GEMEENTE HOUTEN

Paragraaf 1 Algemene bepalingen

Toelichting. Toelichting Inspraakverordening Stadsdeel Oud-Zuid Algemene toelichting

Artikel 3 Inspraakgerechtigden Inspraak wordt verleend aan ingezetenen en belanghebbenden.

2. Inspraak wordt altijd verleend indien de wet daartoe verplicht. 3. Geen inspraak wordt verleend:

Inspraakverordening gemeente Schiedam

ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING. Algemeen

Artikel 3 Inspraakgerechtigden Inspraak wordt verleend aan ingezetenen en belanghebbenden.

Artikel 3 Inspraakgerechtigden Inspraak wordt verleend aan ingezetenen en belanghebbenden.

b e s l u i t : 2. Inspraak wordt altijd verleend indien de wet daartoe verplicht.

Decentrale regelgeving

Artikel 3. Inspraakgerechtigden Inspraak wordt verleend aan ingezetenen en belanghebbenden.

gelezen het voorstel van de portefeuillehouder Bestuurlijke zaken, calamiteiten, handhaving en externe contacten;

Toelichting verordening inspraak en cliëntenparticipatie. Algemene toelichting

Inspraakverordening Wetterskip Fryslân

Verordening cliëntenparticipatie Sociale Zekerheid, gemeente Drimmelen

vast te stellen de volgende Inspraakverordening waterschap Hunze en Aa s 2013:

besluit: vast te stellen de Verordening Cliëntenparticipatie gemeente Heerde 2009

Beslispunt: 1. Verordening cliëntenraad sociale zekerheid gemeente Woudrichem 2010 vast te stellen.

Verordening cliëntparticipatie Participatiewet Gemeente Heemskerk 2016

Verordening cliëntenparticipatie Sociale Zekerheid

De raad, het college en de burgemeester van de gemeente Hendrik-Ido-Ambacht; ieder voor zover het zijn bevoegdheden betreft;

HAMERSTUK Raadsvoorstel Verordening bestuursrechtelijke geldschulden

Oplegnotitie Delegatie en inspraak

VERORDENING ELEKTRONISCHE BEKENDMAKING GEMEENTE WEST BETUWE

Wettelijke basis cliëntenparticipatie WWB, WIJ, WSW en WMO

ons kenmerk ECGR/U Lbr. 13/100

Verordening cliëntenparticipatie WWB en WIJ

h. Adviesraad: de in artikel 3 lid 5 genoemde en door het college in te stellen adviesraad

Cliëntenparticipatie WWB, IOAW, IOAZ en WSW 2012

VERORDENING MAATSCHAPPELIJKE ADVIES RAAD BRUMMEN

Doel cliëntenparticipatie (Bergeijk, Bladel, Eersel en Oirschot)

De raad van de gemeente Heemskerk; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 19 december 2017;

VERORDENING ALGEMENE VOORZIENINGEN MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE HENDRIK-IDO-AMBACHT 2015

Verordening algemene voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Papendrecht

Verordening cliëntenparticipatie Werk en Inkomen Rotterdam 2015

Verordening op de elektronische bekendmaking en kennisgeving waterschap Vechtstromen

besluit vast te stellen de Verordening loonkostensubsidie Participatiewet gemeente Venray 2017 ev.

Verordening algemene voorzieningenmaatschappelijke ondersteuning gemeente Hendrik-Ido-Ambacht 2015

Verordening Cliëntenparticipatie Sociaal Domein (WMO, Participatiewet en Jeugdwet) Uithoorn 2015

Onderwerp Aanpassing welstandsnota ten behoeve van de ontwikkeling van de Ronerborg-locatie te Roden, inspraak

Verordening elektronische kennisgeving Heemskerk 2016

Verordening tegenprestatie Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Heerenveen 2015

De Utrechtse Participatiestandaard

VRAGENBOOM INTERACTIEF WERKEN [IBO-protocol]

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam,

Raadsvoorstel. Bijlage(n) Samenvatting. Voorstel

Aan de commissie Algemeen Bestuur en Middelen

Verordening Adviesraad Sociaal Domein Vught

DATUM BEHANDELING IN D&H 23 apfil commissie 0 MBH (8 mei 2013)

Officiële bekendmakingen waterschap Brabantse Delta

Verordening Participatieraad werk, inkomen, jeugd en zorg Leidschendam-Voorburg

Verordening cliëntenparticipatie Participatiewet, Wmo en Jeugdwet gemeente Kampen

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 12 december 2017

Reglement commissie cliëntenparticipatie Wet werk en bijstand en Wet investeren in jongeren

Verordening. Participatieraad Sociaal Domein. (WMO, Participatiewet en Jeugdwet)

15 november december 2017 (verslag is toegevoegd als bijlage)

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders nr ;

Made, mei (Vernieuwde) Verordening cliëntenparticipatie gemeente Drimmelen

Verordening Adviesraad Sociaal Domein

( ) Roland Meijden van der b rbs Verordening Wmo-platform Giessenlanden.doc Page 1

Verordening cliëntenparticipatie gemeentelijk integraal gehandicaptenbeleid Maasbree 2007

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 29 november 2016

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en hoofdstuk 9 van de Algemene wet bestuursrecht;

de hierna volgende Verordening cliëntenparticipatie Halte Werk gemeente Langedijk 2015 vast te stellen.

CVDR. Nr. CVDR367404_1. Coördinatieverordening gemeente Maastricht. 14 maart Officiële uitgave van Maastricht.

Verordening individuele bijzondere bijstand RSDHW 2015

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Verordening algemene voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Papendrecht

Verordening reductieregeling 2012

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 28 oktober [nummer];

Ter besluitvorming door de Raad. Collegevoorstel Openbaar. Onderwerp Verordening elektronische publicatie BW-nummer

Verordening cliëntenparticipatie Wet sociale werkvoorziening

Gemeente Albrandsuudard

Verordening inspraak, burgerinitiatief en referenda Rotterdam 2014

b e s l u i t : Pagina 1 van 7 Nr: De raad van de gemeente Barneveld; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders, nr.

Het algemeen bestuur van Wetterskip Fryslân; gelezen het voorstel van het dagelijks bestuur van 4 december 2012;.

Verordening tegenprestatie Participatiewet, IOAW en IOAZ 2015

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

VERORDENING TEGENPRESTATIE PARTICIPATIEWET, IOAW EN IOAZ 2015

VERORDENING CLIENTENPARTICIPATIE HALTE WERK GEMEENTE HEERHUGOWAARD

Verordening cliëntenparticipatie Participatiewet gemeente Berg en Dal 2016

VERORDENING TEGENPRESENTATIE PARTICIPATIEWET, IOAW EN IOAZ 2015

gelezen het voorstel van de college van burgemeester en wethouders;

Verordening Loonkostensubsidie Participatiewet, IOAW en IOAZ Orionis Walcheren 2015

GEMEENTEBLAD. Officiële publicatie van Gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude. De raad van de gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude;

Regeling Generiek Functieprofiel en Functiewaardering van de Gemeente Schiedam

B&W.nr , d.d. 6 september Vaststellen concept verordening ruimte- en inrichtingseisen peuterspeelzalen Leiden 2011 voor de inspraak

besluit vast te stellen de Verordening cliëntenparticipatie Participatiewet, IOAW, IOAZ, Bbz 2004 en Wsw gemeente Renkum 2015

VERORDENING INSPRAAK EN ELEKTRONISCHE BEKENDMAKINGEN WATERSCHAP HUNZE EN AA S 2014

ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING GEMEENTE TYNAARLO. De raad van de gemeente Tynaarlo,

vast te stellen de hierna volgende Verordening tegenprestatie Alkmaar 2015 Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Verordening tegenprestatie Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Enschede 2015

Transcriptie:

INSPRAAK- EN SAMENSPRAAKVERORDENING GEMEENTE VELSEN 2010 HOOFDSTUK 1 Inspraak Artikel 1 Begripsomschrijvingen De verordening verstaat onder: a. inspraak: inspraakgerechtigden de mogelijkheid geven om hun mening over een gemeentelijk beleidsvoornemen kenbaar te maken; b. inspraakprocedure: de wijze waarop aan de inspraak gestalte wordt gegeven; c. beleidsvoornemen: het voornemen van het bestuursorgaan tot het vaststellen of wijzigen van beleid; d. samenspraak: het vroegtijdig en waar mogelijk op interactieve wijze betrekken van belanghebbenden en eventueel anderen bij de ontwikkeling van gemeentelijk beleid; e. samenspraakprocedure: de wijze waarop aan de samenspraak gestalte wordt gegeven. f. belanghebbende: degene wiens belang rechtstreeks bij een besluit betrokken is. Artikel 2 Onderwerp van inspraak 1. Het betrokken bestuursorgaan besluit t.a.v. zijn eigen bevoegdheden of inspraak wordt verleend; over inspraak ter voorbereiding van een raadsvoorstel van het college of de burgemeester besluit het college dan wel de burgemeester. 2. Inspraak wordt altijd verleend indien de wet of een verordening daartoe verplicht. 3. Geen inspraak wordt verleend: a. ten aanzien van ondergeschikte herzieningen van een eerder vastgesteld beleidsvoornemen; b. indien inspraak bij of krachtens wettelijk voorschrift is uitgesloten; c. indien sprake is van uitvoering van hogere regelgeving waarbij het bestuursorgaan geen of nauwelijks beleidsvrijheid heeft; d. betreffende de begroting, de tarieven voor gemeentelijke dienstverlening en belastingen bedoeld in hoofdstuk XV van de Gemeentewet; e. ten aanzien van voorgenomen benoemings- en aanstellingsbesluiten. Artikel 3 Inspraakgerechtigden 1. Inspraak wordt verleend aan belanghebbenden. 2. Het bestuursorgaan kan bepalen dat ook aan anderen dan belanghebbenden de gelegenheid wordt geboden hun zienswijze naar voren te brengen. Artikel 4 Inspraakprocedure 1. Op inspraak is de procedure van afdeling 3.4. van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) van toepassing. 2. Het bestuursorgaan kan voor een beleidsvoornemen een andere inspraakprocedure vaststellen. Artikel 5 Eindverslag inspraakprocedure 1. Ter afronding van de inspraak maakt het bestuursorgaan een eindverslag op. 2. Het eindverslag bevat in elk geval: a. een overzicht van de gevolgde inspraakprocedure; b. een weergave van de zienswijzen die tijdens de inspraak mondeling of schriftelijk naar voren zijn gebracht; c. een reactie op deze zienswijzen, waarbij met redenen omkleed wordt aangegeven op welke punten al dan niet tot aanpassing van het beleidsvoornemen wordt 1

overgegaan. 3. Het bestuursorgaan maakt het eindverslag op de gebruikelijke wijze openbaar. 4. De burgemeester vermeldt het eindverslag in zijn burgerjaarverslag. HOOFDSTUK 2 Samenspraak Artikel 6 Onderwerp van samenspraak Het betrokken bestuursorgaan besluit ten aanzien van zijn eigen bevoegdheden of een samenspraakproces wordt aangegaan; over samenspraak ter voorbereiding van een raadsvoorstel van het college of de burgemeester besluit het college dan wel de burgemeester. Artikel 7 Samenspraakgerechtigden 1. Samenspraak wordt verleend aan belanghebbenden. 2. Het bestuursorgaan kan bepalen dat ook aan anderen dan belanghebbenden de gelegenheid wordt geboden deel te nemen aan een samenspraakprocedure. Artikel 8 Samenspraakprocedure 1. Het verantwoordelijke bestuursorgaan besluit bij iedere samenspraak expliciet over de volgende punten: a. het exacte onderwerp en de speelruimte van de samenspraak; b. het doel van de samenspraak; c. de schaal waarop de samenspraak speelt; d. wie samenspraakgerechtigd zijn; e. de status van de inbreng van de deelnemers aan de samenspraak; f. het niveau van participatie: informeren, raadplegen, adviseren of coproduceren. g. inrichting van het samenspraakproces; h. begroting van de kosten van de samenspraak. 2. Het betrokken bestuursorgaan maakt voorafgaand aan de samenspraakprocedure het voornemen hiertoe bekend op de voor die samenspraak gepaste wijze. In deze kennisgeving wordt ingegaan op de in het eerste lid, onder a t/m f, bedoelde punten. Volstaan kan worden met het vermelden van de zakelijk inhoud. Artikel 9 Eindverslag samenspraakprocedure 1. Ter afronding van de samenspraak maakt het bestuursorgaan een eindverslag op. 2. Het eindverslag bevat in elk geval: a. een overzicht van de gevolgde samenspraakprocedure; b. een weergave van de inbreng van degenen die hebben deelgenomen aan de samenspraak; c. een reactie van het bestuursorgaan op de inbreng als bedoeld onder b, waarbij met redenen omkleed wordt welke punten al dan niet van invloed zullen zijn op het beleidsvoornemen; 3. Het bestuursorgaan maakt het eindverslag op de gebruikelijk wijze openbaar. 4. Het bestuursorgaan informeert degenen die bij het proces betrokken zijn over het genomen besluit. 4. De burgemeester vermeldt het eindverslag in zijn burgerjaarverslag. HOOFDSTUK 3 Algemene bepalingen Artikel 10 Inwerkingtreding 2

Deze verordening treedt in werking met ingang van de vierde dag na die van haar bekendmaking. Artikel 11 Intrekking oude verordening De Inspraakverordening Velsen 2005 wordt ingetrokken. Artikel 12 Overgangsrecht Indien vóór de inwerkingtreding van deze verordening is besloten om inspraak te verlenen, gelden voor die inspraakprocedure de bepalingen van de Inspraakverordening Velsen 2005. Artikel 13 Citeertitel De verordening wordt aangehaald als 'Inspraak- en samenspraakverordening gemeente Velsen 3

Algemene toelichting bij inspraak- en samenspraakverordening gemeente Velsen Inleiding Versterking van burgerbetrokkenheid is een speerpunt in het beleid van de gemeente Velsen. Bij goede burgerparticipatie horen duidelijke regels, eenvoudige en doelmatige procedures en goed 'verwachtingsmanagement". Deze verordening voorziet daarin. Gekozen is voor een raamregeling die veel ruimte laat voor maatwerk. Inspraak en samenspraak kunnen alleen goed uit de verf komen als de zorgvuldigheid, de redelijkheid en de billijkheid steeds voorop staan. Dat verdraagt zich slecht met een al te gedetailleerde regeling. De verordening behandelt twee vormen van burgerbetrokkenheid die goed van elkaar ge- en onderscheiden moeten worden: inspraak en samenspraak. De gemeente Velsen hecht veel waarde aan samenspraak, als het instrument bij uitstek om burgers en eventueel maatschappelijke organisaties aan te spreken op hun mede-verantwoordelijkheid voor het reilen en zeilen van de stad. Samenspraak doet een beroep op hun oplossingsgerichtheid en creativiteit. De Velsense samenspraakpraktijk zoals deze zich de laatste jaren heeft ontwikkeld krijgt nu een formele basis in de verordening. Inspraak Belanghebbenden kunnen via inspraak hun mening geven over een plan dat gereed is voor bestuurlijke besluitvorming, zodat het eventueel nog kan worden aangepast voordat het betreffende bestuursorgaan erover beslist. Of inspraak wordt verleend beslist elk bestuursorgaan ten aanzien van zijn eigen bevoegdheden. Inspraak wordt echter altijd verleend indien de wet of een gemeentelijke verordening daartoe verplicht. Het betreffende bestuursorgaan kan ook anderen dan belanghebbenden aan de inspraak laten deelnemen als het bestuursorgaan veronderstelt dat daardoor een kwalitatief beter en/of een breder gedragen beleid tot stand komt. Inspraak moet worden onderscheiden van de andere mogelijkheden die men heeft om zich tot het gemeentebestuur te wenden. Te denken valt hierbij aan het inspreekrecht bij raads- en commissievergaderingen. Andere mogelijkheden die buiten de verordening vallen zijn: het schrijven van brieven, het bezoeken van spreekuren, het houden van informatiebijeenkomsten enz. Samenspraak Daarnaast moet inspraak ook worden onderscheiden van samenspraak, ook wel interactieve beleidsvorming genoemd. Het uitwisselen van ideeën tussen burgers en gemeente (tweerichtingsverkeer) is het belangrijkste kenmerk van samenspraak. Samenspraak is een werkwijze waarbij het bestuursorgaan, veelal vóórdat er sprake is van een concreet beleidsvoornemen, actoren (zoals burgers, maatschappelijke organisaties, bedrijven, deskundigen of andere overheden) bij de beleidsontwikkeling betrekt. In een samenspraakproces wordt getracht om in een open en evenwichtige samenwerking met hen tot de voorbereiding, bepaling, uitvoering of evaluatie van beleid te komen. Samenspraak mobiliseert daarbij de kennis en steun van betrokkenen bij beleidsproblemen waarvan het bestuursorgaan op voorhand niet weet - of nog niet wil bepalen - hoe deze opgelost zullen worden. Bij samenspraak wordt vaak een aantal keren van gedachten gewisseld. Het betreffende bestuursorgaan kan ook anderen dan belanghebbenden aan de samenspraak laten deelnemen als het bestuursorgaan veronderstelt dat daardoor een kwalitatief beter en/of een breder gedragen beleid tot stand komt. In beginsel geen dubbeling inspraak en samenspraak Om nodeloze vertraging in beleidsprocessen te voorkomen geldt als hoofdregel dat er in beginsel geen dubbeling van inspraak en samenspraak plaatsvindt. Dit houdt in dat als inspraak (wettelijk voorgeschreven of niet) wordt toegepast, er in beginsel geen samenspraak wordt gehouden. 4

Internet als nieuw instrument Bij zowel inspraak als samenspraak kunnen verschillende middelen worden ingezet om mensen te bereiken. Internet is daarbij een belangrijk medium. Het biedt, naast de gebruikelijke manier van publiceren, extra mogelijkheden om de Velsense bevolking te bereiken zodat burgers aan inspraak of samenspraak kunnen deelnemen op momenten die hen uitkomen. Daarnaast bereikt de gemeente met internet ook doelgroepen die niet zo gauw naar een bijeenkomst gaan, zoals jongeren. Beide aspecten dragen bij aan de toegankelijkheid van inspraak en samenspraak. Artikelsgewijze toelichting bij inspraak- en samenspraakverordening gemeente Velsen Artikel 1 Begripsomschrijvingen a. inspraak: zie algemene toelichting; b. inspraakprocedure: Artikel 4, tweede lid, van de verordening geeft het bestuursorgaan de ruimte om van afdeling 3.4 Awb af te wijken, omdat het in bepaalde gevallen doelmatiger kan zijn als inspraak anders georganiseerd wordt; c. beleidsvoornemen: het begrip beleidsvoornemen is gedefinieerd als het voornemen van het bestuursorgaan tot het vaststellen of wijzigen van beleid. Het zal duidelijk zijn dat het hierbij niet gaat om de vaststelling van concrete besluiten, maar om de vorming van het gemeentelijk beleid waarop deze kunnen worden gebaseerd; d. samenspraak: zie algemene toelichting; e. samenspraakprocedure: zie hiervoor de artikelsgewijze toelichting bij artikel 9 van de verordening; f. belanghebbende: als bedoeld in artikel 1: 2, eerste lid, van de Awb. Artikel 2 Onderwerp van inspraak Het begrip bestuursorgaan is gedefinieerd in artikel 1:1, eerste lid, van de Awb. Het omvat in elk geval de raad, het college en de burgemeester. Elk bestuursorgaan van de gemeente kan zijn eigen beleidsvoornemens aan inspraak onderwerpen; indien inspraak echter onderdeel is van de voorbereiding door het college of de burgemeester van een raadsvoorstel, is het doelmatig als het college dan wel de burgemeester ook de inspraakbesluiten neemt. Het besluit om al dan niet inspraak te verlenen is een besluit in de zin van de Awb. Hiertegen kan dus bezwaar worden gemaakt. In het tweede lid is bepaald dat inspraak altijd wordt verleend, indien een wettelijk voorschrift daartoe verplicht. Hieronder is opgesomd welke wettelijke verplichtingen thans in ieder geval gelden: a. de voorbereiding van het gemeentelijk milieubeleidsplan (artikel 4. I 7, derde lid, Wet milieubeheer (Wm); b. de voorbereiding van een besluit tot vaststelling van een afvalstoffenverordening die afwijkt van artikel 10.21 Wm (artikel 10.26, tweede lid, Wm); c. het integraal gemeentelijk gehandicaptenbeleid (artikel la Wet voorzieningen gehandicapten); d. de realisatie en vormgeving van cliëntenparticipatie bij de uitvoering van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (artikel 42) en de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (artikel 42); e. de voorbereiding van besluiten tot uitsluiting van welstandstoetsing als bedoeld in artikel 12, tweede lid, onder a en b, van de Woningwet (artikel 12, vierde lid). Artikel 3 Inspraakgerechtigden Op grond van deze verordening zijn belanghebbenden in de zin van artikel 1:2 Awb inspraakgerechtigd. Het bestuursorgaan kan bepalen dat ook aan anderen dan belanghebbenden de gelegenheid moet worden geboden hun zienswijze naar voren te brengen (zie ook de algemene toelichting bij inspraak). 5

Artikel 4 Inspraakprocedure In het eerste lid is afdeling 3.4 Awb van toepassing verklaard op de inspraak. Uit afdeling 3.4. Awb volgt dat na ter inzage legging en bekendmaking van het beleidsvoornemen belanghebbenden gedurende zes weken schriftelijk of mondeling hun zienswijze naar voren kunnen brengen. In de meeste gevallen zal deze procedure passend zijn voor de inspraak. Zo niet, dan kan op grond van het tweede lid de inspraakprocedure worden aangepast. Zo kan het zijn dat bijvoorbeeld de genoemde zes-weken-termijn in bepaalde gevallen door het bestuursorgaan te lang wordt bevonden. Deze termijn zou dan kunnen worden aangepast bij besluit van het bestuursorgaan op grond van het tweede lid. Artikel 5 Eindverslag inspraakprocedure Met betrekking tot het eindverslag van de inspraakprocedure geldt in de verordening een ruimere regeling dan in afdeling 3.4 Awb (artikel 3:17 Awb) is voorgeschreven. Daarin is namelijk slechts bepaald dat verslag wordt gedaan van hetgeen tijdens de inspraakprocedure mondeling naar voren is gebracht. In de verordening is gekozen voor een uitgebreider eindverslag van de inspraakprocedure. Onder het in het tweede lid, onderdeel a, genoemde verslag van de gevolgde inspraakprocedure wordt verstaan: Hoe is de procedure feitelijk verlopen? Is afdeling 3.4 Awb onverkort toegepast? Wanneer en hoe lang is het beleidsvoornemen ter inzage gelegd enz.? Bij het overzicht bedoeld onder b van het tweede lid, volstaat een zakelijke weergave van de inspraakreacties. De schriftelijke inspraakreacties kunnen eventueel ook aan het verslag worden gehecht. In het derde lid is bepaald dat het bestuursorgaan het eindverslag op de gebruikelijke wijze openbaar maakt. Dit betekent dat degenen die hebben ingesproken een exemplaar van het eindverslag ontvangen, tenzij het aantal insprekers omvangrijk is, dan wordt volstaan met een algemene bekendmaking in de periodiek waarin de inspraakprocedure over het betrokken onderwerp werd aangekondigd. In het vierde lid wordt de burgemeester verplicht om het eindverslag te vermelden in zijn burgerjaarverslag overeenkomstig artikel 170, tweede lid, aanhef en onder b, van de Gemeentewet. Ten behoeve hiervan draagt het betrokken bestuursorgaan zorg voor een adequate registratie van de gehouden inspraakprocedures en de eindverslagen. Artikel 6 Onderwerp van samenspraak In het algemeen zijn belanghebbenden het meest geïnteresseerd in deelname aan samenspraak als het gaat over onderwerpen binnen hun directe leefomgeving - buurt en wijk - en in mindere mate bij plannen op woonkern- of stedelijk niveau. Om die reden is het aan te raden samenspraak bij onderwerpen met een beperkte reikwijdte in te zetten. Als er redenen zijn om ook over stedelijke onderwerpen samenspraak te houden, dan kan overwogen worden alleen een groep intermediairen of een digitaal burgerpanel in te zetten. De hoofdregel is dat er geen samenspraak plaatsvindt als inspraak wettelijk is voorgeschreven. Het bestuursorgaan kan daar echter van afwijken. Het is alleen zinvol als dat gebeurt als een samenspraakproces een duidelijke meerwaarde heeft bij de voorbereiding van het conceptbesluit waar vervolgens nog inspraak op plaats moet vinden. Artikel 7 Samenspraakgerechtigden Zie de toelichting bij artikel 3. Artikel 8 Samenspraakprocedure Het verantwoordelijke bestuursorgaan besluit bij iedere samenspraak expliciet over de in het eerste lid van dit artikel genoemde punten: a. Met speelruimte wordt bedoeld: wat ligt al vast, wat nog niet? b. Welk doel wordt met de samenspraak nagestreefd? Het kan bijvoorbeeld gaan om: * het aanboren van creativiteit uit de stad; * het inventariseren van wensen; * het inventariseren van draagvlak; * het bereiken van consensus; * de invulling van beleid; 6

* het aandragen van alternatieven; * het stimuleren van mede-uitvoeren van beleid, etc.; c. Op welke schaal speelt de samenspraak zich af: buurt, wijk, woonkern of stedelijk niveau? d. Wie zijn gerechtigd aan de samenspraak deel te nemen? e. Wat is de status van de inbreng van de deelnemers? Drie niveaus zijn te onderscheiden: Niveau 1: /consulteren. Er is ruimte om meningen en opvattingen te laten horen. Het verantwoordelijke bestuursorgaan verbindt zich niet van te voren aan de uitkomsten van de samenspraak. De interactie tussen gemeente en de deelnemers is eenmalig of beperkt. Niveau 2: raadplegen/adviseren. Er is gelegenheid om mee te denken en oplossingen aan te dragen. De mening van participanten speelt eeen grote rol. Het gewicht van de uitkomsten kan als een advies worden gekarakteriseerd. Het bestuur kan echter gemotiveerd van het advies afwijken. Niveau 3: coproduceren. Betrokkenen zoeken samen met de gemeente naar oplossingen en voeren deze uit. binnen vooraf door het bestuursorgaan vastgestelde randvoorwaarden.. Niveau 4: meebeslissen. Beslissingsbevoegdheid blijft de verantwoordelijkheid van het gemeentebestuur. Alleen wanneer projecten samen met andere organisaties worden aangepakt is er sprake van meebeslissen. f. Hoe wordt het samenspraakproces ingericht? Start, doorlooptijd, wijze van aanpak en de wijze waarop en het tijdstip waarop de deelnemers worden geïnformeerd over het verloop van de procedure en de uitkomsten van de samenspraak. Daarnaast wanneer de deelnemers worden geïnformeerd over de uiteindelijke bestuurlijke besluitvorming. In het tweede lid staat dat het voornemen om samenspraak te houden op gepaste wijze bekend wordt gemaakt. Wat "gepast" is, is afhankelijk van de reikwijdte van de samenspraak. De wijze van bekendmaking kan variëren van publicatie in een krant, een huis-aan-huisblad of bijvoorbeeld een persoonlijke brief. Artikel 9 Eindverslag samenspraakprocedure Onder het in het tweede lid, onderdeel a, genoemde verslag van de gevolgde samenspraakprocedure wordt verstaan: Hoe is de procedure feitelijk verlopen? Bij het overzicht bedoeld onder b van het tweede lid, volstaat een korte zakelijke weergave van de inbreng van de deelnemers aan de samenspraak. Onderdeel c van het tweede lid schrijft voor dat het bestuursorgaan aangeeft wat met de inbreng in de samenspraakprocedure wordt gedaan. In het derde lid is bepaald dat het bestuursorgaan het eindverslag op de gebruikelijke wijze openbaar maakt. Degenen die hebben deelgenomen aan de samenspraak ontvangen in beginsel een exemplaar van het eindverslag, tenzij dit aantal omvangrijk is, dan wordt volstaan met een algemene bekendmaking in de periodiek waarin de samenspraakprocedure werd aangekondigd. Ten behoeve van de in het vierde lid opgenomen vermelding in het burgerjaarverslag draagt het betrokken bestuursorgaan zorg voor een adequate registratie van de gehouden samenspraakprocedures en de eindverslagen. Artikel 10 Inwerkingtreding Deze verordening treedt, conform artikel 142 Gemeentewet, in werking op de vierde dag na bekendmaking. Artikel 11 Intrekking oude verordening Met deze bepaling wordt de bestaande inspraakverordening ingetrokken. De datum waarop de oude verordening vervalt, is de datum waarop de verordening in werking treedt. 7