Introductie op proces

Vergelijkbare documenten
Introductie op proces

Profiel- en onbalans kosten (gemiddelde ) [ /kwh]

Profiel- en onbalans kosten (gemiddelde ) [ /kwh]

Paul Silvertant, Cynthia Peerenboom (Ministerie van Economische Zaken)

Correctiebedragen t.b.v. bevoorschotting 2014 (SDE+)

November 2015 RVO.nl - Stimulering Duurzame Energieproductie 1/24

Notitie Amsterdam, 8 maart Samenvatting

Externe notitie Amsterdam, 26 februari Samenvatting

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Samenvatting. notitie Petten, 16 november 2017

Jan Hendrik Hoekstra (Rijksdienst voor ondernemend Nederland)

Notitie Amsterdam, 1 maart Samenvatting

Basisprijzen in SDE volgens genormeerde berekening

Introductie op proces

Introductie op proces

Tabellen stand van zaken SDE+ 2012

Notitie Amsterdam, 20 november Samenvatting. 1 Langetermijnenergieprijs

SDE Projectgroep Biomassa & WKK. Bert van Asselt i.v.m. ziekte Martijn Bos. 20 februari 2018

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Kostenbevindingen t.b.v. advisering over SDE+ 2018

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

1 Inleiding. 2 Uitgangspunten. Notitie Petten, 15 oktober 2014

Basisbedrag zon-pv najaar 2017 (SDE+)

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

SDE Zo vraagt u subsidie aan voor de productie van duurzame energie. Openstellingsronde najaar 2016: 27 september - 27 oktober

Groene warmte/kracht in SDE+ 2013

Samenvatting. Notitie Petten, 26 februari 2014

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

CONCEPTADVIES SDE+ 2019

Profiel- en onbalans kosten (gemiddelde ) [ /kwh]

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Ondersteuning van duurzame energieopwekking door wijziging heffing gemeentelijke belastingen.

Conceptadvies SDE+ 2014

SDE+ voorjaar Zo vraagt u subsidie aan voor de productie van duurzame energie. Openstelling: 7-30 maart 2017

Tweede Kamer der Staten-Generaal

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG. Datum Betreft Stimulering Duurzame Energieproductie (SDE+) 2018

Duurzame warmte in de SDE+

Tweede Kamer der Staten-Generaal

SDE+ voorjaar Zo vraagt u subsidie aan voor de productie van duurzame energie. Openstelling: 13 maart - 5 april 2018

SDE+ najaar Zo vraagt u subsidie aan voor de productie van duurzame energie. Openstelling: 3-26 oktober 2017

SDE+ najaar Zo vraagt u subsidie aan voor de productie van duurzame energie. Openstelling: 2 oktober - 8 november 2018

ECN Beleidsstudies. 1. Inleiding. ECN-N maart Notitie Basisbedragen SDE 2011, appendix bij ECN

Definitieve correctiebedragen 2011 (SDE+)

Introductie op proces

Kansen in de Najaarsronde SDE+ Zwolle Landstede 30 maart 2017 Jan Bouke Agterhuis (RVO)

Conceptadvies basisbedragen SDE+ 2018

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

CONCEPTADVIES SDE++ CO 2 - REDUCERENDE OPTIES

Duurzame warmte in de SDE+

Subsidie biomassa houtstook

ADVIES SDE+ NAJAAR 2018

Windsnelheidseffecten achter windturbines

Conceptadvies basisbedragen SDE voor marktconsultatie

Eindadvies basisbedragen SDE+ 2015

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG. Datum 30 november 2016 Betreft Openstelling van de SDE+ in 2017

SDE Zo vraagt u subsidie aan voor de productie van duurzame energie. Openstellingsronde voorjaar 2016: 22 maart - 28 april

Eindadvies basisbedragen SDE+ 2016

Conceptadvies basisbedragen SDE voor marktconsultatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds De Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

Inhoud. SDE+ in 2015

Externe notitie. Petten, 8 juli Cees Volkers Wouter Wetzels. Afdeling Policy Studies ECN-N Van

Wind op land. Nijmegen, GNMF, 16 september Geert Bosch,

Eindadvies basisbedragen SDE+ 2018

Inhoud. SDE+ in 2015

Monitor energie en emissies Drenthe

BioWKK Horizon2020, SDE+ 2014, energiefondsen. SDE-subsidie. 19 maart 2014 Jan Bouke Agterhuis

SDE+ voorjaar Zo vraagt u subsidie aan voor de productie van duurzame energie. Openstelling: 12 maart - 4 april 2019

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Eindadvies basisbedragen SDE+ 2017

Externe notitie Amsterdam, 29 augustus Bevindingen

Glastuinbouwdag 16 maart 2018 Biomassa het duurzame alternatief. Voorzitter NBKL Eppo Bolhuis

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds De Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

Basisbedragen in de SDE 2012

Conceptadvies basisbedragen SDE voor marktconsultatie

Inhoud. SDE+ in 2013

In 2012 is de SDE+ geopend vanaf 13 maart, 9:00 uur tot 27 december 2012, 17:00 uur.

Inhoud. SDE+ in 2014

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA 's-gravenhage. Datum 22 april Betreft Openstelling SDE+ 2011

Inhoud. SDE+ in 2013

Eindadvies basisbedragen SDE+ 2014

Basisbedragen in de SDE Eindadvies

Pre-Eindadvies basisbedragen SDE+ 2016

SDE Zo vraagt u subsidie aan voor de productie van duurzame energie. >> Duurzaam, Agrarisch, Innovatief en Internationaal Ondernemen

Tweede Kamer der Staten-Generaal

CONCEPTADVIES SDE

20 september SDE Raymond Spronken

Projectgroep Biomassa & WKK

Datum 21 december 2018 Betreft Stimulering Duurzame Energieproductie (SDE+) 2019

CONCEPT 30 januari 2008

CONCEPTADVIES SDE

CONCEPTADVIES SDE

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

CONCEPTADVIES SDE

CONCEPTADVIES SDE++ CO 2 - REDUCERENDE OPTIES

1. Inleiding. Notitie Amsterdam, 8 december 2016

buffer warmte CO 2 Aardgas / hout WK-installatie, gasketel of houtketel brandstof Elektriciteitslevering aan net

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Transcriptie:

Notitie Amsterdam, 6 april 2017 Afdeling Policy Studies Van Aan Sander Lensink (ECN) Ministerie van Economische Zaken Onderwerp en 2018 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 Introductie op proces Het ministerie van Economische Zaken heeft aan ECN gevraagd om, samen met DNV GL en bij geothermie ondersteund door TNO, advies uit te brengen over de subsidiehoogtes voor hernieuwbare energie in 2018. Om dit advies te kunnen geven, hebben ECN en DNV GL ervoor gekozen in samenspraak met het ministerie van Economische Zaken als opdrachtgever en RVO als uitvoerder van de SDE+-regeling een iets gewijzigde procedure te hanteren. Het nu voorliggende document bevat géén advies over de subsidiehoogtes, maar geeft een overzicht van de kosten van hernieuwbare-energie-installaties, hoofdzakelijk zoals deze gemeld zijn aan RVO bij de SDE+-aanvragen. De uitgangspunten voor het advies m.b.t. de SDE+ 2018 moeten nog worden vastgesteld. Zo betekent de afwezigheid van data niet, dat deze categorie zou kunnen verdwijnen in 2018. Het uiteindelijke subsidieadvies is inclusief een adviesaanvraag over basisbedragen (productiekosten), correctiebedragen (marktwaarde geproduceerde energie) en basisenergieprijzen (ondergrens voor correctiebedragen). In de eerste fase van het werk wordt op basis van anonieme en geaggregeerde informatie van SDE+-aanvragen, die door RVO beschikbaar zijn gesteld, een kostenonderzoek uitgevoerd. Dit kostenonderzoek wordt in april 2017 beschikbaar gesteld aan geïnteresseerde marktpartijen, waarna in mei consultatiereacties opgesteld kunnen worden en consultatiegesprekken met ECN en DNV GL gevoerd kunnen worden. In deze gesprekken kunnen kostenbevindingen bediscussieerd worden, maar ook correctiebedragen, basisprijzen en wensen met betrekking tot de uitgangspunten voor het subsidie-advies. Op basis van een nota van antwoord van ECN en DNV GL op de consultatiegesprekken en de nu gepresenteerde kostenbevindingen stelt het ministerie van Economische Zaken de uitgangspunten op die voor ECN en DNV GL het kader bieden om advies uit te kunnen brengen over de basisbedragen SDE+ 2018. In de zomermaanden van 2017 zal een conceptadvies gepubliceerd worden door ECN en DNV GL dat vervolgens voor een schriftelijke consultatie aan marktpartijen wordt aangeboden, waarna in het najaar van 2017 het eindadvies aan het ministerie zal worden gegeven.

33 34 35 36 37 38 Systematiek van berekeningswijze De correctiebedragen weerspiegelen de economische waarde van de geproduceerde hernieuwbare energie. De correctiebedragen zijn niet voor alle categorieën gelijk, maar het aantal onderscheidende correctiebedragen is beperkt. In alle gevallen is het correctiebedrag gebaseerd op een marktindex. Die marktindex kan vervolgens bewerkt worden om voor extra generieke kosten of opbrengsten te compenseren, zie Figuur 1. 39 Figuur 1: Systematiek berekening correctiebedragen 40 Is er sprake van coproductie Vervangt de duurzame Wordt warmte geproduceerd? ja nee nee met elektriciteit? installatie een fossiele WKK? nee ja ja warmte = (aardgasprijs+eb)/90% hernieuwbaar gas = aardgasprijs nee Wordt elektriciteit geproduceerd? ja warmte = 70% aardgasprijs elektriciteit = elektriciteitsprijs minus profiel- en onbalanskosten ja Wordt elektriciteit opgewekt met wind- of zonne-energie? nee 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 56 57 58 59 60 61 62 63 64 65 66 67 68 elektriciteit = elektriciteitsprijs Voor de warmtecategorieën wordt de warmteproductie van de referentie-installatie in de meeste gevallen als maatgevend beschouwd voor het te behalen voordeel uit vermeden energiebelasting en opslag duurzame energie (EB en ODE). Op nader benoemde uitzonderingen na, wordt bij de bepaling van het correctiebedrag uitgegaan van een installatie die zelfstandig draait. Tabel 1 toont de bepaling van het energiebelastingvoordeel ten behoeve van de berekening van de correctiebedragen. Voor installaties die minder dan 170.000 m 3 aardgasequivalent aan warmte produceren per jaar, wordt verondersteld dat deze ook het energiebelastingtarief van de schijf 0-170.000 m 3 aardgas/jaar besparen. Het correctiebedrag wordt bepaald op basis van vermeden aardgasinzet in een gasketel met een rendement van 90% en een vermeden energiebelasting (en vermeden opslag van duurzame energie) uit de schijf van 0 tot 170.000 m 3 /jaar. Dit correctiebedrag wordt aangeduid als correctiebedrag klein. Voor installaties die minder dan 1 miljoen, maar meer dan 170.000 m 3, aardgasequivalent aan warmte produceren per jaar, wordt verondersteld dat deze ook het energiebelastingtarief van de schijf 170.000-1 miljoen m 3 aardgas/jaar besparen. Het correctiebedrag wordt bepaald op basis van vermeden aardgasinzet in een gasketel met een rendement van 90% en een vermeden energiebelasting (en vermeden opslag van duurzame energie) uit de schijf van 170.000-1 miljoen m 3 /jaar. Dit correctiebedrag wordt aangeduid als correctiebedrag middelklein. De categorie voor een ketel op vaste biomassa < 5 MW viel in het advies voor de SDE+ 2016 in de categorie middel, maar wegens aanpassing van de referentie-installatie in de SDE+ 2017 in de categorie middelklein. Voor installaties die minder dan 10 miljoen, maar meer dan 1 miljoen m 3 aardgasequivalent aan warmte produceren per jaar, wordt verondersteld dat deze ook het energiebelastingtarief van de schijf 1-10 miljoen m 3 aardgas/jaar besparen. Het correctiebedrag wordt bepaald op basis van vermeden aardgasinzet in een gasketel met een rendement van 90% en een vermeden Pagina 2 van 6

Energiedrager Warmte-output vermogen Warmte vollasturen Hoeveelheid vervangen aardgas Berekende energiebelastingschijf Advies correctiebedrag 69 70 71 72 73 74 75 76 energiebelasting (en vermeden opslag van duurzame energie) uit de schijf van 1-10 miljoen m 3 /jaar. Dit correctiebedrag wordt aangeduid als correctiebedrag middel. Voor installaties die meer dan 10 miljoen aardgasequivalent aan warmte produceren wordt aangenomen dat zij een WKK vervangen. Daarvoor wordt een gemiddelde netto warmteprijs voor de producent van 70% van de gasprijs verondersteld. Voor alle categorieën met gecombineerde opwek wordt ook aangenomen dat zij een gas-wkk vervangen. Dit correctiebedrag wordt aangeduid als groot. 77 78 Tabel 1: Energiebelastingvoordeel ten behoeve van de berekening van de correctiebedragen, categorieën advies SDE+ 2017 [kw] [h/a] [m 3 /jaar] [mln m 3 /jaar] Zonthermie 140 kw W 140 700 11.147 0-0,17 Middel-klein Geothermische warmte, diepte 500 m W 12000 5500 7.507.109 1-10 Groot Geothermische warmte, diepte 3500 m W 15000 7000 11.943.128 > 10 Groot Ketel op vaste of vloeibare biomassa, 0,1-0,5 W 300 3000 102.370 0-0,17 Klein MWth Ketel op vaste of vloeibare biomassa, 0,5-5 W 750 3000 255.924 0,17-1 Middel-klein MWth Ketel op vaste of vloeibare biomassa, W 10000 7000 7.962.085 1-10 Groot 5 MWth Ketel op vloeibare biomassa W 10000 7000 7.962.085 1-10 Middel Ketel industriële stoom uit houtpellets W 30000 7000 23.886.256 > 10 Groot Warmte allesvergisting W 6885 7000 5.481.896 1-10 Middel Warmte vergisting en covergisting van W 2550 7000 2.030.332 1-10 Middel dierlijke mest Warmte vergisting van meer dan 95% W 91 7000 72.455 0-0,17 Middel dierlijke mest < 300 kw Verlengde levensduur vergisting en W 2025 7000 1.612.598 1-10 Groot covergisting van dierlijke mest (warmte) Verlengde levensduur allesvergisting W 2025 7000 1.612.598 1-10 Groot (warmte) RWZI - Thermofiele gisting van secundair E+W 919 4000 418.123 0,17-1 Groot slib Thermische conversie van biomassa, < 100 E+W 8000 8000 7.279.621 1-10 Groot MWe Gecombineerde opwekking allesvergisting E+W 3888 7000 3.095.659 1-10 Groot Gecombineerde opwekking vergisting en covergisting van dierlijke mest Gecombineerde opwekking vergisting van meer dan 95% dierlijke mest < 300 kw Verlengde levensduur allesvergisting, gecombineerde opwekking Verlengde levensduur vergisting en covergisting van dierlijke mest, gecombineerde opwekking E+W 1440 7000 1.146.540 1-10 Groot E+W 26 1000 2.957 0-0,17 Groot E+W 925 7000 736.493 0,17-1 Groot E+W 925 7000 736.493 0,17-1 Groot Pagina 3 van 6

79 80 81 82 83 84 85 86 87 88 89 90 91 92 93 94 95 96 97 98 99 Er zijn vijf uitzonderingen op de bovenbeschreven systematiek bij achtereenvolgens zonthermie met andere warmtevoorzieningen, geothermie in de glastuinbouw, ketel op vaste biomassa, vergisting en vergisting van meer dan 95% dierlijke mest bij aansluiting op een hub. Voor zonthermieprojecten geldt dat ze doorgaans in combinatie met een andere (aardgas-) warmtevoorziening werken, waardoor de effectief vermeden energiebelasting op aardgas in een hogere schijf ligt. Voor geothermische energie geldt dat het merendeel van de projecten in de tuinbouw wordt gerealiseerd, waarbij het doorgaans een gas-wkk vervangt. Voor een ketel op vaste biomassa > 5 MW geldt dat de referentie-installatie aan de bovenkant van de belastingschijf zit, waarbij de installatie in tegenstelling tot de ketel op vloeibare biomassa zoveel mogelijk in basislast ingezet wordt, al dan niet bij stadsverwarming. Grote ketels vervangen in de regel ook een WKK. Uitzondering op de beschreven systematiek betreft ook de verlengde levensduur bij vergisting, waarbij voor warmte uitgegaan wordt van aansluiting op een grootschalige hub, waardoor het correctiebedrag groot hierop van toepassing is, en vergisting van meer dan 95% dierlijke mest, waarbij voor warmte uitgegaan wordt van en aansluiting op een middelgrote hub, waardoor het correctiebedrag middel hierop van toepassing is. De tabellen 2 tot en met 7 tonen de geadviseerde basisprijzen en de voorlopige correctiebedragen in de SDE+ 2017. De basisprijzen tonen de vloer of bodem van de correctiebedragen aan. De berekeningswijze van de basisprijzen volgt de berekeningswijze van de correctiebedragen, waarbij de relevante energieprijs (gas- of elektriciteitsprijs) niet de gerealiseerde marktprijs betreft, maar 2/3 e van het gemiddelde van de meerjarige verwachting op basis van de Nationale Energieverkenning. 100 Tabel 2: en voorlopig correctiebedrag SDE+ 2017: waterkracht, wind- en zonne-energie Waterkracht, valhoogte 50 cm 0,031 0,032 Waterkracht, valhoogte 50 cm, renovatie 0,031 0,032 Vrije stromingsenergie, valhoogte < 50 cm 0,031 0,032 Osmose 0,031 0,032 Fotovoltaïsche zonnepanelen, 15 kwp en aansluiting >3*80A 0,026 0,033 Zonthermie, apertuuroppervlakte 200 m 2 of > 140 kw 0,028 0,029 Wind op land, 8 m/s 0,025 0,028 Wind op land, 7,5 en < 8 m/s 0,025 0,028 Wind op land, 7,0 en < 7,5 m/s 0,025 0,028 Wind op land, < 7,0 m/s 0,025 0,028 Wind op primaire waterkeringen, 8 m/s 0,025 0,028 Wind op primaire, 7,5 en < 8 m/s 0,025 0,028 Wind op primaire, 7,0 en < 7,5 m/s 0,025 0,028 Wind op primaire, < 7,0 m/s 0,025 0,028 Wind in meer, water 1 km 2 0,025 0,028 101 Tabel 3: en voorlopig correctiebedrag SDE+ 2017: geothermie Geothermische warmte, diepte 500 m 0,012 0,012 Geothermische warmte, diepte 3500 m 0,012 0,012 Pagina 4 van 6

102 Tabel 4: en voorlopig correctiebedrag SDE+ 2017: waterzuiveringsinstallaties RWZI - Thermofiele gisting van secundair slib 0,023 0,024 AWZI/RWZI - thermische drukhydrolyse 0,031 0,032 AWZI/RWZI (hernieuwbaar gas) 0,015 0,016 103 Tabel 5: en voorlopig correctiebedrag SDE+ 2017: verbranding en vergassing van biomassa Biomassavergassing ( 95% biogeen) 0,015 0,016 Bestaande capaciteit voor bij- en meestook 0,031 0,032 Nieuwe capaciteit voor meestook 0,031 0,032 Ketel op vaste of vloeibare biomassa, 0,1-0,5 MW th 0,052 0,053 Ketel op vaste of vloeibare biomassa, 0,5-5 MW th 0,028 0,029 Ketel op vaste of vloeibare biomassa, 5 MW th 0,012 0,012 Ketel op vloeibare biomassa 0,022 0,023 Ketel industriële stoom uit houtpellets 0,012 0,012 Thermische conversie van biomassa, < 100 MW e 0,014 0,015 104 Tabel 6: en voorlopig correctiebedrag SDE+ 2017: vergisting van biomassa Allesvergisting (hernieuwbaar gas) 0,015 0,016 Gecombineerde opwekking allesvergisting 0,021 0,022 Warmte allesvergisting 0,022 0,023 Vergisting en covergisting van dierlijke mest (hernieuwbaar gas) 0,015 0,016 Gecombineerde opwekking vergisting en covergisting van 0,021 0,022 dierlijke mest Warmte vergisting en covergisting van dierlijke mest 0,022 0,023 Vergisting van meer dan 95% dierlijke mest < 300 kw 0,015 0,016 (hernieuwbaar gas) Gecombineerde opwekking vergisting van meer dan 95% 0,030 0,031 dierlijke mest < 300 kw Warmte vergisting van meer dan 95% dierlijke mest < 300 kw 0,022 0,023 105 106 Tabel 7: en voorlopig correctiebedrag SDE+ 2017: bestaande installaties Verlengde levensduur allesvergisting, gecombineerde 0,021 0,022 opwekking Verlengde levensduur vergisting en covergisting van dierlijke 0,021 0,022 mest, gecombineerde opwekking Verlengde levensduur allesvergisting (hernieuwbaar gas) 0,015 0,016 Verlengde levensduur allesvergisting (warmte) 0,012 0,012 Verlengde levensduur vergisting en covergisting van dierlijke 0,015 0,016 mest (hernieuwbaar gas) Verlengde levensduur vergisting en covergisting van dierlijke mest (warmte) 0,012 0,012 107 Pagina 5 van 6

108 109 110 111 112 113 114 115 116 117 118 119 120 121 122 123 124 125 126 127 128 129 130 131 132 133 134 135 136 Disclaimer Hoewel de informatie in dit rapport afkomstig is van betrouwbare bronnen en de nodige zorgvuldigheid is betracht bij de totstandkoming daarvan kan ECN geen aansprakelijkheid aanvaarden jegens de gebruiker voor fouten, onnauwkeurigheden en/of omissies, ongeacht de oorzaak daarvan, en voor schade als gevolg daarvan. Gebruik van de informatie in het rapport en beslissingen van de gebruiker gebaseerd daarop zijn voor rekening en risico van de gebruiker. In geen enkel geval zijn ECN, zijn bestuurders, directeuren en/of medewerkers aansprakelijk ten aanzien van indirecte, immateriële of gevolgschade met inbegrip van gederfde winst of inkomsten en verlies van contracten of orders. Pagina 6 van 6