Vergelijkbare documenten
BIJLAGE AANHANGSEL. bij. Voorstel voor een Besluit van de Raad

Jane. Montage instructie. Montage instructie... 1 Het inklappen van Jane Tips en aandachtspunten Wat er mis kan gaan...

Uw eigen broedhok bouwt u zo

Telefoonhoesje. Patroon 1 Patroon 2 Patroon voor zelfhechtende voering

M O N T A G E - I N S T R U C T I E S D E U R E N

FHN Reglementen. Behendigheid Toestellen

Bamboe verbindingen. Een analyse van mogelijke verbindingen met bamboe op basis van kracht opname, sterktes, zwaktes en oplossingen


PADDY. Alternatief. Jan van Leeuwen

Montagehandleiding Nuage Classic en Actif. op Life&Mobility Canto NXT (met Aura)

Controle van de neerwaartse beweging van de automatische kap bij de WD6

Ubbink indak bevestigingssysteem voor zonnepanelen

ZONNEBOILER INSTALLATIE - INSTRUCTIE. voor een collector gemonteerd op panlatten.

Patroon en werkbeschrijving grote en kleine tas

Zelf een kinderbed maken - HORNBACH

PoWErWEar. Kan werkkleding functioneel, duurzaam en praktisch zijn en er toch verbazingwekkend goed uitzien?

MANCAVE Hij heeft een ruimte. Hij heeft tijd. En niemand houdt hem tegen.

Checklist toestellen 2018

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Modelvliegtuigbouw. Leerlingenhandleiding. De Fantra VMBO II. Auteur; Wout Heijne. Lay out Jeroen van den Brand

Welkomstgroet. Proficiat met de aankoop van een Mountain Buggy Reiswieg.

Inhoudsopgave Element (0,5m x 0,8m)

Genaaide organizer. Knutselidee. com N

Tech Card - TechBot 4 TechBot 4 is een waar genie! Zet een parcours uit en kijk of je hem kunt programmeren om de obstakels te vermijden.

dit patroon is gratis ter beschikking gesteld door Anja Toonen

PLAATSINGSINSTRUCTIES DUOFUSE POORTJE

3M Traffic Safety Systems. Diamond Grade Contourmarkering. Zichtbaar beter. zichtbaar veiliger

BE YARNER Alimaravillas. Copyright FIL KATIA, S.A.

Instructie montage en gebruik van de huif

Bouwbeschrijving speed

Montage-instructies voor de grootte 191 x 111 x 195 cm

Principe Solar Dakinstallatie T.Solaris Zonnepaneel- Elementen

Ribbon Shopper met leren bodem - Klein

Koelkist inbouwen bij Rapido Confort / Record / Export.

Montage van de zijspan carrosserie.

Owner's Manual. Baby Carrier Original. BabyBjörn.

De Opstapper. Zou de plankhoogte 50mm hoger zijn en de opstaphoogte 200mm blijven, dan zou de verstelling van de steun

Montage-instructies voor de grootte 311 x 231 x 210 cm

Patroon Een bijzonder mooie tas

Enveloppen. nieuwe richtlijnen vanaf 1/1/2008

HET LANDLEVEN-KIPPENHOK

Bevestig de kraanhaak van het hefwerktuig in het hijsoog van de klem. Indien de kraanhaak te groot is voor het hijsoog gebruik dan een voorloper.

TOEBEHOREN OP MILITAIRE WIELVOERTUIGEN

Deel II : Montagehandleiding Van n Bike model 2018

Stappenplannen Schutting plaatsen

Algemene meubelhandleiding

Happy Easter. Happy Easter Ca. 28 x 35 cm. Ellie s Quiltplace

Bewaarmand met leren bodem Vierkant - Klein

Handleiding valbeveiliging

BROERSMA SYSTEEMBOUW B.V. OPPERKOATSTERWEI 6, 9288 GK. KOOTSTERTILLE, TEL FAX

WELSTANDSBEOORDELINGEN STADSBOUWMEESTER A M E R S F O O R T. Verslag d.d

De Haagse. Fotokarton snijden met de Speed Mat. Door. Johan van den Broek

VLAKBANKBEVEILIGING MET PARALLELGELEIDING 1972 Blz. 1

AANWIJZINGEN VOOR DE CONSTRUCTIE EN HET GEBRUIK VAN VANGNETTEN 1963 blz.1

PLAATSINGSINSTRUCTIES DUOFUSE POORTJE

Handleiding algemeen

Patroon Stoere, Chique, Fluffy Tas

Wisknutselen in de klas: creatief met wiskunde

Installatiehandleiding plaatsen van twee zonnecollectoren op een schuindak

Sella by jaar. #Sella 2/9

Onderzoek van de drakenfiguur

SUB PVE 10/00 SPECIFICATIE: PET- EN HOED EMBLEMEN T.B.V. - KL - KMAR ONDERDEEL VAN GENERIEK PVE : R.M.E. van Roekel-Boerhout.

VN/ECE Reglement nr. 73 zijafscherming

TUTORIAL ROEZELROKJE

bathroom design douchecabines LITHO kwartrond

105077/00 PROGRAMMA VAN EISEN DROPPOUCH, BEEN KPU-BEDRIJF / AFDELING KETENMANAGEMENT / SECTIE TECHNIEK

Installation instructions, accessories. Skibox. Volvo Car Corporation Gothenburg, Sweden. Instructienr. Versie Ond. nr

Cursus KeyCreator. Oefening: tekenen van een dakkapel

Just SEW It! Rits toepassingen. ~ Rits Tips ~ Rits in het midden van een project ~ Blinde rits ~ Zichtbare rits

Keukenkast maken. Matériaux Outils. Pattex houtlijm 'PU-Construct' 250gr. Accuschroefboormachine. Sencys rolmeter chroom 5 m. Grepen.

Bouwbeschrijving RBC Delta 400 door Ben Caris.

MANCAVE Hij heeft een ruimte. Hij heeft tijd. En niemand houdt hem tegen.

Schuif dit gemonteerde deel in het rechter profiel van het BASISFRAME. Schuif het profiel nog iets verder tot het middelpunt zich op 16 cm van de

Checklist toestellen Commissie Agility, Raad van Beheer 1

Bijlage 2. Bijlage 2 van de Regeling verkeersregelaars 2009, zoals geldend op 19 december 2016 zie voor de vigerende tekst

Assemblage en montage van. Solidare Verso. Verandazonwering (onder gemonteerd)

MacBook Pro 15 "Core 2 Duo model A1211 Inverter / Camera Cable Replacement

Instructie. structieboekje. Knopen! Auteur: Jules Renkens

Inhoud montage zakje. 1 x Monteersleutel. 2 x Kabelbinder 200 x 4,8 mm. 4 x Bout met schroef M6x25. 4 x Zelfborgende moer M6

NL BOSAL TOURER Gebruiksaanwijzing voor fietsendrager E4-26R

DE KAATSHANDSCHOEN: LASTENBOEK (jaar 2019) bestemd voor de handschoenfabrikanten 1. Handschoen die vervaardigd mag worden : Enkel de handschoen van

Keukenkast maken + greepjes aanbrengen

Reglementsaanpassingen cq correcties op reeds gepubliceerd Veiligheids- en Technisch Reglement op 9 december 2013 Wijziging No.01

Basisgids quilten Een quilt maken 1 Materialen en apparatuur voorbereiden

Design SSV. EE4- Building a SSV - Team PM1. 9 mei 2014

Montagehandleiding. Voordat u start met het plaatsen van het Twist-Fix lijnsysteem, controleer of de volgende artikelen aanwezig zijn:

Grasmand met flexibele bodem 5010-serie maai-eenheden van 56 cm en Reelmaster 3550/5010-H-serie achterste maai-eenheden van 56 cm WAARSCHUWING

het overnemen en kopiëren van a Uitgegeven door: Tartu Media B.V. - Onderdeel van Uitgeverij De Bruijn Media

Kijkwijzer beeldenpark Een Zee van Staal (foto s Michiel Jansen)

MONTAGE HANDLEIDING ROLLUIK

my baby carrier NEDERLANDS GEBRUIKSAANWIJZING LET OP! BEWAAR DE GEBRUIKS- AANWIJZING VOOR LATERE REFERENTIE!

Montage instructie Enkeldeurs in de wand schuivend

EDGE. Geschikt voor industrieel wassen. Schuine dijbeenzak voor betere toegankelijkheid. Voorgevormde knieën voor meer comfort WERKBROEK EDGE

BESTEKBESCHRIJVINGEN

Werkbeschrijving Bibieke s luierpatroon

Beschrijving pak Mario(rood)/Luigi(groen)

Lees eerst de hele beschrijving door zodat je geen verrassingen tegenkomt en daardoor teleurstellingen.

TRAMAT.EU. Bandoverkappingen. Brochure 7.1

Rambling Rose Shawl. Deel vier

Voorproefje boekwerk TRIX EXPRESS startverpakkingen

Transcriptie:

De infanterieschop De uitvinder van de infanterieschop (Linnemannschop) was de Deense kapitein M.J.B. Linnemann (1830-1889). Tijdens de Eerste Sleeswijk-Holsteiner oorlog tegen de Pruisen (1848-1850) diende hij als vrijwilliger bij de infanterie, werd reserveofficier en na de oorlog beroepsofficier. In de Duits-Deense oorlog in 1864 was hij compagniescommandant en werd hij voor betoonde moed onderscheiden met het Ridderkruis van de Dannebrog-Orde. In 1867 werd hij benoemd tot kapitein. Tijdens deze laatste oorlog leed zijn compagnie zware verliezen door het Pruisische artillerievuur, hetgeen hem na de oorlog op de gedachte bracht om de infanterie meer bescherming te geven door deze zich in te laten graven. Hierbij gingen de gedachten uit naar borstweringen en loopgraven. Daar het voor de Genie onmogelijk was om snel en in grote hoeveelheden veldversterkingen aan te leggen, construeerde hij een kleine schop, de 'infanterieschop'. Deze schop kon gemakkelijk door iedere infanterist meegenomen worden en bood de gelegenheid zich snel in te graven. De Linnemannschop bestond uit een rechthoekig blad van 15 x 18 cm, dat door een daarop geklonken steelhouder en door twee ijzeren banden aan een houten steel was verbonden. Eén kant van het schopblad was als zaag geslepen, de andere kant was gescherpt en kon dienen als bijl. Ook kon de schop dienen als slagwapen. De totale lengte was 50 cm (afb. la). In maart 1867 vroeg en verkreeg Linnemann het Deense patent en diende tevens een voorstel in om de schop als standaard-uitrusting in te voeren bij de infanterie. Het ministerie van oorlog zond dat verzoek door aan de inspecteur der infanterie, generaal-majoor P.U. Scharffenberg, die het project afwees als zijnde niet-interessant voor militaire doeleinden. Nadelen zouden zijns inziens zijn, dat graven een zware en vermoeiende arbeid was en dat het demotiverend zou werken ten nadele van de aanval. Hierna werd het korps genietroepen verzocht advies te geven. Dat advies was wel positie, want proeven hadden uitgewezen, dat met de Linnemannschop sneller kon worden gewerkt dan met de reeds bekende lange en zware schop van de genie. Na vele proeven en lange discussies en onder druk van de Frans- Duitse oorlog in de zomer van 1870, werd de Linnemannschop - na enkele wijzigingen - bij legerorder van september 1870 officieel bij het Deense leger ingevoerd als 'infanterieschop 1870 Patent' (afb. 1b). De schop werd in een canvas foudraal met een lus aan de koppel gedragen en in het foudraal vastgehouden door een riem die om de steel werd geslagen en vastgezet aan een gesp (afb. 1c). Door een artikel in een Oostenrijks militair tijdschrift in 1868 kreeg de schop meer bekendheid, wat resulteerde in het invoeren (februari 1870) bij het Oostenrijks-Hongaarse leger. De verstrekkingsnorm was toen één schop per twee man. In de volgende jaren werd de schop ook geïntroduceerd in de Duitse, Zwitserse, Franse, Belgische, Roemeense en Russische legers en in 1876 bij onze Koninklijke landmacht. Alvorens het echter zover was werd hier, evenals in Denemarken, veel gediscussieerd door voor- en tegenstanders. Een en ander geschiedde ook via het tijdschrift voor het Nederlandse leger en dat in de overzeese bezittingen de 'Militaire Spectator'.

Ook hier was de tendens aanwezig dat manschappen, die zich hadden ingegraven, weer moeilijk vooruit te brengen waren. Bovendien zou men sneller vermoeid raken door het extra gewicht van de schop en het foudraal: 1,1 kg. Men ging toen nog steeds uit van de gedachte dat het pioniergereedschap op de wagens vervoerd diende te worden en dat de wagens zo dicht mogelijk achter de infanterie moesten rijden. Nadat de schop reeds een aantal jaren bij de landmacht in gebruik was, kwamen er voorstellen tot verbetering en werden zelfs geheel nieuwe modellen ontworpen. Dit had zich ook reeds in Denemarken voorgedaan. In oktober 1876 werd - zoals eerder vermeld - de infanterieschop van het systeem Linnemann ingevoerd bij schrijven van M.v.O. 21 oktober 1876, nr 41P. Met het invoeren van deze schop kreeg de soldaat een permanent stuk pioniergereedschap, dat in de toekomst niet meer zou zijn weg te denken. Het blad was rechthoekig en 175 x 143 mm en was aan de linkerzijde als zaag geslepen. De steel was rond en had aan de bovenkant een knop. De steel was aan het blad vastgezet door middel van een steelhouder en een band en vastgeklonken met zeven klinknagels. De totale lengte van de schop was 52 cm. De schop werd gedragen in een lederen foudraal met aan de bovenkant een brede draaglus voor het bevestigen aan de koppel. De schop werd geborgd door een lange riem die aan één kant vastzat aan het foudraal. De riem werd één keer om de steel geslagen en aan de tegenoverliggende zijde vastgegespt met een rolgesp (afb. 2a en b). Na 1915 veranderde het model van de schop. De zaagkant werd stomp geslepen en ook de bevestiging aan de steel werd gewijzigd. Het foudraal werd een half-open foudraal. De achterkant was van grijsgroen canvas waarop een - aan de onderzijde open - 30 mm brede lederen rand was genaaid, waartussen de schop kon worden geschoven. Foudralen met lederen achterkant kwamen echter ook voor. Op de rand was aan de linkeronderkant een kap met rolgesp en vaste passant genaaid. Aan de rechter onderkant zat een ca. 27,5 cm lange en 20 mm brede lederen riem. Nadat de schop in het foudraal was geschoven werd de riem één keer om de steel geslagen en daarna vastgegespt. Er waren twee soorten foudralen. De ene had aan de achterkant één draaglus en de andere had daar twee draaglussen. Dóór de draaglussen) kon de koppel worden geschoven. Het foudraal met de twee draaglussen werd in de jaren dertig ingevoerd. De bajonetdrager kon tussen de beide lussen geschoven worden en daarna de bajonet met de riem van het foudraal worden vastgemaakt, zoals reeds vóór 1914 in het Duitse leger werd toegepast. Het foudraal werd met de open zijde naar buiten gedragen (afb. 3). De schop en het foudraal bleven in gebruik tot mei 1940. In 1934 werd echter in het 'Voorschrift Inrichtingen Stellingen' deel II Pionieren, een nieuw model pioniersshop aangekondigd en de bestaande schop als 'oud model' aangeduid. Bij deze nieuwe schop was het blad rechthoekig, l5 cm breed en 21 cm hoog en de zijkanten waren niet afzonderlijk bewerkt. De steel was langer en had aan de bovenzijde een kruk. De steel was aan het blad vastgezet door middel van twee verzonken klinknagels. De totale lengte was 60 cm. Ondanks de vele nasporingen in de diverse musea, heb ik een dergelijk model schop niet aangetroffen.

De Britse pioniersshop (afb. 4) De in mei 1940 naar Groot-Brittanië uitgeweken Nederlandse militairen kregen pas in 1941 opnieuw een pioniersshop. Deze van oorsprong Britse pioniersshop werd reeds in 1908 bij het Britse leger in gebruik genomen. Na beproevingen met een ander model schop in het begin van de jaren '30 werd het model 1908 in 1941 opnieuw ingevoerd met een foudraal MK 1937. De pioniersshop bestond uit een schop met pik, steel en foudraal. De schop bestond uit een blad met driehoekige punt en aan de tegenoverliggende zijde een korte, 25 mm brede pik. Bij de schop behoorde een ca. 46,5 cm lange houten steel. Het ene einde van de steel was uitgevoerd met een metalen mantel, waarover de schop werd geschoven. Aan het andere einde van de steel werd gedurende de Tweede Wereldoorlog een metalen bajonetnok geplaatst, waarop de korte Lee Enfield bajonet nr 4 geplaatst kon worden om die dan te gebruiken als 'mijnenprikker' bij het zoeken naar landmijnen. Het foudraal was elipsvormig, aan de bovenzijde gedeeltelijk, aan de onderzijde geheel vastgestikt en aan het eind van de stiksels vastgeklonken door een klinknagel. Aan de bovenzijde bevonden zich daartoe twee korte kappen met schuifgesp met één open been, ter bevestiging aan de draagriemen. Aan de rechterzijde een korte sluitriem die bevestigd werd aan een schuifgesp op de voorzijde van het foudraal. Ter hoogte van de linker en de rechter gesp was een riemlus aangebracht, waardoor de steel van de pioniersshop werd gestoken en daarná aan de rechterzijde werd vastgegespt met de sluitriem. Er waren modellen met een extra sluitriem aan de rechter zijkant van het foudraal, die met een drukknoop werd vastgemaakt aan de riemlus, waardoor het uitschuiven van de steel werd voorkomen. De schop en het foudraal waren hier in gebruik van 1941 tot 1945 (op de man verstrekt) daarna incidenteel soms nog bij kleine opleidingsoefeningen. Het foudraal werd horizontaal gedragen. De pionierschop, tweedelig In 1955 werd bij de landmacht een nieuw model pionierschop in gebruik genomen. Deze van oorsprong Duitse schop was reeds in 1938 bij het Duitse leger ingevoerd. De pioniersdrop bestond uit twee delen: de steel en een blad met driehoekige punt. Het blad was scharnierend aan de steel bevestigd en kon in drie standen - recht, onder een hoek van 90 en opgeklapt - worden vastgezet door middel van een bakelieten ringmoer. Het blad was aan de bovenkant verstevigd met een geklonken metalen strip en in de lengte door drie ribben. Het was aan de voor- of achterzijde gemerkt met het fabrieksmerk en het jaar van aanmaak, soms ook met het teken van het Waffenambt en nummer. De houten steel was voorzien van een knop. Het foudraal was van canvas (of van geperst karton) met op de voorzijde ca. 25 mm brede lederen randen, waar de schop tussen werd geschoven. Bij het eerste model rustte de punt van de schop in een metalen steunplaat. De schop werd op zijn plaats gehouden door een horizontale lederen strip met drukknoop en een brede lederen sluitriem. Het tweede model was voorzien van een lederen klep met smalle sluitriem. Hierbij was de metalen steunplaat weggelaten (afb. 5). Aan de achterzijde van beide foudralen was een lederen draaglus bevestigd en aan de linkeronderzijde een smalle lederen lus om de bajonetschede door te steken. Alle verbindingen waren genaaid en/of geklonken.

Het was deze schop, die door het Amerikaanse leger in 1943 in Noord-Afrika werd buitgemaakt. Enigszins gemodificeerd werd hij als M 1943 in het Amerikaanse leger ingevoerd. De modificatie bestond hoofdzakelijk uit het laten vervallen van de verstevigingsribben en de verstevigingsstrip op het blad. Voorts werd het blad aan de bovenzijde haaks omgebogen. De schop heeft een gladde houten steel en is op het blad, ter hoogte van het scharnier, gemerkt met US of USA, een fabrieksnummer en een jaartal (afb. 5a). De Duitse schop - uit de overtollige Wehrmachtvoorraden - werd in het begin van de jaren 'S0 door defensie voor de landmacht aangekocht. Het eerste Duitse foudraal diende als voorbeeld voor het eerste Nederlandse foudraal. De Duitse merktekens werden uit het blad van de schop verwijderd. De schop werd in 1955 - als pioniersdrop, tweedelig - in gebruik genomen. Later werden ook schoppen van Amerikaans model gebruikt. Gelijk met de pioniersdrop werd - zoals hierboven reeds vermeld - een open foudraal verstrekt met een canvas achterstuk. Op de voorzijde is een lederen band genaaid (30 mm breed). Deze band loopt in een bredere punt uit (60 mm). Het foudraal wordt gesloten door een verticale canvas riem met drukknoop en een horizontale lederen riem, eveneens met drukknoopsluiting. Aan de achterzijde is een draaghaak bevestigd (afb. 6b). Onder de draaghaak zijn merktekens aangebracht als: M.v.O., fabrieksinitialen, een fabrieksnummer en een jaartal. Dit foudraal werd in het midden van de jaren '60 vervangen door een Amerikaans canvas foudraal en een Nederlands foudraal van Amerikaans model (afb. 6c). Het Amerikaanse model heeft een draaghaak, die in drie standen verstelbaar is; het Nederlandse model heeft een vaste draaghaak. Het laatste model is onder de haak gemerkt met KL, Nato stocknummer, fabrieksnummer, naam van de fabrikant en een jaartal. Het open foudraal is een kopie van die, welke bij het Duitse leger in gebruik was (zie boven). De pioniersdrop wordt aan de koppel gehangen door middel van de draaghaken aan het foudraal, direct links van de linkerachterste gesp. Nadat de eerste pantserinfanteriegevechtsvoertuigen (1963-1964) in gebruik waren genomen, kreeg de infanterie problemen met het in - en uitstappen en bij het zitten in deze voertuigen, daar de lange steel van de pioniersdrop e.e.a. belemmerde. Het gevolg hiervan was, dat de pioniersdrop ondersteboven aan de koppel werd bevestigd. De steel werd dan achter de rechter draagriem geschoven en soms bijeengehouden door een lus van touw of elastiek, die zowel om de steel als om de draagriem was geknoopt. Een nadelig gevolg van dit dragen was, dat men de schop veelvuldig verloor, daar het gewicht van de schop op de foudraalsluiting rustte, die daar niet op berekend was. Met het invoeren van het canvas foudraal werd dit grotendeels verholpen. De pioniersdrop, driedelig (afb. 7) Met ingang van de lichting 1978-6 werd een nieuw model pioniersdrop ingevoerd. De schop is van het model zoals ook bij het Duitse leger wordt gebruikt en die oorspronkelijk afkomstig was van het Amerikaanse leger, waar hij in 1965 werd ingevoerd. De schop werd in 1977 door het Duitse leger aangekocht, beproefd, en na enkele kleine wijzigingen in produktie genomen. Terzelfdertijd werd de schop - na enkele proefmodellen - in 1977 ook voor de landmacht aangekocht. De beproeving geschiedde in samenwerking met het Duitse leger. Na de beproeving werd de scharnieras van de Nederlandse schop, vervangen door een bout met moer, waardoor de geklonken scharnieras verviel. Ook de schroefdraad in

de ringmoer en op de steel werd gewijzigd door er een trapeziumvormig schroefdraad in/op aan te brengen en tevens in de moer - in de lengte - twee gleuven te frezen. Hierdoor kan de moer, ook als hij erg vervuild is, makkelijk worden los en vast gedraaid. De schop is in drie delen in te vouwen en bestaat uit een greep, een steel en een blad met driehoekige punt. Het blad is aan de linkerzijde voorzien van een getande rand en aan de rechterzijde van een snijrand. Aan de bovenzijde is het blad haaks omgezet. Op het blad zijn een scharnier en twee nokken aangebracht. De steel is aan de onderzijde voorzien van een verstelbare ringmoer, die - als het blad is uitgeklapt in de hak - of schepstand - tegen de twee nokken wordt gedraaid, waardoor het blad wordt vastgezet. De greep vormt een gesloten driehoek en is scharnierend verbonden aan de steel. In de ingeklapte en in de uitgeklapte stand wordt hij gefixeerd door een schroefvormige veer, een geleider en een drukplaat die zich in de steel bevinden. In het blad is het Nato stocknummer (NSN) aangebracht, terwijl in het handvat de laatste twee cijfers van het produktiejaar, voorafgegaan door de letters 'KL', zijn geperst. Tegelijk met de pioniersdrop werd een foudraal verstrekt, gemaakt van kunststof. Het foudraal heeft de vorm van de ingevouwen schop en wordt door een klep met dubbele drukknoopsluiting afgesloten. Door middel van verschuifbare haken aan de achterzijde kan het foudraal aan de koppel bevestigd worden. De kleur van het foudraal is legergroen. De pioniersdrop met foudraal wordt midden achter aan de koppel gedragen. Momenteel zijn er bij de landmacht twee modellen pionierschopper in gebruik en vier soorten foudralen. BRONNEN - Koninklijk Nederlands Leger- en Wapenmuseum 'Generaal Hoefer'. - VI-PSU. - Angolia, J.R. Uniforms & traditions of the German Army 1933-1945, J.R. Angolia. - San José : Bender, 1987. Vol. 3. - Talens, M. De uitrusting van de Nederlandse soldaat sinds 1813 / M. Talens. - (S.L. : s.n.), (198-). Manuscript. - Tekeningen: M. Talens - Met dank aan Arne Hoff, Denemarken. - Deense Legermuseum, Kopenhagen.