Installatie van Elektrische apparatuur in ATEX zones IECEx 05 Ex 003 + 006
Voorstellen Ir. Andries Brakke IAB Ingenieurs te Appingedam (NL) IECEX 05 gecertificeerd Opzetten en geven van trainingen op het gebied van explosieveiligheid Samenwerking met Adinex in Herentals (B)
Fouten bij elektrische installaties in Ex-zones Onjuiste keuze van apparatuur (gaat gelukkig vaak goed, maar soms ook niet) Onjuiste keuze van kabelinvoeren (wartels) Onjuiste keuze van kabels Onjuiste afwerking van kabels en aders Aardingen niet aangesloten Etc. Herstellen kost veel werk en tijd Beter in 1 keer goed doen
Wat willen we maken? lamp Deze kabel gaan we aansluiten lichtschakelaar hoofdschakelaar lasdoos of junction box STELLING Het aansluiten van de lamp mag wettelijk gezien uitsluitend door een persoon met een geldig IECEx05 Ex003 certificaat. Juist of onjuist?
Voordat we aan de slag gaan. 1. Welke eisen gelden er voor installatie van apparatuur in ATEX zones? 2. Welke kwalificaties gelden er voor personeel? 3. Welke informatie is nodig voor de juiste keuze van het materieel? 4. Hoe werken we veilig aan een elektrische installatie in Ex gebied? 5. Welke eisen gelden er voor kabels, wartels en aansluitingen? Gedurende de uitleg de aanleg van de lamp, met eisen voor kabels, etc. Kennis van de beschermingswijzen 6. De eerste gedetailleerde inspectie 7. Inschakelen van de lamp
1. Welke eisen gelden er voor installatie van elektrische apparatuur in ATEX zones? IEC 60079-14 eisen voor het ontwerp, de keuze, de opstelling en de inspectie voor eerste inbedrijfstelling van elektrische Ex-installaties In België in het AREI art. 105 110 wettelijke bepalingen Dit is te zien als een deel van de IEC 60079-14 Een correct ontwerp is essentieel voor de juiste installatie (IECEx 05 Ex009) IEC 60079-14 is een aanvulling op de standaard eisen aan installaties Dus ook de eisen uit de NEN 1010 in Nederland of AREI in België zijn van toepassing IEC 60079-14 geldt voor al het elektrisch materieel inclusief vast, verplaatsbaar, draagbaar en persoonlijk, en voor permanente of tijdelijke installaties.
2. Welke kwalificaties gelden er voor personeel? Ontwerpen, keuze van apparatuur, installatie en inspectie van apparatuur mag uitsluitend geschieden door bekwame personen. Aantoonbare competentie van personen: Toegesneden op de aard van het werkzaamheden. Basisopleiding + met regelmaat een opfristraining of opleiding. De IECEx 05 persoonscertificering kan worden gebruikt voor het aantoonbaar maken van de competenties. Competent = kennis + vaardigheden ( 4.5 + bijl. A van IEC 60079-14) Praktijk: veel voorbeelden van hoe het niet moet, vaak veroorzaakt door de onwetendheid van de uitvoerende monteur. Dus: een uitvoerende moet aantoonbare kennis moet van de IEC 60079-14.
3. Welke informatie is nodig voor de juiste keuze van het materieel? De zone-indeling van het gebied waar het materieel wordt geplaatst en het vereiste beveiligingsniveau (EPL), indien aangeven. De gasgroep of stofgroep van de zonering De temperatuurklasse / temperatuur van de zone bij gassen / stoffen De omgevingscondities, zoals temperatuur en overige uitwendige invloeden Alle documentatie en tekeningen vormen het zogenaamde verificatiedossier
Installatie van een verlichtingsarmatuur In zone 2 IIC T6 EPL Gb veroorzaakt door zwavelkoolstof Netscheider Ex 2G Ex de IIC T6 Lasdoos Ex 2G Ex e II T6 Schakelaar Ex 2G Ex de IIC T6 Lamp Ex d IIC T6 Zijn alle specificaties in orde? Dan..
4. Hoe werken we veilig aan een elektrische installatie in Ex gebied? WerkvergunningC Gasvrijverklaring + mobiele gasdetectie C Juiste PBM C Veilig stellen, de 5 essentiële stappen Afschakelen en scheiden C Vergrendelen en labelenc Spanningsloosheid aantonen (met dubbelpolige spanningsaanwijzer) C Aarden en kortsluiten (indien nodig) Afschermen (indien nodig) Aan de slag
5. Welke eisen gelden er voor kabels, wartels en aansluitingen? Kabels voor vaste aanleg in een Ex-zone moeten bestand zijn tegen de omgevingsinvloeden en moeten: een mantel hebben van thermoplastisch, thermohardend of elastomeer materiaal, rond en compact zijn, elke bedding of mantel moet geëxtrudeerd zijn, aanwezige vulstoffen moeten niet-hygroscopisch zijn of Kabels dienen bij voorkeur gasdicht te zijn. Middels een test, zie IEC 60079-14 bijlage E, kan worden vastgesteld of kabels voldoende gasdicht zijn. Ook dient rekening te worden gehouden met vlamvoortplanting via kabels.
Eisen voor aansluitingen, aders, aansluitklemmen, etc. Belangrijk bij het aansluiten van kabels op aansluitklemmen is het vooraf lezen van de instructies van de fabrikant. Aansluitingen zodanig zijn gemaakt dat er geen onnodige grote krachten op de aansluitingen worden uitgeoefend. Uiteinden van aders die bestaan uit samengeslagen draden moeten zijn voorzien van adereindhulzen of kabelschoenen of moeten goed onder de klemmen kunnen worden aangebracht, volgens de instructies van de fabrikant. Het uiteinde van elke ongebruikte ader in meeraderige kabels moet in gevaarlijke gebieden moet zijn verbonden met aarde of op passende wijze zijn geïsoleerd met klemmen die geschikt zijn voor de beschermingswijze. Isoleren met alleen isolatietape (plakband) is niet toegestaan.
Beschermingswijzen elektrische apparatuur Beschermingswijze = manier van beveiligen om te voorkomen dat elektrische apparaten een ontstekingsbron kunnen zijn 3 basis principes Geen vonken of hoge temperaturen Ex i, e, n Geen mengsel aanwezig bij de apparatuur Ex p, m, q, o Ontploffing kan zich in het apparaat voordoen maar gaat niet naar de omgeving en geen beschadiging Ex d Niet iedere beschermingswijze kan in elke zone worden gebruikt, zie categorie aanduiding op apparatuur en ATEX vouwboekje
Beschermingswijze Ex e verhoogde veiligheid Verhoogde veiligheid Ex e Categorie 2 (eb) of 3 (ec) Volgens IEC 60079-7 Het meest toegepast Apparatuur door ontwerp veilig gemaakt Hoge betrouwbaarheid van isolatie, grotere kruipafstanden Speciale aansluitklemmen Aders goed geklemd en beschermd tegen losraken + diverse constructieve maatregelen Gasgroep II (voor alle gassen geschikt wat betreft de gasgroep)
Beschermingswijze Ex d drukvaste behuizing Drukvast omhulsel Ex d (cat.2) Volgens IEC 60079-1 Indeling is gas groepen A, B en C (MESG) II-A = methaan, butaan, benzine, etc. II-B = ethyleen, etc. II-C = waterstof, acetyleen, zwavelkoolstof, etc. Wordt veel toegepast, vaak in combinatie met Ex e Bijv. contactblokken Ex d en behuizing Ex e In het Engels = flameproof enclosure Vonken kunnen aanwezig zijn in de behuizing en gas kan binnendringen, dus.. Explosie is mogelijk in de behuizing, maar er zullen geen vonken naar buiten komen en de behuizing is voldoende sterk
6. De eerste gedetailleerde inspectie Alles aangesloten en weer afgesloten? Praktijk: zou de lamp het doen? Alvorens een installatie in gebruik genomen mag worden dient er een gedetailleerde inspectie te worden uitgevoerd >>>>> STELLING Is de installatie van de lamp juist of onjuist?
Keuze kabelwartels
Keuze Ex d wartel volgens IEC 60079-14:2014 Voor nieuwe installaties (vanaf 2013) dienen de nieuwe voorschriften te worden toegepast. Een Ex d kabelwartel dient te voldoen aan één van de volgende voorwaarden: een Ex d kabelwartel met afdichtmiddel (ook wel compound wartel genoemd) een Ex d wartel zonder afdichtmiddel mits de kabels voldoende gasdicht* zijn en de kabel minimaal 3 lang is een Ex e wartel indien er een aansluitcompartiment Ex e aanwezig is * Het gasdicht zijn van de kabels is een voorwaarde om te voorkomen dat vlammen of vonken zich verplaatsen. In bijlage E van de IEC 60079-14 is een test beschreven De fabrikant van een kabel kan aangeven of de kabel al of niet aan de test voldoet. Voldoet een kabel niet aan de test van bijlage E van IEC 60079-14, dan moeten bij de kabelinvoer altijd compound wartels worden gebruikt.
Keuze Ex d wartel volgens IEC 60079-14:2009 / oude methode / wordt in UK nog steeds gebruikt
Tot slot Bedankt voor uw aandacht Als er vragen zijn? Voor meer informatie zie: www.iab-ingenieurs.nl www.adinex.be