de heer Uwe CORSEPIUS, secretaris-generaal van de Raad van de Europese Unie

Vergelijkbare documenten
Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Raad van de Europese Unie Brussel, 12 januari 2015 (OR. en)

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 20 mei 2014 (OR. en) 10071/14 Interinstitutioneel dossier: 2014/0134 (NLE) AVIATION 120 COEST 175 NIS 27 RELEX 437

*** ONTWERPAANBEVELING

Raad van de Europese Unie Brussel, 20 februari 2018 (OR. en)

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

de heer Uwe CORSEPIUS, secretaris-generaal van de Raad van de Europese Unie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 20 juni 2014 (OR. en) 11190/14 Interinstitutioneel dossier: 2014/0188 (NLE) AVIATION 137 ISR 2

Raad van de Europese Unie Brussel, 19 juli 2017 (OR. en)

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 17 mei 2010 (18.05) (OR. en) 9846/10 Interinstitutioneel dossier: 2010/0123 (NLE) EEE 18 BUDGET 30 MI 149

Raad van de Europese Unie Brussel, 21 april 2017 (OR. en)

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 14 februari 2012 (OR. en) 5651/12 Interinstitutioneel dossier: 2010/0361 (NLE) LIMITE

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 18 maart 2010 (19.03) (OR. en) 7701/10 Interinstitutioneel dossier: 2010/0053 (NLE) ACP 66 PTOM 10 COAFR 102

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD. betreffende de sluiting van de Internationale Overeenkomst van 2015 voor olijfolie en tafelolijven

Raad van de Europese Unie Brussel, 17 oktober 2017 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 13 januari 2015 (OR. en)

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 8 februari 2012 (09.02) (OR. en) 6293/12 Inte rinstitutioneel dossier: 2012/0021 (NLE)

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

Raad van de Europese Unie Brussel, 7 november 2016 (OR. en)

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 27 maart 2012 (28.03) (OR. en) 8173/12 Interinstitutioneel dossier: 2012/0056 ( LE)

Raad van de Europese Unie Brussel, 29 september 2014 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 18 augustus 2016 (OR. en)

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

A8-0249/139. Door de Commissie voorgestelde tekst

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 27 maart 2006 (29.03) (OR. en) 7813/06 Interinstitutioneel dossier: 2006/0037 (CNS)

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 27 januari 2012 (30.01) (OR. en) 5859/12 Interinstitutioneel dossier: 2012/0002 ( LE) FISC 15

Raad van de Europese Unie Brussel, 2 maart 2015 (OR. en)

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

Gewijzigd voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

6074/15 pro/adw/mt 1 DG B 3A

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 26 juli 2006 (27.07) (OR. en) 12036/06 Interinstitutioneel dossier: 2006/0121 (AVC)

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 20 maart 2012 (OR. en) 7909/12 Interinstitutioneel dossier: 2012/0052 ( LE) ACP 37 FI 217 PTOM 7

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 16 november 2007 (16.11) (OR. en) 15314/07 Interinstitutioneel dossier: 2007/0244 (CNS) LIMITE AGRILEG 171

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 9 februari 2010 (10.02) (OR. fr) 6290/10 Interinstitutioneel dossier: 2010/0011 (NLE) HR 8 CORDROGUE 25

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 19 februari 2012 (OR. en) 6596/13 Interinstitutioneel dossier: 2013/0050 ( LE) ECO 22 E T 54 MI 113 U ECE 6

Raad van de Europese Unie Brussel, 4 augustus 2017 (OR. en)

5307/10 VP/mm DG H 2 B

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 3 oktober 2013 (OR. en) 13408/13 Interinstitutioneel dossier: 2013/0020 (NLE) TRANS 466 MAR 126

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

Raad van de Europese Unie Brussel, 9 juni 2017 (OR. en)

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 1 februari 2010 (OR. en) 5306/10 Interinstitutioneel dossier: 2009/0189 (NLE) JAI 35 COPEN 7

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 16 augustus 2012 (OR. en) 12872/12 Inte rinstitutioneel dossier: 2012/0222 (NLE) AVIATION 117 RELEX 722

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

6424/15 rts/sv 1 DG B 3A

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 13 september 2007 (17.09) (OR. en) 12907/07 Interinstitutioneel dossier: 2007/0181 (CNS)

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 11 juni 2012 (12.06) (OR. en) 11197/12 Interinstitutioneel dossier: 2012/0145 (COD)

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Hierbij gaat voor de delegaties document D040155/01.

Raad van de Europese Unie Brussel, 14 april 2015 (OR. en)

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 23 december 2013 (OR. en) 18165/13 ADD 1 ENV 1234 ENER 599 IND 387 TRANS 692 ENT 355 SAN 553

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 23 december 2013 (OR. en) 18167/13 Interinstitutioneel dossier: 2013/0443 (COD)

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 4 september 2001 (06.09) (OR. fr) 11580/01 Interinstitutioneel dossier: 2001/0186 (COD)

Hierbij gaat voor de delegaties document COM(2017) 357 final. Bijlage: COM(2017) 357 final /17 fb DG D 2A. Raad van de Europese Unie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 12 december 2012 (OR. en) 17603/12 FISC 194

de heer Jeppe TRANHOLM-MIKKELSEN, secretaris-generaal van de

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Raad van de Europese Unie Brussel, 20 oktober 2014 (OR. en)

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

VR DOC.0989/3

Raad van de Europese Unie Brussel, 18 juli 2014 (OR. en)

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

MEMORIE VAN TOELICHTING

Raad van de Europese Unie Brussel, 12 maart 2015 (OR. en)

13425/17. de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

Raad van de Europese Unie Brussel, 6 april 2017 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 9 januari 2015 (OR. en)

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Raad van de Europese Unie Brussel, 13 oktober 2014 (OR. en)

INTERNATIONALE OVEREENKOMSTEN

13585/17 WST/sht/bb DGD 2

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

de heer Jeppe TRANHOLM-MIKKELSEN, secretaris-generaal van de

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 24 mei 2012 (OR. en) 10369/12 Interinstitutioneel dossier: 2010/0390 (COD)

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

de heer Jeppe TRANHOLM-MIKKELSEN, secretaris-generaal van de

de heer Jeppe TRANHOLM-MIKKELSEN, secretaris-generaal van de

Transcriptie:

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 23 december 2013 (OR. en) 18165/13 Interinstitutioneel dossier: 2013/0448 (NLE) VOORSTEL van: ingekomen: 20 december 2013 aan: Nr. Comdoc.: Betreft: ENV 1234 ENER 599 IND 387 TRANS 692 ENT 355 SAN 553 de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie de heer Uwe CORSEPIUS, secretaris-generaal van de Raad van de Europese Unie COM(2013) 917 final Voorstel voor een Besluit van de Raad betreffende de aanvaarding van de wijziging van het Protocol van 1999 inzake vermindering van verzuring, eutrofiëring en ozon op leefniveau bij het Verdrag van 1979 betreffende grensoverschrijdende luchtverontreiniging over lange afstand Hierbij gaat voor de delegaties document COM(2013) 917 final. Bijlage: COM(2013) 917 final 18165/13 hw DG E 1A NL

EUROPESE COMMISSIE Brussel, 18.12.2013 COM(2013) 917 final 2013/0448 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de aanvaarding van de wijziging van het Protocol van 1999 inzake vermindering van verzuring, eutrofiëring en ozon op leefniveau bij het Verdrag van 1979 betreffende grensoverschrijdende luchtverontreiniging over lange afstand {SWD(2013) 531 final} {SWD(2013) 532 final} NL NL

TOELICHTING Het Verdrag van 1979 betreffende grensoverschrijdende luchtverontreiniging over lange afstand (hierna "het verdrag" genoemd) is gesloten onder de auspiciën van de Economische Commissie voor Europa van de Verenigde Naties (VN/ECE) en vormt het belangrijkste internationale rechtskader voor samenwerking en acties om luchtverontreiniging en de schadelijke gevolgen daarvan voor de menselijke gezondheid en het milieu in de VN/ECEregio te beperken en geleidelijk te verminderen en te voorkomen, waarbij ook met name aandacht wordt besteed aan grensoverschrijdende luchtverontreiniging over lange afstand. Het verdrag is namens de Europese Economische Gemeenschap ondertekend op 14 november 1979 en goedgekeurd bij Besluit 81/462/EEG van de Raad van 11 juni 1981. 1 Tot op heden is het verdrag met acht protocollen aangevuld, waaronder het Protocol van 1999 inzake vermindering van verzuring, eutrofiëring en ozon op leefniveau (hierna "het protocol" genoemd). Dit protocol bevordert een benadering waarbij meerdere verontreinigende stoffen tegelijk worden aangepakt teneinde de overschrijdingen van de voor de menselijke gezondheid en de vegetatie kritische belasting inzake verzuring, kritische belasting met voedingsstikstof en kritische niveaus van ozon te voorkomen of tot een minimum te beperken. Daartoe stelt het protocol voor elke partij nationale emissieplafonds vast die uiterlijk in 2010 moeten worden bereikt voor de volgende vier luchtverontreinigende stoffen: zwavel (voornamelijk zwaveldioxide, SO 2 ), stikstofoxiden (NOx), ammoniak (NH 3 ) en vluchtige organische stoffen met uitzondering van methaan (NMVOS). Ter ondersteuning van de naleving van nationale emissieplafonds stellen de bijlagen bij het protocol emissiegrenswaarden vast om de uitstoot van luchtverontreinigende stoffen afkomstig van relevante categorieën van stationaire en mobiele bronnen bij de bron te bestrijden. De toetreding van de Gemeenschap tot het protocol is namens de Gemeenschap goedgekeurd bij Besluit 2003/507/EG van de Raad van 13 juni 2003 2. Het protocol is op 17 mei 2005 in werking getreden en is hoofdzakelijk in het EU-recht omgezet via Richtlijn 2001/80/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2001 inzake grote stookinstallaties 3 en Richtlijn 2001/81/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2001 inzake nationale emissieplafonds voor bepaalde luchtverontreinigende stoffen (hierna de "NEPrichtlijn" genoemd) 4. In overeenstemming met artikel 10, lid 2, van het protocol zijn de verplichtingen in 2005 en 2007 aan een toetsing onderworpen. Daaruit is gebleken dat er meer inspanningen moeten worden geleverd om te voldoen aan de doelstellingen in verband met het milieu en de menselijke gezondheid om kritische belastingwaarden en niveaus te realiseren met het oog op de duurzame bescherming van de menselijke gezondheid en het milieu. In 2007 zijn de partijen in onderhandeling getreden teneinde het protocol te wijzigen. Naar aanleiding van het onderhandelingsproces hebben de aanwezige partijen op de dertigste zitting van het uitvoerend orgaan van het verdrag bij consensus twee besluiten (Besluiten 2012/1 en 2012/2 van het uitvoerend orgaan) aangenomen tot wijziging van de tekst van het 1 2 3 4 PB L 171 van 27.6.1981, blz. 11. PB L 179 van 17.7.2003, blz. 1. PB L 309 van 27.11.2001, blz. 1. PB L 309 van 27.11.2001, blz. 22. NL 2 NL

protocol en de bijlagen daarbij en tot toevoeging van twee nieuwe bijlagen (X en XI) 5. Voorts hebben de partijen ook twee andere besluiten tot uitvoering van de bepalingen van het protocol (voorlopige toepassing van aanpassingen van nationale emissiereductieverplichtingen 6 of van nationale emissie-inventarissen) bij consensus aangenomen. 7 Besluit 2012/1 van het uitvoerend orgaan, dat strekt tot bijwerking van de definities van kritische belastingwaarden en kritische niveaus zoals vastgesteld in bijlage I bij het protocol, vereist geen bekrachtiging door de partijen. In overeenstemming met artikel 13, lid 4, van het protocol is deze wijziging op 7 maart 2013 meegedeeld aan alle partijen bij het protocol 8 en op 5 juni 2013 in werking getreden. Besluit 2012/2 van het uitvoerend orgaan wijzigt de hoofdtekst van het protocol en alle bijlagen daarbij (met uitzondering van bijlage I). In overeenstemming met artikel 13, lid 3, van het protocol moet dit besluit door de partijen worden bekrachtigd. Het gewijzigde protocol stelt nieuwe nationale emissiereductieverbintenissen vast die uiterlijk in 2020 moeten worden nagekomen voor de bovengenoemde vier luchtverontreinigende stoffen, alsook voor fijne stofdeeltjes (PM 2,5 ). Daarnaast bevordert het emissiereducties voor zwarte koolstof (milieuverontreinigende stofdeeltjes met een korte levensduur), werkt het de emissiegrenswaarden bij die in de bijlagen bij het protocol zijn bepaald, stelt het nieuwe normen vast voor het gehalte aan vluchtige organische stoffen met uitzondering van methaan in producten en vervolledigt het de rapportageverplichting van de partijen ten aanzien van de uitstoot van luchtverontreinigende stoffen en van de geboekte vooruitgang op het gebied van technologie en onderzoek. De wijziging van het protocol wordt omgezet in het EU-recht via verscheidene rechtsinstrumenten. Daartoe heeft de Commissie richtlijnen van het Europees Parlement en de Raad voorgesteld tot wijziging 9 van de richtlijn inzake nationale emissieplafonds en inzake beperking van de emissies van bepaalde verontreinigende stoffen in de lucht door middelgrote stookinstallaties 10. Beide richtlijnen zullen van toepassing zijn naast de bestaande Europese richtlijnen ter beheersing van emissiebronnen, waaronder Richtlijn 2010/75/EU van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 inzake industriële emissies 11. In het licht van het bovenstaande is het zinvol dat de Europese Unie de wijziging van het protocol aanvaardt. De bijlage bij dit besluit omvat de tekst met de wijzigingen van het protocol zoals vastgesteld in Besluit 2012/2 van het uitvoerend orgaan. 5 6 7 8 9 10 11 Besluiten 2012/1 en 2012/2, dertigste zitting van het uitvoerend orgaan van het verdrag, 30 april-4 mei 2012. De tekst van deze besluiten is beschikbaar op: http://www.unece.org/env/lrtap/multi_h1.html De nationale emissieplafonds, zoals bepaald in bijlage II bij het protocol, worden nu vervangen door nationale emissiereductieverbintenissen, zoals vastgesteld in bijlage II bij het gewijzigde protocol. Besluiten 2012/3 en 2012/4, dertigste zitting van het uitvoerend orgaan van het verdrag, 30 april-4 mei 2012. De tekst van deze besluiten is beschikbaar op: http://www.unece.org/env/lrtap/multi_h1.html Ref.: ECE/ENV/2013/30. COM(2013) XXX. COM(2013) XXX. PB L 334 van 17.12.2010, blz. 17. NL 3 NL

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD 2013/0448 (NLE) betreffende de aanvaarding van de wijziging van het Protocol van 1999 inzake vermindering van verzuring, eutrofiëring en ozon op leefniveau bij het Verdrag van 1979 betreffende grensoverschrijdende luchtverontreiniging over lange afstand DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE, Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 192, juncto artikel 218, lid 6, onder a), Gezien het voorstel van de Europese Commissie, Gezien de goedkeuring van het Europees Parlement, Overwegende hetgeen volgt: (1) Sedert de goedkeuring in 1981 12 is de Unie partij bij het VN/ECE-Verdrag betreffende grensoverschrijdende luchtverontreiniging over lange afstand. (2) Sedert de goedkeuring op 13 juni 2003 13 is de Unie partij bij het Protocol van 1999 inzake vermindering van verzuring, eutrofiëring en ozon op leefniveau bij het Verdrag betreffende grensoverschrijdende luchtverontreiniging over lange afstand. (3) De partijen bij het Protocol inzake vermindering van verzuring, eutrofiëring en ozon op leefniveau bij het Verdrag betreffende grensoverschrijdende luchtverontreiniging over lange afstand zijn in 2007 in onderhandeling getreden om de bescherming van de menselijke gezondheid en het milieu verder te verbeteren, door onder andere nieuwe emissiereductieverplichtingen vast te stellen voor bepaalde luchtverontreinigende stoffen die uiterlijk in 2020 moeten worden bereikt en de emissiegrenswaarden bij te werken om de uitstoot van luchtverontreinigende stoffen bij de bron te bestrijden. (4) De aanwezige partijen op de dertigste zitting van het uitvoerend orgaan van het VN/ECE-Verdrag betreffende grensoverschrijdende luchtverontreiniging over lange afstand hebben [bij consensus?] hun goedkeuring gehecht aan Besluit 2012/1 en Besluit 2012/2 tot wijziging van het Protocol inzake vermindering van verzuring, eutrofiëring en ozon op leefniveau bij het Verdrag betreffende grensoverschrijdende luchtverontreiniging over lange afstand. (5) Besluit 2012/1 is in werking getreden en is van kracht geworden op basis van de versnelde procedure als bedoeld in artikel 13, lid 4, van het protocol. 12 13 PB L 171 van 27.6.1981, blz. 11. PB L 179 van 17.7.2003, blz. 1. NL 4 NL

(6) Besluit 2012/2 moet door de partijen bij het protocol worden bekrachtigd in overeenstemming met artikel 13, lid 3, van het protocol. (7) De wijziging van het Protocol inzake vermindering van verzuring, eutrofiëring en ozon op leefniveau bij het Verdrag betreffende grensoverschrijdende luchtverontreiniging over lange afstand moet daarom namens de Europese Unie worden aanvaard, HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD: Artikel 1 De wijziging van het Protocol inzake vermindering van verzuring, eutrofiëring en ozon op leefniveau bij het Verdrag betreffende grensoverschrijdende luchtverontreiniging over lange afstand wordt hierbij namens de Unie aanvaard. De tekst van de wijziging van het protocol is bij dit besluit gevoegd. Artikel 2 De voorzitter van de Raad wijst de persoon aan die gemachtigd is om namens de Europese Unie de akte van aanvaarding neer te leggen als bedoeld in artikel 13, lid 3, van het Protocol inzake vermindering van verzuring, eutrofiëring en ozon op leefniveau bij het Verdrag betreffende grensoverschrijdende luchtverontreiniging over lange afstand, waarmee de instemming van de Europese Unie om door het gewijzigde protocol gebonden te zijn tot uiting wordt gebracht. Artikel 3 Dit besluit wordt van kracht op de dag waarop het wordt aangenomen. Gedaan te Brussel, Voor de Raad De voorzitter NL 5 NL