Gehanteerde maximum grondslag basispensioen en (geoorloofde) franchise betreft cijfers van het voorgaande jaar; deze worden jaarlijks aangepast.

Vergelijkbare documenten
Gehanteerde maximum grondslag basispensioen en (geoorloofde) franchise betreft cijfers van het voorgaande jaar; deze worden jaarlijks aangepast.

Gehanteerde maximum grondslag basispensioen en (geoorloofde) franchise betreft cijfers van het voorgaande jaar; deze worden jaarlijks aangepast.

De premiegrondslag bestaat uit twee delen:

Gehanteerde maximum grondslag basispensioen en (geoorloofde) franchise betreft cijfers van het voorgaande jaar; deze worden jaarlijks aangepast.

De premiegrondslag bestaat uit twee delen:

Gehanteerde maximum grondslag basispensioen en (geoorloofde) franchise betreft cijfers van het voorgaande jaar. Deze worden jaarlijks aangepast.

De premiegrondslag bestaat uit twee delen:

De premiegrondslag bestaat uit twee delen:

55 0,738 0, ,783 0, ,831 0, ,882 0, ,939 0, ,000 1,000

55 0,755 0, ,797 0, ,842 0, ,891 0, ,943 0, ,000 1,000

55 0,718 0, ,765 0, ,816 0, ,872 0, ,933 0, ,000 1,000

REKENREGELS BEHOREND BIJ DE UITVOERINGSREGELING PENSIOENREGLEMENT 2006 FLEXIBILISERINGSFACTOREN 2015

AFKOOP- EN FLEXIBILISERINGSFACTOREN 2018 STICHTING PENSIOENFONDS VAN DE GROLSCHE BIERBROUWERIJ VERSIE 2018

AFKOOP- EN FLEXIBILISERINGSFACTOREN 2019 STICHTING PENSIOENFONDS VAN DE GROLSCHE BIERBROUWERIJ VERSIE 2019


Bijlage 1 t/m 4. Pensioenreglement voor deelnemers geboren voor 1 januari Stichting Pensioenfonds SCA. 1 januari 2014 t/m 31 december 2016

Stichting ING CDC Pensioenfonds. Tabellenboek 2017 (concept)

Stichting NN CDC Pensioenfonds. Tabellenboek 2017 (concept)

Stichting ING CDC Pensioenfonds. Tabellenboek 2018

Stichting ING CDC Pensioenfonds. Tabellenboek 2019

Stichting NN CDC Pensioenfonds. Tabellenboek 2018

Stichting NN CDC Pensioenfonds. Tabellenboek 2019

Tabellenboek. geldig van 1 januari 2015 tot en met 31 december Duidelijk over dadelijk

bijlagen 2014 behorende bij het pensioenreglement

bijlagen 2013 behorende bij het pensioenreglement

Tabellenboek. geldig van 1 januari 2016 tot en met 31 december Duidelijk over dadelijk

Tabellenboek. geldig van 1 januari 2015 tot en met 31 december 2015 TRANSPARANT OVER ELKE FASE

Stichting ING CDC Pensioenfonds. Tabellenboek 2016 (concept)

BIJLAGENREGLEMENT BIJ PENSIOENREGLEMENT 2016 VAN PENSIOENSTICHTING TRANSPORT

Factorenreglement. Pensioenreglement. behorende bij het. van. Stichting Pensioenfonds Capgemini Nederland. gevestigd te Utrecht

Flexibele elementen/ factoren (versie 2013) behorende bij het. Pensioenreglement. van. Stichting Pensioenfonds Capgemini Nederland

1. Uitruil ouderdomspensioen in ouderdomspensioen met levenslang partnerpensioen na beëindiging van de arbeidsovereenkomst

Stichting Pensioenfonds PepsiCo Nederland. Bijlage Flexibiliserings- en afkoopfactoren en kerncijfers Stichting Pensioenfonds PepsiCo Nederland

Stichting Pensioenfonds Hunter Douglas. Tabellenboek 2015 Versie 1

Stichting Pensioenfonds ANWB. Tabellenboek 2018

Factorenreglement. Pensioenreglement. behorende bij het. van. Stichting Pensioenfonds Capgemini Nederland. gevestigd te Utrecht

1. Hoogte van het levenslang ouderdomspensioen bij vervroeging

Flexibele elementen/ factoren (versie 2012) behorende bij het. Pensioenreglement. van. Stichting Pensioenfonds Capgemini Nederland

Flexibele elementen/ factoren (versie 2015) behorende bij het. Pensioenreglement. van. Stichting Pensioenfonds Capgemini Nederland

GE European Pension Fund. Artesia Sectie

In reglement IV zijn de volgende flexibiliseringsmogelijkheden opgenomen:

Uitvoeringsrichtlijn betreffende de Flexibiliseringmogelijkheden

Factorenreglement. Pensioenreglement. behorende bij het. van. Stichting Pensioenfonds Capgemini Nederland. gevestigd te Utrecht

Stichting Pensioenfonds ANWB. Tabellenboek 2017

Factorenreglement. Pensioenreglement. behorende bij het. van. Stichting Pensioenfonds Capgemini Nederland. gevestigd te Utrecht

1 januari 2014 Bijlage bij het (Vroeg)pensioenreglement

1. Uitruil ouderdomspensioen in ouderdomspensioen met levenslang partnerpensioen na beëindiging van de arbeidsovereenkomst

1. Uitruil ouderdomspensioen in ouderdomspensioen met levenslang partnerpensioen na beëindiging van de arbeidsovereenkomst

1. Uitruil ouderdomspensioen in ouderdomspensioen met levenslang partnerpensioen na beëindiging van de arbeidsovereenkomst

F L E X I B I L I S E R I N G S - E N U I T R U I L F A C T O R E N P E R 1 J A N U A R I

Flexibele elementen/ factoren (versie 2013) behorende bij het. Pensioenreglement. van. Stichting Pensioenfonds Capgemini Nederland

Stichting Pensioenfonds voor de Woningcorporaties. Flexfactoren reglement

Flexfactoren reglement

Stichting Pensioenfonds voor de Woningcorporaties. Flexfactoren reglement

brochure pensioen in zicht Pensioen in zicht

Samenvatting DEPF reglementen Per 1 januari 2016

Actuariële factoren vanaf 1 januari 2017

Tabellenboek Stichting Pensioenfonds ING. Geldig vanaf

Ruil- en afkoopfactoren

Samenvatting DEPF reglementen Per 1 januari 2015

De in deze bijlage opgenomen factoren gelden vanaf 1 januari 2017 tot en met 31 december 2017.

Stichting Pensioenfonds Ford Nederland Pensioenreglement

Aanvulling 1 op Pensioenreglement 2011

REGLEMENT AANVULLINGSREGELINGEN PER 1 JANUARI 2006 STICHTING BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDS VOOR DE HANDEL IN BOUWMATERIALEN

Aanvulling 3 op het Pensioenreglement 2011

Bijlage I: Actuariële grondslagen flexibiliseringsfactoren per 1 januari 2018

Aanvulling 1 op het Pensioenreglement 2015

Tabellenboek Stichting Pensioenfonds ING. Geldig vanaf

Tabellenboek Stichting Pensioenfonds Smurfit Kappa Nederland. Geldig vanaf: Geldig tot:

Bijlage 2: Actuariële factoren

Bijlage 2: Actuariële factoren

Bijlage 2: Actuariële factoren

1. Hoogte van het levenslang ouderdomspensioen bij vervroeging

Samenvatting DEPF reglementen

Addendum bij de pensioenreglementen geldig vóór 1 januari 2018 van Stichting Pensioenfonds Lloyd s Register Nederland

Bijlage 1 behorende bij het pensioenreglement d.d. 1 januari 2017 van de Stichting Pensioenfonds ERIKS

1. Hoogte van het levenslang ouderdomspensioen bij vervroeging

Flexibiliseringsfactoren 2019 voor de kring RBS. Vervroeging. Uitstel

JE TIJD ANDERS INDELEN

Bijlage 2: Actuariële factoren

Bijlage 2: Actuariële factoren

Flexibilisering en afkoop van pensioen

Verhoging pensioen tot 72 jaar (Hoog-laagregeling), op leeftijd 65. Ouderdomspensioen van 65 tot 72 jaar

Middelloonregeling met voorwaardelijke toeslag. Een uitkeringsovereenkomst, ook wel Defined Benefit genoemd.

Tabellenboek Stichting Pensioenfonds ING. Geldig vanaf

Bijlage percentages en bedragen

Het in dit memo vermelde is van toepassing op de volgende omzettingsmogelijkheden:

Uitvoeringsrichtlijn betreffende de Flexibiliseringmogelijkheden

Bijlagen bij Pensioenreglement 2006

Flexfactoren 2019 Voorbeelden van flexibele mutaties. Pensioenfonds Avebe

- U bent actief deelnemer - U bent actief deelnemer én u neemt via uw werkgever deel aan de aanvullende pensioenregeling - U bent arbeidsongeschikt

Berekeningsfactoren. Inhoudsopgave

Stichting Pensioenfonds AT&T Nederland. AT&T Pensioenreglement. Bijlage met tabellen

Tabellenboek Stichting Pensioenfonds Smurfit Kappa Nederland. Geldig vanaf: Geldig tot:

Pensioenreglement I Abbott Stichting Pensioenfonds Abbott Nederland

Berekeningsfactoren. Inhoudsopgave

Stichting Pensioenfonds AT&T Nederland. Pensionering

Flexibiliseringsfactoren 2019 voor de kring Bavaria. Vervroeging. Uitstel

Vanaf datum van indiensttreding bij de werkgever.

Tabellenboek Stichting Pensioenfonds ING. Geldig vanaf

Transcriptie:

Bijlage met tarieven, afkoopfactoren en voorwaarden pensioenreglement B: 1. bepaling van de fiscale ruimte als bedoeld in artikel 13 lid 7; 2. tarieven voor aankoop pensioen als bedoeld in de artikelen 15 en 16; 3. de voorwaarden voor deeltijdpensioen als bedoeld in artikel 19; 4. de sekseneutrale vervroegingsfactoren voor levenslang ouderdomspensioen als bedoeld in artikel 18; 5. de sekseneutrale factoren met betrekking tot variatie in hoogte van het pensioen als bedoeld in artikel 20; 6. de sekseneutrale factoren met betrekking tot uitruil van nabestaandenpensioen in ouderdomspensioen en omgekeerd als bedoeld in artikel 21; 7. de sekseneutrale afkoopfactoren bij ingang ouderdomspensioen als bedoeld in artikel 32 lid 4; 8. de sekseneutrale afkoopfactoren voor direct ingaand nabestaandenpensioen als bedoeld in artikel 32 lid 5; 9. de sekseneutrale afkoopfactoren voor direct ingaand wezenpensioen als bedoeld in artikel 32 lid 5; 10. afkoop kleine niet ingegane pensioenaanspraken als bedoeld in artikel 23 lid 8 en artikel 26 lid 5; De voorwaarden en beleidsuitgangspunten voor de bepaling van de tabellen als hieronder weergegeven gelden tot het moment waarop het bestuur besluit deze te wijzigen. De tarieven en factoren uit onderstaande tabellen die wijzigen op basis van externe factoren, waaronder begrepen overlevingstafels van het actuarieel genootschap kunnen bij wijziging van die externe factoren, na consultatie van de actuaris, worden vastgesteld door de directeur als bedoeld in artikel 5 van de statuten van de stichting. De directeur draagt er zorg voor dat de meest recente tabellen zijn gepubliceerd op de website van het fonds. De directie stelt het bestuur op de eerste volgende bestuursvergadering na de aanpassing in kennis van de wijziging van een tabel. 1. Bepaling van de fiscale ruimte als bedoeld in artikel 13 lid 7 Gehanteerde maximum grondslag basispensioen en (geoorloofde) franchise betreft cijfers van het voorgaande jaar; deze worden jaarlijks aangepast. De premiegrondslag bestaat uit vier delen: Premiegrondslag A: De pensioengrondslag, zoals deze voor de deelnemer in de basispensioenregeling in aanmerking wordt genomen. De pensioengrondslag wordt berekend door het jaarsalaris te verminderen met de franchise welke vastgesteld wordt voor de aanvullende premieberekening (2017: 12.017). Onder het jaarsalaris wordt verstaan: twaalf maal het bruto maandsalaris te vermeerderen met de vakantietoeslag van 8% waarbij het salaris gemaximeerd is op 53.701 (2017). De ruimte die er volgens de Wet LB is in het opbouwpercentage wordt in deze grondslag benut. Dit komt neer op 0,008% (1,788 % - 1,78%) maal de grondslag die van toepassing is in de middelloonregeling minus de franchise van de middelloonregeling. Deze 0,008% komt overeen met 0,45% (0,008/1,788) van de fiscaal maximale staffel. Ruimte wordt afgeleid van staffel 2, tabel 3 van bijlage I van het betreffende Besluit d.d. 17 december 2014 Nr. BLKB2014/2132M. Premiegrondslag B: De franchise die van toepassing is in de basisregeling minus de franchise die volgens de Wet LB minimaal in aanmerking moet worden genomen. De ruimte die de franchise biedt, wordt in deze grondslag benut. Omdat de voor de aanvullende premieberekening vastgestelde franchise meer bedraagt dan de franchise welke van toepassing is in de basisregeling, is de premiegrondslag B op nihil gesteld. Bijlage Provisum-reglement B 2017 1

Premiegrondslag C: De staffel in het excedentreglement over de excedent-pensioengrondslag (dat is de pensioengrondslag boven het maximale loon waarover in de basisregeling pensioen wordt opgebouwd (2017: 53.701), die is afgeleid van bijlage IV tabel 3, staffel 2), is voor deelnemers vanaf 55 jaar lager dan de fiscaal toegestane staffel (bijlage I tabel 3, staffel 2). Over het verschil is er fiscale ruimte als percentage over de excedentgrondslag. Premiegrondslag D: Niet over alle salarisemolumenten wordt pensioen opgebouwd. Over de delen tot 103.317 inclusief het jaarsalaris, waar geen pensioen wordt opgebouwd, is de fiscale ruimte 100% van de netto staffel. Onderstaand is in een tabel de premie weergegeven als een percentage van de betreffende grondslag. Hierbij geldt dat voor degene die minder werkt dan het gebruikelijke aantal arbeidsuren onderstaande percentages nog vermenigvuldigd worden met de parttimefactor. Netto staffel betreft fiscale ruimte Maximale staffel Excedenttoezegging Wg Grondslag A Grondslag B Grondslag C Grondslag D op basis van 1,788% middelloon tabel 3, staffel 2 over grondslag boven 53.701 over basis pensioengrondslag 0,45% over 0 over grondslag boven 53.701 over salaris waar middelloon en excedent geen pensioen over opbouwt 20-24 4,4 6,0 0,02 4,4 0,0 4,4 25-29 5,4 6,9 0,02 5,4 0,0 5,4 30-34 6,6 8,0 0,03 6,6 0,0 6,6 35-39 8,0 9,3 0,04 8,0 0,0 8,0 40-44 9,8 10,9 0,04 9,8 0,0 9,8 45-49 11,9 12,6 0,05 11,9 0,0 11,9 50-54 14,6 14,7 0,07 14,6 0,0 14,6 55-59 18,1 17,3 0,08 18,1 0,8 18,1 60-64 22,5 20,6 0,10 22,5 1,9 22,5 65 t/m 66 26,5 23,4 0,12 26,5 3,1 26,5 Bijlage Provisum-reglement B 2017 2

2. Aankoop extra pensioen als bedoeld in de artikelen 15 en 16 Uitgesteld pensioen Direct ingaand pensioen OP OP + 70% latent NP OP NP OP + 70% latent NP 55 10,799 12,396 55 20,730 20,684 22,269 56 11,093 12,731 56 20,327 20,287 21,908 57 11,398 13,077 57 19,914 19,880 21,536 58 11,714 13,433 58 19,490 19,464 21,153 59 12,042 13,799 59 19,058 19,039 20,761 60 12,382 14,177 60 18,614 18,605 20,357 61 12,738 14,569 61 18,162 18,163 19,944 62 13,108 14,972 62 17,701 17,712 19,521 63 13,495 15,391 63 17,228 17,251 19,086 64 13,900 15,826 64 16,746 16,782 18,641 65 14,325 16,278 65 16,255 16,304 18,185 66 14,779 16,743 66 15,761 15,811 17,712 67 15,260 17,229 67 15,260 15,311 17,229 Vorenstaande sekseneutrale tarieven per 1 aan pensioen gelden bij de aanwending bij de stichting van pensioenkapitaal individuele vrijwillige regeling, excedent B reglement of levensloopregeling, als bedoeld in de artikelen 15 en 16 van dit reglement. Voor bepaling van de aankoopbedragen wordt op het tarief een opslag gehanteerd van: - de excassopslag zoals gehanteerd volgens de Abtn (exc. opslag 2,10%). 3. Deeltijdpensioen De voorwaarden voor deeltijdpensioen als bedoeld in artikel 19 zijn als volgt: 1. voor het gedeelte van het dienstverband dat in stand blijft geldt voorzetting van de pensioenopbouw tot de pensioendatum onder hantering van de regels die gelden voor parttimers; 2. voor het gedeelte van het dienstverband waarvoor vervroegd met pensioen gegaan wordt gelden de factoren voor vervroeging van de pensioendatum als hieronder vastgesteld, waarbij het evenredige gedeelte van het latente nabestaandenpensioen, behoudens uitruil volgens de factoren voor uitruil als hieronder vastgesteld, wordt gesteld op het bedrag dat op de datum van vervroegde (deel)pensionering is opgebouwd; 3. variabel ouderdomspensioen als bedoeld in artikel 20 is eerst mogelijk op het tijdstip waarop het gehele pensioen ingaat. 4. Vervroeging pensioeningang Met betrekking tot de vervroeging van de pensioendatum als bedoeld in artikel 18 gelden de volgende sekseneutrale vervroegingsfactoren voor levenslang ouderdomspensioen. (Vervroegde) pensioenleeftijd Standaard Tarief vervroegd pensioen Tarief vervr.pensioen met gar. vanaf 66 jr 55 0,521 56 0,546 57 0,572 58 0,601 59 0,632 60 0,665 61 0,701 0,702 Tarief vervr.pensioen met gar. vanaf 65 jr Bijlage Provisum-reglement B 2017 3

62 0,741 0,742 63 0,783 0,785 0,787 64 0,830 0,832 0,834 65 0,881 0,883 0,886 66 0,938 0,940 0,940 67 1,000 1,000 1,000 In verband met pensioenomzettingen in het verleden (van 65 naar 67 jaar) wordt bij de vaststelling van de vervroegingsfactoren rekening gehouden met een minimum toetswaarde. Voor medewerkers waarvan de AOW-uitkering ingaat op de 66-jarige leeftijd danwel 65-jarige leeftijd gelden de tarieven uit de kolommen tarief vervroegd pensioen met garantie vanaf 66 jaar respectievelijk tarief vervroegd pensioen met garantie vanaf 65 jaar. Een factor voor vervroeging van ouderdomspensioen van 0,783 op leeftijd 63 betekent een op de vervroegde pensioenleeftijd opgebouwd ouderdomspensioen van 1.000 ingaand op 67 jaar, kan worden ingeruild voor een ouderdomspensioen van 783,00 ingaand op de vervroegde pensioenleeftijd. Het latente nabestaandenpensioen ondergaat geen wijziging bij vervroeging en blijft dus gebaseerd op hetgeen op het moment van de vervroegde pensionering is opgebouwd. 5. Variabel pensioen Met betrekking tot de variatie in hoogte van het pensioen in artikel 20 gelden de volgende gemiddelde sekseneutrale factoren. Tot AOW-leeftijd Tot AOW-leeftijd + 5 jr (Vervroegde) 75/ 100/ 75/ 100/ pensioenleeftijd 100 75 100 75 55 0,852 1,150 0,890 1,103 56 0,846 1,158 0,885 1,108 57 0,840 1,167 0,880 1,114 58 0,833 1,177 0,875 1,120 59 0,826 1,188 0,870 1,127 60 0,819 1,199 0,864 1,134 61 0,811 1,213 0,858 1,142 62 0,802 1,227 0,851 1,151 63 0,793 1,244 0,844 1,160 64 0,783 1,262 0,837 1,171 65 0,773 1,283 0,829 1,184 66 0,762 1,306 0,820 1,197 67 0,750 1,333 0,810 1,213 68 0,800 1,230 Bij de variatie laag/hoog houdt een factor van 0,870 tot 5 jaar na AOW-leeftijd in dat een op de betreffende (vervroegde) pensioenleeftijd direct ingaand gelijkblijvend ouderdomspensioen van 1.000 kan worden ingeruild voor een ouderdomspensioen van 870 tot 5 jaar na AOW-leeftijd, dat daarna wordt verhoogd tot 100/75 e van deze 870. Bij de variatie hoog/laag houdt een factor van 1,177 tot AOW-leeftijd in dat een op de betreffende (vervroegde) pensioenleeftijd direct ingaand gelijkblijvend ouderdomspensioen van 1.000 kan worden ingeruild voor een ouderdomspensioen van 1.177 tot AOW-leeftijd, dat daarna wordt verlaagd tot 75% van deze 1.177. Bijlage Provisum-reglement B 2017 4

Het latente nabestaandenpensioen ondergaat geen wijziging bij een keuze voor variatie in hoogte en blijft dus gebaseerd op hetgeen op het moment van de (vervroegde) pensionering is opgebouwd. Met betrekking tot het bij hoog/laag en laag/hoog buiten aanmerking blijvende uitkering (AOW-variatie) als bedoeld in artikel 20 geldende de volgende gemiddelde sekseneutrale factoren. Factor 55 0,920 56 0,832 57 0,747 58 0,664 59 0,583 60 0,503 61 0,426 62 0,350 63 0,277 64 0,205 65 0,135 66 0,066 67 0,000 Een factor 0,503 betekent dat ter verkrijging van 1.000 extra uitkering tot AOW-leeftijd 503 uitgesteld ouderdomspensioen dient te worden ingeruild. Indien voor een extra uitkering wordt gekozen, naast de variatie hoog/laag of laag/hoog, wordt eerst de extra uitkering vastgesteld en vervolgens de hoog/laag of laag/hoog factoren toegepast op het verlaagde ouderdomspensioen. 6. Uitruil OP/NP Met betrekking tot de uitruil van nabestaandenpensioen in ouderdomspensioen en omgekeerd als bedoeld in artikel 21 gelden de volgende sekseneutrale factoren. Uitruil op pensioendatum: (Vervroegde) pensioenleeftijd Omzetting OP in NP Omzetting NP in OP 55 9,428 0,106 56 9,003 0,111 57 8,596 0,116 58 8,206 0,122 59 7,834 0,128 60 7,475 0,134 61 7,134 0,140 62 6,807 0,147 63 6,491 0,154 64 6,187 0,162 65 5,895 0,170 66 5,656 0,177 67 5,425 0,184 Bijlage Provisum-reglement B 2017 5

Bij omzetting OP in NP op leeftijd 62 jaar houdt een factor van 6,807 in dat een uitgesteld levenslang ouderdomspensioen van 1.000 op de ontslagleeftijd kan worden uitgeruild tegen een latent nabestaandenpensioen van 6.807,00. Bij omzetting NP in OP op leeftijd 62 jaar houdt een factor van 0,147 in dat een op de ontslagleeftijd latent nabestaandenpensioen van 1.000 kan worden uitgeruild tegen een uitgesteld levenslang ouderdomspensioen van 147,00. Het nabestaandenpensioen na uitruil kan nooit meer bedragen dan 70% van hetgeen fiscaal op de pensioeningangsdatum als pensioengevend loon in aanmerking kan worden genomen. 7. Afkoop kleine pensioenen bij ingang ouderdomspensioen Ten aanzien van een afkoop als bedoeld in artikel 32 lid 4 gelden de volgende sekseneutrale afkoopfactoren. OP latent NP 55 20,730 2,199 56 20,327 2,258 57 19,914 2,317 58 19,490 2,375 59 19,058 2,433 60 18,614 2,490 61 18,162 2,546 62 17,701 2,600 63 17,228 2,654 64 16,746 2,707 65 16,255 2,757 66 15,761 2,787 67 15,260 2,813 Een factor voor afkoop van OP van 16,746 op leeftijd 64 betekent dat 100 direct ingaand ouderdomspensioen kan worden afgekocht door een uitkering van 1.674,60. Een factor voor afkoop latent NP van 2,707 op leeftijd 64 betekent dat 100 meeverzekerd nabestaandenpensioen (naast een direct ingaand ouderdomspensioen) kan worden afgekocht door een uitkering van 270,70. 8. Afkoop nabestaandenpensioen bij ingang Voor de afkoop van direct ingaand levenslang nabestaandenpensioen als bedoeld in artikel 32 lid 5 gelden de volgende sekseneutrale afkoopfactoren. Afkoopfactor Afkoopfactor 20 29,472 44 24,465 21 29,331 45 24,166 22 29,187 46 23,857 23 29,037 47 23,540 24 28,882 48 23,215 25 28,722 49 22,881 Bijlage Provisum-reglement B 2017 6

26 28,557 50 22,537 27 28,387 51 22,184 28 28,210 52 21,823 29 28,028 53 21,453 30 27,839 54 21,073 31 27,645 55 20,684 32 27,444 56 20,287 33 27,236 57 19,880 34 27,021 58 19,464 35 26,800 59 19,039 36 26,571 60 18,605 37 26,335 61 18,163 38 26,092 62 17,712 39 25,841 63 17,251 40 25,582 64 16,782 41 25,315 65 16,304 42 25,040 66 15,811 43 24,757 67 15,311 Een factor van 17,251 op 63-jarige leeftijd betekent dat 100 direct ingaand nabestaandenpensioen kan worden afgekocht door een uitkering van 1.725,10. 9. Afkoop wezenpensioen Afkoopfactor Afkoopfactor 0 18,602 14 10,794 1 18,145 15 10,103 2 17,674 16 9,391 3 17,190 17 8,658 4 16,690 18 7,903 5 16,176 19 7,125 6 15,646 20 6,324 7 15,101 21 5,498 8 14,539 22 4,648 9 13,960 23 3,773 10 13,364 24 2,871 11 12,750 25 1,942 12 12,117 26 0,985 13 11,466 27 0,000 Een factor van 11,466 op 13-jarige leeftijd betekent dat 100 direct ingaand wezenpensioen kan worden afgekocht door een uitkering van 1.146,60. 10. Afkoop kleine niet ingegane pensioenaanspraken Bijlage Provisum-reglement B 2017 7

De afkoopfactoren bij afkoop van nog niet ingegane pensioenaanspraken in enig jaar als bedoeld in artikel 23 lid 8 en artikel 26 lid 5 zijn gelijk aan de koopsomfactoren die in dat jaar worden gehanteerd in de pensioenadministratie van de stichting, waarbij zowel voor mannen als voor vrouwen een op het fonds gebaseerd sekseneutraal tarief wordt toegepast. In 2017 bedragen de betreffende afkoopfactoren: Afkoopfactoren bijzonder nabestaandenpensioen als bedoeld in artikel 23 lid 8: Afkoop- Afkoop- factor factor 20 0,608 44 1,609 21 0,635 45 1,666 22 0,662 46 1,726 23 0,692 47 1,785 24 0,722 48 1,845 25 0,754 49 1,906 26 0,787 50 1,968 27 0,821 51 2,031 28 0,856 52 2,093 29 0,893 53 2,156 30 0,931 54 2,219 31 0,970 55 2,281 32 1,011 56 2,340 33 1,054 57 2,398 34 1,097 58 2,455 35 1,142 59 2,510 36 1,188 60 2,564 37 1,236 61 2,615 38 1,286 62 2,663 39 1,336 63 2,709 40 1,388 64 2,751 41 1,442 65 2,790 42 1,496 66 2,805 43 1,552 67 2,813 Een factor van 1,388 op 40-jarige leeftijd betekent dat 100 bijzonder nabestaandenpensioen kan worden afgekocht door een uitkering van 138,80. Afkoopfactoren ouderdomspensioen als bedoeld in artikel 26 lid 5: Afkoop- Afkoop- factor factor 20 4,324 44 8,092 21 4,441 45 8,305 22 4,560 46 8,523 23 4,682 47 8,748 24 4,807 48 8,979 25 4,935 49 9,216 26 5,067 50 9,460 27 5,202 51 9,712 28 5,340 52 9,971 Bijlage Provisum-reglement B 2017 8

29 5,482 53 10,238 30 5,627 54 10,514 31 5,776 55 10,799 32 5,929 56 11,093 33 6,085 57 11,398 34 6,245 58 11,714 35 6,410 59 12,042 36 6,578 60 12,382 37 6,751 61 12,738 38 6,929 62 13,108 39 7,110 63 13,495 40 7,297 64 13,900 41 7,488 65 14,325 42 7,684 66 14,779 43 7,886 67 15,260 Een factor van 8.305 voor een 45-jarige betekent dat 100 uitgesteld ouderdomspensioen kan worden afgekocht door een uitkering van 830,50. Bijlage Provisum-reglement B 2017 9