Jaarrapport integratie 27 Jaco Dagevos en Mérove Gijsberts Sociaal en Cultureel Planbureau, november 27 Bijlage bij hoofdstuk 11 Wederzijdse beeldvorming Mérove Gijsberts en Miranda Vervoort B11.1 Aandeel van de Nederlandse bevolking (16 jaar en ouder) dat positief oordeelt over het afgeven van verblijfsvergunningen aan politieke vluchtelingen naar sniveau, 1993-26 (in procenten) a.. 2 B11.2 Aandeel van de Nederlandse bevolking (16 jaar en ouder) dat positief oordeelt over het afgeven van verblijfsvergunningen aan economische vluchtelingen naar sniveau, 1993-26 (in procenten)... 2 B11.3 Opvattingen ten aanzien van de integratie van etnische minderheden onder de Nederlandse bevolking van 16 jr en ouder: allochtonen moeten de taal leren naar sniveau, 1994-26 (percentage mee eens) a... 2 B11.4 Opvattingen ten aanzien van de integratie van etnische minderheden onder de Nederlandse bevolking van 16 jaar en ouder: allochtonen moeten niet teveel vasthouden aan hun eigen cultuur en gewoonten naar sniveau, 1994-26 (percentage mee eens) a... 3 B11.5 Aandeel per etnische groep dat vindt dat de overheid helemaal de kosten voor inburgeringcursussen moet dragen naar achtergrondkenmerken (in procenten)... 3 B11.6 Aandeel per etnische groep dat zichzelf goed genoeg vindt geïntegreerd naar achtergrondkenmerken (in procenten)... 4 B11.7 Indicatie van hoofdredenen waarom men zichzelf wel/niet als allochtoon ziet... 4 B11.8 Aandeel van de Nederlandse bevolking (van 16 jaar en ouder) dat vindt dat er teveel allochtonen in Nederland wonen, 1991-26 (in procenten)... 5 B11.9 Aandeel per etnische groep dat zich thuis voelt in Nederland naar achtergrondkenmerken (in procenten)... 5 B11.1 De weerstand van de Nederlandse bevolking (van 16 jaar en ouder) tegen mensen van een andere etnische herkomst als naaste buren, 1981-26 (in procenten) a... 5 B11.11 Opvattingen van de Nederlandse bevolking (van 16 jaar en ouder) over de leefwijze van moslims naar sniveau, 26 (percentage mee eens)... 6 B11.12 Opvattingen van Turken en Marokkanen over de islam in Nederland en de leefwijze van Nederlanders naar sniveau, 26 (in procenten (zeer) mee eens)... 6 B11.13 Opvattingen per etnische groep over spanningen en geweld tussen groepen naar sniveau, 26 (percentage mee eens)... 6 B 11.14 Discriminatiegeneigdheid onder de Nederlandse bevolking van 16 jaar en ouder, 1981-26 (in procenten)... 7 B11.15 Discriminatiegeneigdheid bij ontslag onder de Nederlandse bevolking van 16 jaar en ouder naar sniveau, 1981-26 (in procenten)... 7 B11.16 Discriminatiegeneigdheid bij promotie onder de Nederlandse bevolking van 16 jaar en ouder naar sniveau, 1981-26 (in procenten)... 7 B11.17 Ervaren acceptatie van allochtonen in Nederland op een schaal van 1 tot 5 (5 = hoge mate van ervaren acceptatie) naar relevante kenmerken, 26 (gemiddelde scores) a... 8 B11.18 Perceptie van discriminatie in het algemeen naar relevante kenmerken, 26 (in procenten)... 9 B11.19 Perceptie van eigen discriminatie naar relevante kenmerken, 26 (in procenten)... 9 B11.2 Regressieanalyse van ervaren acceptatie onder allochtonen; ongestandaardiseerde coëfficiënten a... 1 B11.21 Regressieanalyse van ervaren acceptatie onder werkende allochtonen (15-65 jaar); ongestandaardiseerde coëfficiënten a... 11 B11.22 Regressieanalyse van perceptie dat Nederlanders negatief over de islam zijn volgens Turkse en Marokkaanse moslims; ongestandaardiseerde coëfficiënten a... 12 B11.23 Regressieanalyse van perceptie dat Nederlanders negatief over de islam zijn volgens werkende Turkse en Marokkaanse moslims; ongestandaardiseerde coëfficiënten (n = 2) a... 13 1
B11.1 Aandeel van de Nederlandse bevolking (16 jaar en ouder) dat positief oordeelt over het afgeven van verblijfsvergunningen aan politieke vluchtelingen naar sniveau, 1993-26 (in procenten) a 1 8 6 2 1993 1994 1995 1997 2 22 24 26 a Geen significante verandering tussen 1993 en 26. Bron: SCP (CV 93-6) laag* midden hoog B11.2 Aandeel van de Nederlandse bevolking (16 jaar en ouder) dat positief oordeelt over het afgeven van verblijfsvergunningen aan economische vluchtelingen naar sniveau, 1993-26 (in procenten) 5 3 2 1 1993 1994 1995 1997 2 22 24 26 laag midden* hoog* * = significante toename tussen 1993 en 26. Bron: SCP (CV 93-6) B11.3 Opvattingen ten aanzien van de integratie van etnische minderheden onder de Nederlandse bevolking van 16 jr en ouder: allochtonen moeten de taal leren naar sniveau, 1994-26 (percentage mee eens) a 1 95 9 85 8 1994 1995 1996 2 22 24 26 a Geen significante verandering tussen 1994 en 26. Bron: SCP (CV 94-6) laag midden hoog 2
B11.4 Opvattingen ten aanzien van de integratie van etnische minderheden onder de Nederlandse bevolking van 16 jaar en ouder: allochtonen moeten niet teveel vasthouden aan hun eigen cultuur en gewoonten naar sniveau, 1994-26 (percentage mee eens) a 1 8 6 2 1994 1995 1996 2 22 24 26 a Geen significante verandering tussen 1994 en 26. Bron: SCP (CV 94-6) laag midden hoog B11.5 Aandeel per etnische groep dat vindt dat de overheid helemaal de kosten voor inburgeringcursussen moet dragen naar achtergrondkenmerken (in procenten) Turken Marokkanen Surinamers Antillianen autochtonen totaal 63 58 38 41 25 geslacht man 64 6 36 24 vrouw 62 57 39 41 27 leeftijd 15-24 jaar 53 52 31 36 31 25-44 jaar 61 56 39 42 24 45jaar 78 7 43 25 generatie 1e generatie 68 58 39 44 2e generatie 48 58 34 3 max. bao 74 68 44 44 24 vbo/mavo 6 53 42 45 24 mbo/havo/vwo 52 49 37 39 24 hbo/wo 54 48 3 37 29 Bron: SCP (SIM 6) gewogen 3
B11.6 Aandeel per etnische groep dat zichzelf goed genoeg vindt geïntegreerd naar achtergrondkenmerken (in procenten) Turken Marokkanen Surinamers Antillianen totaal 65 75 96 91 geslacht man 72 78 96 9 vrouw 58 71 96 92 leeftijd 15-24 jaar 86 95 96 93 25-44 jaar 65 77 96 9 45 jaar 42 48 96 91 generatie 1e generatie 54 68 95 89 2e generatie 96 96 98 97 max. bao 44 55 92 81 vbo/mavo 69 85 96 9 mbo/havo/vwo 85 92 97 94 hbo/wo 94 95 98 95 Bron: SCP (SIM 6) gewogen B11.7 Indicatie van hoofdredenen waarom men zichzelf wel/niet als allochtoon ziet Indicatie van hoofdredenen waarom men zich niet als allochtoon ziet a (in procenten) laagopgeleide b Turken en Marokkanen (n = 236) hoogopgeleide c Turken en Marokkanen (n = 93) laagopgeleide Surinamers en Antillianen (n = 256) hoogopgeleide Surinamers en Antillianen (n = 285) ik wil geen stempel / wil geen allochtoone genoemd worden / vind het begrip verkeerd 1 2 7 15 ik voel me Nederlander 8 19 17 12 ik ben in Nederland geboren / ik ben Nederlander / ik heb de Nederlandse nationaliteit 9 18 37 34 ik woon al lang in Nederland / ik ben hier opgegroeid 21 8 12 7 ik ben geïntegreerd / ik heb me aangepast aan de Nederlandse samenleving 14 17 16 13 ik voel me hier thuis 11 5 Indicatie van hoofdredenen waarom men zich wel als allochtoon ziet a (in procenten) laagopgeleide Turken hoogopgeleide en Marokkanen Turken en (n = 68) Marokkanen (n = 85) laagopgeleide Surinamers en Antillianen (n = 111) hoogopgeleide Surinamers en Antillianen (n = 171) zo is de definitie / Ik ben Turk/Marokkaan/Surinamer/Antilliaan / Ik ben elders geboren 5 36 51 37 behandeling door anderen / anderen zien mij zo, dus voel ik me ook zo 15 26 16 23 mijn uiterlijk / spraak 15 21 17 19 cultuurverschillen 6 3 12 a Nadat respondenten aan konden geven of zij zichzelf al dan niet als allochtoon zien, kregen zij een open vervolgvraag, waarom wel/niet? In deze tabel worden de meest genoemde redenen gepresenteerd. De percentages tellen niet op tot 1% omdat weinig genoemde antwoorden ( minder dan 5% van het totaal) niet worden weergegeven. Er is overigens gepercenteerd op alle respondenten (bijna iedereen geeft hier een antwoord). Ten slotte is belangrijk om te vermelden dat deze percentages niet meer dan een indicatie geven van genoemde redenen en niet te absoluut moeten worden genomen. Het blijven ten slotte antwoorden op open vragen met alle nuances en variaties in antwoorden van dien. b Maximaal basisonderwijs. c Hbo/wo. Bron: SCP (SIM 6) 4
B11.8 Aandeel van de Nederlandse bevolking (van 16 jaar en ouder) dat vindt dat er teveel allochtonen in Nederland wonen, 1991-26 (in procenten) 6 5 3 2 1 1991 1992 1993 1994 1995 1996 1997 2 22 24 26 a Geen significante verandering tussen 1991 en 26. Bron: SCP (CV 91-6) B11.9 Aandeel per etnische groep dat zich thuis voelt in Nederland naar achtergrondkenmerken (in procenten) Turken Marokkanen Surinamers Antillianen autochtonen totaal 65 73 85 77 91 geslacht man 65 71 85 79 9 vrouw 65 74 86 76 93 leeftijd 15-24 jaar 75 79 83 77 95 25-44 jaar 65 73 85 75 89 45 jaar 55 66 87 82 91 generatie 1e generatie 59 7 85 74 2e generatie 82 8 86 87 max. bao 58 69 84 79 87 vbo/mavo 67 75 84 74 93 mbo/havo/vwo 71 74 9 77 9 hbo/wo 73 79 82 81 93 Bron: SCP (SIM 6) gewogen B11.1 De weerstand van de Nederlandse bevolking (van 16 jaar en ouder) tegen mensen van een andere etnische herkomst als naaste buren, 1981-26 (in procenten) a 7 6 5 3 2 1 1983 1985 1986 1987 1989 1991 1992 1993 1994 1995 1996 1997 1998 2 22 24 26 a Significante afname tussen 1983 en 26 (p <,5). Bron: SCP (CV 81-6) 5
B11.11 Opvattingen van de Nederlandse bevolking (van 16 jaar en ouder) over de leefwijze van moslims naar sniveau, 26 (percentage mee eens) sniveau laag midden hoog moslims dragen veel bij aan de Nederlandse cultuur 22 31 52 de meeste moslims in Nederland hebben respect voor de cultuur en leefwijze van anderen 19 31 52 de west Europese leefwijze en die van moslims gaan niet samen 73 56 31 moslimmannen overheersen hun vrouwen 97 94 84 moslims in Nederland voeden hun kinderen op een autoritaire manier op 91 81 71 Bron: SCP(CV 6) B11.12 Opvattingen van Turken en Marokkanen over de islam in Nederland en de leefwijze van Nederlanders naar sniveau, 26 (in procenten (zeer) mee eens) Turken Marokkanen de mensen in Nederland zijn veel te negatief over de islam a max. bao 6 65 vbo/mavo 61 76 mbo/havo/vwo 59 75 hbo/wo 72 78 de meeste Nederlanders hebben respect voor de islamitische cultuur max. bao 45 48 vbo/mavo 46 41 mbo/havo/vwo 45 37 hbo/wo 41 29 hoe mensen in het Westen leven en hoe moslims leven gaat niet samen max. bao 3 19 vbo/mavo 2 22 mbo/havo/vwo 24 14 hbo/wo 14 8 Nederlandse vrouwen hebben teveel vrijheden max. bao 72 5 vbo/mavo 6 38 mbo/havo/vwo 53 27 hbo/wo 34 24 Nederlandse kinderen luisteren niet goed genoeg naar hun ouders max. bao 37 24 vbo/mavo 39 25 mbo/havo/vwo 34 33 hbo/wo 34 38 a Alleen moslims. Bron: SCP (SIM 6) gewogen B11.13 Opvattingen per etnische groep over spanningen en geweld tussen groepen naar sniveau, 26 (percentage mee eens) Turken Marokkanen Surinamers Antillianen autochtonen aandeel dat denkt dat spanningen tussen verschillende groepen in Nederland erger gaan worden max. bao 66 62 82 77 92 vbo/mavo 73 73 81 81 93 mbo/havo/vwo 73 78 81 83 9 hbo/wo 66 75 82 81 84 aandeel dat bang is voor geweld van moslimextremisten in Nederland max. bao 42 39 64 57 48 vbo/mavo 44 44 64 53 64 mbo/havo/vwo 42 49 55 57 58 hbo/wo 39 41 49 45 51 aandeel dat bang is voor geweld tegen moslims in Nederland 6
max. bao 47 46 57 5 42 vbo/mavo 52 55 54 52 56 mbo/havo/vwo 52 59 48 49 56 hbo/wo 46 57 55 54 55 Bron: SCP (SIM 6) gewogen B 11.14 Discriminatiegeneigdheid onder de Nederlandse bevolking van 16 jaar en ouder, 1981-26 (in procenten) 5 3 2 1 1981 1983 1985 1986 1987 1989 1991 1992 1993 1994 1995 1996 1997 1998 2 22 24 26 * = significante afname tussen 1981 en 26. Bron: SCP (CV 81-6) woning Nederlands gezin ontslag buitenlander* promotie Nederlander* B11.15 Discriminatiegeneigdheid bij ontslag onder de Nederlandse bevolking van 16 jaar en ouder naar sniveau, 1981-26 (in procenten) 5 3 2 1 1981 1983 1985 1986 1987 1989 1991 1992 1993 1994 1995 1996 1997 1998 2 22 24 26 laag* midden* hoog* * = significante afname tussen 1981 en 26. Bron: SCP (CV 81-6) B11.16 Discriminatiegeneigdheid bij promotie onder de Nederlandse bevolking van 16 jaar en ouder naar sniveau, 1981-26 (in procenten) 5 3 2 1 1981 1983 1985 1986 1987 1989 1991 1992 1993 1994 1995 1996 1997 1998 2 22 24 26 laag* midden* hoog* * = significante afname tussen 1981 en 26. 7
Bron: SCP (CV 81-6) B11.17 Ervaren acceptatie van allochtonen in Nederland op een schaal van 1 tot 5 (5 = hoge mate van ervaren acceptatie) naar relevante kenmerken, 26 (gemiddelde scores) a Turken Marokkanen Surinamers Antillianen autochtonen totaal 3,2 3,4 3,5 3,3 3,4 geslacht man 3,3 3,3 3,6 3,4 3,4 vrouw 3,2 3,4 3,5 3,2 3,3 leeftijd 15-24 jaar 3,3 3,2 3,5 3,4 3,3 25-44 jaar 3,2 3,4 3,5 3,2 3,3 45 jaar 3,2 3,5 3,5 3,4 3,4 generatie 1e generatie 3,2 3,4 3,6 3,3 2e generatie 3,4 3,1 3,5 3,3 max. bao 3,2 3,5 3,8 3,5 3,4 vbo/mavo 3,3 3,4 3,6 3,4 3,4 mbo/havo/vwo 3,3 3,3 3,5 3,3 3,3 hbo/wo 3,2 3,2 3,4 3,1 3,2 a Deze schaal is gebaseerd op vier items die tezamen een betrouwbare schaal vormen (Cronbach s alfa=,79). Bron: SCP (SIM 6) gewogen 8
B11.18 Perceptie van discriminatie in het algemeen naar relevante kenmerken, 26 (in procenten) Turken Marokkanen Surinamers Antillianen totaal 78 78 67 81 geslacht man 78 79 67 8 vrouw 78 78 66 82 leeftijd 15-24 jaar 79 89 68 81 25-44 jaar 79 77 69 81 45 jaar 74 7 63 81 generatie 1e generatie 77 75 65 82 2e generatie 8 88 7 79 max. bao 76 7 58 77 vbo/mavo 8 83 66 84 mbo/havo/vwo 78 83 68 79 hbo/wo 79 88 72 85 Bron: SCP (SIM 6) gewogen B11.19 Perceptie van eigen discriminatie naar relevante kenmerken, 26 (in procenten) Turken Marokkanen Surinamers Antillianen totaal 38 33 41 geslacht man 42 38 45 vrouw 38 35 29 37 leeftijd 15-24 jaar 38 45 31 38 25-44 jaar 43 37 38 45 45 jaar 36 3 29 36 generatie 1e generatie 42 35 34 44 2e generatie 36 47 31 31 max. bao 28 27 42 vbo/mavo 46 44 3 46 mbo/havo/vwo 37 46 39 41 hbo/wo 39 34 36 Bron: SCP (SIM 6) gewogen 9
B11.2 Regressieanalyse van ervaren acceptatie onder allochtonen; ongestandaardiseerde coëfficiënten a model 1 model 2 model 3 constante 3.37 2.98 2.89 sniveau b -.4 *** -.6 *** -.5 ** * Turken (= ref groep) Marokkanen.1 **.6.5 Surinamers.34 ***.24 ***.22 ** * Antillianen.13 **.5.3 *Marokkanen -.5 * -.4 * -.4 * *Surinamers -.8 *** -.7 ** -.6 ** *Antillianen -.8 *** -.6 ** -.5 ** vrouw (= ref groep) man.7 *.8 ** 15-24 jaar (= ref groep) 25-44 jaar.1.2 45 jaar.4.6 1e generatie (= ref groep) 2e generatie..1 woonachtig in G4.7 **.9 ** werkend -.3 -.3 contacten met autochtonen.9 ***.9 ** * Nederlandse taalbeheersing.9 **.7 * kijken naar Nederrlandse tv.4 ** * lezen van Nederlandse krant. politieke interesse -.6 ** % verklaarde variantie 3.5 4.23 4.74 a Op een schaal van 1-5 (5=hoge mate van ervaren acceptatie), N = 3927. b Opleidingsniveau is hier mee genomen als continue variabele met 8 categorieën. ~ p <,1; * p <,5; ** p <,1; ***p <,1. Bron: SCP (SIM 6) 1
B11.21 Regressieanalyse van ervaren acceptatie onder werkende allochtonen (15-65 jaar); ongestandaardiseerde coëfficiënten a model 1 model 2 model 3a model 3b model 4 constante 3.36 2.73 2.56 2.77 2.6 sniveau b -.5 *** -.5 *** -.5 *** -.4 -.4 ** Turken (= ref groep) Marokkanen.9.3.2.3.2 Surinamers.36 ***.25 ***.23 ***.25 ***.23 *** Antillianen.2 ***.11 ~.9.11 ~.9 *Marokkanen -.7 * -.5 ~ -.5 -.5 ~ -.5 *Surinamers -.8 ** -.5 -.4 -.5 -.4 *Antillianen -.11 *** -.9 ** -.9 ** -.9 ** -.9 ** vrouw (= ref groep) man.1 *.11 **.1 *.12 ** 15-24 jaar (= ref groep) 25-44 jaar.3.3.2.3 45 jaar.2.2..1 1e generatie (= ref groep) 2e generatie -.1 -.1 -.2 -.2 woonachtig in G4.9 *.1 *.9 *.1 * functieniveau -.9 *** -.8 *** -.1 *** -.9 *** contacten met autochtonen.12 ***.12 ***.12 ***.12 *** Nederlandse taalbeheersing.2 ***.19 **.2 ***.19 *** kijken naar Nederrlandse tv.5 **.5 ** lezen van Nederlandse krant -.1 -.1 politieke interesse -.2 -.2 ervaren relatieve deprivatie -.16 *** -.16 ** % verklaarde variantie 4.2 6.83 7.27 7.2 7.63 a Op een schaal van 1-5 (5=hoge mate van ervaren acceptatie), N = 1833. b Opleidingsniveau is hier mee genomen als continue variabele met 8 categorieën. ~ p <,1; * p <,5; ** p <,1; ***p <,1. Bron: SCP (SIM 6) 11
B11.22 Regressieanalyse van perceptie dat Nederlanders negatief over de islam zijn volgens Turkse en Marokkaanse moslims; ongestandaardiseerde coëfficiënten a model 1 model 2 model 3 constante 3.51 3.22 3.24 sniveau b.4 *.3 *.2 Turken (= ref groep) Marokkanen.32 ***.32 ***.31 ** * *Marokkanen..1. vrouw (= ref groep) man -.1 -.3 15-24 jaar (= ref groep) 25-44 jaar.2 *.18 * 45 jaar.22 *.18 ~ 1e generatie (= ref groep) 2e generatie.14 ~.15 ~ woonachtig in G4.8 ~.6 werkend.1 ~.1 ~ contacten met autochtonen. -. Nederlandse taalbeheersing.1.1 kijken naar Nederrlandse tv -.3 * lezen van Nederlandse krant.1 politieke interesse.13 ** * % verklaarde variantie 2.65 3.48 4.31 12
B11.23 Regressieanalyse van perceptie dat Nederlanders negatief over de islam zijn volgens werkende Turkse en Marokkaanse moslims; ongestandaardiseerde coëfficiënten (n = 2) a model 1 model 2 model 3a model 3b model 4 constante 3.53 3.21 3.32 3.18 3.28 sniveau b.5 *.1..1. Turken (= ref groep) Marokkanen.29 ***.27 ***.24 **.27 ***.23 ** *Marokkanen -.2. -.1. -.1 vrouw (= ref groep) man -.9 -.13 ~ -.9 -.13 ~ 15-24 jaar (= ref groep) 25-44 jaar.15.11.16.12 45 jaar.1.2.12.4 1e generatie (= ref groep) 2e generatie.2.2.2.3 woonachtig in G4.11.9.9 functieniveau.14 **.13 **.12 ***.14 ** contacten met autochtonen -.1 -.2.15 -.2 Nederlandse taalbeheersing.2.4 -.1.4 Kijken naar Nederrlandse tv -.5 ~.2 -.5 ~ lezen van Nederlandse krant -.1 -.1 politieke interesse.19 ***.19 *** ervaren relatieve deprivatie.12.12 verklaarde variantie (%) 3.1 5.41 7. 5.6 7.55 a Op een schaal van 1-5 (5 = zeer mee eens), N = 72. b Opleidingsniveau is hier mee genomen als continue variabele met 8 categorieën. ~ p <,1; * p <,5; ** p <,1; ***p <,1. Bron: SCP(SIM 6) 13