LEEFOMSTANDIGHEDEN INWONERS MET EEN ANTILLIAANSE ACHTERGROND IN DEN HAAG

Vergelijkbare documenten
Divers bereik JEUGDHULP NAAR MIGRATIEACHTERGROND IN AMSTERDAM. Rob Gilsing Femke Stoutjesdijk Marjolijn Distelbrink Bas Tierolf

De integratie van Antillianen in Nederland. Presentatie 9 juni: De Caribische demografie van het Koninkrijk der Nederlanden

Meer senioren bewegen en sporten in Rotterdam

Factsheet Maatschappelijke positie van Voormalig Antilliaanse / Arubaanse Migranten in Nederland

Goede hulp is veel waard

Hoofdstuk 2. Profiel Leidenaar

Hoofdstuk 2. Profiel Leidenaar

Hoofdstuk 2. Profiel Leidenaar

Hoofdstuk 2. Profiel Leidenaar

monitor Marokkaanse Nederlanders in Maassluis bijlage(n)

Hoofdstuk 2. Profiel Leidenaar

Alleenstaande moeders op de arbeidsmarkt

BIJLAGEN. Jaarrapport integratie 2013

LEEFOMSTANDIGHEDEN VAN KINDEREN MET EEN MIGRATIEACHTERGROND

Allochtonen op de arbeidsmarkt

Westland: gewoon beginnen

Methodiek Junior Praktijk Opleider

FORUM Factsheet Jeugdwerkloosheid,

Divers bereik JEUGDHULP NAAR MIGRATIEACHTERGROND IN AMSTERDAM. Rob Gilsing Femke Stoutjesdijk Marjolijn Distelbrink Bas Tierolf

Samenvatting. Doet kunst goed? DE BETEKENIS VAN KUNST OP RECEPT IN NIEUWEGEIN. Maarten Kwakernaak Freek de Meere Maaike van Kapel

Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA), Maastricht University

Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2016

Met een startkwalificatie betere kansen op de arbeidsmarkt

Talenten beter benut. Evaluatie Talent voor Zorg City Campus MAX. Freek de Meere Ahmed Hamdi Erik van Marissing Jenny Verheijen

Factsheet jeugdigen in Haaglanden

Hoofdstuk 2. Profiel Leidenaar

Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2017

Jongeren op de arbeidsmarkt

Factsheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam Werkloosheid stijgt naar 24% Definities. Nummer 6 juni 2014

Evaluatie-instrument Werkend leren door vluchtelingen VRIJWILLIGERSWERK, (TAAL)STAGES EN WERKERVARINGSPLAATSEN ALS OPSTAP NAAR WERK

Jeugdhulp in Zoetermeer

Antilliaanse en Marokkaanse Nederlanders in Amsterdam 2010

Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2015

Gemeenterapportage 2016 Gemeente XXXXX

Factsheet jeugdigen in de Drechtsteden

Persbericht. Maatschappelijke achterstand allochtonen is hardnekkig Jaarrapport Integratie EMBARGO tot dinsdag 20 septemper 2005, 15.

Parallellen tussen België en Nederland

Gebruikers gemeentelijke media Onderzoek, Informatie en Statistiek

Stadsenquête A4 Uit hoeveel personen bestaat uw huishouden, uzelf meegerekend? personen

Het is de integrale aanpak die werkt

Antilliaanse Nederlanders in Hellevoetsluis 2011

Facts en figures Integratie etnische minderheden 2005

Antilliaanse en Marokkaanse Nederlanders in Schiedam 2010

Antilliaanse Nederlanders in Zoetermeer 2011

Armoede, opvoeden en gevolgen voor ontwikkeling kinderen. Hilde Kalthoff

Antilliaanse Nederlanders in Almere 2011

Antilliaanse en Marokkaanse Nederlanders in Lelystad 2010

Fact sheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam. nummer 5 maart 2013

Antilliaanse en Marokkaanse Nederlanders in Amersfoort 2010

Antilliaanse en Marokkaanse Nederlanders in Den Haag 2011

Antilliaanse Nederlanders in Den Helder 2011

Fact sheet. Diversiteit en integratie Figuur 1 Allochtone herkomstgroepen in Amsterdam, 2010 (procenten)

Antilliaanse Nederlanders in Capelle aan den IJssel 2011

Marokkaanse Nederlanders in Zeist 2011

Werkloosheid 50-plussers

Jeugd in Schildersbuurt-West. De buurt Schildersbuurt-West ligt in stadsdeel 5 Centrum en heeft inwoners (1 januari 2015).

Jaarlijks onderzoek onder gasten 2015

Marokkaanse Nederlanders in Maassluis 2011

Antilliaanse en Marokkaanse Nederlanders in Amersfoort 2011

een snelle start op de arbeidsmarkt

Kerncijfers armoede in Amsterdam

LAAGGELETTERDHEID IN HAAGSE HOUT

Factsheet jeugdigen in de stadsregio Rotterdam

Marokkaanse Nederlanders in s-hertogenbosch 2011

Jeugd in Schildersbuurt. De wijk Schildersbuurt ligt in stadsdeel 5 Centrum en heeft inwoners (1 januari 2015).

FORUM Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt: effecten van de economische crisis 2 e kwartaal 2009

Playing for Success Rotterdam

Marokkaanse Nederlanders in Culemborg 2011

Niet behalen startkwalificatie hangt samen met gezinssituatie

Marokkaanse Nederlanders in Helmond 2011

Oudere minima in Amsterdam en het gebruik van de AIO

Antilliaanse en Marokkaanse Nederlanders in Nijmegen 2011

Dordtse jeugd in cijfers

Sport en bewegen in de opvang

Antilliaanse en Marokkaanse Nederlanders in Lelystad 2011

Antilliaanse en Marokkaanse Nederlanders in Tilburg 2010

Factsheet jeugdigen in Midden-Holland

Langdurige werkloosheid in Nederland

Antilliaanse en Marokkaanse Nederlanders in Eindhoven 2010

Signaal Rapport. Monitor IMAR 2006

Opbrengsten van het programma Stop Kindermishandeling van Kinderpostzegels

Marokkaanse Nederlanders in Veenendaal 2011

Concentratie allochtonen toegenomen

Armoede en gevolgen voor kinderen

LAAGGELETTERDHEID IN LAAK

Marokkaanse Nederlanders in Utrecht 2011

Weinig mensen sociaal aan de kant

Praktische opdracht Aardrijkskunde Criminaliteit in Nederland

Gezondheidsachterstanden. Gelijke kansen voor iedereen

Antilliaanse Nederlanders in Spijkenisse 2011

Culturele diversiteit in opgroeien en opvoeden: feiten en cijfers

Jaarlijks onderzoek onder gasten 2016

Antilliaanse en Marokkaanse Nederlanders in Schiedam 2011

Antilliaanse en Marokkaanse Nederlanders in Rotterdam 2010

Erratum Jaarboek onderwijs 2008

Pensioenaanspraken in beeld

Fact sheet. Dienst Wonen, Zorg en Samenleven. Eigen woningbezit 1e en 2e generatie allochtonen. Aandeel stijgt, maar afstand blijft

Antilliaanse Nederlanders in Dordrecht 2011

Doen wat nodig is voor inwoners

LAAGGELETTERDHEID IN LEIDSCHENVEEN-YPENBURG

Transcriptie:

AUTEURS Esther Horrevorts Hans Bellaart Oktober 2018 FACTSHEET LEEFOMSTANDIGHEDEN INWONERS MET EEN ANTILLIAANSE ACHTERGROND IN DEN HAAG

Inhoud Inleiding 3 Antilliaanse-Nederlanders in Den Haag 4 Opleidingsniveau en Onderwijs 6 Werk en Inkomen 8 Zorggebruik algemeen 11 Zorggebruik jeugd 12 Gezondheid 15 Criminaliteit 17 Conclusies 19 Literatuur 20 Leefomstandigheden inwoners met een Antilliaanse achtergrond in Den Haag 2

1 Inleiding In een eerdere publicatie van Kennisplatform Integratie & Samenleving kwam een zorgelijk beeld naar voren van de leefomstandigheden van kinderen met een Antilliaanse- of Arubaanse achtergrond in Nederland (Tierolf, Steketee, Gilsing & Bellaart, 2017). Het was opvallend dat kinderen met een Antilliaanse achtergrond, vergeleken met jeugd van andere herkomst, het hoogst scoren op de risico s op armoede, eenoudergezinnen, jeugdwerkloosheid en gebruik jeugdhulp. Er zijn grote verschillen in de leefomstandigheden waarin kinderen zonder en met een migratieachtergrond opgroeien. Het maakt uit in welke wijk je opgroeit. Jeugdigen met een Antilliaanse achtergrond wonen vaker in de slechtere, kansarme wijken en voelen zich daar minder veilig. Ondanks de gemiddelde slechtere leefomstandigheden doet een deel van de Antilliaanse jongeren het wel goed in het onderwijs en op de arbeidsmarkt. Het opleidingsniveau van deze jongeren stijgt gestaag, maar al met al is het beeld dat de leefomstandigheden van een relatief groot deel van de inwoners met een Antilliaanse achtergrond niet zo rooskleurig zijn. Actieve organisaties voor en door Antilliaanse Nederlanders in Den Haag, HAAB en OCAN hebben Kennisplatform Integratie & Samenleving verzocht om de situatie in Den Haag in kaart te brengen. Dit zou kunnen dienen als een voorbeeld voor andere gemeenten. Deze organisaties willen graag meer inzicht krijgen in de specifieke problemen en de kansen om daar nieuwe projecten voor te ontwikkelen. Zij willen als zelforganisaties zich versterken en samen met anderen de maatschappelijke situatie van veel Antilliaanse Nederlanders verbeteren. Voorliggend factsheet hoopt aan de vraag van HAAB en OCAN te voldoen. Op een groot aantal thema s zijn kerncijfers verzameld. Bij ieder beeld wordt uitleg gegeven en een korte verklaring van de mate waarin de cijfers van bepaalde groepen verschillen van elkaar en van het gemiddelde in Nederland. Leefomstandigheden inwoners met een Antilliaanse achtergrond in Den Haag 3

2 Antilliaanse- Nederlanders in Den Haag INWONERS NEDERLAND Nederland telt in 2017 17.081.507 inwoners. Veruit de grootste groep inwoners heeft een Nederlandse achtergrond (77,4%), gevolgd door de groep westerse migranten (9,9%). Met een aantal van ruim 150.000 inwoners, vormen de Antilliaans- Nederlandse inwoners een kleine groep in Nederland (0,9%). INWONERS DEN HAAG Het aantal inwoners met een Antilliaanse achtergrond in Den Haag is hoger dan gemiddeld in Nederland. In 2017 telt Den Haag 525.882 inwoners. Daarvan hebben 12.741 inwoners een Antilliaanse achtergrond (2,4%). VERGELIJKING G4-STEDEN Van de andere drie grote steden (Amsterdam, Rotterdam en Utrecht) heeft Rotterdam ook relatief een grote populatie Antilliaans-Nederlandse inwoners. Van alle Rotterdamse inwoners, heeft 3,9% een Antilliaanse achtergrond. In Amsterdam heeft 1,5% een Antilliaanse achtergrond en in Utrecht slechts 0,8%. VERDELING NAAR WIJKEN IN DEN HAAG Wanneer we kijken naar wijkniveau, zijn daar ook grote verschillen in te zien. De wijk Binckhorst is de wijk met relatief het hoogste aantal Antilliaans-Nederlandse inwoners (12,1%). Dit is echter ook een kleine wijk, waardoor percentages snel hoog uitvallen. Kijken we naar absolute aantallen, dan hebben de wijken Stationsbuurt (8,4%), Laakkwartier (4,8%) en Moerwijk (4,8%) het hoogste aantal Antilliaans-Nederlandse inwoners (Buurtmonitor Den Haag, 2017). Figuur 1 Bevolking Nederland 2,3 0,9 5,1 2,0 2,3 Bron: CBS Statline, 2018 Figuur 2 Bevolking Den Haag 2,4 5,9 10,6 17,5 7,5 9,9 8,8 Bron: CBS Statline, 2018 77,4 47,3 Nederlands Surinaams Nederlands Turks Nederlands Marokkaans Nederlands Antilliaans Nederlands Overig niet westers Westers Nederlands Surinaams Nederlands Turks Nederlands Marokkaans Nederlands Antilliaans Nederlands Overig niet westers Westers Leefomstandigheden inwoners met een Antilliaanse achtergrond in Den Haag 4

Figuur 3 Leeftijdsopbouw inwoners Den Haag 60 50 40 30 20 10 0 0 4 jaar 5 14 jaar 15 19 jaar 20 44 jaar 45 64 jaar 65 79 jaar >79 jaar Nederlands Antilliaans Nederlands Marokkaans Nederlands Turks Nederlands Surinaams Nederlands Totaal Bron: Buurtmonitor Den Haag, 2017 LEEFTIJDSOPBOUW In Den Haag valt de grootste groep inwoners in de leeftijdscategorie 20-44 jaar (37%). Bijna de helft van de Antilliaans- Nederlandse inwoners is tussen de 20-44 jaar oud. Bij de inwoners met een Nederlandse achtergrond ligt dit percentage rond de 30%. Het aantal kinderen en jeugdigen (0-19 jaar) van inwoners met een Antilliaanse achtergrond volgt de lijn van het totale aantal inwoners in Den Haag. Het aantal ouderen is echter weer lager dan gemiddeld. Ditzelfde geldt ook voor oudere inwoners met een Marokkaanse of Turkse achtergrond. EENOUDERGEZINNEN Het aantal éénoudergezinnen in Den Haag is onder inwoners met een migratieachtergrond het hoogst. Inwoners met een Surinaamse en Antilliaanse achtergrond hebben het hoogste percentage éénoudergezinnen (18,1% en 17,2%). Gemiddeld ligt dit percentage in Den Haag een stuk lager, op 9,4%. Ook Rotterdam, een stad met tevens relatief veel Antilliaanse- Nederlanders, heeft een hoog percentage éénoudergezinnen onder de inwoners met een migratieachtergrond. En ook hier valt op dat het percentage éénoudergezinnen het hoogst is onder de inwoners met een Antilliaanse of Surinaamse achtergrond (23,9% en 22,3% respectievelijk). Tabel 1: Percentage éénoudergezinnen Den Haag en Rotterdam, 2017 Den Haag Rotterdam Nederlands 6,9 6,1 Surinaams-Nederlands 18,1 22,3 Antilliaans-Nederlands 17,2 23,9 Turks-Nederlands 13,1 13,7 Marokkaans-Nederlands 12,2 15,2 Overig niet-westers 11,9 13,6 Westers 7,3 8,7 Totaal 9,4 10,6 Bron: Buurtmonitor Den Haag, 2017; Buurtmonitor Rotterdam, 2017 MOGELIJKE VERKLARINGEN Het feit dat éénoudergezinnen veelvuldig voorkomen bij gezinnen met een Antilliaanse achtergrond, kan verklaard worden door de man-vrouw relatie in Antilliaanse gezinnen. Zo heeft het krijgen van kinderen onder Antillianen historisch gezien geen sterke koppeling met samenwonen of trouwen in vergelijking tot gezinnen met een Nederlandse achtergrond (Distelbrink & Ketner, 2011). Een tweeoudergezin is voor velen wel een ideaal, maar met name in de lagere klasse wordt dat niet altijd gerealiseerd. Deels staan moeders ervan begin af aan al alleen voor en kiezen ze er ook minder snel voor om, nadat ze uit elkaar zijn gegaan, opnieuw te gaan samenwonen met een nieuwe partner (Distelbrink, 2000). Leefomstandigheden inwoners met een Antilliaanse achtergrond in Den Haag 5

3 Opleidingsniveau en Onderwijs OPLEIDINGSNIVEAU DEN HAAG Onder alle inwoners van Den Haag heeft 45% een hoog, 31% een middelbaar en 24% een laag opleidingsniveau. Hier zitten echter verschillen in naar herkomstgroep. Van de Antilliaans- Nederlandse inwoners heeft bijna de helft een middelbaar opleidingsniveau en ruim een kwart een hoog opleidingsniveau. Inwoners met een Marokkaanse en Turkse achtergrond hebben het hoogste aandeel met een laag opleidingsniveau (45% en 46%). Inwoners met een Nederlandse of westerse achtergrond hebben het hoogste aandeel met een hoog opleidingsniveau (52% en 57%). Figuur 4: Opleidingsniveau naar herkomst Den Haag, 2013 Totaal 24 31 Westers 17 26 Overig niet westers 32 23 Surinaams Nederlands 34 Turks Nederlands 46 Marokkaans Nederlands 45 Antilliaans Nederlands 25 46 40 OPLEIDINGSNIVEAU NEDERLAND Ook in Nederland heeft bijna de helft van de Antilliaanse- Nederlanders een middelbaar opleidingsniveau (46%). Dit komt overeen met de cijfers in Den Haag. Een verschil is dat landelijk gezien een derde van de inwoners met een Antilliaanse achtergrond een laag opleidingsniveau heeft, en ongeveer een vijfde een hoog opleidingsniveau. In Den Haag heeft een kwart een laag opleidingsniveau en ongeveer een derde juist een hoog opleidingsniveau. 45 Laag = geen onderwijs, basisonderwijs, 57 LBO, VMBO, MAVO, Mulo-a, KMBO, 44 leerlingwezen. Middelbaar = MBO, MEAO, MTS, 25 Verpleegster, HAVO, VWO, Gymnasium, 37 18 Mulo-B, HBS, MMS. 33 22 Hoog = HBO, HEAO, HTS, HLS, KMA, 29 WO/ Universiteit. Nederlands 17 30 52 0 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100 Bron: De Gruijter, Gilsing & Pels, 2014 Laag Middelbaar Hoog Figuur 5: Opleidingsniveau naar herkomst Nederland, 2013 Totaal 33 40 27 Laag = geen onderwijs, basisonderwijs, Westers Overig niet westers Surinaams Nederlands Turks Nederlands Marokkaans Nederlands 28 34 36 45 48 42 42 43 43 40 30 24 21 11 12 LBO, VMBO, MAVO, Mulo-a, KMBO, leerlingwezen. Middelbaar = MBO, MEAO, MTS, Verpleegster, HAVO, VWO, Gymnasium, Mulo-B, HBS, MMS. Hoog = HBO, HEAO, HTS, HLS, KMA, Antilliaans Nederlands 32 46 22 WO/ Universiteit. Nederlands 33 40 28 Bron: CBS, 2018 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% Laag Middelbaar Hoog Leefomstandigheden inwoners met een Antilliaanse achtergrond in Den Haag 6

VOORTIJDIG SCHOOLVERLATEN Het schooljaar 2011-2012 telde in totaal 1.600 vroegtijdige schoolverlaters (VSV ers) in Den Haag, wat neerkomt op een gemiddelde van 4,9%. Het grootste percentage schoolverlaters is onder jongeren met een Antilliaanse achtergrond (9,2%). Rotterdam heeft in 2014 een iets hoger percentage VSV ers (5,4%), en ook hier hebben de Antilliaans-Nederlandse scholieren het hoogste percentage VSV ers (7,4%). Tabel 2: Voortijdig Schoolverlaters in Den Haag en Rotterdam Den Haag 2011-2012 Rotterdam 2014 Herkomst n % n % Nederlands 545 4,0 1.657 5,1 Antilliaans-Nederlands 104 9,2 358 7,4 Marokkaans-Nederlands 187 5,7 517 6,1 Turks-Nederlands 228 5,4 645 6,9 Surinaams-Nederlands 203 4,8 516 6,3 Overig niet-westers 172 4,8 375 4,8 Westers 161 5,7 351 4,5 Totaal 1.600 4,9 4.419 5,4 Bron: De Gruijter, Gilsing & Pels, 2014 & Buurtmonitor Rotterdam MOGELIJKE VERKLARINGEN Leerlingen met een migratieachtergrond verlaten school vaker vroegtijdig dan leerlingen met een Nederlandse achtergrond. Dit geldt met name voor jongeren met een Antilliaanse achtergrond. Vaak zijn deze jongeren hun onderwijsloopbaan al gestart met een taalachterstand, doordat zij de Nederlandse taal onvoldoende beheersen (Meeng, 2008) en deze ook niet altijd thuis gesproken wordt (Holter, 2014). Deze achterstanden worden tijdens hun onderwijsloopbaan onvoldoende ingelopen, waardoor zij groter risico hebben op vroegtijdig schoolverlaten (Meeng, 2008). Ook de samenstelling van het gezin vormt een risicofactor. Zo lopen kinderen uit éénoudergezinnen meer risico op voortijdig schoolverlaten (Traag & Van der Velden, 2008). De verklaring die hiervoor wordt gegeven is dat kinderen uit éénoudergezinnen minder sociale interactie hebben, aangezien maar één ouder beschikbaar is. Dit betekent dat deze kinderen minder van de hulpbronnen van hun ouders kunnen profiteren, wat de kans op schoolverlaten vergroot. En zoals ook blijkt uit hoofdstuk 2, zijn er relatief veel éénoudergezinnen onder Antilliaanse-Nederlanders. Leefomstandigheden inwoners met een Antilliaanse achtergrond in Den Haag 7

4 Werk en Inkomen WERKZOEKENDEN EN UITKERINGSGERECHTIGDEN IN DEN HAAG In Den Haag is 7,1% van de beroepsbevolking tussen de 15 en 64 jaar werkzoekend. Het hoogste percentage werkzoekenden zien we terug bij de inwoners met een Marokkaanse en Antilliaanse achtergrond (respectievelijk 12,9% en 12,4%) (tabel 2). Tabel 3: Werkzoekenden in beroepsbevolking 15-64 jaar, 2013 % van betreffende deelpopulatie Nederlands 4,6 Antilliaans-Nederlands 12,4 Marokkaans-Nederlands 12,9 Turks-Nederlands 10,9 Surinaams-Nederlands 9,8 Overig niet-westers 12,0 Westers 5,4 Totaal Den Haag 7,1 Ook het aandeel uitkeringsgerechtigden in de leeftijdscategorie 15-64 jaar is onder Antilliaans-Nederlandse inwoners hoog. Onder de jongere inwoners (15-24 jaar) in Den Haag is gemiddeld 2,3% uitkeringsgerechtigd. Bij Antilliaans-Nederlandse inwoners ligt dit op 4,2%. Kijken we in figuur 2 naar de ouderen (55-64 jaar) dan is het verschil ten opzichte van het gemiddelde nog veel groter (9,8% om 26,3%). AANTAL MINIMAHUISHOUDENS DEN HAAG In 2011 zijn er in totaal 43.810 huishoudens in Den Haag met een inkomen tot maximaal 110% van het wettelijk sociaal minimumloon (WSM). Ruim een derde van deze huishoudens, bestaat uit personen met een migratieachtergrond. Kijken we naar cijfers van de herkomst van inwoners van Den Haag, dan valt op dat inwoners met een niet-westerse achtergrond oververtegenwoordigd zijn in de minimahuishoudens, dan je op basis van hun aandeel in de bevolking mag verwachten. Van alle inwoners in Den Haag heeft 2,4% een Antilliaanse achtergrond. Echter vormen zij 5% van de minimahuishoudens. Tabel 4: Uitkeringsgerechtigden (in % van betreffende deelpopulatie) 15-24 jaar 25-34 jaar 35-44 jaar 45-54 jaar 55-64 jaar 15-64 jaar Nederlands 1,5 2,8 3,5 5,2 6,4 4,1 Antilliaans-Nederlands 4,2 12,5 17,2 22,5 26,3 13,7 Marokkaans-Nederlands 4,5 15 19,6 25,9 26,5 15,9 Turks-Nederlands 1,6 7 12 18 23,9 9,8 Surinaams-Nederlands 2,9 8,1 8,9 10,7 14,4 8,9 Overig niet-westers 4,3 12 15 18,6 23,3 13,4 Westers 0,7 1,9 2,9 4,5 7 3,2 Totaal Den Haag 2,3 5,8 7 8,9 9,8 6,7 Leefomstandigheden inwoners met een Antilliaanse achtergrond in Den Haag 8

Tabel 5: Minimahuishouden in Den Haag en Amsterdam Minimahuishouden (110% WSM) Aandeel bevolking Den Haag 2011 Minimahuishouden (120% WSM) Aandeel bevolking Amsterdam 2013 Den Haag 2011 (n=43.810) Amsterdam 2013 (n=151.091) Nederlands 36,0% 51,3% 32,0% 49,4% Antilliaans-Nederlands 5,0% 2,4% 1,9% 1,5% Marokkaans-Nederlands 11,0% 5,6% 15,5% 9,0% Turks-Nederlands 9,0% 7,4% 8,4% 5,3% Surinaams-Nederlands 14,0% 9,4% 11,2% 8,5% Overig 25,0% 23,9% 30,6% 26,3% Bron: De Gruijter, Gilsing & Pels, 2014; Buurtmonitor Den Haag; OIS Amsterdam, 2013; Michon et al., 2016 AANTAL KINDEREN IN MINIMAHUISHOUDENS IN DEN HAAG In 2015 groeiden 23.857 kinderen in Den Haag op in een minimahuishouden. Hierover zijn echter geen cijfers beschikbaar naar herkomst. Kijken we naar cijfers uit 2011, dan groeiden 22.000 kinderen op in een minimahuishouden, waarvan 18.000 kinderen met een migratieachtergrond (82%). Uitgesplitst naar herkomst, valt op dat van alle Marokkaans-Nederlandse kinderen 53% opgroeit in een minimahuishouden, bij Antilliaans-Nederlandse kinderen is dat 42%, bij Turks-Nederlandse kinderen 33%, bij Surinaams-Nederlandse kinderen 20% en bij kinderen met een Nederlandse achtergrond groeit 9% op in een minimahuishouden. Over alle kinderen gemiddeld genomen, groeit 21% op in een minimahuishouden. Figuur 6: Kinderen in minimahuishoudens (%) 9 25 19 18 24 5 Nederlands Antilliaans nederlands Marokkaans nederlands Turks nederlands Surinaams nederlands Overig niet westers & westers MINIMAHUISHOUDENS IN AMSTERDAM De trend die in Den Haag zichtbaar is, is ook te zien in Amsterdam. Ook in Amsterdam zijn de huishoudens met een maximaal inkomen tot 120% WSM 1 oververtegenwoordigd door inwoners met een niet-westerse achtergrond (55%). Van alle minimahuishoudens in Amsterdam, heeft 1,9% een Antilliaanse achtergrond. Dit staat ongeveer gelijk aan hun aandeel in de Amsterdamse bevolking (1,5%). Van de andere inwoners met een niet-westerse achtergrond, is het aandeel in de minimahuishoudens hoger dan je op basis van hun aandeel in de Amsterdamse bevolking zou mogen verwachten. Wanneer gekeken wordt naar de armoedekans (het aandeel van een bepaalde herkomstgroep dat leeft in een huishouden tot maximaal 120% WSM, ten opzichte van die hele herkomstgroep) hebben Marokkaanse-Nederlanders (34%), Turkse-Nederlanders (32%) en inwoners met een overige niet-westerse achtergrond (36%) de grootste kans om in armoede te leven. Van de Antilliaanse-Nederlanders in Amsterdam leeft 28% in een huishouden tot maximaal 120% WSM. MOGELIJKE VERKLARINGEN Het verschil in werkloosheidscijfers van Antillianen ten opzichte van autochtonen kan voor een deel verklaard worden doordat ze een lager opleidingsniveau hebben (Andriessen et al., 2007). Ook een onvoldoende beheersing van de Nederlandse taal kan bijdragen aan een slechtere positie op de arbeidsmarkt (Meeng, 2008). Daarnaast kan discriminatie ook een rol spelen. Zo geeft 19% van de niet-werkenden met een Antilliaanse achtergrond 1 In Amsterdam zijn geen cijfers beschikbaar over minimahuishoudens met een maximaal inkomen tot 110% WSM. Andersom zijn er in Den Haag geen cijfers beschikbaar over minimahuishoudens met een maximaal inkomen tot 120% WSM. Leefomstandigheden inwoners met een Antilliaanse achtergrond in Den Haag 9

aan dat discriminatie de belangrijkste reden is waarom zij een minder goede kans hebben op een baan dan een inwoner met een Nederlandse achtergrond die dezelfde opleiding en werkervaring heeft (Andriessen et al., 2007). Het relatief hoog aantal uitkeringsgerechtigden onder Antilliaanse-Nederlanders hangt dan ook weer samen met de hoge werkloosheidscijfers onder Antilliaanse-Nederlanders. Daarnaast hebben alleenstaanden ook vaker recht op een uitkering dan mensen die een huishouden delen met andere volwassenen. Voor de Antilliaanse-Nederlanders is dit een belangrijke verklaring voor het verschil in uitkering in vergelijking met inwoners met een Nederlandse achtergrond (Huijnk, 2013). Immers, onder Antilliaanse-Nederlanders zijn relatief veel éénoudergezinnen, zoals blijkt uit Hoofdstuk 2. Leefomstandigheden inwoners met een Antilliaanse achtergrond in Den Haag 10

5 Zorggebruik algemeen ZORGGEBRUIK ONDER HAAGSE INWONERS Uit literatuur blijkt dat het aanbod en de werkwijze binnen de Nederlandse gezondheidszorg niet altijd goed aansluit op de behoeften van mensen met een migratieachtergrond. In Den Haag is daarom in 2016 een onderzoek uitgevoerd door het Verwey-Jonker Instituut naar het gebruik van verschillende vormen van zorg onder de Haagse inwoners (Hamdi, Kocak, Bellaart & Van den Toorn, 2017). In het onderzoek, uitgevoerd door Hamdi et al. (2017), is een verschil zichtbaar tussen het gebruik van huisartsen- en ziekenhuiszorg enerzijds, en de thuiszorg, GGZ en ouderenzorg anderzijds. OVERVERTEGENWOORDIGING Huisartsenzorg Van de Haagse inwoners met een Antilliaanse achtergrond heeft 83% in het afgelopen jaar de huisarts minimaal 1 keer bezocht. Hiermee zijn zij samen met inwoners met een Marokkaanse achtergrond de hoogste gebruikers van huisartsenzorg. Bij inwoners met een Turkse en Surinaamse achtergrond ligt dit op 80%. Bij inwoners met een Nederlandse achtergrond heeft 77% de huisarts minimaal 1 keer in het afgelopen jaar bezocht. MOGELIJKE VERKLARINGEN Inwoners met een Antilliaanse achtergrond weten bij lichamelijke klachten de weg naar de zorg (huisarts of ziekenhuis) goed te vinden. Wanneer er echter sprake is van niet-lichamelijke klachten, maar meer van ondersteuning (zoals bij ouderenzorg of thuiszorg) of psychische klachten (GGZ) weten zij de weg naar hulp minder goed te vinden. Verklaringen die worden gegeven voor de ondervertegenwoordiging van Antilliaanse-Nederlanders in de ouderenzorg, thuiszorg en GGZ zijn: Schaamte/taboe (GGZ). van hun tong laten zien (GGZ). weten waar ze gebruik van kunnen maken. van kunnen maken (Thuiszorg). Eerst een band willen opbouwen voordat ze het achterste Gebrek aan kennis van het zorgsysteem, waardoor ze niet Taalbarrière, waardoor ze niet altijd weten waar ze gebruik Zorg wordt ook vaak binnen familie geregeld (Ouderenzorg). (Hamdi et al., 2017). Ziekenhuiszorg Over het gebruik van ziekenhuiszorg zijn geen specifieke cijfers beschikbaar, maar ook hier is het beeld dat inwoners met een migratieachtergrond vaker contact hebben met het ziekenhuis. ONDERVERTEGENWOORDIGING Van zowel ouderenzorg, thuiszorg als GGZ zijn ook geen specifieke cijfers beschikbaar, maar is het beeld dat Haagse inwoners met een migratieachtergrond deze vormen van zorg moeilijk weten te vinden. Leefomstandigheden inwoners met een Antilliaanse achtergrond in Den Haag 11

6 Zorggebruik jeugd GEBRUIK JEUGDHULP In 2016 maakte 13.2% van de jongeren in Den Haag gebruik van Jeugdhulp (zie figuur xx). Gelet op de achtergrond van jongeren die gebruik maken van Jeugdhulp, valt op dat het gebruik van jeugdhulp bij Antilliaans-Nederlandse jongeren twee keer hoger is dan gemiddeld (31% ten opzichte van 15% gemiddeld). Ook bij de inwoners met een Surinaamse achtergrond is het gebruik van jeugdhulp relatief hoog (19%). Marokkaans-Nederlandse en Turks-Nederlandse jongeren maken daarentegen relatief weer minder dan gemiddeld gebruik van jeugdhulp. Deze jongeren zijn echter, samen met de Antilliaans-Nederlandse jongeren, wel oververtegenwoordigd in de jeugdreclassering. Dit beeld is zichtbaar in alle G4-steden. JEUGDHULP DOOR WIJK- EN BUURTTEAMS In 2016 heeft 8% van de Haagse jeugd, hulp ontvangen via een wijk- of buurtteam. Relatief veel Antilliaans-Nederlandse jongeren maken gebruik van de wijk- of buurtteams (21%). Ook de Surinaams-Nederlandse jongeren (11%) en Marokkaans- Nederlandse jongeren (9%) maken relatief veel gebruik van de wijk- en buurtteams. Figuur 7: Gebruik Jeugdzorg totaal, naar herkomst en G4 (%) 35 30 25 20 15 10 5 31 16 14 10 19 14 12 27 23 24 23 19 20 18 16 13 13 13 13 14 13 14 13 11 12 10 10 7 0 Den Haag Rotterdam Amsterdam Utrecht Bron: Gilsing et al., 2018 Nederlands Antilliaans Nederlands Marokkaans Nederlands Turks Nederlands Surinaams Nederlands overig niet westers westers Leefomstandigheden inwoners met een Antilliaanse achtergrond in Den Haag 12

Figuur 8: Gebruik Jeugdzorg zonder verblijf uitgevoerd door wijk-/buurtteams, naar herkomst en G4 (%) 25 20 15 10 5 6 21 9 6 11 8 6 3 10 5 2 6 6 3 14 13 8 8 7 6 6 6 15 14 13 11 10 7 0 Den Haag Rotterdam Amsterdam Utrecht Nederlands Antilliaans Nederlands Marokkaans Nederlands Turks Nederlands Surinaams Nederlands overig niet westers westers Bron: Gilsing et al., 2018 JEUGDRECLASSERING In 2016 had 0,8% van de jongeren in Den Haag een maatregel jeugdreclassering. Dit betrof relatief veel jongeren met een Antilliaanse (2,0%) en Marokkaanse achtergrond (1,8%). Ook Amsterdam en Rotterdam hadden relatief veel jongeren met een Antilliaanse achtergrond die te maken hadden met de Jeugdreclassering. Op de tweede plaats gevolgd door jongeren met een Surinaamse achtergrond. Utrecht geeft een ander beeld. Antilliaans- en Surinaams-Nederlandse jongeren zijn juist ondervertegenwoordigd. Figuur 9: Gebruik Jeugdreclassering, naar herkomst en G4 (%) 3,5 3 2,5 2 1,5 1 0,5 0 3,1 2,2 2,3 2,0 2,1 2,1 1,8 1,8 1,6 1,4 1,3 1,1 1,1 1,0 1,1 1,2 0,9 1,0 0,8 0,4 0,5 0,5 0,4 0,4 0,2 0,3 0,0 0,0 Den Haag Rotterdam Amsterdam Utrecht Nederlands Antilliaans Nederlands Marokkaans Nederlands Turks Nederlands Surinaams Nederlands overig niet westers westers Bron: Gilsing et al., 2018 Leefomstandigheden inwoners met een Antilliaanse achtergrond in Den Haag 13

MOGELIJKE VERKLARINGEN Factoren die verklaren waarom Antilliaans-Nederlandse jongeren meer dan gemiddeld gebruik maken van verschillende vormen van jeugdhulp, kunnen zowel gevonden worden op het niveau van de jongere zelf als op gezinsniveau. Niveau van de jongere Antilliaans-Nederlandse jongeren hebben relatief vaak emotionele problemen of gedragsproblemen. Tevens hebben ze vaker last van hyperactiviteit en een aandachtstekort en is er vaker sprake van problemen met leeftijdsgenoten. Daarnaast is hun opleidingsniveau gemiddeld lager en komt voortijdig schooluitval vaker voor. Ten slotte worden jongeren met een Antilliaanse achtergrond vaker verdacht van een delict, waardoor ze vaker met de jeugdreclassering te maken hebben. Gezinsniveau Op het niveau van het gezin spelen factoren zoals éénoudergezinnen en werkloosheid/uitkeringsgezinnen mee. Daarnaast hebben ouders met een Antilliaanse achtergrond relatief vaak een negatieve beleving van hun eigen opvoedingscompetentie en is er in deze gezinnen relatief vaak sprake van opvoed- en opgroeiproblemen. Al deze factoren samen verklaren het relatief hoge gebruik van de verschillende vormen van jeugdzorg (Gilsing et al., 2015). Leefomstandigheden inwoners met een Antilliaanse achtergrond in Den Haag 14

7 Gezondheid GEZONDHEID HAAGSE INWONERS Uit de Haagse Integratiemonitor (De Gruijter, Gilsing & Pels, 2014) blijkt dat er verschil is in de mate van gezondheid tussen inwoners met een migratieachtergrond en inwoners zonder een migratieachtergrond. Inwoners met een migratieachtergrond hebben meer dan gemiddeld matig of ernstig overgewicht en lopen meer dan gemiddeld kans op het ontwikkelen van een angststoornis of een depressie. Daarnaast ervaren zij hun gezondheid minder dan gemiddeld als goed of uitstekend. Figuur 10: Ervaren gezondheid, overgewicht en angst/ depressie, Den Haag ANTILLIAANS-NEDERLANDSE INWONERS Ruim driekwart van de inwoners met een Antilliaanse achtergrond hebben matig of ernstig overgewicht. Dit is het hoogste percentage van alle inwoners in Den Haag. Ruim een vijfde (22,8%) heeft ook kans op een angststoornis en depressie. Alleen inwoners met een Turkse achtergrond hebben een hoger percentage (25,6%). Ten slotte scoren inwoners met een Antilliaanse achtergrond ten opzichte van alle inwoners met een migratieachtergrond, gemiddeld op de vraag of ze hun gezondheid als goed/uitstekend ervaren (65,8% antwoordt met ja). Nederlands 5 44 85,4 Antilliaans Nederlands 22,8 65,8 75,8 Marokkaans Nederlands 17 64,5 59,5 Turks Nederlands 25,6 59,6 61,5 Surinaams Nederlands 22,2 53,1 67,9 Overig niet westers 22 54,3 78,2 Totaal 11,1 48,5 80,2 0 10 20 30 40 50 60 70 80 90 matig/ernstig overgewicht kans op angst en depressie ervaren gezondheid goed/uitstekend Bron: De Gruijter, Gilsing & Pels, 2014 Leefomstandigheden inwoners met een Antilliaanse achtergrond in Den Haag 15

MOGELIJKE VERKLARINGEN Als verklaring van de hogere percentages overgewicht bij Antilliaanse-Nederlanders wordt aangegeven dat dit samenhangt met bepaalde ongezonde voedingsgewoonten en het feit dat ze minder bewegen (Van Wijk-Jansen et al., 2010). Voedingsgewoonten Uit onderzoek van Vermeeren (2007) komt naar voren dat op de Caraïben nauwelijks dierlijke melkproducten worden gegeten (ook vanwege een lactose-intolerantie), en dat er in plaats van dierlijke melkproducten meer kokosmelk wordt gebruikt. Daarnaast zijn ze afhankelijk van wat er qua eten verbouwd kan worden (vanwege het droge klimaat) en zijn ze voor veel groenteen fruitsoorten afhankelijk van import waardoor deze niet veel gegeten worden. Wel wordt er veel graan en maïs verbouwd. Deze producten zijn echter zelden volkoren en worden vaak verwerkt tot pap en pasteitjes, die vettig zijn. Daar staat tegenover dat er wel veel vis in plaats van vlees gegeten. Echter, de bereiding van eten gebeurt ook vaak met kokosolie, in plaats van margarine of olijfolie, wat vetter is. Bewegen Uit eerder onderzoek blijkt dat 37% van de vrouwen met een Antilliaanse achtergrond sporten, tegenover 56% van de vrouwen met een Nederlandse achtergrond (Breedveld & Thiessen- Raaphorst, 2006). Dit kan volgens Breedveld & Thiessen- Raaphorst (2006) verklaard worden doordat er op de Antillen in mindere mate sprake is van een sportcultuur. Andere belemmerende factoren voor deelname aan sportverenigingen blijken van financiële, culturele en sociale aard, waaronder abonnementskosten en discriminatie (Vermeeren, 2007). Angst en depressie De verhoogde kans op angst en depressie onder niet alleen Antilliaanse-Nederlanders maar onder vrijwel alle inwoners met een niet-westerse achtergrond hangt samen met hun positie in de maatschappij. Zo geeft Selten et al. (2012) aan in hun studie naar de behandeling van stemmingsstoornissen onder migranten aan dat met name de stressvolle positie van niet-westerse migranten in de Nederlandse samenleving negatieve consequenties heeft op hun mentale gezondheid. Leefomstandigheden inwoners met een Antilliaanse achtergrond in Den Haag 16

8 Criminaliteit VERDACHTEN VAN EEN DELICT De oververtegenwoordiging van Marokkaans-Nederlandse en Antilliaans-Nederlandse inwoners is hoog. Dit zien we niet alleen in de Haagse cijfers, maar ook in de landelijke cijfers. Van alle Antilliaanse-Nederlanders in Den Haag is 6,3% verdacht (geweest) van criminaliteit, terwijl van alle inwoners uit Den Haag in totaal 2,2% verdacht is (geweest) van criminaliteit. In Rotterdam ligt dit percentage iets hoger: van alle Antilliaanse-Nederlanders is 7,3% verdacht (geweest), terwijl het in Amsterdam weer iets lager ligt (4,1%). In Nederland als geheel liggen deze percentages op 6,1% voor alle Antilliaanse-Nederlanders en op 1,7% voor alle inwoners met een Nederlandse achtergrond in totaal. OUDERE VERDACHTEN Tevens valt op dat in Den Haag onder Antilliaans-Nederlandse verdachten relatief vaak oudere verdachten voorkomen (45-64 jaar). Bovendien zijn het relatief veel veelplegers (22% is veelpleger t.o.v. 17% als gemiddelde) en weinig beginners (8% t.o.v. 40% als gemiddelde). Het type delict dat wordt gepleegd door inwoners met een Antilliaanse achtergrond is met name vermogensdelicten. Figuur 11: Verdachten van delicten (in % van herkomstgroep), 2012 7 6 5 4 3 2 1 0 1,5 1 6,3 6,1 5,3 4,2 3 2,8 3,5 3,8 2,2 1,7 Den Haag Nederland Bron: De Gruijter, Gilsing & Pels, 2014 & De Boom et al., 2014 Leefomstandigheden inwoners met een Antilliaanse achtergrond in Den Haag 17

Tabel 6: Aantal verdachten in Nederland naar herkomst, 2016 Aandeel verdachten (n=181.370) Aandeel bevolking Nederland 2016 Nederlands 51,5% 77,9% Antilliaans-Nederlands 3,7% 0,9% Marokkaans-Nederlands 7,9% 2,3% Turks-Nederlands 4,9% 2,3% Surinaams-Nederlands 6,1% 2,1% Overig westers & niet-westers 25,9% 14,6% Figuur 11. Bron: CBS Statline, 2017 Op het niveau van de peergroup komen de volgende risicofactoren naar voren: de grote invloed van de peergroup (onderlinge afhankelijkheid, groepsdruk, collectieve behoeftebevrediging), het weinig contact met andere etnische jongeren, de groepsdynamiek en de straatcultuur (geen conventionele normen en waarden, maar waardering en status door delinquent gedrag). Ten slotte wordt op het niveau van de omgeving de ambivalente relatie met Nederland, risico s van het leven in concentratiewijken, de zwakke pedagogische infrastructuur, een beperkt ondersteunend netwerk, gebrek aan interculturele competenties bij instituties en de onvoldoende mogelijkheden en methodieken van instituties om deze gezinnen goed te bereiken en helpen, genoemd. OVERVERTEGENWOORDIGING Verdachten van een delict hebben vaker dan op grond van hun aandeel in de bevolking verwacht mag worden, een niet-westerse achtergrond. Van alle verdachten in Nederland is 3,7% van Antilliaanse afkomst, terwijl hun aandeel in de Nederlandse bevolking slechts 0,9% bedraagt. MOGELIJKE VERKLARINGEN Trees Pels beschrijft in Het kennisfundament t.b.v. de aanpak van criminele Marokkaanse jongeren uitgebreid specifieke risicofactoren bij Antilliaanse jongeren, waardoor zij vaker in de criminaliteit voorkomen dan andere groepen (Pels, 2008). Pels behandelt de risicofactoren op vier niveaus: de jongere zelf, het gezin, de peergroup en de omgeving. Op het niveau van de jongere wordt de beperkte Nederlandse taal, gebrekkig sociaal netwerk, gebrek aan sociale binding met de Nederlandse samenleving (gerelateerd aan migratiegeschiedenis), geen conventionele normen en waarden (uitstralen van materiële rijkdom), weinig onder de indruk van Nederlandse straffen en kwetsbaarder door wensstatus te tonen, maar een lage sociale status en negatieve bejegening door de samenleving genoemd. Op gezinsniveau wordt genoemd: de relatief veel éénoudergezinnen en tienermoederschap, sekse-specifieke opvoeding, opvoedingsonzekerheid, haperende interactie met de jeugdzorg en een pedagogisch eenzijdige benadering (autoritair, eenzijdig met accent op sturing, weinig persoonlijke aandacht, eenrichtingsverkeer in communicatie). Daarnaast geldt ook voor het gezinsniveau de beperkingen in de Nederlandse taalvaardigheid en het sociale netwerk en het ontbreken van conventionele normen en waarden (het uitstralen van materiële rijkdom). Leefomstandigheden inwoners met een Antilliaanse achtergrond in Den Haag 18

9 Conclusies Het geheel overziende valt het op dat relatief veel Haagse bewoners met een Antilliaanse achtergrond kampen met maatschappelijke problemen. Op een aantal gebieden zijn het zorgwekkende cijfers. Wat het onderwijs betreft zien wij dat het deel dat een laag opleidingsniveau heeft, vergeleken met andere groepen met een migratieachtergrond kleiner is. Het is in Den Haag gelijk aan het gemiddelde. Vergeleken met het landelijk beeld zijn er minder laagopgeleiden en meer hoogopgeleide inwoners met een Antilliaanse achtergrond in Den Haag. Hier liggen de zorgen dus niet. Maar wat voortijdig schooluitval betreft zijn de cijfers wel verontrustend. Het aandeel uitkeringsgerechtigden in de leeftijdscategorie 15-64 jaar is onder Antilliaans-Nederlandse inwoners erg hoog. Samen met Marokkaanse Nederlanders het hoogste. Onder de jongere inwoners (15-24 jaar) in Den Haag is gemiddeld 2,3% uitkeringsgerechtigd. Bij Antilliaans-Nederlandse inwoners ligt dit op 4,2%. Kijken we naar andere leeftijden zijn de verschillen nog groter. In de groep 55-64 jaar is het met 26,3% veel hoger dan het gemiddelde van 9,8% in die leeftijdsgroep. Landelijk gezien was het percentage kinderen dat in armoede opgroeit onder Antilliaans-Nederlandse kinderen het hoogst van alle migrantengroepen. In Den Haag is het ook zorgwekkend, maar is de armoede onder Marokkaans-Nederlandse gezinnen met 53% nog hoger. Van de Antilliaans-Nederlandse kinderen groeit 42% op in een minimahuishouden. Bij kinderen met een Nederlandse achtergrond is dat 9%. bij andere migrantengroepen. Uit de literatuur blijkt dat er onder alle migrantengroepen, ook onder Antilliaanse Nederlanders drempels worden ervaren om zelf naar de jeugdzorg te gaan. Des te opvallender is het hoge gebruik. Landelijk gezien is dat overigens vergelijkbaar. In de literatuur komt naar voren dat het gebruik hoog is, maar het vroegtijdig bereik en de aansluiting bij de behoefte van de gezinnen niet altijd optimaal is. De oververtegenwoordiging van Antilliaans-Nederlandse inwoners in de criminaliteit is hoog. Dit zien we niet alleen in de Haagse cijfers, maar ook in de landelijke cijfers. Van alle Antilliaanse-Nederlanders in Den Haag was 6,3% verdacht van criminaliteit, terwijl van alle inwoners uit Den Haag in totaal 2,2% verdacht werd van criminaliteit. Dit is vergelijkbaar met Nederland als geheel. Hier liggen deze percentages op 6,1% voor alle Antilliaanse-Nederlanders en op 1,7% voor alle inwoners met een Nederlandse achtergrond in totaal. Het valt op dat in Den Haag onder Antilliaans-Nederlandse verdachten relatief vaak oudere verdachten voorkomen (45-64 jaar). Bovendien zijn het relatief veel veelplegers (22% is veelpleger t.o.v. 17% als gemiddelde) en weinig beginners (8% t.o.v. 40% als gemiddelde). Het type delict dat wordt gepleegd door inwoners met een Antilliaanse achtergrond is met name vermogensdelicten. In de jeugdreclassering is het percentage relatief hoog. Hoger dan andere groepen met een migratieachtergrond. In 2016 had 0,8% van alle jongeren in Den Haag een maatregel jeugdreclassering. Onder jongeren met een Antilliaanse achtergrond was dat 2,0%. Met een Marokkaanse achtergrond was het 1,8%. Ook in Amsterdam en Rotterdam hadden relatief veel jongeren met een Antilliaanse achtergrond die te maken met de Jeugdreclassering. Opvallend qua gezondheid is een hoog percentage van de bewoners met een Antilliaanse achtergrond heeft last van overgewicht en het relatief vaak voorkomen van GGz problemen. Verder valt op dat er onder deze groep relatief veel tienermoeders zijn en gezins- opvoedingsproblematiek veel voorkomt. Het gebruik van jeugdzorg is enorm hoog, ook veel hoger dan Bovenstaande geeft aan dat een relatief groot deel van de inwoners met een Antilliaanse achtergrond in Den Haag kampt met problemen. Het verdient aanbeveling om samen met vertegenwoordigers van deze groep te zoeken naar gerichte oplossingen die goed aansluiten bij deze groep. Preventie lijkt vooral nodig op het gebied van armoedebestrijding, opvoedingsondersteuning, het voorkomen van uitval en een criminele loopbaan. Leefomstandigheden inwoners met een Antilliaanse achtergrond in Den Haag 19

Literatuur Andriessen, I., Dagevos, J., Nievers, E., & Boog, I. (2007). Discriminatiemonitor niet-westerse allochtonen op de arbeidsmarkt 2007. Den Haag/Rotterdam: Sociaal en Cultureel Planbureau, Art, 1. Bellaart, H., Day., M., & Gilsing, R. (2016). Effectief bereik van alle doelgroepen door jeugdhulp Den Haag. Utrecht: Verwey- Jonker Instituut. Buurtmonitor Den Haag (2017). https://denhaag.buurtmonitor. nl/ Distelbrink, M., & Ketner, S. (2011). Vaderschap is geen playstation. Pedagogiek, 31(1), 53-67. Gilsing, R., Pels, T., Bellaart, H., & Tierolf, B. (2015). Grote verschillen in gebruik jeugdzorg naar herkomst. Kennisplatform Integratie en Samenleving analyseert CBS-cijfers 2011-2013. Utrecht: Verwey-Jonker Instituut. Gilsing, R., Stoutjesdijk, F., Distelbrink, M., & Tierolf, B. (2018). Jeugdhulp Amsterdam: Bereik jeugdigen met een migratieachtergrond. Utrecht: Verwey-Jonker Instituut. CBS Statline (2018) http://statline.cbs.nl/statweb/ De Boom, J., Van Wensveen, P., Hermus, P., Weltevrede, A., & Van San, M. (2014). Antilliaanse Nederlanders 2013. De positie op de terreinen van onderwijs, arbeid en uitkering en criminaliteit (meting 4). Rotterdam: Risbo, Erasmus Universiteit De Gruijter, M., Gilsing, R., & Pels, T. (2014). Haagse integratiemonitor. Distelbrink, M.J., (2000). Opvoeden zonder man. De opvoeding en ontwikkeling in Creools-Surinaamse een- en tweeoudergezinnen in Nederland. Assen: Van Gorcum (proefschrift EUR). Distelbrink, M. (2005). Creools-Surinaamse vaders: vaderen in en buiten het gezin. In: Distelbrink, M., Geense, P., & Pels, T. (red.), Diversiteit in vaderschap. Chinese, Creools-Surinaamse en Marokkaanse vaders in Nederland. (pp. 121-210). Assen: Koninklijke Van Gorcum. Distelbrink, M., & Pels, T. (2008). Aandachtspunten voor preventie van marginalisering van Antillianen. WODC. Hamdi, A., Kocak, S., Bellaart H., & Van den Toorn, J. (2017). Match tussen zorgaanbod en zorgvraag van Hagenaars met een migratieachtegrond. Verkenning van bereik en aansluiting van de gezondheidszorg in Den Haag. Utrecht: Verwey-Jonker Instituut. Holter, N. (2014). Oorzaken van voortijdig schoolverlaten. Utrecht: Nederlands Jeugdinstituut. Huijnk, W. (2013). De arbeidsmarktpositie in beeld. In: W. Huijnk, M. Gijsberts en J. Dagevos (red.), Jaarrapport Integratie, 35-63. Meeng, C. (2008). Traha Brug II; onderzoek naar de aanpak van Antilliaanse en Arubaanse risicojongeren in de gemeente Den Haag in de periode 2005-2008 (Master thesis). Michon, L., Nottelman, N., Booi, H., Slot, J., Holaind, N., & Wenneker, C. (2016). Amsterdamse Armoedemonitor 2015. Amsterdam: Gemeente Amsterdam OIS Amsterdam, 2017 http://www.ois.amsterdam.nl/ Pels, Trees (2008) Aandachtspunten voor preventie van marginalisering van jongens van Marokkaanse- en Antilliaanse Leefomstandigheden inwoners met een Antilliaanse achtergrond in Den Haag 20

afkomst. In: D. Brons, N. Hilhorst, F. Willemsen (red.) Het kennisfundament t.b.v. de aanpak van criminele Marokkaanse jongeren. Den Haag: WODC, Kennisdossier 2008-4. Selten, JP., Laan, W., Kupka, R., Smeets, HM., & Van Os, J. (2012) Risk of psychiatric treatment for mood disorders and psychotic disorders among migrants and Dutch nationals in Utrecht, The Netherlands, In: Ts. Soc. Psychiatry Psychiatr. Epidemiol., 47: 271. Steketee, M., Ex, C., Tan, S., & Kromontono, E. (2003). Jonge Antilliaanse immigranten en hun voogden: De leefsituatie van Antilliaanse jongeren die met en zonder wettelijk gezag in Nederland verblijven. Utrecht: Verwey-Jonker Instituut. Tierolf, B., Steketee, M., Gilsing, R. & Bellaart, H. (2017). Feiten & cijfers: leefomstandigheden van kinderen met een migratieachtergrond. Utrecht: Kennisplatform Integratie & Samenleving/ Verwey-Jonker Instituut. Traag, T., & Van der Velden, R.K.W. (2008). Early school-leaving in the Netherlands. The role of student-, family- and school factors for early school-leaving in lower secondary education. Maastricht: Research Centre for Education and the Labour Market. Van Wijk-Jansen, E., Jager, L., & Van der Kroon-Horpestad, S. (2010). Leven om te eten. Surinaamse en Antilliaanse vrouwen over eten, bewegen en overgewicht. Den Haag: LEI Wageningen UR. Vermeeren, S. (2007). Lichaamsidealen en leefstijl onder obese Antilliaanse vrouwen in Nederland. Afstudeerscriptie. Amsterdam: Universiteit van Amsterdam. Leefomstandigheden inwoners met een Antilliaanse achtergrond in Den Haag 21

Colofon Financier: Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Auteurs: Esther Horrevorts, MSc Drs. Hans Bellaart Foto omslag: Hollandse Hoogte Ontwerp: Design Effects Uitgave: Kennisplatform Integratie & Samenleving P/a Kromme Nieuwegracht 6 3512 HG Utrecht T (030) 230 3260 De publicatie kan gedownload worden via de website van het Kennisplatform Integratie & Samenleving: http://www.kis.nl. ISBN 978-90-5830-903-7 Verwey-Jonker Instituut, Utrecht 2018. Het auteursrecht van deze publicatie berust bij het Verwey-Jonker Instituut. Gedeeltelijke overname van teksten is toegestaan, mits daarbij de bron wordt vermeld. The copyright of this publication rests with the Verwey-Jonker Institute. Partial reproduction of the text is allowed, on condition that the source is mentioned. KENNISPLATFORM INTEGRATIE & SAMENLEVING Kennisplatform Integratie & Samenleving doet onderzoek, adviseert en biedt praktische tips en instrumenten over vraagstukken rond integratie, migratie en diversiteit. Daarnaast staat het platform open voor vragen, signalen en meningen en formuleert daar naar beste vermogen een antwoord op. Deze kennisuitwisseling is bedoeld om een fundamentele bijdrage te leveren aan een pluriforme en stabiele samenleving. Blijf op de hoogte van alle projecten, vragen en antwoorden en andere kennisuitwisseling via www.kis.nl, de nieuwsbrief, Twitter en LinkedIn. Kennisplatform Integratie & Samenleving is een programma van het Verwey-Jonker Instituut en Movisie T 030 230 32 60 E info@kis.nl I www.kis.nl