Borstvoeding voor te vroeg geboren kinderen

Vergelijkbare documenten
Borstvoeding 1 Afkolven 1 Stappenplan voor borstvoeding bij een premature baby 2 Meer informatie 5 Tot slot 6 Belangrijke telefoonnummers 6

Borstvoeding geven aan uw te vroeg geboren baby. Vrouw - Moeder - Kind centrum

Borstvoeding voor een premature baby

Borstvoeding voor een prematuur geboren baby

Borstvoeding premature baby

Borstvoeding bij te vroeg geboren baby s. Adviezen voor ouders en verzorgers.

Borstvoeding geven aan een randpremature en/of dysmature baby

Praktische informatie bij de start van borstvoeding

Therapeutisch flesvoeden

Borstvoeding bij uw te vroeg geboren baby. Afdeling C3 / D3 IJsselland Ziekenhuis

Borstvoeding geven aan een tweeling

Afkolven van moedermelk

Borstvoeding aan de premature baby

Borstvoeding geven met een tepelhoed

Borstvoeding aan de premature baby

Borstvoeding in 10 stappen. bij te vroeg geboren baby s

Afkolven van moedermelk

Signalen dat het kind niet goed is aangelegd Voeden: hoe lang en wanneer

Borstvoeding voor de vroeg geboren baby laat prematuur (34-37 weken), vroeg à terme (37-38 weken) en/of dysmatuur geboren baby s

Leren drinken. Moeder en Kind Centrum. Beter voor elkaar

Borstvoeding prematuur

Kind- en jeugdzorg Borstvoeding geven aan uw te vroeg geboren baby

Borstvoeding aan de rand prematuur

Het afkolven en bewaren van moedermelk

Borstvoeding aan de premature baby

Het is belangrijk dat de baby binnen 1 uur na de geboorte aan de borst wordt gelegd

Borstvoeding met behulp van een tepelhoedje

Te weinig borstvoeding

ja / nee O smak geluidjes O wakker worden En voeden op verzoek

Noord 4 / Kinderafdeling. Borstvoeding. MA v1- H. Boermarkeweg AA Emmen Postbus RA Emmen Tel.

Borstvoeding. Inhoudsopgave Klik op het onderwerp om verder te lezen. Waarom borstvoeding? Wanneer voor het eerst voeden?

Borstvoeding voor een couveusebaby

INFORMATIE OVER BORSTVOEDING FRANCISCUS VLIETLAND

Borstvoeding bij een randpremature of dysmature baby

Borstvoeding voor een te vroeg geboren baby

Borstvoeding voor een couveusebaby

Borstvoeding aan de rand prematuur

Borstvoeding bij de premature pasgeborene

Borstvoeding. bij te vroeg geboren baby's (prematuren)

Afkolven van moedermelk

Het afkolven van moedermelk

Borstvoeding voor een twee- of meerling

Afkolven van moedermelk

Moeders worden binnen een uur na de geboorte van hun kind geholpen met borstvoeding geven

Kolven met de hand tijdens de zwangerschap

Afkolven van moedermelk

Borstvoeding op de afdeling Neonatologie

Verloskunde Als uw baby extra zorg nodig heeft.

kolven patiënteninformatie Redenen om te kolven Kolfschema

Afkolven van moedermelk

Afkolven van moedermelk

Borstvoeding is... INFORMATIE VOOR PATIËNTEN

Afdeling Kind & Jeugd/ verloskunde INFORMATIE OVER BORSTVOEDING DE EERSTE WEKEN

Kolven in de zwangerschap

Borstvoeding. Informatie voor kraamvrouwen. Patiënteninformatie Borstvoeding informatie voor kraamvrouwen

Als drinken niet vanzelf gaat

H Tepelhoedje

Het afkolven en bewaren van moedermelk

Borstvoeding voor een couveusebaby

Minder borstvoeding? Zo kunt u meer borstvoeding krijgen. Naar het ziekenhuis? Lees eerst de informatie op

Borstvoeding. Het Slotervaart, een ziekenhuis met ambitie. Informatie voor aanstaande moeders KRAAMAFDELING TELEFOON KINDERAFDELING

Borstvoeding voor een twee- of meerling

Meerlingen en borstvoeding

De gezinssuite bij St. Antonius Alnatal

Geboortecentrum. Tips bij borstvoeding. Gezien vanuit uw kindje

Als drinken niet vanzelf gaat

Patiënteninformatie. Diabetes en Borstvoeding

Borstvoeding en diabetes

PATIËNTEN INFORMATIE. Borstvoeding bij een tweeling

Afdeling Verloskunde, locatie WKZ. Borstvoeding geven aan een meerling

Kolven moedermelk. Kinderafdeling/Kraamafdeling

PATIËNTEN INFORMATIE. Borstvoeding geven. aan uw te vroeg geboren baby

Afkolven van moedermelk

checklist borstvoeding

Borstvoeding in het SKB

PATIËNTEN INFORMATIE. Borstvoeding en diabetes

INFORMATIEAVOND BORSTVOEDING

Borstvoeding als uw kind in het Catharina Ziekenhuis is opgenomen

Uw kleinkind en borstvoeding

Borstvoeding geven aan een baby met het syndroom van Down

Lactatiekundige. Hulp bij borstvoeding

PATIËNTEN INFORMATIE. Borstvoeding aan een randpremature of dysmature baby

Borstvoeding en diabetes mellitus

Borstvoeding voor een couveusebaby

Borstvoeding bij de zieke of te vroeg geboren baby

borst voeding bij te vroeg geboren baby s

Borstvoeding geven met een tepelhoedje

Borstvoeding bij te vroeg geboren baby s

Borstvoeding. Informatie voor kraamvrouwen. Patiënteninformatie Borstvoeding informatie voor kraamvrouwen versie 02

Het afkolven van moedermelk kolfdagboek

Borstvoeding de beste keuze Informatie voor patiënten

Kind en jeugdafdeling / verloskunde Kolven

PATIËNTEN INFORMATIE. Borstvoeding

kolven patiënteninformatie

Leren drinken bij te vroeg geboren baby s

Kolven. Wanneer is kolven zinvol?

De verpleegkundige zal u helpen bij het uitvoeren van het huid-ophuidcontact.

Contents Wat je moet weten over het geven van borstvoeding.

Transcriptie:

Borstvoeding voor te vroeg geboren kinderen 1

Borstvoeding voor te vroeg geboren kinderen Inhoudsopgave (Klik op het onderwerp om verder te lezen) Borstvoeding 2 Afkolven 2 Afkolven voor een premature kind 3 Stappenplan voor borstvoeding bij een premature kind 3 Stappenplan 3 Stap 1: het opstellen van een borstvoedingsplan 4 Stap 2: oefenen met kangoeroeën 4 Stap 3: voedingshoudingen oefenen 4 Stap 4: voeding aan de borst 5 Stap 5: alert zijn op voedingssignalen 5 Stap 6: aanleggen 5 Stap 7: drinken aan de borst 5 Let op de volgende zaken 6 Stap 8: gedeeltelijke borstvoeding 6 Stap 9: volledige borstvoeding 6 Stap 10: zelfstandige borstvoedingsrelatie 6 Meer informatie 6 Tot slot 7 Belangrijke telefoonnummers 7 Borstvoeding Uit allerlei onderzoeken blijkt dat borstvoeding goed is voor alle kinderen. Ook voor premature kinderen (prematuur betekent dat jouw kind te vroeg geboren is; hij/zij is na een zwangerschap van minder dan 37 weken geboren). Er zijn vele redenen waarom borstvoeding zo goed is voor een premature kind. Enkele voorbeelden zijn: moedermelk past zich aan, aan de behoefte van een premature kind; moedermelk bevat veel antistoffen die jouw kind beschermen tegen ziektes; moedermelk is licht verteerbaar waardoor er minder kans is op problemen met de maag en darmen van jouw kind; moedermelk bevat meer groeifactoren als jouw kind te vroeg geboren wordt. Na ongeveer veertien dagen verandert de samenstelling van de moedermelk dusdanig dat deze geschikt wordt voor een voldragen kind. Bij heel vroeg geboren kinderen is daarom soms een extra toevoeging nodig. Deze toevoeging is tijdelijk en bestaat uit extra calorieën en mineralen. Moedermelk blijft, ondanks de toevoeging, uniek: vooral de antistoffen in moedermelk zijn niet te vervangen. De toevoeging is niet altijd nodig. Afkolven Hoe jonger jouw kind is, hoe moeilijker het voor hem/haar is om zelf te drinken. Kinderen die bij een zwangerschapsduur van minder dan 32 weken geboren zijn, kunnen nog niet zelf drinken aan de borst. De melkproductie bij de moeder komt juist op gang als een kind aan de borst zuigt of drinkt. Om de melkproductie, ondanks het niet kunnen drinken van jouw kind, toch op gang te brengen, is het belangrijk dat je zo snel mogelijk begint met afkolven. Door het afkolven brengt je de melkproductie 2

op gang en houd je het gaande. Ook als jouw kind een beetje drinkt aan de borst, is het belangrijk dat je na kolft. Dit om vraag en aanbod op peil te houden. Er is een folder over het afkolven en het bewaren van moedermelk verkrijgbaar. Je ontvangt deze bij opname op de kraamafdeling. Afkolven voor een premature kind Er is een aantal zaken welke belangrijk zijn bij het afkolven van moedermelk voor een premature kind. Dit zijn de volgende punten: probeer, als dit mogelijk is, binnen zes uur na de bevalling te beginnen met afkolven want dit brengt de melkproductie op gang; hoe eerder je begint met kolven hoe eerder de hormonen gestimuleerd worden, dit heeft ook een positieve invloed op de langere termijn; je wordt aangeraden om een dubbele kolfset te gebruiken. Het halveert de tijdsduur van het afkolven en de dubbele stimulatie heeft een groter effect op de hormonen die borstvoeding stimuleren; het is belangrijk om van het afkolven een dagelijkse routine te maken, waarbij de frequentie en duur van een normaal borstvoedingspatroon van een kind worden nagebootst. Dit is de beste manier om tijdens een langere periode de melkproductie te handhaven; door spanningen, bijvoorbeeld als jouw kind zich niet zo lekker voelt, kan de melkproductie teruglopen. Deze verminderde melkproductie is vaak tijdelijk en verdwijnt weer als de spanningen verminderen of oplossen; als je jouw kind tijdens het afkolven huid op huid vasthoudt (kangoeroeën), met de mond van jouw kind dicht bij je borst, kan dit het toeschietreflex versterken. Als het toeschieten niet goed lukt, kun je advies vragen aan de verpleegkundige of lactatiekundige. Stappenplan voor borstvoeding bij een premature kind Bij Fam wordt een stappenplan gebruikt om je inzicht te geven hoe je als moeder jouw vroeggeboren kind zo vertrouwd mogelijk kunt maken met drinken aan de borst. Voor meer informatie kun je de folder Borstvoeding geven lezen. Hierin staan algemene richtlijnen voor het geven van borstvoeding beschreven. Het is belangrijk dat je, voor je iets gaat ondernemen met jouw kind, altijd goed naar jouw kind kijkt. Als jouw kind slaapt, maak hem/haar dan niet wakker. Is jouw kind wakker en heeft hij/zij honger, houd dan niet altijd strak het plan van aanpak aan maar ga in op de behoeften van jouw kind. Dit alles vindt plaats in overleg met de verpleegkundige die voor jouw kind zorgt. Het is erg belangrijk dat je je vragen of onduidelijkheden bespreekt met de verpleegkundige. Hetzelfde geldt als de geboden zorg niet voldoet aan jouw verwachtingen. In overleg met jou, kan geprobeerd worden deze problemen te verbeteren. Early Feeding Skills (EFS) is een methode waarbij goed gekeken wordt naar de voedingsvaardigheden van premature kinderen, zieke kinderen en slecht drinkende kinderen. Het doel is om een zo goed mogelijk oefenmoment te creëren en voedingsproblemen te voorkomen. Het blijkt dat de zuigontwikkeling bij te vroeg geboren kinderen anders verloopt dan bij op tijd geboren (à terme) kinderen. Te vroeg geboren kinderen krijgen op een later tijdstip een normaal zuigpatroon dan à- terme kinderen. Aan de hand van een checklist bekijkt de verpleegkundige of logopediste of jouw kind toe is aan orale voeding. Voor meer informatie hierover kun je bij jouw verpleegkundige terecht. Stappenplan Het beslissen over de manier waarop het stappenplan gevolgd gaat worden, is afhankelijk van de zwangerschapstermijn en de conditie van jouw kind en alles wat er is gebeurd. Daarnaast speelt het 3

eigen kunnen van jouw kind ook een rol. Dit alles kan betekenen dat een stapje van het plan overgeslagen kan worden. Het bovengenoemde wordt met je besproken. Als je hier vragen over hebt, kun je deze bespreken met de verpleegkundige. Bij een premature kind is het erg belangrijk om het stappenplan te volgen. Elke verandering wordt in de checklist genoteerd. Met behulp van de checklist van jouw kind krijg je informatie over wat op dat moment belangrijk is om over jouw kind te weten. Het stappenplan kent de volgende stappen: 1. het opstellen van een borstvoedingsplan; 2. oefenen met kangoeroeën; 3. voedingshoudingen oefenen; 4. voeding aan de borst; 5. alert zijn op voedingssignalen; 6. aanleggen; 7. drinken aan de borst; 8. gedeeltelijke borstvoeding; 9. volledige borstvoeding; 10. zelfstandige borstvoedingsrelatie. Stap 1: het opstellen van een borstvoedingsplan Voor het opstellen van een borstvoedingsplan wordt gekeken naar de leeftijd en de lichamelijke toestand van jouw kind om te beslissen of jouw kind aan de borst kan drinken. Als jouw kind nog niet aan de borst drinkt, of nog niet voldoende drinkt, moet je beginnen met afkolven als je de borstvoeding op gang wilt brengen en wilt houden. De verpleegkundige geeft je uitleg over het afkolven en begeleidt je hierin. Stap 2: oefenen met kangoeroeën Kangoeroeën wil zeggen huid-op-huid contact: de huid (van moeder, vader of verzorger) in contact met de huid van jouw kind. Met kangoeroeën kan begonnen worden zodra de toestand van jouw kind stabiel is. De eerste stap naar borstvoeding bij een premature kind is kangoeroeën. Kinderen reageren positief op huidcontact. Kangoeroeën is een goede eerste stap om het contact tussen kind en ouders op te bouwen. Uit onderzoek is gebleken dat kangoeroeën ook goed is voor de lichaamstemperatuur, de ademhaling en de hartactie van jouw kind. Jouw kind huilt minder vaak. Verder kan kangoeroeën de periode waarin borstvoeding wordt gegeven positief beïnvloeden. Stap 3: voedingshoudingen oefenen Vanuit het kangoeroeën kun je jouw kind in een voedingshouding nemen. Laat jouw kind in de voedingshouding, liggen zodat hij/zij kan ruiken en eventueel zoeken of likken. Probeer langzamerhand de diverse voedingshoudingen uit als jouw kind meer gaat reageren en actiever mee gaat doen. Een belangrijk aspect is dat de nadruk ligt op het contact en het oefenen; niet op het geven van voeding. Het is belangrijk dat je rustig en lekker zit (met name een goede ondersteuning) en dat je voor het oefenen de tijd neemt. De meest gebruikte voedingshoudingen die je bij een premature kind kunt gebruiken, zijn: aangepaste wiegenhouding; dit is een effectieve houding voor de meeste kleine premature kinderen (omdat de meeste kinderen extra hoofdsteun nodig hebben); de rugbyhouding; deze is fijn voor premature kinderen omdat het gezichtje van jouw kind dan goed te zien is en in deze houding jij controle hebt over het hoofdje van jouw kind (en deze eventueel nog wat extra kan ondersteunen). De verpleegkundige legt je uit hoe deze houdingen werken. 4

Stap 4: voeding aan de borst Vaak duurt het een tijd voor jouw kind voeding in de mond krijgt en doorslikt. Dit is afhankelijk van de zwangerschapstermijn van jouw kind. Als jouw kind niet drinkt aan de borst moet er sondevoeding gegeven worden. Dit kan heel goed gedaan worden als jouw kind bij je ligt en probeert uit de borst te drinken. Als jouw kind wel drinkt maar nog niet genoeg, kan als aanvulling sondevoeding of vingervoeding gegeven worden. Stap 5: alert zijn op voedingssignalen Het is belangrijk om naar jouw kind te kijken om te bepalen wanneer hij/zij wil eten (voedingssignalen geeft). Als jouw kind zijn handje naar de mond brengt of met zijn tong over de lipjes gaat, kun je jouw kind aanleggen. Als je bij het zien van deze signalen wacht met aanleggen, is de kans groot dat jouw kind gaat huilen. Dan gaat het aanleggen niet zo gemakkelijk meer. Om deze redenen is het belangrijk te letten en te reageren op voedingssignalen van jouw kind. Stap 6: aanleggen Je kunt beginnen met het aanleggen van jouw kind aan de borst als voldaan wordt aan de volgende voorwaarden: jouw kind laat zuigbehoefte zien; jouw kind heeft een goede conditie; jouw kind kan goed zuigen, slikken en ademhalen tijdens een oefensessie; het gedrag van jouw kind geeft aan dat hij /zij in staat is om zelf te drinken. Samen met de verpleegkundige kijk je naar jouw kind om te bepalen of je kunt beginnen met aanleggen. Ervaring leert dat hier meestal mee begonnen kan worden als jouw kind tussen 32 en 34 weken oud is. Stap 7: drinken aan de borst Om goed melk in de mond te krijgen, is het belangrijk dat jouw kind zowel de tepel als een deel van de tepelhof in zijn mond heeft. Dat lijkt misschien onmogelijk kijkend naar de maat van het hoofdje en de borst. Toch kan ook een premature kind (leren) zijn mond wijd open (te) doen en zo veel volume in zijn mond te nemen. Deze houding vasthouden is vaak moeilijk, maar door extra ondersteuning kan de premature kind geholpen worden. Als dit niet goed lukt, kan geprobeerd worden om met een tepelhoedje te voeden. Later wordt het gebruik van het tepelhoedje afgebouwd. De verpleegkundige bespreekt dit met je en vertelt dan ook over de voor- en de nadelen van het gebruik van een tepelhoedje. Je kan tijdens het voeden het hoofdje van jouw kind vasthouden. Door deze zachte, voortdurende druk blijft jouw kind aan jouuw borst zonder dat het meer energie kost. Daarnaast houdt jouw kind gedurende de voeding zoveel mogelijk borstweefsel in zijn mond, waardoor tepelproblemen worden voorkomen en jouw kind zoveel mogelijk melk binnen krijgt. Bij het aanleggen is het fijn om de borst te ondersteunen. Dit kan door middel van de zogenoemde C- greep, waarbij je vingers aan de onderkant de borst ondersteunen. De duim ligt bovenop de borst, ver van de tepelhof. De C-greep biedt de beste steun voor jouw borst en het geeft de minste kans dat er vingers in de weg zitten voor de mond van jouw kind. Je kunt met een wijsvinger onder de kin van jouw kind eventueel extra ondersteuning bieden door middel van de U-greep. De verpleegkundige kan je hier meer over vertellen. Jouw kind wordt voor en na de voeding gewogen om te bepalen of jouw kind nog bij gevoed moet worden. Als dit het geval is dan moet er altijd nog gekolfd worden. Dit omdat jouw kind minder borstvoeding heeft gedronken, waardoor er minder voeding wordt aangemaakt (het zogenoemde vraag- en aanbodsysteem). 5

Let op de volgende zaken Het is belangrijk dat je oververmoeidheid en stress in de gaten houdt. De verpleegkundige geeft hier, vooral in het begin, ondersteuning bij. Later kun je hier zelf op letten. Verder is het van belang dat je goed kijkt naar jouw kind. Het is beter dat één borst goed wordt leeggedronken dan dat van beide borsten effectief minder wordt gedronken. Een slaperige kind houd je langer geïnteresseerd door hem/haar steeds van borst wisselen. Let erop dat je jouw kind niet te warm aankleedt; jouw kind blijft warm genoeg, doordat hij/zij bij je ligt. Neem de tijd voor het geven van borstvoeding, omdat jouw kind extra tijd nodig kan hebben om de melkstroom op gang te brengen. Stap 8: gedeeltelijke borstvoeding Voor deze stap moet jouw kind in staat zijn om ten minste één volledige borstvoeding tot zich te nemen. Het besluit om jouw kind de fles te gaan geven, zodat hij/zij dan sneller naar huis mag, heeft geen effect omdat jouw kind een fles voeding ook niet goed zal leegdrinken. Jouw kind geeft met borstvoeding goed aan wanneer hij/zij voldoende kracht heeft om meer te drinken. Stap 9: volledige borstvoeding Het geven van bijvoeding en het afkolven van borstvoeding is nu niet meer nodig. Op een gegeven moment kun je gebruik maken van de mogelijkheid om jouw kind 24 uur in het ziekenhuis te verzorgen. Dit zogenoemde rooming in kun je bespreken met de verpleegkundige. Stap 10: zelfstandige borstvoedingsrelatie Als je je in deze stap bevindt heb je geen praktische aanwijzingen meer nodig. Als je toch nog problemen ervaart, kun je contact opnemen met een borstvoedingsorganisatie of je kunt naar een lactatiekundige gaan (adressen vind je in de alinea Meer informatie ). Je kunt ook contact opnemen met de lactatiekundige van Fam. Voordat jouw kind met ontslag gaat, wordt de checklist nog met je doorgesproken. Tijdens dit gesprek worden de belangrijkste zaken voor thuis met je besproken. Als jouw kind alles zelf drinkt, maar nog niet alleen uit de borst, kan het je soms aangeraden worden om een weegschaal voor thuis te huren. Dit na overleg met de lactatiekundige van het ziekenhuis. Meer informatie De borstvoedingsverenigingen Borstvoeding Natuurlijk en La Leche League hebben een goede folder voor ouders met een te vroeg geboren kind. Hierin vind je veel praktische informatie. Je kunt bij deze verenigingen ook andere folders over borstvoeding bestellen. Vereniging Borstvoeding Natuurlijk Postbus 119 3960 BC Wijk bij Duurstede Tel. (0343) 576626 http://www.borstvoedingnatuurlijk.nl/ Borstvoedingorganisatie LLL Postbus 212 4300 AE Zierikzee Tel. (0111) 413189 http://www.lalecheleague.nl/ 6

Nederlandse Vereniging van Lactatiekundigen Postbus 5243 2701 GE Zoetermeer Tel. (079) 3290096 of (030) 6912847 http://www.nvlborstvoeding.nl/ Tot slot Als je na het lezen van deze brochure nog vragen hebt, kun je deze stellen aan de verpleegkundige. Belangrijke telefoonnummers Fam: (013) 221 08 00 ETZ (Elisabeth-TweeSteden Ziekenhuis): (013) 221 00 00 Fam, 48.456 06-18 Copyright ETZ Afdeling Communicatie Aan deze uitgave kunnen geen rechten worden ontleend. 7