- --:'"" - tl 2 FEB. 2017

Vergelijkbare documenten
Objectnummer: 4.01/31005/ Dossiernummer: 4.001/31005/ Omschrijving:

Objectnummer:4.01/31006/776.1 Dossiernummer: 4.001/31006/ Omschrijving:

Bijlage 3. Behandeling van de adviezen bij het mini$terieel besluit tot voorlopige bescherming als monument van twee geënte bruine beuken in Wetteren

2 2 FEB Provincie: West-Vlaanderen. Gemeente: Kortrijk, 1ste afdeling, sectie G

Gemeente: Leuven, 1ste afdeling, sectie A - 2de afdeling, sectie B - 4de afdeling, sectie D - Sde afdeling, sectie F.

Provincie : Vlaams-Brabant. Gemeent e: Leuven, 4de afdeling, sectie D. Objectnummer: 4.01/24062/449.1 Dossiernummer: 4.001/24062/122.1.

Objectnummer: 4.01/44021/ dossiernummer: 4.001/44021/ Omschrijving:

Omschrijving: Hoeve-brouwerij met mouterij Goossens, Isabellastraat 16. De Vlaamse minister van Buitenlands Beleid en Onroerend Erfgoed,

Objectnummer: 4.01/24062/447.1 Dossiernummer: 4.001/ 24062/ Omschrijving : De Vlaamse minister van Buitenlands Beleid en Onroerend Erfgoed,

Omschrijving: een hoogtenederzetting uit de ijzertijd op de Kesselberg, Koningsstraat zonder nummer

Bijlage 3. Behandeling van de adviezen bij het ministerieel besluit tot voorlopige bescherming als monument van vier hulsten in Genk

Omschrijving: Stadsgezicht Hogeschoolplein, Sint Michielsstraat 6, Standonckstraat 6 en overgangszone Sint Michielsstraat 13 en 15

Provincie: Vlaams-Brabant. Gemeente: Sint-Pieters-Leeuw, Sde afdeling, sectie A. Objectnummér: 4.01/23077/116.1 Dossiernummer: 4.001/23077/102.

Omschrijving: Geknotte grensboom zogenaamd 'Den Olifant', Paalbos, Ter Lo, Warande zonder nummer

Objectnummer: 4.01/31005/ Dossiernummer: 4.001/31005/ Omschrijving:

Objectnummer: 4.01/23094/123.1 Dossiernummer: 4.001/23094/ Omschrijving: Villa in cottéigestijl, Watertorenlaan 30

1 9 APR Provincie: Limburg. Gemeente: Borgloon, 6de afdeling, sectie B. Objectnummer: 4.01/73009/210.1 Dossiernummer: 4.001/73009/102.

Omschrijving : Voormalig landhuis met omgevende tuin, Generaal Lemanlaan 151. De Vl aamse minister van Buitenlands Beleid en Onroerend Erfgoed,

1 4 MAART Provincie : Antwerpen. . Gemeente: Schilde, 3de afdeling, sectie C. Objectnummer: 4.01/11039/145.1 Dossiernummer: 4.001/11039/101.

Objectnummer: 4.01/23094/125.1 Dossiernummer: 4.001/23094/ Omschrijving: Het graf van de beeldhouwer Oscar De Clerck, Sint-Stefaansstraat 73A

Objectnummer: 4.01/23047/112.1 Dossiernummer: 4.001/23047/ Omschrijving: De Vlaamse minister van Buitenlands Beleid en Onroerend Erfgoed, ...

Omschrijving: Ensemble van de Sint-Veerlekerk, de pastorie en de gedenkkapel, en het Sint-Veerleplein, Sint-Veerleplein/Oostkerkestraat

DE VLAAMSE MINISTER VAN BUITENLANDS BELEID EN ONROEREND ERFGOED,

Objectnummer: 4.01/73009/ Dossiernummer: 4.001/73009/ Omschrijving: De Linde op de Pullenberg, Oude Kassei

Objectnummer: 4.01/23016/143.1 Dossiernummer: 4.001/23016/ Omschrijving: Het Signaal van Zellik, Alfons Gossetlaan zonder nummer

Yb6-f. Vlaamse Regering ~. Ministerieel besluit tot definitieve aanduiding van de ankerplaats Polder Klemskerke-Vlissegem te De Haan

Objectnummer: 4.01/30000/108.1 Dossiernummer: 4.001/30000/ Omschrijving:

Objectnummer: 4.01/24062/447.1 Dossiernummer: 4.001/24062/ Omschrijving:

DE VLAAMSE MINISTER VAN BUITENLANDS BELEID EN ONROEREND ERFGOED,

Objectnummer: 4.03/42006/113.1 Dossiernummer: 4.001/42006/ Omschrijving: Oude Denderloop

Het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013

Bijlage 3. Behandeling van de adviezen bij het ministerieel besluit tot definitieve bescherming als monument van de "Villa Roma" in Leuven

4)' 00. Vlaamse Regering ~~ >>J.n. Ministerieel besluit tot definitieve aanduiding van de ankerplaats De Zegge te Geel

Objectnummer: 4.01/32011/ Dossiernummer: 4.001/32011/ wederopbouwhoeve 'Watervliet' met grachtrestanten, Kronevoordestraat 59

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 25 januari 2014 betreffende het onroerend erfgoed;

Gemeente: Brugge, 2de afdeling, sectie B- 3de afdeling, sectie C- 4de afdeling, sectie D- 5de afdeling, sectie E - 6de afdeling, sectie F

Omschrijving: geknotte zwarte populier in de Dijlevallei, Rijmenamsesteenweg zonder nummer

Objectnummer: 4.01/23033/118.1 Dossiernummer: 4.001/23033/ Omschrijving: Serristenvilla Muyldermans, Edmond Vandervaerenstraat 42

Objectnummer: 4.04/72025/101.1 Dossiernummer: 4.001/72025/ Omschrijving: de site van het Celt ic Field complex van het Kolisbos

ObJectnummer: 4.01/13040/261.1 Dossiernummer: 4.001/13040/ OmschriJVIng:

Objectnummer: 4.01/23062/125.1 Dossiernummer: 4.001/23062/ Omschrijving: Chateau du Prince Léopold, Sint-Jansbergdreef 16

Provincie: Vlaams-Brabant. Gemeente: Gooik, 3de afdeling, sectie A, sectie Ben sectie D. Objectnummer: 4.04/23024/101 Dossiernummer: 4.

Bijlage 3. Behandeling van de adviezen bij het ministerieel besluit tot voorlopige b.escherming als monument van het landhuis Misonne in Oud-Turnhout

Objectnummer: 4.01/32003/835.1 Dossiernummer: 4.001/32003/ Omschrijving:

Onroerenderfgoeddecreet. 13 november 2014 Vastgoedforum Onroerend Erfgoed. Inleiding

Bijlage 3. Behandeling van de adviezen bij het ministerieel besluit tot voorlopige bescherming als monument van het Hof te Boelake in Zulte

RUP Erfgoedlandschap Abdij van Westmalle. Infomarkt 14 februari 2012

Objectnummer: 4.01/23096/126.1 Dossiernummer: 4.001/23096/ Omschrijving:

PROVINCIE ANTWERPEN STAD HERENTALS GEMEENTE GROBBENDONK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN HAZENPAD VERZOEK TOT RAADPLEGING BIJLAGE BUNDELING ADVIEZEN

\ \\ Administratieve gegevens. Erfgoed. 21/08/2017 \\ \ \ ~\ Geoportaal I Onroerend Erfgoed pagina 1 van 2

VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE REGERING,

. 1 8 SEP Provincie: Oost-Vlaanderen. Gemeente: Moerbeke, sectie D. Objectnummer: 4.01/44045/133.1 Dossiernummer: 4.001/44045/102.

Omschrijving: neogotische 'Sint-Arnolduskapel', Warandedreef 2. pittoreske 'Villa Albert', Warandedreef 3. cementrustieke 'Belvedère', Meuleberg 2

Besluit van de Vlaamse Regering tot goedkeuring en instelling van het landinrichtingsproject Moervaartvallei

Objectnurnmer: 4.01/31033/642.1 Dossiernummer: 4.001/ 31033/ Omschrijving: Voormalige herberg "A la Belle Vue", Oostendestraat

Omschrijving: Ensemble van de Sint-Veerlekerk, de pastorie en de gedenkkapel, en het Sint-Veerleplein, Sint-Veerleplein/Oostkerkestraat

Onder de Linden. Beheersplan beschermd dorpsgezicht Oud-Rekem

ARCHEOLOGIENOTA. KNOKKE- HEIST KRAAIENNESTPLEIN (prov. WEST-VLAANDEREN) VERSLAG VAN RESULTATEN BUREAUONDERZOEK

In kader van het onderzoek tot milieueffectrapportage werden op basis van een lijst aangeleverd door de dienst MER volgende instanties geraadpleegd:

Bijlage 1: Ambitie en kader

Advies. Voorontwerp van decreet houdende wijziging van decretale bepalingen inzake wonen als gevolg van het bestuurlijk beleid

Objectnummer: 4.01/24062/442.1 Dossiernummer: 4.001/24062/ Omschrijving: de woning Goffaerts met stadstuin, Kapucijnenvoer 22

15003 RO VERPLAATSEN VLAAMSE SCHUUR LANGEREIT 14

~.. <l_j' ",. I VLAAMSE REGERING MINISTERIEEL BESLUIT HOUDENDE DEFINITIEVE BESCHERMING ALS LANDSCHAP

Beslissing over het verzoek tot ontheffing van de project-mer-plicht. Duurzaam Beheerplan Boven-Zeeschelde

Objectnummers: 4.01/11002/ en 4.02/11002/ Dossiernummer: 4.001/11002/ Omschrijving:

ERFGOED IN MIJN STRAAT

Gemeente: Brugge, 2de àfdeling, sectie B- 3de afdeling, sectie C- 4de afdeling, sectie D- 5de afdeling, secti.e E - 6de afdeling, sectie F

Quick scan archeologie, gemeente Loon op Zand, Kaatsheuvel Van Heeswijkstraat / Horst

Resultaat opvraging perceel gelegen in Sint-Truiden afdeling SINT-TRUIDEN 1 AFD, sectie G met perceelnummer 0317/00B009 [71053G0317/00B009]

Objectnummer: 4.04/12007/ Dossiernummer: 4.001/12007/ Omschrijving: De Pastoor-Huveneersheuvel, Nattenhaasdonk zonder nummer

543b DE VLAAMSE MINISTER VAN BUITENLANDS BELEID EN ONROEREND ERFGOED

DAMME. Land van kanalen

De geschiedenis van het Zwin

...-c.., Geert BOURGEOIS

HOOFDSTUK 2 Gebiedsanalyse

Bijlage 3. Behandeling van de adviezen bij het ministerieel besluit tot voorlopige bescherming als dorpsgezicht van de dorpskern van Rozebeke in Zwalm

voorontwerp van gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Omgeving Bouvelobos, Hemsrodebos en steilrand van Moregem

Beschermde cultuurhistorische VAREND ERFGOED VLAADEREN. landschappen in Vlaanderen. onroerenderfgoed.be

MINISTERIEEL BESLUIT HOUDENDE DEFINITIEVE BESCHERMING ALS LANDSCHAP

Vaststelling inventaris bouwkundig erfgoed provincie Limburg VAREND ERFGOED IN VLAADEREN. onroerenderfgoed.be

Provincieraadsbesluit

Provincie: Oost-Vlaanderen. Gemeente: Gent, 25ste afdeling, sectie B. Objectnummer: 4.01/44021/ Dossiernummer: 4.001/44021/130.1.

voorontwerp van gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Oostelijke Tangent - Temse Verslag plenaire vergadering

Gelet op het decreet van 28 maart 2014 betreffende de landinrichting, artikel 3.1.1;

DE VLAAMSE MINISTER VAN OMGEVING, NATUUR EN LANDBOUW NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

DE VLAAMSE MINISTER VAN BUITENLANDS BELEID EN ONROEREND ERFGOED

Aanduiding ankerplaatsen - erfgoedlandschappen. Wetgeving: procedure en gevolgen

Inventarisatieformulier Stads- en dorpsgezichten gemeente Weert Gebied XI Kroonstraat e.o.

Handleiding voor de aanwijzing van zaken en terreinen als gemeentelijk monument en gemeentelijk beschermd stads- of dorpsgezicht

ERFGOED IN MIJN STRAAT. Over de inventaris van het bouwkundig erfgoed

Omschrijving: Ensemble van de Sint-Veerlekerk, de pastorie en de gedenkkapel, en het Sint-Veerleplein, Sint.-Ve"erleplein/Oostkerkestraat

Provincieraadsbesluit

Beleidsregel selectiecriteria gemeentelijke monumenten Gemeente Etten-Leur

DE VLAAMSE MINISTER VAN BUITENLANDS BELEID EN ONROEREND ERFGOED,

VR DOC.1571/2

Vlaamse Regering ::J..~

BPA NR. 121 BINNENSTAD DEEL ZUID - GEDEELTELIJKE WIJZIGING

Van openluchtzwembad naar blauwgroene trefplaats

OPENBAAR ONDERZOEK. 01/06/2017 tot en met 30/07/2017 VASTSTELLING VAN DE INVENTARIS VAN HET BOUWKUNDIG ERFGOED VAN DE PROVINCIE LIMBURG

Transcriptie:

Bijlage 3. Behandeling van de adviezen en bezwaren bij het ministerieel besluit tot definitieve bescherming als monument van Damse Vaart met kanaalbeplanting van opgaande populieren in Brugge (Brugge, Koolkerke en Sint-Kruis), Damme (Damme, Oostkerke, Hoekeen Lapscheure) en Knokke-Heist (Westkapelle) Provincie : West-Vlaanderen Gemeenten: Brugge, 7de afdeling, sectie G - 17de afdeling, sectie A - 18de afdeling, sectie C Damme, 1ste afdeling, secties C en D - 3de afdeling, secties B en C - 4de afdeling, secties A en B - Sde afdeling, secties A en E Knokke-Heist, 10de afdeling, sectie C Objectnummer: 4.01/30000/109.1 4. 001/30000/2517.1 Dossiernummer: Omschrijving: Damse Vaart met kanaalbeplanting van opgaande populieren, Noorweegse Kaai, Damse Vaart-West, Damse Vaart-Zuid, Polderstraat, Damse Vaart-Noord, Damse Vaart-Oost, zonder nummer Mij bekend om ~evoegd te worden bij het besluit van heden: Brussel, tl 2 FEB. 2017 De Vlaamse minister van Buite nlan~s Beleid en Onroerend Erfgoed, - --:'"" - Geert BOURGEOIS

1. Adviezen uitgebracht voorafgaand aan de voorlopige bescherming 1.1. Adviezen uitgebracht door de departementen en agentschappen van de. beleidsdomeinen RWO, LNE, MOW en LV a. Beleidsdomein Ruimtelijke ordening. Woonbeleid en Onroerend Erfgoed Het advies werd gevraagd op 16 februari 2016. Het departement noch de agentschappen brachten advies uit over de bescherming van het onroerend goed. In uitvoering van artikel 6.1.3 van het Onroerenderfgoeddecreet zijn de adviezen gunstig. b. Beleidsdomein Leefmilieu. Natuur en Energie Het advies werd gevraagd op 16 februari 2016. Het departement Leefmilieu, Natuur en Energie, Afdeling Land en Bodembescherming Ondergrond, Natuurlijke Rijkdommen bracht op 3 maart 2016 een gunstig advies uit over deze bescherming. Het advies maakt integraal deel uit van het beschermingsdossier. Uit het gecoördineerd advies wordt opgemaakt dat er geen opmerkingen zijn met betrekking tot de aspecten bodembescherming, ondergrond en natuurlijke rijkdommen. De overige agentschappen brachten geen advies uit over de bescherming van het onroerend goed. In uitvoering van artikel 6.1.3 van het Onroerenderfgoeddecreet zijn de adviezen gunstig. Conclusie: het advies heeft geen invloed op het inhoudelijk dossier en het ministerieel besluit. Het agentschap Natuur en Bos bracht op 23 maart 2016 een gunstig advies buiten termijn uit over deze bescherming. Het advies maakt integraal deel uit van het beschermingsdossier. Uit het advies wordt opgemaakt dat er geen öpmerkingen zijn met betrekking tot de aspecten natuur en bos. Conclusie: het advies heeft geen invloed op het inhoudelijk dossier en het ministeriee.l besluit.. c. Beleidsdomein Mobiliteit en Openbare Werken Het advies werd gevraagd op 16 februari 2016. Het departement noch de agentschappen brachten advies uit over de bescherming van het onroerend goed. In uitvoering van artikel 6.1.3 van het Onroerenderfgoeddecreet zijn de adviezen gunstig. d. Beleidsdomein Landbouw en Visserij Het advies werd gevraagd op 16 februari 2016. Het departement noch de agentschappen brachten advies uit over de bescherming van het onroerend goed. In uitvoering van artikel 6.1.3 van het Onroerenderfgoeddecreet zijn de adviezen gunstig. \ Pagina 2 van 17

1.2. Advies uitgebracht door de betrokken stad Brugge Het advies werd gevraagd op 16 februari 2016. Het college van Burgemeester en Schepenen bracht geen advies uit over deze bescherming. In uitvoering van artikel 6.1.3. van het Onroerenderfgoeddecreet is het advies gunstig. 1.3. Advies uitgebracht door de betrokken stad Damme Het advies werd gevraagd op 16 februari 2016. Het college van Burgemeester en Schepenen bracht op 15 maart 2016 een gunstig advies uit over deze bescherming. Het advies maakt integraal deel uit van het beschermingsdossier. Behandeling van het advies: Het college van burgemeester en schepenen vraagt om de titel van het ministerieel besluit aan te passen zodat duidelijk is dat de bescherming ook het kanaal en de bijhorende infrastructuur met erfgoedwaarde (enkele bruggen, brugwachtershuisje, afstandspalen) betreft. Deze opmerking is zinvol. De titels van zowel het inhoudelijk dossier als het beschermingsbesluit worden aangepast. Het college van burgemeester en schepenen vraagt verder om het kadastraal perceel nr. 119D uit het besluit te sluiten. Deze opmerking is terecht. Uit de digitale versie van het Grootschalig Referentiebestand was niet onmiddellijk duidelijk tot waar dit perceel zich uitstrekte. Het is niet aangewezen om het perceel met woning en tuin op te nemen. Het bewuste perceel wordt geschrapt. Conclusie: het advies heeft invloed op het inhoudelijk dossier en/ of het beschermingsbesluit. Het inhoudelijk dossier en/ of het beschermingsbesluit werden als volgt aangepast: inhoudelijk dossier: aanpassing titel: 'Damse Vaart met kanaalbeplanting van opgaande populieren' motivering van de afbakening, schrapping perceel: 119D; beschermingsbesluit: aanpassing titel: 'Damse Vaart met kanaalbeplanting van opgaande populieren' Art. 1., aanpassing titel en schrapping perceel : 'Damse Vaart met kanaalbeplanting van opgaande populieren' en '119D'. 1.4. Advies uitgebracht door de betrokken gemeente Knokke-Heist Het advies werd gevraagd op 16 februari 2016. Het college van Burgemeester en Schepenen bracht geen advies uit over deze bescherming. In uitvoering van artikel 6.1.3. van het Onroerenderfgoeddecreet is het advies gunstig. 1.5 Advies ui~gebracht door de Vlaamse Commissie Onroerend Erfgoed (VCOE) Het advies werd gevraagd op 16 februari 2016. Pagina 3 van 17

De VCOE bracht op 10 maart 2016 een voorwaardelijk gunstig advies uit over de bescherming van het onroerend goed. Het advies maakt integraal deel -uit van het beschermingsdossier. Behandeling van het advies:. Als algemene bedenking geeft de commissie mee dat er geen duidelijke samenhang is tussen de verschillende beschermingsvoorstellen, waardoor de aanleiding onduidelijk is. De aanleiding van het beschermingsdossier wordt echter vermeld in de administratieve fiche bij het beschermingsdossier. Voorliggend dossier is een voortzetting van beschermingen uitgaande van het thematisch beschermingspakket van het meest waardevolle houtig erfgoed in Vlaanderen (Agentschap Ruimte & Erfgoed, 2009), waarbij beschermingen als monument werden vooropgesteld. De selectie alsook het beschermingstype worden hierbij dan ook wenselijk aangehouden om coherentie te. bewaren. De aanleiding van het dossier wordt aangevuld in het inhoudelijk dossier. De commissie stelt vast dat er geen volledige relatie is tussen het beschermingsdossier en de (vastgestelde) Inventaris Houtige Beplantingen met Erfgoedwaarde. Deze inventaris is niet vlakdekkend voorhanden. Een volledige inventarisatiefiche van de Damse Vaart is inderdaad nog niet opgemaakt. De kanaalbeplanting met opgaande populieren komt hiervoor in aanmerking. Samen met de verwerkte gegevens uit voorliggend dossier kan deze fiche worden opgesteld en geactiveerd. De commissie meent dat de bescherming van grotere landschappelijke structuren als monument onvoldoende recht doet aa n de aard en karakteristieken van het erfgoed in. kwestie. De commissie merkt in dit verband op dat een volwaardige en geïntegreerde benadering van de Krinkeldijk en de Damse Vaart binnen het ruimere landschap wenselijk is. Er wordt nogmaals aangehaald dat voorliggend dossier een voortzetting is van beschermingen uitgaande van het thematisch beschermingspakket van het meest waardevolle houtig erfgoed in Vlaanderen (Agentschap Ruimte & Erfgoed, 2009), waarbij beschermingen als monument werden vooropgesteld. In het inhoudelijk dossier wordt onder het historisch overzicht aangegeven dat in 2010, vanuit de administratie bevoegd voor Onroerend Erfgoed, een initiatief werd gelanceerd voor aanduiding van de samengevoegde ankerplaa'ts 'Damse Vaart met omgevende polders, Fort van Beieren en kreken van Lapscheure', waarvan het kanaal de ruggengraat vormt. Ook de Krinkeldijk en de Romboutswervedijk zijn in dit dossier betrokken. De beleidsmatige vaststelling hiervan is nog niet gevolgd. In dit dossier zijn het waardevolle omgevende polderlandschap van çje Damse Vaart en de relaties tussen de dijk- en kanaalstructuur integraal onderkend. Hiermee is de Damse Vaart in een ruimere landschappelijke context g-eplaatst. De waardenstelling uit dit dossier wordt hierbij ter staving aangehaald: Natuurwetenschappelijke waarde: Het huidige polderlandschap en meer bepaald bodem en reliëf zijn het resultaat van enerzijds de langdurige getijdenwerking via de voormalige Zwingeul tot ver landinwaarts, en anderzijds de menselijke ingrepen om de getijdenwerking en overstromingen in de hand te houden zodat gebieden gefaseerd ingepolderd konden worden. Elke inpolderingsfase wordt gekenmerkt door een specifieke mix van landschapskenmerken, zoals opslibbingshoogte, dijkmorfologie, microreliëf, geulrestanten, perceelsstructuur en -vorm,... Het gebied heeft een grote informatiewaarde inzake de geomorfologie, geologie en genese van dit poldergebied omdat het goed bewaard gebleven is en weinig verstoord werd. Het uitgebreide krekenstelsel dat langzamerhand op natuurlijke wijze, al dan niet door menselijk toedoen, verlandde, vormt de basisstructuur voor de grote verscheidenheid aan bodemkundige gradiënten. Dit weerspiegelt zich in het algemene landgebruik (landbouwpercelen, bewoning, wegen,...) en in een grote verscheidenheid van Pagina 4 van 17

landschapselementen met een soortenrijke flora en avifauna voor gevolg. Er is een typische soortenrijke verlandingsvegetatie aanwezig in de kreken. De uitgestrekte graslandcomplexen hebben een floristische rijkdom met een groot aandeel water- en moerasvegetaties, evenals vegetaties gebonden aan zilte milieus. Op faunistisch vlak vormen ze een broed-, pleister- en overwinteringplaats voor weidevogels en ganzen. De stadswallen van Damme verdienen een afzonderlijke vermelding omwille van de floristische waarde, met onder andere zeer waardevolle moeras- en moerasbo"svegetatie met drijftillen. Historische waarde: Door de stapsgewijze bedijking en inpoldering was de antropogene invloed op het landschap zeer groot. De op zee gewonnen gronden werden als landbouwgronden in gebruik genomen. Het resultaat ervan is een grotendeels door de mens getekend polderlandschap, met dijken, dijkdoorbraken (wielen), afwateringsgrachten, open agrarisch landschap, typische perceleringspatronen,... De huidige percelering en het landgebruik zijn goed vergelijkbaar met de toestand op de historische káarten,.waarbij een groot deel van de huidige graslanden een historisch permanent karakter heeft. De bodemgesteldheid bepaalt nog grotendeels het landgebruik waarbij grasland in de lagere komgronden voorkomt en de wegen, akkers en bebouwing op de hogere, zandige kreekruggronden. De dijken -waaronder Krinkeldijk, Romboutswervedijk, Sint-Pietersdijk- vormen cruciale landschapsstructuren in de ontstaansgeschiedenis, als grensstellende en waterkerende elementen, met getuigen van doorbraken (wielen), als fundament voor wegen, strategische structuren in oorlogstijd,... Het huidige hydrografisch stelsel, met kanalen (Damse Vaart, Leopoldkanaal, Schipdonkkanaal), vaarten en geleden (Zuid-over-de-Lieve-Geleed, Zuidervaartje, Vuile Vaart, Hoekevaart), grachten, sloten en laantjes is het complexe resultaat van verschillende historische fasen. De verspreide bebouwing bestaat in hoofdzaak uit hoeves, waarvan er veel een oudere oorsprong hebben dan de 17de eeuw. Er is een sterke historische relatie met de ontginning en ingebruikname van de polder door de mens. Damme ontstond in de tweede helft van de 12de eeuw,.aan de dam die de Zwingeul. begrensde. Door deze unieke positie aan de landinwaartse uitbreiding van de zee, verwierf ze een belangrijke positie als voorhaven van Brugge, waardoor het een bloeiend handelscentrum werd. Ook het verdwenen Monnikenrede ontstond als handelsvestiging langs de ZwingeuL Tijdens de Tachtigjarige Oorlog werd Damme tot een omwalde stervormige vesting met zev.en bastions uitgebouwd. De structuur is grotendeels en vrij intact bewaard gebleven én herkenbaar aan de hoogteverschillen, percelering en verschillende militaire en waterbouwkundige constructies in de nabije omgeving. Damme en omgeving vormen een relict van een vestinglandschap. In de ruime omgeving zijn er nog hee! veel relicten van forten en redoutes aanwezig als getuige van de Tachtigjarige Oorlog en de andere conflicten die zich in de loop van de geschiedenis in deze grensstreek hebben afgespeeld. In de stad Damme treffen we een concentratie aan van bouwkundig erfgoed met verschillende historische belangrijke gebouwen: onder andere de ruïne van de Onze-Lieve Vrouw-Kerk, het stadhuis, het museum Sint-Janshospitaal en de Sint-Christoffelhoeve gelegen aan de Damse Vaa rt met 18de-eeuwse toegangspoort. Oostkerke, Hoeke en Lapscheure vormen gaaf bewaarde polderdorpen. Verder treffen we in het gebied enkele militaire bouwwerken aan met historische waarde. Het huidige wegenpatroon vertoont een zeer grote gaafheid en gaat grotendeels terug op de :middeleeuwse situatie. Esthetische waarde: Dijken en kanalen, beiden geaccentueerd door begeleidende bomenrijen, compartimenteren het landschap in grote open ruimten met weidse zichten. Bijzonder kenmerkend en attractief Pagina 5 van 17

zijn de kronkelende wegen geflankeerd door bomenrijen, in vele gevallen gekoppeld aan dijken (Krinkeldijk, Romboutswervedijk) of waterlopen (Zaalkeetstraat langs Vuile Vaart). Het poldergebied heeft grotendeels een authentiek landelijk karakter vanwege de lage bebouwingsgraad, grillige waterlopenstructuur in samenhang met percelering, en grote graslandcomplexen met microreliëf. Het polderlandschap is een uitgesproken agrarisch landschap, met grote graslandcomplexen, akkerstroken en verspreide hoeves. De kerktorens zijn de meest opvallende bakens in het landschap, in het bijzonder de kerken van Damme en Oostkerke, met hun afgeplatte toren. Damme is oorspronkelijk een middeleeuwse havenstad op de Zwingeul, en werd gedurende de 16de eeuw omgevormd tot een vestingstadje, omgeven door een aarden wal en een dubbele gracht in de vorm van een zevenster. Oostkerke en Hoeke zijn compacte polderdorpen waarvan het historische karakter zeer gaaf bewaard gebleven is. Het kasteel van Oostkerke vormt met de omliggende tuinen, bomenrijen, grachten, de dreef naar de molenromp,..., een gaaf ensemble. De kreken van Lapscheure (Zevengemeten, Fletersdam, Rietgeule) hebben een grote belevingswaarde door hun natuurlijk karakter, dankzij hun bochtige/kronkelende loop, rietkragen, verbredingen, glooiende oevers. Sociaal-culturele waarde: De geschiedenis van het Zwin is sterk verbonden met de historische ontwikkeling van Brugge en Damme in de middeleeuwen, en dit is alom bekend als typevoorbeeld voor de opkomst van de middeleeuwse steden. Damme is een bijzondere en zeer intacte getuige van de middeleeuwse voorhaven van Brugge, de latere vestingstad en de historische ontwikkeling van de streek. Om die redenen heeft het ook een belangrijke toeristische en recreatieve betekenis. Damme wordt eveneens geassocieerd met Tijl Uilenspiegel, een fictieve figuur die er volgens de roman van Charles de Coster werd geboren en die in de 16de. eeuw door de Nederlanden en Duitsland trok en iedereen voor de gek hield met zijn streken. De Damse Vaart met begeleidende bomenrijen, is een karakteristiek beeld dat de streekidentiteit bepaalt en typeert. Het zelfbedieningsveerpont 'Kobus' heeft een bijzondere toeristisch-recreatieve attractiewaarde langs de Damse Vaart voor fietsers en voetgangers. De ankerpla.ats herbergt talrijke en diverse landschapselementen (forten, redoutes, bunkers,... ) die verwijzen naar de talrijke godsdienstoorlogen welke zich in deze grensregio hebben afgespeeld. De drie kanalen (met name Damse Vaart, Leopold- en Schipdonkkanaal), de kreekrestanten en dijken zijn de voornaamste beeldbepalende en landschapsstructurerende elementen. De kanaaltaluds zijn beplant met opgaande bomen die het kanaal van ver zichtbaar maken en dit dominant open tot halfopen polderlandschap verder indelen in grote compartimenten. De Damse Vaart vormt de centrale as van de ankerplaats en wordt gekruist door het Schipdonk- en Leopoldkanaal. De dijken bepaalden de periode van inpoldering en ontginning, en vormen de. assen waarlangs de landbouwpercelen konden bereikt worden. De begeleidende bomenrijen versterken de landschapsvisuele ervaring. Tot op vandaag zijn de meeste wegen op een dijk. gelegen, een ligging die de landschappelijke ervaring sterk beïnvloed. Lapscheure is ontstaan op kruising van een dijk en een weg. Hoeke werd gesticht op een hoek van de Krinkeldijk. De kreken zorgen voor het onderscheid binnen landbouwland in het binnendijkse gebied: weilanden op de lagere gronden langs de kreken en akkerbouw op grotere afstanden. Hieruit wordt geconcludeerd dat de smalle, strookvormige afbakening als monument de landschappelijke relaties niet miskent. De voorliggende bescherming als monument, geplaatst tegenover het ontwerp van aanduidings- of vaststellingsdossier en getoetst aan de motivering van het type bescherming, kan gehandhaafd worden. Hierbij wor:dt ook akte genomen van het feit dat de commissie de beschreven erfgoedwaarden erkent en ondersteund. Pagina 6 van 17

De comm1ss1e stelt vast dat de ruimtelijk-structurerende en esthetische waarde van de dijkbegroeiing op de Krinkeldijk en de kanaalbeplanting langs de Damse Vaart wordt toegeschreven aan de specifieke eigenschappen van de aanwezige cultuurpopulieren. De commissie is van oordeel dat hiermee de functie en rol van de (kanaal)dijk(en) binnen het ruimere landschap onvoldoende aandacht krijgt. Deze opmerking is terecht en wordt aangevuld onder de ruimtelijk-structurerende waarde. Specifiek voor de Damse Vaart vraagt de commissie om de drie bruggen over het kanaal, het zogenaamde 't Apertjebrug, de brug over het Zuldervaartje en het brugwachtershuisje op te nemen in de. fotoregistratie. Deze opmerking is terecht, foto's van deze erfgoedelementen worden toegevoegd. De commissie vindt het positief dat de beheersdoelstellingen voor de kanaalbeplanting langs de Damse Vaart voorzien in een gefaseerd vervangprogramma. De commissie is evenwel gekant tegen de mogelijkheid van tijdelijke en plaatselijke beperkingen van recreatieve activiteiten. Het recreatief gebruik van het kanaal en de dijken moet volgens de commissie steeds mogelijk blijven. Er wordt aangegeven dat de geformuleerde beheersdoelstellingen zich inschrijven in het recent opgestelde ontwerp-beheersplan in opdracht van Waterwegen en Zeekanaal nv en Provincie West-Vlaanderen. Dit beheersplan. heeft de intentie van een geïntegreerd beheersplan waarin verschillende sectorale afwegingen worden gemaakt. De recreatieve activiteiten krijgen daarin ruim plaats. Tijdelijke en/ of plaatselijke beperkingen van recreatief gebruik kunnen aangewezen zijn, bijvoorbeeld in functie van het tegengaan van rustverstoring of -betreding. Een flexibele beheersdoelstelling, evenwel zonder miskenning van het algemene volkskundige belang, is hiervoor aangewezen. De commissie pleit tenslotte voor een consequente werkwijze en afgestemde omschrijving inzake de toelatingsplichtige handeling-en. Conclusie : het advies heeft invloed op het inhoudelijk dossier en/ of het beschermingsbesluit. Het inhoudelijk dossier en/ of het beschermingsbesluit werden als volgt aangepast: inhoudelijk dossier: inleiding: 'De aanleiding van het beschermingsdossier is de voortzetting van beschermingen uitgaande van het thematisch beschermingspakket van het meest waardevolle houtig erfgoed in Vlaanderen (Agentschap Ruimte & Erfgoed. 2009),1 evaluatie van de erfgoedwaarden, aanvulling ruimtelijk-structurerende waarde: ' De hoog opgaande Canadapopulieren en de kanaaldijken langs de Damse Vaart hebben een zeer sterk ruimtelijk-structurerend effect, ze accentueren de ligging van het vroeg 19de-eeuwse kanaal tussen Brugge en Sluis.' evaluatie van de erfgoedwaarden, aanvulling esthetische waarde: 'De weerspiegeling van de bomen in het kanaal en de strakke belijning van de kanaaldijken vullen de esthetische kwaliteit verder aan. toelatingsplichtige handelingen voor het beschermd onroerend goed: o 10 wordt geschrapt o 11 'evenementen' wordt vervangen door 'activiteiten' fotoregistratie: toevoeging foto's kanaalbruggen, 't Apertjebrug en brugwachtershuisje beschermingsbesluit: omschrijving ruimtelijk-structurerende waarde, aanvulling: 'De hoog opgaande Canadapopulieren en de kanaaldijken langs de Damse Vaart hebbén een zeer sterk Pagina 7 van 17

ruimtelijk-structurerend effect, ze accentueren de ligging van het vroeg 19de-eeuwse kanaal tussen Brugge en Sluis.' omschrijving esthetische waarde, aanvulling: 'De weerspiegeling van de bomen in het kanaal en de strakke belijning van de kanaaldijken vullen de esthetische kwaliteit verder aan. Art. 5. o 10 wordt geschrapt o 11 'evenementen' wordt vervangen door 'activiteiten' Conclusie voorafgaand aan de voorlopige bescherming De uitgebrachte adviezen hebben invloed op het inhoudelijk dossier en/ of het beschermingsbesluit. Het inhoudelijk dossier en/ of het beschermingsbesluit werden als volgt aangepast: inhoudelijk dossier: Inleiding:. ' De aanleiding van het beschermingsdossier is de voortzetting van beschermingen uitgaande van het thematisch beschermings.pakket van het meest waardevolle houtig erfgoed in Vlaanderen (Agentschap Ruimte & Erfgoed, 2009).' evaluatie van de erfgoedwaarden, aanvulling ruimtelijk-structurerende waarde: 'De hoog opgaande Canadapopulieren en de kanaaldijken langs de Damse. Vaart hebben een zeer sterk ruimtelijk-structurerend effect, ze accentueren de ligg ing van het vroeg 19de-eeuwse kanaal tussen Brugge en Sluis.' evaluatie van de erfgoedwaarden, aanvulling esthetische waarde: 'De weerspiegeling van de bomen in het kanaal en de strakke belijning van de kanaaldijken vullen de esthetische kwaliteit verder aan. toelatingsplichtige handelingen voor het beschermd onroerend goed: o 10 wordt geschrapt. o 11 'evenementen' wordt vervangen door 'activiteiten' fotoregistratie: toevoeging foto's kanaalbruggen, 't Apertjebrug en brugwachtershuisje beschermingsbesluit: omschrijving ruimtelijk-structurerende waarde, aanvulling: ' De hoog opgaande Canadapopulieren en de kanaaldijken langs de Damse Vaart hebben een zeer sterk ruimtelijk-structurerend effect, ze accentueren de ligging van het vroeg 19de-eeuwse kanaal tussen Brugge en Sluis.'. omschrijving esthetische waarde, aanvulling: 'De weerspiegeling van de bomen in het kanaal en de strakke belijning van de kanaaldijken vullen de esthetische kwaliteit verder aan. Art. 5. o 10 wordt geschrapt. o 11 'evenementen' wordt vervangen door 'activiteiten' Pagina 8 van 17

2. Adviezen en bezwaren uitgebracht na de voorlopige bescherming en voorafgaand aan de definitieve bescherming Openbaar onderzoek Stad Brugge organiseerde het openbaar onderzoek van 13 juni 2016 tot.en met 12 juli 2016. Stad Damme organiseerde het openbaar onderzoek van 15 juni 2016 tot en met 14 juli 2016. Agentschap Onroerend Erfgoed organiseerde het openbaar onderzoek voor het grondgebied Knokke-Heist van 12 juli 2016 tot en met 11 augustus 2016. Tijdens het openbaar onderzoek werden in Brugge één schriftelijk bezwaar en in Damme negen schriftelijke bezwaren en twee opmerkin'gen ingediend. Deze worden achtereenvolgens behandeld. Bij het Agentschap Onroerend Erfgoed werden voor de gemeente Knokke-Heist geen bezwaren ingediend. 1.1.1. Advies uitgebracht door Stad Brugge naar aanleiding van het openbaar onderzoek: Het begeleidend advies van de stad Brugge naar aanleiding van de sluiting van het openbaar onderzoek is gunstig en bekrachtigd enke)ie interne adviezen of opmerkingen met name van de Dienst Monumentenzorg en Erfgoedzaken, de Groendienst en de Wegendienst. Hierin wordt gevraagd rekening te houden met de opmerkingen om ter hoogte van de Noorweegse Kaai tussen de R30 en de brug Noorweegse KaaijDamse Vaart-Zuid een structurele oplossing te vinden voor het doortrekken van de kanaalbeplanting. Er wordt aangehaald dat er voldoende breedte moet zijn voor onverharde wegbermen om de (bestaande of nieuwe) bomen voldoende groeikansen te bieden. Een minimale breedte van 2 m is vereist. Er wordt ook opgemerkt dat het kanaalsegment tussen de Dampoort en de afdamming ter hoogte van de Noorweegse Kaai en de Damse Vaart-Zuid niet behandeld werd binnen het bomenbeheerplan van de Provincie West-Vlaanderen en Waterwegen eri Zeekanaal nv maar daaraan wel nog zal aangevuld worden. Behandeling van de opmerkingen: Er wordt akte genomen van de opmerkingen van de Stad Brugge, meer bepaald rond de randvoorwaarden om ter hoogte van de Noorweegse Kaai tussen de R30 en 'de brug Noorweegse Kaai/Damse Vaart-Zuid een structurele oplossing te vinden voor het doortrekken van de kanaalbeplanting. 1.1.2. Bezwaar uitgebracht door bezwaarindiener 1 tijdens het openbaar onderzoek: Het bezwaar van bezwaarindiener 1 heeft betrekking op een bestaande en mogelijks niet- vergunde koelinstallatie-ijsmachine op het. dak van het Militza-gebouw die het zicht op de Damse Vaart vanaf het Hanzepark-gebouw negatief zou beïnvloeden. De bezwçjarindiener juicht de bescherming van de Damse Vaart met kanaalbeplanting toe. Behandeling van het bezwaar: De bewuste koelinstallatie-ijsmachine bevindt zich buiten de beschermingsperimeter van de Damse Vaart met kanaalbeplanting van opgaande populieren. In het kader van de behandeling van bezwaren kan hier om die reden niet verder worden op ingegaan. Er wordt verwezen naar de administratieve afhandeling van het betreffende bouwdossier. Pagina 9 van 17

1.1.3. Opmerking uitgebracht door Waterwegen en Zeekanaal nv tijdens het openbaar onderzoek: De opmerking van Waterwegen en Zeekanaal nv heeft betrekking op een vermeende administratieve last en een inperking van de mogelijkheid om een aannemer volgens de noden aan te sturen. Deze last zou ontstaan ingevolge de geformuleerde beheersdoelstelling omtrent het opstellen, door een deskundige boomverzorger, van een expertiseverslag wanneer er conditie- of vitaliteitsverlies is van de zeldzame opgaande Canadapopulieren. Behandeling van de opmerking: Onroerend Erfgoed begrijpt dat Waterwegen en Zeekanaal nv het opgestelde bomenbeheersplan naar behoren wenst uit te voeren. Dit beheersplan, opgemaakt door Dupon K. van firma Krinkels nv (2015) en waarnaar in het inhoudelijk dossier. verwezen wordt, is een recent voorbeeld van een degelijk beheersplan waarin veel aandacht uitgaat naar bomenbeheer met een bewuste erfgoedreflex. Zowel het inhoudelijk dossier als het beschermingsbesluit halen aan om dit bomenbeheersplan met langetermijnplanning als uitgangspunt te nemen voor het beheer van de ~anaalbeplanting. In die zin is Onroerend Erfgoed overtuigd dat het voorliggende beheersplan in aanmerking komt voor goedkeuring, via addendum, als geïntegreerd beheersplan. Anderzijds doelt art. 3. 1. 12 lid enkel op de zeldzame opgaande Canadapopulieren, met name de cultivars 'Serotina' en 'Serotina de Selys', die -zoals het inhoudelijk dossier aangeeft- minder dan 2% van de totale kanaalbeplanting uitmaken. Dit betekent dat.de vermeende administratieve last voor enkel deze soorten niet buitensporig is. Om mogelijke verwarring hieromtrent te vermijden zullen de betreffende cultivars nominatief aangevuld worden onder art. 3, 12de lid. 1.1.4. Advies uitgebracht door Stad Damme naar aanleiding van het openbaar onderzoek: Het begeleidend schrijven van de stad Damme naar aanleiding van de sluiting van het openbaar onderzoek meldt dat de meeste ontvangen bezwaren niet slaan op het beschermingsdossier, maar op elementen naast het dossier, met name op de kruising van de Damse Vaart en de twee vaarten. Gelet op deze opmerkingen en bezwaren lijkt het voor het College van Burgemeester en Schepenen belangrijk dat de Vlaamse Overheid inzicht verschaft hoe met de historische erfgoedwaarde van de Damse Vaart op die plaats wordt omgegaan. Behandeling van de opmerking: Er wordt akte genomen van de opmerking van de Stad Damme. Onroerend Erfgoed geeft aan dat de aanleiding van voorliggend dossier de voortzetting is van beschermingen uitgaande van het thematisch beschermingspakket van het meest waardevolle houtig erfgoed in Vlaanderen (Agentschap Ruimte & Erfgoed, 2009). De focus ligt hier met name op de opgaande bomenrijen langs de Damse Vaart. Deze ontbreken ter hoogte van de kruising van de twee vaarten, met name het Schipdonkkanaal en het Leopoldkanaal. De continuïteit van.de Damse Vaart is naar aanleiding van de vernieling van de bijzondere waterbouwkundige kruising tijdens de Tweede Wereldoorlog -zoals aangegeven in het historisch overzichtwezenlijk gewijzigd en verstoord. De resterende waterbouwkundige constructies, feitelijk kanaalbruggen maar beter bekend als 'De Sifons', zijn dermate beschadigd dat hun afleesbaarheid als waterbouwkundig erfgoed eerder beperkt is. Gezien de actuele onderbreking in dit ensemble en de. afwezigheid van een opgaande kanaalbeplanting is in voorliggend dossier niet geopteerd voor een continue beschermingsperimeter. Pagina 10 van 17

Zoals ook in de behandeling van het advies van de Vlaamse Commissie Onroerend Erfgoed is aangehaald blijft Onroerend Erfgoed wel het' waardevolle omgevende polderlandschap van de Damse Vaart en de relaties tussen de dijk- en kanaalstructuur integraal onderkennen. Daarbij horen in ruimer opzicht ook een noordwestelijk en een zuidoostelijk segment van het Schipdonkkanaal en het Leopoldkanaal, met inbegrip van de kruising ter hoogte van de Damse Vaart. De beleidsmatige vaststelling van de samengevoegde ankerplaats 'Damse Vaart met omgevende polders, Fort van Beieren en kreken van Lapscheure', waarvan de Damse Vaart de ruggengraat vormt, is evenwel nog niet gevolgd. De motivering van de onderbreking in de afbakening van de bescherming zal specifieker worden omschreven. 1.1.5. Opmerking en bezwaar uitgebracht door bezwaarindiener 2 tijdens het openbaar onderzoek: De opmerking van bezwaarindiener 2 heeft betrekking op de precieze datering van de aanvatting van de graafwerken aan de Damse Vaart. Het bezwaar heeft betrekking op de onderbreking van de bescherming ter hoogte van 'De Sifons'. Behandeling van de opmerking: Onroerend Erfgoed neemt akte van de opmerking over de precieze datering van de aanvatting van de graafwerken in 1808 en niet in 1809. Dit gegeven wordt gecorrigeerd in het inhoudelijk dossier en in het beschermingsbesluit. Behandeling van het bezwaar: Onroerend Erfgoed geeft aan dat de aanleiding van voorliggend dossier de voortzetting is van beschermingen uitgaande van het thematisch beschermingspakket van het meest waardevolle houtig erfgoed in Vlaanderen (Agentschap Ruimte & Erfgoed, 2009). De focus ligt hier met _name op de opgaande bomenrijen langs de Damse Vaart. Deze ontbreken ter hoogte van de kruising van de twee vaarten, met name het Schipdonkkanaal en het Leopoldkanaal. De continuïteit van de Damse Vaart is naar aanleiding van de vernieling van de bijzondere waterbouwkundige kruising tijdens de Tweede Wereldoorlog -zoals aangegeven in het historisch overzicht- wezenlijk gewijzigd en verstoord. De resterende waterbouwkundige constructies, feitelijk kanaalbruggen maar beter bekend als 'De Sifons', zijn dermate beschadigd dat hun afleesbaarheid als waterbouwkundig erfgoed eerder beperkt is. Gezien de actuele onderbreking in dit ensemble en de afwezigheid van een opgàande kanaalbeplanting is in voorliggend dossier niet geopteerd voor een continue beschermingsperimeter. Ter hoogte van de kruising van de E34 is er inderdaad ook een onderbreking van de bomenrijen, maar is de vaartstructuur in open bedding wel nog aanwezig. Om die reden is daar geen onderbreking in de beschermingsperimeter. Uit de aanvullende beschrijving van de erfgoedkenmerken en -elementen door bezwaarindiener 2 wordt onthouden dat een evaluatie voor bescherming van de goed bewaarde originele sifon van het luidervaartje onder het Schipdonkkanaal, gebouwd in 1847 en gelegen ten zuidoosten van de kruising, buiten de voorliggende beschermingsperimeter, aangewezen is. Zoals ook in de behandeling van het advies van de Vlaamse Commissie Criroerend Erfgoed is aangehaald blijft Onroerend Erfgoed wel het waardevolle omgevende polderlandschap van de Damse Vaart en de relaties tussen de dijk- en kanaalstructuur integraal onderkennen. Daarbij. horen in ruimer opzicht ook een noordwestelijk en een zuidoostelijk segment van het Schipdonkkanaal en het Leopoldkanaal, met inbegrip van de kruising ter hoogte van de Damse Vaart. De beleidsmatige vaststelling van de samengevoegde ankerplaats 'Damse Pagina 11 van 17

Vaart met omgevende polders, Fort van Beieren en kreken van Lapscheure', waarvan de Damse Vaartde ruggengraat vormt, is evenwel nog niet gevolgd. De motivering van de onderbreking in de afbakening van de bescherming zal -specifieker worden omschreven. 1.1.6. Bezwaar uitgebracht door bezwaarindiener 3 tijdens het openbaar onderzoek: Het bezwaar van bezwaarindiener 3 heeft betrekking op de onderbreking van de bescherming ter hoogte van 'De Sifons'. Behandeling van het bezwaar:. Onroerend Erfgoed geeft _aan dat de aanleiding van voorliggend dossier de voortzetting Is van beschermingen uitgaande van het thematisch beschermingspakket van het meest waardevolle houtig erfgoed in Vlaanderen (Agentschap Ruimte & Erfgoed, 2009). De focus ligt hier met name op de opgaande bomenrijen langs de Damse Vaart. Deze ontbreken ter hoogte van de kruising van de twee vaarten, met name het Schipdonkkanaal en het Leopoldkanaal. De continuïteit van de Damse Vaart is naar aanleiding van de vernieling van de bijzondere waterbouwkundige kruising tijdens de Tweede Wereldoorlog -zoals aangegeven in het historisch overzicht- - wezenlijk gewijzigd en verstoord. De resterende waterbouwkundige constructies, feitelijk kanaalbruggen maar beter bekend als 'De Sifons', zijn dermate beschadigd dat hun afleesbaarheid als waterb-ouwkundig erfgoed eerder beperkt is. Gezien de actuele onderbreking in di_t ensemble en de afwezigheid van een opgaande kanaalbeplanting is in voorliggend dossier niet geopteerd voor een continue beschermingsperimeter. Ter hoogte van de kruising van de E34 is er inderdaad ook een onderbreking van de bomenrijen, maar is de vaartstructuur in open bedding wel nog aanwezig. Om die reden is _daar geen onderbreking in de beschermingsperimeter. Uit de aanvullende beschrijving van de erfgoedkenmerken en -elementen door bezwaarindiener 3 wordt onthouden dat een _ evaluatie voor bescherming van de goed bewaarde originele sifon van het Zuidervaartje onder tiet Schipdonkkanaal, gebouwd in 1847 eri gelegen ten zuidoosten van de kruising, buiten de voorliggende beschermingsperimeter, aangewezen is. Zoals ook in de behandeling van het advies van de Vlaamse Commissie Onroerend Erfgoed is aangehaald blijft Onroerend Erfgoed wel het waardevolle omgevende polderlandschap van de Damse Vaart en de relaties tussen de dijk- en kanaalstructuur integraal onderkennen. Daarbij horen in ruimer opzicht ook een noordwestelijk en een zuidoostelijk segment van het Schipdonkkanaal en het Leopoldkanaal, met inbegrip van de kruising ter hoogte van de Damse Vaart. De beleidsmatige vaststelling van de samengevoegde ankerplaats 'Damse Vaart met omgevende polders, Fort van Beieren en kreken van Lapscheure', waarvan de Damse Vaart de ruggengraat vormt, is evenwel nog niet gevolgd. De motivering van de onderbreking in de afbakening van de bescherming zal specifieker worden omschreven. 1.1.7. Bezwaar uitgebracht door bezwaarindiener 4 tijdens het openbaar onderzoek: Het bezwaar van bezwaarindiener 4 heeft betrekking op de onderbreking van de bescherming ter hoogte van ' De Sifons'. Pagina 12 van 17

Behandeling van het bezwaar: Onroerend Erfgoed geeft aan dat de aanleiding van voorliggend dossier de voortzetting is van beschermingen uitgaande van het thematisch beschermingspakket van het meest waardevolle houtig erfgoed in Vlaanderen {Agentschap Ruimte & Erfgoed, 2009). De focus ligt hier met name op de opgaçmde bomenrijen langs de Damse Vaart. Deze ontbreken ter hoogte van de kruising van de twee vaarten, met name het Schipdonkkanaal en het Leopoldkanaal. De continuïteit van de Damse Vaart is naar aanleiding van de vernieling van de bijzondere waterbouwkundige kruising tijdens de Tweede Wereldoorlog -zoals aangegeven in het historisch overzicht- wezenlijk gewijzigd en verstoord. De resterende waterbouwkundige constructies, feitelijk kanaalbruggen maar beter bekend als 'De Sifons', zijn dermate beschadigd dat hun afleesbaarheld als waterbouwkundig erfgoed eerder beperkt is. Gezien de actuele onderbreking in dit ensemble en de afwezigheid van een opgaande kanaalbeplanting is in voorliggend dossier niet geopteerd voor een continue bescherm i ngsperi meter. Zoals ook in de behandeling van het advies van de Vlaamse Commissie Onroerend Erfgoed is aangehaald blijft Onroerend Erfgoed wel het waardevolle omgevende polderlandschap van de Damse Vaart en de relaties tussen de dijk- en kanaalstructuur integraal onderkennen. Daarbij horen in ruimer opzicht ook een noordwestelijk en een zuidoostelijk segment van het Schipdonkkanaal en het Leöpoldkanaal, met inbegrip van de kruising ter hoogte van de Damse Vaart. De beleidsmatige vaststelling van de samengevoegde ankerplaats 'Damse Vaart met omgevende polders, Fort van Beieren en kreken van Lapscheure', waarvan de Damse Vaart de ruggengraat vormt, is evenwel nog niet gevolgd. De motivering van de onderbreking in de afbakening van de bescherming zal specifieker. worden omschreven. 1.1.8. Bezwaar uitgebracht door bezwaarindiener 5 tijdens het openbaar onderzoek: Het bezwaar van bezwaarindiener 5 heeft betrekking op de onderbreking van de bescherming ter hoogte van 'De Sifons' onder meer uit belang voor de vismigratie enerzijds en op de te beperkte aandacht voor de juridische randvoorwaarden vanuit de sector natuur anderzijds. Behandeling.van het bezwaar: Onroerend Erfgoed geeft aan dat de aanleiding van voorliggend dossier de voortzetting is van beschermingen uitgaande van het thematisch beschermingspakket van het meest waardevolle houtig erfgoed in Vlaanderen (Agentschap Ruimte & Erfgoed, 2009). De focus ligt hier met name op de opgaande bomenrijen langs de Damse Vaart. Deze ontbreken ter hoogte van de kruising van de twee vaarten, met name het Schipdonkkanaal en het Leopoldkanaal. De continuïteit van de Damse Vaart is naar aanleiding van de vernieling van de bijzondere waterbouwkundige kruising tijdens de Tweede Wereldoorlog -zoals aangegeven in het historisch overzicht- wezenlijk gewijzigd en verstoord. De resterende waterbouwkundige constructies, feitelijk kanaalbruggen maar beter bekend als 'De Sifons', zijn dermate beschadigd dat hun afleesbaarheld als waterbouwkundig erfgoed eerder beperkt is. Gezien de actuele onderbreking in dit ensemble en de afwezigheid van een opgaande kanaalbeplanting is in voorliggend dossier niet geopteerd voor een continue beschermingsperimeter. De aanwezige sifon die momenteel nog een verbinding vormt tussen het westelijke en het oostelijke pand van de Damse Vaart en inderdaad belangrijk blijkt voor de vismigratie, bezit weinig of geen erfgoedwaarde, waardoor een uitbreiding van de bescherming kan verdedigd worden. Zoals ook in de behandeling van het advies van de Vlaamse Commissie Onroerend Erfgoed is aangehaald blijft Onroerend Erfgoed wel het waardevolle omgevende polderlandschap van de Pagina 13 van 17

Damse Vaart en de relaties tussen de dijk- en kanaalstructuur integraal onderkennen. Daarbij horen in ruimer opzicht ook een noordwestelijk en een zuidoostelijk segment van het Schipdonkkanaal en het Leopoldkanaal, met inbegrip van de kruising ter hoogte van de Damse Vaart. De beleidsmatige vaststelling van de samengevoegde ankerplaats 'Damse Vaart met omgevende polders, Fort van Beieren en kreken van Lapscheure', waarvan de Damse Vaart de ruggengraat vormt, is evenwel nog niet gevolgd. Onroerend Erfgoed neemt akte van de opmerkingen dat er in het inhoudelijk dossier en in het beschermingsbesluit een te beperkte aandacht is voor de juridische randvoorwaarden vanuit de sector natuur. De aspecten van natuurtechnische milieubouw, met aandacht voor herinrichting van de oevers en voor verzekeren van de vismigratie tussen beide kanaalpanden, zullen meer nadrukkelijk onder de beheersdoelstellingen worden ingepast. Met betrekking tot het Sde lid van art. 3. 1. over recreatieve watergebonden activiteiten stelt Onroerend Erfgoed dat een evenwicht moet gezocht worden tussen de actuele en soms bedreigde natuurwaarden die gevrijwaard moeten worden en het blijven onderkennen van de volkskundige waarden waarbij op en rond de. Damse Vaart nog steeds vormen van recreatief gebruik blijven bestaan. De formulering in het- inhoudelijk dossier en in het beschermingsbesluit waarbij gesteld wordt dat activiteiten steeds plaatselijk of tijdelijk beperkt kunnen worden, houdt in dat er restricties naar periode en plaats kunnen ingebouwd worden, bijvoorbeeld in functie van het broedseizoen. Onroerend Erfgoed meent dat de beheersdoelstelling in die zin evenwichtig is. Een detaillering is eerder onderwerp voor een geïntegreerd beheersplan, al dan niet aangevuld met een toegankelijkheidsreglemeilt. De motivering van de onderbreking in de afbakening van de bescherming zal specifieker worden omschreven. 1.1.9. Bezwaar uitgebracht door bezwaarindiener 6 tijdens het openbaar onderzoek: Het bezwaar van bezwaarindiener 6 heeft betrekking op de onderbreking van de bescherming ter hoogte van 'De Sifons'. Behandeling van het bezwaar: Onroerend Erfgoed geeft aan dat de aanleiding van voorliggend dossier de voortzetting is van beschermingen uitgaande van het thematisch beschermingspakket van het meest waardevolle houtig erfgoed in Vlaanderen (Agentschap Ruimte & Erfgoed, 2009). De focus ligt hier met name op de opgaande bomenrijen langs de Damse Vaart. Deze ontbreken ter hoogte van de kruising van de twee vaarten, met name het Schipdonkkanaal en het Leopoldkanaal. De continuïteit van de Damse Vaart is naar aanleiding van de vernieling van de bijzondere waterbouwkundige kruising tijdens de Tweede Wereldoorlog -zoals aangegeven in het historisch overzicht- wezenlijk gewijzigd en verstoord. De resterende waterbouwkundige constructies, feitelijk kanaalbruggen maar beter bekend als 'De Sifons', zijn dermate beschadigd dat hun afleesbaarheid als waterbouwkundig erfgoed eerder beperkt is. Gezien de actuele onderbreking in dit ensemble en de afwezigheid van een opgaande kanaalbeplanting is in voorliggend dossier niet geopteerd voor een continue beschermingsperimeter. Ter hoogte van de kruising van de E34 is er inderdaad ook een ond~rbreking van de bomenrijen, maar is de vaartstructuur in open bedding wel nog aanwezig. Om die reden is daar geen onderbreking in de beschermingsperimeter. Uit de aanvullende beschrijving van de erfgoedkenmerken en -elementen door bezwaarindiener 6 wordt onthouden dat een evaluatie voor bescherming van de goed bewaarde o riginele sifon van het Zuidervaartje onder het Schipdohkkanaal, gebouwd in 1847 en gelegen ten zuidoosten van de kruising, buiten de voorliggende beschermingsperimeter, aangewezen is. Pagina 14 van 17

Zoals ook in de behandeling van het advies van de Vlaamse Commissie Onroerend Erfgoed is aangehaald blijft Onroerend Erfgoed wel het waardevolle omgevende polderlandschap van de Damse Vaart en de relaties tussen de dijk- en kanaalstructuur integraal onderkennen. Daarbij horen in ruimer opzicht ook een noordwestelijk en een zuidoostelijk segment van het. Schipdonkkanaal en het Leopoldkanaal, met inbegrip van de kruising ter hoogte van de Damse Vaart. De beleidsmatige vaststelling van de samengevoegde ankerplaats 'Damse Vaart met omgevende polders, Fort vàn Beieren en kreken van Lapscheure', waarvan de Damse Vaart de ruggengra~t vormt, is evenwel nog niet gevolgd. De motivering van de onderbreking in de afbakening van de bescherming zal specifieker worden omschreven. 1.1.10. Bezwaren uitgebracht door bezwaarindieners 7, 8, 9 en 10 tijdens het openbaar onderzoek: De bezwaren van bezwaarindiener 7, 8, 9 en 10 zijn identiek en hebben betrekking op de onderbreking van de bescherming ter hoog.te van 'De Sifons'. Behandeling van het bezwaar: Onroerend Erfgoed geeft aan dat de aanleiding van voorliggend dossier de voortzetting is van beschermingen uitgaande van het thematisch beschermingspakket van het meest waardevolle houtig erfgoed in Vlaanderen (Agentschap Ruimte & Erfgoed, 2009). De focus ligt hier met name op de opgaande bomenrijen langs de Damse Vaart. Deze ontbreken ter hoogte van de kruising van de twee vaarten, met name het Schipdonkkanaal en het Leopoldkanaal. De continuïteit van de Damse Vaart is naar aanleiding van de vernieling van de bijzondere waterbouwkundige kruising tijdens de Tweede Wereldoorlog -zoals aangegeven in het historisch overzicht- wezenlijk gewijzigd en verstoord. De resterende waterbouwkundige constructies, feitelijk kanaalbruggen maar beter bekend als 'De Sifons', zijn dermate beschadigd dat hun afleesbaarheld als waterbouwkundig erfgoed eerder beperkt is. Gezien de actuele onderbreking in dit ensemble en de afwezjgheid van een opgaande kanaalbeplanting is in voorliggend dossier niet geopteerd voor een continue beschermingsperimeter. Ter hoogte van de kruising van de E34 is er inderdaad ook een onderbreking van de bomenrijen, maar is de vaartstructuur in open bedding wel nog aanwezig. Om die reden is daar geen onderbreking in de beschermingsperimeter. Uit de aanvullende beschrijving van de erfgoedkenmerken en -elementen door bezwaarindieners 7, 8, 9 en 10 wordt onthouden dat een evaluatie voor bescherming van de goed bewaarde originele sifon van het Zuldervaartje onder het Schipdonkkanaal, gebouwd in 1847 en gelegen ten zuidoosten van de kruising, buiten de voorliggende oeschermingsperimeter, aangewezen is. Zoals ook in de behandeling van het advies van de Vlaamse Commissie Onroerend Erfgoed is aangehaald blijft Onroerend Erfgoed wel het waardevolle omgevende polderlandschap van de Damse Vaart en de relaties tussen de dijk- en kanaalstructuur integraal onderkennen. Daarbij horen in ruimer opzicht ook een noordwestelijk en een zuidoostelijk segment van het Schipdonkkanaal en het Leopoldkanaal, met inbegrip van de kruising ter hoogte van de. Damse Vaart. De beleidsmatige vaststelling van de samengevoegde ankerplaats 'Damse Vaart met omgeve nde polders, Fort van Beieren en kreken van Lapscheure', waarvan de Damse Vaart de ruggengraat vormt, is evenwel nog niet gevolgd. De motivering van de onderbreking in de afbakening van de bescherming zal specifieker worden omschreven. Pagina 15 van 17

3. Conclusie De uitgebrachte adviezen, opmerkingen en bezwaren uitgebracht na de voorlopige bescherming en voorafgaand aan de definitieve bescherming hebben invloed op het inhoudelijk dossier en het beschermingsbesluit. Het inhoudelijk dossier en het beschermingsbesluit werden als volgt aangepast: inhoudelijk dossier: Historisch overzicht, correctie: Het werd tussen 1803 en 1804 in opdracht van Napoleon Bonaparte (1769-1821) ontworpen en in 1808 aangevat. De werken strandden in het aanhoudende conflict tussen het Franse keizerrijk en haar buurlanden. In 1818, onder het Hollandse bewind van Keizer Willem I (1772-1843), werden de graafwerken verdergezet en omstreeks 1824 afgewerkt tot aan de fortificaties voor Sluis. Beschrijving met inbegrip van de erfgoedelementen en erfgoedkenmerken, actualisatie: Een beperkt gedeelte, tussen de brug E34 (Natiënlaan) en de Sint Donaashoeve (straat Fort Sint-Donaas), is nog onverhard. Evaluatie van de erfgoedwaarden, historische waarde, correctie: Het werd in 1808.aangevat en onder Hollands bewind verdergezet en omstreeks 1824 afgewerkt tot aan de fortificaties voor Sluis. Motivering van de afbakening van de bescherming, aanvulling: Er wordt voor de kanaalbeplanting en het kanaal een strookvormige afbakening voorgest~ld die gelijk is aan delen van het openbaar domein va'n de Noorweegse Kaai, Damse Vaart-West, Damse Vaart:-Zuid, Polderstraat, Damse Vaart-Noord, Damse Vaart-Oost met inbegrip van de dijklichamen alsook van het kanaal zelf, drie bruggen en een deel van de geklasseerde waterloop van. het Zuidervaartje, voor zover het parallel loopt met de Damse Vaart, met daarover één brug. Op de grondgebieden van Brugge, Damme en Knokke-Heist beslaat -deze afbakening ook enkele afzonderlijke percelen en (nuts)gebouwen, waaronder een brugwachtershuisje. Ter hoogte van de kruisin g van het Schipdonkkanaal en het Leopoldkanaal, nabij de zogenaamde Sifons op het grondgebied van Oostkerke (Damme) -waar er ook geen opgaande kanaalbeplanting aanwezig is, waar de open bedding van de Damse Vaart grotendeels verdwenen is en waar de oorspronkelijke waterbouwkundige constructies beschadigd en slechts beperkt afleesbaar zijn- is er een onderbreking. Beheersdoelstellingen, aanvullingen: Natuurtechnische aanpassingen van de oeverstructuur (herstel natuurlijke oevers, plaatsen vooroevers,... ) zijn toegelaten. De vismigratie tussen de beide kanaalpanden dient verzekerd te blijven. Het jaagpad tussen dè brug E34 (Natiënlaan) en de Sint-Donaashoeve (straat Fort Sint-Donaas) dient als laatste restant van een ongewijzigd jaagpad in onverharde toestalid behouden te worden. Het fietspad langs de Damse Vaart-Zuid en de Damse Vaart Oost kan gewijzigd of opgeheven worden in functie van het vervangen van de kanaalbeplanting of van de aanpassing van de oeverstructuur. In geval van conditieof vitaliteitsverlies van - de zeldzame opgaande Canadapopulieren, met name de cultivars 'Serotina' en 'Serotina de Selys', moet er een expertiseverslag worden opgesteld door een deskundige boomverzorger, en moeten de daarin vervatte maatregelen worden uitgevoerd. beschermingsbesluit: Overweging van de erfgoedwaarden, historische waarde, correctie: Het werd in 1808 aangevat en onder Hollands bewind verdergezet en omstreeks 1824 afgewerkt tot aan de fortificaties voor Sluis. Art. 1., aanvulling : Damse Vaart met kanaalbeplanting van opgaande populieren, gelegen in Brugge, Damme en Knokke:-Heist, Noorweegse Kaai, Damse Vaart-West, Pagina 16 van 17