Het ontwerp zal zo spoedig mogelijk na de commentaarperiode definitief worden gemaakt.

Vergelijkbare documenten
Met RJ-Uiting zijn de ontwerp-bepalingen van RJ-Uiting definitief gemaakt, met inachtneming van ontvangen commentaren.

RJ-Uiting ontwerp-richtlijn Verwerking en toelichting van aanpassing en terugvordering van bonussen en winstdelingen

RJ-Uiting : ontwerp-richtlijn Pensioenvoorziening en oudedagsverplichting directeuren-grootaandeelhouder

RJ-Uiting : Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector

RJ-Uiting : Pensioenvoorziening directeuren-grootaandeelhouder

RJ-Uiting : Gevolgen van aanpassingen in boek 2 van het Burgerlijk Wetboek als gevolg van Richtlijn 2006/46/EG van 14 juni 2006

RJ-Uiting : Ontwerp-alinea s toelichtingsbepalingen van RJ 272 Belastingen naar de winst

RJ-Uiting : ontwerp-richtlijnen Pensioenvoorziening en oudedagsverplichting directeuren-grootaandeelhouder

RJ-Uiting Kerncijfers en kengetallen in de jaarrekening, het bestuursverslag en overige informatie bij de jaarstukken

RJ-Uiting Kerncijfers en kengetallen in de jaarrekening, het bestuursverslag en overige informatie bij de jaarstukken

RJ-Uiting : Ontwerp-alinea s RJ 122 Prijsgrondslagen voor vreemde valuta

RJ-Uiting : ontwerp-richtlijn 630 Commerciële stichtingen en verenigingen

Tweede Kamer der Staten-Generaal

RJ-Uiting : Richtlijn Pensioenvoorziening en oudedags- verplichting directeuren-grootaandeelhouder

RJ-Uiting : Ontwerp-richtlijn C2 Microrechtspersonen

RJ-Uiting : ontwerp-richtlijn 150 Foutherstel

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Ten geleide bij editie RJk-bundel

RJ-Uiting : Bijlage bij hoofdstuk 400 Bestuursverslag schematische weergave van diverse besluiten voor de inhoud van het bestuursverslag

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Halfjaarverslag Brand New Day Vermogensopbouw NV

De wetteksten opgenomen in deze bundel zijn gebaseerd op de stand van zaken per 1 juli 2013.

Eerste Kamer der Staten-Generaal

RJ-Uiting : ontwerp-richtlijn Aanpassingen van de Richtlijnen voor de jaarverslaggeving in verband met expliciete wettelijke opties

RJ-Uiting : Nadere guidance verslag raad van commissarissen op basis van de Nederlandse Corporate Governance Code.

TESLIN CAPITAL MANAGEMENT BV Halfjaarcijfers. De directie: Cassaforte BV Nellestein Management BV Happy Acres BV

RJ-Uiting : Richtlijn 212 Materiële vaste activa ; de verwerking van kosten van groot onderhoud

Kleine en micro-rechtspersonen Er worden geen wijzigingen van hoofdstuk B11 Leasing voorgesteld.

Wet op de loonbelasting 1964

TESLIN CAPITAL MANAGEMENT BV Halfjaarcijfers. De directie: Cassaforte BV Nellestein Management BV Happy Acres BV Loch Broom Management BV

Premiekorting voor jongere werknemer

RJ-Uiting : ontwerp-richtlijn 400 Jaarverslag

Personeel Blink B.V. Jaarrekening 2014

HOLLAND IMMO GROUP BEHEER B.V. TE EINDHOVEN. Halfjaarcijfers per 30 juni Geen accountantscontrole toegepast

RJ-Uiting : Richtlijn Personeelsbeloningen - beloningen tijdens het dienstverband

Tweede Kamer der Staten-Generaal

RJ-Uiting : RJ 150 Foutherstel en Rjk A3.3 Foutherstel

Wijziging van enkele fiscale uitvoeringsregelingen

Overgangsrecht Wet inkomstenbelasting 2001

RJ-Uiting Pensioenvoorziening directeuren-grootaandeelhouder

Tweede Kamer der Staten-Generaal

De Wet inkomstenbelasting 2001 wordt met ingang van 1 januari 2015 als volgt gewijzigd:

Halfjaarcijfers. Teslin Capital Management BV. De directie: Cassaforte BV Nellestein Management BV Happy Acres BV

Invoering van pensioen- en lijfrente-excedentregelingen (Wet pensioenaanvullingsregelingen) VOORSTEL VAN WET

RJ-Uiting : Nieuwe ontwerp-richtlijn voor kleine organisaties-zonder-winststreven

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

People Services. De werkkostenregeling ABCD. KPMG Meijburg & Co

Belastingdienst/Directie Vaktechniek Belastingen. Besluit van 26 maart 2013, nr. BLKB/2013/400M,

Tweede Kamer der Staten-Generaal

HOLLAND IMMO GROUP INSINGER DE BEAUFORT BEHEER B.V. TE EINDHOVEN. Halfjaarcijfers per 30 juni Geen accountantscontrole toegepast

Trustee VermogensParaplu B.V. Amsterdam, Nederland JAARREKENING 2013

Het Uitvoeringsbesluit loonbelasting 1965 wordt als volgt gewijzigd:

De Veste Vermogensbeheer B.V. te Breda. Kamer van Koophandel Inschrijfnummer JAARREKENING 2017

RJ-Uiting : Richtlijn Microrechtspersonen

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Memorandum werkkostenregeling

Loonheffingen. Verwerking teruggaaf inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet en premies werknemersverzekeringen 2007

Wijzigingen in het jaarrekeningrecht vennootschappen. van. Per boekjaar 2016

de pensioengerechtigde leeftijd of bij eerder overlijden, zoals aanspraken op ouderdomsen nabestaandenpensioen en pré-pensioen.

Stichting Bewaarder Holland Immo Group XI/ Retail Residential Fund te Eindhoven

Tweede Kamer der Staten-Generaal

2017 no. 63 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA

De Richtlijn is van kracht voor verslagjaren die aanvangen op of na 1 januari Eerdere toepassing van de Richtlijn wordt aanbevolen.

Wet op de loonbelasting 1964

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Algemene contributieverordening 2007 Zoals gewijzigd in de bijeenkomst van de Ledenvergadering op 16 december Tekst geldend vanaf 1 januari

Werkkostenregeling; waar moet u op letten bij de overgang?

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Regeling zorgverzekering

ECLI:NL:RBDHA:2015:1155

Stichting Yourney te Amsterdam. Rapport inzake de jaarrekening 2012/2013

H. Het in artikel 8.11, tweede lid, onderdeel b, laatstgenoemde bedrag wordt verhoogd

BALANS PER 31 DECEMBER 2016 (na resultaatbestemming) ====================== IMMATERIËLE VASTE ACTIVA

Besluit van PM DATUM [CONCEPT] tot wijziging van enige wetten en uitvoeringsbesluiten op het gebied van de belastingen

Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen Geldend van t/m heden

Jaarbericht Weller Wonen Holding BV 2016

Jaarrekening Stichting Basisbibliotheek Oostland

VOORSTEL VAN WET. Artikel I. De Wet inkomstenbelasting 2001 wordt met ingang van 1 januari 2015 als volgt gewijzigd:

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Hoewel de regeling de eerste drie jaar optioneel is, verdient het nu al aanbeveling om op korte termijn voorbereidingen te treffen.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Handelende in overeenstemming met de Staatssecretaris van Financiën;

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Uitvoeringsregeling loonbelasting 2011

HOLLAND IMMO GROUP BEHEER B.V. TE EINDHOVEN. Halfjaarcijfers per 30 juni Geen accountantscontrole toegepast

Tweede Kamer der Staten-Generaal

TEN GELEIDE BIJ EDITIE 2014

Fiscale actualiteiten onderwijsinstellingen

De RJ nodigt u uit tot het inzenden van reacties en commentaren op deze RJ-Uiting. Deze ziet de RJ graag uiterlijk 1 mei 2006 tegemoet.

Eerste Kamer der Staten-Generaal

2014 no. 54 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA

De Veste B.V. te Breda. Kamer van Koophandel Inschrijfnummer JAARREKENING 2018

Checklist Werken met de werkkostenregeling

Tweede Kamer der Staten-Generaal

In deze Nieuwjaarsbrief Nederlandse Payroll 2014 gaan wij in op een aantal aandachtspunten en wijzigingen met betrekking tot de loonheffingen 2014.

Informatie ten behoeve van het deponeren van de rapportage bij het Handelsregister

Naam van de rechtspersoon Zetel van de rechtspersoon. Datum van vaststelling van de jaarrekening 25 oktober 2018

De RJ is hierbij bijzonder geïnteresseerd in het antwoord op de vraag of u deze ontwerp- Interpretatie nuttig vindt.

Datum 16 april 2012 Betreft Opzet aanpassing Bvdb 2001 (voorkoming dubbele bankenbelasting) en tweede Nota van wijziging bankenbelasting

====================================================================

Transcriptie:

RJ-Uiting 2012-5: Ontwerp - Toepassing Richtlijn 252 / Richtlijn B10 Voorzieningen met betrekking tot de crisisheffing en wijziging Richtlijn 271.6 Personeelsbeloningen Bezoldigingen van bestuurders en commissarissen Algemeen RJ-Uiting 2012-5 is een gevolg van de op 18 juli 2012 in werking getreden Wet uitwerking fiscale maatregelen Begrotingsakkoord 2013. In deze wet is bepaald dat een aantal belastingwetten met ingang van 1 januari 2013 wordt gewijzigd. Eén van de wijzigingen houdt in dat werkgevers in 2013 een eenmalige crisisheffing moeten betalen van 16% over het loon uit tegenwoordige dienstbetrekking dat zij in 2012 aan een medewerker hebben betaald, voor zover dat loon hoger was dan 150.000. Deze crisisheffing wordt geregeld in een nieuw artikel 32bd van de Wet op de loonbelasting 1964. Inhoud In het onderdeel Toepassing Richtlijn 252 / Richtlijn B10 Voorzieningen met betrekking tot de crisisheffing wordt uiteengezet dat de crisisheffing in 2012 in de balans moet worden opgenomen als verplichting en tijdsevenredig aan het kalenderjaar 2012 moet worden toegerekend. Dit onderdeel leidt niet tot wijziging van bestaande richtlijnen en is zowel van toepassing op grote en middelgrote rechtspersonen (RJ 252) als op kleine rechtspersonen (RJk B10). De voorgestelde wijziging van RJ 271.6 houdt in dat het bedrag van de crisisheffing dat in het boekjaar ten laste van de rechtspersoon is gekomen en betrekking heeft op huidige en voormalige bestuurders en commissarissen, afzonderlijk vermeld dient te worden voor de gezamenlijke bestuurders en voor de gezamenlijke commissarissen. Althans, indien vermelding krachtens artikel 2:383 lid 1 of 383c BW dient plaats te vinden. Ingangsdatum Bij het definitief worden van dit ontwerp zal dit van toepassing zijn op boekjaren waarin de periode van 18 juli 2012 tot en met 31 december 2012 valt, alsmede op boekjaren waarin een deel van die periode valt. De wijziging van RJ 271.6 zal vervallen voor boekjaren die aanvangen op of na 1 januari 2013. Commentaarperiode De RJ nodigt u uit tot het inzenden van reacties en commentaren op deze RJ-Uiting. Deze ziet de RJ graag uiterlijk 23 november 2012 tegemoet. Reacties en commentaren kunnen - bij voorkeur per email (rj@rjnet.nl) - worden ingediend bij het RJ-secretariaat. Ze zullen door de RJ als openbare informatie worden behandeld en op de RJ-website worden gepubliceerd, tenzij door respondenten is aangegeven dat het commentaar geheel of gedeeltelijk moet worden aangemerkt als vertrouwelijk. Het ontwerp zal zo spoedig mogelijk na de commentaarperiode definitief worden gemaakt. Amsterdam, 29 oktober 2012 1

Algemeen Op 18 juli 2012 is de Wet uitwerking fiscale maatregelen Begrotingsakkoord 2013 in werking getreden. In deze wet is bepaald dat een aantal belastingwetten met ingang van 1 januari 2013 wordt gewijzigd. Eén van de wijzigingen houdt in dat werkgevers in 2013 een eenmalige crisisheffing moeten betalen van 16% over het loon uit tegenwoordige dienstbetrekking dat zij in 2012 aan een medewerker hebben betaald, voor zover dat loon hoger was dan 150.000. Deze crisisheffing wordt geregeld in een nieuw artikel 32bd van de Wet op de loonbelasting 1964. In de bijlage bij deze Uiting is de relevante wettekst opgenomen alsmede enige achtergrondinformatie. Toepassing Richtlijn 252 / Richtlijn B10 Voorzieningen met betrekking tot de crisisheffing Op grond van RJ 252.201 respectievelijk RJk B10.105 moet op elke balansdatum na 18 juli 2012 een verplichting worden opgenomen, tot het moment dat de crisisheffing is voldaan: De rechtspersoon heeft een verplichting. Alhoewel de Wet op de loonbelasting 1964 pas met ingang van 1 januari 2013 wordt gewijzigd, is al voor die tijd sprake van een in rechte afdwingbare verplichting (RJ 252.201a / RJk B10.105a). Deze verplichting vloeit immers voort uit een gebeurtenis uit het verleden (de inwerkingtreding van de Wet uitwerking fiscale maatregelen Begrotingsakkoord 2013 ), en blijft bestaan onafhankelijk van een toekomstige handeling van de onderneming (RJ 252.204). De gebeurtenis die de verplichting doet ontstaan is het over het kalenderjaar 2012 genoten loon dat boven de 150.000 grens valt; Het is waarschijnlijk dat voor de afwikkeling van die verplichting een uitstroom van middelen noodzakelijk is (RJ 252.201b / RJk B10.105b). De kans dat de wet ongedaan wordt gemaakt vóór de ingangsdatum 1 januari 2013 (of voor de datum van 31 maart 2013) kan als zeer onwaarschijnlijk worden beschouwd; en Er kan een betrouwbare schatting worden gemaakt van de omvang van de verplichting (RJ 252.201c / RJk B10.105c). Het over kalenderjaar 2012 genoten loon uit dienstbetrekking is op 31 december 2012 bekend. Bij een eerdere balansdatum kan het loon betrouwbaar worden geschat. Een eventuele bonus die nog tot het loon over 2012 wordt gerekend is eveneens redelijkerwijs en betrouwbaar in te schatten. De heffing moet tijdsevenredig worden verwerkt naar rato van het genoten loon (en dus niet pas in de maanden nadat het loon cumulatief boven 150.000 uitkomt). Er is namelijk een relatie tussen de heffing, het genoten loon en de arbeidsprestaties over het gehele jaar. Dit betekent dat bij elke balansdatum na 18 juli 2012 een beste schatting moet worden gemaakt van de per balansdatum op te nemen verplichting, rekening houdend met verwachtingen omtrent indiensttreding en uitdiensttreding. Voorts kan sprake zijn van een bijzondere post in de winst- en verliesrekening (zoals gedefinieerd in RJ 940) die moet worden toegelicht (RJ 270.404). 2

Wijziging Richtlijn 271.6 Personeelsbeloningen Bezoldigingen van bestuurders en commissarissen Toegevoegd wordt alinea 605a: 605a Er bestaan verschillende zienswijzen over het al dan niet toerekenen aan de bezoldiging zoals bedoeld in de artikelen 2:383 lid 1 en 383c BW van de uit hoofde van artikel 32bd van de Wet op de loonbelasting 1964 te betalen bedragen. Vanwege het eenmalige karakter dient uit de toelichting te blijken of de bedragen uit hoofde van artikel 32bd van de Wet op de loonbelasting 1964 tot de bezoldiging in de zin van de artikelen 2:383 lid 1 of 383c BW zijn gerekend. Indien vermelding krachtens artikel 2:383 lid 1 of 383c BW dient plaats te vinden, dient het totale bedrag dat uit hoofde van artikel 32bd van de Wet op de loonbelasting 1964 in het boekjaar ten laste van de rechtspersoon is gekomen (met inbegrip van de ten laste van geconsolideerde dochtermaatschappijen gekomen bedragen), voor zover dat betrekking heeft op het loon van bestuurders en commissarissen, afzonderlijk te worden vermeld. Vermelding dient plaats te vinden voor de gezamenlijke bestuurders en gewezen bestuurders en, afzonderlijk, voor de gezamenlijke commissarissen en gewezen commissarissen. Deze vermelding geldt ongeacht of deze bedragen al dan niet tot de bezoldiging worden gerekend. 3

Bijlage Wet van 12 juli 2012 tot wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Wet uitwerking fiscale maatregelen Begrotingsakkoord 2013) ARTIKEL II De Wet op de loonbelasting 1964 wordt met ingang van 1 januari 2013 als volgt gewijzigd:.. Na artikel 32bc wordt een artikel ingevoegd, luidende: Artikel 32bd: 1. In afwijking in zoverre van het overigens bij of krachtens deze wet bepaalde, wordt loon uit tegenwoordige dienstbetrekking waarover in het voorafgaande kalenderjaar met toepassing van de artikelen 20a, 20b, 26 en 26b belasting is geheven, voor de toepassing van dit artikel aangemerkt als op 31 maart van het kalenderjaar genoten loon dat als een eindheffingsbestanddeel wordt belast naar een tarief van 16%, voor zover dat loon in het voorafgaande kalenderjaar meer bedroeg dan 150 000. 2. Voor de toepassing van het eerste lid behoort tevens tot het loon van een werknemer het loon dat die werknemer heeft genoten van een met de inhoudingsplichtige verbonden vennootschap. Het eerste lid vindt in de in de vorige volzin bedoelde gevallen toepassing bij de inhoudingsplichtige die in het voorafgaande kalenderjaar het grootste deel van het loon van de werknemer heeft verstrekt. 3. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld met betrekking tot hetgeen voor de toepassing van het eerste lid als door een inhoudingsplichtige in het voorafgaande kalenderjaar aan een werknemer verstrekt loon in aanmerking wordt genomen. ARTIKEL III In de Wet op de loonbelasting 1964 vervalt met ingang van 1 januari 2014 artikel 32bd. Achtergrondinformatie inzake de crisisheffing Uitgangspunt voor de heffing is het loon uit tegenwoordige dienstbetrekking dat de werknemer over 2012 bij de werkgever heeft genoten: als dat loon meer bedraagt dan 150.000, is de werkgever over dat meerdere 16% extra belasting verschuldigd. Die heffing komt naast de reguliere loonheffing die al in 2012 heeft plaatsgevonden. Deze eindheffing komt dus (anders dan een gewone eindheffing) niet in de plaats van de reguliere heffing. De werkgever moet de heffing afdragen in het aangiftetijdvak waarin het op 31 maart 2013 genoten loon valt. Het kabinet heeft gekozen voor het loon over 2012 als grondslag voor deze heffing om die al in 2013 te kunnen realiseren. De werkgever moet de heffing afdragen in het aangiftetijdvak waarin het op 31 maart 2013 genoten loon valt. Bij de beoordeling of het loon uit tegenwoordige dienstbetrekking over 2012 meer bedraagt dan 150.000, is het genietingstijdstip uit de wet loonbelasting bepalend. Het loon wordt beschouwd te zijn genoten en aan de loonheffing te zijn onderworpen op het tijdstip waarop het betaald of verrekend wordt, ter beschikking van de werknemer wordt gesteld of rentedragend wordt, dan wel vorderbaar en tevens inbaar wordt. Als het overeengekomen loon geheel of gedeeltelijk op een ongebruikelijk tijdstip zal worden genoten, wordt daar geen rekening mee gehouden. Heeft de werknemer zijn loon uit tegenwoordige dienstbetrekking in 2012 van meerdere verbonden vennootschappen (in concernverhouding) genoten, dan wordt het loon voor deze crisisheffing bij elkaar geteld. De concernvennootschap/werkgever die in 2012 het grootste deel van het totale loon van de werknemer over dat jaar heeft betaald, moet de 16% heffing afdragen. Deze bepaling voorkomt dat de werknemer 4

zijn in 2012 te ontvangen loon (boven het normbedrag) verknipt en over meerdere concernvennootschappen verdeelt om zo de pseudo-eindheffing geheel of gedeeltelijk te vermijden. Tijdens de parlementaire behandeling is betoogd dat de heffing zelfs verschuldigd is indien de belastingplichtige in 2013 niet meer bestaat (Kamerstukken I, 2011-2012, 33 287, nr. D, blz. 18). Op grond van het voorgaande kan voorts worden opgemaakt dat de heffing is verschuldigd ongeacht of de werknemer in 2013 in dienst is, doch in de wetsgeschiedenis is hier niet expliciet op ingegaan. De grondslag is het loon uit tegenwoordige dienstbetrekking van een werknemer voor het jaar 2012. Als dit lager dan 150.000 uitvalt doordat een werknemer slechts een gedeelte van het jaar gewerkt heeft dan is de werkgever hier geen eindheffing over verschuldigd. 5