Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 - Inleiding Hoofdstuk 2 - Beschrijving regelgeving Hoofdstuk 3 - Onderzoek jaarrekeningen

Vergelijkbare documenten
(Voor de EER relevante tekst)

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN

» Kosten van onderzoek en ontwikkeling: wijzigingen door het koninklijk besluit van 18 december 2015 (advies 2016/16) 1

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN

Financiële verslaggeving in beweging. Programma

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN

IAS NL Publicatieblad van de Europese Unie INTERNATIONAL ACCOUNTING STANDARD IAS 23 (HERZIENE VERSIE VAN 1993) Financieringskosten

Notitie software Mei 2007

RJ-Uiting : Richtlijn 212 Materiële vaste activa ; de verwerking van kosten van groot onderhoud

Externe Verslaggeving 2 proeftentamen nieuwe stijl - uitwerking

Schiphol Nederland B.V. Halfjaarlijkse financiële verslaggeving over de periode 1 januari 2013 t/m 30 juni 2013

Sectie H: Materiële vaste activa in aanbouw

De RJ nodigt u uit tot het inzenden van reacties en commentaren op deze RJ-Uiting. Deze ziet de RJ graag uiterlijk 1 mei 2006 tegemoet.

213.1 Hoofdstuk 213 / Vastgoedbeleggingen

RJ-Uiting : Actuele kostprijs

(Voor de EER relevante tekst)

Titel van het document Publicatiestukken 2018 onecentral B.V. Naam van de rechtspersoon onecentral B.V. Zetel van de rechtspersoon

JAARVERSLAG 2014 STICHTING DENTALCARE EVERYWHERE. Koetsierbaan ST ALMERE

Schiphol Nederland BV Vennootschappelijke balans en winst- en verliesrekening

(Voor de EER relevante tekst)

Uitwerking examen Financial Accounting 2 dd 9 januari 2018 (na normeringsvergadering)

Stichting Touwmuseum De Baanschuur Postbus DA Oudewater. Jaarcijfers

Naam van de rechtspersoon Squarewise Transitions B.V. Zetel van de rechtspersoon Amsterdam. Datum van vaststelling van de jaarrekening 12 juni 2019

Schiphol Nederland B.V Vennootschappelijke balans en winst- en verliesrekening

VOORSTEL DRECHTRAAD CARROUSEL MIDDELEN 5 NOVEMBER 2013 VOORSTEL DRECHTRAAD 3 DECEMBER 2013

Naam van de rechtspersoon Zetel van de rechtspersoon. Datum van vaststelling van de jaarrekening 25 oktober 2018

STICHTING REVIVE TE BRUCHEM. Rapport inzake jaarstukken 2015

1. Algemeen 1 2. Bestuur 1 3. Resultaat 1 4. Fiscale positie 2

Stichting Vrienden van het Mauritshuis te s-gravenhage

Wettelijke regelingen in verband met de jaarrekening

NE-iT Hosting B.V. De Tienden 26c 5674 TB NUENEN. Publicatierapport Handelsregister Kamer van Koophandel voor Brabant, dossiernummer

Hoofdstuk 270 / De winst- en verliesrekening 270.1

Moyee Nederland B.V. te Amsterdam. Rapport inzake de balans en winst-en-verliesrekening over de periode van tot en met

Jaarverantwoording [titel] Informatie over de rapportage en de rechtspersoon [titel] Informatie over de rechtspersoon [titel]

Stichting Dorpscentrum Lijtweg HA Oegstgeest. KvK-nummer: RAPPORT INZAKE DE JAARSTUKKEN 2015

ONDERZOEK NAAR DE CONFORMITEIT TUSSEN IAS 32 (HERZIENE VERSIE VAN 1998) EN DE EUROPESE JAARREKENINGENRICHTLIJNEN

Balans per 31 december 2017 (na resultaatbestemming)

FINANCIËLE VERANTWOORDING STICHTING TOON HERMANS HUIS ROERMOND 2015

BIJLAGE. Jaarlijkse verbeteringen in IFRSs cyclus

VOORBEELD JAARREKENING B.V. TE HOOFDDORP. Rapport inzake jaarstukken 2010

STICHTING HOOP VOOR ALBANIË TE MAASDIJK. Rapport inzake jaarstukken mei 2018

STICHTING HOOP VOOR ALBANIË TE MAASDIJK. Rapport inzake jaarstukken augustus 2017

Verslag Financiële administratie

FINANCIËLE VERANTWOORDING STICHTING TOON HERMANS HUIS ROERMOND 2016

1. Algemeen 1 2. Bestuur 1 3. Resultaat 1 4. Fiscale positie 2

(Voor de EER relevante tekst)

Publicatieblad van de Europese Unie L 247/3

Publicatierapport 2017

SPECIALISTERREN B.V. KOBALTWEG CE UTRECHT PUBLICATIERAPPORT 2016

JAARVERSLAG 2013 STICHTING DENTALCARE EVERYWHERE. Koetsierbaan ST ALMERE

Vaste activa Materiële vaste activa

VOORSTEL DRECHTRAAD 3 DECEMBER 2013

Vereniging Masjid Nour. Jaarcijfers 2014

Schiphol Nederland B.V Vennootschappelijke balans en winst- en verliesrekening

Stichting Healthcare Christian Fellowship International Centre, Voorthuizen

Informatie over de rechtspersoon. Informatie over de rapportage

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Stichting Healthcare Christian Fellowship International Centre, Voorthuizen

Bijlage bij opgave 3 N.V. Nederlandsche Apparatenfabriek Nedap jaarrekening 2013

IAS 20. L 261/178 NL Publicatieblad van de Europese Unie INTERNATIONAL ACCOUNTING STANDARD IAS 20 (OPNIEUW INGEDEELDE VERSIE VAN 1994)

NOTA VASTE ACTIVA 2010

Materieel belang in de jaarrekening. Nationale Verslaggevingsdag 26 juni 2012 Ton Meershoek Hoofd toezicht financiële verslaggeving

Nederlandse Haarstichting Wilsonsplein VG Haarlem. Jaarverslag 2012

09 WINSTBELASTING

Stichting Dagopvang Utrecht te Utrecht

(Voor de EER relevante tekst)

JAARREKENING 2015 STICHTING KENNISBANK FILANTROPIE

NE-iT Automatisering B.V. De Tienden 26c 5674 TB Nuenen. Publicatierapport 2016

BIJLAGE. Jaarlijkse verbeteringen in IFRSs cyclus

Materiële vaste activa (1) Uitgeleend materieel - 251

Examen EV AA 18 januari 2017 Uitwerking en puntenverdeling. Opgave 1 (33 punten)

Doelstelling: Het organiseren van het jaarlijkse bloemencorso in Lichtenvoorde.

IFRS 1. Eerste toepassing van IFRS

Financieel verslag 2015

RJ-Uiting : Actuele kostprijs

Jaarrekening 2015/2016

Jaarrekening Stichting Chabad Central Amsterdam Dr. Eijkmanstraat WG Amstelveen

RJ-Uiting : ontwerp-richtlijn 221 Onderhanden projecten (2014)

Schiphol Nederland B.V. Halfjaarlijkse financiële verslaggeving over de periode 1 januari 2009 t/m 30 juni 2009

1. JAARREKENING Stichting Beeldende Kunst Noord-Kennemerland mei 2017

Informatie ten behoeve van het deponeren van de rapportage bij het Handelsregister

STICHTING HOOP VOOR ALBANIË TE MAASDIJK. Rapport inzake jaarstukken mei 2016

123WatEenSite C. van de PC Teststraat ZZ Alblasserdam

Stichting Kennisbank Filantropie Hilversum. Jaarrapport 2014

ANBI Publicatie Stichting DOB Ecology, Amsterdam

ANBI Publicatie Stichting DOB Ecology, Amsterdam

A Grondslagen en uitgangspunten

Jaarrekening Stichting Vrije Christelijke School Westerlee Galgeweg MT 's-gravenzande

ISA 710, TER VERGELIJKING OPGENOMEN INFORMATIE - OVEREENKOMSTIGE CIJFERS EN VERGELIJKENDE FINANCIELE OVERZICHTEN

Rubriek Verslaggeving en Verslaglegging. IFRS nog volop in beweging

GBE3.1 EXTERNE VERSLAGGEVING (1) LES 1 HOOFDSTUK 6

Jaarrekening Stichting Seinpost Slinge (Kerkelijk) Verslagperiode 1 januari december 2016

Bijdrage opruimingskosten in de jaarrekening

Stichting Omroep Landgraaf

Rubriek Verslaggeving en Verslaglegging. Fusies en overnames

Uitgebracht aan de directie en aandeelhouder van: Vinc Vastgoed Management I B.V. inzake. tussentijds bericht per 30 juni 2011

Balans per 31 december 2016 (na resultaatbestemming)

NOTA INVESTERINGEN, WAARDERINGEN EN AFSCHRIJVINGEN RECREATIESCHAP ROTTEMEREN

Jaarrekening 2014 STEUN DE JEUGD. Stichting STEUN DE JEUGD Amsterdam. Samen kunnen we makkelijk helpen!

IFRS CONVERSIE MEMO PINGUIN GROUP EERSTE TOEPASSING VAN DE INTERNATIONAL FINANCIAL REPORTING STANDARDS

Transcriptie:

Immateriële activa

Inhoudsopgave Titelblad... 1 Inhoudsopgave... 2 Hoofdstuk 1 - Inleiding... 4 1.1 Algemeen... 4 1.2 Probleemstelling... 4 1.3 Opbouw... 4 Hoofdstuk 2 - Beschrijving regelgeving... 6 2.1 Inleiding... 6 2.2 Immateriële activa... 6 2.2.1 IASB... 6 2.2.2 FASB... 7 2.3 Onderzoek en ontwikkelingskosten... 9 2.3.1 IASB... 9 2.3.2 FASB... 10 2.3.3 ASC... 11 2.4 Conclusie... 13 Hoofdstuk 3 - Onderzoek jaarrekeningen... 16 3.1 Inleiding... 16 3.2 Onderzoeksopzet... 16 3.3 Onderzoeksresultaten... 17 3.3.1 SAP... 17 3.3.2 Microsoft... 18 3.3.3 Computer Associates... 20 3.3.4 Sun Microsystems... 21 3.3.5 IBM... 22 3.3.6 Oracle Corporation... 22 3.4 Vergelijking resultaten... 23 3.5 Conclusie... 24 Hoofdstuk 4 - Literatuuronderzoek... 28 4.1 Inleiding... 28 4.2 Immateriële activa... 28 4.3 Onderzoeks- en ontwikkelingskosten... 31 4.4 Conclusie... 33 2

Hoofdstuk 5 - Conclusie... 35 5.1 Algemeen... 35 5.2 Beantwoording deelvragen... 35 5.3 Beantwoording probleemstelling... 36 Literatuurlijst... 37 Bijlage 1: Vergelijking onderzoeksresultaten... 39 Bijlage 2: Vergelijking verwerkingsmethoden... 40 3

Hoofdstuk 1 - Inleiding 1.1 Algemeen Deze scriptie behandelt het onderwerp immateriële activa. Belicht wordt hoe deze activa in de jaarrekening verwerkt dienen te worden. Hierbij wordt in het bijzonder gekeken naar de verwerking van onderzoeks- en ontwikkelingskosten. De scriptie is ingedeeld in drie onderdelen. Ten eerste wordt de huidige regelgeving omtrent immateriële activa en in het bijzonder onderzoeks- en ontwikkelingskosten weergegeven. Hierna worden de resultaten van een klein praktijkonderzoek onder de jaarrekeningen van enkele bedrijven in de softwareindustrie weergegeven. Het derde onderdeel behandelt de literatuur die bestaat omtrent het onderwerp. In dit onderdeel worden aanbevelingen en alternatieven voor de huidige regelgeving aangedragen. De scriptie wordt besloten met een conclusie. 1.2 Probleemstelling In deze scriptie wordt getracht een antwoord te geven op de volgende probleemstelling: Hoe dienen immateriële activa en in het bijzonder onderzoeks- en ontwikkelingskosten te worden verwerkt in de jaarrekening? Deze probleemstelling is te verdelen in de volgende deelvragen: 1) Hoe is de regelgeving omtrent immateriële activa en in het bijzonder onderzoeks- en ontwikkelingskosten geregeld? 2) Hoe verwerken ondernemingen in de praktijk immateriële activa en in het bijzonder onderzoeks- en ontwikkelingskosten in de jaarrekening? 3) Welke alternatieven zijn mogelijk voor de huidige regelgeving? 1.3 Opbouw De opbouw van deze scriptie is gebaseerd op de verschillende deelvragen. In hoofdstuk twee wordt de regelgeving van de IASB, FASB en ASC omtrent immateriële activa en in het bijzonder onderzoeks- en ontwikkelingskosten belicht. Na een beschouwing van de verschillende regelgevingen afzonderlijk wordt besloten met een vergelijkende conclusie. 4

In hoofdstuk drie worden de resultaten weergegeven van een kleinschalig onderzoek onder de jaarrekeningen van verschillende ondernemingen in de software-industrie. De resultaten van dit onderzoek zijn uiteraard niet representatief voor de gehele bedrijfstak, maar zijn bedoeld om een inzicht te geven in de manier waarop de verwerking van immateriële activa en in het bijzonder onderzoeks- en ontwikkelingskosten, in de praktijk plaatsvindt. In het vierde hoofdstuk worden verschillende aanbevelingen op de regelgeving uiteengezet. Deze aanbevelingen worden vervolgens vergeleken met de huidige regelgeving. De scriptie wordt besloten met een conclusie waarin is getracht een antwoord te geven op de afzonderlijke deelvragen en de probleemstelling. Ook is een literatuurlijst opgenomen die inzicht biedt in de geraadpleegde bronnen. 5

Hoofdstuk 2 Beschrijving regelgeving 2.1 Inleiding In dit hoofdstuk wordt een beschrijving gegeven van de huidige regelgeving betreffende de definiëring, verwerking en waardering van immateriële activa in het algemeen en de uitgaven voor onderzoek en ontwikkeling in het bijzonder. Hiervoor wordt gekeken naar de voorgeschreven verwerkingswijze van de International Accounting Standards Board (IASB), zoals deze staat weergegeven in IAS 38 1. Ook wordt gekeken naar de verwerkingsmethode die wordt voorgeschreven door de Financial Accounting Standards Board (FASB) in SFAS 2 2 en SFAS 142 3 en naar de methode die wordt voorgeschreven door de Accounting Standard Committee (ASC), de voorganger van de Accounting Standards Board (ASB), in SSAP13 4 aangaande kosten van onderzoek en ontwikkeling in het bijzonder. Het hoofdstuk wordt besloten met een conclusie waarin de verschillende methoden met elkaar vergeleken worden. 2.2 Immateriële activa 2.2.1 IASB De International Accounting Standards Board (IASB) heeft verwerking van immateriële activa geregeld in International Accounting Standard 38: Intangible Assets (IAS 38). Deze standaard is uitgegeven in 1998 en is van kracht voor jaarrekeningen die betrekking hebben op verslaggevingperioden die op of na 1 juli 1999 aanvangen 5. Deze standaard vervangt IAS 4 en IAS 9 6. De definitie van immateriële activa in deze standaard luidt als volgt: Een immaterieel actief is een identificeerbaar, niet-monetair actief zonder fysieke vorm, dat wordt aangehouden voor gebruik in de productie of levering van goederen of diensten, voor verhuur aan derden of voor administratieve doeleinden 7. Volgens de IASB mag een immaterieel actief alleen op de balans worden opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de toekomstige voordelen van het actief naar de onderneming zullen vloeien en wanneer de kostprijs van het actief betrouwbaar kan worden bepaald 8. Voor intern gegenereerde immateriële activa zijn additionele verwerkingscriteria opgenomen. Intern gegenereerde goodwill 9, merken, uitgaverechten, klantenbestanden en soortgelijke posten mogen niet op de balans worden geactiveerd. 10 6

Wanneer een immateriële post niet mag worden geactiveerd op de balans, schrijft de standaard voor dat de post als last wordt genomen op het moment dat de uitgave wordt gedaan. 11 Indien de post al is geactiveerd op de balans, zullen latere uitgaven voor die post ook direct als last moeten worden genomen, behalve wanneer deze uitgaven bewerkstelligen dat het actief grotere economische voordelen zal leveren en de uitgaven betrouwbaar kunnen worden gewaardeerd en toegerekend aan het actief. Wanneer dit het geval is, worden de uitgaven niet als last genomen, maar toegevoegd aan de kostprijs van het actief 12. Een immaterieel actief mag worden gewaardeerd volgens de kostprijs, verminderd met eventuele afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen 13 ; ook mag worden gekozen voor een geherwaardeerd bedrag, verminderd met eventuele afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen. Hierbij moet het geherwaardeerde bedrag gelijk zijn aan de reële waarde van het actief. Deze verwerkingswijze is alleen toegestaan als de reële waarde bepaald kan worden op basis van een markt voor het actief 14. De afschrijvingen over het immateriële actief moeten stelselmatig plaatsvinden over de gehele levensduur. Deze is gesteld op in principe maximaal twintig jaar. Wanneer kan worden aangetoond dat de levensduur langer is, kan afschrijving over een grotere periode worden toegestaan. 15 Het is in IAS 38 niet toegestaan om een oneindige gebruiksduur toe te kennen aan een immaterieel actief 16. De afschrijvingsmethode moet een afspiegeling zijn van het patroon waarin de economische voordelen door de onderneming worden verbruikt 17. Indien dit niet te bepalen is, mag ook voor een lineaire afschrijvingsmethode worden gekozen. De restwaarde van een immaterieel actief wordt beschouwd gelijk te zijn aan nul, tenzij voor het immateriële actief een actieve markt bestaat of een derde zich heeft verbonden om het actief te kopen aan het einde van de gebruiksduur van het actief. 18 2.2.2 FASB De verwerking van immateriële activa wordt door de Financial Accounting Standards Board (FASB) behandeld in Statement of Financial Accounting Standards 142: Goodwill and other intangible assets (SFAS 142). Deze standaard dateert van juni 2001, en is van toepassing op boekjaren die beginnen na 15 december 2001. 19 7

Een definitie van immateriële activa wordt gegeven in de appendix bij de standaard; immateriële activa zijn alle activa die geen fysieke vorm hebben, met uitzondering van financiële activa. 20 Volgens SFAS 142 moet een aangekocht immaterieel actief op de balans worden opgenomen op basis van de reële waarde van het actief. 21 Intern gegenereerde immateriële activa die niet specifiek geïdentificeerd kunnen worden of een onbepaalde levensduur hebben, mogen volgens de FASB niet geactiveerd worden. Deze kosten moeten worden afgeschreven naar de winst- en verliesrekening zodra ze ontstaan. 22 De waardering van een immaterieel actief wordt voor een belangrijk deel bepaald door de verwachte levensduur van het actief. Volgens SFAS 142 is het mogelijk dat bepaalde immateriële activa een onbepaalde levensduur hebben. 23 Een schatting van de levensduur moet worden gemaakt op basis van alle relevante factoren, waarbij vooral moet worden gelet op wettelijke regelingen die de levensduur beperken, de effecten van economische factoren, het verwachte gebruik van het actief en de verwachte levensduur van andere activa die het immateriële actief ondersteunen. 24 Met betrekking tot de waardering van immateriële activa en de afschrijvingen hierop kan onderscheid worden gemaakt tussen activa met een beperkte levensduur en activa met een onbepaalde levensduur. 25 De eerstgenoemde groep moet over de geschatte levensduur worden afgeschreven tot aan de geschatte restwaarde; hierbij moet de afschrijvingsmethode het patroon weerspiegelen waarin de voordelen van het actief aan de ondernemer toekomen. 26 De restwaarde wordt standaard gesteld op nul, tenzij voor het actief een actieve markt bestaat, of een derde zich heeft verbonden het actief aan het eind van de levensduur over te nemen. 27 Telkens moet worden gecontroleerd of de levensduur van het artikel niet veranderd is, of mogelijk zelfs onbepaald is geworden. Ook moet dit immateriële actief worden onderworpen aan een impairment-test. Wanneer blijkt dat de werkelijke waarde beduidend lager is dan de boekwaarde, moet de onderneming een impairment-verlies nemen en het actief afschrijven tot de werkelijke reële waarde. Het is niet toegestaan om door een impairment-test een winst te nemen door het actief hoger te waarderen. 28 Wanneer een actief een onbepaalde levensduur heeft, mag over dit actief niet worden afgeschreven, totdat de levensduur wel te bepalen is. Wanneer de levensduur van een actief 8

wel te bepalen wordt, dient een impairment-test te worden uitgevoerd om de waarde van het actief te bepalen. Daarna wordt over het actief gedurende de bepaalde levensduur afgeschreven. 29 Voor activa met een onbepaalde levensduur moet altijd ten minste jaarlijks een impairment-test worden uitgevoerd, waarbij de reële waarde van het actief wordt vergeleken met de boekwaarde. Indien de reële waarde beduidend lager is dan de boekwaarde, moet een verlies worden genomen, waarna de reële waarde geldt als de nieuwe boekwaarde. Een opwaardering van een immaterieel actief door middel van een impairment-test is verboden. 30 2.3 Onderzoek en ontwikkelingskosten 2.3.1 IASB De International Accounting Standards Board (IASB) heeft verwerking van onderzoeks- en ontwikkelingskosten behandeld in paragraaf 39 tot en met 55 van IAS 38. Beide kosten worden gezien als intern gegenereerde immateriële activa. Deze activa mogen niet zonder voorbehoud worden geactiveerd op de balans. De IASB heeft besloten om deze activa te verdelen in twee fasen: een onderzoeksfase en een ontwikkelingsfase. 31 De volgende definities worden aan de bovengenoemde begrippen gegeven: Onderzoek betreft het vernieuwende en planmatige onderzoekswerk met het oog op het verwerven van nieuwe wetenschappelijke of technische kennis en inzichten. Ontwikkeling betreft de toepassing van kennis, verkregen door onderzoek of op een andere wijze, leidend tot een plan of ontwerp voor de productie van nieuwe of aanzienlijk verbeterde materialen, apparaten, producten, processen, systemen of diensten, voorafgaand aan het begin van commerciële productie of gebruik. 32 De twee fasen worden op een verschillende manier verwerkt. Wanneer uitgaven worden gedaan in de onderzoeksfase, mogen deze uitgaven niet worden geactiveerd op de balans, maar moeten zij worden afgeschreven naar de winst- en verliesrekening op het moment dat de uitgaven ontstaan. 33 Voor deze methode is gekozen omdat de IASB veronderstelt dat een onderneming in de onderzoeksfase van een project niet kan aantonen dat het project toekomstige voordelen zal genereren. Hierdoor is geen sprake van een immaterieel actief. 34 Bij uitgaven in de ontwikkelingsfase geldt dat deze uitgaven geactiveerd mogen worden op de balans, indien de organisatie kan aantonen dat wordt voldaan aan de volgende voorwaarden: 9

- De technische uitvoerbaarheid van het immateriële actief; - De intentie van de organisatie om het immateriële actief te voltooien en te gebruiken of; - Het vermogen van de organisatie om het actief ook werkelijk te gebruiken of te verkopen; - Het actief zal in de toekomst waarschijnlijk voordelen opleveren; - De beschikbaarheid van voldoende bronnen om de ontwikkeling te voltooien; - Het vermogen om de relevante uitgaven op een betrouwbare wijze aan het immateriële actief toe te kennen. 35 De mogelijkheid die hier wordt geboden voor activering op de balans, komt voort uit de gedachte dat de ontwikkelingsfase een latere fase is dan de onderzoeksfase, waarbij de organisatie een immaterieel actief beter kan identificeren. 36 Wanneer een immaterieel actief wordt opgenomen op de balans, dient de kostprijs te bestaan uit alle uitgaven die direct, of op een redelijke en consistente basis, kunnen worden toegerekend aan het creëren, produceren en geschikt maken van het actief voor het beoogde gebruik. 37 Indien de onderzoeks- en ontwikkelingsfase niet duidelijk door de organisatie van elkaar gescheiden kunnen worden, dient de organisatie alle uitgaven te beschouwen als uitgaven in de onderzoeksfase. 38 Het is dan niet toegestaan om een immaterieel actief te activeren op de balans. 2.3.2 FASB De Financial Accounting Standards Board heeft zich in oktober 1974 uitgesproken over de verwerking van onderzoeks- en ontwikkelingskosten. Dit resulteerde in Statement of Financial Accounting Standards No. 2 (SFAS 2). In SFAS 2 worden eerst de definities gegeven die de FASB heeft gehanteerd bij het opstellen van de standaard. Onderzoek wordt gedefinieerd als een geplande zoektocht of een kritisch onderzoek, gericht op de ontdekking van nieuwe kennis, met de hoop dat deze kennis later nuttig zal zijn om een nieuw product te ontwikkelen, of om een nieuw proces te ontwikkelen, waardoor een significante verbetering wordt aangebracht aan een bestaand product of proces. 39 Ontwikkeling wordt omschreven als de vertaling van bevindingen uit onderzoek of 10

andere aanwezige kennis, in een plan of ontwerp voor een nieuw proces of product of voor een significante verbetering aan een bestaand proces of product. 40 Ook geeft de FASB een groep van kosten aan die betrekking hebben op onderzoek en ontwikkeling. Dit zijn de kosten van materialen, faciliteiten, personeel, diensten en indirecte kosten. 41 Wanneer immateriële activa worden aangekocht van een andere organisatie, gelden deze activa alleen als kosten van onderzoek en ontwikkeling wanneer zij geen mogelijkheid hebben tot alternatieve aanwending. Is dit laatste wel het geval, dan mag het actief worden geactiveerd op de balans. Wanneer dit niet het geval is, moet het gekochte actief worden beschouwd als een onderzoeks- of ontwikkelingskost. 42 In SFAS 2 wordt gesteld dat kosten voor onderzoek en ontwikkeling nooit geactiveerd mogen worden op de balans maar altijd direct moeten worden afgeschreven naar de winst- en verliesrekening in het jaar waarin ze zijn ontstaan. 43 Wel moet in de toelichting worden vermeld hoe groot het bedrag was dat is uitgegeven aan onderzoek en ontwikkeling. 44 Uit de toelichting bij SFAS 2 blijkt dat de FASB vooral de onzekerheid van de toekomstige opbrengsten heeft laten meespelen bij de beslissing om activering niet toe te staan. 45 Ook heeft meegespeeld dat het moeilijk is om een causale relatie aan te wijzen tussen de investering in onderzoek en ontwikkeling enerzijds en een toename van de opbrengsten anderzijds. 46 2.3.3 ASC De Accounting Standard Committee (ASC) heeft de verwerking van kosten van onderzoek en ontwikkeling behandeld in Statement of Standard Accounting Practice 13 (SSAP 13). Deze standaard is voor het eerst uitgegeven in 1977 en herzien in 1989. In SSAP 13 heeft de ASC een scheiding aangebracht tussen onderzoekskosten en ontwikkelingskosten. 47 Hierbij wordt onderzoek gezien als een activiteit om kennis te vergaren die relevant is voor de bedrijfsvoering van de organisatie maar die niet noodzakelijkerwijs gericht is op een specifiek product. 48 Ontwikkeling wordt gezien als een activiteit waarbij een nieuw product wordt klaargemaakt om op de markt te worden gebracht of waarbij een verbetering plaatsvindt aan een bestaand product. 49 Omdat in de praktijk 11

onderzoek vaak zal worden gevolgd door ontwikkeling, is het moeilijk om een duidelijke scheidslijn tussen de twee gebieden te trekken. Volgens SSAP 13 moeten ontwikkelingskosten anders worden verwerkt dan onderzoekskosten. Laatstgenoemde kosten leiden namelijk niet waarschijnlijk genoeg tot toekomstige voordelen voor het bedrijf. Dit brengt met zich mee dat op grond van het voorzichtigheidsbeginsel volgens SSAP 13 de kosten van onderzoek niet mogen worden geactiveerd op de balans. Zij moeten worden afgeschreven naar de winst- en verliesrekening in het jaar waarin ze zijn ontstaan. 50 Een uitzondering op deze regel mag worden gemaakt voor vaste activa die worden gebruikt bij onderzoek. Hier kan bijvoorbeeld worden gedacht aan laboratoria. Deze vaste activa mogen wel op de gebruikelijke manier worden geactiveerd op de balans en afgeschreven over de levensduur. 51 De ontwikkelingskosten kunnen anders worden verwerkt dan de onderzoekskosten. Bij de kosten voor ontwikkeling kan namelijk sprake zijn van duidelijk te identificeren voordelen die zijn toe te rekenen aan een bepaald product. Indien dit het geval is, mogen de ontwikkelingskosten worden geactiveerd op de balans en worden afgeschreven tegen de toekomstige opbrengsten, zodra die gerealiseerd worden. 52 Voor activering moet worden voldaan aan verschillende voorwaarden, die hieronder zijn opgesomd: - Een duidelijk gedefinieerd project moet bestaan; - De kosten voor dat project moeten afzonderlijk te identificeren zijn; - Het project moet technisch te realiseren zijn; - De uiteindelijke commerciële levensvatbaarheid moet gegarandeerd zijn; - De ontwikkelingskosten moeten uiteindelijk kunnen worden terugverdiend met de opbrengsten die kunnen worden toegerekend aan het project; - In de organisatie moeten voldoende bronnen aanwezig zijn om de laatste fase van de ontwikkeling te kunnen voltooien. 53 Wanneer niet wordt voldaan aan bovenstaande criteria, is het volgens SSAP 13 niet toegestaan om de kosten voor ontwikkeling op de balans te activeren. Deze moeten dan op dezelfde manier worden behandeld als de onderzoekskosten, wat inhoudt dat ze worden afgeschreven naar de winst- en verliesrekening in het jaar dat ze ontstaan. 54 12

2.4 Conclusie Indien de uitgegeven standaarden van de verschillende organisaties vergeleken worden, kunnen de volgende concluderende opmerkingen worden gemaakt. Op het gebied van immateriële activa in het algemeen kunnen de standaarden van de IASB en de FASB goed worden vergeleken, omdat zij een vergelijkbare definitie hanteren voor immateriële activa. Op basis van de standaard van de FASB is het altijd mogelijk om een aangekocht immaterieel actief op de balans op te nemen; bij de IASB is dit alleen voorwaardelijk mogelijk. Intern gegenereerde activa mogen volgens beide instanties in principe niet worden geactiveerd op de balans. Bij de waardering van immateriële activa geeft de IASB strengere regels dan de FASB. Volgens de standaarden van de IASB moeten immateriële activa in principe worden gewaardeerd volgens de kostprijs, verminderd met afschrijvingen. Hierbij mag niet worden uitgegaan van een onbepaalde levensduur. Waardering op basis van een geherwaardeerd bedrag is beperkt mogelijk. Volgens de FASB kan een immaterieel actief wel een onbepaalde levensduur hebben. Dit brengt met zich mee dat niet over het actief hoeft worden afgeschreven, maar dat een impairment-test moet worden uitgevoerd. Bij activa met een beperkte levensduur wordt wel afgeschreven, maar moeten ook impairment-testen worden uitgevoerd om te kijken of de waardering van het actief nog wel in overeenstemming met de werkelijkheid is. Al met al kan dus worden gesteld dat op het gebied van immateriële activa de regelgeving van de FASB meer ruimte biedt voor subjectiviteit. Dit komt doordat de voorwaarden voor opname op de balans minder streng zijn dan bij de IASB. De regelgeving van de FASB neigt meer naar een benadering op basis van de reële waarde dan de standaard van de IASB. Op het gebied van kosten voor onderzoek en ontwikkeling zijn de standaarden van drie organisaties bekeken. Hierbij valt op dat alle organisaties (IASB, FASB en ASC) een scheiding maken tussen onderzoekskosten en ontwikkelingskosten. Hoewel de definities niet exact gelijk zijn, vertonen ze voldoende overeenkomsten om de standaarden te kunnen vergelijken. 13

Bij de verwerking van onderzoekskosten stemmen de verschillende standaarden overeen. Alle drie de standaarden eisen dat onderzoekskosten worden afgeschreven naar de winst- en verliesrekening in het jaar dat ze ontstaan. Bij de verwerking van ontwikkelingskosten verschillen de standaarden. Enerzijds bestaan de standaarden van de IASB en de ASC die stellen dat ontwikkelingskosten onder bepaalde voorwaarden mogen worden opgenomen op de balans, anderzijds bestaat de standaard van de FASB die stelt dat ontwikkelingskosten nooit op de balans mogen worden opgenomen. Op het gebied van kosten voor onderzoek en ontwikkeling kan dus worden gesteld dat de regelgeving van de FASB terughoudender is dan die van de IASB en de ASC. Bij de laatstgenoemde organisaties bestaat de mogelijkheid tot waardering van ontwikkelingskosten op de balans, terwijl dit bij de FASB nooit mogelijk is. Opvallend is dat de FASB op het gebied van immateriële activa in het algemeen minder strenge regels hanteert dan de IASB, terwijl op het gebied van kosten voor onderzoek en ontwikkeling de FASB juist weer strengere regels hanteert. Een mogelijke verklaring voor deze ogenschijnlijke tegenstrijdigheid kan worden gevonden in het feit dat de regelgeving van de FASB betreffende kosten voor onderzoek en ontwikkeling veel ouder is dan de regelgeving voor immateriële activa in het algemeen. 1 International Accounting Standards Board; IAS 38: Intangible Assets 2 Financial Accounting Standards Board; SFAS 2: Accounting for Research and Development Costs 3 Financial Accounting Standards Board; SFAS 142: Goodwill and other intangible assets 4 Accounting Standards Committee; SSAP 13: Accounting for Research and Development 5 IAS 38 paragraaf 122 6 IAS 38 paragraaf 123 7 IAS 38 paragraaf 7 8 IAS 38 paragraaf 19 9 IAS 38 paragraaf 36 10 IAS 38 paragraaf 51 11 IAS 38 paragraaf 56 12 IAS 38 paragraaf 60 13 IAS 38 paragraaf 63 14 IAS 38 paragraaf 64 15 IAS 38 paragraaf 79 16 IAS 38 paragraaf 84 17 IAS 38 paragraaf 88 18 IAS 38 paragraaf 91 19 SFAS 142 paragraaf 48-57 20 SFAS 142 paragraaf F1 21 SFAS 142 paragraaf 9 22 SFAS 142 paragraaf 10 23 SFAS 142 paragraaf 16 24 SFAS 142 paragraaf 11 25 SFAS 142 paragraaf 12-17 14

26 SFAS 142 paragraaf 12 27 SFAS 142 paragraaf 13 28 SFAS 142 paragraaf 15 29 SFAS 142 paragraaf 16 30 SFAS 142 paragraaf 17 31 IAS 38 paragraaf 40 32 IAS 38 paragraaf 7 33 IAS 38 paragraaf 42 34 IAS 38 paragraaf 43 35 IAS 38 paragraaf 45 36 IAS 38 paragraaf 46 37 IAS 38 paragraaf 53 38 IAS 38 paragraaf 41 39 SFAS 2 paragraaf 8a 40 SFAS 2 paragraaf 8b 41 SFAS 2 paragraaf 11 42 SFAS 2 paragraaf 11c 43 SFAS 2 paragraaf 12 44 SFAS 2 paragraaf 13 45 SFAS 2 paragraaf 39-40 46 SFAS 2 paragraaf 41 47 SSAP 13 paragraaf 21 48 SSAP 13 paragraaf 21a, b 49 SSAP 13 paragraaf 21c 50 SSAP 13 paragraaf 24 51 SSAP 13 paragraaf 23 52 SSAP 13 paragraaf 25 53 SSAP 13 paragraaf 25 54 SSAP 13 paragraaf 25 15

Hoofdstuk 3 Onderzoek jaarrekeningen 3.1 Inleiding In dit tweede hoofdstuk worden de resultaten van een kleinschalig empirisch onderzoek onder de jaarrekeningen van enkele bedrijven in de software-industrie weergegeven. Het doel van dit onderzoek is om in de praktijk te kijken in hoeverre de bestaande regelgeving aangaande immateriële activa en met name aangaande onderzoeks- en ontwikkelingskosten, te herkennen is in de verwerking van deze posten in de jaarrekening. Het doel van dit onderzoek is niet om een representatief beeld te schetsen van de verwerking van bovengenoemde posten door de gehele bedrijfstak. Ten eerste wordt de opzet van het onderzoek uiteengezet. Hierna worden de resultaten van verschillende bedrijven afzonderlijk weergegeven. Ten derde worden de verschillende resultaten met elkaar vergeleken, waarna het hoofdstuk wordt besloten met een conclusie. 3.2 Onderzoeksopzet Dit onderzoek heeft als doel om de verwerkingswijze van immateriële activa en in het bijzonder onderzoeks- en ontwikkelingskosten te belichten in de software-industrie. Voor deze industrie is gekozen omdat onderzoek en ontwikkeling hier een belangrijke rol spelen 1, zodat de verwerking van de bijbehorende kosten een belangrijke plaats inneemt in de jaarrekening. Binnen de software-industrie is een aantal bedrijven geselecteerd waarvan de jaarrekening is onderzocht. Dit zijn de volgende bedrijven: - SAP - Microsoft - Computer Associates - Sun Microsystems - IBM - Oracle Corporation 16

De keuze voor deze bedrijven is bepaald door het feit dat bovengenoemde bedrijven belangrijke spelers zijn in de software-industrie. 2 Alle bedrijven staan in de top 30 van The 2004 Software 500. 3 Binnen deze top 30 zijn de bedrijven willekeurig gekozen. Dit doet niet af aan het doel van het onderzoek, aangezien dit niet is gelegen in het geven van een representatieve beschrijving van de gehele bedrijfstak. De jaarrekeningen over het boekjaar 2004 van de verschillende bedrijven zijn op een aantal punten onderzocht. De resultaten van het onderzoek die hieronder zijn weergegeven, zijn dan ook per bedrijf op dezelfde manier gestructureerd. Als eerste wordt een korte inleiding gegeven van het bedrijf zelf. Hierin worden enkele kerngegevens van het bedrijf, zoals omzet, kosten en operationeel inkomen weergegeven. Vervolgens wordt weergegeven hoe groot de uitgaven aan onderzoek en ontwikkeling zijn en op basis van welke accounting-principes de jaarrekening is opgesteld. Na deze inleiding wordt per bedrijf weergegeven hoe het bedrijf zijn immateriële activa verwerkt in de jaarrekening. Hierbij wordt een onderscheid gemaakt tussen immateriële activa met een beperkte levensduur en immateriële activa met een onbepaalde levensduur. Tevens wordt de verwerkingswijze van onderzoeks- en ontwikkelingskosten behandeld, waarbij een onderscheid wordt gemaakt tussen kosten voor ingekochte activa met betrekking tot onderzoek en ontwikkeling enerzijds en kosten met betrekking tot onderzoek en ontwikkeling die door het bedrijf zelf zijn gegenereerd anderzijds. Uiteindelijk wordt op basis van de onderzoeksresultaten een vergelijking gemaakt tussen de bedrijven. 3.3 Onderzoeksresultaten 3.3.1 SAP SAP is een bedrijf dat voornamelijk actief is op de markt voor telecommunicatiediensten. 4 Met een omzet van 7.5 miljard euro 5 neemt SAP de tiende plaats in op de 2004 Software 500 6. De operationele uitgaven van SAP bedragen 5.5 miljard euro, waardoor een operationeel inkomen bestaat van 2 miljard euro. In 2004 bedragen de 17

totale uitgaven voor onderzoek en ontwikkeling 1 miljard euro. 7 Dit komt neer op 19 procent van de totale kosten. De jaarrekening van SAP is opgemaakt in overeenstemming met US GAAP. 8 Met betrekking tot immateriële activa met een beperkte levensduur stelt SAP dat deze worden geactiveerd op de balans tegen de verkrijgingsprijs en worden afgeschreven gedurende de geschatte levensduur, die in de praktijk meestal drie tot vijf jaar bedraagt. De activa worden onderworpen aan een impairment-test wanneer gebeurtenissen optreden of veranderingen ontstaan in de omstandigheden, die aangeven dat de boekwaarde niet meer te realiseren is. 9 SAP heeft geen immateriële activa met een onbepaalde levensduur met uitzondering van de goodwill. De goodwill wordt niet afgeschreven, maar hierop wordt ten minste jaarlijks een impairment-test uitgevoerd. Ook wordt deze test uitgevoerd wanneer gebeurtenissen optreden of veranderingen ontstaan in de omstandigheden, die aangeven dat de reële waarde van de goodwill lager is dan de boekwaarde. 10 Met betrekking tot kosten, behorend bij ingekochte onderzoeks- en ontwikkelingsprojecten, wordt door SAP niet gekozen voor verwerking op de balans. Deze kosten, die betrekking hebben op identificeerbare onderzoeks- en ontwikkelingsprojecten die geen mogelijkheid hebben tot alternatieve aanwendbaarheid, worden direct ten laste gebracht van de winst- en verliesrekening. 11 Onderzoeks- en ontwikkelingskosten die door SAP zelf worden gegenereerd, worden in principe direct ten laste gebracht van de winst- en verliesrekening. Wanneer deze kosten ontstaan nadat het product technisch gereed is, maar voordat het gereed is voor de verkoop, worden deze kosten geactiveerd op de balans. In het verleden is gebleken dat deze kosten niet materieel waren, zodat ze toch ten laste van de winst- en verliesrekening zijn gebracht. 12 3.3.2 Microsoft Microsoft is een bedrijf dat voornamelijk actief is op de markt voor operating systems. 13 Met een omzet van 36.8 miljard dollar 14 neemt Microsoft de tweede plaats in op de 2004 Software 500 15. De operationele uitgaven van Microsoft bedragen 27,8 18

miljard dollar, waardoor een operationeel inkomen bestaat van 9 miljard dollar. In 2004 bedragen de totale uitgaven voor onderzoek en ontwikkeling 7,8 miljard dollar. 16 Dit komt neer op 28 procent van de totale kosten. De jaarrekening van Microsoft is opgemaakt in overeenstemming met US GAAP. 17 Immateriële activa met een beperkte levensduur worden door Microsoft op de balans geactiveerd tegen de verkrijgingsprijs en afgeschreven over de geschatte levensduur, die uiteenloopt van één tot tien jaar. De waarde van immateriële activa wordt periodiek gecontroleerd; hierbij wordt rekening gehouden met gebeurtenissen of omstandigheden die een aanpassing in de geschatte levensduur of een impairment-test vereisen. In 2004 heeft geen impairment plaatsgevonden. 18 Voor Microsoft is goodwill het enige immateriële actief met een onbepaalde levensduur. Hierover wordt niet afgeschreven maar wel wordt jaarlijks een impairment-test uitgevoerd, waarbij de reële waarde wordt geschat. In 2004 heeft voor de goodwill geen impairment plaatsgevonden. 19 In 2003 heeft Microsoft enkele onderzoeks- en ontwikkelingsprojecten aangekocht, deze zijn niet geactiveerd op de balans, maar ineens ten laste gebracht van de winsten verliesrekening. In het jaarverslag is niet weergegeven of dit het gebruikelijke beleid is van Microsoft. In 2004 is geen sprake geweest van aankopen van onderzoeks- en ontwikkelingsprojecten. 20 Onderzoeks- en ontwikkelingskosten die door Microsoft zelf worden gegenereerd, worden in principe direct ten laste gebracht van de winst- en verliesrekening. Wanneer deze kosten ontstaan nadat het product technisch gereed is, maar voordat het gereed is voor de verkoop, worden deze kosten geactiveerd op de balans. In het verleden is gebleken dat deze kosten niet materieel waren, vooral omdat tussen het moment van technische gereedheid en gereedheid voor de verkoop weinig tijd gelegen is, zodat deze kosten toch ten laste zijn gebracht van de winst- en verliesrekening. 21 19

3.3.3 Computer Associates Computer Associates (CA) is een bedrijf dat voornamelijk actief is op de markt voor netwerkmanagement en -infrastructuur. 22 Met een omzet van 3.3 miljard dollar 23 neemt CA de 21 e plaats in op de 2004 Software 500 24. De operationele uitgaven van CA bedragen 3.2 miljard dollar, waardoor een operationeel inkomen bestaat van 0.1 miljard dollar. In 2004 bedragen de totale uitgaven voor onderzoek en ontwikkeling 0.6 miljard dollar. 25 Dit komt neer op 21 procent van de totale kosten. De jaarrekening van CA is opgemaakt in overeenstemming met US GAAP. 26 CA activeert immateriële activa met een beperkte levensduur op de balans tegen de verkrijgingsprijs. Op deze activa wordt afgeschreven over de geschatte levensduur, die maximaal zeven jaar bedraagt. In het jaarverslag wordt niet gesproken over een impairment-test op immateriële activa met een beperkte levensduur. 27 Immateriële activa met een onbepaalde levensduur, voor CA alleen goodwill, worden verwerkt op de balans. Op deze activa wordt niet afgeschreven, maar wordt jaarlijks een impairment-test toegepast. Wanneer de boekwaarde ten tijde van een impairmenttest hoger is dan de reële waarde van het immateriële actief, wordt een last genomen ten grootte van het verschil tussen de boekwaarde en de reële waarde en wordt het actief afgeschreven naar de reële waarde. In 2004 heeft deze situatie zich niet voorgedaan. 28 CA vermeldt in de jaarrekening niet expliciet hoe kosten met betrekking tot ingekochte onderzoeks- en ontwikkelingsprojecten worden behandeld. Deze kosten worden behandeld onder het kopje overige identificeerbare immateriële activa. 29 Onderzoeks- en ontwikkelingskosten die door CA zelf worden gegenereerd, worden verdeeld in twee categorieën. Wanneer deze kosten ontstaan voordat het product technisch gereed is, worden ze per direct ten laste gebracht van de winst- en verliesrekening. Wanneer deze kosten ontstaan nadat het product technisch gereed is maar voordat het gereed is voor de verkoop, worden deze kosten geactiveerd op de balans. In het jaar 2004 zijn intern gegenereerde ontwikkelingskosten voor een bedrag van 44 miljoen dollar geactiveerd op de balans. Op deze activa wordt afgeschreven, maar kan ook een impairment-test worden uitgevoerd. 30 20

3.3.4 Sun Microsystems Sun Microsystems (Sun) is een bedrijf dat voornamelijk actief is op de markt voor operating systems. 31 Met een omzet van 11.2 miljard dollar 32 neemt Sun de 17 e plaats in op de 2004 Software 500 33. De operationele uitgaven van Sun bedragen 12.3 miljard dollar, waardoor een operationeel inkomen bestaat van 1.1 miljard dollar negatief. In 2004 bedragen de totale uitgaven voor onderzoek en ontwikkeling 1.9 miljard dollar. 34 Dit komt neer op 16 procent van de totale kosten. De jaarrekening van Sun is opgemaakt in overeenstemming met US GAAP. 35 In de jaarrekening van Sun wordt geen direct onderscheid gemaakt tussen immateriële activa met een beperkte levensduur en immateriële activa met een onbepaalde levensduur. Immateriële activa met een lange levensduur (long-lived assets) worden onderworpen aan een impairment-test wanneer gebeurtenissen of veranderingen in de omstandigheden aanwijzingen geven dat de boekwaarde van het immateriële actief niet meer te realiseren is. Ook op goodwill wordt een impairment-test uitgevoerd. 36 Naast impairment-testen wordt ook afgeschreven op immateriële activa. Wanneer wordt afgeschreven op een immaterieel actief, gebeurt dit in een periode van maximaal vijf jaar. 37 Uit het jaarverslag blijkt niet wanneer op een immaterieel actief wordt afgeschreven, of wanneer een impairment-test wordt uitgevoerd op het immateriële actief. Wanneer sprake is van kosten met betrekking tot ingekochte onderzoeks- en ontwikkelingsprojecten, wordt door Sun een onderscheid gemaakt tussen kosten die worden gemaakt vóór het moment dat het product technisch gereed is en kosten die worden gemaakt na dit moment. De eerste categorie kosten wordt direct ten laste gebracht van de winst- en verliesrekening. De tweede categorie wordt in principe geactiveerd op de balans, maar deze kosten zijn in het verleden niet materieel geweest, waardoor deze kosten niet werden geactiveerd op de balans, maar direct ten laste werden gebracht van de winst- en verliesrekening. 38 Bij onderzoeks- en ontwikkelingskosten die door Sun zelf zijn gegenereerd, wordt onderscheid gemaakt tussen kosten voor en na het moment dat het product technisch gereed is. De eerste categorie kosten wordt direct ten laste gebracht van de winst- en verliesrekening. De tweede categorie wordt in principe geactiveerd op de balans, maar 21

omdat tussen het moment van technische gereedheid en gereedheid voor de verkoop weinig tijd gelegen is, zijn de kosten in de tweede categorie niet materieel en worden zij ineens ten laste gebracht van de winst- en verliesrekening. 3.3.5 IBM IBM is een bedrijf dat voornamelijk actief is op de markt voor middleware. 39 Met een omzet van 96.3 miljard dollar 40 neemt IBM de eerste plaats in op de 2004 Software 500 41. De operationele uitgaven van IBM bedragen 84.3 miljard dollar, waardoor een operationeel inkomen bestaat van 12 miljard dollar. In 2004 bedragen de totale uitgaven voor onderzoek en ontwikkeling 5.7 miljard dollar. 42 Dit komt neer op 7 procent van de totale kosten. De jaarrekening van IBM is opgemaakt in overeenstemming met US GAAP. 43 Immateriële activa met een beperkte levensduur worden op de balans geactiveerd en afgeschreven op basis van de geschatte levensduur en onderworpen aan een impairment-test. Wanneer de reële waarde van het immateriële actief lager is dan de boekwaarde, wordt de boekwaarde aangepast aan de reële waarde. 44 Immateriële activa met een onbepaalde levensduur, waaronder goodwill, worden op de balans geactiveerd en jaarlijks aan een impairment-test onderworpen. Wanneer de reële waarde van het immateriële actief lager is dan de boekwaarde, wordt de boekwaarde aangepast aan de reële waarde. In het jaar 2004 heeft voor zowel immateriële activa met een beperkte levensduur als voor immateriële activa met een onbepaalde levensduur geen impairment plaatsgevonden. 45 Bij de verwerking van onderzoeks- en ontwikkelingskosten wordt geen onderscheid gemaakt tussen kosten met betrekking tot ingekochte onderzoeks- en ontwikkelingsprojecten en onderzoeks- en ontwikkelingskosten die door IBM zelf zijn gegenereerd. Alle onderzoeks- en ontwikkelingskosten worden direct ten laste van de winst- en verliesrekening gebracht. 46 3.3.6 Oracle Corporation Oracle Corporation (Oracle) is een bedrijf dat voornamelijk actief is op de markt voor databases. 47 Met een omzet van 10.2 miljard dollar 48 neemt Oracle de achtste plaats in op de 2004 Software 500 49. De operationele uitgaven van Oracle bedragen 6.3 miljard 22

dollar, waardoor een operationeel inkomen bestaat van 3.9 miljard dollar. In 2004 bedragen de totale uitgaven voor onderzoek en ontwikkeling 1.3 miljard dollar. 50 Dit komt neer op 20 procent van de totale kosten. De jaarrekening van Oracle is opgemaakt in overeenstemming met US GAAP. 51 Immateriële activa worden door Oracle op de balans geactiveerd en jaarlijks aan een impairment-test onderworpen. 52 Hierbij wordt in het jaarverslag geen onderscheid gemaakt tussen immateriële activa met een beperkte levensduur en immateriële activa met een onbepaalde levensduur. Naast impairment-testen wordt ook afgeschreven op immateriële activa. 53 Uit het jaarverslag komt niet duidelijk naar voren welke criteria worden gehanteerd voor afschrijving en impairment-testen. Bij de verwerking van onderzoeks- en ontwikkelingskosten wordt geen onderscheid gemaakt tussen kosten met betrekking tot ingekochte onderzoeks- en ontwikkelingsprojecten en onderzoeks- en ontwikkelingskosten die door Oracle zelf zijn gegenereerd. Alle onderzoeks- en ontwikkelingskosten worden direct ten laste van de winst- en verliesrekening gebracht. 54 3.4 Vergelijking resultaten Bovenstaande onderzoeksresultaten zijn samengevat in tabel 1. De verwerking in de jaarrekening door de verschillende bedrijven wordt op de vier onderzochte punten vergeleken. Ten eerste wordt gekeken naar de verwerking van immateriële activa. Alle onderzochte bedrijven geven immateriële activa weer op de balans. Wanneer de verwerkingswijze van immateriële activa wordt bekeken, blijkt dat twee bedrijven geen expliciet onderscheid maken tussen immateriële activa met een beperkte levensduur en immateriële activa met een onbeperkte levensduur. Het is naar aanleiding van de jaarverslagen van deze twee bedrijven onduidelijk wanneer wordt gekozen voor afschrijving en wanneer wordt gekozen voor impairment. De overige onderzochte bedrijven maken wel een onderscheid tussen immateriële activa met een beperkte levensduur en immateriële activa met een onbepaalde levensduur. Met betrekking tot de immateriële activa met een beperkte levensduur 23

hanteren drie bedrijven een impairment-test op de waarde van deze activa. Alle bedrijven schrijven over deze activa af. Met betrekking tot immateriële activa met een onbepaalde levensduur geldt dat geen van de vier bedrijven over deze activa afschrijft; wel hanteren zij allen een impairment-test op de waarde van deze activa. Ten tweede wordt gekeken naar de verwerking van de onderzoeks- en ontwikkelingskosten. Hierbij is een verschil te maken tussen kosten behorend bij ingekochte onderzoeks- en ontwikkelingsprojecten enerzijds en onderzoeks- en ontwikkelingskosten die door de onderneming zelf zijn gegenereerd. De eerstgenoemde groep van onderzoeks- en ontwikkelingskosten wordt door vijf van de zes onderzochte ondernemingen direct ten laste gebracht van de winst- en verliesrekening. Eén onderneming geeft niet expliciet weer hoe deze kosten in de jaarrekening worden verwerkt. Bij deze onderneming worden de kosten behandeld onder de noemer overige identificeerbare immateriële activa. Dit houdt in dat ze in principe worden geactiveerd op de balans en dat op de activa wordt afgeschreven. De onderzoeks- en ontwikkelingskosten die door de onderneming zelf zijn gegenereerd worden door vijf van de zes ondernemingen ten laste van de winst- en verliesrekening gebracht. Eén onderneming kiest ervoor om kosten in de ontwikkelingsfase te activeren op de balans. Over deze activa wordt afgeschreven en hierop worden ook impairment-testen uitgevoerd. De onderling vergeleken verwerkingsmethoden staan in tabel 2 weergegeven. 3.5 Conclusie Wanneer de gehanteerde verwerkingsmethoden worden vergeleken met de voorgeschreven verwerkingsmethoden, kunnen de volgende overeenkomsten en verschillen worden geconstateerd. Ten eerste kan op het gebied van immateriële activa worden gezegd dat de scheiding tussen immateriële activa met een beperkte levensduur en immateriële activa met een onbepaalde levensduur duidelijk naar voren komt in de jaarrekening van vier van de 24

zes onderzochte bedrijven. De jaarrekeningen van de twee bedrijven waarbij dit onderscheid niet naar voren komt, zijn van mindere kwaliteit dan de andere jaarrekeningen. Doordat dit gegeven ontbreekt in de jaarrekening, kan de verwerkingswijze van immateriële activa niet worden beoordeeld. De overige bedrijven handelen met betrekking tot de verwerking van immateriële activa grotendeels in overeenstemming met SFAS 142. Op immateriële activa met een onbepaalde levensduur wordt niet afgeschreven, maar wordt een impairment-test uitgevoerd. Op immateriële activa met een beperkte levensduur wordt wel afgeschreven en eveneens een impairment-test uitgevoerd. Eén onderneming handelt niet in overeenstemming met de voorgeschreven verwerkingswijze aangezien deze onderneming op immateriële activa met een beperkte levensduur wel afschrijft maar geen impairment-test uitvoert. Gesteld kan worden dat de regelgeving uit SFAS 142 door een groot gedeelte van de ondernemingen wordt nageleefd. Dit is door de schaal van het onderzoek niet per definitie representatief voor de gehele bedrijfstak. Met betrekking tot de onderzoeks- en ontwikkelingskosten kan worden gesteld dat deze kosten vaak niet materieel genoeg zijn om te worden opgenomen op de balans. Uit de jaarrekeningen van de onderzochte ondernemingen komt naar voren dat dit in veel gevallen de reden is om de kosten niet te activeren op de balans. Vier van de zes onderzochte ondernemingen maken een onderscheid tussen kosten behorend bij ingekocht onderzoeks- en ontwikkelingsprojecten enerzijds en onderzoeks- en ontwikkelingskosten die door de onderneming zelf zijn gegenereerd anderzijds. De twee ondernemingen die dit onderscheid niet maken, brengen alle onderzoeks- en ontwikkelingskosten direct ten laste van de winst- en verliesrekening op het moment van ontstaan. Deze verwerkingsmethode is in overeenstemming met SFAS 2. De ondernemingen die wel een onderscheid maken tussen kosten behorend bij ingekocht onderzoeks- en ontwikkelingsprojecten enerzijds en onderzoeks- en 25

ontwikkelingskosten die door de onderneming zelf zijn gegenereerd anderzijds behandelen deze kosten wel grotendeels op dezelfde manier. Drie van de vier ondernemingen brengen alle onderzoeks- en ontwikkelingskosten direct ten laste van de winst- en verliesrekening. Eén onderneming verwerkt deze kosten op een andere manier. Deze onderneming activeert kosten in de ontwikkelingsfase op de balans. Hierover wordt afgeschreven en tevens worden op deze activa impairment-testen uitgevoerd. Deze verwerkingswijze is in strijd met de voorgeschreven verwerkingswijze in SFAS 2, maar wel in overeenstemming met IAS 38. Met betrekking tot de verwerking van de onderzoeks- en ontwikkelingskosten wordt door een groot gedeelte van de onderzochte bedrijven gehandeld in overeenstemming met SFAS 2. Met hierbij de kanttekening dat de redenen om de kosten direct af te schrijven naar de winst- en verliesrekening zijn gelegen in het feit dat deze kosten niet materieel zijn. 1 http://www.innovation.gov.uk/projects/rd_scoreboard/home.asp 2 www.softwaremag.com 3 www.softwaremag.com 4 www.softwaremag.com 5 SAP Annual Report 2004 pagina 78 6 www.softwaremag.com 7 SAP Annual Report 2004 pagina 78 8 SAP Annual Report 2004 pagina 57 9 SAP Annual Report 2004 pagina 86 10 SAP Annual Report 2004 pagina 86 87 11 SAP Annual Report 2004 pagina 86 12 SAP Annual Report 2004 pagina 86 13 www.softwaremag.com 14 Microsoft Corporation 2004 Annual Report pagina 5 15 www.softwaremag.com 16 Microsoft Corporation 2004 Annual Report pagina 36 17 Microsoft Corporation 2004 Annual Report pagina 40 18 Microsoft Corporation 2004 Annual Report pagina 43 en 48 19 Microsoft Corporation 2004 Annual Report pagina 43 en 48 20 Microsoft Corporation 2004 Annual Report pagina 49 en 57 21 Microsoft Corporation 2004 Annual Report pagina 41 22 www.softwaremag.com 23 Computer Associates 2004 Form 10-K pagina 46 24 www.softwaremag.com 25 Computer Associates 2004 Form 10-K pagina 46 26 Computer Associates 2004 Form 10-K pagina 43 27 Computer Associates 2004 Form 10-K pagina 52 28 Computer Associates 2004 Form 10-K pagina 51 29 Computer Associates 2004 Form 10-K pagina 52 30 Computer Associates 2004 Form 10-K pagina 52 31 www.softwaremag.com 32 Sun Microsystems 2004 Annual Report pagina 52 33 www.softwaremag.com 34 Sun Microsystems 2004 Annual Report pagina 52 26

35 Sun Microsystems 2004 Annual Report pagina 93 36 Sun Microsystems 2004 Annual Report pagina 59 37 Sun Microsystems 2004 Annual Report pagina 64 38 Sun Microsystems 2004 Annual Report pagina 64 39 www.softwaremag.com 40 IBM Annual Report 2004 pagina 40 41 www.softwaremag.com 42 IBM Annual Report 2004 pagina 40 43 IBM Annual Report 2004 pagina 10 44 IBM Annual Report 2004 pagina 63 45 IBM Annual Report 2004 pagina 63 46 IBM Annual Report 2004 pagina 51 47 www.softwaremag.com 48 Oracle Corporation 2004 Annual Report pagina 50 49 www.softwaremag.com 50 Oracle Corporation 2004 Annual Report pagina 50 51 Oracle Corporation 2004 Annual Report pagina 48 52 Oracle Corporation 2004 Annual Report pagina 56 53 Oracle Corporation 2004 Annual Report pagina 52 54 Oracle Corporation 2004 Annual Report pagina 52 27

Hoofdstuk 4 Literatuuronderzoek 4.1 Inleiding In dit hoofdstuk wordt kritiek op de regelgeving omtrent immateriële activa en in het bijzonder onderzoeks- en ontwikkelingskosten behandeld. Door verschillende auteurs is kritiek geleverd op deze regelgeving. In dit hoofdstuk wordt als eerste de kritiek van verschillende auteurs op de regelgeving omtrent de verwerking van immateriële activa behandeld. In de volgende paragraaf wordt kritiek op de regelgeving omtrent de verwerking van onderzoeks- en ontwikkelingskosten weergegeven. Het hoofdstuk wordt besloten met een conclusie. 4.2 Immateriële activa Verscheidene auteurs hebben kritiek geleverd op de regelgeving omtrent de verwerking van immateriële activa. Høegh-Krohn en Knivsfla (2000) 1 zijn voorstanders van verwerking van immateriële activa op de balans. Zij argumenteren dat het direct ten laste van de winst- en verliesrekening brengen van uitgaven voor immateriële activa leidt tot een afname van het nut van de jaarrekening. Wanneer investeerders zich alleen baseren op financiële informatie uit de jaarrekening, worden ze misleid aangezien in die jaarrekening niet alle immateriële activa zijn verwerkt. Dit kan leiden tot verkeerde beslissingen. Om jaarrekeningen relevanter en informatiever te maken, moeten volgens Høegh- Krohn en Knivsfla immateriële activa worden verwerkt op de balans en afgeschreven gedurende de levensduur. Hierbij ontstaat het probleem dat het moeilijk is om de waarde van een immaterieel actief betrouwbaar weer te geven. Om een afweging te maken tussen relevantie en betrouwbaarheid zullen activeringscriteria moeten worden opgesteld. Wanneer wordt voldaan aan deze criteria mag het immateriële actief worden weergegeven op de balans. Indien dit niet het geval is, moeten de kosten worden afgeschreven naar de winst- en verliesrekening. Høegh-Krohn en Knivsfla geven een mogelijke verwerkingswijze weer voor immateriële activa. Hierbij maken ze een onderscheid tussen ingekochte immateriële activa en immateriële activa die door de onderneming zelf gegenereerd zijn. 28