Hoofdstuk 6B Lichaamsbeweging en sport

Vergelijkbare documenten
Lichaamsbeweging en sport

Beweegprogramma diabetes mellitus

Beweging en diabetes. Informatiebrochure Beweging en Diabetes

Diabetes, sport en voeding

DIABETES EN BEWEGEN Hypo of hyper

Adviezen voor sport en beweging bij diabetes

Hoofdstuk 4 Hypo- en hyperglycemie

Informatie sport en bewegen bij diabetes mellitus

Hypo- en hyperglycaemie

Diabetesvoorlichting FLEXIBELE INSULINETHERAPIE

PATIËNTEN INFORMATIE. Diabetes en sport

Diabetespoli. Zelfregulatie bij Diabetes Mellitus

Zelfregulatie bij Diabetes Mellitus

PATIËNTEN INFORMATIE. Diabetes en sport

Praktische adviezen bij een 4 keer daags insulineregime

5.1 Tabletten en andere medicatie. Metformine (merknaam Glucophage)

Refaja Ziekenhuis Stadskanaal. Zelfregulatie bij intensieve therapie

Praktische adviezen bij een 4 keer daags insulineregime

PATIËNTEN INFORMATIE. Diabetes en sport

Sporten met diabetes

Voedingsadviezen bij twee maal daags insulinegebruik

Hoofdstuk 5 Medicatie

DIEET BIJ CF-GERELATEERDE DIABETES. In deze folder vindt u informatie over het Dieet bij CF-gerelateerde Diabetes

Voorlichting. diabetes sport & beweging. P a s s i e v o o r l e v e n.

Diabetes type 1 en sport

Voedingsadviezen bij twee maal daags insulinegebruik

Voedingsadviezen bij tablet-gereguleerde diabetes mellitus

Refaja Ziekenhuis Stadskanaal. Kind met diabetes en intensieve therapie. Algemene informatie voor kind en ouders

Sporten met diabetes. Naar het ziekenhuis? Lees eerst de informatie op

Pre-diabetes, wat is het en wat kan ik er zelf aan doen? In deze folder krijgt u hier meer informatie over.

Zelfregulatie bij Diabetes Mellitus. Interne geneeskunde

Pre-diabetes, wat is het en wat kan ik er zelf aan doen? In deze folder krijgt u hier meer informatie over.

Praktische adviezen bij een 2 keer daags insulineregime

Zelfregulatie voor vrouwen met zwangerschapsdiabetes die één of meerdere malen per dag insuline spuiten

Zelfregulatieschema voor intensieve insulinetherapie

Diabetesvoorlichting Flexibele Insuline Therapie

Praktische adviezen bij een 2 keer daags insulineregime

Zelfregulatie. Neem altijd uw verzekeringsgegevens en identiteitsbewijs mee!

Zelfregulatie voor mensen met diabetes die één keer per dag insuline spuiten

Diabetes en bewegen. Esther Pekel, diabetes diëtist Misja Sprengers, verpleegkundig specialist diabetes

Diabetes type 2. Het belang van gezonde voeding

Wat is diabetes mellitus?

Zelfcontrole bij diabetes

Diabetes type 2 Het belang van gezonde voeding

Heb je na het lezen van het boekje nog vragen? Stel die vragen dan aan je ouders, de kinderarts of de kinderdiabetesverpleegkundige.

Interne Geneeskunde Diabetesverpleegkundigen

Glucose in beweging door beweging. Yvonne Krul internist in opleiding

Hoe kan ik voorkomen dat er ketonen ontstaan? Er zijn een aantal dingen die u kunt doen om te helpen verhoogde ketonenniveaus en DKA te voorkomen:

Praktische adviezen bij een 1 maal daags insulineregime

Refaja Ziekenhuis Stadskanaal. Zelfregulatie bij pomptherapie

Diabetes bij kinderen: behandeling en instructies

Werkboek Diabetes en zelfregulatie

Voedingsadviezen bij Diabetes Mellitus

hoe bereidt u zich voor op het onderzoek?

Ik ben voel ziek me niet lekker

INTENSIEVE INSULINETHERAPIE

EEN GEZONDE LEVENSSTIJL AANNEMEN

Zelfregulatie voor mensen met diabetes die combinatieinsuline

Zelfregulatie voor mensen met diabetes die meerdere malen per dag insuline spuiten

Refaja Ziekenhuis Stadskanaal. Wat te doen bij ontregeling van een kind met diabetes mellitus en een insulinepomp

Voedingsadvies bij Diabetes Mellitus. Bij gebruik van GLP-1-analoog

Aanpassen diabetesmedicatie tijdens voorbereiding voor gastroscopie die vóór uur plaatsvindt

Behandeling van diabetes type 2

Wat te doen bij een hyperglycaemie 3 Zelfregulatie 3 Wat zijn de streefwaarden voor bloedglucose? 4 Aandachtspunten bij het bijreguleren 11 13

Voedingsadviezen bij vier maal daags insulinegebruik

Hoofdstuk 5K: Lichaamsbeweging

Wilhelmina Ziekenhuis Assen. Vertrouwd en dichtbij. Informatie voor patiënten. Kindergeneeskunde. Keto-acidose

Diabetes en zelfregulatie. Werkboek

Deze brochure is gebaseerd op de NDF Voedingsrichtlijn Diabetes. Lekker. en gezond eten met diabetes

sportmedische voorlichtingsavond

Zwangerschapsdiabetes en voeding

Diabetes. Inhoud. In Nederland hebben ongeveer mensen diabetes. Van die weten personen niet dat ze de ziekte hebben.

Voedingsadvies bij zwangerschapsdiabetes. diabetes gravidarum

Voeding en hardlopen

Diabetes mellitus. Victoza en voeding

Aanpassen diabetesmedicatie tijdens laxeervoorbereiding met Kleanprep of Picoprep voor colonoscopie die vóór uur plaatsvindt

Sportvoeding bij Atleten

Meer inzicht in uw gezondheid?

Diabetes en ketonen. Naar het ziekenhuis? Lees eerst de informatie op

6.4. Werkstuk door een scholier 1926 woorden 5 januari keer beoordeeld. Inhoud

Hoofdstuk 5 F Het heft in handen (1) Voeding: Koolhydraten en calorieën

Onderzoeken met MOVIPREPvoorbereiding bij diabetes mellitus (tablet, Byetta, Bydureon of Victoza)

Inwendige geneeskunde. Diabetes en ziekte.

Deze brochure is gebaseerd op de NDF Voedingsrichtlijn Diabetes. Lekker. en gezond eten met diabetes

Toelichting op de jaarcontrole Voor mensen met diabetes mellitus

Insulinepomptherapie Adviezen en instructies.


Bijzondere omstandigheden

Hoofdstuk 5 D De werking van insuline en hypoglykemie/hyperglykemie

Diabetes. Vraag je Alphega apotheek om meer informatie en advies. Jouw gezondheid is onze zorg

PATIËNTEN INFORMATIE. Ondervoeding. in het ziekenhuis Afdeling Diëtetiek

Diabetes mellitus. De behandeling van diabetes mellitus

Voedingsadviezen. Diëtetiek. Bij zwangerschapsdiabetes

Hoe bereidt u zich voor op het onderzoek?

Wetenswaardigheden over eten en drinken.

Sporten. met diabetes

Hoofdstuk 8 Bijzondere omstandigheden

Hoofdstuk 5 E Controleren van de bloedglucose: hoe?

Transcriptie:

Hoofdstuk 6B Lichaamsbeweging en sport 6B.1 Inleiding Regelmatig bewegen heeft een positieve invloed op de gezondheid. Daarnaast zorgt het voor ontspanning en plezier. Dit geldt voor iedereen, dus ook voor mensen met Diabetes Mellitus. Door bewegen voelt u zich fitter, krijgt u een betere conditie, sterkere spieren en botten en een betere insulinewerking. De verbeterde werking van insuline vindt niet alleen plaats tijdens de inspanning, maar ook nog vele uren erna. Voor een blijvende verbetering in de werking van insuline is het van belang om vaker te bewegen. Bij regelmatig bewegen neemt de dagelijkse insulinebehoefte af. Een ander positief effect is het effect van bewegen op het lichaamsgewicht. Regelmatig bewegen kan het lichaamsgewicht verlagen en vormt zo een ondersteuning van het dieet. Tevens kunnen risicofactoren voor hart- en vaatziekten in gunstige zin veranderen. Voldoende bewegen houdt het hart en de bloedvaten in conditie, het heeft een bloeddrukverlagend effect en het verhoogt het gunstige HDL-cholesterol gehalte in het bloed. Het is voldoende om dagelijks een half uur te bewegen, op zo n manier dat u er een matige tot redelijke inspanning voor moet leveren. Dit hoeft geen half uur achter elkaar te zijn, driemaal 10 minuten of tweemaal een kwartier is ook prima. Voor mensen met overgewicht is het verstandig om minstens 60 minuten per dag lichamelijk actief te zijn. Meer bewegen mag natuurlijk altijd. Een matige of redelijke inspanning houdt voor iedereen iets anders in. Maar voor iedereen gelden de volgende vuistregels: U zit goed als u er behoorlijk voor moet ademhalen en uw hart er sneller van gaat kloppen. U hoeft niet buiten adem te raken zodat u er niet meer bij kunt praten. En het hoeft niet zo te zijn dat u lange tijd nodig hebt om weer bij te komen. Voor iedereen is er wel een geschikte sport of bewegingsvorm te vinden. Belangrijk is dat u een sport of bewegingsvorm kiest die u leuk vindt en die past bij uw mogelijkheden. Meer bewegen betekent niet dat u per se lid moet worden van een sportvereniging. Ook traplopen, stevig wandelen, zwemmen en de fiets pakken voor een boodschap zijn goede voorbeelden van meer bewegen. Diëtetiek DIET-548 december 2016 pagina 1/5

6B.2 Wat gebeurt er bij sportbeoefening? Bij sport wordt extra energie verbruikt. Energie die nodig is om spierarbeid te leveren. De spieren verkrijgen energie uit koolhydraten (glucose) en vetten. Beide brandstoffen zijn aanwezig in de spieren en worden via het bloed aangevuld. Dat heeft gevolgen voor het bloedglucosegehalte. Bij mensen zonder diabetes zorgt de lever voor aanvulling van het bloedglucosegehalte door zijn glucosevoorraad aan te spreken. Dit gebeurt door een samenspel van verschillende hormonen, waaronder insuline. Daarnaast leidt sportbeoefening tot een betere insulinewerking. Een gevolg hiervan voor mensen zonder diabetes is dat bij sportbeoefening de insulineconcentratie in het bloed daalt. Bij mensen met diabetes vindt de automatische daling van de insuline in het bloed niet plaats. Soms is er zelfs sprake van een stijging. De huid wordt tijdens de inspanning namelijk beter doorbloed. De geïnjecteerde insuline kan sneller in het bloed komen. Daardoor is er een grotere kans op een te laag bloedglucosegehalte (hypo). 6B.3 Aanpassen van de voeding en/of medicijnen Mensen met diabetes die insuline of bloedglucoseverlagende tabletten gebruiken moeten maatregelen treffen om een hypo tijdens of na het sporten te voorkomen. Om een hypo te vermijden zal de insuline- of tablettendosering aangepast moeten worden en/of zullen extra koolhydraten gegeten of gedronken moeten worden. Hoeveel minder medicijnen of hoeveel meer eten nodig is, is moeilijk aan te geven. Het type sport, de duur, de intensiteit en de soort insuline/tabletten spelen hierbij een belangrijke rol. Zelfcontrole en het opdoen van ervaring zijn hierbij onmisbaar. Hieronder worden algemene adviezen gegeven over het aanpassen van medicijnen en voeding. Houdt er rekening mee dat de aanpassingen individueel zeer verschillend kunnen zijn! Algemene adviezen bij lichaamsbeweging en sport Controleer uw bloedglucosegehalte voor, tijdens en na de inspanning. Zorg ervoor dat u altijd eten of drinken bij u heeft, zodat u indien nodig extra koolhydraten kunt gebruiken. Ga niet sporten/actief bewegen als uw bloedglucosegehalte hoger is dan 15 mmol/l. Als voor het sporten het bloedglucosegehalte hoger is dan 15 mmol/l is sportbeoefening af te raden. Het gevolg van sporten met een te hoog bloedglucosegehalte is dat deze alleen nog maar verder stijgt en de sportprestatie nadelig wordt beïnvloed. Door insulinegebrek kan glucose de spieren niet in. Tevens wordt de lever bij inspanning extra geprikkeld glucose aan het bloed af te geven, waardoor het bloedglucosegehalte nog meer stijgt. De bloedglucose moet daarom eerst tot normale waarden (onder de 15 mmol/l) teruggebracht worden voordat u gaat sporten. Overleg met uw diabetesverpleegkundige welke actie u bij een bloedglucosegehalte boven de 15 mmol/l moet ondernemen. Diëtetiek DIET-548 december 2016 pagina 2/5

Ga niet sporten/actief bewegen als uw bloedglucosegehalte lager is dan 5 mmol/l. Als voor het sporten het bloedglucosegehalte lager is dan 5 mmol/l, is de kans op een hypo tijdens het sporten groter. Daarom moeten er eerst koolhydraten gegeten of gedronken worden. Bij een goed lichaamsgewicht is het over het algemeen voldoende om voor, tijdens en/of na de inspanning extra koolhydraten te eten of te drinken. Bij een te hoog lichaamsgewicht is het niet raadzaam om extra koolhydraten te nemen. U kunt in dat geval beter met uw diabetesverpleegkundige overleggen hoe u uw medicijnen kunt verminderen. Aanpassen diabetesmedicijnen bij lichaamsbeweging en sport Niet alle diabetesmedicijnen geven in combinatie met extra inspanning kans op een hypo. Maar bij de volgende medicijnen is het goed om extra alert te zijn, omdat deze de kans op een hypo bij extra inspanning wél kunnen vergroten: Tabletten die de alvleesklier stimuleren meer insuline te maken (sulfonylureumderivaten en meglitinides) Deze kunnen bij inspanning een hypo veroorzaken. Overleg met uw diabetesverpleegkundige en/of diëtist wat u kunt doen om de kans op een hypo te verkleinen. Mengselinsulines Als u een mengselinsuline gebruikt en een dag meer actief bent dan andere dagen, kan het zinvol zijn om aan het begin van de dag minder insuline te spuiten. Overleg hierover met uw diabetesverpleegkundige. (Ultra)Kortwerkende insuline en langwerkende insuline of een insulinepomp Bij het gebruik van (ultra)kortwerkende insuline en langwerkende insuline of het gebruik van een insulinepomp, kan de insuline worden aangepast aan de situatie. Bijvoorbeeld als u gaat sporten na uw ontbijt. Dan kunt u voor het ontbijt al minder (ultra)kortwerkende insuline spuiten of bolussen. De volgende vuistregel kunt u hiervoor hanteren: Geef 25-50% minder maaltijdinsuline als u binnen 2 uur na de maaltijd gaat sporten of lichamelijk actief gaat zijn. Bij sporten of lichamelijke activiteit méér dan 2 uur na de maaltijd, is in principe geen aanpassing in de de maaltijdinsuline nodig. Bespreek uw persoonlijke situatie met uw diabetesverpleegkundige en/of diëtist. Aanvullend advies voor mensen met Diabetes Mellitus type 1 Als het bloedglucosegehalte boven de 15 mmol/l is dan moet u wachten met sporten. Er kan dan een tekort aan insuline zijn en er moet eerst extra (ultra)kortwerkende insuline gespoten worden. Als u sport zonder voldoende insuline in uw lichaam, dan is er te weinig of geen insuline om de glucose in de spiercellen te brengen. Gevolg is dat het bloedglucosegehalte nog meer zal stijgen en het lichaam gaat vetten verbranden om toch de nodige energie te verkrijgen. Hierbij komen ketonen (afvalproducten van de vetafbraak) vrij. Dit kan leiden tot verzuring (keto-acidose), wat gevaarlijk kan zijn. Wanneer er ketonen in de urine zijn moet u 1-2 uur wachten met sporten. Deze tijd is nodig om de insuline, die u heeft bij gespoten, zijn werk te laten doen. Diëtetiek DIET-548 december 2016 pagina 3/5

Aanpassen voeding bij lichaamsbeweging en sport Behalve het aanpassen van de diabetesmedicijnen bij lichaamsbeweging en sport, is het ook mogelijk om extra koolhydraten te gebruiken. Daarnaast is het goed om veel water te drinken, want bij inspanning verliest u veel vocht. U kunt water en koolhydraten makkelijk tegelijkertijd nemen. Neem bijvoorbeeld een flink glas limonade of vruchtensap. Is extra vocht niet nodig, dan kunt u kiezen voor een tussendoortje met koolhydraten, bijvoorbeeld een plak ontbijtkoek of een banaan. Algemeen advies bij een goed lichaamsgewicht: Per half uur inspanning is ongeveer 15 gram koolhydraten extra nodig. Dit is een algemene richtlijn en kan per persoon verschillen. Probeer van te voren extra koolhydraten te gebruiken. Dit kan in een vaste en/of vloeibare vorm gebruikt worden. Voorbeelden van geschikte voedingsmiddelen voor inspanning: Voedingsmiddel Grammen koolhydraten 1 glas frisdrank (150 ml) 15 1 blikje frisdrank (330 ml) 33 1 banaan (130 gram) 27 1 plak ontbijtkoek (25 gram) 18 1 krentenbol 26 1 grote Mars (60 gram) 42 1 Sultana 11 1 Liga Evergreen 13 1 mini-mars (20 gram) 14 1 schaaltje vla (150 ml) 22 Wanneer de inspanning langer duurt dan 1 uur, kan het nodig zijn om tussendoor ook weer extra koolhydraten te gebruiken. In het schema hieronder kunt u zien hoeveel extra koolhydraten bij welk type en welke duur van de inspanning wordt aanbevolen. Ook dit is een algemene richtlijn en kan per persoon verschillen. Duur en type van de inspanning 30 minuten of minder lichte inspanning* 30-60 minuten matige inspanning** Bloedglucosewaarde voor aanvang inspanning onder 5 mmol/l boven 5 mmol/l onder 5 mmol/l tussen 5 en 10 mmol/l Extra koolhydraten nodig 10-15 gram geen 30-45 gram 15 gram tussen 10 en 15 mmol/l geen 1 uur of langer onder 5 mmol/l 45 gram per uur matige inspanning tussen 5 en 10 mmol/l 30-45 gram per uur tussen 10 en 15 mmol/l 15 gram per uur * Lichte inspanning is bijvoorbeeld wandelen, fietsen, lopen binnenshuis, wassen/aankleden, afwassen of koken. ** Matige inspanning is bijvoorbeeld tuinieren, grasmaaien, fitness, voetbal, tennissen, joggen of zwemmen. Diëtetiek DIET-548 december 2016 pagina 4/5

Sportdranken Bij inspanning verliest u extra vocht. Voor lichaamsbeweging van 1 uur of minder is het voldoende om alleen water te drinken. Wanneer de inspanning langer duurt dan 1 uur, zijn isotone sportdranken aan te raden. Dit zijn dranken die ongeveer 7 gram koolhydraten per 100 ml bevatten. Deze kunt u kant en klaar kopen. Maar u kunt ze ook zelf maken: Los maximaal 50 gram suiker of 50 gram glucose op in 1 liter water. Of voeg 100 ml limonadesiroop toe aan 1 liter water. Of maak een mengsel van half vruchtensap en half water. Alleen bij sporten die lang duren en die veel energie vragen kan het gebruik van energy sportdranken zinvol zijn. Deze bevatten veel koolhydraten (15-20 gram koolhydraten per 100 ml). Kijk goed op het etiket voor de samenstelling. Na het sporten is het raadzaam om te drinken. Afhankelijk van het bloedglucosegehalte kunt u dranken met of zonder koolhydraten kiezen. Als er lange tijd is gesport, is het raadzaam om ook wat te eten. 6B.4 Spelregels verantwoorde lichaamsbeweging Sport elke dag minstens een half uur of zorg voor een half uur flinke lichamelijke inspanning. Kies een sport of activiteit die u leuk vindt en die u het liefst het hele jaar kunt doen. Kies voor een geleidelijk opbouw van de duur en intensiteit van de sport die u gaat beoefenen. Doe samen met anderen aan beweging en sport: dat is gezellig en het stimuleert om elke keer te gaan. Vertel de medesporters en eventuele trainer dat u diabetes heeft en wat anderen moeten doen als u toch een hypo krijgt. Zorg voor goed schoeisel en goede sokken zonder onregelmatigheden en controleer de voeten regelmatig. Zorg voor een goede behandeling van wondjes en blessures. Neem altijd iets te eten/drinken mee dat snel koolhydraten levert. Neem zo nodig insuline, glucagon en bloedglucosemeter mee. Controleer regelmatig uw bloedglucosegehalte, zeker bij aanvang en bij intensieve inspanning. Als u insuline injecteert, doe dat dan niet in de lichaamsdelen die bij het bewegen intensief gebruikt worden. Sport bij voorkeur niet binnen 2 uur na het spuiten van (ultra)kortwerkende insuline of pas de insuline aan. Ga niet sporten bij een bloedglucosegehalte lager dan 5 mmol/l of hoger dan 15 mmol/l. Hoofdstuk 6B van Patiënten Informatie Map Diabetes Mellitus en voeding (2016) Gelre ziekenhuizen Apeldoorn & Vérian Diëtetiek DIET-548 december 2016 pagina 5/5