Onderzoeksrapport. Het reguleren van Open Access en de praktische uitvoering

Vergelijkbare documenten
Intellectueel eigendom en software. Voor de digitale economie

Mede naar aanleiding van mijn brief zijn flinke stappen gezet, zowel internationaal als nationaal:

Even voorstellen. Leen Liefsoens. Sarah Coombs. Raymond Snijders. Hans de Brouwer. Peter Becker

Recht en innovatie - Video in het onderwijs -

Overeenkomst Journalisten

Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 15 november 2013 Open Access van publicaties

Fair Open Access Open Library of Humanities

Toelichting op de licentieovereenkomst van DANS

Auteursrecht voor Wikipedianen. WCN 2013 Sjo Anne Hoogcarspel Klos Morel Vos & Schaap

Inleiding tot het auteursrecht. Lucie Guibault 30 september 2011

Wijziging van de Auteurswet en de Wet op de naburige rechten in verband met de aanpassing van het auteurscontractenrecht

Aanvullende algemene voorwaarden uitgeverij Boekwriter4all Lutten.

OBJECT, SUBJECT & FORMALITEITEN. Dr. S.J. van Gompel VVA ledenvergadering, Amsterdam, 9 november 2012

'OPEN HARDWARE' LICENTIE VOOR COLLABORATIEVE ONTWIKKELING

Wijziging van de Auteurswet en de Wet op de naburige rechten in verband met de aanpassing van het auteurscontractenrecht

meest gestelde vragen over Auteursrecht De Gier Stam &

UW PROEFSCHRIFT ONLINE

PUBLICATIE BELEID SAXION

Nieuwsflits praktijkgroep Technologie, Media en Entertainment

UW PROEFSCHRIFT ONLINE

Auteursrechten en digitale muziek. NVMB-netwerkbijeenkomst

VR DOC.0975/3

Wilco te Winkel. De (digitale) toekomst van de readerregeling voor het wetenschappelijk onderwijs

Plan S. Inhoud. De lange weg naar open access (OA)

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Juridische uitgangspositie. SURF/NWO, 24 januari 2012 Prof. mr. dr. Madeleine de Cock Buning (UU)

Universitaire Plechtigheden

TU Delft Library. Auteursrechten. Just de Leeuwe Productmanager 06/08/11. Challenge the future. Delft University of Technology

Auteursrecht op software

Richtlijnen Intellectueel eigendom. Algemeen. Notitie met aanbevelingen

Open Access aan de Radboud Universiteit. Dirk van Gorp Open Access editor Radboud Universiteit, Nijmegen

VvL-Adviescontract voor digitale publicaties

Verwijzen naar digitale bronnen

Auteurs(contracten)recht

De auteursrechthebbende: wie is het en hoe respecteer je zijn rechten?

VvA Ledenvergadering KNAW, 27 mei 2011 Flexibel auteursrecht

Auteursrecht. Reader. Mr. J.J. Jorna en Rien Welman. Auteursrecht welmanstudio

Verwijzen naar digitale bronnen

Artikel 2. Overdracht en licentie (algemeen)

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Auteursrecht en STABU. STABU Bezoekadres: Telefoonweg 32 Postbus GC EDE. Tel Website:

Reprorecht. Eenvoudig en eerlijk geregeld

Stimuleringsfonds Open Access - publicaties

<NAAM HOGESCHOOL>> MODELCONTRACT VOOR HET IN LICENTIE UITGEVEN VAN EDUCATIEF OF WETENSCHAPPELIJK WERK

MODELLICENTIE OPEN DATA

Bureau M.F.J Bockstael Het auteursrecht is het recht dat een auteur heeft op zijn werk. De auteur beschikt over twee soorten rechten:

APPS & R E C H T. 2014, Ruby Nefkens en Ilham Keip

Datum 1 juli 2015 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over de algemene voorwaarden van De Persgroep voor freelance journalisten

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Auteursrecht. Wat mag wel en wat mag niet. Mr. J.J. Jorna en Rien Welman

In deze noot komen de antwoorden of beide prejudiciële vragen aan bod. Maar eerst antwoord of de vraag wat een GUI nu eigenlijk is?

ECLI:NL:RBARN:2006:AV7682

Recht in Balans. Mr. Arnoud E.C. Punt.

LICENTIEOVEREENKOMST

IPR regelingen binnen het STEVIN-programma

Algemene gebruiksvoorwaarden

Reprorecht. Eenvoudig en eerlijk geregeld

Algemene voorwaarden Boom uitgevers Amsterdam BV (consumenten)

Dataveiligheid bij DANS

2. Vraag: Is het waar dat u niet weet welke hoogleraren worden uitgeleend door bedrijven omdat die informatie niet in de jaarverslagen staat?

Vereniging voor Auteursrecht 7 februari WERK EN BEWERKING Creatieve keuzes/werk in uitvoering Willem Grosheide

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Open Access en je carrière VU, 21 april 2011 Strategisch gebruik van auteursrecht

Toelichting op de Algemene gebruiksvoorwaarden

Algemene voorwaarden OLOcoach van toepassing op opdrachtgevers

Algemene voorwaarden Haron Haghuis Fotografie

Onderzoeksrapport E-books introduceren binnen de Praktizijnsbibliotheek

/// Gebruiksvoorwaarden en -bepalingen Digitaal Hoogtemodel Vlaanderen II, DTM, raster, 5m, testdata

Aan de Voorzitter van Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

CAG/13/12.12/DOC.104 bijlage 1

Algemene voorwaarden register van toepassing op erkend lid zzp-er

Handleiding uploaden kennisproducten

Algemene voorwaarden van toepassing op opdrachtgevers

MARTISZ CHECKLIST AUTEURSRECHTINBREUK

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

/// Gebruiksvoorwaarden en -bepalingen Vlaamse Hydrografische Atlas - Waterlopen, 1 mei 2016

Het onderzoeksverslag

/// Gebruiksvoorwaarden en -bepalingen Adpf - Administratieve percelen fiscaal, toestand 01/01/ correctie

Welkom bij de workshop Softwarelicentierecht nieuwe stijl. mr. dr. Lesley C.P. Broos Advocaat IE, ICT & Privacyrecht

Adviesraad voor wetenschap, technologie en innovatie DURVEN DELEN OP WEG NAAR EEN TOEGANKELIJKE WETENSCHAP

/// Gebruiksvoorwaarden en -bepalingen Referentielijst Begunstigde Vlaams voorkooprecht, 21/01/2019

Nationale Proefschriftensite gelanceerd

11 EU-landen besluiten: vanaf 2020 moet alle wetenschappelijke literatuur gratis beschikbaar zijn

Inhoudsopgave. Voorwoord / 9. Inleiding / 11

Levering en annuleringsvoorwaarden Trainings- en adviesburo Rikken. In deze voorwaarden wordt onder de volgende, vermelde begrippen, verstaan:

Samenwerkingsverbanden en de AVG

Open Access & Auteursrecht

1. Soorten wetenschappelijke informatiebronnen

Richtlijnen foto en publicatie materiaal voor de Veluwse Onderwijsgroep l Engbert de Jong

De kracht van de groep optimaliseren. Je verplaatsen in iets heel anders

AUTEURSRECHTEN IN DE DIGITALE LEEROMGEVING

Algemene Voorwaarden Van : Jellien Fotografie Versie : 20 november 2018

Alle wetenschappelijke output van de UvA komt (min of meer automatisch) in de digitale bibliotheek

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

ALGEMENE VOORWAARDEN. De Bedrijfsmakelaar.nl

Water in wijn: de wijziging van passende arbeid in bedongen arbeid

Transcriptie:

Onderzoeksrapport Het reguleren van Open Access en de praktische uitvoering Amsterdam, 12 april 2016 Opdrachtgever: Praktizijnsbibliotheek Praktijkbegeleider: Dhr. Rodenburg Docentbegeleider: Dhr. Hoogewerf Onderwijsinstelling: Hogeschool van Amsterdam Geschreven door: Dhieradj Sewnandan Studentnummer: 500642691 Opleiding: HBO-Rechten 1

Voorwoord Dit rapport is het resultaat van mijn onderzoek dat ik heb verricht in opdracht van de Praktizijns- Sociëteit. Het onderzoeksrapport is bestemd voor de opdrachtgever en anderen die geïnteresseerd zijn in het onderwerp Open Access en de auteursrechtelijke aspecten die daarbij horen. Ik heb dit onderzoek uitgevoerd tijdens mijn afstudeerfase van mijn opleiding HBO-Rechten aan de Hogeschool van Amsterdam. Dit voorwoord sluit ik af met het bedanken van mijn docentbegeleider, dhr. Hoogewerf en mijn praktijkbegeleider, dhr. Rodenburg, voor het begeleiden, adviseren en ondersteunen tijdens het onderzoek. Daarnaast wil ik ook de volgende mensen ook bedanken voor de medewerking aan mijn interviews: -Saskia Woutersen, Universiteit van Amsterdam; -Jeroen Sondervan, Universiteit Utrecht; -Sandrien Banens, Universiteit Utrecht; -Hans Brandhorst, Erasmus Universiteit Rotterdam; -Michelle van den Berk, Universiteit Leiden. Amsterdam, 12 april 2016 2

Inhoudsopgave Verklarende woordenlijst... 5 Afkortingenlijst... 6 Samenvatting... 7 1. Inleiding... 9 1.1 Aanleiding... 9 1.2 Doelstelling... 9 1.3 Centrale vraag... 10 1.4 Deelvragen... 10 1.5 Onderzoeks- en begripsafbakening... 10 1.5.1 Begripsafbakening... 10 1.6 Onderzoeksmethode... 10 1.6.1 Theorieonderzoek... 10 1.6.2 Praktijkonderzoek... 11 1.7 Leeswijzer... 11 Theoretisch kader... 13 Hoofdstuk 2: Wat is Open Acces... 13 2.1 Inleiding... 13 2.2. Open Access... 13 2.2.1 Definitie van Open Access... 13 2.3. Open Access opties... 14 2.4 Uitgevers & Open Access... 15 2.5. Deelconclusie... 16 Hoofdstuk 3: Beleid van de overheid met betrekking tot Open Access... 17 3.1. Inleiding... 17 3.2. Doelstelling van de overheid... 17 3.3. Regelgeving m.b.t. wetenschappelijke werk... 17 3.4. Deelconclusie... 18 Hoofdstuk 4: Open Access en de auteursrechtelijke aspecten... 19 4.1. Inleiding... 19 4.2. Verkrijgen van het auteursrecht... 19 4.2.1 Een werk en de maker... 19 4.3. Exploitatierechten... 21 4.3.1 Licentieovereenkomst... 21 4.3.2 Overdracht van het auteursrecht... 22 3

4.3.3. Verveelvoudigen... 22 4.3.4. Openbaarmaking... 22 4.4 Het auteurscontractenrecht... 23 4.5. Deelconclusie... 24 Praktijkonderzoek... 25 Hoofdstuk 5: De auteursrechtelijke gevolgen van Open Access in de praktijk... 25 5.1 Inleiding... 25 5.2. Een werk en het proefschrift... 25 5.3. Wie is de maker in de praktijk?... 25 5.4 Het auteurscontractenrecht, de auteur en de universiteit... 27 5.5. Exploitatierechten... 28 5.5.1. promotiereglementen en licentieovereenkomsten... 28 5.6. Deelconclusie... 28 Hoofdstuk 6: Het beleid van de overheid en de praktische uitvoering daarvan door de academische wereld... 30 6.1. Inleiding... 30 6.2. De repository... 30 6.3. Rechten van de auteur en universiteit... 31 6.4. Open Access en het beleid van de overheid... 31 6.5. De uitgever... 32 6.6. Deelconclusie... 32 Hoofdstuk 7 Conclusie & aanbeveling... 33 7.1. Inleiding... 33 7.2. Beantwoording deelvragen... 33 7.3. Eindconclusie... 34 7.4. Aanbeveling... 35 7.5 Reflectie op het onderzoek... 35 Literatuurlijst... 37 Bronnen... 39 Bijlage 1... 41 Interview 1: Universiteit van Amsterdam... 41 Interview 2: Universiteit Utrecht... 46 Interview 3: Erasmus Universiteit Rotterdam... 51 Interview 4: Universiteit Leiden... 56 4

Verklarende woordenlijst Article Processing Charges (APC): Een APC is een bedrag dat de uitgever in rekening brengt om het artikel te publiceren. Het bedrag moet door de auteur betaald worden. Corresponding author: De wetenschapper die het manuscript verzorgt en de correspondentie verzorgt tijdens de publicatieproces. De corresponding author is ook het aanspreekpunt voor eventuele vragen nadat het artikel is gepubliceerd. Embargo(periode): De uitgevers kunnen een termijn opleggen gedurende welke het onderzoek niet Open Access gepubliceerd mag worden. Harvesten: Het automatisch verzamelen en indexeren van metadata uit een repository/databank. Metadata: Digitale gegevens over het bestand, de informatie bevat bijvoorbeeld de titel, datum, auteur en meestal inhoudskenmerken zoals keywords. Open Access: Open Access is het digitaal, online, gratis en vrij van de meeste auteursrechtelijke beperkingen en licentie beperkingen beschikbaar maken van een artikel, proefschrift of een ander bestand. Permalink: Een URL dat, het bestandje waar het naar verwijst een permanente URL geeft. De URL zal niet veranderen, de inhoud of het bestandje kan wel worden aangepast. Publicaties: artikel in vakblad, bijdrage in een bundel of handboek, een proefschrift, oratie of preadvies. Repository: Een repsitory is een digitale opslagplaats(archief) van bestanden die online te raadplegen is. SURF: Een ICT-samenwerkingsorganisatie van het onderwijs(studenten en docenten) en onderzoek (onderzoekers) in Nederland. URL: een website link naar bijvoorbeeld een artikel in de repository. 5

Afkortingenlijst Art. Artikel APC Article Processing Charge EUR Erasmus Universiteit Rotterdam LEI Universiteit Leiden UU Universiteit Utrecht UvA Universiteit van Amsterdam VSNU Vereniging van Samenwerkende Nederlandse Universiteiten UKB Universiteitsbibliotheken & koninklijke bibliotheek NFU Nederlandse federatie van universitair medische centra 6

Samenvatting De Praktizijns-Sociëteit is de juridische bibliotheek in de rechtbank van Amsterdam en de opdrachtgever voor dit onderzoeksrapport. Het doel van dit onderzoek is om meer inzicht te geven over het onderwerp Open Access, in het beleid van de overheid met betrekking tot Open Access en hoe universiteiten omgaan met het beleid van de overheid en Open Access. De opdrachtgever wil proefschriften en wetenschappelijke artikelen, die Open Access worden aangeboden door universiteiten, in zijn bibliotheek aanbieden. Het is echter nog onduidelijk voor de opdrachtgever of dit zomaar kan. De centrale vraag voor dit onderzoek luidt: Wat is het beleid van de overheid met betrekking tot Open Access in de academische wereld en in hoeverre wordt hier uitvoering aan gegeven in de praktijk? Open Access kan het best worden gedefinieerd als een archief van publicaties dat digitaal, online, gratis en vrij van de meeste auteursrechtelijke- en licentiebeperkingen toegankelijk is. Open Access wordt onderverdeeld in green Open Access (het zelf archiveren van een proefschrift of artikel en het publiceren in een niet Open Access tijdschrift) en golden Open Access (de auteur betaalt de uitgever een bedrag en de uitgever zorgt voor de publicatie in een Open Access tijdschrift). Het beleid van de overheid begint bij de doelstellingen die zij heeft opgesteld. De overheid streeft naar golden Open Access en wil in 2016 zestig procent en in 2024 honderd procent van de wetenschappelijke artikelen Open Access beschikbaar hebben. Om dit goed te organiseren wil de overheid Open Access reguleren. De overheid heeft hiervoor in de auteurswet, het zogenaamde auteurscontractenrecht in het leven geroepen. Art. 25fa Aw (kort werk van wetenschap, onderzoek dat geheel of gedeeltelijk met Nederlandse middelen bekostigd is, redelijke termijn verstreken na de eerste openbaarmaking en het om niet beschikbaar stellen voor het publiek) uit het auteurscontractenrecht is het meest van belang voor dit onderzoek, omdat de auteur d.m.v. dit artikel de mogelijkheid krijgt om bij de uitgever te eisen dat zijn wetenschappelijke artikel Open Access beschikbaar wordt gesteld. Ik maak gebruik van promotiereglementen, licentieovereenkomsten en de CaoNU (Cao Nederlandse Universiteiten), om te kijken hoe de academische wereld (de universiteiten) uitvoering geeft aan de artikelen 6, 7 en 25fa Aw. Ik kijk eerst of de promovendus of onderzoeker voldoet aan art. 1 Aw (een werk en de maker). Het proefschrift of artikel kan al snel worden aangemerkt als een werk, omdat het voor waarneming vatbaar is op het moment van schrijven en al snel een oorspronkelijk karakter en persoonlijk stempel bezit. Het artikel of proefschrift bezit een oorspronkelijk karakter en persoonlijk stempel, door persoonlijke keuzes die de auteur maakt door bijvoorbeeld een anekdote op te nemen. In beginsel kan de promovendus of onderzoeker dus als maker worden aangemerkt. Als de promovendus of onderzoeker voldoet aan art. 1 Aw, dan heeft hij het recht om gebruik te maken van zijn exploitatierechten. Het is echter mogelijk om een ander (de universiteit bijvoorbeeld) als maker te zien, de artikelen 6 Aw (een werk dat naar het ontwerp van een ander, onder zijn leiding en toezicht tot stand komt) en 7 Aw (de werkgever is auteursrechthebbende als er sprake is van een dienstverband en er arbeid wordt verricht tot het maken van bepaalde werken van in dit geval letterkunde of wetenschap) zijn hiervoor van belang. Art. 6 Aw, is niet van toepassing, omdat de auteur volgens de promotiereglementen het werk zelfstandig dient te verrichten en een artikel onafhankelijk dient te worden geschreven. Art. 7 Aw, kan van toepassing zijn als de universiteit daarvoor kiest. De universiteiten hebben namelijk in de CaoNU (Cao Nederlandse Universiteiten) opgenomen dat zij de mogelijkheid hebben om art. 7 Aw te gebruiken als zij dat willen. Uit de interviews blijkt dat de universiteiten in de praktijk geen gebruik maken van dit artikel, omdat de academische vrijheid voor de universiteiten belangrijker is dan art. 7 Aw. Art. 25fa Aw, is niet van toepassing voor de universiteiten of auteurs, omdat proefschriften niet voldoen aan de voorwaarde een kort werk van wetenschap. Artikelen voldoen wel aan art. 25fa Aw als de onderzoeker in dienst is van de universiteit of een ander door de overheid gefinancierde instelling. De universiteiten geven 7

dus geen uitvoering aan de artikelen 6, 7 en 25fa Aw met betrekking tot proefschriften. De universiteiten geven wel uitvoering aan art. 25fa met betrekking tot artikelen. Het antwoord op de centrale vraag is: De academische wereld voldoet aan het beleid van de overheid en geeft hier ook uitvoering aan. De academische wereld geeft aan dat het mogelijk is om in 2024 honderd procent of in de buurt daarvan Open Access beschikbaar te hebben. Ook geven de universiteiten aan om net als de overheid de gouden route te volgen. De EUR volgt deze route niet en hanteert de groene route van Open Access. De universiteiten hebben wel moeite met de nieuwe regelgeving die de overheid heeft opgesteld om het beleid te realiseren. De voorwaarde een redelijk termijn in art. 25fa Aw, is nog niet duidelijk genoeg om gebruik van te kunnen maken. Art. 25fa Aw, is van toepassing op artikelen geschreven door onderzoekers in dienst van de universiteit maar is niet van toepassing op proefschriften, omdat proefschriften niet voldoen aan de voorwaarde een kort werk van wetenschap. De universiteiten moeten hierdoor de embargoperiodes van de uitgevers blijven hanteren voor proefschriften en wetenschappelijke artikelen. Art. 6 is niet van toepassing, omdat promovendi het proefschrift zelfstandig dienen te verrichten volgens het promotiereglement en onderzoekers het artikel zelfstandig dienen te schrijven. Art. 7 Aw is opgenomen in de CaoNU maar is niet van toepassing, omdat de universiteiten geen gebruik willen maken van de bepaling en de universiteiten de academische vrijheid belangrijker achten. De opdrachtgever wordt aanbevolen om naar de repository te verwijzen waar de artikelen en proefschriften Open Access zijn gepubliceerd. De meeste URLS die worden gebruikt op de repositories zijn geen permalinks (URLS die net zo lang blijven bestaan als het bestandje). Deze normale URLS veranderen vaak waardoor het verwijzen naar de publicaties veel werk zal opleveren, omdat het steeds up to date moet worden gehouden. De URL van de repository zal niet snel veranderen, waardoor de opdrachtgever de zekerheid heeft dat de URL ook werkt. De leden kunnen dan zelf op zoek gaan naar het artikel of proefschrift op de repository. De artikelen en proefschriften die beschikbaar zijn gemaakt op de repository, zijn namelijk Open Access en dus vrij toegankelijk. De opdrachtgever hoeft hiervoor geen rekening te houden met de soort Open Access of afspraken tussen de auteur en uitgever. Als de opdrachtgever de proefschriften of artikelen wil opnemen in de bibliotheek, dan zal hij contact moeten opnemen met de repository van de universiteit om erachter te komen wat de afspraken zijn tussen de uitgever en de auteur. Mocht er in de toekomst meer gebruik worden gemaakt van permalinks dan is het wellicht mogelijk om naar de publicaties te verwijzen door middel van URLS. 8

1. Inleiding 1.1 Aanleiding Open Access is een vorm van publiceren waarbij via vrij toegankelijke websites van organisaties, die er waarde aan hechten dat publicaties van hun auteurs door het publiek geraadpleegd en gelezen kunnen worden. Aan Open Access wordt steeds meer aandacht besteed. De Europese Commissie heeft in 2012 aan alle EU landen een aanbeveling gedaan om publiek gefinancierde wetenschappelijke artikelen Open Access te maken. 1 Staatssecretaris Sander Dekker heeft in 2014 aangegeven de doelstelling te hebben om in 2016 zestig procent van de Nederlandse wetenschappelijke publicaties Open Access beschikbaar te maken en in 2024 honderd procent van alle wetenschappelijke publicaties. Het gaat al de goede kant op met Open Access publiceren van wetenschappelijke artikelen. Op 12 februari 2015 heeft de Tweede Kamer een wetsvoorstel (art. 25fa Aw in het auteurscontractenrecht) aangenomen, dat inmiddels in werking is getreden op 1 juli 2015 2, met betrekking tot het Open Access beschikbaar stellen van wetenschappelijk werk. 3 Open Access kan worden gebruikt om te publiceren. Boeken, proefschriften, tijdschriften en kranten kunnen online maar ook bijvoorbeeld fysiek Open Access gepubliceerd worden. Een voorbeeld van een fysieke Open Access publicatie is het gratis dagblad Metro en enkele andere op advertenties gefinancierde free publishing bladen die vrij beschikbaar worden gesteld. In de academische wereld wordt Open Access gebruikt voor o.a. wetenschappelijke artikelen, proefschriften en oraties van nieuwe hoogleraren. De Nederlandse universiteiten zijn een groot voorstander van Open Access. 4 Een universiteit is een onderwijsinstelling in het hoger onderwijs die ingericht is om wetenschappelijk onderwijs te bieden en wetenschappelijk onderzoek te verrichten. 5 Zij dienen wetenschappelijk onderwijs te verzorgen, wetenschappelijk onderzoek te verrichten, te voorzien in de opleiding tot wetenschappelijke onderzoeker of technologisch ontwerper en deze kennis over te dragen in naam van de maatschappij. 6 Het is voor de opdrachtgever, de Praktizijns-Sociëteit, nog onduidelijk wat het beleid van de overheid is m.b.t. het Open Access publiceren van proefschriften en wetenschappelijke artikelen en hoe uitvoering wordt gegeven aan dat beleid door de academische wereld. De opdrachtgever wil Open Access gepubliceerde proefschriften en artikelen aanbieden in zijn bibliotheek. Hier kunnen echter regels aan verbonden zijn en kan dus niet zomaar. 1.2 Doelstelling Het doel van het onderzoek is om de opdrachtgever meer inzicht te geven over het onderwerp Open Access, het beleid van de overheid met betrekking tot Open Access en hoe de universiteiten omgaan met Open Access en het beleid van de overheid. Ook zal ik de opdrachtgever een aanbeveling doen over de beste manier om proefschriften en artikelen aan te bieden in de bibliotheek. De opdrachtgever kan d.m.v. dit onderzoek te weten komen: wat de regels zijn rondom het Open Access 1 Aanbeveling 2012/417/EU, (L194, 39.) 2 Staatsblad 2015, nr. 258. 3 Visser 2015, p.1. 4 VSNU.nl/openaccess 5 Art. 1.3 lid 1 WHW. 6 Art. 1.3 lid 1 WHW. 9

publiceren en of hij Open Access gepubliceerde proefschriften en artikelen van universiteiten ook in zijn bibliotheek mag aanbieden. Het onderzoek kan ook worden gebruikt om andere organisaties, zoals bibliotheken bij advocatenkantoren, te adviseren op het gebied van Open Access en het opnemen van proefschriften en artikelen in de bibliotheek. 1.3 Centrale vraag De centrale vraag luidt: Wat is het beleid van de overheid met betrekking tot Open Access in de academische wereld en in hoeverre wordt hier uitvoering aan gegeven in de praktijk? 1.4 Deelvragen 1. Wat is Open Access? 2. Waar moet Open Access auteursrechtelijk aan voldoen? 3. Wat is het beleid van de overheid met betrekking tot Open Acces? 4. In hoeverre wordt door de academische wereld uitvoering gegeven aan de artikelen 6, 7, en art. 25fa Aw? 5. In hoeverre geeft de academische wereld uitvoering aan het beleid van de overheid in de praktijk? 1.5 Onderzoeks- en begripsafbakening Het onderzoek beperkt zich tot Nederland. De keuze uit organisaties in de academische wereld wordt beperkt tot universiteiten van Nederland. Het onderzoek beperkt zich tot het belichten van de positie tussen de universiteiten, auteurs in dienst van de universiteiten en uitgevers die actief zijn in Nederland. Het onderzoek zal zich hoofdzakelijk richten op proefschriften, wetenschappelijke artikelen en het Nederlands auteursrecht. 1.5.1 Begripsafbakening Onder academische wereld versta ik: alle universiteiten in Nederland. Om dit nog meer af te bakenen focus ik me op de volgende vier universiteiten: Universiteit van Amsterdam, Universiteit Leiden, Erasmus Universiteit Rotterdam en Universiteit Utrecht. Ik kies voor deze vier universiteiten, omdat zij grote en bekende universiteiten zijn en heel actief op het gebied van Open Access. Onder beleid van de overheid versta ik: de doelstellingen van de overheid zoals te vinden in, wet- en regelgeving en parlementaire stukken (waaronder kamerstukken, Kamervragen, brieven van de staatssecretaris en minister en wetsvoorstellen). 1.6 Onderzoeksmethode Het onderzoek zal bestaan uit een theorieonderzoek en een praktijkonderzoek. Het theorieonderzoek zal bestaan uit literatuuronderzoek en bronnenonderzoek. Het praktijkonderzoek zal bestaan uit een aantal interviews, het bestuderen van de Cao Nederlandse Universiteiten, promotiereglementen van de universiteiten en de licentieovereenkomsten die zij sluiten met de promovendi. 1.6.1 Theorieonderzoek In de hoofdstuk 2 en 3 behandel ik de onderwerpen Open Access en het beleid van de overheid. Over het onderwerp Open Access bestudeer ik boeken, onderzoeken, artikelen en blogs die zijn geschreven. Het gaat hier vooral over het ontstaan, de varianten en de toekomst van Open Access. 10

Over het onderwerp beleid van de overheid, gebruik ik bronnen, zoals kamerstukken en artikelen in tijdschriften. In hoofdstuk 4 behandel ik de auteursrechtelijke gevolgen die Open Access kan hebben voor auteurs en de academische wereld. In dit hoofdstuk gebruik ik wet- en regelgeving, kamerstukken en jurisprudentie over het auteursrecht. Hier zal ik mij richten op de rechten en plichten van auteurs en universiteiten, volgens het auteursrecht en hoe het auteursrecht het werk van de auteurs en universiteiten vervolgens kan beïnvloeden om Open Access te publiceren. 1.6.2 Praktijkonderzoek In hoofdstuk 5 en 6 maak ik gebruik van interviews, reglementen van de universiteiten, licentieovereenkomsten en de Cao Nederlandse Universiteiten. Ik gebruik de reglementen en de CaoNU van de universiteiten om de positie van de auteur en de universiteiten vast te stellen en te toetsen aan de wet. Ik gebruik de licentieovereenkomsten om te zien wat de (exploitatie)rechten van de auteur zijn en van de universiteiten, na het sluiten van de licentieovereenkomst. De personen die ik heb geïnterviewd zijn medewerkers van de universiteit die veel bezig zijn met Open Access. Ik heb besloten om de interviews alleen met medewerkers van universiteiten te houden, omdat de auteurs promoveren aan de universiteit. Het is voor het onderzoek van belang hoe universiteiten uitvoering geven aan het beleid van de overheid, omdat de opdrachtgever gebruik wil maken van proefschriften gepubliceerd in de repository van de universiteit. Door middel van interviews met de medewerkers van universiteiten kan ik hierop antwoord geven. Op basis van de reglementen, licenties en interviews wil ik toetsen in hoeverre de academische wereld uitvoering geeft aan het beleid van de overheid in de praktijk. 1.7 Leeswijzer Hoofdstuk 1 In dit hoofdstuk behandel ik de opzet van mijn onderzoeksrapport. Hier wordt ingegaan op de centrale vraag: Wat is het beleid van de overheid met betrekking tot Open Access in de academische wereld en in hoeverre wordt hier uitvoering aan gegeven in de praktijk?. In dit hoofdstuk beschrijf ik ook de aanleiding, het probleem, het doel en zal ik de deelvragen weergeven. Vervolgens behandel ik de onderzoeks- en begripsafbakening en de onderzoeksmethode. Tenslotte eindig ik dit hoofdstuk met een leeswijzer over dit onderzoeksrapport. Hoofdstuk 2 In hoofdstuk 2 leg ik uit wat Open Access inhoudt. In dit hoofdstuk behandel ik de definitie van Open Access en de opties waaruit Open Access kan bestaan. Vervolgens behandel ik kort de positie van de uitgever m.b.t. Open Access publiceren. Hoofdstuk 3 In hoofdstuk 3 leg ik uit wat het beleid is van de overheid m.b.t. Open Access. Ik leg dit uit, omdat het van belang is om te weten hoe de overheid kijkt naar Open Access publiceren en welke (juridische) maatregelen de overheid daar voor neemt. Hoofdstuk 4 11

In hoofdstuk 4 behandel ik de voorwaarden waaraan een auteur of universiteit aan moet voldoen om het auteursrecht te verkrijgen om dus vervolgens Open Access te mogen publiceren. Ik begin het hoofdstuk met de voorwaarden van art. 1 Aw. De onderzoeker dient eerst aan dit artikel te voldoen om auteursrechthebbende te zijn. Vervolgens behandel ik de exploitatierechten van de auteursrechthebbende. Hierna behandel ik art. 25fa Aw uit het auteurscontractenrecht, omdat dit artikel de auteur nieuwe mogelijkheden geeft om zijn werk Open Access te publiceren. Hoofdstuk 5 In hoofdstuk 5 behandel ik in hoeverre de universiteit uitvoering geeft aan de artikelen 6, 7 en 25fa Aw. In dit hoofdstuk maak ik gebruik van de promotiereglementen van de universiteiten, de daarbij behorende licentieovereenkomsten en de CaoNU. Ik pas in het hoofdstuk de voorwaarden van art. 1 en 6 Aw toe, aan de hand van de promotiereglementen. Vervolgens behandel ik aan de hand van de CaoNU, art. 7 Aw. Hierna behandel ik het auteurscontractenrecht en pas ik de voorwaarden toe op de promovendus. Tenslotte behandel ik de exploitatierechten van de promovendus en laat zien hoe deze rechten in de praktijk worden gebruikt. Hoofdstuk 6 In hoofdstuk 6 behandel ik de praktische uitvoering van het beleid door de academische wereld. In dit hoofdstuk maak ik gebruik van de interviews die ik heb afgenomen bij de medewerkers van universiteiten. Ik heb de interviews in dit hoofdstuk samengevat in thematisch ingedeelde paragrafen. Hoofdstuk 7 In hoofdstuk 7 bespreek ik mijn deelconclusies en vervolgens geef ik antwoord op de centrale vraag. Tor slot geef ik een aanbeveling aan de opdrachtgever. 12

Theoretisch kader Hoofdstuk 2: Wat is Open Acces 2.1 Inleiding In dit hoofdstuk wordt de volgende deelvraag beantwoord: Wat is Open Acces?. In 2.2 wordt ingegaan op de definitie van Open Access. In 2.3 worden de soorten Open Access die zijn ontstaan weergeven. In 2.4 wordt de situatie tussen uitgevers en de universiteiten in de onderhandelingen over Open Access uitgelegd en tenslotte wordt in 2.5 in de deelconclusie antwoord gegeven op de deelvraag van deze hoofdstuk. Ik begin met het behandelen van de definitie van Open Access. Het is namelijk van belang voor dit onderzoek om eerst te weten wat Open Access betekent. Als de definitie van Open Access helder is, moet er worden gekeken naar de soorten Open Access. In de volgende paragraaf wordt de definitie van Open Access behandeld. 2.2. Open Access De mens heeft tegenwoordig bijna altijd toegang tot het internet, omdat steeds meer voorzieningen een internetverbinding krijgen. Het gaat hier om voorzieningen zoals een tablet, laptop of telefoon. Hierdoor kan iemand op elk moment van de dag toegang krijgen tot informatie op websites en databases. Bedrijven of auteurs kunnen hierop inspelen door informatie toegankelijk te maken voor gebruikers. Afhankelijk van het bedrijf of de auteur kan deze informatie gratis of tegen betaling toegankelijk worden gemaakt. In Nederland zijn de universiteiten hard bezig met het online beschikbaar stellen van publicaties via Open Access. Zij willen namelijk wetenschappelijke informatie gratis beschikbaar maken voor iedereen. De universiteiten hebben gekozen om dit te doen door middel van een repository. Een repository is een digitale opslagplaats van publicaties(archief) die online te raadplegen is. De gebruiker hoeft dan alleen de URL van de repository in te typen en komt dan direct op de repository terecht. De EUR heeft bijvoorbeeld de repository RePub 7 en de LEI heeft de Leiden repository. 8 In deze repositories worden wetenschappelijke artikelen, maar ook andere bestanden Open Access beschikbaar gesteld. De universiteiten zijn hiernaast ook hard bezig met het maken van afspraken met uitgevers om Open Access te mogen publiceren. De Vereniging van Samenwerkende Nederlandse Universiteiten (VSNU) die namens de Nederlandse universiteiten onderhandelt, heeft met de uitgevers Springer, Wiley, SAGE en Elsevier al afspraken kunnen maken over het Open Access publiceren. 9 Open Access is niet alleen het gratis beschikbaar maken van informatie; in de volgende paragraaf zal daarom de definitie van Open Access worden weergeven. 2.2.1 Definitie van Open Access Het doel van Open Access is, simpel gezegd, het gratis en vrij toegankelijk maken van wetenschappelijke publicaties. Gratis en vrij is echter niet alles. Om goed te kunnen begrijpen wat Open Access inhoudt, kijken we naar de volgende verklaringen: the Budapest Open Access Initiative, the Bethesda Statement on Open Access Publishing en the Berlin Declaration on Open Access to Knowledge in the Sciences and Humanities. 10 Deze verklaringen zijn tot stand gekomen door de groeiende vraag naar gratis digitaal onderzoek. 11 De voorstanders van de Open Access beweging zijn 7 Repository, RePub.eur.nl. 8 Repository, Openaccess.leidenuniv.nl. 9 VSNU nieuwsbrief OA 2015, nr. 13. 10 Suber 2012, p.7. 11 Budapest Open Access initiative, http://www.budapestopenaccessinitiative.org/. 13

vervolgens bij elkaar gekomen en hebben een definitie voor Open Access geformuleerd. Organisaties die deze verklaringen hebben ondertekend zijn bijvoorbeeld universiteiten, regeringen, bibliotheken en onderzoeksinstituten. De organisaties die de verklaringen ondertekenen, geven aan dat zij deze definitie steunen en hanteren. Volgens het Budapest Open Access Initiative (2002) is Open Access: Het vrij toegankelijk maken van literatuur op internet, toestaan van alle gebruikers om te lezen, downloaden, kopiëren, distribueren, printen, zoeken of linken naar gehele teksten of artikelen, crawlen om te indexeren, gebruik als data voor software, gebruik voor een ander legaal doel, zonder financiële, legale, of technische barrières anders dan het verschaffen van toegang voor gebruikers tot het internet. De enige barrière voor het reproduceren, distribueren en het auteursrecht is dat auteurs de controle over de integriteit van hun werk hebben en het recht hebben om erkend en geciteerd te worden. 12 De Bethesda Statement on Open Access publishing (2003) en de Berlin Declaration on Open Acces to Knowledge in the Sciences and Humanities (2003) geven Open Access de volgende betekenis: De auteur en auteursrechthouder geven alle gebruikers een gratis, onherroepelijk, wereldwijd, oneindig recht om te gebruiken, een licentie om te kopiëren, gebruiken, distribueren, verzenden, publiekelijk beschikbaar te maken, afgeleide werken te laten maken en het recht om in kleine aantallen kopieën te maken voor eigen gebruik. Dit hoort allemaal gedaan te worden onder de juiste vermelding van de auteur en in online Open Access opslagruimte dat wordt ondersteund door een academische institutie, overheidsinstelling of andere organisatie die streeft naar lange termijn archivering, Open Access en distributie zonder restricties. Deze verklaringen komen grotendeels met elkaar overeen. Dhr. Peter Suber wordt gezien als één van de leiders van de wereldwijde Open Access beweging. 13 Het kan volgens hem het best worden samengevat als volgt: Open Access is digitaal, online, gratis, en vrij van de meeste auteursrechtelijke beperkingen en licentie beperkingen. 14 De term gratis geldt overigens niet voor de wetenschapper die het artikel aanbiedt voor Open Access. Het gaat hier om de gebruiker (de derde) die de publicatie wil inzien. Er is gekozen voor vrij van de meeste auteursrechtelijke en licentie beperkingen, omdat de verklaringen eisen dat de onderzoeker die gebruik maakt van een andere publicatie, altijd de auteur als bron vermeldt. 15 Uit deze verklaringen zijn twee opties voor Open Access ontstaan 16 deze worden in de volgende paragraaf besproken. 2.3. Open Access opties De twee opties die zijn ontstaan, worden de groene weg (green Open Access) en de gouden weg (golden Open Access) naar Open Access genoemd. Deze twee opties van Open Access verschillen van elkaar, maar hebben één doel en dat is om publicaties voor belangstellenden vrij toegankelijk beschikbaar te stellen. 12 Budapest Open Access initiative, http://www.budapestopenaccessinitiative.org/boai-10-recommendations. 13 Peter Suber to Direct Harvard s Office for Scholarly Communication, https://cyber.law.harvard.edu/node/95561. 14 Suber 2012, p.4 15 Suber 2012, p.8. 16 European Commission 2008, p. 20. 14

Green Open Access Green Open Access gaat uit van zelfarchivering en het publiceren in een niet Open Acces tijdschrift. 17 Het tijdschrift waarin wordt gepubliceerd is namelijk niet gratis toegankelijk en daarmee niet Open Access. Dit betekent dat de auteur zijn werk zelf online zet en de publicatie wordt door de uitgever gedaan. Het online publiceren van het werk van de auteur kan via een eigen blog van de auteur of in een vrij toegankelijke repository, dit is dan het zo genoemde zelfarchiveren. Afhankelijk van de uitgever kan de auteur de uitgeversversie (het artikel) van het tijdschrift of alleen zijn laatste concept versie(manuscript) in een repository of blog plaatsen. Uitgevers kunnen een embargoperiode bedingen bij de auteur. De auteur kan dan zijn werk gedurende die tijd nog niet online zetten. Golden Open Access Golden Open Access gaat volledig via de uitgever, het artikel dat wordt gepubliceerd is dan gratis en vrij toegankelijk voor iedereen. Het artikel wordt gepubliceerd in een volledig Open Access tijdschrift. 18 Het is de verantwoordelijkheid van de uitgever om het artikel gratis voor iedereen te publiceren. 19 Het artikel dat wordt gepubliceerd door de uitgever wordt eerst beoordeeld door andere deskundigen op het vakgebied van de auteur (peer review). De uitgever brengt voor het publiceren van het artikel een bedrag in rekening bij de auteur. Dit zijn de Article Processing Charges (APC s). De onderzoeker dient dit bedrag te betalen aan de uitgever. De lezers hoeven dus niks voor het artikel te betalen, want het tijdschrift is volledig Open Access. De Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) is een wetenschappelijke instantie die APC s, die onderzoekers hebben betaald, vergoedt. 20 De NWO vergoedt de APC s alleen voor onderzoekers die door de NWO worden gefinancierd. De NWO doet dit om golden Open Access meer te stimuleren. Golden Open Access kent ook een hybride variant. Hier wordt het artikel uitgegeven in een tijdschrift waar abonnementsgeld voor wordt betaald door de lezer. De auteur of de instantie waar hij voor werkt kan het artikel vrijkopen en er voor zorgen dat het artikel Open Access beschikbaar wordt gesteld. 21 De lezers kunnen het artikel dus pas gratis raadplegen als de auteur of de instantie waar hij voor werkt het artikel vrijkoopt en online toegankelijk maakt. Het tijdschrift blijft wel betaald en kan niet zonder abonnement worden ingezien door lezers. 2.4 Uitgevers & Open Access Aangezien uitgevers een rol spelen in het Open Access publiceren, onderhandelt Gerard Meijer, collegevoorzitter van de Radboud Universiteit en hoofdonderhandelaar namens de VSNU, met de uitgevers. 22 Hij wordt ondersteund door een team dat bestaat uit vertegenwoordigers van SURFmarket, UKB, NFU en de VSNU. 23 De universiteiten hebben met uitgeverij SAGE, Wiley, Springer en Elsevier een akkoord bereikt om publicaties van onderzoekers Open Access te laten publiceren in de wetenschappelijke tijdschriften van deze uitgevers. 24 De uitgevers SAGE, Wiley en Springer publiceren op basis van golden Open Access. Van deze uitgevers is SAGE de enige die ook green Open Access toelaat, zonder een embargo periode de uitgeversversie van de publicatie te uploaden. 25 17 Swan & Brown 2005. P. 3. 18 Vragen en antwoorden over Open Access bij nwo, www.nwo.nl. 19 Open Access definitions and clarifications part 2, http://svpow.com/2012/11/16/tutorial-19b-open-accessdefinitions-and-clarifications-part-2-gold-and-green. 20 Open Science, NWO.nl. 21 Open Science, NWO.nl. 22 VSNU.nl Nieuwbericht 13, p. 1. 23 VSNU.nl Nieuwbericht 13, p. 1. 24 VSNU nieuwsbrieven 8 en 13, p.1. 25 SAGE.com, The green route Open Access archiving policy 15

SAGE stelt echter wel de voorwaarde dat het uploaden alleen mogelijk is op een eigen website, website van de afdeling of in de repository van het instituut. Het is niet toegestaan om de uitgeversversie van SAGE te uploaden in een algemene repository of dat van een ander instituut. 26 2.5. Deelconclusie De deelvraag die ik in deze paragraaf heb behandeld is: Wat is Open Access?. Open Access kan het best worden gedefinieerd als volgt: Open Access is een archief van publicaties dat digitaal, online, gratis en vrij van de meeste auteursrechtelijke- en licentiebeperkingen ter beschikking wordt gesteld aan lezers. Open Access is vervolgens onder te verdelen in green Open Access en golden Open Access. 1. Green Open Access gaat uit van zelfarchivering en het publiceren in een betaald tijdschrift. De zelfarchivering moet worden gedaan door de auteur en het publiceren in het tijdschrift wordt gedaan door de uitgever. De archivering van de auteur kan, afhankelijk van de uitgever, gedaan worden in een blog of in een repository. De uitgever heeft bij green Open Access ook de keuze om een embargoperiode te bedingen. Deze embargoperiode houdt in dat de auteur gedurende deze tijd zijn artikel nog niet online kan zetten. 2. Golden Open Access gaat via de uitgever. Het publiceren en het vrij toegankelijk maken voor iedereen moet worden gedaan door de uitgever. De auteur of de instantie waar hij voor werkt betaalt dan de APC aan de uitgever. Golden Open Access kent ook een hybride variant. Het artikel wordt uitgegeven in een tijdschrift waarvoor abonnementsgeld betaald moet worden door de lezer. De auteur of werkgever kan dan het artikel vrijkopen bij de uitgever en ervoor zorgen dat het artikel Open Access beschikbaar wordt. De lezer kan het artikel dan online gratis raadplegen, maar moet wel nog steeds betalen om het fysieke tijdschrift in te kunnen zien. Open Access is dus een digitale publicatie die gratis online wordt aangeboden, vrij van de meeste auteursrechtelijke- en licentiebeperkingen en valt onder te verdelen in green- of golden Open Access. In het volgende hoofdstuk wordt het beleid van de overheid behandeld m.b.t. Open Access. 26 SAGE.com, the green route Open Access achriving policy 16

Hoofdstuk 3: Beleid van de overheid met betrekking tot Open Access 3.1. Inleiding In dit hoofdstuk wordt de volgende deelvraag beantwoord: Wat is het beleid van de overheid met betrekking tot Open Access?. In 3.2 wordt de doelstelling van de overheid behandeld en in 3.3 wordt weergeven wat de overheid met regelgeving heeft bepaald m.b.t. wetenschappelijke werk. In 3.4 wordt in de deelconclusie antwoord gegeven op de deelvraag van dit hoofdstuk. 3.2. Doelstelling van de overheid Op 15 november 2013 heeft de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW), Sander Dekker, aangegeven dat hij Open Access wil reguleren. 27 Hij geeft hierbij aan dat de overheid richting moet geven. De voorkeur van de overheid gaat uit naar golden Open Access. 28 Er wordt gekozen voor golden Open Access, omdat dit de beste garantie geeft dat publicaties direct beschikbaar komen voor lezers. Het streven van de overheid is om per 2016 zestig procent van de wetenschappelijke publicaties Open Access beschikbaar te laten zijn en per 2024 honderd procent. 29 De VSNU en de universiteiten moeten de voortgang bijhouden. 30 Om te kunnen voldoen aan het streven heeft de NWO haar financieringsvoorwaarden verscherpt voor Open Access. 31 De onderzoekers hebben de keuze uit golden Open Access of green Open Access als zij worden gefinancierd door de NWO. De NWO zal proberen uitgevers te stimuleren om full Open Access business modellen te ontwikkelen. 32 In de Wetenschapsvisie 2025 van het OCW wordt verder aangegeven dat als het streven voor 2016 niet wordt behaald, de overheid overweegt om publiceren via Open Access te verplichten in de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW). 3.3. Regelgeving m.b.t. wetenschappelijke werk In de vorige paragraaf was te lezen dat de overheid overweegt om publiceren via Open Access te verplichten in de WHW, als de doelstelling van 2016 niet wordt behaald. De overheid heeft echter al gehandeld en heeft op 12 februari 2015 het wetsvoorstel Auteurscontractenrecht aangenomen, dat op 1 juli 2015 in werking is getreden. 33 Dit wetsvoorstel heeft betrekking op wetenschappelijk werk. Het doel is om de auteur de mogelijkheid te geven zijn publicaties via internet Open Access beschikbaar te stellen, als het door Nederlandse publieke middelen is gefinancierd. 34 Het auteurscontractenrecht is volgens prof. mr. D.J.G. Visser, meer gericht op green Open Access. 35 Het betekent volgens hem overigens niet dat die voorkeur de keuze voor golden Open Access in de weg staat. Het kan volgens hem juist aanleiding zijn om meer op golden Open Access over te gaan, omdat de uitgever dan zelf kan bepalen welke financiële voorwaarden hij verbindt aan het Open Access publiceren. 36 Het is de bedoeling van de overheid om via de wet Open Access voor wetenschappelijke artikelen te reguleren. Naast het nieuwe auteurscontractenrecht in de auteurswet zijn de overige bepalingen uit 27 Brief 15 november 2013, OCW, p.1. 28 Wetenschapsvisie 2025, Denhaag 2014, p. 42. 29 Wetenschapsvisie 2025, Den Haag 2014, p.42. 30 Wetenschapsvisie keuzes voor de toekomst 2025, p. 44. 31 Open Science, Nwo.nl. 32 Open Science, Nwo.nl. 33 Staatsblad 2015, nr. 258. 34 Amendement 33308, p.1. 35 Visser, AMI 2015, 3, p. 68. 36 Visser, AMI 2015, 3, p. 68. 17

de auteurswet ook van belang. De bepalingen die van belang zijn voor Open Access in de academische wereld worden verder behandeld in hoofdstuk 4. 3.4. Deelconclusie De deelvraag die in deze paragraaf wordt beantwoord is: Wat is het beleid van de overheid met betrekking tot Open Access?. Het beleid van de overheid is om wetenschappelijk werk, gefinancierd met Nederlandse publieke middelen Open Access beschikbaar te krijgen. De overheid gaat dit doen door middel van regelgeving. De overheid probeert via regelgeving doelstellingen (beleid) te realiseren. Deze doelstellingen zijn: in 2016 zestig procent en in 2024 honderd procent wetenschappelijke artikelen Open Access beschikbaar te hebben voor lezers. De overheid heeft aangegeven zich in te zetten voor Golden Open Access, wat onder andere door middel van art. 25fa Aw kan worden bereikt. In het volgende hoofdstuk worden de bepalingen in de wet behandeld die nodig zijn voor de auteur en universiteiten om ervoor te zorgen dat men Open Access kan publiceren. 18

Hoofdstuk 4: Open Access en de auteursrechtelijke aspecten 4.1. Inleiding In dit hoofdstuk wordt de volgende deelvraag beantwoord: Waar moet Open Access auteursrechtelijk aan voldoen?. In 4.2. worden de voorwaarden werk en maker behandeld, dit zijn twee voorwaarden die voortvloeien uit artikel 1 Aw en die zijn nodig om het auteursrecht te verkrijgen. In 4.3. worden de exploitatierechten behandeld en in 4.4. het auteurscontractenrecht. Ik eindig dit hoofdstuk met een deelconclusie in 4.5. 4.2. Verkrijgen van het auteursrecht Ik begin met het behandelen van de voorwaarden in artikel 1 Aw. Het is namelijk van belang om eerst het auteursrecht te verkrijgen. Als de onderzoeker het auteursrecht namelijk niet kan verkrijgen, dan zijn de onderwerpen die worden behandeld in de volgende paragrafen niet van toepassing. Het auteursrecht ontstaat automatisch als de maker een werk van letterkunde, wetenschap of kunst maakt. 37 Het ontstaan van het auteursrecht gebeurt van rechtswege, het is niet nodig om belasting te betalen of om in te schrijven in een register. 38 4.2.1 Een werk en de maker In artikel 1 Aw kunnen de volgende kernbegrippen worden onderscheiden: een werk, de maker, het openbaar maken en het verveelvoudigen. Een werk Het werk is de geestelijke prestatie van de maker of makers. Het stoffelijk exemplaar dat tot stand komt als gevolg van de geestelijke prestatie valt niet onder een werk. 39 Dit betekent dat de maker die zijn geestelijke prestatie opschrijft in een boek, een stoffelijk exemplaar, er op het boek zelf geen auteursrecht rust. Het auteursrecht rust op de inhoud, de geestelijke creatie, van het boek. 40 De Hoge Raad heeft, in overeenstemming met het Infopaq-arrest van het Hof van Justitie EU 41, aan het begrip een werk de volgende drie eisen gesteld. Het werk moet: 42 1. Voor menselijke waarneming vatbaar zijn Voor menselijke waarneming vatbaar zijn betekent dat het tot uitdrukking gebracht moet zijn. Dit betekent dat zolang het werk een idee is en zich nog afspeelt in iemands hoofd, het niet auteursrechtelijk beschermd is. Het is namelijk niet voor waarneming vatbaar. Het is dus voldoende om het idee uit te spreken, zolang het idee maar waarneembaar is of is geweest. 43 2. Een eigen oorspronkelijk karakter hebben en een persoonlijke stempel dragen van de maker Een oorspronkelijk karakter betekent dat de vorm van het werk niet mag zijn overgenomen van een ander werk. 44 Een persoonlijke stempel van de maker betekent dat er sprake moet zijn van een vorm, die het resultaat is van scheppende menselijke arbeid en een creatieve keuze die een voortbrengsel 37 Gielen e.a. 2014, p.445. 38 Gielen e.a. 2014, p.447. 39 Van Lingen 2007, p. 25. 40 Visser, Spoor & Verkade, p.26. 41 Visser, NJB 2010, 779, p.5. 42 Gielen e.a. 2014, p. 448. 43 Gielen e.a. 2014, p.450. 44 HR 30 mei 2008, NJ 2008, 556, 4.5.1. 19

is van de menselijke geest. 45 Het is niet noodzakelijk voor de maker om bewust een werk te scheppen of om creatieve keuzes te maken. 46 Het is dus niet noodzakelijk voor de maker om een werk voor ogen te hebben, als er bijvoorbeeld een idee wordt uitgesproken. Er is geen sprake van een creatieve keuze als de vorm zo simpel en alledaags is dat er geen creatieve arbeid van welke aard dan ook aan toe te wijzen is. 47 3. een eigen oorspronkelijk karakter en persoonlijke stempel mag niet slechts op een zuiver technische/functionele vorm betrekking hebben. Vormgeving van het werk dat alleen is bepaald door de techniek of functie is onvoldoende om auteursrechtelijke bescherming te krijgen. 48 De kubus van Rubik heeft bijvoorbeeld geen eigen oorspronkelijk karakter, als het slechts is gebaseerd op het waarnemen van de kubus. Het oplossen van de kubuspuzzel door middel van draaibewegingen is geheel gebaseerd op de techniek van de kubus en de functionele vorm ervan. De kubus krijgt pas een oorspronkelijk karakter door de zes vlakken te kleuren in rood, oranje, geel, groen, blauw en wit. Het kleuren van de vlakken is een vrije creatieve keuze geweest van Rubik waardoor de kubus een oorspronkelijk karakter verkrijgt. 49 Het kleuren van de vlakken in die specifieke kleuren is namelijk niet nodig voor het spelen, er kunnen ook andere kleuren worden gebruikt of met afbeeldingen worden gewerkt. Deze keuze zorgt dus voor het oorspronkelijk karakter. De maker Het auteursrecht ontstaat bij de maker, maar de maker is daarmee niet altijd direct auteursrechthebbende. 50 De auteur kan namelijk zijn auteursrecht geheel of gedeeltelijk overdragen. 51 Naast het overdragen is het volgens de wet ook mogelijk om een ander, dan de werkelijke maker, als maker te benoemen. Dit is dan de wettelijke maker en dat is geregeld in artikel 6, 7 en 8 van de auteurswet. Voor dit onderzoek worden art. 6 en 7 behandeld, omdat deze van toepassing kunnen zijn op de auteur. Art. 8 gaat over de openbaarmaking door een rechtspersoon en is verder niet van toepassing voor dit onderzoek. In artikel 6 is opgenomen dat als een werk naar het ontwerp van een ander, onder zijn leiding en toezicht tot stand is gekomen, dan dient de ander als de maker aangemerkt te worden. 52 Een goed voorbeeld hierbij is de fotograaf en zijn opdrachtgever. Als de fotograaf in opdracht van de opdrachtgever handelt, maar zelf de keuzes maakt over de te fotograferen objecten, omgeving en belichting dan is hij de maker van het werk en ligt het auteursrecht bij hem. Als de fotograaf handelt op basis van de instructies van de opdrachtgever is dat anders, het auteursrecht ligt dan bij de opdrachtgever en de fotograaf. 53 Dit komt omdat de opdrachtgever dan de keuzes maakt over welke objecten dienen te worden gefotografeerd, in welke belichting en in welke omgeving. De opdrachtgever zorgt dan voor de styling en de fotograaf voor de foto. 45 HR 30 mei 2008, NJ 2008, 556, 4.5.1. 46 HR 30 mei 2008, NJ 2008, 556, 47 HR 30 mei 2008, NJ 2008, 556, 4.5.1. 48 Gielen e.a. 2014, p. 454. 49 HR 19 september 2014, NJ 2015, 179 m. nt. D.W.F. Verkade. 50 Spoor, Verkade & Visser, p.26. 51 Auteurswet artikel 2. 52 Spoor, Verkade & Visser, p. 28. 53 HR 2 juni 1990, NJ 1991, 377, 3.4. 20

In artikel 7 is opgenomen dat als het werk in dienst van een ander wordt verricht en de arbeid bestaat uit het maken van bepaalde werken van letterkunde, wetenschap of kunst, dan wordt de werkgever als maker aangemerkt. Er dient dus sprake te zijn van een dienstverband, dit kan privaatrechtelijk of publiekrechtelijk zijn. Het artikel geldt niet voor opdrachtnemers zoals freelancers en zzp ers. Er kan worden gesproken van een dienstverband als er een gezagsverhouding bestaat en er loon wordt betaald. 54 Tussen het maken van het werk en de dienstbetrekking dient een verband te bestaan. 55 Dat wil zeggen dat werken die zijn gemaakt door de maker, onder zijn taakomschrijving moeten vallen. De stewardess die onder haar werktijd bijvoorbeeld schilderijen maakt, blijft auteursrechthebbende. Het maken van schilderijen valt namelijk niet onder haar taakomschrijving, dat het gebeurd onder werktijd maakt hiervoor niet uit. Ook als de werkgever toestemming heeft verleend aan de stewardess, dan verkrijgt hij nog steeds geen auteursrecht. 56 Een uitzondering hierop is incidentele andere arbeid dat leidt tot een werk. 57 Als een werknemer op een incidentele opdracht of verzoek van de werkgever een boek schrijft onder werktijd, dan ligt het auteursrecht bij de werkgever. 58 Hiervoor dient de werkgever wel een wijziging van de inhoud van de arbeidsovereenkomst toe te passen en instemming van de werknemer verkrijgen. 59 Het is dus wel mogelijk om van dit artikel af te wijken als dit wordt overeengekomen. In een uitspraak van de rechtbank, wordt art. 7 Aw niet van toepassing geacht. 60 De auteur bleef in dit geval auteursrechthebbende en niet de universiteit. De rechter heeft in deze zaak geoordeeld dat indien er sprake is van zelfstandig wetenschappelijke arbeid, dit niet valt onder de werken zoals bedoeld in art. 7 Aw. Volgens Spoor, Visser en Verkade geeft het beroep op de academische vrijheid de mogelijkheid om art. 7 Aw onverbindend te verklaren. 61 4.3. Exploitatierechten In deze paragraaf worden de exploitatierechten besproken. De exploitatierechten kunnen worden onderverdeeld in de licentieovereenkomst, overdracht van het auteursrecht, verveelvoudiging en openbaarmaking. 4.3.1 Licentieovereenkomst De auteur die voldoet aan art. 1 Aw, kan op verschillende manieren gebruik maken van zijn exploitatierecht, bijvoorbeeld met een licentie. De maker (licentiegever) kan een ander toestemming geven tot openbaarmaking of verveelvoudiging voor een bepaalde tijd of op een bepaalde wijze, door middel van een licentie. 62 De licentienemer is afhankelijk van de maker om op te treden tegen inbreuk op het auteursrecht, omdat de maker auteursrechthebbende blijft. 63 Er zijn twee soorten licenties waar de maker gebruik van kan maken. Dit is de exclusieve licentie en de niet-exclusieve licentie. Een exclusieve licentie houdt in dat de licentienemer het alleenrecht krijgt 54 Spoor, Verkade & Visser, p. 40. 55 Van Lingen 2007, p.40. 56 Eck, Arbeidsrecht 2002, 66, p.2. 57 Spoor, Verkade & Visser, p. 43. 58 HR 19 januari 1951, NJ 1952, 37. 59 Spoor, Verkade & Visser, p.43. 60 Rb Arnhem 8 april 1993, BIE 1994, 74. 61 Spoor, Visser & Verkade, p. 46. 62 Van Lingen 2007 p.168. 63 Gielen e.a. 2014, p. 477. 21

van het werk tot openbaarmaking bijvoorbeeld. De exclusieve licentie dient met door middel van een akte te worden vastgelegd. 64 4.3.2 Overdracht van het auteursrecht De maker kan ook zijn auteursrecht of een gedeelte daarvan overdragen. Als de maker zijn recht overdraagt, dan heeft de rechtverkrijgende een absoluut recht. 65 De rechtverkrijgende kan dan met dit recht optreden tegen mensen die inbreuk maken op het auteursrecht dat hij verkregen heeft. Dit verkregen absoluut recht kan niet meer door de maker worden opgezegd. 66 De overdracht van auteursrecht moet door middel van een akte worden vastgelegd. Een voorbeeld van overdracht van het auteursrecht is tegen vergoeding aan een uitgever gedeeltelijk het auteursrecht over te dragen om bijvoorbeeld een roman van de maker te publiceren. De maker van het werk behoudt dan het recht om zelf later het werk te laten verfilmen. 4.3.3. Verveelvoudigen Verveelvoudigen betekent het maken van één of meer stoffelijke exemplaren waarin het werk is vastgelegd. 67 Hieronder valt bijvoorbeeld: het opslaan van tekst, geluid of beeld op een drager zoals een dvd of usb stick. Artikel 13 Aw geeft een niet limitatieve opsomming van activiteiten die als verveelvoudiging van werken gelden. Als een werk (publicatie) door een ander (een andere auteur) bijvoorbeeld van commentaar wordt voorzien, anders wordt ingedeeld of wordt geactualiseerd, dan is er sprake van een nieuw zelfstandig werk. 68 Als er dus een exacte kopie wordt gemaakt van het werk dan is er sprake van verveelvoudiging. 69 4.3.4. Openbaarmaking Het recht van openbaarmaking berust bij de auteursrechthebbende. 70 Openbaar maken is een ruim begrip dat staat voor iedere activiteit waarbij een werk voor het publiek toegankelijk wordt gemaakt. 71 Het openbaar maken kent twee vormen, namelijk: de materiële openbaarmaking en de immateriële openbaarmaking. Een materiële openbaarmaking is een stoffelijk voorwerp zoals een dvd in het maatschappelijk verkeer brengen. Een immateriële openbaarmaking is het toegankelijk maken van een boek op internet. Volgens de auteursrechtrichtlijn worden deze vormen van openbaar maken ook aangeduid als een mededeling aan het publiek. 72 Onder mededelingen vallen uitzendingen via de ether, kabel of satelliet en werken die beschikbaar zijn gesteld voor het publiek die door een op hen gekozen plaats en tijd toegankelijk zijn. 73 Het is dus voldoende om het werk alleen aan te bieden of toegang te verschaffen. Onder het begrip publiek wordt een onbepaald aantal potentiële ontvangers verstaan. 74 Het moet dus gaan om een groep die bestaat uit een vrij groot aantal personen, als het gaat om een groep die stabiel is of klein dan kan er niet worden gesproken van een mededeling aan het publiek. Een voorbeeld hierbij is een tandarts die muziek 64 Visser, Ami 2015, 3, p. 74. 65 Lingen 2007, p.169. 66 Gielen e.a. 2014, p. 477. 67 Gielen e.a. 2014, p.481. 68 Gielen e.a. 2014, p.483. 69 Gielen e.a. 2014, p.483. 70 Artikel 1 Aw 71 Gielen e.a. 2014, p. 25. 72 Gielen e.a. 2014, p.492. 73 Gielen e.a. 2014, p.492. 74 Gielen e.a. 2014, p. 493 22