JOBSTUDENTENFOLDER 2018 Inhoud 1. Overeenkomst voor tewerkstelling van studenten p. 1 2. Proefperiode en opzegging van je studentencontract p. 2 3. Loon p. 2 4. Ziekte of arbeidsongeval p. 4 5. Sociale Zekerheid p. 5 6. Kinderbijslag p. 6 7. Belastingen p. 6 8. Werken onder het statuut van zelfstandige p. 9 9. Studentenarbeid via een interimkantoor p. 9 10. Schoolverlater p. 10 11. Op zoek naar een studentenjob? p. 13 1. Overeenkomst voor tewerkstelling van studenten Een studentenovereenkomst is een overeenkomst specifiek voor studenten en moet enkele verplichte vermeldingen bevatten. Het gaat steeds om een overeenkomst van bepaalde duur die men makkelijk kan opzeggen. De maximumduur bedraagt twaalf maanden. Vanaf de dertiende maand wordt je contract automatisch als een gewone arbeidsovereenkomst voor arbeiders of bedienden beschouwd. 1 Ten laatste op de dag waarop je begint te werken, moet deze overeenkomst door beide partijen ondertekend worden: 1 exemplaar is bestemd voor de werkgever en 1 voor jezelf. Of je nu werkt voor 1 dag, 1 week of 1 maand: je moet steeds een contract krijgen! In principe moet iedereen die student in hoofdstatuut 2 is, tewerkgesteld worden met een studentencontract. Dit zowel tijdens het academiejaar als tijdens de zomervakantie, ook als er sociale zekerheidsbijdragen moeten betaald worden. Bovendien moet je een arbeidsreglement krijgen en hiervoor een verklaring voor ontvangst ondertekenen. Als je werkgever niet bereid is om iets op papier te zetten, of de overeenkomst geen begin- en einddatum of uurrooster vermeldt, zoek je best een andere job. Zwartwerk moet je vermijden. Het biedt je geen enkele juridische houvast: je bent niet verzekerd bij een arbeidsongeval en je loopt bovendien het risico op zware boetes! Bij zwartwerk betaal je geen sociale zekerheidsbijdragen en belastingen, maar als jobstudent ben je al grotendeels vrijgesteld van sociale zekerheidsbijdragen en al helemaal van belastingen. Waarom je dan op glad ijs begeven? 1 https://www.mysocialsecurity.be/student/nl/overeenkomst/moet-ik-een-overeenkomst-hebben.html 2 Een werkstudent is een student die in hoofdstatuut werknemer is en daarnaast (deeltijds) studeert. Deze student kan dus niet tewerkgesteld worden als jobstudent.
2. Proefperiode en opzegging van je studentencontract Wanneer je met een studentencontract begint te werken, geldt er een proefperiode van 3 dagen. Jij en je werkgever kunnen het contract tijdens die proefperiode beëindigen zonder opzegging of vergoeding. Tijdens deze proefperiode krijgen student en werkgever een zicht op de wederzijdse verwachtingen. Als één van beide partijen zich moeilijk kan vinden in deze verwachtingen, dan kan het contract redelijk vlug beëindigd worden. Zowel de student als de werkgever kan het contract opzeggen. Na je proefperiode kan één van beide partijen ook steeds de arbeidsovereenkomst opzeggen mits inachtneming van een opzegtermijn (zie kader hieronder). Een arbeidsovereenkomst kan uiteraard altijd bij wederzijds akkoord (in onderling akkoord of met wederzijdse toestemming) beëindigd worden. Als de werkgever of jijzelf de overeenkomst na de proefperiode wil opzeggen, dan gelden volgende opzegperioden 3 : Duur van de overeenkomst Opzegperiode werkgever Contract tot 1 maand 3 dagen 1 dag Contract langer dan 1 maand 7 dagen 3 dagen Opzegperiode student De opzegging gebeurt altijd schriftelijk. De begindatum en de duur van de opzegperiode moeten steeds worden vermeld. Als de opzegging door de werkgever gebeurt, kan dit enkel per aangetekende brief of per deurwaardersexploot. Een opzegging door de jobstudent kan per aangetekende brief, per deurwaardersexploot of door de opzegbrief zelf aan de werkgever te overhandigen. In dit laatste geval moet je er wel voor zorgen dat de werkgever jouw exemplaar tekent voor ontvangst. Als hij dit niet wil doen, stuur je best een aangetekend schrijven. In het geval je werkt met een studentenovereenkomst, gaat de opzeggingstermijn de maandag volgend op de week van betekening in (het aangetekend schrijven wordt geacht ontvangen te zijn de 3de werkdag na neerlegging bij de post). Concreet: een opzegging via een aangetekend schrijven, moet ten laatste op woensdag worden verstuurd om de volgende week in te gaan. In bepaalde sectoren gelden er andere opzegtermijnen, dus informeer je steeds goed. 3. Loon Er bestaat geen algemeen jobstudentenloon. Je hebt recht op een loon, dat voor jouw functie en leeftijd bepaald is in de sector waarin je werkt. Als de sector of het bedrijf geen specifieke loonregeling voorziet, heb je, als jobstudent, recht op het gewaarborgd minimumloon, in verhouding tot je leeftijd. 3 https://www.mysocialsecurity.be/student/nl/werken/overeenkomst/opzeg-door-student.html 2
De volgende tabel geeft een overzicht van de wettelijke bruto minimum maand- en uurlonen die gelden sinds 1 juni 2017 4 : Leeftijd % Maandloon Uurloon (38u/week) 21 jaar en ouder 100 1 562.59 9.49 20 jaar 94 1 468.83 8.92 19 jaar 88 1 375.07 8.35 18 jaar 82 1 281.32 7.78 17 jaar 76 1 187.56 7.21 16 jaar 70 1 093.81 6.64 Wat je netto overhoudt, hangt af van het percentage solidariteitsbijdrage/sociale zekerheidsbijdrage en of je bedrijfsvoorheffing betaalt (zie verder: rubriek sociale zekerheid). Wat houd je netto over? Berekeningswijze normale Nettoloon Brutoloon - 13,07 % (RSZ) = (bruto)belastbaar - bedrijfsvoorheffing = nettoloon Berekening normale nettobelastbaar inkomen Brutoloon (voll. jaar) - 13,07 % (RSZ) = (bruto)belastbaar - beroepskosten = nettobelastbaar Berekeningswijze nettoloon jobstudent (max. 475 uren) Brutoloon - 2,71 % (sol.bijdrage) = (bruto)belastbaar = nettoloon Brutoloon Het loon vermeld op je contract. Brutobelastbaar Je loon na afhouding van de solidariteitsbijdrage en/of sociale zekerheidsbijdragen (RSZ). Je vindt dit terug als belastbaar loon op je loonbrief. Bedrijfsvoorheffing Voorschot op de belastingen, dat afgehouden wordt door de werkgever en doorgestort wordt aan de FOD Financiën. Beroepskosten Kosten die je maakt om je beroep uit te oefenen (speciale kledij, vervoer, enz.), doorgaans forfaitair vastgesteld (bedragen 2018): 30% EUR met een max. forfaitaire aftrek van 4.720 EUR. Nettobelastbaar Brutobelastbaar beroepskosten Als er een wettelijke feestdag (er zijn er 10) in de periode van jouw contract valt, dan moet je deze ook uitbetaald krijgen. Valt de feestdag op een zondag of op een dag dat je niet werkt, dan legt men deze feestdag op een activiteitsdag. Heb je gewerkt op een feestdag? Dan heb je recht op inhaalrust die tijdens de arbeidsuren opgenomen mag worden, binnen de zes weken die op de feestdag volgen. Voor de feestdagen die voorkomen na het einde van de arbeidsovereenkomst of van de prestaties, bestaat er een bijzondere behandeling van het loon dat varieert in functie van de duur van de tewerkstelling: 4 http://www.vdab.be/campus/overeenkomst.shtml#1 en in bovenstaande brochure op p. 21 3
minder dan 15 dagen: er is geen enkele bezoldiging van de feestdagen die voorkomen na het einde van de arbeidsovereenkomst of van de prestaties; van 15 dagen tot een maand, zonder onderbreking toe te schrijven aan de werknemer: de werkgever is verplicht om de bezoldiging te betalen voor de feestdagen die voorkomen tijdens de 14 dagen die volgen op het einde van de overeenkomst of de tewerkstellingsperiode; meer dan een maand, zonder onderbreking die toe te schrijven is aan de werknemer: de werkgever is verplicht om de bezoldiging te betalen voor alle feestdagen die voorkomen tijdens de 30 dagen die volgen op het einde van de arbeidsovereenkomst of de tewerkstellingsperiode. 4. Ziekte of arbeidsongeval Een studentenjob verandert doorgaans niets aan je statuut. Ben je ten laste van je ouders in de ziekteverzekering, dan blijft dit zo. Als je veel werkt, kan het echter interessant zijn je zelf in te schrijven als loontrekkende bij het ziekenfonds. Je betaalt dan wel een ledenbijdrage, maar daar tegenover staat dat je bv. ook een vervangingsinkomen verkrijgt bij ziekte. Het ziekenfonds kan je hierover meer informatie bezorgen. Bij ziekte verwittig je best zo snel mogelijk je werkgever. Binnen de twee dagen moet je hem een medisch attest bezorgen. Weet je niet meteen aan wie je dit attest moet afgeven? In het arbeidsreglement vind je de juiste info hierover terug. Vanaf het moment dat je langer dan 1 maand in dienst bent, heb je recht op gewaarborgd loon gedurende 14 dagen. Het gewaarborgd loon begint te lopen vanaf dag 1. Wanneer je langer dan 7 dagen ziek bent, kan de werkgever je wel ontslaan mits het uitbetalen van de wettelijke opzegvergoeding (= verbrekingsvergoeding). Er zijn 2 mogelijkheden voor de betaling van het gewaarborgd loon: Voor de student-arbeider of de student-bediende die in proefperiode is of van wie de overeenkomst gesloten is voor bepaalde tijd of voor een duidelijk bepaald werk van minder dan 3 maanden, zal de werkgever geen gewaarborgd loon moeten betalen als de student nog geen maand in dienst is. Na deze periode van een maand dienst, zal de werkgever een gewaarborgd loon moeten betalen gedurende 14 dagen. In geval van ziekte van minder dan 14 ononderbroken dagen, wordt de carensdag (d.w.z. de eerste dag arbeidsongeschiktheid die samenvalt met een arbeidsdag) niet vergoed. Voor de student-bediende met een arbeidsovereenkomst van ten minste 3 maanden die niet meer in de proefperiode zit, zal de werkgever een gewaarborgd maandloon moeten betalen. Voor deze groep studenten wordt geen enkele carensdag toegepast. Een arbeidsongeval is een ongeval tijdens het werk of op de weg van en naar het werk. Als slachtoffer van een arbeidsongeval, heb je meteen recht op een uitkering. Verwittig dus onmiddellijk je werkgever en ziekenfonds. Alle kosten van verzorging en/of vergoeding voor (blijvende) letsels, worden door de verzekering betaald. Je werkgever is immers verplicht om een verzekering tegen arbeidsongevallen af te sluiten. 4
5. Sociale Zekerheid De algemene regel stelt dat zowel een werknemer, dus ook een student die werkt, als zijn werkgever sociale zekerheidsbijdragen (RSZ-bijdragen) moeten betalen op het loon. De normale RSZ-bijdrage voor de werknemer bedraagt 13,07% op het brutoloon. Is er een RSZafhouding van je loon, dan open je een aantal rechten, die deze bijdrage compenseren. Je krijgt onder meer vakantiegeld en soms ook andere financiële voordelen (eindejaarspremie, werkbonus, enz.). Je bent dan niet gebonden aan een strikte beperking van het aantal uren dat je mag werken (zie verder). Studenten die veel (moeten) werken ondervinden weinig of geen nadeel aan het betalen van de RSZ-bijdragen. Studentenarbeid kan onder bepaalde voorwaarden vrijgesteld worden van de normale RSZ-bijdragen en slechts onderworpen zijn aan een solidariteitsbijdrage. Er moet dan een overeenkomst zijn voor tewerkstelling van studenten en de student kan maximaal 475 uren per kalenderjaar werken met een solidariteitsbijdrage. Werken en slechts een solidariteitsbijdrage betalen op het loon, levert vooral financieel voordeel op voor de werkgever, omdat de loonkost voor hem een stuk lager is dan bij een gewone tewerkstelling. Als student krijg je dus een pakket van 475 arbeidsuren aan een voordelig tarief. Let op! Enkel de uren die je echt hebt gewerkt, tellen als uren. De uren voor feestdagen en betaalde ziektedagen tellen niet mee voor je totaal van 475 uren. Voor jobstudenten geldt een solidariteitsbijdrage van 2,71% voor de student en 5,42% voor de werkgever als wordt voldaan aan álle volgende voorwaarden: de student werkt met een overeenkomst voor tewerkstelling van studenten; de student werkt maximaal 475 uren bij alle werkgevers samen. Opdat de solidariteitsbijdrage van toepassing zou zijn, mag je niet meer dan 475 uren werken. Vanaf het 476 ste uur moet de werkgever waar je op dat ogenblik tewerkgesteld bent en moeten alle eventuele volgende werkgevers in dat kalenderjaar de gewone RSZ-bijdragen inhouden op je loon, maar verwerf je ook alle voordelen van de sociale zekerheid (zoals vakantiegeld). Op de website student@work 5 van de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid (RSZ) kan je het aantal gewerkte uren tijdens het lopende kalenderjaar raadplegen met behulp van je elektronische identiteitskaart of je federaal token. Het resterende saldo is steeds actueel aangezien de Dimonaaangiftes van de werkgever quasi online in het systeem geregistreerd worden. Je kan een attest afprinten waarop het aantal resterende dagen vermeld staan en je kan dit overhandigen aan je huidige werkgever. Onder bepaalde voorwaarden kan je naast de 475 uren nog werken als gelegenheidswerker waarbij er geen of minder sociale zekerheid wordt ingehouden: occasionele arbeid (een beperkte tewerkstelling van sport- en speelpleinmonitoren (maximum 25 dagen/jaar bij één of meerdere werkgevers); gelegenheidswerknemer in de horeca (maximum 50 dagen); seizoensarbeid (maximum aantal dagen per jaar afhankelijk van de sector bij één of meerdere werkgevers). 5 Deze vind je terug op www.mysocialsecurity.be/student/nl/over-student-at-work 5
De combinatie van bv. speelpleinmonitor voor 25 dagen en 475 u met studentenovereenkomst kan dus perfect. Let op! Je hoeft niet eerst je studentencontingent van 475 uren te benutten alvorens aan de slag te gaan als gelegenheidswerker of werknemer met normale RSZ-bijdragen. Conclusie: je mag meer dan 475 uren werken zonder nadelige gevolgen voor jou. 6. Kinderbijslag Om je kinderbijslag te behouden speelt het geen rol hoeveel je verdient of met welk soort overeenkomst je werkt. Enkel het aantal uren dat je werkt, is van belang. Je mag niet meer dan 240 uur per kwartaal werken. Als je toch meer dan 240u per kwartaal werkt, stopt de kinderbijslag. Een student behoudt zijn recht op kinderbijslag tijdens de zomervakantie als het recht op kinderbijslag tijdens het 2de kwartaal niet geschorst werd omwille van een niet-toegelaten activiteit of tijdens de maand juni omwille van een niet-toegelaten sociale uitkering en als de studies niet werden stopgezet. Concreet : - De student stopt zijn studies in februari maar laat zich niet uitschrijven recht op kinderbijslag voor het volledig academiejaar. - De student is tewerkgesteld voor meer dan 240 uren tijdens het 1ste kwartaal geen recht op kinderbijslag na het 1ste kwartaal aangezien de kwartaalnorm overschreden werd. - Het recht op kinderbijslag werd niet geschorst tijdens het 2de kwartaal recht op kinderbijslag blijft behouden en in de zomervakantie en mag men onbeperkt werken. Let op! Tijdens de zomervakantie (derde kwartaal of de zomermaanden juli, augustus en september) zijn er geen beperkingen op het aantal uren dat je werkt, met uitzondering van je laatste zomervakantie (afstudeerjaar) want dan geldt de 240-urenregel. Het aantal uren dat de student uitbetaald krijgt, wordt gecontroleerd via de RSZ-aangifte door de werkgever. 7. Belastingen Het loon dat de jobstudent verdient, kan gevolgen hebben voor de belastingen van de ouders én van de student zelf. Het inkomen uit arbeid van de student wordt nooit bij het inkomen van de ouders gevoegd. a. Fiscaal ten laste? Ouders krijgen een belastingvermindering voor de kinderen die fiscaal ten laste zijn. Voor het inkomstenjaar 2018 is een kind fiscaal ten laste als het op 1 januari 2019 bij de ouders gedomicilieerd is en de nettobestaansmiddelen van het kind in 2018 niet hoger zijn dan 3.270 EUR. Voor kinderen ten laste van fiscaal alleenstaande ouders wordt dit bedrag opgetrokken tot 4.720 EUR. 6
b. Berekening nettobestaansmiddelen Het bedrag van de nettobestaansmiddelen is niet hetzelfde als wat je netto uitbetaald krijgt. Via volgende stappen kan je de nettobestaansmiddelen berekenen: 1) Tel het belastbaar loon dat je verdiende met een studentencontract en het belastbaar inkomen verdiend met het statuut student-zelfstandige op. Trek van dit bedrag 2 720 af. 2) Tel het belastbaar loon dat je verdiende met een ander contract en het belastbaar inkomen als zelfstandige (zonder het statuut van student-zelfstandige) op. 3) Tel 1 en 2 samen en trek van dit bedrag 20% af met een minimum van 450. = Tussentotaal A Tel je werkloosheidsuitkering, ziekte-uitkering, leefloon,... op. Trek van dit bedrag 20% af. = Tussentotaal B Tel het alimentatiegeld, dat voor jou wordt betaald, op. De eerste 3 270 tel je niet mee. Trek van dit bedrag 20% af. = Tussentotaal C A + B + C = nettobestaansmiddelen Voorbeeld Belastbaar loon met studentencontract + belastbaar inkomen als student-zelfstandige wat je hebt verdiend bovenop 2 720 + Belastbaar loon met ander contract of inkomsten als zelfstandige Gehuwde ouders/ wettelijk samenwonende ouders 3 700-2 720 = 980 Fiscaal alleenstaande ouder 3 700-2 720 = 980 + 2 150 + 2 150 = (bruto)belastbaar 3 130 3 130-20% forfaitaire aftrek (minimum 450) - 626-626 = nettobestaansmiddelen 2 504 2 504 Onderhoudsuitkering wat je hebt verkregen bovenop 3 270 4 000-3 270 7
= 730 80% van 730 = 584 = nettobestaansmiddelen 2 504 2 504 + 584 = 3 088 In beide gevallen blijft de student fiscaal ten laste. Als kind van gehuwde ouders wordt de grens van 3.270 EUR nettobestaansmiddelen niet overschreden. Als kind van een fiscaal alleenstaande ouder ontvangt de student een onderhoudsuitkering, maar blijft hij/zij onder de grens van 4.720 EUR. c. Belastingvermindering voor ouders Als je nettobestaansmiddelen hoger liggen dan de eerder vermelde grensbedragen, dan ben je niet meer fiscaal ten laste en zullen je ouders voor jou geen belastingvermindering krijgen. Onderstaande tabel geeft een indicatie van de maximale belastingvermindering: Evolutie aantal kinderen ten laste Gehuwde/wettelijk samenwonende ouder Fiscaal alleenstaande ouder van 1 naar 0 404.50 878.50 van 2 naar 1 744 782 van 3 naar 2 1 900 2 020 van 4 naar 3 2 289 2 386 van 5 naar 4 2 529 2 529 en volgende 2 529 2 529 d. Zelf belastingen betalen Niet fiscaal ten laste zijn, betekent niet dat je automatisch zelf belastingen moet betalen. Je moet pas belastingen betalen als je nettobelastbaar inkomen van 2018 hoger is dan 7.730 EUR. Je betaalt enkel belastingen op het gedeelte boven dit bedrag. Let op! Alimentatiegelden worden vanaf een bepaalde grens voor 80% meegerekend. Als er bedrijfsvoorheffing werd ingehouden en het jaarinkomen blijkt lager dan 7.730 EUR nettobelastbaar, dan wordt de bedrijfsvoorheffing, na controle van de belastingdiensten, volledig aan jou terugbetaald. Wanneer er slechts een solidariteitsbijdrage van het loon werd afgehouden, en er geen bedrijfsvoorheffing werd ingehouden, kan er ook geen bedrijfsvoorheffing worden teruggestort. Omrekening van brutobelastbaar loon naar nettobelastbaar inkomen Brutobelastbaar 8 500 8
Beroepskosten - 2 550 (30% met max. van 4720 EUR tenzij men werkt met werkelijke beroepskosten); Nettobelastbaar = brutobelastbaar beroepskosten 5 950 e. Belastingbrief invullen Studenten die zelf een inkomen verwierven, moeten dit afzonderlijk aangeven en niet bij het inkomen van de ouders voegen. De meeste studenten krijgen een aangifteformulier automatisch opgestuurd omdat zij ouder dan 18 jaar zijn of al een tewerkstelling achter de rug hebben. Wie dit formulier niet ontvangt, moet dit zelf aanvragen voor 1 juni van het aanslagjaar aan de bevoegde belastingdienst en dit terugsturen uiterlijk 30 juni van het aanslagjaar. De werkgever is verplicht een fiscale fiche 281.10 op te sturen waarop alle gegevens staan die nodig zijn om de belastingbrief in te vullen. Deze fiche vermeldt het belastbare inkomen met verwijzing naar bepaalde rubrieknummers. Die nummers corresponderen met de nummers van het aangifteformulier, het volstaat dus om op de overeenkomende plaats de juiste bedragen in te vullen. 8. Werken onder het statuut van zelfstandige Als student kan je in bepaalde situaties tewerkgesteld worden als 'zelfstandige'. In dat geval verleen je diensten tegen betaling aan een opdrachtgever zonder gebonden te zijn door een arbeidsovereenkomst. Je moet minstens 18 jaar oud zijn om als zelfstandige te kunnen werken. Je ontvangt een bruto-inkomen en moet je zelf aansluiten bij een erkend sociaal verzekeringsfonds (voor bijdragen van sociale zekerheid) en een erkend ziekenfonds. Je moet ook zelf instaan voor de betalingen aan de belastingen. Sinds 1 januari 2017 is er een nieuw statuut student-zelfstandige hierdoor betaal je voordeligere bijdragen dan wanneer je zelfstandige in bijberoep of zelfstandige in hoofdberoep bent. Je kan dit statuut aanvragen als: - je minstens tussen de 18 en 25 jaar bent; - je ingeschreven bent voor minstens 27 studiepunten met het oog op het behalen van een diploma; - je tegelijkertijd een beroepsbezigheid uitoefent als zelfstandige. Je vraagt het statuut van student-zelfstandige aan bij het Ondernemingsloket. Voldoe je niet aan de voorwaarden om student-zelfstandige te worden, dan kan je nog steeds een zelfstandig beroep uitoefenen. Voordelen m.b.t. het sociaal statuut van student-zelfstandige: De student zelfstandige geniet van een bijzonder regime voor de sociale zekerheidsbijdragen. - Je moet geen sociale bijdragen betalen als je nettobelastbaar jaarinkomen lager is dan 6.775.25 EUR (bedrag 2018). 9
- Je betaalt een verminderde bijdrage van20,5% op het gedeelte van het inkomen tussen 6.775.24 EUR en 13.550.50 EUR (bedrag 2018). - Is je nettobelastbaar inkomen in 2018 hoger dan 13.550.50 EUR dan betaal je, zoals elke zelfstandige in hoofdberoep, sociale bijdragen op je volledige inkomen als zelfstandige. De student-zelfstandige heeft recht op terugbetaling gezondheidszorg en tijdens de periodes waarvoor de student bijdragen betaalt (ook verminderde bijdragen) heeft de student recht op arbeidsongeschiktheid, invaliditeit en moederschapsverlof. Voordelen m.b.t. het fiscaal statuut : De loontrekkende student (jobstudent) en de student-zelfstandige worden voor de berekening van de personen ten laste gelijkgesteld. Let op! Werk je als zelfstandige, dan ben je niet gebonden door een arbeidsovereenkomst en kan ook de arbeidsrechtbank niet tussenkomen bij eventuele geschillen tussen jou en je opdrachtgever. Je staat er dus vaak alleen voor. Vaak laten studenten zich ook verblinden door het (in theorie) hoge winstpercentage van zelfstandige arbeid. Toch moet je ook rekening houden met de sociaaljuridische en fiscale gevolgen van zelfstandige arbeid. Je kunt voor meer info zeker terecht bij één van de vele sociaal secretariaten voor zelfstandigen of vergaar informatie via www.rsvz-inasti.fgov.be/nl. 9. Studentenarbeid via een uitzendkantoor Werken via een uitzendkantoor is bij veel studenten populair. Het is perfect mogelijk en wettig dit te doen. Je kan zelfs met een studentencontract bij verschillende uitzendkantoren werken. Werken via een uitzendkantoor biedt je ook voordelen. Het belangrijkste is zeker en vast dat je als student niet zelf op zoek moet gaan naar een job, maar dat het uitzendkantoor dit in jouw plaats doet. Op die manier kan je dus makkelijk een bijverdienste tijdens het jaar vinden. Toch moet je soms oppassen: de uitzendkantoren werken vaak met een dag- of weekcontract waardoor je minder werkzekerheid hebt dan een jobstudent met een traditioneel maandcontract; uitzendkantoren mogen ook geen opeenvolgende dagcontracten aanbieden, tenzij de aard van het werk dit rechtvaardigt; tenzij anders overeengekomen, worden de eerste 3 dagen van je eerste uitzendcontract als proefperiode beschouwd; het mag niet dat voor dezelfde functie, dezelfde werkpost bij dezelfde werkgever een nieuwe proefperiode wordt toegevoegd ingeval van opeenvolgende arbeidsovereenkomsten; bij problemen met de werkgever, moet het uitzendkantoor onmiddellijk een andere interimopdracht vinden bij ontslag. Een gouden tip: schrijf je in bij zoveel mogelijk uitzendkantoren en ga geregeld langs. Zo vergroot je immers je kans op het vinden van een gepaste studentenjob. 10. Schoolverlater Zitten je studies er op? Schrijf je dan zo snel mogelijk bij de VDAB in als werkzoekende schoolverlater. Elke schoolverlater moet immers een beroepsinschakelingstijd van 12 maanden 10
doorlopen alvorens recht te hebben op een uitkering. Tijdens deze periode moet je beschikbaar zijn voor de arbeidsmarkt, maar mag je niet meer werken met een arbeidsovereenkomst voor studenten. Als je tijdens je beroepsinschakelingstijd opnieuw begint te studeren, vervalt meestal de reeds doorlopen beroepsinschakelingstijd. Heb je de beroepsinschakelingstijd volledig voltooid en hervat je daarna je studies, dan moet je deze nadien niet meer opnieuw doorlopen. Let op! Ben je na het doorlopen van de beroepsinschakelingstijd ouder dan 25 jaar, dan heb je geen recht op een uitkering. Een inschrijving als werkzoekende levert volgende belangrijke voordelen op: je kunt gratis beroep doen op de diensten van de VDAB bij het zoeken naar werk (bv. een sollicitatietraining volgen); je kunt bijkomende VDAB-opleidingen volgen (www.vdab.be); je CV wordt gratis verspreid bij een groot aantal werkgevers; je komt in aanmerking voor bepaalde tewerkstellingsmaatregelen; je sociale rechten blijven gevrijwaard (kinderbijslag, ziekteverzekering, enz.); je ontvangt vacatures op maat. Stop je met studeren op 30 juni of in de juli-zittijd? Dan kan je tijdens de zomermaanden (juli t.e.m. september) nog werken met een studentenovereenkomst van maximum 475 uren aan een solidariteitsbijdrage van 2,71%. Tijdens de vakantieperiode kan je dus nog een studentenjob aannemen en deze zal je beroepsinschakelingstijd niet verlengen. Na 1 oktober kan je niet meer werken met een arbeidsovereenkomst voor studenten. De beroepsinschakelingstijd bedraagt 12 maanden, ongeacht je leeftijd, en begint te lopen vanaf 1 augustus. Je kan je wel al inschrijven vanaf januari van het jaar waarin je zal afstuderen. Op die manier zal je CV al verspreid worden als je deze hebt ingevoerd in de databank. Werk je in augustus of september als jobstudent, dan loopt je beroepsinschakelingstijd normaal door vanaf 1 augustus. Dus werk je nog in augustus en schrijf je je als werkzoekende in september in, dan tellen deze dagen al mee als beroepsinschakelingstijd. Stop je met studeren tijdens het academiejaar en ben je uitgeschreven? Dan kan je niet meer tewerkgesteld worden tegen verlaagde sociale zekerheidsbijdragen. Begin je in juli al voltijds te werken als gewone werknemer, dan tellen de gewerkte dagen al mee voor je beroepsinschakelingstijd. Dit is niet het geval als je in juli werk verricht als jobstudent. Begin je deeltijds te werken als gewone werknemer, dan moet je ook zeker melden dat je ingeschreven wil blijven als werkzoekende voor een voltijdse job. Dit is zeer belangrijk want anders telt je beroepsinschakelingstijd maar deeltijds. Let op! Wanneer je langer dan vier weken in het buitenlandse stage loopt of vrijwilligerswerk in het buitenland verricht, ben je niet langer beschikbaar voor de arbeidsmarkt en kan je beroepsinschakelingstijd verlengd worden. Als je kan aantonen dat je buitenlands avontuur je latere kansen op werk echt vergroot, is het mogelijk dat je beroepsinschakelingstijd toch gewoon blijft doorlopen. In juli, augustus en september mag je maximaal 240 uur werken om de kinderbijslag te behouden, ook al ben je ingeschreven als werkzoekende. Om na de zomervakantie nog kinderbijslag te 11
ontvangen, moet je ingeschreven zijn en blijven bij de VDAB als werkzoekende. Je hebt recht op maximaal 360 dagen kinderbijslag als werkzoekende schoolverlater zolang je geen 25 jaar bent en je inkomen niet hoger is dan 541.09 bruto /maand. Als je jonger dan 25 jaar bent, blijf je verzekerd via de ziekte- en invaliditeitsverzekering van je ouders zolang je nog studeert of in je beroepsinschakelingstijd zit. Eenmaal je die doorlopen hebt of je hebt werk gevonden, moet je zelf aansluiten bij de mutualiteit. Let op! Je hebt enkel recht op tegemoetkomingen als je voldoende sociale bijdragen hebt betaald. (Studenten)arbeid na je studies tijdens de maanden juli, augustus, september Heb je je studies beëindigd en doe je in de zomervakantie van je laatste studiejaar nog een studentenjob die enkel aan de solidariteitsbijdrage is onderworpen (de 'studentenarbeid met vrijstelling van RSZ'), dan tellen de arbeidsdagen na 31 juli mee voor de beroepsinschakelingstijd. M.a.w.: de studentenarbeid die je verricht in de maanden augustus en/of september telt mee als beroepsinschakelingstijd. De regel dat de studentenarbeid met vrijstelling van RSZ verricht na 31 juli meetelt als beroepsinschakelingstijd geldt: - Zelfs als je op het moment van de tewerkstelling nog niet bent ingeschreven als werkzoekende. Voorbeeld: na het beëindigen van je studies werk je in juli en augustus met vrijstelling van RSZ en je schrijft je pas in september in als werkzoekende. De beroepsinschakelingstijd begint te lopen in september en wordt ingekort met het aantal dagen dat je in augustus hebt gewerkt. - Alleen als je op het moment van de tewerkstelling je studies hebt beëindigd. Voorbeeld: je werkt in juli en augustus met vrijstelling van RSZ en neemt in september deel aan de tweede zittijd. De beroepsinschakelingstijd begint te lopen in september; de tewerkstelling in de zomervakantie heeft geen invloed op de duur van je beroepsinschakelingstijd. Heb je je studies beëindigd en werk je tijdens de maanden juli, augustus of september met inhouding van de gewone sociale zekerheidsbijdage van 13,07%, dan tellen alle arbeidsdagen mee voor de beroepsinschakelingstijd, dus ook de dagen gepresteerd vóór 31 juli. Ga je, na het beëindigen van je studies, aan de slag als zelfstandige in hoofdberoep, dan tellen alle dagen (behalve de zondagen) mee voor de beroepsinschakelingstijd. Dat geldt bijvoorbeeld ook als je bent ingeschreven bij de balie als advocaat-stagiair. Arbeid na de zomervakantie Na de zomervakantie kan je als schoolverlater tijdens de beroepsinschakelingstijd niet meer werken met een arbeidsovereenkomst voor tewerkstelling van studenten. Arbeidsdagen in loondienst en de dagen waarin je gevestigd bent als zelfstandige in hoofdberoep tellen mee voor de beroepsinschakelingstijd. 12
Je doet er goed aan om je na iedere tewerkstelling tijdens de beroepsinschakelingstijd opnieuw in te schrijven als werkzoekende. Vergeet zeker niet om je C4 te vragen. Denk er ook aan dat de RVA je bij het verstrijken van de beroepsinschakelingstijd kan sanctioneren wanneer zou blijken dat je tijdens de beroepsinschakelingstijd zelf een einde maakte aan een tewerkstelling. 11. Op zoek naar een studentenjob? Surf dan naar volgende website: https://www.vdab.be/jos 'JOS' staat voor JObStudentensysteem, een innoverend project van de studentenvoorzieningen van de hogescholen en universiteiten van Brussel en Vlaanderen, in samenwerking met de VDAB. Via JOS krijg je toegang tot alle vacatures ingevoerd door alle deelnemende onderwijsinstellingen, bedrijven en de VDAB. Voor bijkomende informatie en advies kan je terecht bij de medewerkers van de sociale dienst van STUVO+ (www.stuvoplus.be/sociale-dienst). Andere interessante website voor studentenjobs : http://www.deltaworx.eu/ http://student.be/ Andere interessante bronnen met sociaal juridische informatie : www.centenvoorstudenten.be http://www.werk.belgie.be https://www.mysocialsecurity.be/student/ Laatste wijzigingen : 31 mei 2018 13