1. Inkomende documenten - 1804



Vergelijkbare documenten
Subsidieregeling jeugdzorg Zuid-Holland 2013

1. Inkomende documenten

Paragraaf 1 Algemene bepalingen Artikel 1 Begripsbepalingen

WORDT (vetgedrukte tekst zijn wijzigingen)

Gedeputeerde Staten van de provincie Zuid-Holland. gelet op artikel 3 van de Algemene subsidieverordening Zuid-Holland 2013;

Subsidieregeling bevorderen intergemeentelijke samenwerking Zuid-Holland 2015

SUBSIDIEREGELING BEVORDEREN INTERGEMEENTELIJKE SAMENWERKING ZUID-HOLLAND 2017

Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland; Gelet op artikel 3 van de Algemene subsidieverordening Zuid-Holland 2013;

gelet op artikel 3 van de Algemene subsidieverordening Zuid-Holland 2013;

Subsidieverordening Zorgaanbieders Jeugdzorg provincie Limburg 2005

Gedeputeerde Staten van Noord-Holland;

Gedeputeerde Staten. Stichting Werelderfgoed Kinderdijk t.a.v. het bestuur Overwaard AT KINDERDIJK

Provinciaal blad van Noord-Brabant

overwegende dat het wenselijk is de Subsidieverordening jeugdzorg Noord-Holland 2006 te actualiseren;

de Subsidieverordening jeugdzorg Noord-Holland 2007 als volgt te wijzigen:

h. innovatie: het ontwikkelen en in de praktijk beproeven van nieuwe en het verbeteren van jeugdzorg; gevestigde zorgaanbieder;

Gedeputeerde Staten. Gemeente Goeree-Overflakkee t.a.v. het college van burgemeester en wethouders Postbus AA MIDDELHARNIS

Gedeputeerde Staten. Natuur en Milieufederatie Zuid-Holland T.a.v. het bestuur Bezuidenhoutseweg AW DEN HAAG

provincie HOLLAND ZUID

CVDR. Nr. CVDR94351_1. Subsidieverordening jeugdzorg Drenthe. Inhoud HOOFDSTUK 1, INLEIDENDE BEPALINGEN

Nadere regels subsidieverstrekking gemeente Medemblik 2014

PROVINCIAAL BLAD. vast te stellen de Subsidieregeling gedragsbeïnvloeding verkeersveiligheid Fryslân:

Subsidieregeling impulsgelden cultuur Noord-Brabant

1 7 SEP, 2009 GWM Paraaf Provinciesecretaris 17 augustus 2009

PROVINCIAAL BLAD. Dit besluit treedt in werking op de eerste dag na bekendmaking in het Provinciaal Blad en werkt terug tot en met 1 januari 2019.

1 9 JUN Paraaf Provinciesw^ewm

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Onderwerp Samenwerkingsovereenkomst m.b.t. opdracht verdienmodellen Parkschap Nationaal Park De Biesbosch

Provinciaal blad. Gedeputeerde Staten van Noord-Holland;

vast te stellen de Subsidieregeling stimulering projecten sociale huur Fryslân:

Overwegende dat het wenselijk is dat kinderen en jongeren tot en met 18 jaar gestimuleerd worden voor gezond en duurzaam eten te kiezen;

Provinciaal blad van Noord-Brabant

a. Europeeslnationaallprovinciaal wettelijk en beleidskader

PROVINCIAAL BLAD. Rectificatie Twaalfde wijzigingsregeling Subsidieregeling hedendaagse cultuur Noord-Brabant

Aan Van Datum Onderwerp Zaaknummer

Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant, Gelet op artikel 2 van de Algemene subsidieverordening Noord-Brabant;

Naam regeling: Algemene Subsidieverordening gemeente Zundert Citeertitel: Algemene Subsidieverordening gemeente Zundert 2011

GEDEPUTEERDE STATEN VAN FRYSLÂN EN DE COMMISSARIS VAN DE KONINGIN IN DE PROVINCIE FRYSLÂN,

Vierde wijzigingsregeling Subsidieregeling MKB innovatiestimulering topsectoren Zuid-Nederland 2015

Gelet op artikel 2 van de Algemene subsidieverordening Noord-Holland 2011;

STADSREGIO AMSTERDAM ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING

ZUID HOLLAND. provincie. Voordracht aan Provinciale Staten. van Gedeputeerde Staten. Provinciale Staten van Zuid-Holland,

MmoMm O 9 NOV STAPEN

Provinciaal blad van Noord-Brabant

Besluit van Provinciale Staten van Noord-Holland van 26 september 2011, tot vaststelling van de Algemene subsidieverordening Noord-Holland 2011.

PROVINCIAAL BLAD VAN LIMBURG 2012/2

PROVINCIAAL BLAD. Tweede wijzigingsregeling Subsidieregeling energie Noord-Brabant

BM NGEKOMFN 1 9 OKT Verzenddatum 1.J. UiVi. I. U -J - Geheim Nee. Paraaf Provinciesecretaris

Subsidieregeling streeknetwerken Noord-Brabant 2013

Gedeputeerde Staten. Bt projects t.a.v. de directie Koningin Wilhelminalaan 17A 3818 HN AMERSFOORT

A. ALGEMENE BEPALINGEN

Algemene Subsidieverordening Zuid-Holland. Besluit incidentele subsidie voor de waterbodemsanering Kralingse Plas te Rotterdam

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van C. van Viegen (PvdD) (d.d. 2 februari 2010) Nummer Aan de leden van Provinciale Staten

gelet op de Algemene wet bestuursrecht, de Provinciewet en de Gemeenschappelijke regeling Samenwerkingsverband Noord-Nederland;

Verordening Subsidie Innovatie Jeugdzorg De raad van de gemeente Maasdriel,

SUBSIDIEREGELING IMPULS BUURTHUIS VAN DE TOEKOMST DEN HAAG 2015

SUBSIDIEREGELING ENERGIEBESPARING BESTAANDE BOUW PARTICULIEREN 2009

PROVINCIAAL BLAD. Zesde wijzigingsregeling Subsidieregeling natuur Noord-Brabant

INGEKOMEN 0 8 DEC Verzenddatum - 8 DEC Paraaf Provinciesecretaris

Kaderverordening subsidies provincie Groningen Hoofdstuk 1: Begripsbepalingen en algemene bepalingen

^'vx.^x^ HOLLAND ZUID

PROVINCIAAL BLAD VAN LIMBURG 2012/12

PROVINCIAAL BLAD. Artikel 143 en 145 van de Provinciewet en artikel 4:23, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht;

Subsidieregeling abortusklinieken

PROVINCIAAL BLAD VAN LIMBURG 2010/85

Gelet op: Artikel 143 en 145 van de Provinciewet en artikel 4:23, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht;

SUBSIDIEREGELING MAATSCHAPPELIJKE COÖPERATIE DEN HAAG Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Den Haag,

PROVINCIAAL BLAD VAN LIMBURG 2012/1

Gelet op artikel 2 en artikel 15 van de Algemene subsidieverordening Provincie Noord-Brabant;

Kaderverordening subsidies provincie Groningen 1998

SML A Mil 20 Sf. HOLLAND pzn-2oo9-4oi 234( )

PROVINCIAAL BLAD. Gelet op artikel 2 van de Algemene subsidieverordening Noord-Brabant;

Subsidieregeling natuur en samenleving Noord-Brabant

Subsidieregeling transformatie jeugdzorg Noord-Brabant 2013

Hminuten. Paraaf Provinciesecretaris. Telefoon

Gelet op het bepaalde in de artikelen 147 en 149 van de Gemeentewet en titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht;

Provinciaal blad van Noord-Brabant

Subsidieregeling infrastructuur professionele kunsten Noord-Brabant

PROVINCIAAL BLAD. Hoofdstuk 2 Natuur- en landschapsbeheer binnen een natuurterrein

Subsidieregeling Kinderopvang gemeente Haren 2018

PROVINCIAAL BLAD VAN FRYSLAN

Model Subsidieregeling kinderopvang

STATEN. Bij wachtende cliënten jeugdzorg wordt onderscheid gemaakt tussen "bruto" wachtenden en "netto" wachtenden (Vervolgonderzoek Bijlage 2):

Controleprotocol ten behoeve van de verantwoording van de subsidie

Uitgegeven: 12 februari , no. 11 PROVINCIAAL BLAD VAN FRYSLAN

HOLLAND ZUID - 7 FEB. 20U. Gedeputeerde Staten

Gelet op artikel 2 van de Algemene subsidieverordening Noord-Holland 2011;

Provinciaal blad van Noord-Brabant

ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING GEMEENTE MAASTRICHT 2015

SUBSIDIEREGELING INNOVATIEVE ENERGIEPROJECTEN BESTAANDE BOUW WONINGCORPORATIES 2012

PROVINCIAAL BLAD BESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN TOT WIJZIGING VAN DE SUBSIDIEREGELING ASBEST ERAF ZONNEPANELEN EROP ZUID-HOLLAND

Algemene Subsidieregeling 2008

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Algemeen Subsidiereglement stichting Fonds voor Cultuurparticipatie

1 9 JUN 2Ü13. Paraaf Provincieseojwaris. Voorstel van GS aan PS: kennisnemen van bijgaande stukken op basis van de actieve informatieplicht

gemeente Eindhoven Het college van burgemeester en wethouders van Eindhoven,

Gelet op artikel 3 van de Algemene subsidieverordening Zuid-Holland 2013;

Provinciaal blad 2013, 14

Verordening van Provinciale Staten van de provincie Noord-Brabant houdende regels omtrent subsidie (Algemene subsidieverordening Noord-Brabant)

PROVINCIAAL BLAD. Subsidieplafond 2016 behorend bij Subsidieregeling MKB innovatiestimulering topsectoren Zuid- Holland

Bij brief van 25 juli 2012 hebt u ons voorgesteld bovenstaande activiteiten over twee fasen te verdelen, alsvolgt:

Transcriptie:

Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 1 van 42 Gedeputeerde Staten Directie Leefbaarheid en Bestuur Afdeling Samenleving en Economie Contact L. Bergs T 070-441 8614 l.bergs@pzh.nl provincie HOLLANO ZUID Postadres Provinciehuis Postbus 90602 2509 LP Den Haag T 070-441 66 11.zuid-holland.nl Samenwerkingsorgaan Holland Rijnland ta.v. het bestuur Postbus 558 2300 AN LEIDEN Datum 2 2 lu t @C13 Ons kenmerk PZH-2013-4122101 15 Uw kenmerk Bijlagen 1 Onderwerp Subsidieregeling jeugdzorg Zuid-Holland 2013 Geacht bestuur, Op 18 juni 2013 hebben wij de Subsidieregeling jeugdzorg Zuid-Holland 2013 vastgesteld. Deze regeling treedt 1 juli 2013 in werking. De subsidieregeling inclusief bijlagen is gepubliceerd in het Provinciaal blad van Zuid-Holland. Een afschrift van deze publicatie is als bijlage toegevoegd. De huidige Algemene subsidieverordenîng is vernieuwd door de vaststelling van het Rijksbreed subsidiekader (RSK). Dit subsidiekader uniformeed en vereenvoudigt de regels voor de uitvoering en veran oording van alle rijkssubsidies. De uitgangspunten van het RSK zijn Bezoekadres vastgelegd in de nieuwe Algemene subsidieverordening (Asv 2013). Zuid-Hollandplein 1 2596 Aw Den Haag Door de Asv 2013 verliest de huidige subsidieregeling zijn werking, waarover wij u schriftelijk op 24 april 2013 hebben ge'l'nformeerd. Hierdoor zijn wij genoodzaakt een nieuwe subsidieregeling vast te Tram 9 en de buslijnen Stellen. 90, 385 en 386 stoppen Met de subsidieregeling wordt uitvoering gegeven aan de doelen zoals opgenomen in het dichtbij het rovincîehuls, vanaf Beleidskader Jeugdzorg 2013-2016 en het Uitvoeringsprogramma Jeugdzorg 2013. P station Den Haag CS is het tien minuten Iopen. De parkeerruimte voor. De belannri'jkste wi'lzinincen voor u ziln onnenomen in hoofdstuk 3: auto's is beperkt.. Artikel 54: de projectsubsidie wordt geheel of gedeeltelijk geweigerd indien sprake is van een bestemmingsresewe of een voorziening',. Adikel 56: projectsubsidie van minder dan f 5.000 wordt niet verstrekt; ZK K. Artikel 57: er vindt een rangschikking plaats van de projectsubsidieaanvragen op volgorde van datum van binnenkomst. I *

Scan nummer 1 van 1 -Scan a ina 2 van 42 provincie HOLLAND ZUID Ons kenmerk PZH-2013-41221 0115 Wij vertrouwen erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Hoogachtend, Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, secretaris, voorzitter, mw. drs. JAM. Hilgersom J. Franssen Bijlagen: Subsidieregeling jeugdzorg Zuid-Holland 2013 2/2

Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 3 van 42 Provinciaal blad 108 Uitgegeven 19 JUNI 2013 Provinciaal blad van Zuid-Holland 108 SUBSIDIEREGELING JEUGDZORG ZUID-HOLLAND 2013 Gedeputeerde Staten van de provincie Zuid-Holland, gelet op artikel 3 van de Algemene subsidieverordening Zuid-Holland 2013', ove egende dat Gedeputeerde Staten het uitoefenen van activiteiten op het terrein van jeugdzorg wil stimuleren in de provincie Zuid-Holland om de taken uit de Wet op de jeugdzorg uit te kunnen Voeren; Besluiten: Vast te stellen de ''Subsidieregeling jeugdzorg Zuid- Holland 2013'' Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1 Bejripsbepalingen In deze regellng wordt verstaan onder: a. Asv: Algemene subsidieverordening Zuid-Holland 201 3., b. bekostigingseenheid: kleinste eenheid van zorg, zijnde het aantal uren contacttijd, het aantal dagen verblijf of het aantal trajecten obse atiediagnostiek, van belang voor de bekostiging van jeugdzorg en onderdeel van het overzicht, zoals opgenomen in bijlage 1., Provinciaal blad van Zuid-Holland beleidskader jeugdzorg: eenmaal in de vierjaren door Provinciale Staten vastgesteld plan, als bedoeld in artikel 31, van de wet; d. buitenlands zorgaanbod: zorgprogramma's voor jeugdîgen uitgevoerd in Ianden van de Europese Economische Ruimte anders dan Nederland, onder verantwoordelijkheid van een in Nederland gevestigde jeugdzorgaanbieder', e. bestemmingsrese e: tot het eigen vermogen behorend afgezonderd vermogensbestanddeel dat gevormd is voor het realiseren van een vooraf bepaald specifiek doel; f. bezoldiging: som van de beloning, de sociale verzekeringspremies, de belastbare vaste en variabele vergoedingen en de beloningen betaalbaar op termijn, als bedoeld in de Wet normering bezoldiginj topfunctionarissen publieke en semipublleke sector' 2 g. cliënt: jeujdige, zijn ouders of stlefouders of anderen dle de jeugdige als behorend 108 tot hun gezin verzorgen en opvoeden; h. gecombineerde zorg: intersectorale samenwerking tussen Iokale, provinciale jeugdzorg, Jeugd-GGz en Jeugd-LvB; i. innovatie: ontwikkelen en in de praktijk beproeven van niquwe en het verbeteren van bestaande methoden, werkvormen ofsubsidieregeling JEUGDZORG hulpmiddelen ten behoeve van het functioneren van de Stichting Bureau Jeugdzorg Zuid-Holland en van jeugdzorgaanbieders waarop ingevolge de wet aanspraak bestaat; ZUID-HOLLAND 2013 j. jeugdige: persoon als bedoeld in artikel 1, eerste Iid, van de wet; k. Jeugd-LVB: Jeugd Licht Verstandelijk Beperktenzorg, als bedoeld in het uitvoeringsprogramma jeugdzorg; jeugdzorgaanbieder: natuurlijke persoon of rechtspersoon die jeugdzorg verleent aan Gedeputeerde Zuid- Staten van de provincie Zuid-Holland, Hollandse jeugdigen waarop ingevolge de wet aanspraak bestaat; m. Getsbare jongeren: jongeren die tot een risicogroep behoren zoals tienermoeders en daken thuisloze jongeren, benoemd in het Hoofdlijnenakkoord 201 1-2015 van Gedeputeerde Staten; gelet op artikel 3 van de Algemene n. overheidsbijdrage voor arbeidskostenontwikk ling: bijdrage ten behoeve van gestegen arbeidskosten die ter beschikking subsidieverordening Zuid-Holland 2013; : wordt gesteld aan de subsidleontvangers, indien en voor zover hiervoor door het Rijk middelen ter beschikking worden gesteld. o. padiculiere jeugdzorgaanbieder: aanbieder van jeugdzorg die geen directe subsidierelatie onderhoudt met de provincie en wordtoverwegende dat Gedeputeerde Staten het econtracteerd door provinciaal ge nancierde F Jeugdzorgaanbieders voor het Ieveren van zorg in het kader van de wet; uitoefenen van activiteiten op het terrein van p. producten: producten van de Stichting Bureau Jeugdzorg Zuid-Holland', q. regio: samenwerkingsverband als bedoeld in de jeugdzorg wil stimuleren in de provincie Zuid-Holland Wet gemeenschappelijke regelingen', r. risicoreserve: tot het eigen vermogen behorend afgezonderd vermogensbestanddeel, gevormd uit het exploitatieoverschot uit jaren met om een de taken uit de Wet op de jeugdzorg uit te kunnen positief exploitatieresultaat om eventuele exploitatietekoden in volgende jaren op te Vangen; s. Stichting Bureau Jeugdzorg Zuid-Holland: voeren; stichting als bedoeld in artikel 4, eerste Iid, van de wet; subsidiabele kosten: kosten die noodzakelijk en adequaat zijn voor het bereiken van het doel waarvoor subsidie wordt verstrekt; u. transitie van de jeugdzorg: stelselwijziging van de jeugdzorg, waarbij gemeenten verantwoordelijk Besluiten: worden voor de planninj en nanciering van de jeugdzorg: de gesloten Jeugdzorg, de geestelijke gezondheldszorg voor jeugdigen, de zorg voor jeugd met een Iicht verstandelijke beperking, de jeugdbescherming en de jeugdreclassering', v. uitvoeringsprogramma jeugdzorg: jaarlijks door Gedeputeerde Staten vastgesteld plan, als Provinciaal blad 108 Uitgegeven 19 JUNI 2013 Vast te stellen de "Subsidieregeling jeugdzorg Zuid Holland 2013" Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel1 Begripsbepalingen In deze regeling wordt verstaan onder: a. Asv: Algemene subsidieverordening Zuid-Holland 2013; b. bekostigingseenheid: kleinste eenheid van zorg, zijnde het aantal uren contacttijd, het aantal dagen verblijf of het aantal trajecten observatiediagnostiek, van belang voor de bekostiging van jeugdzorg en onderdeel van het overzicht, zoals opgenomen in bijlage 1; c. beleidskader jeugdzorg: eenmaal in de vier jaren door Provinciale Staten vastgesteld plan, als bedoeld in artikel 31, van de wet; d. buitenlands zorgaanbod: zorgprogramma's voor jeugdigen uitgevoerd in landen van de Europese Economische Ruimte anders dan Nederland, onder verantwoordelijkheid van een in Nederland gevestigde jeugdzorgaan bieder; e. bestemmingsreserve: tot het eigen vermogen behorend afgezonderd vermogensbestanddeel dat gevormd is voor het realiseren van een vooraf bepaald specifiek doel; f. bezoldiging: som van de beloning, de sociale verzekeringspremies, de belastbare vaste en variabele vergoedingen en de beloningen betaalbaar op termijn, als bedoeld in de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector; g. cliënt: jeugdige, zijn ouders of stiefouders of anderen die de jeugdige als behorend tot hun gezin verzorgen en opvoeden; h. gecombineerde zorg: intersectorale samenwerking tussen lokale, provinciale jeugdzorg, Jeugd-GGZ en Jeugd-L VB; i. innovatie: ontwikkelen en in de praktijk beproeven van nieuwe en het verbeteren van bestaande methoden, werkvormen of hulpmiddelen ten behoeve van het functioneren van de Stichting Bureau Jeugdzorg Zuid-Holland en van jeugdzorgaanbieders waarop ingevolge de wet aanspraak bestaat; j. jeugdige: persoon als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de wet; k. Jeugd-LVB: Jeugd Licht Verstandelijk Beperktenzorg, als bedoeld in het uitvoeringsprogramma jeugdzorg; I. jeugdzorgaanbieder: natuurlijke persoon of rechtspersoon die jeugdzorg verleent aan Zuid Hollandse jeugdigen waarop ingevolge de wet aanspraak bestaat; m. kwetsbare jongeren: jongeren die tot een risicogroep behoren zoals tienermoeders en daken thuisloze jongeren, benoemd in het Hoofdlijnenakkoord 2011-2015 van Gedeputeerde Staten; n. overheidsbijdrage voor arbeidskostenontwikkeling: bijdrage ten behoeve van gestegen arbeidskosten, die ter beschikking wordt gesteld aan de subsidieontvangers, indien en voor zover hiervoor door het Rijk middelen ter beschikking worden gesteld. o. particuliere jeugdzorgaanbieder: aanbieder van jeugdzorg die geen directe subsidierelatie onderhoudt met de provincie en wordt gecontracteerd door provinciaal gefinancierde jeugdzorgaanbieders voor het leveren van zorg in het kader van de wet; p. producten: producten van de Stichting Bureau Jeugdzorg Zuid-Holland; q. regio: samenwerkingsverband als bedoeld in de Wet gemeenschappelijke regelingen; r. risicoreserve: tot het eigen vermogen behorend afgezonderd vermogensbestanddeel, gevormd uit het exploitatieoverschot uit jaren met een positief exploitatieresultaat om eventuele exploitatietekorten in volgende jaren op te vangen; s. Stichting Bureau Jeugdzorg Zuid-Holland: stichting als bedoeld in artikel 4, eerste lid, van de wet; t. subsidiabele kosten: kosten die noodzakelijk en adequaat zijn voor het bereiken van het doel waarvoor subsidie wordt verstrekt; u. transitie van de jeugdzorg: stelselwijziging van de jeugdzorg, waarbij gemeenten verantwoordelijk worden voor de planning en financiering van de jeugdzorg, de gesloten jeugdzorg, de geestelijke gezondheidszorg voor jeugdigen, de zorg voor jeugd met een licht verstandelijke beperking, de jeugdbescherming en de jeugd reclassering; v. uitvoeringsprogramma jeugdzorg: jaarlijks door Gedeputeerde Staten vastgesteld plan, als

Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 4 van 42 2 Uitgegeven 19 JUNI 2013 bedoeld in de wet, voor de uitvoering van het beleidskader jeugdzorg; W. VedrOUWenSPerSOOn.' VOdrOUWOnSperSOOn ais bedoeld in artikel 1, eerste Iid, van de wet; x. voorziening: tot het vreemde vermogen behorend afgezonderd vermogensbestanddeel, gevormd voor het afdekken van kwantificeerbare risico's en verplichtingen tegenover derden. y. wet: Wet op de jeugdzorg. Hoofdstuk 2 Boekjaarsubsidie Paragraaf 1 Stichting Bureau Jeugdzorg Zuid- Holland Artikel 2 Subsidiabele activiteiten en prestatie 1. Subsidie kan worden verstrekt voor het instandhouden van één bureau jeugdzorg in de provincie door een stichting voor de uitvoering van doelen en taken, als bedoeld in de wet. 2. Subsidie, als bedoeld in het eerste Iid, 2 wordt verstrekt in de vorm van een boekjaarsubsidie. 3. De activiteit, bedoeld in het eerste Iid, Ieidt tot het bestaan van één bureau jeugdzorg ten behoeve van de jeugdzorg in de provincie Zuid-Holland met inachtneming van adikel 2 van de wet. 4. De overheidsbijdrage voor arbeidskostenontwikkeling is bij subsidies, bedoeld in het eerste Iid, van toepassing. Artikel 3 Doelgroep Subsidie, als bedoeld in adikel 2, wordt uitsluitend verstrekt aande Stichting Bureau Jeugdzorg Zuid- Holland. Artikel 4 Weigeringsgronden In aanvullinj op adikel 11 van de Asv, wordt subsidie, als bedoeld In adikel 2, geheel of gedeeltelijk geweigerd indien de Stichting Bureau Jeugdzorg Zuid-Holland een bestemmingsrese e of voorziening heeft, dan wel een subsidie ontvangt voor de uitvoering van hetàelfde product in hetzelfde jaar als waarvoor de subsidie is aangevraagd. Artikel 5 Subsidievereisten Om voor subsidie, als bedoeld in artikel 2, in aanmerking te komen, wordt voldaan aan de volgende vereisten: a. de te Ieveren activiteiten dragen bij aan de uitvoering van doelen en taken zoals bedoeld in de wet. b. de te leveren activiteiten dragen bij aan de uitvoering van het beleidskaderjeugdzorg en uitvoeringsprogramma jeugdzorg. Artikel 6 Verplichtingen van de Stichting Bureau Jeugdzorg Zuid-Holland In aanvulling op de artikelen 18 en 19 van de Asv, worden aan de Stichting Bureau Jeugdzorg Zuid- Holland de volgende verplichtingen opgelegd: a. op ieder moment geeft de administratie een betrouwbaar beeld van het functioneren van de organisatie en voldoet aan artikel 5, derde Iid, van de Regeling bekostiginjjeugdzorg. Hiertoe moet de registratie minlmaal voldoen aan de voljende voo aarden: 1 de clièntregistratie en rappodage zijn conform de wettelijke vereiste beleidsinformatie en de Kwadaalrappodage jeugdzorg Zuid- Holland; 2 de financiële registratie is gespeci ceerd op afzonderlijke producten of bekostigingseenheden. b. op verzoek van Gedeputeerde Staten informatie verstrekken vanuit de cliëntregistratie', c. een door Gedeputeerde Staten aangewezen derde volledige inzage geven in de administratie, zodat deze kan vaststellen of de registratie voldoet aan de gestelde voorschriften, als bedoeld in onderdeel a; d. voldoen aan de door Gedeputeerde Staten voorgeschreven kwaliteitscedi cering Harmonisatie Kwaliteitsbeoordeling in de Zorgsedor; e. alle medewerkers beschikken over een actuele Verklarinj Omtrent het Gedrag; f. beleid voeren gerlcht op het voorkomen van seksueel misbruik binnen instellingen en pleeggezinnen', g. voor het vormen van een voorziening of bestemmingsrese e ten Iaste van de door Gedeputeerde Staten verstrekte subsidie is een onderbouwd, schriftelijk verzoek om instemming nodig voor het einde van het boekjaar waarin wordt ingegaan op nut, noodzaak, duur, opbouw en besteding; h. voor het inzetten van een voorziening of bestemmingsrese e, als bedoeld in onderdeel g, is schriftelijk verzoek om instemming nodig voor het einde van het boekjaar waarin wordt ingegaan op nut, noodzaak en besteding; i. een voorziening voor groot onderhoud mag slechts worden gevormd en aangehouden indien deze gebaseerd is op een meerjarig onderhoudsplan. Dit onderhoudsplan dient minimaal eens per drie jaar voorgelegd te worden aan de Gedeputeerde Staten voor instemming. De voorziening voor groot onderhoud dient toéreikend te zijn. Artikel 7 Financiële veran oording Als aanvulling op artikel 23 van de Asv, wordt de financiële verantwoording van de Stichting Bureau Jeugdzorg Zuid-Holland opgesteld conform het Controleprotocol jeugdzorg, zoals opgenomen in bijlage 5. bedoeld in de wet, voor de uitvoering van het beleidskader jeugdzorg; w. vertrouwenspersoon: vertrouwenspersoon als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de wet; x. voorziening: tot het vreemde vermogen behorend afgezonderd vermogensbestanddeel, gevormd voor het afdekken van kwantificeerbare risico's en verplichtingen tegenover derden. y. wet: Wet op de jeugdzorg. Hoofdstuk 2 Boekjaarsubsidie Paragraaf 1 Stichting Bureau Jeugdzorg Zuid Holland Artikel 2 Subsidiabele activiteiten en prestatie 1. Subsidie kan worden verstrekt voor het instandhouden van één bureau jeugdzorg in de provincie door een stichting voor de uitvoering van doelen en taken, als bedoeld in de wet. 2. Subsidie, als bedoeld in het eerste lid, wordt verstrekt in de vorm van een boekjaarsubsidie. 3. De activiteit, bedoeld in het eerste lid, leidt tot het bestaan van één bureau jeugdzorg ten behoeve van de jeugdzorg in de provincie Zuid-Holland met inachtneming van artikel 2 van de wet. 4. De overheidsbijdrage voor arbeidskostenontwikkeling is bij subsidies, bedoeld in het eerste lid, van toepassing. Artikel 3 Doelgroep Subsidie, als bedoeld in artikel 2, wordt uitsluitend verstrekt aande Stichting Bureau Jeugdzorg Zuid Holland. Artikel 4 Weigeringsgronden In aanvulling op artikel 11 van de Asv, wordt subsidie, als bedoeld in artikel 2, geheel of gedeeltelijk geweigerd indien de Stichting Bureau Jeugdzorg Zuid-Holland een bestemmingsreserve of voorziening heeft, dan wel een subsidie ontvangt voor de uitvoering van hetzelfde product in hetzelfde jaar als waarvoor de subsidie is aangevraagd. Artikel 5 Subsidievereisten Om voor subsidie, als bedoeld in artikel 2, in aanmerking te komen, wordt voldaan aan de volgende vereisten: a. de te leveren activiteiten dragen bij aan de uitvoering van doelen en taken zoals bedoeld in de wet. b. de te leveren activiteiten dragen bij aan de uitvoering van het beleidskader jeugdzorg en uitvoeringsprogramma jeugdzorg. Artikel 6 Verplichtingen van de Stichting Bureau Jeugdzorg Zuid-Holland In aanvulling op de artikelen 18 en 19 van de Asv, worden aan de Stichting Bureau Jeugdzorg Zuid Holland de volgende verplichtingen opgelegd: a. op ieder moment geeft de administratie een betrouwbaar beeld van het functioneren van Uitgegeven 19 JUNI 2013 de organisatie en voldoet aan artikel 5, derde lid, van de Regeling bekostiging jeugdzorg. Hiertoe moet de registratie minimaal voldoen aan de volgende voorwaarden: 1 o de cliëntregistratie en rapportage zijn conform de wettelijke vereiste beleidsinformatie en de Kwartaalrapportage jeugdzorg Zuid Holland; 2 de financiële registratie is gespecificeerd op afzonderlijke producten of bekostigingseenheden. b. op verzoek van Gedeputeerde Staten informatie verstrekken vanuit de cliëntregistratie; c. een door Gedeputeerde Staten aangewezen derde volledige inzage geven in de administratie, zodat deze kan vaststellen of de registratie voldoet aan de gestelde voorschriften, als bedoeld in onderdeel a; d. voldoen aan de door Gedeputeerde Staten voorgeschreven kwaliteitscertificering Harmonisatie Kwaliteitsbeoordeling in de Zorgsector; e. alle medewerkers beschikken over een actuele Verklaring Omtrent het Gedrag; f. beleid voeren gericht op het voorkomen van seksueel misbruik binnen instellingen en pleeggezinnen; g. voor het vormen van een voorziening of bestemmingsreserve ten laste van de door Gedeputeerde Staten verstrekte subsidie is een onderbouwd, schriftelijk verzoek om instemming nodig voor het einde van het boekjaar waarin wordt ingegaan op nut, noodzaak, duur, opbouw en besteding; h. voor het inzetten van een voorziening of bestemmingsreserve, als bedoeld in onderdeel g, is schriftelijk verzoek om instemming nodig voor het einde van het boekjaar waarin wordt ingegaan op nut, noodzaak en besteding; i. een voorziening voor groot onderhoud mag slechts worden gevormd en aangehouden indien deze gebaseerd is op een meerjarig onderhoudsplan. Dit onderhoudsplan dient minimaal eens per drie jaar voorgelegd te worden aan de Gedeputeerde Staten voor instemming. De voorziening voor groot onderhoud dient toereikend te zijn. Artikel 7 Financiële verantwoording Als aanvulling op artikel 23 van de Asv, wordt de financiële verantwoording van de Stichting Bureau Jeugdzorg Zuid-Holland opgesteld conform het Controleprotocol jeugdzorg, zoals opgenomen in bijlage 5.

Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 5 van 42 Uitgegeven 19 JUNI 2013 3 Artikel 8 Reserve 1. Op boekjaarsubsidies, als bedoeld in artikel 2, is adikel 36, tweede, derde en vierde Iid van de Asv, niet van toepassing. 2. Gedeputeerde Staten kunnen Stichting Btlreau Jeugdzorg Zuid-Holland desgevraagd op basis van een risicoanalyse toestaan een risicorese e aan te houden tot een maximum van 10% van de in datjaar door Gedeputeerde Staten verleende boekjaarsubsidie. 3. Naast de in het tweede Iid bedoelde reserves kunnen Gedeputeerde Staten Stichting Bureau Jeugdzorg Zuid-Holland desgevraagd toestaan niet bestede subsidies aan te houden voor de afronding van de gesubsidieerde activiteiten in het volgend boekjaar. Indien de aangehouden middelen niet worden ingezet conform subsidievoo aarden, zal tot terugvordering worden overgegaan. 4. Bij de vaststelling van de subsidie, als bedoeld in artikel 2, wordt het maximaal verleende subsidiebedrag verminderd met de reserves die de door de Gedeputeerde Staten toegestane reserves te boven gaan. Artikel 9 Aanvraag tot vaststelling 1. In afwijking van artikel 29, tweede lid, van de Asv, dient de Stichting Bureau Jeugdzorg Zuid- Holland uiterlijk 1 juni van het jaar, volgend op het boekjaar waarvoor subsidie is verleend, de aanvraag in tot vaststelling van de subsidie. 2. De aanvraag tot subsidievaststelling van de Stichting Bureau Jeugdzorg Zuid-Holland voor de subsidies, bedoeld in adikel 2, geeft de verantwoording per taak, gespecificeerd naar het aantal gerealiseerde producten en de daadwerkelijke kostprijs voor welke deze producten zijn uitgevoerd, dan wel gespeci ceerd naar de gemaakte kosten voor de taak welke niet direct gerelateerd is aan een product. 3. De Stichtinj Bureau Jeugdzorg Zuid-Holland dient in de Inhoudelijke of financiële verantwoordinj verslag te doen van: a. de bezoldlging van een bestuurder, directeur of medewerker indien deze in een jaar meer bedraagt dan het maximum bepaald, als bedoeld in adikel 10., b. geplande (deslinvesteringen', c. geplande nieuwbouw en de doorlooptijd van het nieuwbouwproject', d. het cliëntenbeleid, waaronder de wijze waarop invulling wordt gegeven aan cliëntenfeedback, vedrouwenspersoon, medezejgenschap en klachtenbehandeling', e. het beleld gericht op het voorkomen van seksueel misbruik binnen instellingen en pleejgezinnen. 4. De Stichtlng Bureau Jeugdzorg Zuid-Holland dient bij waardering van de vastgoedpositie de ontvangen subsidies op de verkrijgingsprijs van activa in mindering te brengen. Artikel 10 Vas telling boekjaarsubsidie 1. De boekjaarsubsidie van de Stichting Bureau Jeugdzorg Zuid-Holland, welke op basis van het aantal producten en de vastgestelde prijs is verleend, wordt vastgesteld op basis van het daadwerkelijke aantal producten in het desbetreffende boekjaar, tot het maximum zoals opgenomen in de beschikking waarmee de boekjaarsubsidie is verleend, met uitzondering van de boekjaarsubsidie bestemd voor het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling. 2. De boekjaarsubsidie voor een taak welke niet direct te koppelen is aan het aantal producten wordt over het jaar vastgesteld op basis van de daadwerkelijk voor deze taak gemaakte kosten tot het maximale bedrag zoals vastgelegd in de beschikking waarmee de boekjaarsubsidie is verleend. 3. Gedeputeerde Staten kunnen de boekjaarsubsidie van de Stichting Bureau Jeugdzorg Zuid-Holland Iager vaststellen, indien de bezoldiging van een bestuurder, directeur of medewerker in een jaar meer bedraagt dan 100% van het brutosalaris van een minister, verhoogd met: a. sociale-verzekeringspremies', b. (belaste) onkostenvergoeding', c. beloningen betaalbaar op termijn. Artikel 11 Bevoorschotting en betaling 1. Het voorschot voor subsidies, als bedoeld in artikel 12, bedraagt maximaal 100% van het voor dat boekjaar verleende subsidiebedrag. 2. Het voorschot wordt op basis van prestaties, besteding en Iiquiditeitsbehoefte in termijnen uitgekeerd waarvan de hoogte en de tijdstippen in de beschikking tot subsidieverlening worden bepaald. Paragraaf 2 Jeugdzorgaanbieders Artikel 12 Subsidiabele activiteiten en prestatie 1. Subsidie kan worden verstrekt voor activiteiten aan jeugdzorgaanbieders binnen de doelen en taken zoals bedoeld in de wet. 2. Subsidie, als bedoeld in het eerste Iid, wordt verstrekt in de vorm van een boekjaarsubsidie. 3. De adiviteit, bedoeld in het eerste lid, Ieidt tot de uitvoering van bekostigingseenheden. 4. De overheidsbijdrage voor arbeidskostenontwikkeling is bij subsidies, bedoeld in het eerste Iid, van toepassing. Artikel 13 Doelgroep Subsidie, als bedoeld in adikel 12, wordt uitsluitend verstrekt aan jeugdzorgaanbieders, zoals opgenomen in het uitvoeringsprogramma jeugdzorg. Artikel 14 Weigeringsgronden In aanvulling op artikel 11 van de Asv, wordt subsidie, als bedoeld in artikel 12, geheel of gedeeltelijk geweigerd indien de jeugdzorgaanbieder een Uitgegeven 19 JUNI 2013 Artikel 8 Reserve 1. Op boekjaarsubsidies, als bedoeld in artikel 2, is artikel 36, tweede, derde en vierde lid van de Asv, niet van toepassing. 2. Gedeputeerde Staten kunnen Stichting Bureau Jeugdzorg Zuid-Holland desgevraagd op basis van een risicoanalyse toestaan een risicoreserve aan te houden tot een maximum van 10% van de in dat jaar door Gedeputeerde Staten verleende boekjaarsubsidie. 3. Naast de in het tweede lid bedoelde reserves kunnen Gedeputeerde Staten Stichting Bureau Jeugdzorg Zuid-Holland desgevraagd toestaan niet bestede subsidies aan te houden voor de afronding van de gesubsidieerde activiteiten in het volgend boekjaar. Indien de aangehouden middelen niet worden ingezet conform subsidievoorwaarden, zal tot terugvordering worden overgegaan. 4. Bij de vaststelling van de subsidie, als bedoeld in artikel 2, wordt het maximaal verleende subsidiebedrag verminderd met de reserves die de door de Gedeputeerde Staten toegestane reserves te boven gaan. Artikel 9 Aanvraag tot vaststelling 1. In afwijking van artikel 29, tweede lid, van de Asv, dient de Stichting Bureau Jeugdzorg Zuid Holland uiterlijk 1 juni van het jaar, volgend op het boekjaar waarvoor subsidie is verleend, de aanvraag in tot vaststelling van de subsidie. 2. De aanvraag tot subsidievaststelling van de Stichting Bureau Jeugdzorg Zuid-Holland voor de subsidies, bedoeld in artikel2, geeft de verantwoording per taak, gespecificeerd naar het aantal gerealiseerde producten en de daadwerkelijke kostprijs voor welke deze producten zijn uitgevoerd, dan wel gespecificeerd naar de gemaakte kosten voor de taak welke niet direct gerelateerd is aan een product. 3. De Stichting Bureau Jeugdzorg Zuid-Holland dient in de inhoudelijke of financiële verantwoording verslag te doen van: a. de bezoldiging van een bestuurder, directeur of medewerker indien deze in een jaar meer bedraagt dan het maximum bepaald, als bedoeld in artikel 10; b. geplande (des)investeringen; c. geplande nieuwbouw en de doorlooptijd van het nieuwbouwproject; d. het cliëntenbeleid, waaronder de wijze waarop invulling wordt gegeven aan cliëntenfeedback, vertrouwenspersoon, medezeggenschap en klachtenbehandeling; e. het beleid gericht op het voorkomen van seksueel misbruik binnen instellingen en pleeggezinnen. 4. De Stichting Bureau Jeugdzorg Zuid-Holland dient bij waardering van de vastgoedpositie de ontvangen subsidies op de verkrijgingsprijs van activa in mindering te brengen. Artikel 10 Vaststelling boekjaarsubsidie 1. De boekjaarsubsidie van de Stichting Bureau Jeugdzorg Zuid-Holland, welke op basis van het aantal producten en de vastgestelde prijs is verleend, wordt vastgesteld op basis van het daadwerkelijke aantal producten in het desbetreffende boekjaar, tot het maximum zoals opgenomen in de beschikking waarmee de boekjaarsubsidie is verleend, met uitzondering van de boekjaarsubsidie bestemd voor het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling. 2. De boekjaarsubsidie voor een taak welke niet direct te koppelen is aan het aantal producten wordt over het jaar vastgesteld op basis van de daadwerkelijk voor deze taak gemaakte kosten tot het maximale bedrag zoals vastgelegd in de beschikking waarmee de boekjaarsubsidie is verleend. 3. Gedeputeerde Staten kunnen de boekjaarsubsidie van de Stichting Bureau Jeugdzorg Zuid-Holland lager vaststellen, indien de bezoldiging van een bestuurder, directeur of medewerker in een jaar meer bedraagt dan 100% van het brutosalaris van een minister, verhoogd met: a. sociale-verzekeringspremies; b. (belaste) onkostenvergoeding; c. beloningen betaalbaar op termijn. Artikel 11 Bevoorschotting en betaling 1. Het voorschot voor subsidies, als bedoeld in artikel12, bedraagt maximaal100% van het voor dat boekjaar verleende subsidiebedrag. 2. Het voorschot wordt op basis van prestaties, besteding en liquiditeitsbehoefte in termijnen uitgekeerd waarvan de hoogte en de tijdstippen in de beschikking tot subsidieverlening worden bepaald. Paragraaf 2 Jeugdzorgaanbieders Artikel12 Subsidiabele activiteiten en prestatie 1. Subsidie kan worden verstrekt voor activiteiten aan jeugdzorgaanbieders binnen de doelen en taken zoals bedoeld in de wet. 2. Subsidie, als bedoeld in het eerste lid, wordt verstrekt in de vorm van een boekjaarsubsidie. 3. De activiteit, bedoeld in het eerste lid, leidt tot de uitvoering van bekostigingseenheden. 4. De overheidsbijdrage voor arbeidskostenontwikkeling is bij subsidies, bedoeld in het eerste lid, van toepassing. Artikel13 Doelgroep Subsidie, als bedoeld in artikel 12, wordt uitsluitend verstrekt aan jeugdzorgaanbieders, zoals opgenomen in het uitvoeringsprogramma jeugdzorg. Artikel14 Weigeringsgronden In aanvulling op artikel 11 van de Asv, wordt subsidie, als bedoeld in artikel 12, geheel of gedeeltelijk geweigerd indien de jeugdzorgaanbieder een 3

Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 6 van 42 4 Uitgegeven 19 JUNI 2013 bestemmingsresewe of voorziening heeft, dan wel een subsidie ontvangt voor de uitvoering van dezelfde bekostigingseenheid in hetzelfde jaar als waarvoor de subsidie is aangevraagd. Artikel 15 Subsidievereisten O b idie als bedoeld in artikel 12 in m voor su s, aanmerking te komen, wordt voldaan aan de volgende vereisten: a. de te Ieveren activiteiten dragen bij aan de uitvoering van de doelen en taken zoals bedoeld in de wet; b. de te Ieveren activiteiten dragen bij aan de uitvoering van het beleidskaderjeugdzorg en uitvoeringsprogramma jeugdzorg. Artikel 16 Buitenlands en padiculier jeugdzorgaanbod 4 1. Gedeputeerde Staten kunnen jeugdzorgaanbieders toestaan buitenlands jeugdzorgaanbod te leveren, indien: a. het buitenlands jeugdzorgaanbod rechtstreeks valt onder beheer van de jeugdzorgaanbieder', en b. het buitenlands jeugdzorgaapbod voldoet aan de kwaliteitseisen zoals opgenomen in de wet en aanvullende eisen, vastgelegd in het Advies kwaliteitsmaatstaven buitenlands zorgaanbod van het Interprovinciaal Overleg, zoals opgenomen in bijlage 3. 2. Gedeputeerde Staten kunnen jeugdzorgaanbieders, op incidentele en strudurele basis, toestaan bekostigingseenheden te Iaten uitvoeren door padiculiere jeugdzorgaanbieders waarmee door een hoofdaannemer, bedoeld in het Protocol voo aarden inzet padiculiere zorgaanbieders in de jeugdzorg als onderaannemer, een contract is afgesloten, mits: a. de betre ende particuliere jeugdzorgaanbieder en de inhoud van het contract voor aanvang van de uitvoering van de zorg aan Gedeputeerde Staten kenbaar worden gemaakt; b. de padiculiere jeugdzorgaanbieder er zorg voor draagt dat de Inspectie Jeugdzorg via haar toezichtstaak kan controleren of verantwoorde zorg conform de wet wordt Seboden en c. de padiculiere jeugdzorgaanbieder voldoet aan de kwaliteitseisen, zoals opgenomen in de wet en aan de aanvullende eisen, vastgelegd in het Protocol voo aarden inzet particuliere zorgaanbieders in de jeugdzorg als onderaannemer, zoals opgenômen in bijlage 4. 3. Gedeputeerde Staten kunnen jeugdzorgaanbieders waaraan een boekjaarsubsidie verstrekt wordt toestaan : bekostigingseenheden te laten ultvoeren door andere jeugdzorgaanbieders waarmee een boekjaarsubsidierelatiq bestaat, mits: a. de betre ende zorgaanbieders een contract afsluiten als bedoeld in het Protocol voo aarden inzet padiculiere zorgaanbieders in de jeugdzorg; b. de inhoud van het contract voor aanvang van de uitvoering van de zorg aan Gedeputeerde Staten kenbaar wordt gemaakt. Artikel 17 Uitvoering zorg in spoedeisende situaties op verzoek van een ander Bureau Jeugdzorg Het is jeugdzorgaanbieders die worden gefinancierd krachtens adikel 12, toegestaan om bekostigingseenheden waarvoor subsidie is verleend aan te wenden voor de uitvoering van zorg voor de duur van maximaal vier wèken op verzoek van een andere stichting, als bedoeld in aftikel 4 van de wet, dan de Stichting Bureaq Jeugdzorg Zuid-Holland, indien sprake is van een aanspraak in spoedeisende situaties. Artikel 18 Verplichtingen van de jeugdzorgaanbieders In aanvulling op de adikelen 18 en 19 van de Asv, worden aan de jeugdzorgaanbieders de volgende verplichtingen opgelegd: a. op ieder moment geeft de administratie een betrouwbaar beeld van het functioneren van de organisatie, zoals opgenomen in bijlage 2, en voldoet aan adikel 5, derde lid, van de Regeling bekostiging jeugdzorg. Hiedoe moet de registratie minimaal voldoen aan de volgende voo aarden: 1 de cliëntregistratie en rappodage zijn conform de wettelijke vereiste beleidsinformatie en de Kwadaalrappodage jeugdzorg Zuid-Holland', 2 de nanciële registratie is gespeci ceerd op afzonderlijke producten of bekostigingseenheden. b. op verzoek van Gedeputeerde Staten informatie verstrekken vanuit de cliëntregistratie', een door Gedeputeerde Staten aangewezen derde volledige inzage geven in de administratie, zodat deze kan vaststellen of de registratie voldoet aan de gestelde voorschriften, als bedoeld in onderdeel a; c. voldoen aan de door Gedeputeerde Staten voorgeschreven kwaliteitscedificering Harmonisatie Kwaliteitsbeoordeling in de Zorgsedor; d. alle medewerkers beschikken over een actuele Verklarink Omtrent het Gedrag; e. beleid voeren gerlcht op het voorkomen van seksueel misbruik binnen instellingen en pleeggezinnen', bestemmingsreserve of voorziening heeft, dan wel een subsidie ontvangt voor de uitvoering van dezelfde bekostigingseenheid in hetzelfde jaar als waarvoor de subsidie is aangevraagd. Artikel15 Subsidievereisten Om voor subsidie, als bedoeld in artikel 12, in aanmerking te komen, wordt voldaan aan de volgende vereisten: a. de te leveren activiteiten dragen bij aan de uitvoering van de doelen en taken zoals bedoeld in de wet; b. de te leveren activiteiten dragen bij aan de uitvoering van het beleidskader jeugdzorg en uitvoeringsprogramma jeugdzorg. Artikel16 Buitenlands en particulier jeugdzorgaanbod 1. Gedeputeerde Staten kunnen jeugdzorgaanbieders toestaan buitenlands jeugdzorgaanbod te leveren, indien: a. het buitenlands jeugdzorgaanbod rechtstreeks valt onder beheer van de jeugdzorgaanbieder; en b. het buitenlands jeugdzorgaanbod voldoet aan de kwaliteitseisen zoals opgenomen in de wet en aanvullende eisen, vastgelegd in het Advies kwaliteitsmaatstaven buitenlands zorgaanbod van het Interprovinciaal Overleg, zoals opgenomen in bijlage 3. 2. Gedeputeerde Staten kunnen jeugdzorgaanbieders, op incidentele en structurele basis, toestaan bekostigingseenheden te laten uitvoeren door particuliere jeugdzorgaanbieders waarmee door een hoofdaannemer, bedoeld in het Protocol voorwaarden inzet particuliere zorgaanbieders in de jeugdzorg als onderaannemer, een contract is afgesloten, mits: a. de betreffende particuliere jeugdzorgaanbieder en de inhoud van het contract voor aanvang van de uitvoering van de zorg aan Gedeputeerde Staten kenbaar worden gemaakt; b. de particuliere jeugdzorgaanbieder er zorg voor draagt dat de Inspectie Jeugdzorg via haar toezichtstaak kan controleren of verantwoorde zorg conform de wet wordt geboden, en c. de particuliere jeugdzorgaanbieder voldoet aan de kwaliteitseisen, zoals opgenomen in de wet en aan de aanvullende eisen, vastgelegd in het Protocol voorwaarden inzet particuliere zorgaanbieders in de jeugdzorg als onderaannemer, zoals opgenomen in bijlage 4. 3. Gedeputeerde Staten kunnen jeugdzorgaanbieders waaraan een boekjaarsubsidie verstrekt wordt, toestaan bekostigingseenheden te laten uitvoeren door Uitgegeven 19 JUNI 2013 andere jeugdzorgaanbieders waarmee een boekjaarsubsidierelatie bestaat, mits: a. de betreffende zorgaanbieders een contract afsluiten als bedoeld in het Protocol voorwaarden inzet particuliere zorgaanbieders in de jeugdzorg; b. de inhoud van het contract voor aanvang van de uitvoering van de zorg aan Gedeputeerde Staten kenbaar wordt gemaakt. Artikel17 Uitvoering zorg in spoedeisende situaties op verzoek van een ander Bureau Jeugdzorg Het is jeugdzorgaanbieders die worden gefinancierd krachtens artikel 12, toegestaan om bekostigingseenheden waarvoor subsidie is verleend aan te wenden voor de uitvoering van zorg voor de duur van maximaal vier weken op verzoek van een andere stichting, als bedoeld in artikel 4 van de wet, dan de Stichting Bureau Jeugdzorg Zuid-Holland, indien sprake is van een aanspraak in spoedeisende situaties. Artikel18 Verplichtingen van de jeugdzorgaanbieders In aanvulling op de artikelen 18 en 19 van de Asv, worden aan de jeugdzorgaanbieders de volgende verplichtingen opgelegd: a. op ieder moment geeft de administratie een betrouwbaar beeld van het functioneren van de organisatie, zoals opgenomen in bijlage 2, en voldoet aan artikel 5, derde lid, van de Regeling bekostiging jeugdzorg. Hiertoe moet de registratie minimaal voldoen aan de volgende voorwaarden: 1 o de cliëntregistratie en rapportage zijn conform de wettelijke vereiste beleidsinformatie en de Kwartaalrapportage jeugdzorg Zuid-Holland; 2 de financiële registratie is gespecificeerd op afzonderlijke producten of bekostigingseenheden. b. op verzoek van Gedeputeerde Staten informatie verstrekken vanuit de cliëntregistratie; j. een door Gedeputeerde Staten aangewezen derde volledige inzage geven in de administratie, zodat deze kan vaststellen of de registratie voldoet aan de gestelde voorschriften, als bedoeld in onderdeel a; c. voldoen aan de door Gedeputeerde Staten voorgeschreven kwaliteitscertificering Harmonisatie Kwaliteitsbeoordeling in de Zorgsector; d. alle medewerkers beschikken over een actuele Verklaring Omtrent het Gedrag; e. beleid voeren gericht op het voorkomen van seksueel misbruik binnen instellingen en pleeggezinnen;

l 1. Inkomende documenten - 1804 Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 7 van 42 Uitgegeven 19 JUNI 2013 5 f. voor het vormen van een voorziening of bestemmingsrese e ten laste van de door Gedeputeerde Staten verstrekte subsidie is een onderbouwd, schriftelijk verzoek om instemming nodig voor het einde van het boekjaar waarin wordt ingegaan op nut, noodzaak, duur, opbouw en besteding; g. voor het inzetten van een voorziening of bestemmingsrese e, als bedoeld in onderdeel g, is schriftelijk verzoek om instemming nodig voor het einde van het boekjaar waarin wordt ingegaan op nut, noodzaak en besteding; h. een voorziening voor groot onderhoud mag slechts worden gevormd en aangehouden, indien deze gebaseerd is op een meerjarig onderhoudsplan. Dit onderhoudsplan dient minimaal eens per drie jaar voorgelegd te worden aan de Gedeputeerde Staten voor instemming. De voorziening voor groot onderhoud dient toereikend te zijn. Artikel 19 Financiële veran oording Als aanvulling op artikel 23 van de Asv, wordt de financiële verantwoording van de jeugdzorgaanbieders opgesteld conform het Controleprotocol jeugdzorg, zoals opgenomen in bijlage 5. Artikel 20 Reserve 1. Op boekjaarsubsidies, als bedoeld in artikel 12, is adikel 36, tweede, derde en vierde Iid van de Asv, niet van toepassing. 2. Gedeputeerde Staten kunnen de jeugdzorgaanbieders desgevraagd op basis van een risicoanalyse toestaan een risicorese e aan te houden tot een maximum van 10% van de in dat jaar door Gedeputeerde Staten verleende boekjaarsubsidie. 3. Naast de in het tweede Iid, bedoelde reserves kunnen Gedeputeerde Staten de jeugdzorgaanbieders desgevraagd toestaan niet bestede subsidies aan te houden voor de afronding van de gesubsidieerde activiteiten in het volgend boekjaar. Indien de aangehouden middelen niet worden ingezet overeenkomstig met de subsidievoo aarden, zal tot terugvordering worden overgegaan. 4. Bij de vaststelling van de subsidie, als bedoeld in adikel 12, wordt het maximaal verleende subsidiebedrag verminderd met de reserves die de door de Gedeputeerde Staten toègestane reserves te boven gaan. Artikel 21 Aanvraag tot vaststelling 1. In afwijking van artikel 29, tweede Iid, van de Asv, dient de subsidieontvanger uiterlijk 1 juni van het jaar, volgend op het boekjaar waarvoor subsidie is verleend, aanvraag in tot vaststelling van de subsidie. 2. De aanvraag tot subsidievaststelling van de jeugdzorgaanbieder geeft verantwoording over het aantal behandelde cliënten en de effectiviteit van het zorgaanbod, oj basis van het aantal gerealiseerde bekostiglngseenheden (Q) en de door Gedeputeerde Staten vastgestelde qrijs (P) voor welke deze bqkostigingseenheden zljn uitgevoerd. 3. De jeugdzorgaanbieders dienen in de inhoudelijke of financiële verantwoording verslag te doen van: a. de bezoldiging van een bestuurder directeur of medewerker indien deze in een Jaar meer bedraagt dan het maximum bepaald, als bedoeld in artikel 22*, b. geplande (deslinvesteringen', c. geplande nieuwbouw en de doorlooptijd van het nieuwbouwqroject', d. het cliëntenbeleld, waaronder de wijze waarop invulling wordt gegeven aan cliëntenfeedback, vedrouwenspersoon, medezeggenschap en klachtenbehandeling', e. het beleid gericht op het voorkomen van seksueel misbruik binnen instellingen en pleeggezinnen. 4. De jeugdzorgaanbieders dienen in de inhoudelijke verantwoording verslag te doen van de inzet voor de brandveiligheid van (semi) residentiële accommodaties. 5. De jeugdzorgaanbieders dienen bij waardering van de vastjoedpositie de ontvangen subsidies op de verkrilgingsprijs van activa in mindering te brengen. Artikel 22 Vasîtellinj boekjaarsubsidie 1. De boekjaarsubsidle die is verleend op basis van adikel 12, wordt vastgesteld per bekostigingseenheid. 2. Voor de bekostigingseenheid Observatie Diagnostiek geldt dat de subsidie wordt vastgesteld per bekostigingseenheid welke in het betre ende boekjaar is afgerond. 3. De boekjaarsubsidie voor de bekostigingseenheden wordt vastgesteld op grond van het aantal behandelde cliënten, op basis van de daadwerkelijke aantal gerealiseerde bekostigingseenheden in het desbetre ende boekjaar (Q) en de beschikte prijs (P). 4. Gedeputeerde Staten kunnen de boekjaarsubsidie van de jeugdzorjaanbieders Iagér vaststellen, indien de bezoldlging van een bestuurder, directeur of medewerker in een jaar meer bedraagt dan 100% van het brutosalaris van een minister, verhoogd met: a. sociale-verzekeringspremies', b. (belaste) onkostenvergoeding', c. beloningen betaalbaar op termijn. Artikel 23 Bevoorschotting en betaling 1. Het voorschot voor subsidies, als bedoeld in artikel 12, bedraagt maximaal 100% van het voor dat boekjaar verleende subsidiebedrag. 2. Het voorschot wordt op basis van prestaties, besteding en Iiquiditeitsbehoefte in termijnen Uitgegeven 19 JUNI 2013 f. voor het vormen van een voorziening of bestemmingsreserve ten laste van de door Gedeputeerde Staten verstrekte subsidie is een onderbouwd, schriftelijk verzoek om instemming nodig voor het einde van het boekjaar waarin wordt ingegaan op nut, noodzaak, duur, opbouw en besteding; g. voor het inzetten van een voorziening of bestemmingsreserve, als bedoeld in onderdeel g, is schriftelijk verzoek om instemming nodig voor het einde van het boekjaar waarin wordt ingegaan op nut, noodzaak en besteding; h. een voorziening voor groot onderhoud mag slechts worden gevormd en aangehouden, indien deze gebaseerd is op een meerjarig onderhoudsplan. Dit onderhoudsplan dient minimaal eens per drie jaar voorgelegd te worden aan de Gedeputeerde Staten voor instemming. De voorziening voor groot onderhoud dient toereikend te zijn. Artikel 19 Financiële verantwoording Als aanvulling op artikel 23 van de Asv, wordt de financiële verantwoording van de jeugdzorgaanbieders opgesteld conform het Controleprotocol jeugdzorg, zoals opgenomen in bijlage 5. Artikel 20 Reserve 1. Op boekjaarsubsidies, als bedoeld in artikel 12, is artikel 36, tweede, derde en vierde lid van de Asv, niet van toepassing. 2. Gedeputeerde Staten kunnen de jeugdzorgaanbieders desgevraagd op basis van een risicoanalyse toestaan een risicoreserve aan te houden tot een maximum van 10% van de in dat jaar door Gedeputeerde Staten verleende boekjaarsubsidie. 3. Naast de in het tweede lid, bedoelde reserves kunnen Gedeputeerde Staten de jeugdzorgaanbieders desgevraagd toestaan niet bestede subsidies aan te houden voor de afronding van de gesubsidieerde activiteiten in het volgend boekjaar. Indien de aangehouden middelen niet worden ingezet overeenkomstig met de subsidievoorwaarden, zal tot terugvordering worden overgegaan. 4. Bij de vaststelling van de subsidie, als bedoeld in artikel12, wordt het maximaal verleende subsidiebedrag verminderd met de reserves die de door de Gedeputeerde Staten toegestane reserves te boven gaan. Artikel 21 Aanvraag tot vaststelling 1. In afwijking van artikel 29, tweede lid, van de Asv, dient de subsidieontvanger uiterlijk 1 juni van het jaar, volgend op het boekjaar waarvoor subsidie is verleend, aanvraag in tot vaststelling van de subsidie. 2. De aanvraag tot subsidievaststelling van de jeugdzorgaanbieder geeft verantwoording over het aantal behandelde cliënten en de effectiviteit van het zorgaanbod, op basis van het aantal gerealiseerde bekostigingseenheden (Q) en de door Gedeputeerde Staten vastgestelde prijs (P) voor welke deze bekostigingseenheden zijn uitgevoerd. 3. De jeugdzorgaanbieders dienen in de inhoudelijke of financiële verantwoording verslag te doen van: a. de bezoldiging van een bestuurder, directeur of medewerker indien deze in een jaar meer bedraagt dan het maximum bepaald, als bedoeld in artikel 22; b. geplande (des)investeringen; c. geplande nieuwbouw en de doorlooptijd van het nieuwbouwproject; d. het cliëntenbeleid, waaronder de wijze waarop invulling wordt gegeven aan cliëntenfeedback, vertrouwenspersoon, medezeggenschap en klachtenbehandeling; e. het beleid gericht op het voorkomen van seksueel misbruik binnen instellingen en pleeggezinnen. 4. De jeugdzorgaanbieders dienen in de inhoudelijke verantwoording verslag te doen van de inzet voor de brandveiligheid van (semi) residentiële accommodaties. 5. De jeugdzorgaanbieders dienen bij waardering van de vastgoedpositie de ontvangen subsidies op de verkrijgingsprijs van activa in mindering te brengen. Artikel 22 Vaststelling boekjaarsubsidie 1. De boekjaarsubsidie die is verleend op basis van artikel12, wordt vastgesteld per bekostigingseenheid. 2. Voor de bekostigingseenheid Observatie Diagnostiek geldt dat de subsidie wordt vastgesteld per bekostigingseenheid welke in het betreffende boekjaar is afgerond. 3. De boekjaarsubsidie voor de bekostigingseenheden wordt vastgesteld op grond van het aantal behandelde cliënten, op basis van de daadwerkelijke aantal gerealiseerde bekostigingseenheden in het desbetreffende boekjaar (Q) en de beschikte prijs (P). 4. Gedeputeerde Staten kunnen de boekjaarsubsidie van de jeugdzorgaanbieders lager vaststellen, indien de bezoldiging van een bestuurder, directeur of medewerker in een jaar meer bedraagt dan 100% van het brutosalaris van een minister, verhoogd met: a. sociale-verzekeringspremies; b. (belaste) onkostenvergoeding; c. beloningen betaalbaar op termijn. Artikel 23 Bevoorschotting en betaling 1. Het voorschot voor subsidies, als bedoeld in artikel12, bedraagt maximaal 100% van het voor dat boekjaar verleende subsidiebedrag. 2. Het voorschot wordt op basis van prestaties, besteding en liquiditeitsbehoefte in termijnen 5

Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 8 van 42 6 Uitgegeven 19 JUNI 2013 uitgekeerd waarvan de hoogte en de tijdstippen in de beschikking tot subsidieverlening worden bepaald. Paragraaf 3 Vedrouwenspersonen Artikel 24 Subsidiabele activiteiten en prestatie 1. Subsidie kan worden verstrekt aan rechtspersonen, als bedoeld in adikel 41, vierde Iid van de wet, voor het uitoefenen van de werkzaamheden van een vedrouwenspersoon voor de cliënten van Stichting Bureau Jeugdzorg Zuid-Holland en de jeugdzorgaanbieders. 2. Subsidie, als bedoeld in het eerste Iid, wordt verstrekt in de vorm van een boekjaarsubsidie. 3. De adiviteit, bedoeld in het eerste lid, Ieidt tot de beschikbaarheid van een vedrouwenspersoon voor de cliënten van de Stichting Bureau Jeugdzorg Zuid-Holland en de 6 jeugdzorgaanbieders. 4. De overheidsbijdrage voor arbeidskostenontwikkeling is bij subsidies! bedoeld in het eerste Iid, niet van toepasslng. Artikel 25 Doelgroep Subsidie, als bedoeld in artikel 24, wordt uitsluitend verstrekt aan rechtspersonen die de werkzaamheden uitoefenen van een vedrouwenspersoon. Artikel 26 Weigeringsgronden In aanvullînj op artikel 11 van de Asv, wordt subsidie, als bedoeld In artikel 24, geheel of gedeeltelijk geweigerd indien de vedrouwenspersoon een bestemmingsrese e of voorziening heeft, dan wel een subsidie ontvangt voor de uitvoering van dezelfde activiteit in hetzelfde jaar als waarvoor de subsidie is aangevraagd. Artikel 27 Aanvraagvereisten Naast de gegevens als bedoeld in artikel 10, eerste Iid, van de Asv, gaat een aanvraag voor subsidie, als bedoeld in adikel 24, vergezeld van: a. het aantal te verwachten cliëntcontacten', b. een beschrijving van de te organiseren activiteiten', c. een beschrijving van de wijze waarop wordt samengewerkt met de Stichting Bureau Jeugdzorg Zuid-Holland en de jeugdzorgaanbieders. Artikel 28 Subsidievereisten Om voor subsidie, als bedoeld in artikel 24, in aanmerking te komen, wordt voldaan aan de volgende vereisten: a. de te Ieveren activiteiten dragen bij aan de uitvoerinj van de doelen en taken, als bedoeld In de wet. b. de te leveren activiteiten dragen bij aan de uitvoering van het beleidskaderjeugdzorg en uitvoeringsprogramma jeugdzorg. Artikel 29 Verplichtingen van de vedrouwenspersonen In aanvulling op de aftikelen 18 en 19 van de Asv, worden aan de vedrouwenspersonen de volgende verplichtingen opgelegd: a. alle medewerkers beschikken over een actuele Verklaring Omtrent het Gedrag; b. beleid voeren gericht op het voorkomen van seksueel misbruik binnen instellingen en pleeggezinnen', c. voor het vormen van een voorziening of bestemmingsrese e ten laste van de door Gedeputeerde Staten verstrekte subsidie is een onderbouwd, schriftelijk vecoek om instemming nodig voor het einde van het boekjaar waarin wordt ingegaan op nut, noodkaak, duur, opbouw en besteding; d. voor het inzetten van een voorziening of bestemmingsresewe, als bedoeld in onderdeel c, is schriqelijk verzoek om instemming nodig voor het einde van het boekjaar waarin wordt ingegaan op nut, noodzaak en besteding; e. een voorziening voor groot onderhoud mag slechts worden gevormd en aangehouden indien deze gebaseerd is op een meerjarig onderhoudsplan. Dit onderhoudsplan dient minimaal eens per drie jaar voorgelegd te worden aan de Gedeputeerde Staten voor instemming. De voorziening voor groot onderhoud dient toereikend te zijn. Artikel 30 Reserve 1. Op boekjaarsubsidies, als bedoeld in adikel 24, is artikel 36, tweede, derde en vierde Iid van de Asv, niet van toepassing. 2. Gedeputeerde Staten kunnen de vedrouwenspersonen desgevraagd op basis van een risicoanalyse toestaan een risicorese e aan te houden tot een maximum van 10% van de in dat jaar door Gedeputeerde Staten verleende boekjaarsubsidie. 3. Naast de in het tweede Iid bedoelde reserves kunnen Gedeputeerde Staten de vedrouwenspersonen desgevraagd toestaan niet bestede subsidies aan te houden voor de afronding van de gesubsidieerde activiteiten in het volgend boekjaar. Indien de aangehouden middelen niet worden ingezet overeenkomstig met de subsidievoo aarden, zal tot terugvordering worden overgegaan. 4. Bij de vaststelling van de subsidie, als bedoeld in adikel 24, wordt het maximaal verleende subsidiebedrag verminderd met de reserves die de door de Gedeputeerde Staten toegestane reserves te boven gaan. Artikel 31 Aanvraag tot vasîtelling 1. In afwijking van artikel 29, tweede Iid, van de Asv, dienen de vedrouwenspersonen uiterlijk 1 juni van het jaar, volgend op het boekjaar uitgekeerd waarvan de hoogte en de tijdstippen in de beschikking tot subsidieverlening worden bepaald. Paragraaf 3 Vertrouwenspersonen Artikel 24 Subsidiabele activiteiten en prestatie 1. Subsidie kan worden verstrekt aan rechtspersonen, als bedoeld in artikel41, vierde lid van de wet, voor het uitoefenen van de werkzaamheden van een vertrouwenspersoon voor de cliënten van Stichting Bureau Jeugdzorg Zuid-Holland en de jeugdzorgaan bieders. 2. Subsidie, als bedoeld in het eerste lid, wordt verstrekt in de vorm van een boekjaarsubsidie. 3. De activiteit, bedoeld in het eerste lid, leidt tot de beschikbaarheid van een vertrouwenspersoon voor de cliënten van de Stichting Bureau Jeugdzorg Zuid-Holland en de jeugdzorgaanbieders. 4. De overheidsbijdrage voor arbeidskostenontwikkeling is bij subsidies, bedoeld in het eerste lid, niet van toepassing. Artikel 25 Doelgroep Subsidie, als bedoeld in artikel 24, wordt uitsluitend verstrekt aan rechtspersonen die de werkzaamheden uitoefenen van een vertrouwenspersoon. Artikel 26 Weigeringsgronden In aanvulling op artikel 11 van de Asv, wordt subsidie, als bedoeld in artikel 24, geheel of gedeeltelijk geweigerd indien de vertrouwenspersoon een bestemmingsreserve of voorziening heeft, dan wel een subsidie ontvangt voor de uitvoering van dezelfde activiteit in hetzelfde jaar als waarvoor de subsidie is aangevraagd. Artikel 27 Aanvraagvereisten Naast de gegevens als bedoeld in artikel 10, eerste lid, van de Asv, gaat een aanvraag voor subsidie, als bedoeld in artikel 24, vergezeld van: a. het aantal te verwachten cliëntcontacten; b. een beschrijving van de te organiseren activiteiten; c. een beschrijving van de wijze waarop wordt samengewerkt met de Stichting Bureau Jeugdzorg Zuid-Holland en de jeugdzorgaan bieders. Artikel 28 Subsidievereisten Om voor subsidie, als bedoeld in artikel 24, in aanmerking te komen, wordt voldaan aan de volgende vereisten: a. de te leveren activiteiten dragen bij aan de uitvoering van de doelen en taken, als bedoeld in de wet. b. de te leveren activiteiten dragen bij aan de uitvoering van het beleidskader jeugdzorg en uitvoeringsprogramma jeugdzorg. Uitgegeven 19 JUNI 2013 Artikel 29 Verplichtingen van de vertrouwenspersonen In aanvulling op de artikelen 18 en 19 van de Asv, worden aan de vertrouwenspersonen de volgende verplichtingen opgelegd: a. alle medewerkers beschikken over een actuele Verklaring Omtrent het Gedrag; b. beleid voeren gericht op het voorkomen van seksueel misbruik binnen instellingen en pleeggezinnen; c. voor het vormen van een voorziening of bestemmingsreserve ten laste van de door Gedeputeerde Staten verstrekte subsidie is een onderbouwd, schriftelijk verzoek om instemming nodig voor het einde van het boekjaar waarin wordt ingegaan op nut, noodzaak, duur, opbouw en besteding; d. voor het inzetten van een voorziening of bestemmingsreserve, als bedoeld in onderdeel c, is schriftelijk verzoek om instemming nodig voor het einde van het boekjaar waarin wordt ingegaan op nut, noodzaak en besteding; e. een voorziening voor groot onderhoud mag slechts worden gevormd en aangehouden indien deze gebaseerd is op een meerjarig onderhoudsplan. Dit onderhoudsplan dient minimaal eens per drie jaar voorgelegd te worden aan de Gedeputeerde Staten voor instemming. De voorziening voor groot onderhoud dient toereikend te zijn. Artikel 30 Reserve 1. Op boekjaarsubsidies, als bedoeld in artikel 24, is artikel 36, tweede, derde en vierde lid van de Asv, niet van toepassing. 2. Gedeputeerde Staten kunnen de vertrouwenspersonen desgevraagd op basis van een risicoanalyse toestaan een risicoreserve aan te houden tot een maximum van 10% van de in dat jaar door Gedeputeerde Staten verleende boekjaarsubsidie. 3. Naast de in het tweede lid bedoelde reserves kunnen Gedeputeerde Staten de vertrouwenspersonen desgevraagd toestaan niet bestede subsidies aan te houden voor de afronding van de gesubsidieerde activiteiten in het volgend boekjaar. Indien de aangehouden middelen niet worden ingezet overeenkomstig met de subsidievoorwaarden, zal tot terugvordering worden overgegaan. 4. Bij de vaststelling van de subsidie, als bedoeld in artikel 24, wordt het maximaal verleende subsidiebedrag verminderd met de reserves die de door de Gedeputeerde Staten toegestane reserves te boven gaan. Artikel 31 Aanvraag tot vaststelling 1. In afwijking van artikel 29, tweede lid, van de Asv, dienen de vertrouwenspersonen uiterlijk 1 juni van het jaar, volgend op het boekjaar

Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 9 van 42 itgegeven 19 JUNI 2013 7 waarvoor subsidie is verleend, een aanvraag in tot vaststelling van de subsidie. 2. De vedrouwenspersonen dienen in de inhoudelijke of financiële verantwoording verslag te doen van: a. de bezoldiging van een bestuurder, directeur of medewerker indien deze in een jaar meer bedraagt dan het maximum bepaald, als bedoeld in artikel 32* b. geplande (deslinvesteringen', c. geplande nieuwbouw en de doorlooptijd van het nieuwbouwproject', d. het cliëntenbeleid, waaronder de wijze waarop invulling wordt gegeven aan cliëntenfeedback, medezeggenschap en klachtenbehandeling. het beleid gericht op het voorkomen van seksueel misbruik blnnen instellingen en pleeggezinnen. 3. De vedrouwenspersonen dient bij waardering van de vastgoedpositie de ontvangen subsidies op de verkrijgingsprijs van activa in mindering te brengen. Artikel 32 Vaststelling boekjaarsubsidie Gedeputeerde Staten kunnen de boekjaarsubsidie van de vedrouwenspersonenlager vaststellen, indien de bezoldiging van een bestuurder, directeur of medewerker in een jaar meer bedraagt dan 100% van het brutosalaris van een minister, verhoogd met: a. sociale-verzekeringspremies', b. (belaste) onkostenvergoeding', c. beloningen betaalbaar op termijn. Artikel 33 Bevoorschotting en betaling 1. Het voorschot voor subsidies, als bedoeld in artikel 25, bedraagt maximaal 100% van het voor dat boekjaar verleende subsidiebedrag. 2. Het voorschot wordt op basis van prestaties, besteding en Iiquiditeitsbehoefte in termijnen uitgekeerd waarvan de hoojte en de tijdstippen in de beschikking tot subsidleverlening worden bepaald. Paragraaf 4 Overige ontvangers boekjaarsubsidie Artikel 34 Provinciaal Samenwerkingsverband Jeugdzorg 1. Subsidie kan worden verstrekt voor activiteiten voor het Provinciaal Samenwerkingsverband Jeugdzorg. 2. Subsidie, als bedoeld in het eerste Iid, wordt verstrekt als boekjaarsubsidie. 3. De activiteiten, bedoeld in het eerste Iid, Ieiden tot ondersteuningswerkzaamheden gericht op het versterken van de kwaliteit en de samenwerking van de Stichting Bureau Jeugdzorg Zuid-Holland en de jeugdzorgaanbieders door middel van overleg en advisering. 4. De overheidsbijdrage voor arbeidskostenontwikkeling is bij subsidies, als bedoeld in het eerste Iid, niet van toepassing. Artikel 35 Weigeringsgronden In aanvulling op artikel 1 1, van de Asv, wordt subsidie, als bedoeld in artikel 34, geheel of gedeeltelijk jeweigerd, indien het Provinciaal Samenwerklngsverband Jeugdzorg een bestemmingsrese e of voorziening heeft, dan wel een subsidie ontvangt voor de uitvoering van dezelfde activiteit in hetzelfde jaar als waarvoor de subsidie is aangevraagd. Artikel 36 Subsidievereisten Om voor subsidie, als bedoeld in artikel 34, in aanmerking te komen, wordt voldaan aan de volgende vereisten: a. de te Ieveren activiteiten dragen bij aan de uitvoering van het beleidskaderjeugdzorg en uitvoeringsprogramma jeugdzorg; b. de te leveren prestaties dragen bij aan het afstemmen van vraag en aanbod jeugdzorg. Artikel 37 Verplichtingen van het Provinciaal Samenwerkingsverband Jeugdzorg In aanvulling op de adikelen 18 en 19 van de Asv, worden aan het Provinciaal Samenwerkingsverband Jeugdzorg subsidieontvanger de volgende verplichtingen opgelegd: a. voor het vormen van een voorziening of bestemmingsrese e ten laste van de door Gedeputeerde Staten verstrekte subsidie is een onderbouwd, schri elijk verzoek om instemming nodig voor het einde van het boekjaar waarin wordt ingegaan op nut, noodzaak, duur, opbouw en besteding. b. voor het inzetten van een voorziening of bestemmingsrese e, als bedoeld in onderdeel a, is schriftelijk verzoek om instemming nodig voor het einde van het boekjaar waarin wordt ingegaan op nut, noodzaak en besteding. Hoofdstuk 3 Projecîubsidie Paragraaf 1 Projectsubsidies algemeen Artikel 38 Subsidiabele activiteiten en prestatie 1. Subsidie kan worden verstrekt voor het uitvoeren van activiteiten voor: a. innovatie', b. verbetering van de kwaliteit of e ecitiviteit van de jeugdzorg; c. kosten voor verbetering van de samenwerking binnen de jeugdzorg; d. activiteiten die passen binnen het beleidskader of het uitvoeringsprogramma jeugdzorg; e. hetstructurering van het zorjaanbod', f. ondersteuning van pleeggezlnnen. Uitgegeven 19 JUNI 2013 waarvoor subsidie is verleend, een aanvraag in tot vaststelling van de subsidie. 2. De vertrouwenspersonen dienen in de inhoudelijke of financiële verantwoording verslag te doen van: a. de bezoldiging van een bestuurder, directeur of medewerker indien deze in een jaar meer bedraagt dan het maximum bepaald, als bedoeld in artikel 32; b. geplande (des)investeringen; c. geplande nieuwbouw en de doorlooptijd van het nieuwbouwproject; d. het cliëntenbeleid, waaronder de wijze waarop invulling wordt gegeven aan cliëntenfeedback, medezeggenschap en klachtenbehandeling. e. het beleid gericht op het voorkomen van seksueel misbruik binnen instellingen en pleeggezinnen. 3. De vertrouwenspersonen dient bij waardering van de vastgoedpositie de ontvangen subsidies op de verkrijgingsprijs van activa in mindering te brengen. Artikel 32 Vaststelling boekjaarsubsidie Gedeputeerde Staten kunnen de boekjaarsubsidie van de vertrouwenspersonenlager vaststellen, indien de bezoldiging van een bestuurder, directeur of medewerker in een jaar meer bedraagt dan 100% van het brutosalaris van een minister, verhoogd met: a. sociale-verzekeringspremies; b. (belaste) onkostenvergoeding; c. beloningen betaalbaar op termijn. Artikel 33 Bevoorschotting en betaling 1. Het voorschot voor subsidies, als bedoeld in artikel 25, bedraagt maximaal 100% van het voor dat boekjaar verleende subsidiebedrag. 2. Het voorschot wordt op basis van prestaties, besteding en liquiditeitsbehoefte in termijnen uitgekeerd waarvan de hoogte en de tijdstippen in de beschikking tot subsidieverlening worden bepaald. Paragraaf 4 Overige ontvangers boekjaarsubsidie Artikel 34 Provinciaal Samenwerkingsverband Jeugdzorg 1. Subsidie kan worden verstrekt voor activiteiten voor het Provinciaal Samenwerkingsverband Jeugdzorg. 2. Subsidie, als bedoeld in het eerste lid, wordt verstrekt als boekjaarsubsidie. 3. De activiteiten, bedoeld in het eerste lid, leiden tot ondersteuningswerkzaamheden gericht op het versterken van de kwaliteit en de samenwerking van de Stichting Bureau Jeugdzorg Zuid-Holland en de jeugdzorgaanbieders door middel van overleg en advisering. 4. De overheidsbijdrage voor arbeidskostenontwikkeling is bij subsidies, als bedoeld in het eerste lid, niet van toepassing. Artikel 35 Weigeringsgronden In aanvulling op artikel 11, van de Asv, wordt subsidie, als bedoeld in artikel 34, geheel of gedeeltelijk geweigerd, indien het Provinciaal Samenwerkingsverband Jeugdzorg een bestemmingsreserve of voorziening heeft, dan wel een subsidie ontvangt voor de uitvoering van dezelfde activiteit in hetzelfde jaar als waarvoor de subsidie is aangevraagd. Artikel 36 Subsidievereisten Om voor subsidie, als bedoeld in artikel 34, in aanmerking te komen, wordt voldaan aan de volgende vereisten: a. de te leveren activiteiten dragen bij aan de uitvoering van het beleidskader jeugdzorg en uitvoeringsprogramma jeugdzorg; b. de te leveren prestaties dragen bij aan het afstemmen van vraag en aanbod jeugdzorg. Artikel 37 Verplichtingen van het Provinciaal Samenwerkingsverband Jeugdzorg In aanvulling op de artikelen 18 en 19 van de Asv, worden aan het Provinciaal Samenwerkingsverband Jeugdzorg subsidieontvanger de volgende verplichtingen opgelegd: a. voor het vormen van een voorziening of bestemmingsreserve ten laste van de door Gedeputeerde Staten verstrekte subsidie is een onderbouwd, schriftelijk verzoek om instemming nodig voor het einde van het boekjaar waarin wordt ingegaan op nut, noodzaak, duur, opbouw en besteding. b. voor het inzetten van een voorziening of bestemmingsreserve, als bedoeld in onderdeel a, is schriftelijk verzoek om instemming nodig voor het einde van het boekjaar waarin wordt ingegaan op nut, noodzaak en besteding. Hoofdstuk 3 Projectsubsidie Paragraaf 1 Projectsubsidies algemeen Artikel 38 Subsidiabele activiteiten en prestatie 1. Subsidie kan worden verstrekt voor het uitvoeren van activiteiten voor: a. innovatie; b. verbetering van de kwaliteit of effecitiviteit van de jeugdzorg; c. kosten voor verbetering van de samenwerking binnen de jeugdzorg; d. activiteiten die passen binnen het beleidskader of het uitvoeringsprogramma jeugdzorg; e. herstructurering van het zorgaanbod; f. ondersteuning van pleeggezinnen. 7

Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 10 van 42 8 Uitgegeven 19 JUNI 2013 2. Subsidie, als bedoeld in het eerste Iid, wordt verstrekt in de vorm van een projectsubsidie. 3. De adiviteit, bedoeld in het eerste Iid, Ieidt tot verbetering van de jeugdzorg. 4. Het Controleprotocol Jeugdzorg, zoals opgenomen in bijlage 5, is niet van toepassing. 5. De overheidsbijdraje voor arbeidskostenon lkkeling is bij subsidies! bedoeld in het eerste lid, niet van toepasslng. Artikel 39 Doelgroep 1. Subsidie, als bedoeld in adikel 38, eerste Iid, onderdeel a tot en met e, wordt uitsluitend verstrekt aan organisaties die in het uitvoeringsprogramma jeugdzorg zijn opgenomen. 2. Subsidie, als bedoeld in artikel 38, eerste Iid, 8 onderdeel a, kan in afwijking van het eerste Iid, eveneens worden verstrekt aan de rejio's Holland-Rijnland, Midden-Holland, Zuld-Holland Zuid en gemeente Goeree-ovedlakkee, dan wel aan de subregio's binnen Zuid-Holland Zuid, te weten Alblasse aard-vijfheerenlanden, Drechtsteden en Hoeksche Waard. 3. Subsidie, als bedoeld in artikel 38, eerste lid, onderdeel f, wordt uitsluitend verstrekt aan organisaties die ondersteuning bieden aan pleeggezinnen. Artikel 40 Weigeringsgronden 1. In aanvulling op het adikel 12, van de Asv, wordt subsidie, als bedoeld in adikel 38, geweigerd indien: a. er subsidiemogelijkheden zijn voor de activiteiten waarvoor subsidie kan worden aangevraagd vanuit het kennisprogramma Jeugd van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Spod; b. subsidie wordt aangevraagd voor activiteiten uitgevoerd door steunfuncties, die een boekjaarsubsidie ontvangen; c. in onvoldoende mate is voorzien in de voodzetting van de activiteiten na beëindiging van de activiteit waarvoor de subsidie wordt aangevraagd. 2. In afwijking van artikel 1 1, eerste Iid, onderdeel a, van de Asv, wordt subsidie niet geweigerd indien de te subsidiëren activiteit reeds in uitvoering is voordat de aanvraag is ingediend. 3. In afwijking van artikel 12, eerste Iid, onderdeel c, van de Asv, wordt subsidie niet geweigerd indien de aanvraag betrekking heeft op een structurele adiviteit, met uitzondering van structurele activiteiten die in een opbouwfase verkeren. 4. Subsidie, als bedoeld in adikel 38, kan geheel of gedeeltelijk worden geweigerd indien een bestemmingsresewe of voorziening is gevormd. Artikel 41 Subsidiehoogte 1. De hoogte van de subsidie, bedoeld in adikel 38, bedraagt 100% van de subsidiabele kosten. 2. Indien toepassing van het eerste lid ertoe Ieidt dat de subsidie minder bedraagj dan f 5.000, wordt de subsidie niet verstrekt. Artikel 42 Rangschikking 1. Subsidie wordt verdeeld op volgorde van datum van binnenkomst van de subsidieaanvragen. 2. Indien een subsidieaanvraag nog niet volledig is, geldt voor het bepalen van de onderlinge rangschikking voor de verdeling van de subsidie de dag waarop de subsidieaanvraag volledig is als datum van binnenkomst. 3. Dreigt het subsidieplafond op enige dag te worden overschreden, dan vindt rangschikking van de op die dag binnengekomen volledige subsidieaanvragen plaats door middel van loting. Artikel 43 Bevoorschotting en betaling 1. Het voorschot yoor subsidies, als bedoeld in artikel 38, bedraagt voor de duur van het project maximaal 80% van de voor dat project verleende subsidiebedrag. 2. Het voorschot wordt op basis van prestaties, besteding en Iiquiditeitsbehoefte in termijnen uitgekeerd waarvan de hoojte en de tijdstippen in de beschikking tot subsidleverlening worden bepaald. Paragraaf 2 Projectsubsidie buitenprovinciale plaatsingen Artikel 44 Subsidiabele activiteiten en prestatie 1. Subsidie kan worden verstrekt aan jeugzorgaanbieders die niet worden gefinancierd krachtens artikel 12 voor de uitvoering van.. : jeugdzorg die gelndlceerd is door de Stichting Bureau Jeugzorg Zuid-Holland, indien de Stichting Bureau Jeugzorg Zuid-Holland om zorginhoudelijke redenen besluit dat een cliënt bij betre ende jeugdzorgaanbieder jeplaatst moet worden en bij een jeugdzorgaanbleder, als bedoeld in artikel 12, geen veran oorde zorg beschikbaar is. 2. Subsidie, als bedoeld in het eerste lid, wordt verstrekt in de vorm van een projectsubsidie. 3. De activiteit, bedoeld in het eerste Iid, leidt tot de uitvoering van bekostigingseenheden door jeujdzorgaanbieders die niet worden geflnancierd krachtens adikel 12. 4. Het Controleprotocol Jeugdzorg, zoals opgenomen in bijlage 5, is niet van toepassing. 5. De overheidsbijdraje voor arbeidskostenontwlkkeling is bij subsidies als! bedoeld in het eerste Iid, niet van toepasslng. Artikel 45 Doelgroep Subsidie, als bedoeld in adikel 44, wordt verstrekt aan jeugdzorgaanbieders die jeugdzorg uitvoeren op indicatie van de Stichting Bureau Jeugzorg Zuid- Holland en niet worden gefinancierd krachtens artikel 12. 2. Subsidie, als bedoeld in het eerste lid, wordt verstrekt in de vorm van een projectsubsidie. 3. De activiteit, bedoeld in het eerste lid, leidt tot verbetering van de jeugdzorg. 4. Het Controleprotocol Jeugdzorg, zoals opgenomen in bijlage 5, is niet van toepassing. 5. De overheidsbijdrage voor arbeidskostenontwikkeling is bij subsidies, bedoeld in het eerste lid, niet van toepassing. Artikel 39 Doelgroep 1. Subsidie, als bedoeld in artikel38, eerste lid, onderdeel a tot en met e, wordt uitsluitend verstrekt aan organisaties die in het uitvoeringsprogramma jeugdzorg zijn opgenomen. 2. Subsidie, als bedoeld in artikel 38, eerste lid, onderdeel a, kan in afwijking van het eerste lid, eveneens worden verstrekt aan de regio's Holland-Rijnland, Midden-Holland, Zuid-Holland Zuid en gemeente Goeree-Overflakkee, dan wel aan de subregio's binnen Zuid-Holland Zuid, te weten Alblasserwaard-Vijfheerenlanden, Drachtsteden en Hoeksche Waard. 3. Subsidie, als bedoeld in artikel38, eerste lid, onderdeel f, wordt uitsluitend verstrekt aan organisaties die ondersteuning bieden aan pleeggezinnen. Artikel 40 Weigeringsgronden 1. In aanvulling op het artikel12, van de Asv, wordt subsidie, als bedoeld in artikel 38, geweigerd indien: a. er subsidiemogelijkheden zijn voor de activiteiten waarvoor subsidie kan worden aangevraagd vanuit het kennisprogramma Jeugd van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport; b. subsidie wordt aangevraagd voor activiteiten uitgevoerd door steunfuncties, die een boekjaarsubsidie ontvangen; c. in onvoldoende mate is voorzien in de voortzetting van de activiteiten na beëindiging van de activiteit waarvoor de subsidie wordt aangevraagd. 2. In afwijking van artike111, eerste lid, onderdeel a, van de Asv, wordt subsidie niet geweigerd indien de te subsidiëren activiteit reeds in uitvoering is voordat de aanvraag is ingediend. 3. In afwijking van artikel12, eerste lid, onderdeel c, van de Asv, wordt subsidie niet geweigerd indien de aanvraag betrekking heeft op een structurele activiteit, met uitzondering van structurele activiteiten die in een opbouwfase verkeren. 4. Subsidie, als bedoeld in artikel 38, kan geheel of gedeeltelijk worden geweigerd indien een bestemmingsreserve of voorziening is gevormd. Artikel 41 Subsidiehoogte 1. De hoogte van de subsidie, bedoeld in artikel 38, bedraagt 100% van de subsidiabele kosten. 2. Indien toepassing van het eerste lid ertoe leidt Uitgegeven 19 JUNI 2013 dat de subsidie minder bedraagt dan 5.000, wordt de subsidie niet verstrekt. Artikel 42 Rangschikking 1. Subsidie wordt verdeeld op volgorde van datum van binnenkomst van de subsidieaanvragen. 2. Indien een subsidieaanvraag nog niet volledig is, geldt voor het bepalen van de onderlinge rangschikking voor de verdeling van de subsidie de dag waarop de subsidieaanvraag volledig is als datum van binnenkomst. 3. Dreigt het subsidieplafond op enige dag te worden overschreden, dan vindt rangschikking van de op die dag binnengekomen volledige subsidieaanvragen plaats door middel van loting. Artikel 43 Bevoorschotting en betaling 1. Het voorschot voor subsidies, als bedoeld in artikel 38, bedraagt voor de duur van het project maximaal 80% van de voor dat project verleende subsidiebedrag. 2. Het voorschot wordt op basis van prestaties, besteding en liquiditeitsbehoefte in termijnen uitgekeerd waarvan de hoogte en de tijdstippen in de beschikking tot subsidieverlening worden bepaald. Paragraaf 2 Projectsubsidie buitenprovinciale plaatsingen Artikel 44 Subsidiabele activiteiten en prestatie 1. Subsidie kan worden verstrekt aan jeugzorgaanbieders die niet worden gefinancierd krachtens artikel12, voor de uitvoering van jeugdzorg die geïndiceerd is door de Stichting Bureau Jeugzorg Zuid-Holland, indien de Stichting Bureau Jeugzorg Zuid-Holland om zorginhoudelijke redenen besluit dat een cliënt bij betreffende jeugdzorgaanbieder geplaatst moet worden en bij een jeugdzorgaanbieder, als bedoeld in artikel12, geen verantwoorde zorg beschikbaar is. 2. Subsidie, als bedoeld in het eerste lid, wordt verstrekt in de vorm van een projectsubsidie. 3. De activiteit, bedoeld in het eerste lid, leidt tot de uitvoering van bekostigingseenheden door jeugdzorgaanbieders die niet worden gefinancierd krachtens artikel 12. 4. Het Controleprotocol Jeugdzorg, zoals opgenomen in bijlage 5, is niet van toepassing. 5. De overheidsbijdrage voor arbeidskostenontwikkeling is bij subsidies, als bedoeld in het eerste lid, niet van toepassing. Artikel 45 Doelgroep Subsidie, als bedoeld in artikel 44, wordt verstrekt aan jeugdzorgaanbieders die jeugdzorg uitvoeren op indicatie van de Stichting Bureau Jeugzorg Zuid Holland en niet worden gefinancierd krachtens artikel 12.

Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 11 van 42 Uitgegeven 19 JUNI 2013 9 Artikel 46 Subsidievereisten 1. Subsidie' als bedoeld in artikel 44, wordt alleen verstrekt indien vooraf toestemming is gegeven door Gedeputeerde Staten aan de Stichting Bureau Jeugdzorg Zuid-Holland voor de plaatsing van een cliënt bij de betre ende jeugdzorgaanbieder. 2. In afwijkinj van lid 1, is niet vereist dat vooraf toestemmlng is gegeven indien sprake is van een aanspraak in spoedeisende situaties. Artikel 47 Weigeringsgronden 1. In aanvulling op het artikel 12, van de Asv, wordt subsidie, als bedoeld in aftikel 44, geweigerd indien: a. sprake is van een aanspraak in spoedeisende situaties met uitzonderinj van aanspraken in spoedeisende situaties dle tot gelding worden gebracht in Stadsgewest Haaglanden, of: b. de betreffende jeugdzorgaanbieder niet voldoet aan de door Gedeputeerde Staten voorgeschreven kwaliteitscedi cering Harmonisatie Kwaliteitsbeoordeling in de Zorgsedor. 2. In afwijking van artikel 11, eerste Iid, onderdeel a, van de Asv, wordt subsidie niet geweigerd indien de te subsidiëren activiteit reeds in uitvoering is voordat de aanvraag is ingediend. 3. In afwijking van artikel 12 eerste Iid, onderdeel c, 2 van de Asv, wordt subsidle niet geweigerd indien de aanvraag betrekking heeft op een strudurele adiviteit, met uitzondering van strudurele activiteiten die in een opbouwfase verkeren. 4. Subsidie, als bedoeld in artikel 44, kan geheel of gedeeltelijk worden geweigerd indien een bestemmingsrese e of voorziening is gevormd. Artikel 48 Rangschikking 1. Subsidie wordt verdeeld op volgorde van datum van binnenkomst van de subsidieaanvragen. 2. Indien een subsidieaanvraag nog niet volledig is, geldt voor het bepalen van de onderlinge rangschikking voor de verdeling van de subsidie de dag waarop de subsidieaanvraag volledig is als datum van binnenkomst. 3. Dreigt het subsidieplafond op enige dag te worden overschreden, dan vindt rangschikking van de op die dag binnengekomen volledige subsidïeaanvragen plaats door middel van Ioting. Artikel 49 Bevoorschotting en betaling 1. Het voorschot voor subsidies, als bedoeld in artikel 44, bedraagt voor de duur van het project maximaal 80% van de voor dat project verleende subsidiebedrag. 2. Het voorschot wordt op basis van prestaties, besteding en Iiquiditeitsbehoeqe in termijnen uitgekeerd waarvan de hoogte en de tijdstippen in de beschikking tot subsidieverlening worden bepaald. Paragraaf 3 Projectsubsidie regio's Artikel 60 Subsidiabele activiteiten en prestatie 1. Subsidie kan worden verstrekt: a. voor de aansluiting jeugdbeleid-jeugdzorg, voor de ondersteuning van kwetsbare jongeren; b. voor de voorbereiding op de transitie van de jeugdzorg in samenwerklng met of door de Stichting Bureau Jeugdzorg Zuid-Holland en jeugdzorgaanbieders', c. als regionaal transitiebudget jeugdzorg, bedoeld voor de voorbereiding op de transitie en de transformatie van de jeugdzorg, gericht op zorginhoudelijke vernieuwing, nieuwe samenwerkingsvormen of werkwijzen en innovatie. 2. Subsidie, als bedoeld in het eerste lid, wordt verstrekt in de vorm van een projectsubsidie. 3. De activiteit, als bedoeld in het eerste Iid, leidt tot verbetering van de jeugdzorg. 4. Het Controlegrotocol Jeugdzorg, zoals opgenomen In bijlage 5, is niet van toepassing. 5. De overheidsbijdrage voor arbeidskostenontwikkeling is bij subsidies als! bedoeld in het eerste Iid, niet van toepasslng. Artikel 51 Doelgroep Subsidie, als bedoeld in artikel 50, eerste Iid, wordt uitsluitend verstrekt aan de regio's Holland-Rijnland, Midden-Holland, Zuid-Holland Zuid en gemeente Goeree-ove/lakkee dan wel aan de subregio's binnen Zuid-Holland Zuid, te weten Alblasse aard- Vijfheerenlanden, Drechtsteden en Hoeksche Waard. Artikel 62 Aanvraagperiode In afwijking van artikel 26, eerste lid, vari de Asv, kunnen aanvragen voor subsidies, als bedoeld in artikel 50, eerste Iid, onderdeel c, worden ingediend tot en met 30 september 2013. Adikel 53 Aanvraagvereisten 1. Naast de gegevens, als bedoeld in artikel 10, eerste lid van de Asv, gaat een aanvraag voor subsidie als bedoeld in artikel 50, eerste Iid, onderdeel a, wordt vergezeld van: a. een omschrijving van de problematiek en de knelpunten in de regio dan wel de gemeente Goeree-ovedlakkee waarvoor subsidie wordt aangevraagd, met als bijlage een nulmeting van het aantal kwetsbare jongeren in de regio, dan wel de gemeente Goeree- Ovedlakkee', b. een omschrijving van het ondersteuningsaanbod voor kwetsbare jongeren in de regio, dan wel de gemeente Goeree-ove/lakkee, en d mogelijkheden voor uitbreiding', 2. De aanvraag voor de subsidie, als bedoeld in adikel 50, eerste Iid, onderdeel b, wordt ingediend door of in samenwerking met de Uitgegeven 19 JUNI 2013 Artikel 46 Subsidievereisten 1. Subsidie, als bedoeld in artikel 44, wordt alleen verstrekt indien vooraf toestemming is gegeven door Gedeputeerde Staten aan de Stichting Bureau Jeugdzorg Zuid-Holland voor de plaatsing van een cliënt bij de betreffende jeugdzorgaanbieder. 2. In afwijking van lid 1, is niet vereist dat vooraf toestemming is gegeven indien sprake is van een aanspraak in spoedeisende situaties. Artikel 47 Weigeringsgronden 1. In aanvulling op het artikel12, van de Asv, wordt subsidie, als bedoeld in artikel 44, geweigerd indien: a. sprake is van een aanspraak in spoedeisende situaties met uitzondering van aanspraken in spoedeisende situaties die tot gelding worden gebracht in Stadsgewest Haaglanden, of: b. de betreffende jeugdzorgaanbieder niet voldoet aan de door Gedeputeerde Staten voorgeschreven kwaliteitscertificering Harmonisatie Kwaliteitsbeoordeling in de Zorgsector. 2. In afwijking van artikel 11, eerste lid, onderdeel a, van de Asv, wordt subsidie niet geweigerd indien de te subsidiëren activiteit reeds in uitvoering is voordat de aanvraag is ingediend. 3. In afwijking van artikel 12, eerste lid, onderdeel c, van de Asv, wordt subsidie niet geweigerd indien de aanvraag betrekking heeft op een structurele activiteit, met uitzondering van structurele activiteiten die in een opbouwfase verkeren. 4. Subsidie, als bedoeld in artikel 44, kan geheel of gedeeltelijk worden geweigerd indien een bestemmingsreserve of voorziening is gevormd. Artikel 48 Rangschikking 1. Subsidie wordt verdeeld op volgorde van datum van binnenkomst van de subsidieaanvragen. 2. Indien een subsidieaanvraag nog niet volledig is, geldt voor het bepalen van de onderlinge rangschikking voor de verdeling van de subsidie de dag waarop de subsidieaanvraag volledig is als datum van binnenkomst. 3. Dreigt het subsidieplafond op enige dag te worden overschreden, dan vindt rangschikking van de op die dag binnengekomen volledige subsidieaanvragen plaats door middel van loting. Artikel 49 Bevoorschotting en betaling 1. Het voorschot voor subsidies, als bedoeld in artikel 44, bedraagt voor de duur van het project maximaal 80% van de voor dat project verleende subsidiebedrag. 2. Het voorschot wordt op basis van prestaties, besteding en liquiditeitsbehoefte in termijnen uitgekeerd waarvan de hoogte en de tijdstippen in de beschikking tot subsidieverlening worden bepaald. Paragraaf 3 Projectsubsidie regio's Artikel 50 Subsidiabele activiteiten en prestatie 1. Subsidie kan worden verstrekt: a. voor de aansluiting jeugdbeleid-jeugdzorg, voor de ondersteuning van kwetsbare jongeren; b. voor de voorbereiding op de transitie van de jeugdzorg in samenwerking met of door de Stichting Bureau Jeugdzorg Zuid-Holland en jeugdzorgaanbieders; c. als regionaal transitiebudget jeugdzorg, bedoeld voor de voorbereiding op de transitie en de transformatie van de jeugdzorg, gericht op zorginhoudelijke vernieuwing, nieuwe samenwerkingsvormen of werkwijzen en innovatie. 2. Subsidie, als bedoeld in het eerste lid, wordt verstrekt in de vorm van een projectsubsidie. 3. De activiteit, als bedoeld in het eerste lid, leidt tot verbetering van de jeugdzorg. 4. Het Controleprotocol Jeugdzorg, zoals opgenomen in bijlage 5, is niet van toepassing. 5. De overheidsbijdrage voor arbeidskostenontwikkeling is bij subsidies, als bedoeld in het eerste lid, niet van toepassing. Artikel 51 Doelgroep Subsidie, als bedoeld in artikel 50, eerste lid, wordt uitsluitend verstrekt aan de regio's Holland-Rijnland, Midden-Holland, Zuid-Holland Zuid en gemeente Goeree-Overflakkee dan wel aan de subregio's binnen Zuid-Holland Zuid, te weten Alblasserwaard Vijfheerenlanden, Drechtsteden en Hoeksche Waard. Artikel 52 Aanvraagperiode In afwijking van artikel26, eerste lid, van de Asv, kunnen aanvragen voor subsidies, als bedoeld in artikel 50, eerste lid, onderdeel c, worden ingediend tot en met 30 september 2013. Artikel 53 Aanvraagvereisten 1. Naast de gegevens, als bedoeld in artikel 10, eerste lid, van de Asv, gaat een aanvraag voor subsidie als bedoeld in artikel 50, eerste lid, onderdeel a, wordt vergezeld van: a. een omschrijving van de problematiek en de knelpunten in de regio dan wel de gemeente Goeree-Overflakkee waarvoor subsidie wordt aangevraagd, met als bijlage een nulmeting van het aantal kwetsbare jongeren in de regio, dan wel de gemeente Goeree Overflakkee; b. een omschrijving van het ondersteuningsaanbod voor kwetsbare jongeren in de regio, dan wel de gemeente Goeree-Overflakkee, en de mogelijkheden voor uitbreiding; 2. De aanvraag voor de subsidie, als bedoeld in artikel50, eerste lid, onderdeel b, wordt ingediend door of in samenwerking met de 9

Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 12 van 42 10 Uitgegeven 19 JUNI 2013 Stichting Bureau Jeugdzorg Zuid-Holland of jeugdzorgaanbieders. Artikel 54 Weigeringsgronden 1. In aanvulling op het adikel 12, van de Asv, wordt subsidie, als bedoeld in artikel 50, geweigerd indien: a. subsidie wordt aangevraagd voor de invoeringskosten van de transitie jeugdzorg, waarvoor reeds door het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties subsidie wordt verstrekt; b. in onvoldoende mate is voorzien in voodzetting van de activiteiten na beëindiging van de projectsubsidie. 2. In afwijking van artikel 11, eerste Iid, onderdeel a, van de Asv, wordt subsidie niet geweigerd indien de te subsidiëren activiteit reeds in uitvoering is 10 voordat de aanvraag is ingediend. k 3. In afwijking van artikel 12 eerste Ild, onderdeel c, van de Asv, wordt subsidie niet geweigerd indien de aanvraag betrekkinj heeft op een strudurele adiviteit, met uitzonderlng van structurele activiteiten die in een opbouwfase verkeren. 4. Subsidie, als bedoeld in artikel 50, kan geheel of gedeeltelijk worden geweigerd indien een bestemmingsrese e of voorziening is gevormd. Artikel 55 Subsidievereisten 1. Om voor subsidie als bedoeld in adikel 50, eerste Iid, onderdeel a, in aanmerkinj te komen, wordt voldaan aan de volgende verelsten: a. de subsîdie wordt aangevraagd voor projecten ter ondersteuning van kwetsbare jongeren die bestaan uit een of meerdere van de volgende activiteiten: 1 verbetering van de registratie, coördinatie en het hulpaanboàk 20 ontwikkeling van passend aanbod van woon-, werk en Ieedrajecten', 30 aansluiting van de jongerenopvang op de gel'ndiceerde jeugdzorg. 2. Om voor subsidie, als bedoeld in adikel 50, eerste Iid, onderdeel b, in aanmerkinj te komen, wordt voldaan aan de volgende verelsten: a. de subsidie wordt aangevraagd voor projecten ter voorbereiding op de transitie van de jeugdzorg en vallen binnen een of meerdere van de volgende thema's: 10 snijvlak van preventieve en ge'l'ndiceerde Zorg ; 20 diagnose en zorgtoewijzing,' 3* gecombineerde zorg; 40 passend onderwijs en versterking van de signaleringsfunctie', 5* planninj, financiering en beleidsinformatie. 3. Om voor subsldie als bedoeld in artikel 50, eerste Iid, onderdeel c, in aanmerking te komen, wordt de subsidie aangevraagd voor projecten: 10 ter realisatie van een meer samenhangend en beter op elkaar aansluitend aanbod op het grensvlak van het gemeentelijk aanbod van specialistische ambulante zorg en verbetering van de uitstroom uit de specialistische jeugdzorg; 20 verbetering van de intersectorale samenwerking tussen Iokale, provinciale jeugdzorg, Jeugd-GGz en Jeugd-LvB; 3* coördinatie van de regionale transitiewerkzaamheden en -processen. Artikel 56 Subsidiehoogte 1. De hoogte van de subsidie, bedoeld in adikel 50, bedraagt 100% van de subsidiabele kosten. 2. Indien toejassing van het eerste Iid ertoe Ieidt dat de subsidle minder bedraagt dan f 5.000, wordt de subsidie niet verstrekt. Artikel 57 Rangschikking 1. Subsidie wordt verdeeld op volgorde van datum van binnenkomst van de subsidieaanvragen. 2. Indien een subsidieaanvraag nog niet volledig is, geldt voor het bepalen van de onderlinge rangschikking voor de verdeling van de subsidie de dag waarop de subsidieaanvraag volledig is als datum van binnenkomst. 3. Dreigt het subsidieplafond op enige dag te worden overschreden, dan vindt rangschikking van de op die dag binnengekomen volledige subsidieaanvragen plaats door middel van Ioting. Artikel 58 Bevoorschotting en betaling 1. Het voorschot voor subsidies, als bedoeld in artikel 50, bedraagt voor de duur van het project maximaal 80% van de voor dat project verleende subsidiebedrag. 2. Het voorschot wordt op basis van prestaties, besteding en Iiquiditeitsbehoefte in termijnen uitgekeerd waarvan de hooqte en de tijdstippen in de beschikking tot subsidleverlening worden bepaald. Hoofdstuk 4 Slotbepalingen Artikel 59 Intrekking De Subsidieregeling Jeugdzorg Zuid-Holland, vastgesteld bij besluit van 24 april 2013 (Provinciaal blad, 2013, nr. 75) wordt ingetrokken. Artikel 60 Overgangsrecht De Subsidieregeling Jeugdzorg Zuid-Holland, zoals die Iuidde op de dag voorafgaande aan de dag van inwerkingtreding van deze regeling, blijft van kracht voor subsidies die voor die datum zijn aangevraagd. Adikel 61 Inwerkinjtreding Deze regeling treedt In werking op 1 juli 2013. Stichting Bureau Jeugdzorg Zuid-Holland of jeugdzorgaanbieders. Artikel 54 Weigeringsgronden 1. In aanvulling op het artikel12, van de Asv, wordt subsidie, als bedoeld in artikel 50, geweigerd indien: a. subsidie wordt aangevraagd voor de invoeringskasten van de transitie jeugdzorg, waarvoor reeds door het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties subsidie wordt verstrekt; b. in onvoldoende mate is voorzien in voortzetting van de activiteiten na beëindiging van de projectsubsidie. 2. In afwijking van artikel 11, eerste lid, onderdeel a, van de Asv, wordt subsidie niet geweigerd indien de te subsidiëren activiteit reeds in uitvoering is voordat de aanvraag is ingediend. 3. In afwijking van artikel12, eerste lid, onderdeel c, van de Asv, wordt subsidie niet geweigerd indien de aanvraag betrekking heeft op een structurele activiteit, met uitzondering van structurele activiteiten die in een opbouwfase verkeren. 4. Subsidie, als bedoeld in artikel 50, kan geheel of gedeeltelijk worden geweigerd indien een bestemmingsreserve of voorziening is gevormd. Artikel 55 Subsidievereisten 1. Om voor subsidie als bedoeld in artikel 50, eerste lid, onderdeel a, in aanmerking te komen, wordt voldaan aan de volgende vereisten: a. de subsidie wordt aangevraagd voor projecten ter ondersteuning van kwetsbare jongeren die bestaan uit een of meerdere van de volgende activiteiten: 1 o verbetering van de registratie, coördinatie en het hulpaanbod; 2 ontwikkeling van passend aanbod van woon-, werk en leertrajecten; 3 aansluiting van de jongerenopvang op de geïndiceerde jeugdzorg. 2. Om voor subsidie, als bedoeld in artikel 50, eerste lid, onderdeel b, in aanmerking te komen, wordt voldaan aan de volgende vereisten: a. de subsidie wordt aangevraagd voor projecten ter voorbereiding op de transitie van de jeugdzorg en vallen binnen een of meerdere van de volgende thema's: 1 o snijvlak van preventieve en geïndiceerde zorg; 2 diagnose en zorgtoewijzing; 3 gecombineerde zorg; 4 passend onderwijs en versterking van de signaleringsfunctie; 5 planning, financiering en beleidsinformatie. 3. Om voor subsidie als bedoeld in artikel 50, eerste lid, onderdeel c, in aanmerking te komen, wordt de subsidie aangevraagd voor projecten: 1 o ter realisatie van een meer samenhangend en beter op elkaar aansluitend aanbod op het Uitgegeven 19 JUNI 2013 grensvlak van het gemeentelijk aanbod van specialistische ambulante zorg en verbetering van de uitstroom uit de specialistische jeugdzorg; 2 verbetering van de intersectorale samenwerking tussen lokale, provinciale jeugdzorg, Jeugd-GGZ en Jeugd-LVB; 3 coördinatie van de regionale transitiewerkzaamheden en -processen. Artikel 56 Subsidiehoogte 1. De hoogte van de subsidie, bedoeld in artikel 50, bedraagt 100% van de subsidiabele kosten. 2. Indien toepassing van het eerste lid ertoe leidt dat de subsidie minder bedraagt dan 5.000, wordt de subsidie niet verstrekt. Artikel 57 Rangschikking 1. Subsidie wordt verdeeld op volgorde van datum van binnenkomst van de subsidieaanvragen. 2. Indien een subsidieaanvraag nog niet volledig is, geldt voor het bepalen van de onderlinge rangschikking voor de verdeling van de subsidie de dag waarop de subsidieaanvraag volledig is als datum van binnenkomst. 3. Dreigt het subsidieplafond op enige dag te worden overschreden, dan vindt rangschikking van de op die dag binnengekomen volledige subsidieaanvragen plaats door middel van loting. Artikel 58 Bevoorschotting en betaling 1. Het voorschot voor subsidies, als bedoeld in artikel 50, bedraagt voor de duur van het project maximaal 80% van de voor dat project verleende subsidiebedrag. 2. Het voorschot wordt op basis van prestaties, besteding en liquiditeitsbehoefte in termijnen uitgekeerd waarvan de hoogte en de tijdstippen in de beschikking tot subsidieverlening worden bepaald. Hoofdstuk 4 Slotbepalingen Artikel 59 Intrekking De Subsidieregeling Jeugdzorg Zuid-Holland, vastgesteld bij besluit van 24 april2013 (Provinciaal blad, 2013, nr. 75) wordt ingetrokken. Artikel 60 Overgangsrecht De Subsidieregeling Jeugdzorg Zuid-Holland, zoals die luidde op de dag voorafgaande aan de dag van inwerkingtreding van deze regeling, blijft van kracht voor subsidies die voor die datum zijn aangevraagd. Artikel 61 Inwerkingtreding Deze regeling treedt in werking op 1 juli 2013.

Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 13 van 42 Uitgegeven 19 JUNI 2013 11 Artikel 62 Werkingsduur en overgangsrecht Deze regeling vervalt op 31 december 2014, met dien verstande dat de regeling van kracht blijft voor subsidies die voor die datum zijn aangevraagd. Artikel 63 Citeeditel Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling jeugdzorg Zuid-Holland 2013. Den Haag, 18 juni 2013 Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland J. FRANSSEN, Mw. drs. J.A.M. HILGERSOM, voorzitter secretaris Uitgegeven 19 JUNI 2013 11 Artikel 62 Werkingsduur en overgangsrecht Deze regeling vervalt op 31 december 2014, met dien verstande dat de regeling van kracht blijft voor subsidies die voor die datum zijn aangevraagd. Artikel 63 Citeertitel Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling jeugdzorg Zuid-Holland 2013. Den Haag, 18 juni 2013 Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland J. FRANSSEN, voorzitter Mw. drs. JAM. HILGERSOM, secretaris

Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 14 van 42 BIJIAGE 1 Belços ogseenheden 1...: : '',' 4 ).,: 1 Vlh Dagbehandeling 2 W2 Behandelgroep kame aining centrtlm 3 W3 Behandelgroep qezinshuis licht 4 V..,!..-- Behandelgroep gezinshuis 5 5 Behandelgroep fasehuis 6 W6 Beh del roe 7 %7 Behandel roe zwaar 8 8 Behandelgroep crisis 9 V179 Gesloten behandelgroep 10 JHZW Ambulante specialistische jeugdhulp '11 JHZ-B Speci istische jeugdhulp bi' de zorgaanbieder 3.2 H2-C S ecialisdsche roe s 'eu dhtd,13 H2-D S ecizistische roe s 'eu dhttl zwaar 14 3% Ambulante Gerapeutische jeu dhulp 15 H3-B Thera eutische 'eu dhul bi' de zor aanbieder 16 JH3-C nerapeudsche groeps'eugdhulp 3.7 114 eu dhul crisis.18 PLI Deelti'd lee zor 19 PI,Z azpuurs lee zor zo OD obsewatiedia nostiek BIJLAGE1 Bekostigingseenheden 1 VF1 2 VF2 3 VF3 4 VF4 5 VF5 6 VF6 7 VF7 8 VF8 9 y:fg 10 ]H2-A 11 ]H2-B 12 ]H2-C 13 ]H2-D 14 ]H3-A 15 ]H3-B 16 ]H3-C 17 JH4 18 PL1 19 PL2 20 OD ~osti&gseêîîheid (BE) Omsêll1'ij~ Dagbehandeling Behandelgroep kamertraining centrum Behandelgroep gezinshuis licht_ Behandelgroep gezinshuis Behandelgroep fasehuis Behandelgroep Behandelgroep zwaar Behandelgroep crisis Gesloten behandelgroep Ambulante specialistische jeugdhulp Specialistische jeugdhulp bij de zorgaanbieder Specialistische groepsj eugdhulp Specialistische groepsjeugdhulp zwaar Ambulante therapeutische jeugdhulp Therapeutischejeugdhulp bij de zorgaanbieder Therapeutische groepsjeugdhulp Jeugdhulp crisis Deeltijd pleegzorg 24-uurs pleegzorg Observatiediagnostiek -- --

Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 15 van 42 BIJLAGE 2 Formatjaarplan zorgaanbieders Formatjaarplan zorgaanbieders Zuid-Holland, Haaglanden en stadsregio Rotterdam Jaarqlan 20.. <naam lnstelling> BIJLAGE 2 Format jaarplan zorgaanbieders Format jaarplan zorgaanbieders Zuid-Holland, Haaglanden en stadsregio Rotterdam Jaarplan 20.. <naam instelling>

Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 16 van 42 Deel 1: Algemeen 1.1 Algemeen beleid Jvisie <naam instelling> Beschrijf de specifieke beleidsmatige speerpunten (+ korte toelichting) van uw instelling voor het komende jaar. Hierbij aandacht voor onder meer: - welk beleid wordt gecontinueerd welk nieuw beleid wordt ontwikkeld (bijv. nieuwe producten) relatie met meerjarenbeleidsplan van uw instelling relatie met Uitvoeringsprogramma Jeugdzorg 20.. van de provincie/ grootstedelijke regio relatie met het Rijksbeleid 1.2 Cedificering/kwaliteiîzorg Uw instelling dient aan te geven op welke wijze zij werkt aan het kwaliteitsbewustzijn binnen de eigen organisatie en HKZ onderhoudt. Naast HKz-cedificering (incl. geldigheidsduur) dient aangeven te zijn hoe gewerkt wordt aan de verbetering van de kwaliteit van de organisatie. 1.3 Cliëntenbeleid en vedrouwenspersoon Uw instelling dient aan te geven op welke wijze zij actief invulling geeft aan cliëntenbeleid en hoe de wettelijke vereisten (artikel 53 tot en met adikel 61, wet op de jeugdzorg) omtrent het cliëntenbeleid in praktijk worden gebracht. Tevens dient u de acties te beschrijven die uw instelling onderneemt ter versterking van de positie van cliënten. Een belangrijke rol hierbij is weggelegd voor de 'vedrouwenspersoon'. U dient aan te geven welke afspraken uw instelling heeft gemaakt over de wijze waarop de benodigde activiteiten door de 'vedrouwenspersoon' uitgevoerd kunnen worden. Uw instelling dient de inspanningen inzake de (procedurele) afhandeling van ingediende klachten aan te geven. 1.4 Kwaliteit en effectiviteit van het zorgaanbod De drie bestuurders van de provincie en beide stadsregio's en de minister voor Jeugd en Gezin hechten er zeer veel waarde aan dat de zorgaanbieders werken met effectieve methoden. U dient aan te geven welke bewezen effectieve methoden uw instelling gebruikt. Ook dient u te beschrijven welke activiteiten uw instelling onderneemt om de e ectiviteit van de zorgverlening te vergroten en in welke onderzoeksprogramma's uw instelling padicipeed. U wordt gevraagd te beschrijven hoe u uw zorgaanbod aansluit bij allochtone doelgroepen en welke activiteiten u onderneemt om deze aansluiting te versterken. U dient aan te geven hoe u veiligheid voor uw cliënten regelt. Tevens geeft u aan welke informatie over cliënten en de hulpverlening met oog op de eigen beleidsvorming, kwaliteitsverbetering etc. wordt verzameld (regulier en specifiek onderzoek). U beschrijft voorgenomen projecten en experimenten in het kader van de jeugdzorg. 1.5 Facilitaire zaken, huisvesting en organisatie U dient aan te geven of, en zo ja welke, jrote huisvestingsprojecten gepland staan. Hiedoe behood ook groot onderhoud. Andere relevante ontwlkkelingen bijv. op het terrein van de ICT of organisatie dienen hier te worden gemeld. Van de bestaande zaken, beschrijft u minimaal hoe of uw panden voldoen aan de vereiste gebruikersvergunningen. 1.6 Samenwerkingsrelaties Uw initiatieven om tot versterking van samenwerking te komen met andere instellingen en sectoren worden concreet beschreven. Specifiek gaat u in op de afstemming met Bureau Jeugdzorg (BJZ), gemeentelijk instellingen (met oog op zorgcoördinatie), J-GGZ en J-LVG. 1.7 Personeel Vermeld de activiteiten die u verricht inzake personeelsbeleid. Denk hierbij onder meer aan ziekteverzuim, bijzondere personele problematiek en mobiliteit.

Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 17 van 42 Geef ook aan voor welke functies het nodig is dat de medewerker geregistreerd/gekwalisceerd is en of u beschikt over een verklaring omtrent gedrag (VOG) voor al uw medewerkers. Benoem verder aan welke aandachtspunten/ontwikkelingen (bijvoorbeeld uitbreiding van functies, specifiek opleidingsprogramma's, reorganisatie etc.) op het gebied van personeel voor het komende jaar aan de orde zijn. 1.8 Knelpunten Hier dient u aan te geven tegen welke knelpunten uw instelling oploopvdenkt op te Iopen. Deze knelpunten kunnen van allerlei aard zijn: financiële bij een specifiek aanbod, huisvesting, werving personeel enz. Deze lijst van knelpunten vormt gelijk de basis van het gesprek tussen de provincie en beide stadsregio's met uw instelling over het jaarplan. Deel 11: Aanbod In dit deel dient per type aanbod te worden ingegaan op de onderstaande onde erpen. Ten aanzien van de niet door de provincie/ grootstedelijke regio's gefinancierde activiteiten geldt dat alleen 1.1. inhoud wordt ingevuld. U geeft aan welk aandeel op basis van de trendrappodage van bureau jeugdzorg geleverd kan worden en welke samenwerking en afstemming daartoe nodig is. U geeft aan welke zorgprogramma'sl en hoeveel van elk, tegen welke kostprijs per zorgprogramma uw instelling kan leveren. De gegevens die u in dit deel beschrijft, sluiten aan bij deel 111 van hetjaarplan. 1. <naam zorgprogramma> 1.1 Inhoud U dient een kode samenvatting te geven van het zorgprogramma. Daarnaast wordt u gevraagd een uitgebreide beschrijving van het zorgprogramma als bijlage bij het jaarplan te voegen. 1.2 Ge'l'ndiceerde zorg U dient aan te geven of het bureau jeugdzorg voor het beschreven zorgprogramma een indicatie afgeeft en bij bevestiging dient u aan te geven welke zorgcategorieën hiervoor vereist zijn. 1.3 Capaciteit U dient inzicht te geven in de geboden bekostigingseenheden. Hoeveel cliënten kunnen er behandeld worden binnen dit zorgprogramma per jaar. Indien er informatie is over de gemiddelde behandelduur van de cliënten binnen de afgelopen sjaar dient de instelling de gemiddelde behandelduur aan te geven. Indien deze informatie niet is te leveren, dient de instelling met ingang van 1 januari 2010 deze informatie bij te houden. 1.4 Locatie U dient aan te geven op welke Iocatiets) het zorgprogramma wordt geboden. Bij individuele jeugdhulp thuis en pleegzorg kan hier nlet van toepassing worden ingevuld. 1 Definitie volgens spoor Zorgconversie en zorgprogrammering Deel 111: een combinatie van verschillende zorgvormen (in de functies verblijf, jeugdhulp en obse atiediagnostiek), gecombineerd tot een aanbod dat tegemoet komt aan de behoeften van een bepaalde doelgroep, gekwantificeerd in aantallen bekostigingseenheden. Geef ook aan voor welke functies het nodig is dat de medewerker geregistreerd/gekwalificeerd is en of u beschikt over een verklaring omtrent gedrag (VOG) voor al uw medewerkers. Benoem verder aan welke aandachtspunten/ontwikkelingen (bijvoorbeeld uitbreiding van functies, specifiek opleidingsprogramma's, reorganisatie etc.) op het gebied van personeel voor het komende jaar aan de orde zijn. 1.8 Knelpunten Hier dient u aan te geven tegen welke knelpunten uw instelling oploopt/denkt op te lopen. Deze knelpunten kunnen van allerlei aard zijn: financiële bij een specifiek aanbod, huisvesting, werving personeel enz. Deze lijst van knelpunten vormt gelijk de basis van het gesprek tussen de provincie en beide stadsregio's met uw instelling over het jaarplan. Deelll: Aanbod In dit deel dient per type aanbod te worden ingegaan op de onderstaande onderwerpen. Ten aanzien van de niet door de provincie/ grootstedelijke regio's gefinancierde activiteiten geldt dat alleen 1.1. inhoud wordt ingevuld. U geeft aan welk aandeel op basis van de trendrapportage van bureau jeugdzorg geleverd kan worden en welke samenwerking en afstemming daartoe nodig is. U geeft aan welke zorgprogramma's 1 en hoeveel van elk, tegen welke kostprijs per zorgprogramma uw instelling kan leveren. De gegevens die u in dit deel beschrijft, sluiten aan bij deel 111 van het jaarplan. 1. <naam zorgprogramma> 1.1 Inhoud U dient een korte samenvatting te geven van het zorgprogramma. Daarnaast wordt u gevraagd een uitgebreide beschrijving van het zorgprogramma als bijlage bij het jaarplan te voegen. 1.2 Geïndiceerde zorg U dient aan te geven of het bureau jeugdzorg voor het beschreven zorgprogramma een indicatie afgeeft en bij bevestiging dient u aan te geven welke zorgcategorieën hiervoor vereist zijn. 1.3 Capaciteit U dient inzicht te geven in de geboden bekostigingseenheden. Hoeveel cliënten kunnen er behandeld worden binnen dit zorgprogramma per jaar. Indien er informatie is over de gemiddelde behandelduur van de cliënten binnen de afgelopen 5 jaar dient de instelling de gemiddelde behandelduur aan te geven. Indien deze informatie niet is te leveren, dient de instelling met ingang van 1 januari 201 0 deze informatie bij te houden. 1.4 Locatie U dient aan te geven op welke locatie{s) het zorgprogramma wordt geboden. Bij individuele jeugdhulp thuis en pleegzorg kan hier niet van toepassing worden ingevuld. Definitie volgens spoor Zorgconversie en zorgprogrammering Deel 111: een combinatie van verschillende zorgvormen (in de functies verblijf, jeugdhulp en observatiediagnostiek), gecombineerd tot een aanbod dat tegemoet komt aan de behoeften van een bepaalde doelgroep, gekwantificeerd in aantallen bekostigingseenheden.

Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 18 van 42 Deel 111: Financiën/begroting In het jaarplan wordt een sluitende begroting voor het jaar waarop het zorgprogramma betrekking heeft alsook een meerjarenbegroting opgenomen (inclusief risicoparagraag. In dit deel wordt duidelijk wat de gevraagde subsidie is. De aanvraag dient per zorgprogramma te worden opgesteld. Uitgesplitst naar de 20 bekostigingseenheden..-j).jlj'-e'..('. 4 jej!)ij'j);(e'j'jë:e(...('iy(q:jë!q(ij)(j!j2j@jjy.)j)k.)yj)'.j.--'.j''' '. ''' : ''.' '., j r. '. ''- '!jjy.jj)jj-!'.jj..jyijq.jjëjgj! ' ij! '..:.. jjiyljl.jiy'j.l..jyëjjjylyjjijëyjj'ijjyjytji-.-... y - '... jiëë;..... jjjy.jjj-yëjjëjjyj lj.k.jj.yjyjjrjl gtjjgjrjj. (jëqyj jëyyjj. yjjlj.j.j.j.jy.yyy jjjjj..yjë j.ëyjjyjëjg-j.y--jrj.jjjjjjjjy.yjljyjl jy ë.jqjjjgr ë ë....... jyjjyjyj.jjyëjjyyr.yrjy-j-jyjjjjjy..jjyjyjjj.j.jjj.j.jgj.ggjj. yjj.yjjjjjyjëjyj.kyjj-jgyjëyj.yj.yyj jji,rjj..jjjjyjj.y.ëj... -. jjjy. : ë. -....:.!.. :.... jjgjjjjj.jj.jyjjjj (:;è;è.'))ë'lk!iyëë(ëij.ëe;.!irëeëëtytr,ër!);i(i!y;ë:i p(t@ytpi)(ëëj!j!rttëëëëëpëlëypëyëë.ëjë)j'j)!!ryëgy,gry;5;)riqë)j(j)y,!r,ë.;rr(rt.:! )yyg.,iy),;rj,))ë;ëëy)(r!ëjgri,ëëëë!.ë.ë.erj(!rk).pëp(pj))!:rpyt!.,ë,ri,. )ë.ë,.ëyë(.,.,jr)ëjitëjpëë.ë;ëë'ëj).yë;.ë ljèkqkill/ ëu,utjlr.iir.,.ïëui...kiek; ur:tul iitliktlyi,...'rë.;;ui.ëeru,i(u!ë)jruijëuë.k;,,(,(,ë;.,,jë.aië;,ëy,rr.ëyk,,.ëu,,k!.rëuë.r'g.;p4lt,ëz.,;iu, ulttjjty yjjj killjpzl uëuzikj.,ër,.ëyiijzë ëlë..gëzq.zzëzë,uyz.jzë y.yjyyjty ' ' ' - @ ' ' ' ' ' ' - ' ' - ' ' ' i ' ë - -!. - è -. i i i -. ë i. -, - E. ; - -. - ë.. - -. -'r y! ' - j. - '. - ' -'-' y - j. -j ë ë - ' ).. ë - -, y - j p ; y - ', ) '- ' ' y j j.. j!- j -y -. q y -i ë- ( y j y' )! '.. j ë,,. -, y -: j.y j. 'y ;. j ë ; j.. j y ;, -. y.y -.- - ' ; : -. ; ë.. y. E -j... j. -y -,. -j -. y -. -' ' j. j -. y -. j. y y! y. j. y j. y j. y' ) -'. y. ) ë -, )' - i - - I -... ë - ë, --- - in - -j -y - -. -j. - j in. ij. j - ij y -y - --y -) y j.y.- y. E.y y -j. --.- j ë.y j -, -y -y. j j. -- ' -. (.- ' - y.- j j ë- y. y - --.- j j - (. j -- j. j - j r - ë j -'. y. ; - k j ë -y j. j. y j ë. j j j - j j j in j -g - i- j,ë.. j.. y r j. * ' ).j ', - -.j' j j -. -j )'y - y'- i- y ; - -.. --. y ' y -g j j j y - y =- j y y ( y y y j. j ' ''k--- --y y j y y - j y y. -j j, j w., -, y y. j y,. j j. ' w- y y y.,. j.. y y- y y y oj y j y g j. j. y j. -. y'-. 'Ik'-y y. y j. - y 111*. '. y - y. y y'l y -. j y y -. y, y ( - - y y -. j ; j j. - l 'y y y.. y Illll '... y y y y ; j -- t'--j. ' j j. ' j. j '. y =y. j y j - j y j, y y =;, y' j j y. j. y - y y ' y y ------'. g -. y y y y y ' ; y y - g y j j I-- lly - y.. j y j y. y. y ' j y wy y y. j j - j - y j j. -- j y'.1 *. y y j y j u y j y y j y '. y' y.! ë -.. t. - ë. -' -, w. - y j g --------y j j y j - - -,- y y y y - j ' g y y - ', j -. y g j y y. j y j y y y nj y y y j. j y y. y j y j '----.j y y y y y. ---'- y' y ', j. y - j y y. j. y y y -- y y ' ---'y.. j y.. y - -,. y ------'- -., j y. j j. g - j.,. -. -..,'. j j y j j ' y. -- -; j. j. y - y j y ' ' j -y. y. j y y ' j j ; j. j j, I-----'y q.,. y j y ' j y y y,-----'j. j j y ;. ; ' - ' y j -y ' y'y j (. y y,, - y j y j. -- y y -y y, - j. j - y y - y. ' ( j. j. j.. j j j. j y g. y y y '. j '--.---'j y - j j q. '. j y j. in y,. ë y y -. y.. ;. ' j.. ' ' j. y - ( ' - t' - j. y ' ' j. y j -y j k..y. y. ( g g y y y -. y j., j y y j j y j y j j y- y y y y' j - y y. y y g - g y' y.,... -. - -. -,--' j j' y -... - -. ------'- j y -. :,. y -. - - - -.... -'. ( y - --.. -..... y. ------',. y j y - j y. y g. j y - y -----'y y y y y y j y g ' y'y, - ' y y. y - j. y y y '. ; - '. 'y j j j y --'y y j y - y j -y. j ' j j - j. j y. j. j j j j - j. -.. j. j,'g -. - E - ) ' è ' ' ' ' ' C è E i l - i è. : ë. ë -. j! ë. ë - -,. ë r... -- - ;'. ë ' i. l -' - ë ) - ;. -.. - ë ; '.! -. ë..... - i '... - : ; )'. '. ; ë ' ', j! ). -. )... - - y -. r ë ë.... ë... i ë. ë. -. k!. ) -.. r - - r. -.. - - ; ; y ë' (. (. ë -. - ; j.. -,..... - - -' - I.. - - -.. -.. -. i.. -.. - ë... -... ë.... -.. -.. ë -. -.... -...... -...... ë....... - - - y -... -. - -, - ' r p - j -.., : r - ; ; r', r ;. -.. ) j. -,' -. ë ; ë y y r ù-. ' k y j. - q - -. - - -. -...... -.. -. - - q - ë -.., q ( -' -.. - q -..' -. -.. - - - - - - - -. - (. - - -.' ' - ' j. - ë. y - j - -.. j j. y y -.... - - - -. y... -... -...,. - -... -...'.... -. -...... -... y.. -,' -' y -. -. - -.. -. -' - -... y ; @ E i. i. l i ë è.. i ë. -. r. è!.. ' ë.. -. -- * ' E ë. E ë- E ë. ; - -. - j. ë i. i.!.......... -.. VFI Da behandelin Behandelgroep VF2 kamedraining centrum Behandelgroep VF3 ezinshuis Iicht Behandelgroep VF4 ezinshuis Behandelgroep VF5 fasehuis VF6 Behandel roe VF7 Behandel roe zwaar VF8 Behandel roe crisis Gesloten VF9 behandel roe JH2- Ambulante A specialistische 'eu dhul JH2- Specialistische B jeugdhulp bij de zor aanbieder JH2- Specialistische C roe s'eu dhul JH2- Specialistische D groepsjeugdhulp zwaar JH3- Ambulante A therapeutische 'eu dhul JH3- Therapeutische B jeugdhulp bij de zor aanbieder JH3- Therapeutische C roe s'eu dhul JH4 Jeu dhul crisis PLI Deelti'd lee zor PL2 zd-uurs Iee zor OD Obsewatiedia nostiek E : ë E r ' ë! :! ; ' - ; * E i i ' ë ' - ( - ë!.!. E p '.. ë ' ; '. ; i ' ë i!. l ' '! ë ë! ' ë - E!. -.!. ' ( : ë ' '. p @ '! * ' ' ' ( ' è '! -. l ë ' - E :. ë - ë E ë.!.. ' q ' I '. ë i r - r : ë I ë j ë! '. ' ( : ( '. ë - ë '.. ', ; - : ë ë I. E ; (. ' ( ( q ë... j g q j. q j.. j j j. j. j ' ë ë ;. j ë j ' E ;. ' ë. r' ; I. ( ( ' y ; - r r ( j ' -. ë ë '.. y. ë ë q ' E r i!..!. ë!.!. ë. (. ë ; r j y ë : r. 2 k. ë q r j. - ë. ( ë q ë ; ë ;... ; ë. ;' ; i q '... ;., :. ë : ë. y y. r ' ( - '. y ë E ' ë j ' ;. ' ;j. ë. g ' :! r ' r. (. y! ' ( r ë j k r ë. q. ë :. -. r - ( y ë. r ( ' j -. ë. ; ë -. ' - r. ë r' -!. r ë ë ë... :.. - ë. ;.. ë ë! j. I..,' ' r.... gi '. ë ë ë. 2 ë ë (. (. ;! i -.. '.. ' - - : (...!. ; ( r ''.... (... -. ë. y ('. ë y j y ë! ë - j ' ë. ëq ' ' -. r. ( r (' ë. ' ë r. j.. : y (.. ë... ë ë. r.. q. ;. -. ë. ë '. ' ë.!. q.. r -. y ë. r ë ë ë!. '. - ë. -. ;. ë. ;. ë q i ;. )' q. g! ; ë! ' ë ;. - -' ë ( ë y' - ' ë ë,. -... ë......! -.. ë. ; - ë : ;. - -. ( i.. ë. ' - j ë i. E -. y r'. ' ë ë' ë....! : j q!.!.!... ë.... q.. ë. - q -.. : t. të,y ;' ;,'. ë.! : ë. ë ;. (.. ë! -,.. q (.. ë.. -... '. ë. :,' :. i y ë. - - ;'. ë.... ; q - -. ë, q.,. ë. :.. ë ë :. ë ë..... :' -.. ë ë.., -.. r' -.'..' ; r' à,,. -,kk ë h,kk..k,$,k,y'.. k,; ;... j -... q -...... - g -. - - i ë q ;. ( ; (' -,'. - ë r','! ; ë q -?'. à' ; j' ë ë ë y!.,. ë - ë... -......' '.... ë, ë '. ' -, -. ë -. :. '.. ë -,'. -. -,. - ë ë.... '. - :. '... ë ë... :,'. -... -. - -'. - é. ë @' ë : ë.. - '......!' : -.... :... - - -.,'.. -'... '.. ë - - -.. ë.. -.:' :. ' - - ' - ë -........... -....... - :. -. '... - -. -........ ë -.... -' - -. - -.. ë - :

Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 19 van 42 I p i e r p r o v i n c i a a I O v e r l e g i O # kwali'teitsmaatstaven buitenlands zorgaanbod Advies Werkgroep ''Kwaliteitsmaatstaven buitenlands zorgaanbod in de jeugdzorg#'. Mei 2010. Interprovinciaal Overleg kw a liteitsmaatstaven buitenlands zorgaanbod Advies Werkgroep "Kwaliteitsmaatstaven buitenlands zorgaanbod in de jeugdzorg". Mei 2010.

Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 20 van 42-2 - Inhoudsopgave: blz. ;!.!/ in S:ll tl ( r) h in Il'tt i E; rrl ë in i ë :, (, r) ( r) ir1 1 () te ( ël (j f-1()...-...-... :5. l il (1 (! r ( rl t1i' () in r) (J 6 r) te rl t (! r)!/ () () j1 (! i (j éi*()... Bijlage 1: Samenstelling werkgroep Bijlage 2: De eisen die de Minister voor Jeugd en Gezin m.b.t. buitenlands zorgaanbod heeft gesteld in zijn brief van 10 februari 2010 aan de zorgaanbieders, de provincies/stadsregio's, het IPO en de bureaus jeugdzorg Bijlage 3: Samenvatting 3 3 4 7 uitkomst Ipo-inventarisatie omvang en aard buitenlands zorqaanbod 2-2- Inhoudsopgave: blz. 1. Inleiding: achtergrond en aanleiding advies... 2. Werkgroep Kwaliteitsmaatstaven en inhoud advies... 3. Kader en uitgangspunten voor het advies... 4. Voorstel kwaliteitsmaatstaven... 3 3 4 7 Bijlage 1: Samenstelling werkgroep Bijlage 2: De eisen die de Minister voor Jeugd en Gezin m.b.t. buitenlands zorgaanbod heeft gesteld in zijn brief van 10 februari 2010 aan de zorgaanbieders, de provincies/stadsregio's, het IPO en de bureaus jeugdzorg Bijlage 3: Samenvatting uitkomst!po-inventarisatie omvang en aard buitenlands zorgaanbod 2