12630 N HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2019. 1 BESLUIT WIJZIGING WETTELIJK GEBRUIKSVOORSCHRIFT EN GEBRUIKSAANWIJZING De toelating van het hieronder genoemde gewasbeschermingsmiddel wordt gewijzigd: Signum 2 GRONDSLAG Artikel 31, 45 en 75 van Verordening (EG) 1107/2009. Artikel 4 van Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden. Artikel 2, aanhef en onder c) en 11 van Besluit gewasbeschermingsmiddelen en biociden. Beleidsregelbesluit Van WGGA naar WG in de staatscourant van 4 januari 2016, jaargang 2016, nr. 129. 3 WIJZIGING VAN DE TOELATING 3.1 Vervanging WG/GA door WG Het Wettelijk Gebruiksvoorschrift en de Gebruiksaanwijzing (WG/GA) worden vervangen door het Wettelijk Gebruiksvoorschrift (WG), dat komt te luiden als vastgesteld in bijlage I. 3.2 Aanduidingen en vermeldingen op het etiket a. Behalve de onder 1 bedoelde, en de overige bij de Wet Milieubeheer en de regeling Nadere regels verpakking en aanduiding milieugevaarlijke stoffen en preparaten voorgeschreven aanduidingen en vermeldingen moeten op het etiket voorkomen: - het Wettelijk Gebruiksvoorschrift De letterlijke tekst van het Wettelijk Gebruiksvoorschrift, opgenomen in Bijlage I - bij het toelatingsnummer een cirkel met daarin de w-codering als opgenomen onder punt 3.4. b. De toelatinghouder kan aanbevelingen vermelden op het etiket. Deze aanbevelingen maken geen deel uit van het wettelijk gebruiksvoorschriften en mogen daarmee niet in strijd zijn.
3.3 Respijttermijn De respijttermijn voor bestaande voorraden bedraagt na inwerkingtreding van dit besluit: - zes voor verkoop en distributie; - achttien voor verwijdering, opslag en gebruik. 3.4 W-coderingen en aflever- en opgebruiktermijnen: W-codering professioneel gebruik: W.18 Vorige w-codering professioneel gebruik: W.17 Aflevertermijn professioneel gebruik: 1 juli 2019 Opgebruiktermijn professioneel gebruik: 1 juli 2020 3.5 Inwerkingtreding Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2019. Ede, 22 december 2017 HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN, voor deze: de secretaris, dr. ir. L.P. van Duijn Bezwaarmogelijkheid Degene wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken kan gelet op artikel 4 van Bijlage 2 bij de Algemene wet bestuursrecht en artikel 7:1, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht, binnen zes weken na de dag waarop dit besluit bekend is gemaakt een bezwaarschrift indienen bij: het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb), Postbus 8030, 6710 AA EDE. Het Ctgb heeft niet de mogelijkheid van het elektronisch indienen van een bezwaarschrift opengesteld. Aan: BASF Nederland B.V. Postbus 1019 6801 MC ARNHEM
HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN BIJLAGE I WG van het middel Wettelijk Gebruiksvoorschrift Het middel is uitsluitend toegelaten als schimmelbestrijdingsmiddel voor het professionele gebruik door middel van een gewasbehandeling in de volgende sgebieden (volgens Definitielijst sgebieden versie 2.1 Ctgb juni 2015) onder de hierna vermelde svoorwaarden. Toepassingsvoorwaarden: Toepassingsgebied getoetst op Maximale dosering Maximaal aantal en per of per 12 Aardappelen Alternaria 1 0,2 kg/ha 0,2 kg/ha 4 per Kers Tak- en 0,05% 0,75 kg/ha 3 per bloesemsterfte 2 (50 g/100 liter Pruim Vruchtrot 3 Tak- en bloesemsterfte 2 Vruchtrot 3 0,05% (50 g/100 liter 0,75 kg/ha 3 per Aardbei Vruchtrot 4 1,8 kg/ha 1,8 kg/ha 2 per 12 Aalbes Vruchtrot 4 1,8 kg/ha 1,8 kg/ha 2 per 12 Braam Vruchtrot 4 1,8 kg/ha 1,8 kg/ha 2 per 12 Framboos Vruchtrot 4 1,8 kg/ha 1,8 kg/ha 2 per 12 Aubergine Botrytis 4 0,1% 1,5 kg/ha 3 per (bedekte, nietgrondgebonden Echte meeldauw 7 (100 g/100 liter teelt) Minimum interval tussen en in 14-7 7 7 7 7 1 7 3 7 3 7 3 7 1 Veiligheidstermijn in
Toepassingsgebied Tomaat (bedekte, nietgrondgebonden teelt) Paprika incl. Spaanse peper (bedekte, nietgrondgebonden teelt) Sluitkoolachtigen Bloemkoolachtigen getoetst op Botrytis 4 Echte meeldauw 7 Botrytis 4 Echte meeldauw 7 Ringvlekkenziekte 8 Witte roest 9 Spikkelziekte 10 Ringvlekkenziekte 8 Witte roest 9 Spikkelziekte 10 0,1% (100 g/100 liter 0,1% (100 g/100 liter Maximale dosering Maximaal aantal en per of per 12 1,5 kg/ha 3 per 1,5 kg/ha 3 per 1,0 kg/ha 1,0 kg/ha 3 per 1,0 kg/ha 1,0 kg/ha 3 per Wortelen Loofverbruining 11 0,75 kg/ha 0,75 kg/ha 3 per Uien Bladvlekkenziekten 12 1,5 kg/ha 1,5 kg/ha 2 per Roest 13 Sjalotten Bladvlekkenziekten 12 1,5 kg/ha 1,5 kg/ha 2 per Roest 13 Asperge Grauwe schimmel 4 0,75 kg/ha 1,5 kg/ha 3 per Stengelsterfte 14 Prei Bladvlekkenziekten 12 1,5 kg/ha 1,5 kg/ha 3 per Roest 13 Bloemisterijgewassen Grauwe schimmel 4 1,5 kg/ha 1,5 kg/ha 2 per Smet 15 Boomkwekerijgewassen Grauwe schimmel 4 1,5 kg/ha 1,5 kg/ha 2 per Smet 15 Vruchtbomen en Tak- en 0,05% 0,75 kg/ha 3 per 12 vruchtboom- bloesemsterfte 2 (50 g/100 liter onderstammen van kers en vruchtrot 3 Minimum interval tussen en in 7 1 7 3 14 14 14 14 21 28 7 21 7 21 10 14 10 14 12-12 - 7 - Veiligheidstermijn in
Toepassingsgebied getoetst op pruim Vaste plantenteelt Grauwe schimmel 4 Smet 15 Veredelingsteelt en zaadproductie van akkerbouw en groentegewassen (bedekte teelt) Grauwe schimmel 4 0,1% (100 g/100 liter Maximale dosering Maximaal aantal en per of per 12 1,5 kg/ha 1,5 kg/ha 2 per 1,5 kg/ha 2 per Minimum interval tussen en in 12-7 - Veiligheidstermijn in * Verlaging van de dosering is toegestaan, maar van het maximaal aantal en en de andere svoorwaarden mag niet worden afgeweken. is vastgesteld voor de genoemde dosering per en niet voor verlaagde doseringen. 1 Alternaria (Alternaria solani) 2 Tak- en bloemsterft (Monilia laxa) 3 Vruchtrot (Monilia laxa en Monilia fructigena) 4 Botrytis/Vruchtrot/Grauwe schimmel (Botrytis cinerea syn Botryotinia fuckeliana) 7 Echte meeldauw (Leveillula taurica) 8 Ringvlekkenziekte (Mycosphaerella brassicicola) 9 Witte roest (Albugo candida) 10 Spikkelziekte (Alternaria brassicae en Alternaria brassicicola) 11 Loofverbruining (Alternaria dauci) 12 Bladvlekkenziekte (Alternaria porri, Phytophthora porri en Cladosporium allii-porri) 13 Roest (Puccinia allii) 14 Stengelsterfte (Stemphylium herbarium) 15 Smet (Rhizoctonia solani en Sclerotinia spp.). Het gebruik in de teelten van karwij, crambe, veldsla, rucola, rettich, daikon, aromatische kruidgewassen en de graszodenteelt en in bedekte teelten van sla, radijs en Chinese kool (incl. amsoi, paksoi, choisum, comatsuna) is op basis van een derdenuitbreiding. Deze derdenuitbreiding is aangevraagd door de Stichting Trustee Bijzondere Toelatingen. Er is voor deze uitbreiding geen werkzaamheids- en fytotoxiciteitonderzoek uitgevoerd. Er wordt daarom aangeraden een proefbespuiting uit te voeren, voordat het middel gebruikt wordt. Gebruik van dit middel in deze sgebieden, komt voor risico en verantwoordelijkheid van de gebruiker.
Het gebruik in greens van golfterreinen is op basis van een derdenuitbreiding. Deze derdenuitbreiding is aangevraagd door de Nederlandse Golf Federatie. Er is voor deze uitbreiding geen werkzaamheids- en fytotoxiciteitonderzoek uitgevoerd. Er wordt daarom aangeraden een proefbespuiting uit te voeren, voordat het middel gebruikt wordt. Gebruik van dit middel in deze sgebieden, komt voor risico en verantwoordelijkheid van de gebruiker. Het gebruik in de onbedekte teelt van bladkoolachtigen (boerenkool en Chinese kool incl. amsoi, paksoi, choisum, comatsuna) is beoordeeld conform de vereenvoudigde uitbreidingsprocedure. Er zijn voor deze uitbreidingen geen werkzaamheids- en fytotoxiciteitonderzoek uitgevoerd. Er wordt daarom aangeraden een proefbespuiting uit te voeren, voordat het middel gebruikt wordt. Gebruik van dit middel in deze sgebieden, komt voor risico en verantwoordelijkheid van de gebruiker. Het gebruik in de teelt van lijnzaad, blauwmaanzaad, koolzaad, mosterdzaad, huttentut, vezelvlas, cichorei, spinazie, snijbiet, boon met peul, erwt met peul, suikerwortel, wortelpeterselie pastinaak, schorseneer, mierikswortel, bosuien, knoflook, aromatische wortelgewassen en medicinale wortelgewassen, Zantedeschia, kuiflelie en sierallium is beoordeeld conform artikel 51 EG 1107/2009. Er is voor deze en geen werkzaamheids- en fytotoxiciteitsonderzoek uitgevoerd. Er wordt daarom aangeraden een proefbespuiting uit te voeren, voor dat het middel gebruikt wordt. Gebruik van dit middel in deze sgebieden, komt voor risico en verantwoordelijkheid van de gebruiker. Toepassingsgebied aannemelijk tegen Maximaal aantal en per of per 12 Minimum interval tussen en in Veiligheidstermijn in Blauwmaanzaad Valse meeldauw 16 1,0 kg/ha 1 per - 69 Karwij Verbruining 17 1,0 kg/ha 2 per 14 - Lijnzaad Echte meeldauw 18 1,0 kg/ha 1 per - 69 Koolzaad Spikkelziekte 10 1,0 kg/ha 1 per - 69 Mosterdzaad Spikkelziekte 10 1,0 kg/ha 1 per - 69 Huttentut Valse meeldauw 19 1,0 kg/ha 1 per - 69 Crambe Spikkelziekte 10 1,0 kg/ha 2 per 14 - Vezelvlas Echte meeldauw 18 1,0 kg/ha 1 per - - Cichorei Echte meeldauw 20 1,5 kg/ha 2 per 14 14 Sla (Lactuca spp.) Smet 21 1,5 kg/ha 2 per 14 14 (bedekte teelt) Spinazie Bladvlekkenziekte 22 1,5 kg/ha 2 per 14 14
Toepassingsgebied aannemelijk tegen Maximaal aantal en per of per 12 Minimum interval tussen en in Veiligheidstermijn in Snijbiet Echte meeldauw 23 1,5 kg/ha 2 per 14 14 Veldsla Smet 21 1,5 kg/ha 1 per - 21 Rucola Smet 21 1,5 kg/ha 2 per 14 14 Boon met peul Sclerotinia 5 1,8 kg/ha 2 per 12 11 14 Erwt met peul Echte meeldauw 6 Sclerotinia 5 1,8 kg/ha 2 per 12 11 14 Bladkoolachtigen Spikkelziekte 10 1,0 kg/ha 3 per 7 14 Chinese kool incl. amsoi, Spikkelziekte 10 1,0 kg/ha 2 per 14 14 paksoi, choisum, comatsuna (bedekte teelt) Radijs Smet 21 1,5 kg/ha 1 per - 14 (bedekte teelt) Rettich Smet 21 1,5 kg/ha 1 per - 14 Daikon Smet 21 1,5 kg/ha 1 per - 14 Suikerwortel Echte meeldauw 23 0,75 kg/ha 3 per 21 28 Roest 24 Wortelpeterselie Spikkelziekte 25 0,75 kg/ha 3 per 21 28 Echte meeldauw 26 Pastinaak Loofverbruining 11 0,75 kg/ha 3 per 21 28 Schorseneer Witte roest 27 0,75 kg/ha 3 per 21 28
Toepassingsgebied aannemelijk tegen Maximaal aantal en per of per 12 Minimum interval tussen en in Veiligheidstermijn in Mierikswortel Spikkelziekte 10 0,75 kg/ha 3 per 21 28 Witte roest 28 Bosui Bladvlekkenziekten 29 1,5 kg/ha 3 per 10 14 Roest 13 Knoflook Bladvlekkenziekten 29 1,5 kg/ha 2 per 7 21 Roest 13 Aromatische Smet 21 1,5 kg/ha 2 per 14 14 kruidgewassen Aromatische wortelgewassen Smet 21 0,75 kg/ha 3 per 21 28 Medicinale wortelgewassen Smet 21 0,75 kg/ha 3 per 21 28 Zantedeschia Bladvlekkenziekte 25 1,5 kg/ha 2 per 7 - Kuiflelie Bladvlekkenziekte 25 1,5 kg/ha 2 per 7 - Sieralliums Bladvlekkenziekte 25 1,5 kg/ha 2 per 7 - Graszodenteelt Sneeuwschimmel 30 1,5 kg/ha 2 per 12 14 - Greens van golfterreinen Fusarium 31 Dollar spot 32 Anthracnose 33 1,5 kg/ha 2 per 12 14 - * Verlaging van de dosering is toegestaan, maar van het maximaal aantal en en de andere svoorwaarden mag niet worden afgeweken. 5 Sclerotinia (Sclerotinia sclerotiorum) 6 Echte Meeldauw (Erysiphe pisi) 10 Spikkelziekte (Alternaria brassicae en Alternaria brassicicola) 11 Loofverbruining (Alternaria dauci)
13 Roest (Puccinia allii) 16 Valse meeldauw (Peronospora arborescens) 17 Verbruining (Mycocentrospora acerina) 18 Echte meeldauw (Oidium lini) 19 Valse meeldauw (Hyaloperonospora camelinae) 20 Echte meeldauw (Erysiphe cichoracearum) 21 Smet (Botryotinia fuckeliana, Rhizoctonia solani en Sclerotinia sclerotiorium) 22 Bladvlekkenziekte (Colletotrichum dematium) 23 Echte meeldauw (Erysiphe beatae) 24 Roest (Uromyces beticola) 25 Spikkelziekte/Bladvlekkenziekte (Alternaria spp.) 26 Echte meeldauw (Oidium spp.) 27 Witte roest (Albugo tragoponis) 28 Witte roest (Albugo candida) 29 Bladvlekkenziekten (Sclerotinia squamosa, Phytophthora porri, Alternaria porri en Cladosporium allii-porri) 30 Schneeuwschimmel (Microdochium rivale) 31 Fusarium (Fusarium spp.) 32 Dollar spot (Sclerotinia homoeocarpa) 33 Antracnose (Colletotrichum cereal) Overige svoorwaarden Voor de onbedekte teelt van boomkwekerijgewassen, bloemisterijgewassen en vaste planten geldt dat de planten niet hoger mogen zijn dan 150 cm. Let op: dit middel kan schadelijk zijn voor natuurlijke vijanden. Raadpleeg uw leverancier van natuurlijke vijanden over het gebruik van dit middel in combinatie met het gebruik van natuurlijke vijanden. Om in het water levende organismen te beschermen is in de teelt en opkweek (waarbij in de opkweek de bomen > 150 cm) van kers, morel en pruim op percelen die grenzen aan oppervlaktewater alleen toegestaan vóór 1 mei met minstens één van de volgende driftreducerende maatregelen: in de eerste 20 meter grenzend aan het oppervlaktewater het middel verspoten wordt met een Venturidop, waarbij de laatste bomenrij éénzijdig in de richting van het perceel bespoten dient te worden. Wannerspuit met reflectiescherm en venturidoppen (Lechler ID 90-015C).
Om in het water levende organismen te beschermen is in de teelt en opkweek (waarbij in de opkweek de bomen > 150 cm) van kers, morel en pruim op percelen die grenzen aan oppervlaktewater alleen toegestaan vanaf 1 mei met minstens één van de volgende driftreducerende maatregelen: er de combinatie is van een windhaag op de rand van het rijpad, waarbij de laatste bomenrij éénzijdig in de richting van het perceel bespoten dient te worden, of: in de eerste 20 meter grenzend aan het oppervlaktewater het middel verspoten wordt met een Venturidop, waarbij de laatste bomenrij éénzijdig in de richting van het perceel bespoten dient te worden. Wannerspuit met reflectiescherm en venturidoppen (Lechler ID 90-015C). Om in het water levende organismen te beschermen is in de onbedekte teelt van crambe, daikon, aromatische kruidgewassen, rettich, rucola, veldsla, graszodenteelt en in greens van golfterreinen uitsluitend toegestaan wanneer in percelen die grenzen aan oppervlaktewater gebruik wordt gemaakt van minimaal 90% driftreducerende doppen. Om in het water levende organismen te beschermen is in de onbedekte teelt van bloemisterijgewassen, boomkwekerijgewassen en vaste planten, amsoi, boerenkool, choisum, paksoi, comatsuna, Chinese kool, bosui en knoflook uitsluitend toegestaan wanneer in percelen die grenzen aan oppervlaktewater gebruik wordt gemaakt van minimaal 75% driftreducerende spuitdoppen. Om het grondwater te beschermen mag dit product niet worden gebruikt in grondgebonden, bedekte teelten in grondwaterbeschermingsgebieden. Behandelde karwij en crambe niet voor menselijke en/of dierlijke productie bestemmen en/of in de handel brengen. Resistentiemanagement Dit middel bevat de werkzame stoffen pyraclostrobin en boscalid. Pyraclostrobin behoort tot de QoI-fungicides (strobilurinen), subgroep methoxycarbamaten. De FRAC code is 11. Boscalid behoort tot de pyridine-carboxamiden. De FRAC code is 7. Bij dit product bestaat er kans op resistentieontwikkeling. In het kader van resistentiemanagement dient u de adviezen die gegeven worden in de voorlichtingsboodschappen, op te volgen.