HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN

Transcriptie

1 12630 N HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN 1 BESLUIT Op 26 juni 2017 is van BASF Nederland B.V. Postbus MC ARNHEM een aanvraag tot uitbreiding met kleine toepassing van een gewasbeschermingsmiddeltoelating ontvangen voor het middel Signum op basis van de werkzame stoffen boscalid en pyraclostrobine. HET COLLEGE BESLUIT tot toelating van de uitbreiding van bovenstaand middel. Alle bijlagen vormen een onlosmakelijk onderdeel van dit besluit. Voor nadere gegevens over deze toelating wordt verwezen naar de bijlagen: - Bijlage I voor details van de aanvraag en toelating. - Bijlage II voor de etikettering. - Bijlage III voor wettelijk gebruik. - Bijlage IV voor de onderbouwing. 1.1 Samenstelling, vorm en verpakking De toelating geldt uitsluitend voor het middel in de samenstelling, vorm en de verpakking als waarvoor de toelating is verleend. 1.2 Gebruik Het middel mag slechts worden gebruikt met inachtneming van hetgeen in bijlage III bij dit besluit is voorgeschreven. 1.3 Classificatie en etikettering Mede gelet op de onder wettelijke grondslag vermelde wetsartikelen, dienen alle volgende aanduidingen en vermeldingen op de verpakking te worden vermeld: Signum, NLKUG 1

2 12630 N - De aanduidingen, letterlijk en zonder enige aanvulling, zoals vermeld onder verpakkingsinformatie in bijlage I bij dit besluit. - Het toelatingsnummer met een cirkel met daarin de aanduiding van de W-codering zoals vermeld onder toelatingsinformatie in bijlage I bij dit besluit. - De etikettering zoals opgenomen in bijlage II bij dit besluit. - Het wettelijk gebruiksvoorschrift, letterlijk en zonder enige aanvulling, zoals opgenomen in bijlage III bij dit besluit. - Overige bij wettelijk voorschrift voorgeschreven aanduidingen en vermeldingen. 1.4 Aflever- en opgebruiktermijn (respijtperiode) Het nieuwe gebruiksvoorschrift en de nieuwe etikettering dienen bij de eerstvolgende aanmaak op de verpakking te worden aangebracht. Oude verpakkingen mogen worden opgemaakt. 2 WETTELIJKE GRONDSLAG Besluit artikel 51 Verordening (EG) Nr. 1107/2009 en artikel 2.2 Rgb Classificatie en etikettering artikel 31 en artikel 65 van de Verordening (EG) 1107/2009 Gebruikt toetsingskader RGB (Hoofdstuk 2) bestaande uit de werkinstructies RGB (tox en mil) en voor de overige aspecten HTB BEOORDELINGEN 3.1 Fysische en chemische eigenschappen De identiteit en de fysische en chemische eigenschappen van het middel en de werkzame stof wijzigen niet. 3.2 Analysemethoden De analysemethoden voor de werkzame stoffen en het middel wijzigen niet. Voor de toegelaten toepassingen voldoen de vereiste residuanalysemethoden. 3.3 Risico voor de mens Van het middel wordt voor de toegelaten toepassingen volgens de voorschriften geen onaanvaardbaar risico voor de mens verwacht. 3.4 Risico voor het milieu Van het middel wordt voor de toegelaten toepassingen volgens de voorschriften geen onaanvaardbaar risico voor het milieu verwacht. 3.5 Werkzaamheid Gelet op artikel 51 Verordening (EG) 1107/2009 is de aanvraag niet beoordeeld voor het aspect werkzaamheid (inclusief fytotoxiciteit). Signum, NLKUG 2

3 12630 N Bezwaarmogelijkheid Degene wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken kan gelet op artikel 4 van Bijlage 2 bij de Algemene wet bestuursrecht en artikel 7:1, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht, binnen zes weken na de dag waarop dit besluit bekend is gemaakt een bezwaarschrift indienen bij: het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb), Postbus 8030, 6710 AA, EDE. Het Ctgb heeft niet de mogelijkheid van het elektronisch indienen van een bezwaarschrift opengesteld. Ede, 6 oktober 2017 HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN, Ir. J.F. de Leeuw Voorzitter Signum, NLKUG 3

4 12630 N HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN BIJLAGE I DETAILS VAN DE AANVRAAG EN TOELATING 1 Aanvraaginformatie Aanvraagnummer: NLKUG Type aanvraag: aanvraag tot uitbreiding met kleine toepassing van een gewasbeschermingsmiddeltoelating Middelnaam: Signum Formele registratiedatum: * 6 juli 2017 Datum in behandeling name: Datum compliance check: N.v.t. * Datum waarop zowel de aanvraag is ontvangen als de aanvraagkosten zijn voldaan. 2 Stofinformatie Werkzame stof Gehalte boscalid 26,7% pyraclostrobine 6,7% De stof boscalid is per 1 augustus 2008 geplaatst op Annex I van Richtlijn 91/414/EEG (08/44/EC d.d. 4 April 2008) en vervolgens bij Uitvoeringsverordening (EU) 540/2011 d.d. 25 mei 2011 goedgekeurd. De goedkeuring van deze werkzame stof expireert op 31 juli De stof pyraclostrobine is per 1 juni 2004 geplaatst op Annex I van Richtlijn 91/414/EEG (2004/30/EC d.d. 10 Maart 2004) en vervolgens bij Uitvoeringsverordening (EU) 540/2011 d.d. 25 mei 2011 goedgekeurd. De goedkeuring van deze werkzame stof expireert met een verlengde expiratiedatum op 31 januari Toelatingsinformatie Toelatingsnummer: N Expiratiedatum: 1 september 2023 Afgeleide of parallel: n.v.t. Biocide, gewasbeschermingsmiddel of Gewasbeschermingsmiddel toevoegingsstof: Gebruikers: Professioneel W-codering professioneel gebruik: 17 4 Aflever- en opgebruiktermijnen voor oude etiket Vorige W-codering professioneel gebruik: 16 Aflevertermijn professioneel gebruik: nvt Opgebruiktermijn professioneel gebruik: nvt 5 Verpakkingsinformatie Aard van het preparaat: Water dispergeerbaar granulaat Signum, NLKUG 1

5 12630 N HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN BIJLAGE II Etikettering van het middel Signum Professioneel gebruik de identiteit van alle stoffen in het mengsel die bijdragen tot de indeling van het mengsel: diisobutylnaftaleensulfonzuur, natriumzout Pictogram GHS07 GHS09 Signaalwoord WAARSCHUWING Gevarenaanduidingen H302 Schadelijk bij inslikken. H410 Zeer giftig voor in het water levende organismen, met langdurige gevolgen. Voorzorgsmaatregelen P273 Voorkom lozing in het milieu. P301 + P312 NA INSLIKKEN: Bij onwel voelen een ANTIGIFCENTRUM/arts/... raadplegen. P391 Gelekte/gemorste stof opruimen. P501 Inhoud/verpakking afvoeren naar... SP 1 Zorg ervoor dat u met het product of zijn verpakking geen water Aanvullende etiketelementen verontreinigt. EUH401 Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor de menselijke gezondheid en het milieu te voorkomen. Signum, NLKUG 1

6 12630 N HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN BIJLAGE III WGGA van het middel A. WETTELIJK GEBRUIKSVOORSCHRIFT Toegestaan is uitsluitend het gebruik als schimmelbestrijdingsmiddel: a) in de teelt van aardappelen b) in de teelt van blauwmaanzaad c) in de teelt van karwij d )in de teelt van lijnzaad e) in de teelt van koolzaad f) in de teelt van mosterdzaad g) in de teelt van huttentut h) in de teelt van crambe i) in de teelt van vezelvlas j) in de teelt van cichorei k) in de onbedekte teelt van pruim, kers en morel l) in de onbedekte teelt van aalbessen, frambozen en bramen m) in de teelt van aardbei n) in de bedekte teelt van sla o) in de onbedekte teelt van spinazie p) in de teelt van snijbiet q) in de teelt van veldsla r) in de teelt van rucola s) in de onbedekte teelt van boon met peul t) in de onbedekte teelt van erwt met peul u) in de bedekte, niet-grondgebonden teelt van tomaat, paprika, aubergine, Spaanse peper v) in de onbedekte teelt van boerenkool w) in de teelt van amsoi, choisum, paksoi, comatsuna, Chinese kool x) in de onbedekte teelt van sluitkool, bloemkool, broccoli, Chinese broccoli, spruitkool y) in de bedekte teelt van radijs z) in de teelt van rettich en daikon aa) in de teelt van wortel bb) in de teelt van suikerwortel cc) in de teelt van wortelpeterselie dd) in de onbedekte teelt van pastinaak ee) in de onbedekte teelt van schorseneer ff) in de onbedekte teelt van mierikswortel gg) in de teelt van uien en sjalotten hh) in de onbedekte teelt van knoflook ii) in de onbedekte teelt van bosui jj) in de teelt van prei kk) in de onbedekte teelt van asperge ll) in de teelt van aromatische kruidgewassen mm) in de teelt van aromatische wortelgewassen nn) in de teelt van medicinale wortelgewassen oo) in de teelt van bloemisterijgewassen, boomkwekerijgewassen en vaste planten pp) in de teelt van Zantedeschia, kuiflelie en sieralliums qq) in de teelt van vruchtbomen en vruchtboomonderstammen van pruim, kers en morel rr) in greens van golfterreinen ss) in de graszodenteelt Signum, NLKUG 1

7 12630 N tt) in de bedekte veredelings- en zaadteelt van akkerbouw en groentegewassen Voor de onbedekte teelt van boomkwekerijgewassen, bloemisterijgewassen en vaste planten geldt dat de planten niet hoger mogen zijn dan 150 cm. Let op: dit middel kan schadelijk zijn voor natuurlijke vijanden. Raadpleeg uw leverancier van natuurlijke vijanden over het gebruik van dit middel in combinatie met het gebruik van natuurlijke vijanden. Om in het water levende organismen te beschermen is toepassing in de teelt en opkweek (waarbij in de opkweek de bomen > 150 cm) van kers, morel en pruim op percelen die grenzen aan oppervlaktewater alleen toegestaan vóór 1 mei met minstens één van de volgende driftreducerende maatregelen: in de eerste 20 meter grenzend aan het oppervlaktewater het middel verspoten wordt met een Venturidop, waarbij de laatste bomenrij éénzijdig in de richting van het perceel bespoten dient te worden. Wannerspuit met reflectiescherm en venturidoppen (Lechler ID C). Om in het water levende organismen te beschermen is toepassing in de teelt en opkweek (waarbij in de opkweek de bomen > 150 cm) van kers, morel en pruim op percelen die grenzen aan oppervlaktewater alleen toegestaan vanaf 1 mei met minstens één van de volgende driftreducerende maatregelen: er de combinatie is van een windhaag op de rand van het rijpad, waarbij de laatste bomenrij éénzijdig in de richting van het perceel bespoten dient te worden, of: in de eerste 20 meter grenzend aan het oppervlaktewater het middel verspoten wordt met een Venturidop, waarbij de laatste bomenrij éénzijdig in de richting van het perceel bespoten dient te worden. Wannerspuit met reflectiescherm en venturidoppen (Lechler ID C). Om in het water levende organismen te beschermen is toepassing in de onbedekte teelt van crambe, daikon, aromatische kruidgewassen, rettich, rucola, veldsla, graszodenteelt en in greens van golfterreinen uitsluitend toegestaan wanneer in percelen die grenzen aan oppervlaktewater gebruik wordt gemaakt van minimaal 90% driftreducerende doppen. Om in het water levende organismen te beschermen is toepassing in de onbedekte teelt van bloemisterijgewassen, boomkwekerijgewassen en vaste planten, amsoi, boerenkool, choisum, paksoi, comatsuna, Chinese kool, bosui en knoflook uitsluitend toegestaan wanneer in percelen die grenzen aan oppervlaktewater gebruik wordt gemaakt van minimaal 75% driftreducerende spuitdoppen. Om het grondwater te beschermen mag dit product niet worden gebruikt in grondgebonden, bedekte teelten in grondwaterbeschermingsgebieden. Behandelde karwij en crambe niet voor menselijke en/of dierlijke productie bestemmen en/of in de handel brengen. Resistentiemanagement Dit middel bevat de werkzame stoffen pyraclostrobin en boscalid. Pyraclostrobin behoort tot de methoxy-carbamaten. De Frac code is 11. Boscalid behoort tot de pyridine-carboxamiden. De Frac code is 7. Bij dit product bestaat er kans op resistentieontwikkeling. In het kader van resistentiemanagement dient u de adviezen die gegeven worden in de voorlichtingsboodschappen, op te volgen. Signum, NLKUG 2

8 12630 N Veiligheidstermijn De termijn tussen de laatste toepassing en de oogst mag niet korter zijn dan: 1 dag voor aardbei, tomaat en aubergine 3 dagen voor aalbessen, frambozen, bramen, paprika en Spaanse peper 7 dagen voor pruim, kers en morel 14 dagen voor cichorei, boerenkool, amsoi, paksoi, choisum, comatsuna, Chinese kool, rucola, rettich, daikon, aromatische kruidgewassen, sluitkool, bloemkool, broccoli, Chinese broccoli, spruitkool, asperge, prei, radijs, sla, spinazie, snijbiet, boon met peul, erwt met peul en bosui 21 dagen voor veldsla, uien, sjalotten en knoflook 28 dagen voor wortel, suikerwortel, wortelpeterselie, pastinaak, schorseneer, mierikswortel, aromatische wortelgewassen en medicinale wortelgewassen 69 dagen voor lijnzaad, blauwmaanzaad, koolzaad, mosterdzaad, vezelvlas en huttentut Het middel is uitsluitend bestemd voor professioneel gebruik. B. GEBRUIKSAANWIJZING Het gebruik in de teelten van karwij, crambe, veldsla, rucola, rettich, daikon, aromatische kruidgewassen en de graszodenteelt en in bedekte teelten van sla, radijs, amsoi, paksoi, choisum, comatsuna en Chinese kool is op basis van een derdenuitbreiding. Deze derdenuitbreiding is aangevraagd door de Stichting Trustee Bijzondere Toelatingen. Er is voor deze uitbreiding geen werkzaamheids- en fytotoxiciteitonderzoek uitgevoerd. Er wordt daarom aangeraden een proefbespuiting uit te voeren, voordat het middel gebruikt wordt. Gebruik van dit middel in deze toepassingsgebieden, komt voor risico en verantwoordelijkheid van de gebruiker. Het gebruik in greens van golfterreinen is op basis van een derdenuitbreiding. Deze derdenuitbreiding is aangevraagd door de Nederlandse Golf Federatie. Er is voor deze uitbreiding geen werkzaamheids- en fytotoxiciteitonderzoek uitgevoerd. Er wordt daarom aangeraden een proefbespuiting uit te voeren, voordat het middel gebruikt wordt. Gebruik van dit middel in deze toepassingsgebieden, komt voor risico en verantwoordelijkheid van de gebruiker. Het gebruik in de onbedekte teelt van boerenkool, amsoi, choisum, paksoi, comatsuna, Chinese kool is beoordeeld conform de vereenvoudigde uitbreidingsprocedure. Er zijn voor deze uitbreidingen geen werkzaamheids- en fytotoxiciteitonderzoek uitgevoerd. Er wordt daarom aangeraden een proefbespuiting uit te voeren, voordat het middel gebruikt wordt. Gebruik van dit middel in deze toepassingsgebieden, komt voor risico en verantwoordelijkheid van de gebruiker. Het gebruik in de teelt van lijnzaad, blauwmaanzaad, koolzaad, mosterdzaad, huttentut, vezelvlas, cichorei, spinazie, snijbiet, boon met peul, erwt met peul, suikerwortel, wortelpeterselie pastinaak, schorseneer, mierikswortel, bosuien, knoflook, aromatische wortelgewassen en medicinale wortelgewassen, Zantedeschia, kuiflelie en sierallium is beoordeeld conform artikel 51 EG 1107/2009. Er is voor deze toepassingen geen werkzaamheids- en fytotoxiciteitsonderzoek uitgevoerd. Er wordt daarom aangeraden een proefbespuiting uit te voeren, voor dat het middel gebruikt wordt. Gebruik van dit middel in deze toepassingsgebieden, komt voor risico en verantwoordelijkheid van de gebruiker. Algemeen Signum is een preventief en systemisch werkend middel op basis van de werkzame stoffen boscalid en pyraclostrobin. Indien er geen ervaring is opgedaan met het middel in een bepaald gewas of ras, dient een proefbespuiting uitgevoerd te worden om de verdraagzaamheid van het gewas of ras te testen. De planten dienen tijdens de behandeling goed en volledig bevochtigd te worden. Signum, NLKUG 3

9 12630 N Toepassingen Aardappelen, ter bestrijding van Alternaria solani. Zodra de eerste symptomen worden waargenomen een behandeling uitvoeren. Wanneer de omstandigheden voor uitbreiding van de ziekte gunstig zijn, dient men de behandeling om de dagen te herhalen. Signum bij voorkeur toepassen in combinatie met een Phytophthora middel. Het middel kan afwisselend met een ander effectief schimmelbestrijdingsmiddel met een ander werkingsmechanisme of in een blok van maximaal 2 opeenvolgende behandelingen toegepast worden. Indien gespoten wordt in een blok, dient na dit blok 2 maal een ander effectief schimmelbestrijdingsmiddel met een ander werkingsmechanisme te worden aangewend. Signum niet vaker dan 4 keer per teelt toepassen. Dosering: 0,2 kg middel/ha Blauwmaandzaad, ter bestrijding van valse meeldauw (Peronospora arborescens). De behandeling in het begin van de bloei uitvoeren. Maximaal 1 toepassing per teelt uitvoeren. Dosering: 1 kg middel/ha Karwij, ter bestrijding van verbruining (Mycocentrospora acerina). De eerste behandeling in het begin van de bloei uitvoeren, indien nodig herhalen met een interval van 2-3 weken. Maximaal 2 toepassingen per teelt uitvoeren. Dosering: 1 kg middel/ha Lijnzaad, ter bestrijding van echte meeldauw (Oidium lini). De behandeling in het begin van de bloei uitvoeren. Maximaal 1 toepassing per teelt uitvoeren. Dosering: 1 kg middel/ha Koolzaad, ter bestrijding van spikkelziekte (Alternaria brassicae en Alternaria brassiccola). De behandeling in het begin van de bloei uitvoeren. Maximaal 1 toepassing per teelt uitvoeren. Dosering: 1 kg middel/ha Mosterdzaad, ter bestrijding van spikkelziekte (Alternaria brassicae en Alternaria brassiccola). De behandeling in het begin van de bloei uitvoeren. Maximaal 1 toepassing per teelt uitvoeren. Dosering: 1 kg middel/ha Huttentut ter bestrijding van valse meeldauw (Hyaloperonospora camelinae). De behandeling in het begin van de bloei uitvoeren. Maximaal 1 toepassing per teelt uitvoeren. Dosering: 1 kg middel/ha Crambe, ter bestrijding van bladvlekkenziekte (Alternaria brassicae en Alternaria brassicicola). De eerste behandeling in het begin van de bloei uitvoeren, indien nodig herhalen met een interval van 2-3 weken. Maximaal 2 toepassingen per teelt uitvoeren. Dosering: 1 kg middel/ha Vezelvlas, ter bestrijding van echte meeldauw (Oidium lini). De behandeling in het begin van de bloei uitvoeren. Maximaal 1 toepassing per teelt uitvoeren. Dosering: 1 kg middel/ha Cichorei, ter bestrijding van echte meeldauw (Erysiphe cichoracearum). Zodra de eerste symptomen worden waargenomen een behandeling uitvoeren. Indien nodig de behandeling herhalen met een interval van 14 dagen. Signum niet vaker dan 2 maal per teelt toepassen. Signum, NLKUG 4

10 12630 N Onbedekte teelt van pruim, kers en morel, ter bestrijding van tak- en bloesemsterfte (Monilia laxa) en vruchtrot (Monilia laxa en Monilia fructigena). Een behandeling uitvoeren in de bloei of zodra de eerste aantasting van Monilia zichtbaar wordt. Afhankelijk van de infectiedruk en de rasgevoeligheid de behandeling zonodig om de 7-10 dagen herhalen. Met het oog op mogelijke resistentievorming maximaal 2 opeenvolgende behandelingen met het middel uitvoeren. Na dit blok van 2 toepassingen minstens 2 keer een daartoe toegelaten middel toepassen met een ander werkingsmechanisme. De bomen dienen tijdens de behandeling goed en volledig bevochtigd te worden. Signum niet vaker dan 3 maal per jaar toepassen. Dosering: 0,05% (50 g middel per 100 liter water) met een maximum van 0,75 kg middel per ha. Onbedekte teelt van aalbessen, frambozen en bramen ter bestrijding van vruchtrot (Botryotinia fuckeliana). De eerste behandeling uitvoeren zodra de eerste symptomen worden waargenomen. De behandeling zo nodig na 7 dagen herhalen. Het middel bij voorkeur afwisselen met een daartoe toegelaten middel met een ander werkingsmechanisme. Signum niet vaker dan 2 maal per jaar toepassen. Dosering: 1,8 kg middel/ha Aardbei (grondgebonden bedekte teelt), (niet-grondgebonden bedekte teelt) en (onbedekte teelt), ter bestrijding van vruchtrot (Botrytis cinerea). De eerste behandeling uitvoeren vanaf het moment dat de bloemstelen gaan strekken. De behandeling zo nodig na 7 dagen herhalen. Het middel afwisselen met een daartoe toegelaten middel met een ander werkingsmechanisme. Signum niet vaker dan 2 maal per jaar toepassen. Dosering: 1,8 kg middel/ha Bedekte teelt van sla, ter bestrijding van smet (Botryotinia fuckeliana, Rhizoctonia solani en Sclerotinia sclerotiorium). De toepassing kan al binnen één week na het uitplanten plaats vinden (d.w.z. na het aanslaan van de planten ). Na de behandeling niet meer schoffelen. Wanneer de omstandigheden voor uitbreiding van de ziekte gunstig zijn, dient de behandeling na 14 dagen te worden herhaald. Signum niet vaker dan 2 maal per teelt toepassen. Indien nodig afwisselen met een middel met een ander werkingsmechanisme. Onbedekte teelt van spinazie, ter bestrijding van bladvlekkenziekte (Colletotrichum dematium). Zodra de eerste symptomen worden waargenomen een behandeling uitvoeren. Indien nodig de behandeling herhalen met een interval van 14 dagen. Signum niet vaker dan 2 maal per teelt toepassen. Onbedekte teelt van snijbiet, ter bestrijding van echte meeldauw (Erysiphe betae). Zodra de eerste symptomen worden waargenomen een behandeling uitvoeren. Indien nodig de behandeling herhalen met een interval van 14 dagen. Signum niet vaker dan 2 maal per teelt toepassen. Veldsla, ter bestrijding van smet (Botryotinia fuckeliana, Rhizoctonia solani en Sclerotinia sclerotiorium). Zodra de eerste symptomen worden waargenomen een behandeling uitvoeren. Signum niet vaker dan 1 maal per teelt toepassen. Signum, NLKUG 5

11 12630 N Rucola, ter bestrijding van smet (Botryotinia fuckeliana, Rhizoctonia solani en Sclerotinia sclerotiorium). De toepassing kan al binnen één week na het uitplanten plaats vinden (d.w.z. na het aanslaan van de planten ). Na de behandeling niet meer schoffelen. Wanneer de omstandigheden voor uitbreiding van de ziekte gunstig zijn, dient de behandeling na 14 dagen te worden herhaald. Signum niet vaker dan 2 maal per teelt toepassen. Indien nodig afwisselen met een middel met een ander werkingsmechanisme. Boon met peul, ter bestrijding van Sclerotinia sclerotiorum Een behandeling uitvoeren op het moment dat de 1 ste bloemknoppen zichtbaar zijn. Indien nodig de behandeling na dagen herhalen. Maximaal 2 behandelingen per teelt uitvoeren. Het middel toepassen in liter water per ha. Dosering: 1,8 kg middel/ha Erwt met peul, ter bestrijding van echte meeldauw (Erysiphe pisi) en Sclerotinia sclerotiorum Een behandeling uitvoeren op het moment dat de 1 ste bloemknoppen zichtbaar zijn. Indien nodig de behandeling na dagen herhalen. Maximaal 2 behandelingen per teelt uitvoeren. Het middel toepassen in liter water per ha. Dosering: 1,8 kg middel/ha Bedekte, niet-grondgebonden teelt van tomaat, paprika, aubergine en Spaanse peper, ter bestrijding van Botrytis (Botryotinia fuckeliana) en meeldauw (Leveillula taurica). De eerste behandeling uitvoeren zodra symptomen op blad of stengels worden waargenomen. Indien nodig de behandeling na 7-14 dagen herhalen. Signum niet vaker dan 3 maal per teelt toepassen. Dosering: 0,1 % (100 gram middel per 100 liter water) Onbedekte teelt van boerenkool, amsoi, paksoi, choisum, comatsuna en Chinese kool, ter bestrijding van spikkelziekte (Alternaria brassicae en Alternaria brassicicola). Een behandeling uitvoeren zodra een aantasting wordt waargenomen. De behandelingen indien nodig herhalen met intervallen van 7 dagen. Signum niet vaker dan 3 maal per teelt toepassen. Dosering: 1 kg middel/ha Bedekte teelt van amsoi, paksoi, choisum, comatsuna en Chinese kool, ter bestrijding van spikkelziekte (Alternaria brassicae en Alternaria brassicicola). Een behandeling uitvoeren zodra een aantasting wordt waargenomen. De behandelingen indien nodig herhalen met intervallen van 14 dagen. Signum niet vaker dan 2 maal per teelt toepassen. Dosering: 1 kg middel/ha Onbedekte teelt van rode kool, savooienkool, spitskool, witte kool, bloemkool, broccoli, spruitkool, - ter bestrijding van ringvlekkenziekte (Mycosphaerella brassicicola). Na het uitplanten een behandeling uitvoeren zodra een aantasting wordt waargenomen. De behandeling indien nodig herhalen met een interval van dagen. Met het oog op mogelijke resistentievorming mogen maximaal 50% van de bespuitingen met Signum worden uitgevoerd. Het middel dient te worden afgewisseld met een daartoe toegelaten middel met een ander werkingsmechanisme of, indien gespoten wordt in een blok, maximaal 2 opeenvolgende behandelingen met het middel uitvoeren. Na een blok dient 2 maal een daartoe toegelaten middel met een ander werkingsmechanisme te worden aangewend. - ter bestrijding van witte roest (Albugo candida). Een behandeling uitvoeren zodra een aantasting wordt waargenomen. De behandeling indien nodig herhalen met een interval van dagen. - ter bestrijding van spikkelziekte (Alternaria brassicae en Alternaria brassicicola). Signum, NLKUG 6

12 12630 N Een behandeling uitvoeren zodra een aantasting wordt waargenomen. De behandeling indien nodig herhalen met een interval van 14 dagen. Signum niet vaker dan 3 maal per teelt toepassen. Dosering: 1 kg middel/ha Bedekte teelt van radijs, ter bestrijding van smet (Botryotinia fuckeliana en Rhizoctonia solani). Zodra de eerste symptomen worden waargenomen een behandeling uitvoeren. Signum niet vaker dan 1 maal per teelt toepassen. Rettich en daikon, ter bestrijding van smet (Botryotinia fuckeliana en Rhizoctonia solani). Zodra de eerste symptomen worden waargenomen een behandeling uitvoeren. Signum niet vaker dan 1 maal per teelt toepassen. Wortel, ter bestrijding van loofverbruining (Alternaria dauci). Zodra de eerste symptomen worden waargenomen een behandeling uitvoeren. Wanneer de omstandigheden voor uitbreiding van de ziekte gunstig zijn, dient de behandeling om de 3-4 weken herhaald te worden. Met het oog op mogelijke resistentievorming mogen maximaal 50% van de bespuitingen met Signum worden uitgevoerd. Het middel dient te worden afgewisseld met een daartoe toegelaten middel met een ander werkingsmechanisme of, indien gespoten wordt in een blok, maximaal 2 opeenvolgende behandelingen met het middel uitvoeren. Na een blok dient 2 maal een daartoe toegelaten middel met een ander werkingsmechanisme te worden aangewend. Signum niet vaker dan 3 maal per teelt toepassen. Dosering: 0,75 kg middel/ha Onbedekte teelt van suikerwortel, ter bestrijding van echte meeldauw (Erysiphe beatae) en roest (Uromyces beticola). Zodra de eerste symptomen worden waargenomen een behandeling uitvoeren. Indien nodig de behandeling herhalen met een interval van 21 dagen. Signum niet vaker dan 3 maal per teelt toepassen. Dosering: 0,75 kg middel/ha Onbedekte teelt van wortelpeterselie, ter bestrijding van spikkelziekte(alternaria spp) ern echte meeldauw (Oidium sp). Zodra de eerste symptomen worden waargenomen een behandeling uitvoeren. Indien nodig de behandeling herhalen met een interval van 21 dagen. Signum niet vaker dan 3 maal per teelt toepassen. Dosering: 0,75 kg middel/ha Onbedekte teelt van pastinaak, ter bestrijding van loofverbruining (Alternaria dauci). Zodra de eerste symptomen worden waargenomen een behandeling uitvoeren. Indien nodig de behandeling herhalen met een interval van 21 dagen. Signum niet vaker dan 3 maal per teelt toepassen. Dosering: 0,75 kg middel/ha Onbedekte teelt van schorseneer, ter bestrijding van witte roest (Albugo tragoponis). Zodra de eerste symptomen worden waargenomen een behandeling uitvoeren. Indien nodig de behandeling herhalen met een interval van 21 dagen. Signum niet vaker dan 3 maal per teelt toepassen. Dosering: 0,75 kg middel/ha Signum, NLKUG 7

13 12630 N Onbedekte teelt van mierikswortel, ter bestrijding van witte roest (Albugo candida), en spikkelziekte (Alternaria brassicae en Alternaria brassicicola). Zodra de eerste symptomen worden waargenomen een behandeling uitvoeren. Indien nodig de behandeling herhalen met een interval van 21 dagen. Signum niet vaker dan 3 maal per teelt toepassen. Dosering: 0,75 kg middel/ha Uien en sjalotten, ter bestrijding van bladvlekkenziekten (Phytophthora porri, Alternaria porri en Cladosporium allii-porri) en roest (Puccinia allii). Zodra de eerste symptomen worden waargenomen een behandeling uitvoeren. Wanneer de omstandigheden voor uitbreiding van de ziekte gunstig zijn, dient de behandeling om de 7-10 dagen herhaald te worden. Signum niet vaker dan 2 maal per teelt toepassen. Onbedekte teelt van knoflook, ter bestrijding van bladvlekkenziekten (Sclerotinia squamosa, Phytophthora porri, Alternaria porri en Cladosporium allii-porri) en roest (Puccinia allii). Zodra de eerste symptomen worden waargenomen een behandeling uitvoeren. Indien nodig de behandeling herhalen met een interval van 7 dagen. Signum niet vaker dan 2 maal per teelt toepassen. Onbedekte teelt van bosui, ter bestrijding van bladvlekkenziekten (Sclerotinia squamosa, Phytophthora porri, Alternaria porri en Cladosporium allii-porri) en roest (Puccinia allii). Zodra de eerste symptomen worden waargenomen een behandeling uitvoeren. Indien nodig de behandeling herhalen met een interval van 10 dagen. Signum niet vaker dan 3 maal per teelt toepassen. Prei, ter bestrijding van bladvlekkenziekten (Phytophthora porri, Alternaria porri en Cladosporium allii-porri) en roest (Puccinia allii). Zodra de eerste symptomen worden waargenomen een behandeling uitvoeren. Wanneer de omstandigheden voor uitbreiding van de ziekte gunstig zijn, dient de behandeling om de dagen herhaald te worden. Met het oog op mogelijke resistentievorming mogen maximaal 50% van de bespuitingen met Signum worden uitgevoerd. Het middel dient te worden afgewisseld met een daartoe toegelaten middel met een ander werkingsmechanisme of, indien gespoten wordt in een blok, maximaal 2 opeenvolgende behandelingen met het middel uitvoeren. Na een blok dient 2 maal een daartoe toegelaten middel met een ander werkingsmechanisme te worden aangewend. Signum niet vaker dan 3 maal per teelt toepassen. Onbedekte teelt van asperge, ter bestrijding van grauwe schimmel (Botryotinia fuckeliana) en stengelsterfte (Stemphylium herbareum) De behandeling uitvoeren vanaf begin augustus tot eind september. De behandeling na 14 dagen herhalen. Het middel bij voorkeur afwisselen met een daartoe toegelaten middel met een ander werkingsmechanisme. Signum niet vaker dan 3 maal per jaar toepassen. Dosering: 0,75 kg middel/ha Aromatische kruidgewassen, ter bestrijding van smet (Botryotinia fuckeliana, Rhizoctonia solani en Sclerotinia sclerotiorium). De toepassing kan al binnen één week na het uitplanten plaats vinden (d.w.z. na het aanslaan van de planten ). Na de behandeling niet meer schoffelen. Wanneer de omstandigheden voor uitbreiding van de ziekte gunstig zijn, dient de behandeling na 14 dagen te worden herhaald. Signum niet vaker Signum, NLKUG 8

14 12630 N dan 2 maal per teelt toepassen. Indien nodig afwisselen met een middel met een ander werkingsmechanisme. Onbedekte teelt van aromatische wortelgewassen, ter bestrijding van smet (Botryotinia fuckeliana, Rhizoctonia solani en Sclerotinia sclerotiorium). Zodra de eerste symptomen worden waargenomen een behandeling uitvoeren. Indien nodig de behandeling herhalen met een interval van 21 dagen. Signum niet vaker dan 3 maal per teelt toepassen. Dosering: 0,75 kg middel/ha Onbedekte teelt van medicinale wortelgewassen, ter bestrijding van smet (Botryotinia fuckeliana, Rhizoctonia solani en Sclerotinia sclerotiorium). Zodra de eerste symptomen worden waargenomen een behandeling uitvoeren. Indien nodig de behandeling herhalen met een interval van 21 dagen. Signum niet vaker dan 3 maal per teelt toepassen. Dosering: 0,75 kg middel/ha Bloemisterijgewassen, boomkwekerijgewassen en vaste planten, ter bestrijding van Botryotinia fuckeliana, Rhizoctonia solani en Sclerotinia. Zodra de eerste symptomen worden waargenomen een behandeling uitvoeren. Indien nodig de behandeling herhalen met een interval van dagen. Signum niet vaker dan 2 maal per teelt toepassen. Zantedeschia, kuiflelie en sieralliums, ter bestrijding van bladvlekkenziekten (Alternaria spp.). Zodra de eerste symptomen worden waargenomen een behandeling uitvoeren. Wanneer de omstandigheden voor uitbreiding van de ziekte gunstig zijn, dient de behandeling om de 7-10 dagen herhaald te worden. Signum niet vaker dan 2 maal per teelt toepassen. Teelt van vruchtboomonderstammen en vruchtbomen van pruim, kers en morel, ter bestrijding van tak- en bloesemsterfte (Monilia laxa) en vruchtrot (Monilia laxa en Monilia fructigena). Een behandeling uitvoeren in de bloei of zodra de eerste aantasting van Monilia zichtbaar wordt. Afhankelijk van de infectiedruk en de rasgevoeligheid de behandeling zonodig om de 7-10 dagen herhalen. Met het oog op mogelijke resistentievorming maximaal 2 opeenvolgende behandelingen met het middel uitvoeren. Na dit blok van 2 toepassingen minstens 2 keer een daartoe toegelaten middel toepassen met een ander werkingsmechanisme. De bomen dienen tijdens de behandeling goed en volledig bevochtigd te worden. Signum niet vaker dan 3 maal per jaar toepassen. Dosering: 0,05% (50 g middel per 100 liter water) met een maximum van 0,75 kg middel per ha. Greens van golfterreinen, ter bestrijding van Fusarium, dollar spot en antracnose. Zodra de eerste symptomen worden waargenomen een behandeling uitvoeren. Wanneer de omstandigheden voor uitbreiding van de ziekte gunstig zijn, dient na 2-4 weken nogmaals behandeld te worden. Signum mag niet vaker dan 2 keer per seizoen worden toegepast. Het middel dient verspoten te worden met 90%-driftreductiedoppen in percelen die grenzen aan oppervlaktewater. Dosering 1,5 kg middel/ha Graszodenteelt, ter bestrijding van sneeuwschimmel. Zodra de eerste symptomen worden waargenomen een behandeling uitvoeren. Wanneer de omstandigheden voor uitbreiding van de ziekte gunstig zijn, dient een extra behandeling na 2-4 weken uitgevoerd te worden. Met het oog op mogelijke resistentievorming mogen maximaal Signum, NLKUG 9

15 12630 N 50% van de bespuitingen met Signum worden uitgevoerd. Signum niet vaker dan 2 maal per teelt toepassen. Bedekte veredelings- en zaadteelt van akkerbouw en groentegewassen, ter bestrijding van grauwe schimmel (Botryotinia fuckeliana). De eerste behandeling uitvoeren zodra symptomen op blad of stengel worden waargenomen. Indien nodig de behandeling na 7-14 dagen herhalen. Signum niet vaker dan 2 maal per teelt toepassen. Dosering: 0,1% (100 g middel/100 liter water). Signum, NLKUG 10

16 HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN BIJLAGE IV RISKMANAGEMENT Contents 1 Identity of the plant protection product Physical and chemical properties Methods of analysis Analytical methods in technical material and plant protection product Conclusion Physical-chemical classification and labelling Mammalian toxicology Residues Environmental fate and behaviour Ecotoxicology Efficacy Conclusion Classification and labelling Appendix 1 Table of new authorised minor uses. 22 Appendix 2 Reference list.23 Signum, NLKUG 11

17 1 Identity of the plant protection product 1.1 Applicant BASF Nederland BV Groningensingel EA Arnhem The Netherlands 1.2 Identity of the active substance The identity of the active substance(s) does not change. Common name Boscalid Name in Dutch Boscalid Chemical name 2-Chloro-N-(4'-chlorobiphenyl-2-yl)nicotinamide (IUPAC name) CAS no EC no - The active substance was included on August 1st, 2008 in Annex I of Directive 91/414/EEC. From 14 June 2011 forward, according to Reg. (EU) No 540/2011 the substance is approved under Reg. (EC) No 1107/2009, repealing Directive 91/414/EEC. Common name Name in Dutch Chemical name CAS no EC no - Pyraclostrobin Pyraclostrobine methyl N-(2-{[1-(4-chlorophenyl)-1H-pyrazol-3-yl]oxymethyl}phenyl) Nmethoxy carbamate (IUPAC name) The active substance was included on June 1st, 2004 in Annex I of Directive 91/414/EEC. From 14 June 2011 forward, according to Reg. (EU) No 540/2011 the substance is approved under Reg. (EC) No 1107/2009, repealing Directive 91/414/EEC. 1.3 Identity of the plant protection product The identity of the plant protection product does not change. Name Formulation type Content active substance Signum Water Dispersible Granules (WG) 26.7 % (w/w) pure Boscalid 6.7 % (w/w) pure Pyraclostrobin The formulation was not part of the assessment of either active substance for inclusion in Annex I of Directive 91/414/EEC. 1.4 Function Fungicide 1.5 Uses applied for See GAP (Appendix I). 1.6 Background to the application It concerns a simplified extension of the authorization with minor uses. Signum, NLKUG 12

18 1.7 Packaging details Packaging details do not change. 2 Physical and chemical properties The physical and chemical properties of the active substance(s) and the formulation do not change. 3 Methods of analysis 3.1 Analytical methods in technical material and plant protection product The analytical methods for the technical material and the plant protection product do not change. 3.2 Residue analytical methods The proposed extension for use involves application on crops that can be extrapolated from the current authorisation based on their crop group (matrix) and their MRL. Therefore, the proposed extension remains within the existing risk envelope for the section residue analytical methods for food/feed of plant and animal origin. The residue analytical methods for air, soil and water were accepted during the assessment which led to the original authorization of Signum. This simplified extension does not give rise to re-assess these residue analytical methods. 3.3 Conclusion The proposed extension for use is covered by the risk envelope of the existing authorisation for the section residue analytical methods. 3.4 Physical-chemical classification and labelling Proposal for the classification and labelling of the formulation concerning physical chemical properties Classification and labelling of the formulation does not change. 4 Mammalian toxicology The proposed extension for use involves an application on beans with pods and peas with pods for which the risk assessment can be extrapolated from the current authorisation based on the method of application and dosage (mechanical and manual spray application with a maximum dosage of 1.8 kg product/ha with a minimum spray volume of 200 L/ha). Therefore, the proposed extension remains within the existing risk envelope for the section mammalian toxicology (operator, bystander and worker). 5 Residues List of Endpoints Boscalid Signum, NLKUG 13

19 The List of Endpoints from presented below is the last revision before publishing the final review report on boscalid (SANCO/3919/2007-rev.5, 21 January 2008). Metabolism in plants (Annex IIA, point 6.1 and 6.7, Annex IIIA, point 8.1 and 8.6) Plant groups covered grapes (fruit), lettuce (leaf vegetables), beans (pulses) Rotational crops radish, lettuce, wheat Metabolism in rotational crops similar to yes metabolism in primary crops? Processed commodities no hydrolytic decomposition during simulation of pasteurisation (ph 4, 90 C), baking, boiling, brewing (ph 5, 100 C) or during sterilisation (ph 6, 120 C) Residue pattern in processed commodities yes similar to residue pattern in raw commodities? Plant residue definition for monitoring Boscalid Plant residue definition for risk assessment Boscalid Conversion factor (monitoring to risk not applicable assessment) Metabolism in livestock (Annex IIA, point 6.2 and 6.7, Annex IIIA, point 8.1 and 8.6) Animals covered goat, hen Time needed to reach a plateau concentration 6 days for eggs in milk and eggs 14 days for milk (cow feeding study) Animal residue definition for monitoring Boscalid and the hydroxylated metabolite M510F01 (including its conjugates), expressed as boscalid Animal residue definition for risk assessment Boscalid and M510F01 (including its conjugates) expressed as boscalid Bound residues in liver and minor metabolites in milk (as M510F53) Conversion factor (monitoring to risk not applicable assessment) Metabolism in rat and ruminant similar Yes (yes/no) Fat soluble residue: (yes/no) yes (log P ow = 2.96), in livestock feeding study residues in fat and cream at 1x dose Signum, NLKUG 14

20 Residues in succeeding crops (Annex IIA, point 6.6, Annex IIIA, point 8.5) after application of 2.1 kg as/ha to bare soil and PBIs of 30, 120, 270, 365 days the major residue in following crops was parent boscalid, except for wheat grain. Residues of parent: mg/kg (lettuce); mg/kg (radish leaf), mg/kg (radish root) mg/kg (wheat grain), mg/kg (wheat forage), mg/kg (wheat straw) From the results it cannot be excluded that residues above the LOQ (0.05 mg/kg) may occur in succeeding crops. This is confirmed by the results of a field test with residues of boscalid in wheat plants at 0.10 mg/kg and in wheat straw at 0.75 mg/kg. The potentiality of residues in succeeding crops is accounted for in the dietary risk assessment and in the setting of MRLs by setting 0.5 mg/kg for commodities not covered by residue or rotational crop trials. Stability of residues (Annex IIA, point 6 Introduction, Annex IIIA, point 8 Introduction) Food of animal origin: (milk, muscle, liver) boscalid and metabolite M510F01 stable for 5 months under frozen conditions Food of plant origin (Wheat plant, wheat grain, wheat straw, oilseed rape seed, sugar beet, white cabbage, peach, pea) boscalid stable for at least 24 months under frozen conditions Signum, NLKUG 15

21 Residues from livestock feeding studies (Annex IIA, point 6.4, Annex IIIA, point 8.3) Ruminant: Poultry: Pig: Conditions of requirement of feeding studies Expected intakes by livestock 0.1 mg/kg diet (dry weight basis) (yes/no - If yes, specify the level) yes 22 mg/kg diet (beef cattle) 10 mg/kg diet (dairy cws) yes 1.6 mg/kg diet Potential for accumulation (yes/no): no no no Metabolism studies indicate potential level of residues 0.01 mg/kg in edible tissues (yes/no) yes yes yes 2.9 mg/kg diet Feeding studies (Specify the feeding rate in cattle and poultry studies considered as relevant) 20 mg/kg DM for beef, 1 mg/kg DM for hen Residue levels in matrices : Mean (max) mg/kg Muscle < 0.05 (high dose) < 0.05 (low dose) < 0.05 (extrapol. from ruminants) Liver 0.18 (high dose) < 0.1 (low dose) < 0.1 Kidney 0.24 (high dose) not applicable < 0.1 Fat 0.27 (high dose) < 0.1 (low dose) < 0.1 Milk 0.05 (high dose) Eggs < 0.02 Processing factors (Annex IIA, point 6.5, Annex IIIA, point 8.4) Crop/ process/ processed product Number of studies Processing factors Transfer factor Grapes must, cold 1 (4 trials) must, after short time heating 1 (4 trials) must, after mash heating 1 (4 trials) wine, from must, cold 1 (4 trials) wine from must, after short time 1 (4 trials) heating Wine from must, after mash heating 1 (4 trials) wet pomace 1 (4 trials) Peas Peas/Washed peas 1 (4 trials) only Peas/Wash water one trial with RAC residues > LOQ Cooked peas, canned peas, boiled water, vegetable stock residues in RAC < LOQ (0.05 mg/kg) < 0.36 (residues in processed product < 0.05 mg/kg) Yield factor - Amount transferred (%) (Optional) Signum, NLKUG 16

22 Pyraclostrobin The List of Endpoints from November 2003 presented below is the last revision before publishing the final review report on Pyraclostrobin (SANCO/1420/2001-final, 8 September 2004). Metabolism in plants (Annex IIA, point 6.1 and 6.7, Annex IIIA, point 8.1 and 8.6) Plant groups covered wheat (cereals), grapes (fruit), potatoes (root and tuber vegetable) Rotational crops radish, lettuce, wheat Plant residue definition for monitoring Pyraclostrobin Plant residue definition for risk assessment Pyraclostrobin Conversion factor (monitoring to risk none assessment) Metabolism in livestock (Annex IIA, point 6.2 and 6.7, Annex IIIA, point 8.1 and 8.6) Animals covered lactating goat, laying hen Animal residue definition for monitoring Pyraclostrobin Animal residue definition for risk assessment liver (except poultry liver) and milk fat only: Pyraclostrobin and its metabolites containing the 1- (4-chlorophenyl)-1H-pyrazole - or the 1-(4-chloro-2- hydroxyphenyl)-1h-pyrazole moiety, sum expressed as pyraclostrobin Conversion factor (monitoring to risk cream: 6; liver: not applicable, no pyraclostrobin in assessment) liver to be expected Metabolism in rat and ruminant similar yes (yes/no) Fat soluble residue: (yes/no) yes (Log Po/w 3.99) Residues in succeeding crops (Annex IIA, point 6.6, Annex IIIA, point 8.5) 30, 120, 365 days plant back interval after application of 0.9 kg as/ha: TRR in the edible parts for human consumption are very low (radish roots, lettuce: < mg/kg; wheat grain: < mg/kg). No accumulation of Pyraclostrobin or its degradation products [radish, lettuce < mg/kg; wheat straw < mg/kg; wheat grain: not detectable] Stability of residues (Annex IIA, point 6 introduction, Annex IIIA, point 8 introduction) Food of animal origin: Pyraclostrobin stable for 8 month Metabolite BAS (model compound) with slow degradation but stable enough to evaluate the submitted feeding study (analysed within 6 month). Plant (peanut nutmeat, peanut oil, wheat grain, wheat straw, sugarbeet tops, sugarbeet roots, tomatoes, grape juice): Pyraclostrobin, metabolite BAS stable for 18 month Signum, NLKUG 17

23 Residues* from livestock feeding studies (Annex IIA, point 6.4, Annex IIIA, point 8.3) Intakes by livestock 0.1 mg/kg diet/day: Ruminant: yes/no Poultry: yes/no Pig: yes/no Muscle < 0.05 < 0.05 < 0.05 Liver < 0.05 < 0.05 < 0.05 Kidney < 0.05 < 0.05 < 0.05 Fat < 0.05 < 0.05 < 0.05 Milk < 0.01 not applicable not applicable Eggs not applicable < 0.05 not applicable *parent only [Parent plus metabolites : milk <0.02 mg/kg, liver 0.2 mg/kg, kidney <0.1 mg/kg] Processing factors (Annex IIA, point 6.5, Annex IIIA, point 8.4) Crop/processed crop Number of Transfer factor % Transference * studies grapes / must, juice, wine 4 trials 0.03 grapes / wet pomace 4 trials 3.9 grapes / rasins 1 (2 trials) 2.7 barley / pot barley 1 trial 0.7 barley / pearling dust 1 trial 11 barley / malt 4 trials 1.2 barley / malt germs 1 trial 2.3 barley / spent grain 1 trial 10 barley / trubs (flocs) 1 trial 0.7 barley / beer yeast 1 trial 0.7 barley / beer 4 trials 0.7 wheat / flour, bran, middlings, shorts wheat / germ * Calculated on the basis of distribution in the different portions, parts or products as determined through balance studies Comments on/additions to List of Endpoints No comments 5.1 Summary of residue data The following assessment is based on: For pyraclostrobin: Review of the existing MRLs for pyraclostrobin performed under Article 12 of Regulation (EC) No 396/2005 (EFSA Journal 2011;9(8):2344), most recent EFSA RO: EFSA Journal 2017;15(1):4686, Evaluation Report (France, June 2016). For boscalid: Review of the existing maximum residue levels (MRLs) for boscalid according to Article 12 of Regulation (EC) No 396/2005 (EFSA Journal 2014;12(7):3799, Modification of the existing MRLs for boscalid in beans and peas with pod (EFSA Journal 2015;13(3):4045) and Evaluation Report (France, December 2014) Metabolism in plants Boscalid Metabolism was studied in grapes, lettuce and beans. Metabolism was also investigated in the rotational crops lettuce, radish and wheat. In all cases, the main metabolite was boscalid. Metabolism was found to be essentially the same in the different crop categories, and covers the intended uses. Pyraclostrobin Metabolism was studied in wheat, grapes and potatoes. Main metabolite was pyraclostrobin. Signum, NLKUG 18

24 Metabolism was found to be essentially the same in the different crop categories, and covers the intended uses Metabolism in livestock Boscalid Metabolism was investigated in lactating goat and laying hen. Main metabolites were boscalid (all matrices) and M510F01 (milk, liver). Metabolism was found to be essentially the same in goat, hen and rat. Therefore, no study in pig is required. Pyraclostrobin Metabolism in lactating ruminants and poultry was sufficiently investigated and findings can be extrapolated to pigs as well. Pyraclostrobin was identified as the major indicator compound in commodities of animal origin except in ruminant liver and milk fat. Based on these findings the JMPR defined the parent compound as the only relevant residue for enforcement and risk assessment, but EFSA (EFSA Journal 2011;9(8):2344) is of the opinion that consideration should be given to the presence of the desmethoxy metabolite (500M07) Residue definition (plant and animal) Boscalid The residue definition in plants is boscalid parent, for monitoring and risk assessment. Since metabolism in grapes, lettuce and beans (primary crops) and lettuce, radish and wheat (rotational crops) is similar, the residue definition applies to all crops. The residue definition in animal products is boscalid and the hydroxylated metabolite M510F01 (including its conjugates), expressed as boscalid for monitoring. The residue definition for risk assessment is boscalid and M510F01 (including its conjugates) expressed as boscalid, including bound residues in liver and minor metabolites in milk (as M510F53). Pyraclostrobin The residue definition in plants is pyraclostrobin parent, for monitoring and risk assessment. Since metabolism in wheat, grapes and potatoes is similar, the residue definition applies to all crops. The review of the existing MRLs for pyraclostrobin performed under Article 12 of Regulation (EC) No 396/2005 confirmed the conclusion of the peer review that established the enforcement residue definition for animal products as parent pyraclostrobin; for risk assessment the relevant residue definition for animal products was defined as the sum of pyraclostrobin and its metabolites containing the 1-(4-chlorophenyl)-1H-pyrazole moiety or the 1-(4-chloro-2-hydroxyphenyl)-1Hpyrazole moiety, expressed as pyraclostrobin Stability of residues Boscalid In the framework of the peer review, storage stability of boscalid was demonstrated for a period of 16 months at -18 C in commodities with high acid content (grape) and 24 months at -18 C in commodities with high water content (cabbage, peach, pea), high oil content (rape seed), dry commodities (wheat grain) and cereal straw. Storage time of the samples from residue trials is covered by the available stability. Pyraclostrobin In plant matrices (peanut nutmeat, peanut oil, wheat grain, wheat straw, sugar beet tops, sugar beet roots, tomatoes, grape juice) pyraclostrobin and metabolite BF are stable for 18 months. Storage time of the samples from residue trials is covered by the available stability. Signum, NLKUG 19