Postbus 20301 REcIfISHANDHAVING RAAD VOOR DE Kaya Industria 15a Kralendijk T: (+599-) 717-5552 1 F: (+599-) 717-7616 E: RvdRH@telbo.an De Raad voor de Rechtshandhaving is een inspectieorgaan, ingesteld bij Ri en is de van de keten. Ook belast met algemene inspectie organisaties, behorende tot justitiële de algemene inspectie van de justitiële samenwerking tussen de de van de Raad landen behoort tot taak 1kswet (Staatsblad 2010, nr. 338). De Raad heeft een eigen rechtspersoonlijkheid Voorzitter Mr. J.J. van Eck namens de Raad voor de rechtshandhaving, het Korps Politie Caribisch Nederland, hierbij bied ik u aan de bevindingen van de Raad met betrekking tot de politieopleidingen van Geachte heer Opstelten, 2juni 2014, Den Haag Nederland 2500 EH Den Haag de heer mr. l.w. Opstelten De minister van Veiligheid en Justitie
Raad voor de rechtshandhaving Politieonderwijs BES Inleiding De Raad voor de rechtshandhaving (de Raad) is onder andere belast met het toezicht op het politieonderwijs ten aanzien van Curaçao, Sint Maarten en Bonaire, Sint Eustatius en Saba (BES eilanden). De Raad heeft in zijn Jaarplan en begroting 2013 onder meer opgenomen dat zij in 2013 inspectieonderzoek verricht naar de kwaliteit van het politieonderwijs op de voornoemde eilanden. De Raad heeft in eind 2013 een oriëntatie uitgevoerd ten behoeve van het plan van aanpak voor een inspectieonderzoek naar de kwaliteit van de initiële politieopleiding 1 voor de BES eilanden. Hieronder treft u aan het beeld dat deze oriëntatie oplevert. Eindtermen politieonderwijs De samenleving verwacht dat de politie haar taken professioneel en adequaat uitvoert. Het is daarom van belang dat politiefunctionarissen zich als zodanig gedragen en dat zij op de hoogte zijn van hun taken en bevoegdheden. Hiervoor is een deugdelijke opleiding een essentiële voorwaarde. De Rijkswet Politie van Curaçao, van Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba (07 juli 2010) schept voorwaarden waaronder het politieonderwijs in de nieuwe staatkundige verhoudingen vorm dient te worden gegeven. Zo luidt artikel 40 van de wet De landen voorzien gezamenlijk in politieonderwijs. De nadere uitwerking en toelichting worden gegeven in De onderlinge regeling houdende kwaliteitseisen, opleidings- en trainingsvereisten politie van Curaçao, van Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba (01 juli 2010). De onderlinge regeling schrijft onder meer voor dat de eisen en criteria waar de politieopleidingstrajecten aan moeten voldoen voor alle eilanden uniform en gelijkluidend behoren te zijn 2.De onderlinge regeling bepaalt dat de gezamenlijke eisen en criteria worden vastgesteld in de vorm van competentiegerichte eindtermen (gemeenschappelijke competentiegerichte eindtermen) 3. De Commissie Politieonderwijs die is ingesteld binnen het overleg van de Politieke Stuurgroep Staatkundige Veranderingen heeft de competentiegerichte eindtermen uitgewerkt, waarna ze zijn vastgesteld door de ministers. 1 Op mbo-niveau. 2 Het document Invulling artikel 40 RW politie vermeldt: Ratio achter artikel 40 is de uitwisselbaarheid in inzet en onderlinge bijstand tussen de korpsen van de toekomstige landen (resp. Curaçao, St Maarten & BES) met inachtneming van ruimte voor eigen accentuering van het onderwijs, zoals bedoeld in artikel 41, lid 2 van bedoelde rijkswet als consequentie van artikel 7 dat verwijst naar de autonomie van elk van de drie korpsen 3 Onderlinge regeling houdende kwaliteitseisen, opleidings- en trainingsvereisten van Curaçao, van Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba.
Korps Politie Caribisch Nederland en politieonderwijs In de ontwikkeling van de korpsorganisatie heeft het Korps Politie Caribisch Nederland (KPCN) een meerjarig opleidingsplan 4 opgesteld waarin de ambitie voor initiële en post-initiële opleidingen is beschreven. Dit plan wordt momenteel bijgesteld voor de periode 2013-2017. Daarnaast heeft de minister van VenJ een samenwerkingsovereenkomst getekend met de Politieacademie waarin afspraken zijn vastgelegd over de uitvoering van politieopleidingen ten behoeve van het KPCN. Initiële politieopleiding De Politieacademie heeft de vastgestelde competentiegerichte eindtermen vertaald naar een volledig nieuwe opleiding (inclusief examinering) voor studenten van het KPCN. Deze opleiding is gebaseerd op het initieel politieonderwijs op mbo-niveau zoals dat ook door de Politieacademie wordt verzorgd voor Nederlandse politie. Dit houdt in dat het duaal onderwijs betreft, gebaseerd op de elementen: complementair, context gebonden en competentiegericht. De eerste twee jaar van de opleiding leidt op tot politiemedewerker (MBO3), een aanvullend derde leerjaar leidt op tot allround politiemedewerker (MBO4). Het nieuwe onderwijsprogramma 5 startte augustus 2011 met een groep van 20 studenten, 7 vanuit het KPCN en 13 vanuit het Korps Politie Sint Maarten (KPSM). 18 van de 20 studenten sloten de eerste twee leerjaren succesvol af en ontvingen medio 2013 het diploma politiemedewerker, waaronder alle 7 studenten van het KPCN. Het KPCN besloot haar nieuwe politiemedewerkers eerst een jaar in te zetten in de politiepraktijk alvorens ze deel te laten nemen aan het aansluitende derde leerjaar dat opleidt tot allround medewerker. Het KPSM heeft er vooralsnog voor gekozen geen van de politiemedewerkers dat betreffende leerjaar te laten volgen. Om de competenties van het zittende operationele executieve politiepersoneel van het KPCN in overeenstemming te brengen met wat er van hen verwacht mag worden op basis van de opgestelde beroepsprofielen, is een bijscholingsprogramma ingericht. Dit bijscholingsprogramma wordt ook verzorgd door de Politieacademie en is gelijk aan het leerjaar dat opleidt tot allround politiemedewerker. Naast professionalisering van het huidige personeel heeft het bijscholingsprogramma als oogmerk: goede aansluiting tussen het korps en de nieuwe instroom en goede aansluiting op post-initieel politieonderwijs (vervolgopleidingen). Het eerst genoemde punt is van belang omdat het zittende personeel - vanwege het duale karakter van het onderwijs - een belangrijke taak heeft bij de begeleiding van studenten tijdens de perioden van werkend leren. In drie cohorten wordt het personeel bijgeschoold. 4 Opleidingsplan 2011-2014. 5 C-COP (Curriculum Caribische Opleiding Politie).
In augustus 2012 zijn de eerste 18 medewerkers van het KPCN aan dit opleidingstraject begonnen waarvan 17 medewerkers de opleiding succesvol hebben afgerond in augustus 2013. Het tweede cohort is gestart in augustus 2013 en zal de opleiding afronden in oktober van dit jaar. Het derde cohort start in november van dit jaar met de afronding in 2015. Oriëntatie door de Raad Uit de oriëntatie van de Raad blijkt dat medio 2013 in opdracht van de gemandateerd korpsbeheerder van het KPCN 6 een evaluatie heeft plaatsgevonden van de genoemde politieopleiding 7. Tijdens deze evaluatie zijn (met het initiële curriculum als uitgangspunt) de onderwijskundige uitvoering, inhoud en organisatie van de opleiding onder de loep genomen. Het evaluatierapport geeft een helder beeld van de wijze waarop de opleiding tot stand is gekomen en hoe de pilot is verlopen. Uit de conclusies van de evaluatie valt op te maken dat de pilot goed is verlopen, maar dat er sprake is van een aantal verbeterpunten. De Raad acht het op dit moment niet opportuun om een inspectieonderzoek uit te voeren omdat hij de betrokken partijen in alle redelijkheid de gelegenheid wil bieden om de door hen zelf geconstateerde verbeterpunten aan te pakken. Het voornaamste verbeterpunt voor de initiële opleidingen heeft betrekking op de begeleiding van studenten tijdens de perioden van werkend leren. Praktijkbegeleiders vervullen een essentiële rol waar het aankomt op het in de praktijk toepassen van de aangeleerde theorie. Er moet worden geïnvesteerd in verbetering van de bekendheid van de praktijkbegeleiders met de uitgangspunten van het onderwijs en in de daarbij behorende wijze van coaching. Conclusie De Raad heeft op basis van haar oriëntatie (de C-COP evaluatie en oriënterende gesprekken) een positief beeld gekregen over de ontwikkeling die het initieel politieonderwijs voor de politie op de BES eilanden tot nu toe heeft doorgemaakt. De Raad vindt het positief dat er uitgebreide zelfevaluatie heeft plaatsgevonden. De voor het politieonderwijs verantwoordelijke partijen (Politieacademie, KPCN en korpsbeheerder) hebben daardoor inzicht in de kwaliteit van het politieonderwijs. De zelfevaluatie toont een evenwichtig beeld met zowel onderdelen waarop het politieonderwijs goed scoort als onderdelen die verbetering behoeven. De Raad gaat ervan uit dat geconstateerde verbeterpunten voortvarend worden opgepakt door de verantwoordelijke partijen en heeft er van afgezien thans een eigen inspectieonderzoek te verrichten. 6 De directeur-generaal Politie van het ministerie van Veiligheid en Justitie. 7 Evaluatie C-Cop, Curriculum Caribische Opleiding Politie 2011-2013
Eind 2014 gaat de volgende aspirantenopleiding van start. De Raad is voornemens t.z.t. inspectieonderzoek te verrichten naar de kwaliteit van de betreffende politieopleiding, waarbij de voortgang op de in de zelfevaluatie geconstateerde verbeterpunten nadrukkelijk wordt meegenomen.