Projectafwijkingsbesluit Neterselsedijk 37 te Lage Mierde. Gemeente Reusel-De Mierden

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Projectafwijkingsbesluit Neterselsedijk 37 te Lage Mierde. Gemeente Reusel-De Mierden"

Transcriptie

1 Projectafwijkingsbesluit Neterselsedijk 37 te Lage Mierde Gemeente Reusel-De Mierden

2 Van Dun Advies BV Dorpsstraat TE Ulicoten T: F: E: Rabobank KvK nr Opdrachtgever: J.J. Quirijnen Spreeuwelsedijk KS Westelbeers Projectlocatie: Projectnummer: Neterselseijk 37 te Lage Mierde BA029 Datum: / Opgesteld door: Van Dun Advies BV: D. van Roij, F. van der Aalst Projectafwijkingsbesluit Neterselsedijk 37 te Lage Mierde 1

3 Inhoudsopgave 1 Inleiding Aanleiding Plangebied Doel Vigerend bestemmingsplan Proces Bestaande situatie Ruimtelijke structuur Functionele structuur Beleidskader Provinciaal beleid Structuurvisie 2010 partiële herziening Verordening ruimte Gemeentelijk beleid Milieu-hygiënische en planologische aspecten Water Waterrelevant beleid Bestaande waterhuishoudkundige situatie Beoogde waterhuishoudkundige situatie Natuur EHS Flora en Fauna Natuurbeschermingswet Cultuurhistorie, aardkunde en archeologie Cultuurhistorie Archeologie Bedrijfshinder Wet geurhinder en veehouderij Wet ammoniak en veehouderij IPPC-omgevingstoets ammoniak en veehouderij Geluid Luchtkwaliteit Gezondheid Bodemkwaliteit Externe veiligheid Verkeer en ontsluiting Technische infrastructuur Totaalbeeld aspecten Uitvoerbaarheid Financiële uitvoerbaarheid Maatschappelijke uitvoerbaarheid Planologische afweging...34 Bijlage I: Situatietekening...35 Bijlage II: Landschappelijk inpassingsplan...36 Bijlage III: Economische onderbouwing kwaliteitsverbetering...37 Bijlage IV: Emissiefactoren per huisvestingssysteem...39 Projectafwijkingsbesluit Neterselsedijk 37 te Lage Mierde 2

4 1 Inleiding In dit hoofdstuk wordt een inleiding gegeven omtrent beoogd initiatief. Hierbij komen de aanleiding, de ligging van de projectlocatie en het vigerend bestemmingsplan aan bod. 1.1 Aanleiding Dhr. J.J. Quirijnen, hierna initiatiefnemer, is op dit moment bezig met de plannen om zijn huidige bedrijf, een pluimveehouderij aan de Spreeuwelsedijk 6 te Westelbeers, te verplaatsen naar de locatie aan de Neterselsedijk 37 te Lage Mierde. Deze verplaatsing vindt plaats in het kader van de Verplaatsingsregeling Intensieve Veehouderij (VIV) van de provincie Noord-Brabant. De invulling van deze plannen is inmiddels dusdanig concreet dat de initiatiefnemer voornemens is om op de lcoatie Neterselsedijk 37 een pluimveehouderij op te richten. Op deze locatie wordt reeds een rundveehouderij en pluimveehouderij geëxploiteerd. Op 12 november 2013 is een omgevingsvergunning verleend voor de bouw van een vleeskuikenstal en loods en voor het houden van in totaal stuks vleeskuikens. Hierbij is de rundveehouderijtak beëindigd. De twee bestaande stallen worden in deze vergunning op de locatie behouden. Initiatiefnemer is zich bewust van de maatschappelijke discussies omtrent veehouderijen en dierwelzijn. Daarom is hij voornemens om op de locatie aan de Neterselsedijk 37 stallen te ontwikkelen volgens het Beter Leven concept van de Dierenbescherming. Dit concept houdt onder andere in dat een lagere bezetting per m 2 staloppervlak aanwezig moet zijn en de dieren een overdekte uitloop ter beschikking hebben. De ondernemer ontvangt een hogere prijs voor de dieren. Om dit te kunnen bewerkstelligen is de initiatiefnemer voornemens om drie vleeskuikenstallen en een loods te bouwen zodat de vergunde dieren op een groter oppervlak gehuisvest worden (conform eisen Beter Leven-concept). De initiatiefnemer gebruikt hiervoor de rechten van de reeds verleende omgevingsvergunning en zal dus niet uitbreiden in de dieraantallen en emissies. De beoogde bedrijfsopzet heeft derhalve betrekking op het houden van in totaal vleeskuikens. In onderstaande tabel zijn de dieraantallen en emissies van de vergunde en beoogde bedrijfsopzet weergegeven. De volledige diertabel is opgenomen in de toelichting milieu welke ook onderdeel uitmaakt van deze aanvraag om omgevingsvergunning. Tabel 1: Dieraantallen en emissies De bedrijfsopzet zal met de beoogde ontwikkeling gaan veranderen ten opzichte van de aangevraagde vergunning. In de beoogde situatie worden drie vleeskuikenstallen van dezelfde omvang en een loods gebouwd. Eén van de stallen is reeds vergund in de verleende omgevingsvergunning. De andere twee stallen zijn qua omvang gelijk aan de reeds vergunde stal. Projectafwijkingsbesluit Neterselsedijk 37 te Lage Mierde 3

5 Daarnaast wordt de bestaande bedrijfswoning gesloopt en verplaatst herbouwd. De twee bestaande stallen worden ook gesloopt. De aanwezige bebouwing is verouderd en past niet meer bij de bedrijfsvoering van een veehouderij in de huidige tijd. Het bestaande bouwvlak heeft een omvang van ca ha en voorziet niet in voldoende ruimte om de gewenste ontwikkeling mogelijk te maken. Daarnaast is in het bestemmingsplan een maximaal te bebouwen oppervlakte voor veehouderijbebouwing opgenomen. Deze oppervlakte is niet voldoende om de beoogde bouw van de stallen mogelijk te maken. Derhalve wordt middels het afwijken van het bestemmingsplan (art. 2.12, eerste lid, sub a onder 3º van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht) het initiatief mogelijk gemaakt. Het ruimtebeslag van het initiatief betreft in totaal 1,51 hectare (bebouwing, erfverharding en landschappelijke inpassing). De omliggende gronden blijven onveranderd in gebruik. Het herbouwen van de bedrijfswoning is tevens niet rechtstreeks toegestaan in het bestemmingsplan. Dit wordt tevens mogelijk gemaakt middels het afwijken van het bestemmingsplan. Voorliggende ruimtelijke onderbouwing betreft de planologische verantwoording van het initiatief. De bestaande en de gewenste situatie is weergegeven in Figuur 1 en tevens bijgevoegd in bijlage I van voorliggende ruimtelijke onderbouwing. Figuur 1: situatie volgens verleende vergunning (links), gewenste situatie (rechts) 1.2 Plangebied Onderhavige projectlocatie is gelegen in het buitengebied van de gemeente Reusel-De Mierden aan de Neterselsedijk 37 te Lage Mierde. De bebouwde kom is hemelsbreed op circa 2,25 km van de projectlocatie gelegen. De bebouwde kom van Netersel (gemeente Bladel) is gelegen op circa 1,3 km hemelsbreed van de projectlocatie. De Neterselsedijk is de verbindende weg tussen de dorpen Lage Mierde en Netersel. Projectafwijkingsbesluit Neterselsedijk 37 te Lage Mierde 4

6 De projectlocatie is kadastraal bekend als gemeente: Hooge en Lage Mierde, sectie: K, nummer 846. Figuur 2: Ligging van de projectlocatie (Bron: Bing Maps) 1.3 Doel Het doel van voorliggend projectafwijkingsbesluit is om middels het afwijken van het bestemmingsplan de bouw van de gewenste nieuwe stallen en het herbouwen van bedrijfswoning elders op het perceel mogelijk te maken. Voorliggend projectafwijkingsbesluit is onderdeel van de aanvraag omgevingsvergunning. 1.4 Vigerend bestemmingsplan Op dit moment zijn voor het buitengebied van de gemeente Reusel-De Mierden de regels uit het bestemmingsplan Buitengebied 2009, herziening 1A vigerend. Dit bestemmingsplan is op 9 juni 2013 vastgesteld en heeft reeds van 19 augustus tot en met 30 september 2013 ter inzage gelegen. Een uitsnede van de verbeelding bij deze regels is weergegeven in Figuur 3. Voor onderhavige projectlocatie zijn de volgende aanduidingen opgenomen: Enkelbestemming Bedrijf Agrarisch Enkelbestemming Agrarisch (voor de gronden buiten het bouwvlak) Functieaanduiding intensieve veehouderij Daarnaast is de projectlocatie gelegen binnen de aanduiding Landbouwontwikkelingsgebied in de zoneringskaart, zie Figuur 4. Figuur 3: Uitsnede verbeelding uit bestemmingsplan Buitengebied 2009, herziening 1A Projectafwijkingsbesluit Neterselsedijk 37 te Lage Mierde 5

7 Figuur 4: Uitsnede zoneringskaart uit bestemmingsplan Buitengebied 2009, herziening 1A 1.5 Proces De nieuw te bouwen stallen kunnen buiten het bouwvlak worden gerealiseerd middels een projectafwijkingsbesluit (art. 2.12, eerste lid, sub a onder 3º van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht). Hiermee blijft het bestaande bouwvlak ongewijzigd, maar krijgt initiatiefnemer een ontheffing om in afwijking van het bestemmingsplan buiten het bouwvlak te bouwen. Het bouwvlak zal in een later stadium van vorm worden veranderd. Daarnaast maakt voorliggend projectafwijkingsbesluit het verplaatst herbouwen van de bedrijfswoning mogelijk. Het projectafwijkingsbesluit maakt deel uit van de omgevingsvergunning met de activiteiten bouw en milieu. Er is sprake van een omgevingsvergunning met de uitgebreide voorbereidingsprocedure. Dit betekent dat er eerst een ontwerpbeschikking van de omgevingsvergunning wordt verleend. Deze wordt vervolgens voor een termijn van 6 weken ter inzage gelegd. Tijdens deze periode wordt een ieder in de gelegenheid gesteld om een zienswijze in te dienen tegen de ontwerpomgevingsvergunning. Na afloop van deze termijn worden de eventuele zienswijzen en adviezen verwerkt, waarna een definitief besluit wordt genomen. Na definitieve verlening van de omgevingsvergunning wordt de beschikking nog 6 weken ter inzage gelegd. Gedurende deze termijn kan er beroep worden ingesteld door degene die zienswijzen hebben ingediend en vinden dat deze niet correct zijn verwerkt of door degene die niet verweten kan worden geen zienswijzen te hebben ingediend tegen het ontwerp. Daags na afloop van de beroepstermijn treedt de omgevingsvergunning in werking. Indien er geen beroep wordt ingesteld is de omgevingsvergunning op dat moment tevens onherroepelijk. Projectafwijkingsbesluit Neterselsedijk 37 te Lage Mierde 6

8 2 Bestaande situatie In onderhavig hoofdstuk wordt de bestaande situatie van de projectlocatie in beeld gebracht. Dit geeft een duidelijker beeld ten aanzien van de veranderingen die met de beoogde ontwikkelingen worden gerealiseerd. De toekomstige veranderingen op de huidige locatie van initiatiefnemer worden niet hierin betrokken. Na verplaatsing van het bedrijf (in het kader van VIV, zie pag 4) zal de huidige locatie een passende herbestemming krijgen (geen intensieve veehouderij). 2.1 Ruimtelijke structuur Een belangrijke ruimtelijke structuur in de omgeving van de projectlocatie is de landschappelijke structuur. De landschappelijke structuur in de omgeving van de projectlocatie kenmerkt zich voornamelijk door bomenrijen en laanbeplanting langs de wegen en bospercelen. Door bomenrijen langs de wegen ontstaan lijnvormige elementen in het landschap welke tevens het landschap begrenzen. Het landschap in de omgeving van de projectlocatie wordt ook wel jonge heideontginningslandschap genoemd. Het jonge heideontginningslandschap is ontstaan toen rond 1950 is begonnen met de ontginning van woeste heidegronden, doordat nieuwe landbouw en bemestingstechnieken voor handen was. Kenmerken van een jong ontginningslandschap zijn grootschalige open akkercomplexen met een rationele wegenstructuur met laanbeplanting en grootschalige agrarische bedrijven. Projectlocatie Projectlocatie Figuur 5: Kaart anno 1900 (links), luchtfoto heden (rechts) 2.2 Functionele structuur In de huidige situatie bestaat de bebouwing op de projectlocatie uit twee stallen, een berging/loods en een bedrijfswoning. De stallen zijn op het bouwvlak gesitueerd achter de bedrijfswoning en zijn met de korte zijde naar de weg gelegen. De huidige bebouwing op de projectlocatie is gedateerd en verkeert in slechte staat. Aan de straatzijde is op de projectlocatie veel dichte beplanting aanwezig van conifeer waardoor bebouwing enigszins aan het zicht onttrokken wordt. Echter heerst er een rommelige uitstraling. Projectafwijkingsbesluit Neterselsedijk 37 te Lage Mierde 7

9 Figuur 6: Foto s van projectlocatie, links: bedrijfswoning, rechts: stallen De omgeving van het bedrijf bestaat voornamelijk uit agrarische bedrijven en enkele burgerwoningen. Er is sprake van een functiemenging tussen beide activiteiten. In het kader van de provinciale verordening is de locatie dan ook aangeduid als gemengd landelijk gebied. Verschillende agrarische bedrijven in de nabije omgeving zijn recent uitgebreid waardoor de agrarische functie van het gebied als hoofdfunctie kan worden aangemerkt. Projectafwijkingsbesluit Neterselsedijk 37 te Lage Mierde 8

10 3 Beleidskader De voorgenomen ontwikkeling is getoetst aan het relevante ruimtelijke beleid op provinciaal- en gemeentelijk niveau. Het beleid op rijksniveau wordt niet opgenomen in dit hoofdstuk. De ontwikkelingen van onderhavig initiatief zijn dusdanig klein van aard, dat deze geen invloed hebben op het rijksbeleid. In onderstaande paragrafen wordt het relevante ruimtelijke beleid uiteengezet, inclusief de toetsing van onderhavig initiatief aan dit beleid. 3.1 Provinciaal beleid Het geldende ruimtelijke beleid van de provincie Noord-Brabant is vervat in de Structuurvisie 2010 partiële herziening 2014 en de Verordening ruimte Noord-Brabant Structuurvisie 2010 partiële herziening 2014 De Structuurvisie 2010 partiële herziening 2014 (Sv 2014) betreft een herziening van de op 1 oktober 2010 vastgestelde Structuurvisie ruimtelijke ordening. De partiële herziening is op 29 maart 2014 in werking getreden. De Structuurvisie geeft de hoofdlijnen van het provinciaal ruimtelijk beleid tot 2025 weer (met een doorkijk naar 2040). De visie is bindend voor het ruimtelijk handelen van de provincie. Het is de basis voor de wijze waarop de provincie de instrumenten inzet die de Wet ruimtelijke ordening biedt. De genoemde visie in de partiële herziening is doorvertaald in de regels van de Verordening ruimte Daarnaast ondersteunt de structuurvisie het beleid op andere provinciale beleidsterreinen, zoals het economisch-, mobiliteits-, sociaal-, cultureel-, milieu- en natuurbeleid. Volgens de structurenkaart, zie figuur 7, is onderhavige projectlocatie gelegen in het gemengd landelijk gebied. In het gemengd landelijk gebied vindt een vermenging van functies plaats. Naast het gebruik van de gronden ten behoeve van de land- en tuinbouw, is er ook plaats voor natuur, water, recreatie, toerisme en kleinschalige stedelijke functies. Daar de locatie gelegen is in het gemengd landelijk gebied, hanteert de provincie het multifunctionele gebruik als uitgangspunt waarbij bij ontwikkelingen van veehouderijen belangrijk is dat een ontwikkeling bijdraagt aan een verdere verduurzaming op bedrijfs- en gebiedsniveau. Onderhavig initiatief betreft een veehouderij en is onderdeel van een multifunctioneel gebied. Het gebied is multifunctioneel doordat naast onderhavige pluimveehouderij ook toerisme, waterfuncties, natuur en recreatie plaatsvinden. De voorgenomen ontwikkeling ziet op het duurzaam uitoefenen van een pluimveehouderij door onder andere de vleeskuikens diervriendelijk te houden (beter Levenconcept) en het bedrijf landschappelijk in te passen. Onderhavig initiatief past derhalve binnen de uitgangspunten van de Structuurvisie ruimtelijke ordening 2010 partiële herziening Figuur 7: Uitsnede Structurenkaart Sv Verordening ruimte 2014 In de Wro is geregeld dat de provincie in een aparte verordening regels kan opstellen die door elke gemeente in Noord-Brabant moet worden toegepast bij ruimtelijke besluiten. Derhalve hebben de Projectafwijkingsbesluit Neterselsedijk 37 te Lage Mierde 9

11 Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant op 7 februari 2014 en 14 maart 2014 de Verordening ruimte 2014 (Vr 2014) vastgesteld. Deze verordening regelt diverse ruimtelijke onderwerpen. De bepalingen voor deze onderwerpen zijn gebaseerd op het provinciale beleid zoals dat opgenomen is in de Structuurvisie 2010 partiële herziening De ontwikkelingsmogelijkheden voor locaties volgen uit het gebied waarin ze gelegen zijn. In de Verordening ruimte is onderscheid gemaakt tussen structuren en aanduidingen. De structuren bestaan uit bestaand stedelijk gebied, ecologische hoofdstructuur, groenblauwe mantel en gemengd landelijk gebied. Deze vier structuren zijn Brabant-dekkend. Per structuur zijn er regels uitgewerkt onder welke voorwaarden welke functies ontwikkeld kunnen worden. Onderhavige projectlocatie is gelegen binnen de structuur gemengd landelijk gebied. Figuur 8: Uitsnede plankaart Structuren Vr 2014 De aanduidingen zijn opgenomen binnen de themakaarten. Deze themakaarten betreffen aanduidingen ten aanzien van stedelijke ontwikkeling, cultuurhistorie, agrarische ontwikkeling en windturbines, water en natuur en landschap. Er zijn verder geen specifieke aanduidingen opgenomen. Ten aanzien van onderhavig initiatief zijn er meerdere sporen die gevolgd moeten worden in het kader van toetsing aan de Verordening ruimte. Ten eerste zijn er algemene regels voor de bevordering van de ruimtelijke kwaliteit van toepassing, die opgenomen zijn in hoofdstuk 2 van de VR. Daarnaast moet getoetst worden aan artikel 7.3 van de Vr 2014 welke regels bevat ten aanzien van veehouderijen binnen gemengd landelijk gebied. Tevens moet worden getoetst aan artikel 7.7 welke regels bevat ten aanzien van wonen binnen gemengd landelijk gebied. Algemene regels (hoofdstuk 2 Vr 2014): Hoofdstuk 2 van de VR stelt algemene regels ter bevordering van de ruimtelijke kwaliteit (artikel 3). In deze regels wordt gesteld dat bijgedragen moet worden aan de zorg voor het behoud en de bevordering van de ruimtelijke kwaliteit. De bevordering van de ruimtelijke kwaliteit wordt uitgesplitst in de zorgplicht voor ruimtelijke kwaliteit (artikel 3.1 Vr 2014) en de kwaliteitsverbetering van het landschap (artikel 3.2 Vr 2014). Zorgplicht ruimtelijke kwaliteit (art. 3.1 Vr 2014): In artikel 3.1 wordt gesteld dat bij ruimtelijke ontwikkelingen het principe van zorgvuldig ruimtegebruik wordt toegepast. Het doel hierbij is om bestaande bebouwing zo goed mogelijk te benutten. Het principe zorgvuldig ruimtegebruik bij ruimtelijke ontwikkelingen houdt in ieder geval in dat bij ruimtelijke ontwikkelingen buiten bestaand stedelijk gebied is verzekerd dat gebruik wordt Projectafwijkingsbesluit Neterselsedijk 37 te Lage Mierde 10

12 gemaakt van bestaande bebouwing en dat een uitbreiding van het toegestane ruimtebeslag slechts is toegestaan mits de financiële, juridische of feitelijke mogelijkheden ontbreken om een ruimtelijke ontwikkeling binnen het toegestane ruimtebeslag te doen plaats vinden. Onderhavig initiatief betreft de uitbreiding van de pluimveehouderij met drie stallen, een loods en de herbouw van de bedrijfswoning. De beoogde ontwikkeling betreft niet de uitbreiding in het aantal dieren. De uitbreiding in bebouwing is noodzakelijk daar de initiatiefnemer wil voldoen aan een moderne stalsysteem omtrent dierenwelzijn. De nieuwe stallen worden ontwikkeld volgens het Beter Leven concept van de Dierenbescherming. Daar de bestaande stallen gedateerd zijn en in slechte staat verkeren is de uitbreiding noodzakelijk om op de projectlocatie een modern en duurzaam bedrijf te realiseren dat voldoet aan de hedendaagse en te verwachten eisen omtrent dierenwelzijn. Hiervoor worden de bestaande stallen gesloopt. De nieuw te bouwen stallen hebben allen dezelfde afmetingen en worden evenwijdig aan elkaar gesitueerd. De nieuwe stallen zijn gelegen ten noorden van de toekomstige bedrijfswoning. De toekomstige bedrijfswoning wordt verplaatst herbouwd aan de westzijde van de projectlocatie, waar deze in de huidige situatie ten oosten is gelegen. In de beoogde situatie wordt een verbetering bewerkstelligd in efficiëntie van de beschikbare ruimte. Het ruimtebeslag is op deze wijze optimaal benut. Daarnaast ontstaan door deze positionering van de bebouwing op het bouwvlak de meest efficiënte logistieke lijnen. Door sanering van de oude stallen en het landschappelijk inpassen van het bedrijf is er ook sprake van een verbetering van het aanzicht van het bedrijf (zie kwaliteitsverbetering) Ten behoeve van het behoud en de bevordering van de ruimtelijke kwaliteit dient voorliggende ruimtelijke onderbouwing een verantwoording te bevatten waaruit blijkt dat rekening is gehouden met de gevolgen van de beoogde ruimtelijke ontwikkeling voor de in het plan begrepen gronden en de naaste omgeving, in het bijzonder wat betreft de bodemkwaliteit, waterhuishouding, archeologische en cultuurhistorische waarden, ecologische waarden, aardkundige waarden en landschappelijke waarden. Daarnaast dient, gelet op de bestaande en toekomstige functies in de omgeving en de effecten die de ontwikkeling op die functies heeft, de omvang van de ruimtelijke ontwikkeling te passen in de omgeving. De toetsing van de gevolgen van het initiatief op bovengenoemde aspecten is uitgebreid uiteengezet in hoofdstuk 4 van voorliggende ruimtelijke onderbouwing. Tevens dient op de projectlocatie een adequate afwikkeling van personen- en goederenvervoer verzekerd te zijn, waaronder een goede aansluiting op de aanwezige infrastructuur van weg, water of spoor. Het initiatief heeft geen invloed op de aanwezige infrastructurele voorzieningen. Immers wordt ter plaatse reeds een pluimveehouderij geëxploiteerd. Het aantal transportbewegingen neemt niet toe ten opzichte van de verleende vergunning. Op het terrein is voldoende parkeergelegenheid en ruimte voor vrachtwagens aanwezig zodat deze niet de doorgaande weg belemmeren. Het bedrijf is toegankelijk via twee opritten waardoor vrachtwagens kunnen rondrijden, dit beperkt de manoeuvreertijd en dus ook overlast naar de omgeving. De aanwezige infrastructuur rondom de Neterselsedijk 37 te Lage Mierde beschikt over voldoende capaciteit voor de afwikkeling van het vervoer afkomstig van het agrarische bedrijf. Kwaliteitsverbetering van het landschap (art. 3.2 Vr): In artikel 3.2 van de Vr wordt ten aanzien van de kwaliteitsverbetering van het landschap gesteld dat verantwoord moet worden op welke wijze financieel, juridisch en feitelijk is verzekerd dat de realisering van de beoogde ruimtelijke ontwikkeling gepaard gaat met een aantoonbare en uitvoerbare fysieke verbetering van de aanwezige of potentiële kwaliteiten van bodem, water, natuur, landschap of cultuurhistorie of van de extensieve recreatieve mogelijkheden van het gebied. Een verbetering zoals hierboven beschreven kan o.a. bestaan uit een landschappelijke inpassing, behoud of herstel van cultuurhistorisch waardevolle bebouwing of terreinen, gewijzigde architectuur (gebruik van materialen passend in de omgeving en uitstraling naar de omgeving), wegnemen van verharding of het slopen van bebouwing. Hierbij dient verantwoord te worden op welke wijze de verbetering financieel, juridisch en feitelijk is geborgd. Projectafwijkingsbesluit Neterselsedijk 37 te Lage Mierde 11

13 Omtrent de kwaliteitsverbetering van het landschap heeft de provincie op 1 november 2011 de handreiking Kwaliteitsverbetering van het landschap vastgesteld. Hierin zijn verschillende methodieken uitgewerkt, zo ook voor de uitbreiding van agrarische bestemmingen. Uit deze provinciale handreiking volgt dat een kwaliteitsverbetering van 20% van de waardevermeerdering van de gronden financieel redelijk wordt geacht. Daarnaast is voor de locatie het Landschapsinvesteringsregeling De Kempen (LIR), d.d , van toepassing. Hierin wordt onderhavig initiatief gecategoriseerd in categorie 3. Hierin wordt voor onderhavige ruimtelijke ontwikkeling de basisinspanning voor kwaliteitsverbetering genormeerd in euro s (op basis van forfaitaire bedragen). De methodiek voor de bepaling van de tegenprestatie is overeenkomstig met de hierboven beschreven handreiking Kwaliteitsverbetering van het landschap van de provincie. Er wordt tevens een kwaliteitsverbetering van 20% van de waardevermeerdering van de gronden geëist. Op basis van de huidige en gewenste situatie is in bijlage III een berekening van de benodigde kwaliteitsverbetering opgenomen. Uit deze berekening volgt dat de waarde van de ondergrond van het bouwvlak vermeerderd wordt met ,80. Hierbij is rekening gehouden met de waarde van de gronden ter plaatse van de landschappelijke inpassing. Omdat ter plaatse van deze gronden geen bebouwing of agrarisch grondgebruik is toegestaan is hiervoor een lage grondwaarde gehanteerd. De investering in de kwaliteitsverbetering van het landschap dient hiervan 20% te bedragen, dus 4.076,16. De oppervlakten van het bebouwingsvlak en beplanting is eveneens weergegeven in bijlage III. De stallen op het bedrijf van intiatiatiefnemer kijgen een niet-standaard uitstraling. Dit door het toepassen van potdekselprofielplaten in plaats van stalen damwandplaten op de voorzijde van de stallen en zijkanten van de loods. Deze toe te passen platen passen beter in de omgeving en hebben een minder industriële uitstraling. Hieronder zijn afbeeldingen weergeven van stallen met stalen damwandplaten (links) en potdekselprofielplaten (rechts). Omdat de potdekselprofielplaten duurder zijn kan de meerprijs van deze platen en montage ook als kwaliteitsverbetering worden beschouwd. De meerprijs in onderhavige situatie bedraagt 4.121,60. Door toepassing van deze platen is er dus sprake van een extra kwaliteitswinst van 45,44 bovenop de kwalitatieve investering die de provincie redelijk acht. Naast deze investering in de vorm van architectuur vindt onderhavig initiatief ook plaats in verband met de verplaatsing van de veehouderij van initiatiefnemer. Initiatiefnemer heeft momenteel aan de Spreeuwelsedijk 6 te Westelbeers een intensieve veehouderij. In het kader van een verplaatsingsregeling van de provincie zal het bedrijf hier worden beëindigd en de aanwezige stallen worden gesloopt. De sloop van de stallen zal niet worden ingezet voor kwaliteitsverbetering in de vorm van de Ruimte voor Ruimte-regeling. Door beëindiging van het bedrijf en sloop van de stallen vindt hier een aanzienlijke kwaliteitsverbetering plaats. Omdat de oprichting van de stallen in directe verbinding staat met de verplaatsing van het bedrijf kan deze kwaliteitsverbetering ook worden meegenomen. Projectafwijkingsbesluit Neterselsedijk 37 te Lage Mierde 12

14 Ambtelijk is door de gemeente gesteld dat bovenstaande aspecten wel degelijk een vorm van kwaliteitsverbetering zijn, maar niet voldoet aan het beleid van de gemeente. Om deze reden is met de gemeente overeengekomen om het benodigde bedrag ( 4.076,16) voor kwaliteitsverbetering in een gemeentelijk fonds voor landschappelijke kwaliteitsverbetering te storten. Dit bedrag wordt opgenomen in de anterieure overeenkomst welke tussen de gemeente en initiatiefnemer wordt gesloten. Als voorschrift in de vergunning kan worden opgenomen dat op het moment dat de vergunning onherroepelijk is, het bedrag dient te worden gestort in het fonds. Hiermee is de beoogde ontwikkeling in overeenstemming met artikel 3.2 van de Vr. Regels voor veehouderijen in gemengd landelijk gebied (artikel 7.3 Vr 2014): In artikel 7.3, 1 e en 2 e lid, van de Vr 2014 zijn regels opgenomen met betrekking tot uitbreiding van een bouwperceel en de toename van bebouwing voor de uitoefening van een veehouderij. Uitbreiding van het bouwperceel en toename van bebouwing is enkel toegestaan indien wordt voldaan aan de volgende voorwaarden: 1. Het bouwvlak mag ten hoogste 1,5 hectare bedragen; 2. Er dient een landschappelijke inpassing gerealiseerd te worden welke tenminste 10% van de omvang van het bouwvlak omvat; 3. De ontwikkeling moet inpasbaar zijn vanuit een goede leefomgeving en aspecten zoals bodemkwaliteit, waterhuishouding, monumenten, milieu, volksgezondheid, infrastructuur en cultuurhistorische, ecologische, aardkundige en landschappelijke waarden (art 3.1, derde lid VR 2014); 4. Er worden maatregelen getroffen en in stand gehouden die invulling geven aan een zorgvuldige veehouderij; 5. Deze maatregelen dienen in ieder geval te voldoen aan de nadere regels met betrekking tot de Brabantse Zorgvuldigheidsscore Veehouderij (vastgesteld door GS op 18 februari 2014); 6. De cumulatieve geurhinder op geurgevoelige objecten mag in de bebouwde kom niet hoger zijn dan 12% en in buitengebied niet hoger dan 20% tenzij er maatregelen worden getroffen die tot een daling van de achtergrondbelasting leidt; 7. De jaargemiddelde fijnstofconcentratie (PM10) mag niet meer bedragen dan 31,2 µg/m Er dient een zorgvuldige dialoog te worden gevoerd, gericht op het betrekken van belangen van de omgeving bij het initiatief. Toetsing aan voorwaarden: 1. Onderhavig initiatief wordt mogelijk gemaakt middels het afwijken van het bestemmingsplan. Hierbij blijft het bouwvlak ongewijzigd ten opzichte van de bestaande situatie. Er wordt een vergunning gevraagd voor het bouwen buiten het bouwvlak. Echter bedraagt het ruimtebeslag voor het bedrijf in totaal 1,26 hectare. Rondom het bedrijf wordt het bedrijf ingepast met een oppervlakte van 2469 m Onderhavig initiatief gaat gepaard met een landschappelijke inpassing van de bebouwing. Hiervoor is een landschappelijk inpassingsplan opgesteld, welke is bijgevoegd in bijlage II van voorliggende ruimtelijke onderbouwing. In dit plan wordt een oppervlakte van m 2 aangewend voor landschappelijke inpassing. Aan weerszijde van het bedrijf is het niet mogelijk om een bredere inpassing te realiseren aangezien de naastgelegen percelen geen eigendom zijn van initiatiefnemer. Conform art. 7.3 Vr 2014 dient minimaal 10% van de omvang van het bouwvlak worden aangewend voor landschappelijke inpassing. Het ruimtebeslag van de beoogde situatie bedraagt 1,26, derhalve dient minimaal m 2 aangewend te worden voor landschappelijke inpassing. Er wordt dus ruimschoots voldaan aan de 10% eis aan realisatie van landschappelijke inpassing. 3. De inpasbaarheid van de beoogde ontwikkeling wordt getoetst in hoofdstuk 4 van voorliggende ruimtelijke onderbouwing. In dit hoofdstuk worden de aspecten zoals bodemkwaliteit, waterhuishouding, monumenten, milieu, volksgezondheid, infrastructuur en cultuurhistorische, ecologische, aardkundige en landschappelijke waarden beschreven. Uit de toetsing aan deze aspecten blijkt dat er geen belemmeringen aanwezig zijn ten aanzien van de beoogde ontwikkeling. Projectafwijkingsbesluit Neterselsedijk 37 te Lage Mierde 13

15 Voor de toetsing aan de voorwaarden 4, 5, 6, 7 en 8 wordt verwezen naar de Toetsing Verordening Ruimte 2014 welke, eveneens als voorliggende ruimtelijke onderbouwing, onderdeel uit maakt van de aanvraag omgevingsvergunning. Hieruit blijkt dat wordt voldaan aan deze voorwaarden. Gezien hetgeen hierboven beschreven voldoet onderhavige ontwikkeling aan de gestelde provinciale beleidskaders. 3.2 Gemeentelijk beleid Zoals reeds in de inleiding van voorliggende ruimtelijke onderbouwing beschreven is voor de projectlocatie het bestemmingsplan Buitengebied 2009, herziening 1A vigerend. Hier zijn voor onderhavige projectlocatie de volgende aanduidingen opgenomen: Enkelbestemming Bedrijf Agrarisch Enkelbestemming Agrarisch (gronden buiten het bouwvlak) Functieaanduiding intensieve veehouderij Aanduiding op zoneringskaart Landbouwontwikkelingsgebied Daarnaast is voor de locatie in bijlage 3 van bestemmingsplan Buitengebied 2009, herziening 1A een lijst met bestaande intensieve veehouderijbebouwing opgenomen. Hierin is voor onderhavige locatie een maximum van m 2 bebouwd oppervlak voor intensieve veehouderijbebouwing opgenomen. Conform art , onder e, is ter plaatse van de aanduiding intensieve veehouderij, intensieve veehouderijbebouwing uitsluitend toegestaan tot maximaal de bestaande oppervlakte, als opgenomen in bijlage 3. Voor onderhavige locatie aan de Neterselsedijk 37 is dit een maximum oppervlakte van m 2. In de beoogde bedrijfssituatie is een oppervlakte van intensieve veehouderijbebouwing aanwezig van in totaal m 2. Dit betreft alleen de drie stallen zonder de technische ruimte. In het vigerende bestemmingsplan is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen (art ) voor de vergroting van de oppervlakte aan intensieve veehouderij bebouwing. De voorwaarden die worden benoemd in deze wijzigingsbevoegdheid worden in onderhavig projectafwijkingsbesluit mede beschreven. Tevens is de bouw van de beoogde nieuwe stallen niet passend binnen het huidig bouwvlak. In artikel van het vigerende bestemmingsplan is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen voor een vergroting van het bouwvlak tot een omvang van maximaal 1,5 hectare. Omdat met onderhavig initiatief bebouwing gedeeltelijk buiten het bouwvlak wordt gerealiseerd, kan de ontwikkeling worden beschouwd als een vergroting van het bouwvlak. De nieuw te bouwen stallen voldoen aan de voorwaarden uit het certificeringsysteem Maatlat Duurzame Veehouderij. De overige gestelde voorwaarden zijn elders in deze ruimtelijke onderbouwing toegelicht. Voor de herbouw van de bedrijfswoning op een andere locatie is in het bestemmingsplan een binnenplanse afwijking opgenomen in artikel Echter is conform dit artikel de herbouw van de bedrijfswoning toegestaan tot een afstand van maximaal 10 meter van de bestaande fundering. In de beoogde situatie is deze afstand groter waardoor geen gebruik kan worden gemaakt van de afwijkingsbevoegdheid. Ook hierbij geldt dat toetsing aan de overige voorwaarden is opgenomen in deze ruimtelijke onderbouwing. Omdat het gehele initiatief niet direct passend is in het bestemmingsplan en er voor de verplaatsing van de woning niet kan worden voldaan aan de afwijkingsbevoegdheid wordt middels voorliggende projectafwijkingsbesluit een buitenplanse ontheffing gevraagd om in afwijking van het bestemmingsplan de beoogde bedrijfsopzet in z n geheel te realiseren. Voorliggende ruimtelijke onderbouwing betreft de planologische verantwoording van het gehele initiatief in het kader van deze aanvraag om omgevingsverguning. Voor de bouwregels van onderhavig initiatief zal worden aangesloten bij de bouwregels zoals opgenomen in artikel 10 van het bestemmingsplan Buitengebied 2009, herziening fase 1A. Projectafwijkingsbesluit Neterselsedijk 37 te Lage Mierde 14

16 4 Milieu-hygiënische en planologische aspecten Op grond van het bepaalde in het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) is het verplicht om inzicht te bieden in de relevante milieu-hygiënische en planologische aspecten. In dit hoofdstuk worden de milieu-hygiënische en planologische aspecten beschreven. 4.1 Water Per 1 november 2003 is het verplicht om bij ruimtelijke ingrepen de watertoets toe te passen. Deze verplichting is wettelijk geregeld in het Besluit ruimtelijke ordening (Bro). In deze watertoets moet inzicht worden geboden in de effecten van het initiatief op de waterhuishouding. In het kader van de watertoets dient de gemeente voorafgaand aan de procedure het voornemen van de ruimtelijke ingreep aan het waterschap te verzenden. De gemeente en het waterschap kunnen afspraken maken over de wijze waarop het aspect water in het ruimtelijk plan is opgenomen. In deze waterparagraaf komen de volgende onderdelen aan bod: Beschrijving waterrelevant beleid; Bestaande waterhuishoudkundige situatie; Beoogde waterhuishoudkundige situatie Waterrelevant beleid De Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) is vanaf 22 december 2000 van kracht. De KRW heeft als doel om te komen tot schone, ecologisch gezonde stroomgebieden, waarin water op een duurzame manier wordt gebruikt. Om dit doel te bereiken is een systematiek opgesteld die alle Europese lidstaten in de nationale wetgeving moeten implementeren en uitvoeren. De Nederlandse regering heeft invulling aan de KRW gegeven middels de Waterwet, die in werking is getreden op 22 december De Waterwet regelt het beheer van het oppervlakte- en grondwater en verbetert ook de samenhang tussen het waterbeleid en ruimtelijke ordening. De visies met betrekking tot het waterbeleid worden door de verschillende bestuurslagen in diverse plannen beschreven. Het Rijk stelt een Nationaal Waterplan op, de provincies maken Regionale Waterplannen en de Waterschappen leggen hun visie vast in de Waterbeheerplannen. Het Nationaal Waterplan (NWP) is het rijksplan voor het Nederlandse waterbeleid. In het NWP zijn de maatregelen beschreven die in de periode van genomen moeten worden om Nederland veilig en leefbaar te houden, de kansen die water biedt te benutten en om te komen tot een duurzaam waterbeheer. De taak aan de provincies is om deze visie en streefbeelden door te vertalen naar de Regionale Waterplannen. Het beleid van de provincie Noord-Brabant richt zich op het bereiken en in stand houden van watersystemen die ruimte bieden aan een gezond leefmilieu voor mens, dier en plant. Daarbij zijn economische en ecologische ontwikkelingen met elkaar in evenwicht en is het hebben en houden van een veilige en bewoonbare provincie een randvoorwaarde. De Structuurvisie 2010 partiële herziening 2014 van de provincie Noord-Brabant is sinds 19 maaert 2014 in werking getreden. In de structuurvisie komen over het onderwerp water de volgende aspecten aan bod: Een robuust en veerkrachtig water- en natuursysteem; Bij toekomstige ontwikkelingen in stad en land wil de provincie dat het patroon van beken en kreken beter beleefbaar wordt. Daarnaast worden water-, natuur- en recreatieve ontwikkelingen in de toekomst beter afgestemd op de samenbindende waterstructuur en het systeem wordt meer ingericht op de gevolgen van klimaatverandering. De ecologische hoofdstructuur wordt versterkt door meer verbinding te maken tussen het natuursysteem en het watersysteem. Positieve gevolgen hiervan zijn o.a. een verbetering van de natuurgebieden, de biodiversiteit en de landschappelijke en recreatieve kwaliteit van Noord-Brabant. Een betere waterveiligheid door preventie; Er wordt getracht de watervoerende capaciteit van het winterbed te vergroten in combinatie met het concept van een doorbraakvrije dijk, om zo de waterveiligheid preventief te verbeteren. Daarnaast zal er op lange termijn een aantal gebieden gereserveerd worden voor de verruiming van de grote rivieren. Projectafwijkingsbesluit Neterselsedijk 37 te Lage Mierde 15

17 Koppeling van waterberging en droogtebestrijding; De provincie gaat ervan uit dat de wateroverlast in de regionale watersystemen in 2015 grotendeels aangepakt is, waarbij de trits vasthouden, bergen en afvoeren als uitgangspunt geldt. Daarnaast ziet de provincie kansen om met behulp van brongebieden de natuur te ontwikkelen en droogte te bestrijden. De watertoets en de wijze waarop de provincie daar mee omgaat is beschreven in het Provinciaal Water Plan (PWP). Provinciale Staten hebben op 20 november 2009 het Provinciaal Waterplan Waar water werkt en leeft vastgesteld. Het doel van dit plan is dat het water bijdraagt aan een gezonde omgeving voor mens, dier en plant, waarin we veilig kunnen wonen en waar ruimte is voor economische, maatschappelijke en ecologische ontwikkelingen. Gemeenten en waterschappen dienen hun waterbeleid te baseren op de uitgangspunten die de provincie in hun PWP stelt. Figuur 9: Uitsnede plankaart PWP Waterhuishoudkundige functies Zoals weergegeven is in Figuur 9 heeft de projectlocatie in het PWP de waterhuishoudkundige functie Water voor het landelijk gebied toegekend gekregen. Het waterbeheer richt zich bij deze deelfunctie op het scheppen en behouden van de waterhuishoudkundige voorwaarden die nodig zijn voor een duurzame en concurrerende landbouw, met als randvoorwaarde de verplichtingen uit de Kaderrichtlijn Water en afstemming met maatregelen voor de Natura 2000-gebieden en de Natte natuurparels. Voor het overige geldt geen specifiek beschermingsbeleid. Zoals te zien is in Figuur 10, heeft onderhavige projectlocatie geen aanduiding gekregen in de Structuurvisie Water. Gezien vanuit het beleidskader van de Structuurvisie Water is dus geen specifiek beschermingsregime van toepassing op onderhavig projectlocatie. Figuur 10: Uitsnede plankaart PWP Structuurvisie Water Gezien hetgeen hierboven beschreven past onderhavig initiatief binnen het beleidskader van de PWP. Waterschap de Dommel is de beheerder van zowel de kwantiteit als de kwaliteit van het grond- en oppervlaktewater in de omgeving van het plangebied. Projectafwijkingsbesluit Neterselsedijk 37 te Lage Mierde 16

18 4.1.2 Bestaande waterhuishoudkundige situatie In de bestaande waterhuishoudkundige situatie wordt het bedrijfsafvalwater van huishoudelijke aard geloosd op het gemeentelijk riool. Voor het overige wordt er uit de inrichting enkel niet-verontreinigd hemelwater geloosd. Dit hemelwater is afkomstig van regenwater dat op de daken en erfverharding valt. Gemiddeld valt er jaarlijks 0,8 m 3 niet-verontreinigd hemelwater per m 2 verhard oppervlak. Dit hemelwater wordt door middel van afschot van daken en erfverharding geloosd op omliggende perceelssloten aan weerszijde van het bedrijf. Op het bedrijf vinden geen bijzondere activiteiten plaats die ertoe kunnen leiden dat er stoffen in aanraking kunnen komen met het hemelwater. Het nietverontreinigde hemelwater kan dus zonder problemen worden geloosd op de omliggende perceelssloten. Rondom het plangebied is aan de wegzijde een B-watergang aanwezig. Het hemelwater in de bestaande situatie wordt via de perceelssloten afgevoerd naar deze watergang Beoogde waterhuishoudkundige situatie Waterschap de Dommel is de beheerder van de kwaliteit en kwantiteit van het grond- en oppervlaktewater binnen het plangebied. Middels de Keur van het waterschap, welke in werking is getreden op 1 maart 2015, is bepaald bij welke ontwikkelingen mitigerende maatregen getroffen moeten worden. Deze mitigerende maatregelen kunnen onder andere bestaan uit het treffen van een retentievoorziening. De handreiking watertoets van Waterschap de Dommel schrijft voor dat bij bestemmingsplanwijzigingen voor een toename van meer dan 250 m² verhard oppervlak mitigerende maatregelen nodig zijn. Verder zijn deze mitigerende maatregelen van toepassing bij elke toename van het verhard oppervlak, indien de locatie is gelegen in een keurbeschermingsgebied of attentiegebied. De planlocatie is niet gelegen in een keurwaterbeschermingsgebied of attentiegebied. Bij bovengenoemde geldt steeds dat het om een toename van het verhard oppervlak gaat na de datum van de inwerkingtreding van de Keur 2009 ( ). Op onderhavige projectlocatie wordt alle bestaande bebouwing gesloopt. Het huidige bebouwde oppervlak bedraagt m 2. Het bebouwd oppervlak in de beoogde situatie bedraagt m 2. Er dient enkel voor de toename aan bebouwd oppervlak compenserende maatregelen dienen te worden getroffen. Voor onderhavig initiatief dienen compenserende maatregelen getroffen te worden voor m 2 ( ). Voor de erfverharding worden geen compenserende maatregelen getroffen daar deze niet versneld worden afgevoerd middels puntlozing. Hemelwater dat op erfverharding terecht komt vloeit via afschot af naar omliggende gronden waarna het kan infiltreren in de bodem. Omdat er een toename verharding is van meer dan 250 m² dient er een compenserende maatregel getroffen te worden om het hemelwater op te vangen. De grootte van de retentievoorziening wordt berekend conform de rekenregel welke in de nieuwe Algemene regels van de Keur van de waterschappen is geïntroduceerd. Deze rekenregel luidt als volgt: Benodigde compensatie (in m 3 ) = toename verhard oppervlak (m2) x gevoeligheidsfactor x 0,06 (m) De gevoeligheidsfactor is af te leiden uit de kaart welke bij de nieuwe Keur is gevoegd. Hierbij is het grondgebied van het desbetreffende waterschap verdeeld in drie categorieën. Naarmate de gevoeligheid van een gebied of oppervlaktewatersysteem voor de gevolgen van piekafvoeren lager is, is minder compensatie nodig. Er worden drie waarden voor de gevoeligheidsfactor gehanteerd: ¼ (Laag), ½ (Gemiddeld) en 1 (Hoog). Zoals uit figuur 11 blijkt is er voor de locatie aan de Neterselsedijk 37 te Lage Mierde een gevoeligheidsfactor van ½ (gemiddeld) van toepassing. De factor 0,06 (m) vertegenwoordigt een waterschijf van 60 mm (600 m 3 /ha) welke de hoeveelheid water aangeeft die onder maatgevende omstandigheden daadwerkelijk op het watersysteem terecht zou komen als er geen voorziening wordt aangelegd. Deze is door het waterschap vastgelegd op basis van eigen onderzoek en toekomstscenario s. Dit is een vast gegeven in de formule. Alle onderdelen van de rekenregel zijn bekend. Betekent dat de volgende rekensom gemaakt kan worden. Projectafwijkingsbesluit Neterselsedijk 37 te Lage Mierde 17

19 Benodigde compensatie = m 2 x ½ x 0,06 = 98,25 m 3 Voor onderhavig initiatief is als retentievoorziening gekozen voor de aanleg van een retentiesloot om het hemelwater afkomstig van de bebouwing te kunnen bergen en te laten infiltreren in de bodem. Figuur 11: Afvoercoëfficiëntenkaart Waterschap de Dommel Voor de bepaling van de diepte van de retentievoorziening dient bepaald te worden wat de gemiddeld hoogste grondwaterstand is op de plaats waar de retentievoorziening komt te liggen. De gemiddeld hoogste grondwaterstand ter plaatse van de beoogde retentiesloot is bepaald op cm mv, zie Figuur 12. Figuur 12: Uitsnede Waterkaart Noord-Brabant GHG Middels de formule is bepaald dat de beoogde retentievijver een omvang van 98,25 m 3 dient te hebben. De retentievoorziening wordt voorzien van een overstort naar een bestaande sloot zodat ook tijdens langdurige regenval het hemelwater geborgen kan worden zonder overlast voor de omgeving te veroorzaken. De ligging van de retentievoorziening is bepaald in het landschappelijk inpassingsplan, zie bijlage II van voorliggende ruimtelijke onderbouwing. De aanleg van de retentievoorziening heeft geen invloed op het afvoer van water vanuit de omgeving. Op het naastgelegen bedrijf is reeds een retentievoorziening aangelegd voor de afvoer van het hemelwater van de nieuw te bouwen/gebouwde bebouwing. Bovenstrooms van de perceelssloten is geen bebouwing aanwezig, de omgeving bestaat hier enkel uit landbouwgronden waar het hemelwater direct kan infiltreren in de bodem. Het Projectafwijkingsbesluit Neterselsedijk 37 te Lage Mierde 18

20 afdammen van de perceelssloot en het gebruiken hiervan als retentie heeft geen negatief effect op de waterhuishouding in de omgeving van het plangebied. Het verontreinigd water afkomstig van de bedrijfswoning, hygiënesluis en kantine wordt afgevoerd op het gemeentelijk riool. Per jaar wordt ca 250 m 3 water op deze wijze afgevoerd. Het reinigingswater van de stallen wordt op het bedrijf opgevangen in de spoelwateropvangputten. Dit water wordt met een drijfmesttank afgevoerd en uitgereden over gronden in de omgeving van het bedrijf. 4.2 Natuur Voorafgaand aan de gewenste ontwikkelingen dient onderzocht te worden of er sprake is van een aantasting van wettelijk beschermde natuurwaarden op basis van de groene wet- en regelgeving. Onderstaand zijn de diverse aspecten ten aanzien van natuurwaarden beschreven EHS De locatie aan de Neterselsedijk 37 te Lage Mierde is niet gelegen in de Ecologische Hoofdstructuur, zoals opgenomen in de Vr 2014 (zie Figuur 13). Het meest nabij gelegen gebied is gelegen op circa 295 meter afstand van de projectlocatie. Dit gebied is gelegen ten zuidwesten van de projectlocatie. Gezien de afstand tot de projectlocatie is het uit te sluiten dat onderhavig initiatief een negatieve invloed heeft op de ontwikkeling van dit gebied. 295 m Figuur 13: Uitsnede plankaart Vr 2014 Natuur en landschap Flora en Fauna In Nederland komen ongeveer soorten dieren en planten voor. Sinds april 2002 regelt de Flora- en Faunawet de bescherming van circa 500 in het wild voorkomende soorten inheemse planten en dieren. In de Flora- en Faunawet is onder meer bepaald dat beschermde diersoorten niet gedood, gevangen of verontrust mogen worden en plantensoorten niet geplukt, uitgestoken of verzameld mogen worden. Bovendien dient iedereen voldoende zorg in acht te nemen voor in het wild levende dieren en planten. Daarnaast is het niet toegestaan om hun directe leefomgeving, waaronder nesten en holen, te beschadigen, te vernielen of te verstoren. Bij het beoordelen van de in het plangebied voorkomende beschermde soorten gaat het primair om soorten die door de ingreep direct beïnvloed worden, doordat: Zij fysiek aangetast worden (doden/verwonden van dieren, verwijderen van planten); Zij verstoord worden (toename van geluid of licht); Hun vaste verblijfplaatsen c.q. groeiplaatsen aangetast of verstoord worden. Afhankelijk van de voorgestane activiteiten op de planlocatie en de aangetroffen soorten geldt een vrijstelling of dient een ontheffing te worden aangevraagd. Hierbij geldt dat de regeling strikter is bij een zeldzame soort en ingrijpende activiteit. Vogels zijn in Nederland op gelijke wijze beschermd, Projectafwijkingsbesluit Neterselsedijk 37 te Lage Mierde 19

21 waarbij geldt dat vooral in het broedseizoen (15 maart 15 juli) sprake kan zijn van verontrusten, doden of verstoren van nestplaatsen. De soortenbeschermende werking is dus rechtstreeks opgenomen in de Flora- en Faunawet. Gelet op de aard van het initiatief aan de Neterselsedijk 37 te Lage Mierde, dient met name bepaald te worden of ter plaatse van de nieuw te realiseren stallen, loods en bedrijfswoning, beschermde natuurwaarden (rode lijst soorten) bevinden, die verstoord zouden kunnen worden. Verboden handelingen dienen desondanks zoveel mogelijk te worden voorkomen en handelingen mogen niet leiden tot aantasting van de gunstige staat van instandhouding. Het (onopzettelijk) doden, verwonden of verontrusten van deze soorten dient zo veel mogelijk voorkomen te worden. Gezien het huidige intensieve gebruik van het bouwvlak en de landbouwgronden grenzend aan het bouwvlak is de aanwezigheid van beschermde of bijzondere soorten echter niet te verwachten. Tevens kan door middel van de Flora- en Faunascan van Arcadis gekeken worden of de werkzaamheden voor het realiseren van de beoogde situatie een bedreiging vormt voor de beschermde soorten. De resultaten van deze scan zijn opgenomen in Figuur 14. Het huidige landschapselement waar de toekomstige stallen, loods en bedrijfswoning gerealiseerd worden kan getypeerd worden als graslandgebied met sloten. De ruimtelijke ingreep betreft het bij/aanbouwen van stallen, loods en een bedrijfswoning. Uit de scan volgt dat de aanwezigheid van beschermde soorten en een overtreding van de Flora- en Faunawet onwaarschijnlijk is. Daarnaast wordt om het bouwvlak beplanting aangelegd welke de flora en fauna in de omgeving ten goede doet. Geconcludeerd kan worden dat er geen ontheffing noodzakelijk is in het kader van de Flora- en Faunawet. Figuur 14: Resultaten uit Arcadis Flora- en faunascan Natuurbeschermingswet 1998 De Natuurbeschermingswet 1998 is een wet van 25 mei 1998, houdende regels ter bescherming van natuur en landschap. De Natuurbeschermingswet 1998 is in werking getreden op 1 oktober Deze wet regelt aanwijzing, beheer en bescherming van gebieden die vanwege bijzondere natuurwaarden zijn aangewezen als Natura 2000-gebied of Beschermd Natuurmonument. Daarnaast heeft de provincie Noord-Brabant o.g.v. de Natuurbeschermingswet 1998 op 9 juli 2010 een provinciale verordening vastgesteld. Deze Verordening Stikstof en Natura 2000 Noord-Brabant is in werking getreden per 15 juli In de verordening zijn de technische eisen, salderingsmogelijkheden en de procedures vastgesteld. Op 29 maart 2013 een gewijzigde Verordening Stikstof in werking getreden. In deze Verordening is bepaald dat de voormalige melding in het kader van deze verordening is komen te vervallen en dat om een eventuele saldering samen met de aanvraag om Natuurbeschermingswet wordt besloten. Daarnaast is op 9 december 2010 de Beleidsregel stikstof en beschermde natuurmonumenten Noord-Brabant in werking getreden. Hierin wordt o.a. de wijze van saldering voor de Beschermde Natuurmonumenten geregeld. Voor onderhavige locatie is reeds op 15 augustus 2013 een Nb-wet vergunning verleend. Onderhavig initiatief betreft de uitbreiding van de pluimveehouderij met o.a. de bouw van drie nieuwe stallen waarbij geen uitbreiding plaats vindt in de dieraantallen. De nieuwe stallen worden voorzien van een Projectafwijkingsbesluit Neterselsedijk 37 te Lage Mierde 20

22 stalinrichting met een mixluchtventilatie. Het dichtstbij gelegen Natura 2000-gebied of Beschermd natuurmonument betreft Kempenland-West, welke is gelegen op een afstand van 1,3 km. Doordat er geen toename in de dieraantallen plaats vind is een toename van ammoniakdepositie op Natura 2000-gebieden en/of Beschermde Natuurmonumenten uit te sluiten. In de tabel, bijgevoegd in bijlage IV van voorliggende ruimtelijke onderbouwing, is weergegeven dat er met de beoogde ontwikkeling een afname ammoniak emissie bewerkstelligd wordt. Aangezien er een afname in depositie bewerkstelligd wordt, treden geen negatieve effecten op door verzuring en vermesting. Daarnaast kan, gezien de afstand, de uitbreiding van de veehouderij geen negatieve effecten hebben op de Natura 2000-gebieden en Beschermde Natuurmonumenten zoals oppervlakteverlies, versnippering, verontreiniging, verdroging, verstoring door geluid, optische verstoring, verstoring door mechanische effecten en bewuste verandering soortensamenstelling. Derhalve kan de vergunning Natuurbeschermingswet verleend worden. Er reeds op een aanvraag Natuurbeschermingswetvergunning ingediend bij de provincie Noord-Brabant. 4.3 Cultuurhistorie, aardkunde en archeologie Voorafgaand aan de realisatie van de beoogde bedrijfsopzet dient onderzocht te worden of er sprake is van aantasting van archeologische, cultuurhistorische en aardkundige waarden Cultuurhistorie Uit de cultuurhistoriekaart van de provinciale Verordening ruimte 2014, zie Figuur 15, blijkt dat de projectlocatie niet gelegen is in een cultuurhistorisch vlak of een aardkundig waardevol gebied. Daarnaast kent de locatie geen complexen van cultuurhistorisch belang. Hierdoor zal bij uitvoering van het plan geen afbreuk gedaan worden aan cultuurhistorische waarden of aardkundig waardevol gebied. Figuur 15: Uitsnede kaart Vr 2014 Cultuurhistorie Archeologie Voor archeologie geldt de nationale wetgeving die afkomstig is uit Europees beleid. Het Verdrag van Valletta (of wel: Verdrag van Malta ) regelt hoe er omgegaan moet worden met het Europees archeologisch erfgoed. Nederland heeft het verdrag in 1992 mede ondertekend. De uitgangspunten van dit Europese verdrag zijn in de Nederlandse wet- en regelgeving verankerd door middel van de Wet op de archeologische monumentenzorg (Wamz). De Wamz is in werking getreden op 1 september 2007 en wijzigt hiermee de Monumentenwet uit 1988, de Ontgrondingenwet (Ow), de Wet milieubeheer (Wm), de Woningwet (Ww) en de Wet ruimtelijke ordening (Wro). Op deze wijze is de zorg voor archeologische monumenten geregeld in het proces van de ruimtelijke ordening. Zo is onder andere bepaald dat gemeenten in nieuwe bestemmingsplannen rekening moeten houden met de in de grond aanwezige, dan wel te verwachten, archeologische waarden. Bij Projectafwijkingsbesluit Neterselsedijk 37 te Lage Mierde 21

23 deze nieuwe plannen kunnen voorwaarden worden gesteld aan omgevingsvergunning voor de activiteiten bouw, aanleggen e.d. In het Bestemmingsplan buitengebied 2009, herziening fase 1A van de gemeente Reusel-De Mierden zijn de dubbelbestemmingen Archeologisch waardevol gebied (art. 30) en Archeologische verwachtingswaarde (art. 31) opgenomen. Deze aangewezen gronden zijn in het bestemmingsplan mede bestemd voor het behoud, de bescherming van de archeologische waarden en de archeologische verwachtingswaarde van de gronden. De locatie aan de Neterselsedijk 37 te Lage Mierde heeft geen dubbelbestemming Archeologisch waardevol gebied of Archeologische verwachtingswaarde zoals bepaald in Bestemmingsplan buitengebied 2009, herziening fase 1A van de gemeente Reusel-De Mierden. Uit gemeentelijke inventarisatie is gebleken dat er ter plaatse geen archeologische waarden te verwachten zijn. Tevens is op de erfgoedkaart Kempen, Figuur 16, onderhavige projectlocatie aangeduid met een lage archeologische verwachtingswaarde. Uit hetgeen hierboven beschreven blijkt dat de aanwezigheid van enige archeologische waarde in de gronden van de projectlocatie zeer onwaarschijnlijk. Derhalve is nader onderzoek naar de archeologische waarden niet noodzakelijk. Figuur 16: Uitsnede erfgoedkaart Kempen 4.4 Bedrijfshinder Met onderhavig initiatief kan hinder ontstaan door de beoogde bedrijvigheid op de projectlocatie. In dit hoofdstuk wordt de mogelijke hinder van geur (Wet geurhinder en veehouderij) en ammoniak (Wet ammoniak en veehouderij) onderzocht. Tevens wordt getoetst aan de Richtlijn Industriële Emissies Wet geurhinder en veehouderij De Wet geurhinder en veehouderij (Wgv) betreft een wet waarmee de nationale regels inzake geurhinder ten opzichte van de tot veehouderijen behorende dierenverblijven vastgesteld staan. De Wet geurhinder en veehouderij heeft tot doel het beschermen van mens en milieu tegen de negatieve effecten van geurbelasting, onder andere als gevolg van emissies door bedrijven. Met de in de Wet geurhinder en veehouderij opgenomen grenswaarden moet rekening gehouden worden bij beslissingen in het kader van de Wet milieubeheer. Nieuwe knelpunten moeten worden voorkomen. De Wet geurhinder en veehouderij vormt vanaf 1 januari 2007 het toetsingskader voor de omgevingsvergunning. In de Wet geurhinder en veehouderij zijn grenswaarden opgenomen voor de geurbelasting van die veehouderij op een geurgevoelig object (bijvoorbeeld een burgerwoning). Deze Projectafwijkingsbesluit Neterselsedijk 37 te Lage Mierde 22

24 grenswaarden worden weergegeven in odour units per kubieke meter lucht. Hierbij wordt een onderscheid gemaakt tussen de ligging van de veehouderij binnen of buiten concentratiegebieden en de ligging van de veehouderij binnen of buiten de bebouwde kom. De geurbelasting wordt berekend en getoetst met het verspreidingsmodel V-stacks. Dit geldt alleen voor dieren waarvoor geuremissiefactoren zijn opgenomen in de Regeling geurhinder en veehouderij. Voor dieren zonder geuremissiefactor gelden minimaal aan te houden afstanden. Onderhavig initiatief betreft de uitbreiding van de pluimveehouderij waarbij geen uitbreiding in dieraantallen plaats vindt. Zoals opgenomen in tabel 1 op pagina 3 van deze onderbouwing is er ook geen sprake van een toename van de geuremissie. In het kader van een goede ruimtelijke ordening dient aangetoond te worden dat er geen verslechtering plaats vind ten opzichte van de reeds vergunde situatie. Hiertoe is het Onderzoek geurbelasting in het kader van de Wgv opgesteld. Dit rapport maakt, evenals voorliggende projectafwijkingsbesluit, onderdeel uit van de aanvraag omgevingsvergunning. Derhalve wordt in voorliggende ruimtelijke onderbouwing ten aanzien van de toetsing van het aspect geur verwezen naar het rapport Onderzoek geurbelasting behorende bij de aanvraag omgevingsvergunning. Uit dit rapport blijkt dat geen belemmeringen aanwezig zijn voor de bouw van de stallen ten aanzien van het aspect geur. Er is op twee woningen sprake van een overschrijding van de geurnorm. Omdat er geen uitbreiding in dieren plaatsvindt en de geurbelasting afneemt ten opzichte van de vigerende vergunning is er sprake van een verbetering van de geurverspreiding vanuit het bedrijf. Woon- en leefklimaat: In het kader van de te doorlopen ruimtelijke procedure is het wenselijk dat wordt beoordeeld of het woon- en leefklimaat ter plaatse van de omliggende woningen niet nadelig wordt beïnvloed door de beoogde ontwikkeling. De provincie stelt in de Vr 2014 bovenwettelijke eisen, zoals beschreven in paragraaf omtrent het aspect geur. Zoals reeds eerder is beschreven wordt voor de toetsing aan de Vr 2014 ten aanzien van het aspect geur verwezen naar paragraaf 2.3 van de Toelichting Verordening ruimte 2014 welke, zoals onderhavige projectafwijkingsbesluit, behoort tot de aanvraag omgevingsvergunning. Omdat er in de vergunde situatie sprake is van een overbelast situatie is met behulp van de notitie Afname overbelasting van de provincie Noord-Brabant in de Toelichting Verordening ruimte 2014 invulling gegeven aan het aantonen van een proportionele bijdrage van de overbelasting op woningen in de omgeving. Met behulp van deze notitie wordt aangetoond dat wordt voldaan aan de eisen zoals gesteld in de Verordening ruimte Omgekeerde werking: Onderhavig initiatief betreft, naast de bouw van de nieuwe stallen en loods, tevens het verplaatst herbouwen van de bedrijfswoning. Daar de stallen geen nadelige effecten mogen hebben op de omgeving, mag omgekeerd de verplaatsing van de bedrijfswoning omliggende agrarische bedrijven niet beperken in hun rechten. De Wgv beschrijft in artikel 3 lid 2 dat de afstand tussen een veehouderij en een geurgevoelig object dat onderdeel uitmaakt van een andere veehouderij ten minste 100 meter dient te bedragen indien het geurgevoelige object binnen de bebouwde kom is gelegen, en ten minste 50 meter indien het geurgevoelige object buiten de bebouwde kom is gelegen. De bedrijfswoning (geurgevoelig object) is gelegen buiten de bebouwde kom waardoor de afstand van minimaal 50 meter geldt tot een overige veehouderij. De afstand dient gemeten te worden vanaf de rand van de bouwvlakken. Dit omdat het recht aanwezig is om overal op het bouwvlak te mogen bouwen. Nabij de projectlocatie is ten oosten de veehouderijlocatie aan de Neterselsedijk 39 gelegen en ten westen de veehouderijlocatie Neterselsedijk 33 gelegen. De verplaatsing van de bedrijfswoning op de projectlocatie is met zekerheid nooit beperkend voor Neterselsedijk 39 doordat de bedrijfswoning op een ruimere afstand van de veehouderij wordt herbouwd dan in de bestaande situatie. Projectafwijkingsbesluit Neterselsedijk 37 te Lage Mierde 23

25 Doordat de herbouw van de bedrijfswoning meer naar het oosten is gelegen wordt de afstand tussen de veehouderij aan de Neterselsedijk 33 kleiner ten opzichte van de bestaande situatie. Echter is de afstand tussen de bouwvlakken ruimer dan 50 meter. De afstand tussen de bouwvlakken van de veehouderijlocatie aan de Neterselsedijk 33 en onderhavige projectlocatie bedraagt circa 55 meter, zie Figuur 17. Derhalve kan geconcludeerd worden dat de verplaatste herbouw van de bedrijfswoning nooit beperkend kan zijn voor omliggende veehouderijen. Projectlocatie Neterselsedijk 33 Figuur 17: Afstand tussen bouwvlak Neterselsedijk 33 en onderhavige projectlocatie Samenvattend kan worden geconcludeerd dat, zowel conform de bepalingen uit de Wet geurhinder en veehouderij en de gemeentelijke geurverordening als uit bovenwettelijke regels van Vr 2014, geen belemmeringen aanwezig zijn voor de bouw van de stallen en het verplaatst herbouwen van de bedrijfswoning Wet ammoniak en veehouderij De Wet ammoniak en veehouderij (Wav) is het exclusieve toetsingskader voor ammoniakemissies van veehouderijen. In de Wav zijn regels gesteld voor het oprichten en uitbreiden van veehouderijen die zijn gelegen in of op minder dan 250 meter van een (zeer) kwetsbaar bos- of natuurgebied. Deze bedrijven mogen hun bedrijf slechts uitbreiden indien de ammoniakemissie na uitbreiding niet hoger is dan het gecorrigeerde emissieplafond. Wanneer de ammoniakemissie op grond van de geldende vergunning lager is dan het gecorrigeerd emissieplafond, mag de ammoniakemissie na uitbreiding niet hoger zijn dan de vergunde ammoniakemissie. In figuur 19 is een deel van de kaart met zeer kwetsbare gebieden weergegeven. Hierop is te zien dat het bedrijf buiten een zone van 250 meter van een zeer kwetsbaar gebied. In het kader van de wet ammoniak en veehouderij kan het bedrijf uitbreiden in ammoniak. Er is echter sprake van een afname van de ammoniakemissie vanuit het bedrijf ten opzichte van de vergunde situatie. In bijlage IV zijn de emissiefactoren van de vergunde en beoogde bedrijfsopzet weergegeven. De ammoniakemissie van het bedrijf neemt af van 3.061,8 kg naar 2737 kg. Projectafwijkingsbesluit Neterselsedijk 37 te Lage Mierde 24

26 Figuur 18: Uitsnede WAV-kaart Zeer kwetsbare gebieden Naast de regels voor bedrijven binnen de 250 meter-zones bevat de Wav generieke regelgeving voor de toepassing van emissiearme stalsystemen. In het Besluit ammoniakemissie huisvesting veehouderij wordt onder meer geregeld aan welke maximale emissiewaarde stalsystemen moeten voldoen, en per wanneer bestaande stallen emissiearm moeten zijn uitgevoerd. Berekening Besluit Huisvesting Aantal dieren max. emissiewaarde Vleeskuikens , , ,00 De emissiefactor van het toegepaste stalsystemen in de nieuw te bouwen stallen voldoet aan de maximale emissiewaarden uit het Besluit ammoniakemissie huisvesting veehouderijen. Ook is de totale ammoniakemissie lager dan het ammoniakplafond o.b.v. de maximale emissiewaarden omdat op stallen luchtwassers zijn/worden geplaatst. In de aangevraagde situatie wordt een totale emissie van 2.737,0 kg NH 3 /jaar aangevraagd, zie tabel 1 op pagina 3 en bijlage IV van voorliggende ruimtelijke onderbouwing. Derhalve voldoet het bedrijf aan Besluit Huisvesting IPPC-omgevingstoets ammoniak en veehouderij Op 25 juni 2007 is door het toenmalige ministerie van VROM (nu I&M en EZ) de beleidslijn IPPComgevingstoetsing ammoniak en veehouderij vastgesteld. De vastgestelde beleidslijn is bedoeld als handreiking voor het uitvoeren van de omgevingstoetsing die op grond van de IPPC-richtlijn ten aanzien van de ammoniakemissie vanuit veehouderijen dient te worden uitgevoerd. Deze verplichting is overgenomen in Wet ammoniak en veehouderij. Met behulp van de beleidslijn kan het bevoegd gezag beslissen of en in welke mate (vanwege de lokale milieuomstandigheden) strengere emissie-eisen in de omgevingsvergunning moeten worden opgenomen dan de eisen die volgen uit de toepassing van beste beschikbare technieken (BBT). De beleidslijn heeft alleen betrekking op veehouderijen die onder de werkingssfeer vallen van de IPPC-richtlijn en is alleen van toepassing als dergelijke veehouderijen uitbreiden in aantal dieren. Zolang een IPPC-bedrijf niet uitbreidt, kan worden volstaan met het toepassen van BBT. Ook heeft de omgevingstoetsing in deze beleidslijn alleen betrekking op het aspect ammoniak. Projectafwijkingsbesluit Neterselsedijk 37 te Lage Mierde 25

27 Voor onderhavige situatie geldt dat voorgenomen bedrijfsopzet valt onder de werkingssfeer van de IPPC-richtlijn en dat sprake is van een uitbreiding van het aantal dieren. Ten aanzien van uitbreiding van een IPPC- bedrijven geldt de volgende beleidslijn: Bij uitbreiding kan worden volstaan met toepassing van 'beste beschikbare technieken (BBT) zolang de emissie niet meer bedraagt dan kg ammoniak per jaar. Bedraagt de jaarlijkse ammoniakemissie na uitbreiding bij toepassing van BBT meer dan kg, dan dient boven het meerdere een extra reductie ten opzichte van BBT te worden gerealiseerd. De hoogte daarvan hangt af van de uitgangssituatie (de mate waarin BBT de ammoniakemissie reduceert) en de beschikbaarheid van verdergaande technieken in de betreffende diercategorie. Bedraagt de jaarlijkse ammoniakemissie na uitbreiding met toepassing van BBT (tot kg) en verdergaande technieken dan BBT (vanaf kg) daarna nog meer dan kg, dan dient boven het meerdere een reductie van circa 85% te worden gerealiseerd. (De 85% reductie moet gehaald worden, middels het toepassen van bijv. gecombineerde luchtwassers, omdat deze ook een aanzienlijke reductie van geur en (fijn) stof opleveren). De aangegeven grenzen moeten niet als absolute grenzen worden gezien. De lokale milieusituatie kan aanleiding geven om af te wijken van de gestelde grenzen. Tabel 2: maximale emissiewaarde IPPC-omgevingstoets Rav Diercategorie Tradit. BBT/AmvB (tot kg) >BBT (> kg) >>BBT (> kg) D 1.1. Biggenopfok 0,75 0,23 (69%) 0,21 (72%) 0,11 (85%) D 1.2 Kraamzeugen 8,3 2,9 (65%) 2,5 (70%) 1,25 (85%) D 1.3 Guste/ dragende zeugen 4,2 2,6 (38%) 2,3 (45%) 0,63 (85%) D 3 Vleesvarkens / opfokzeugen 3,5 1,4 (60%) 1,1 (69%) 0,53 (85%) E 2 Legkippen (grond/vol.) 0,315 0,125 (60%) 0,110 (65%) 0,055 (83%) E 4 Vleeskuikenouderdieren 0,580 0,435 (25%) 0,250 (57%) 0,087 (85%) E 5 Vleeskuikens 0,080 0,045 (44%) 0,037 (54%) 0,012 (85%) De maximale emissiewaarde volgens het Besluit Huisvesting bedraagt kg NH 3, doordat er bij toepassing van BBT minder dan 5000 kg wordt geëmitteerd kan worden volstaan met de toetsing volgens het Besluit Huisvesting Ammoniak en Veehouderij. Daarnaast is er sprake van een afname van ammoniakemissie ten opzichte van de vergunde situatie. Hieruit blijkt dat wordt voldaan aan de eisen zoals gesteld in de IPPC-omgevingstoets ammoniak en veehouderij. 4.5 Geluid In de Wet geluidhinder is bepaald dat voor locaties in het bestemmingsplan waar woningen en andere geluidgevoelige bestemmingen kunnen worden gerealiseerd, de geluidbelasting wordt onderzocht binnen de zones behorende bij verkeersbewegingen, spoorwegen en industrieterreinen. In onderhavige inrichting vinden activiteiten plaats welke een geluidsuitstraling hebben naar de omgeving zoals de nokventilatoren. Echter zijn de nokventilatoren op de beoogde pluimstallen aan de achterzijde geplaatst, zo ver mogelijk van het dichtstbij zijnde geluidsgevoelig object (woning aan de Neterselsedijk 31a te Lage Mierde, circa 145 meter tot geluidsbron: nokventilatie). De eventuele geluidbelasting als gevolg van de bedrijfsvoering en transport is dermate laag dat deze geen invloed heeft op de geluidsgevoelige objecten in de omgeving. In het kader van het onderdeel milieu bij onderhavige aanvraag is een akoestisch onderzoek uitgevoerd om de geluidsbelasting van de veehouderij op woningen in de omgeving inzichtelijk te maken. In voorliggende situatie is enkel voor de bouw van de bedrijfswoning sprake van nieuwe geluidgevoelige bestemming. In de handreiking Bedrijven en milieuzonering van VNG zijn afstanden bepaald voor bedrijven ten aanzien van geluidshinder. In de directe omgeving van de nieuwe bedrijfswoning zijn enkele veehouderijen gelegen welke mogelijk geluidsuitstraling naar de omgeving hebben. In de handreiking Bedrijven en milieuzonering is voor veehouderijen een grootste afstand Projectafwijkingsbesluit Neterselsedijk 37 te Lage Mierde 26

28 van minimaal 50 meter bepaald. De werkelijke afstand van de beoogde bedrijfswoning tot de dichtstbijzijnde veehouderij (Neterselsedijk 35) bedraagt circa 90 meter. Derhalve is voor de nieuwe bedrijfswoning geen sprake van overmatige geluidsbelasting. Wegverkeerslawaai: In de Wet geluidhinder is bepaald dat voor locaties in plannen waar woningen en andere geluidgevoelige bestemmingen kunnen worden gerealiseerd, de geluidbelasting wordt onderzocht binnen de zones behorende bij verkeersbewegingen, spoorwegen en industrieterreinen. Onderhavige ontwikkeling betreft o.a. het verplaatst herbouwen van de bedrijfswoning. De bedrijfswoning is gelegen aan de Neterselsedijk waar een 60 km/h regime geldt. Aangezien de herbouw van de bedrijfswoning op gelijke afstand tot de weg gerealiseerd wordt zijn geen negatieve gevolgen aanwezig van de geluidsbelasting op de gevel. Daarnaast wordt gezien de relatief lage verkeersintensiteit van de Neterselsedijk en de opbouw van de nieuwe bedrijfswoning binnen de bedrijfswoning geen geluidshinder ervaren afkomstig van wegverkeer. In het kader van de aanvraag omgevingsvergunning voor de bouw van de woning kan een akoestisch onderzoek worden uitgevoerd om de geluidsbelasting op de woning inzichtelijk te maken en eventuele nadere eisen te stellen aan de bouwkundige uitvoering van de woning. 4.6 Luchtkwaliteit De belangrijkste bepalingen over luchtkwaliteitseisen zijn opgenomen in hoofdstuk 5 van de Wet milieubeheer. Artikel 5.16 lid 1 Wm geeft aan hoe een vergunningaanvraag moet worden getoetst en aan welke voorwaarden moet worden voldaan. Luchtkwaliteitseisen vormen in beginsel geen belemmering voor de uitoefening van de bevoegdheid. Voor de kwaliteit van de buitenlucht zijn in bijlage 2 bij de Wm bepaalde milieukwaliteitseisen voor de buitenlucht opgenomen. Deze milieukwaliteitseisen betreffen grenswaarden van concentraties voor zwaveldioxide, stikstofoxiden (NO x als NO 2 ) zwevende deeltjes (PM 10 en PM 2,5 ), lood, koolmonoxide en benzeen. Indien bij de verlening van de omgevingsvergunning gevolgen kunnen ontstaan voor de luchtkwaliteit moet hieraan aandacht worden besteed bij de aangevraagde activiteiten voor deze milieukwaliteitseisen. Volgens de Regeling beoordeling luchtkwaliteit 2007 moeten de concentraties worden bepaald vanaf de grens van het terrein van de inrichting. Aangezien verlening van de vergunning gevolgen kan hebben voor de luchtkwaliteit dient onderzoek te worden verricht naar de gevolgen van de aangevraagde activiteiten voor de in bijlage 2 van de Wet milieubeheer genoemde milieukwaliteitseisen voor de buitenlucht. Dit onderzoek kan echter achterwege blijven indien de activiteit waarvoor vergunning wordt gevraagd betrekking heeft op een of meer categorieën van gevallen als genoemd in de Regeling niet in betekende mate bijdragen. In die gevallen wordt aangenomen dat de toename van de concentratie in de buitenlucht van zowel zwevende deeltjes (PM 10 ) als stikstofdioxide de 3% grens van de jaargemiddelde concentratie niet overschrijdt. Besluit NIBM Als sprake is van een beperkte toename van de luchtverontreiniging die niet in betekenende mate (NIBM) bijdraagt aan de concentratie PM10 in de buitenlucht, hoeft een project niet langer meer getoetst te worden. Dit volgt uit artikel 5.16, lid 1, sub c, van de Wet milieubeheer. Het Besluit NIBM legt vast wat geldt als niet in betekenende mate bijdragen. Na het in werking treden van het NSL op 1 augustus 2009, is de definitie van NIBM 3% van de grenswaarde (jaargemiddelde concentratie van 40 μg/m 3 ) dat is 1,2 µg/m 3 (artikel 2, lid 1, Besluit NIBM in samenhang met Bijlage 1A van de Regeling NIBM). Handreiking fijnstof en veehouderijen mei 2010 In mei 2010 heeft het toenmalige ministerie van VROM een handreiking opgesteld voor de beoordeling van emissie van fijnstof bij veehouderijen. De handreiking heeft als doel de gemeente als bevoegd gezag te ondersteunen bij behandeling van vergunningaanvragen voor nieuwe veehouderijen en uitbreidingen die van invloed kunnen zijn op de luchtkwaliteit. De handreiking biedt informatie, jurisprudentie, vuistregels en geeft met behulp van een stappenplan aan hoe in een vergunningprocedure de beoordeling van fijnstof kan worden uitgevoerd. Projectafwijkingsbesluit Neterselsedijk 37 te Lage Mierde 27

29 In de handreiking is een vuistregel opgenomen om te kunnen beoordelen of een uitbreiding van een veehouderij in betekende mate (IBM) of niet in betekende mate (NIBM) bijdraagt. Beoordeling vindt plaats aan de hand van een tabel die gebaseerd is op de 3% NIBM grens. In de tabel kan bij de betreffende afstand de hoeveelheid emissie worden afgelezen waarmee een veehouderij nog kan uitbreiden om niet in betekende mate bij te dragen. Met behulp van de emissiefactorenlijst (toenmalige ministerie van VROM) kan uitgerekend worden of de totale toename in emissie onder de NIBM grens blijft. De getallen in de tabel zijn worst-case genomen, inclusief een veiligheidsmarge. Indien bij een bepaalde afstand niet méér wordt geëmitteerd dan is opgenomen in de tabel dan is de oprichting/uitbreiding zeker NIBM. Wanneer de toename in emissie in grammen hoger is dan in de tabel opgenomen is het project mogelijk IBM. Er wordt een berekening uitgevoerd om aan te tonen dat geen grenswaarden worden overschreden ofwel de uitbreiding bij precieze berekening toch NIBM blijkt te zijn. Tabel: NIBM-grens Afstand tot te toetsen plaats 70 m 80 m 90 m 100 m 120 m 140 m 160 m Totale emissie in g/jaar van uitbreiding/oprichting Emissie fijnstof op het bedrijf Fijnstof komt voornamelijk door emissie van huid-, mest, voer- en strooiseldeeltjes uit de stallen. Dit gebeurt continu (24 uur per dag). Voor het bepalen van de concentraties fijnstof in de omgeving van veehouderijen, zijn gegevens nodig over de hoeveelheid fijnstof die dieren produceren. Deze hoeveelheid varieert per dier en is afhankelijk van het huisvestingssysteem zoals het type stal. De emissiefactoren voor fijnstof geven per huisvestingssysteem aan hoeveel fijnstof een bepaald dier per jaar produceert. De Animal Sciences Group (ASG) van de Universiteit Wageningen stelt de factoren op die de minister van LNV accordeert. Voor de berekening van de emissie van fijnstof wordt gebruik gemaakt van de Emissiefactoren fijnstof voor veehouderij van maart Tabel : Fijnstofemissie vergund en aanvraag Totale emissie fijnstof (g/jaar) Vergund Aanvraag In de aangevraagde situatie (zie tabel hierboven) is sprake van een afname van de emissie van fijnstof. In de beoogde bedrijfsopzet is er sprake van een verbetering van de luchtkwaliteit in de omgeving van het bedrijf. Om aan te tonen of ten aanzien van het begrip goede ruimtelijk ordening, ter plaatse sprake is van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat, is een fijnstofberekening gemaakt met behulp van het rekenprogramma ISL3a. ISL3a Met behulp van het rekenprogramma ISL3a is een fijnstofberekening gemaakt van de aangevraagde situatie. Door middel van het invullen van de invoergegevens (brongegevens en gegevens beschermde objecten) wordt berekend wat de fijnstofconcentratie (microgram/m³) en het aantal overschrijdingsdagen ter plaatse van de rekenpunten is. De invoergegevens zijn conform de handreiking V-stacks Vergunning tot stand gekomen. Als bijlage bij de aanvraag om omgevingsvergunning is een toelichting op de berekening van de luchtkwaliteit ter plaatse van woningen in de omgeving toegevoegd. Hieronder een samenvatting van de resultaten: De grenswaarde voor de jaargemiddelde concentratie bedraagt 40 µg/m 3. In de aangevraagde situatie bedraagt de concentratie ten hoogste 24,48 µg/m 3. Tevens geldt voor fijnstof een maximum aantal toegestane overschrijdingsdagen. Dit betreft het maximale aantal toegestane dagen waarbij de (24-) uurgemiddelde concentratie overschreden mag Projectafwijkingsbesluit Neterselsedijk 37 te Lage Mierde 28

30 worden. De grenswaarde van het aantal overschrijdingsdagen van de 24-uurgemiddelde concentratie van 50 µg/m 3 bedraagt 35 overschrijdingsdagen. In de aangevraagde situatie bedraagt het aantal overschrijdingsdagen van de 24-uurgemiddelde concentratie van 50 µg/m 3 maximaal 14,1 dagen. Op basis van de rekenresultaten zijn de volgende conclusies te trekken: Er wordt ruim onder de gestelde grenswaarden met betrekking tot Wet luchtkwaliteit gebleven. Naast de bepalingen uit de Wet luchtkwaliteit stelt de provincie in de Vr 2014 bovenwettelijke eisen, zoals beschreven in paragraaf omtrent het aspect fijnstof. Zoals reeds eerder is beschreven wordt voor de toetsing aan de Vr 2014 ten aanzien van het aspect fijnstof verwezen naar de Toelichting Verordening ruimte 2014 welke behoort tot de aanvraag omgevingsvergunning. Hieruit blijkt dat geen belemmeringen aanwezig zijn ten aanzien van het aspect fijnstof. Samenvattend In de beoogde situatie is er sprake van een afname van fijnstof ten opzichte van de vergunde situatie. Uit de berekening blijkt dat ruimschoots wordt voldaan aan de grenswaarden zoals opgenomen in de Wet Luchtkwaliteit. Ten aanzien van de het begrip goede ruimtelijke ordening kan geconcludeerd worden dat door het voldoen aan de grenswaarden, in voldoende mate is aangetoond dat ter plaatse sprake is van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat. 4.7 Gezondheid Gezondheidsrisico s voor omwonenden van veehouderijen is vaak onderwerp van discussies tussen burgers, ondernemers, (vee)artsen en de diverse overheidsinstanties. Omdat er natuurlijk geen gezondheidsrisico s mogen ontstaan door de exploitatie van een veehouderij is dit één van de eisen waaraan een locatie moet worden getoetst. Gezondheidsrisico s zijn een optelsom van blootstelling, gevaar en impact. Bij blootstelling wordt er gekeken hoeveel ziekteverwerker een persoon binnen moet krijgen om geïnfecteerd te raken of ziek te worden. Gevaren zijn er in diverse vormen, zoals biologisch (bijv. ziekteverwekkende bacteriën), chemisch (bijv. diergeneesmiddelen of bestrijdingsmiddelen) of fysisch (zoals elektriciteit of ter plaatse gewond raken). Impact staat voor de grootte van het effect dat veroorzaakt wordt. Een kanttekening bij (de perceptie van) risicogevolgen voor de volksgezondheid moet geplaatst worden bij het gedrag van de burger. Hoe onbekender het onderwerp, des te emotioneler wordt er vaak gereageerd. Veel burgers kennen de strenge eisen uit de veehouderijsector niet en zijn daarom bang van de eventuele gevolgen. De risicoperceptie van de burger speelt daarom in belangrijke mate mee in het imago van de sector met betrekking tot volksgezondheid. Wanneer invloed uitgeoefend kan worden op een risico wordt dit minder dreigend ervaren dan factoren waar geen invloed op kan worden uitgeoefend. Voordat een omgevingsvergunning, activiteit milieu, verleend wordt, moet het beoogde initiatief van de veehouderij getoetst worden aan diverse milieuaspecten, zoals ammoniakuitstoot, geur, fijnstof, geluid, etc. Door diverse wetten is voorgeschreven wat de maximale grenswaarden zijn waaraan een veehouderij moet voldoen. Indien een veehouderij niet voldoet, zal een vergunning dus niet verleend worden. Er mag vanuit worden gegaan dat de grenswaarden die in de wet zijn opgenomen de volksgezondheid in voldoende mate beschermen. Op 19 november 2013 heeft het college van B&W van de gemeente Reusel-De Mierden de beleidsregel Aanvullend toetsingsinstrument, een risico-inventarisatie en evaluatie voor gezondheid bij veehouderij vastgesteld. Deze beleidsregel wordt gehanteerd voor aanvragen om omgevingsvergunningen, activiteit milieu, die op of na 23 december 2013 zijn ingediend. De beleidsregel bevat een toetsingsinstrument waarmee gezondheidsaspecten kunnen worden meegewogen bij de vergunningverlening. Het toetsingsinstrument bestaat uit een checklist met verschillende gezondheidskundige criteria. In onderhavige situatie worden er van de checklist verschillende inrichtingsmaatregelen getroffen: Projectafwijkingsbesluit Neterselsedijk 37 te Lage Mierde 29

31 - Er is sprake van emissiearme huisvesting en stalinrichting over het gehele bedrijf; - De emissiepunten zijn zo ver mogelijk van de omliggende woningen van derden gesitueerd; - Wat betreft geur is de locatie gesitueerd in de gunstige heersende windrichting ten opzichte van de bebouwde kom; - De ventilatielucht uit de stallen wordt verticaal in plaats van horizontaal uitgeblazen. Door de ventilatoren op het dak te plaatsen is er sprake van een betere verspreiding van de ventilatielucht; - Door het toepassen van warmtewisselaars wordt een beter stalklimaat verwezenlijkt waardoor de diergezondheid eveneens verbeterd. Daarnaast zorgen de warmtewisselaars voor een reductie van fijnstof; - Er wordt geen gebruik gemaakt van brijvoer; Om de effecten naar de omgeving tot een minimum te beperken worden er op het bedrijf naast bovenstaande inrichtingsaspecten verschillende voorzorgsmaatregelen getroffen. Op het bedrijf is sprake van een strenge hygiënebarrière om de gezondheid van de dieren op het bedrijf te beschermen en om de gezondheidsrisico s voor de omgeving zoveel mogelijk te beperken. Door GGD Nederland, de werkgroep intensieve veehouderij en gezondheid, is in oktober 2011 een informatieblad Intensieve Veehouderij en Gezondheid gepubliceerd. In dit informatieblad zijn diverse gezondheidskundige aanbevelingen opgenomen om de risico s voor diergezondheid en volksgezondheid zoveel mogelijk in te perken. Op het bedrijf worden diverse bedrijfsspecifieke maatregelen getroffen om de gezondheid zoveel mogelijk te bevorderen en risico s te beperken. Hieronder wordt verstaan: - Beperkt toelaten van bezoekers, alleen indien nodig (bijv. veearts). In de stallen is er sprake van een schone weg, daarbuiten vuil ; - Het bijhouden van een logboek, waarin alle personen die het bedrijf bezoeken genoteerd worden (naam, datum, uur en reden van bezoek). Dit logboek kan van groot belang zijn in het kader van dierziektenbestrijding; - Uitsluitend aankopen van voer van bedrijven met een GMP-erkenning en dit voer opslaan in afgesloten silo s/ruimtes; - Afvoer van mest volgens de wettelijke eisen; - Kadaveropslag en afvoer volgens de wettelijke eisen. De kadavers worden gekoeld opgeslagen en pas aan de weg gezet op de dag dat deze worden opgehaald; - Voorkomen van antibioticaresistentie door een optimaal stalklimaat, goed voer, en rekening houden met dierenwelzijn. Bovendien geen preventief gebruik van antibiotica in mengvoer en geen koppelbehandeling. Antibioticagebruik zo beperkt en efficiënt mogelijk; - Geen varkens en pluimvee op één bedrijfslocatie huisvesten. Het dichtstbijzijnde varkensbedrijf betreft Neterselsedijk 42, maar dit betreft geen aangrenzende bedrijfslocatie; - Een adequate en acute behandeling van zieke dieren op het bedrijf, danwel direct isoleren in de ziekenboeg; - Regelmatig reinigen van het bedrijf, zoals de dierenverblijven, voer- en drinkbakken, centrale gang, erf, etc.; - Effectieve plaagdierbestrijding, zowel gericht op knaagdieren als op insecten door een gespecialiseerd bedrijf; - Het inhuren van professionele expertise bij het maken van het stalontwerp; - Er is sprake van een computergestuurd drinkwatersysteem. Daarnaast wordt een periodieke kwaliteitscontrole van het drinkwater uitgevoerd; - Een vaste relatie tussen veehouder en dierenarts; - Toepassing van diersector-specifieke IKB-voorschriften. Het bedrijf beschikt over het IKBcertificaat; - Monitoring van dieren en personeel op het voorkomen van enkele specifieke zoönosen; - Kennisvergroting middels contacten met adviseurs. Bij naleving van de milieuwetgeving, het volledig benutten van de technische mogelijkheden en het management van de hygiënebarrière worden de volksgezondheidsrisico s bij het initiatief tot een minimum beperkt. Projectafwijkingsbesluit Neterselsedijk 37 te Lage Mierde 30

32 4.8 Bodemkwaliteit Binnen de beoogde bedrijfsvoering vinden enkele bodem- en grondwaterbedreigende activiteiten plaats. Enkel het onderhoud aan de werktuigen, de opslag van reinigings- en bestrijdingsmiddelen, diergeneesmiddelen en de opslag van diesel, smeerolie en voer ten behoeve van de pluimveehouderij kan als bodem- en grondwaterbedreigende activiteit aangemerkt worden. Door gebruik te maken van vloeistofkerende vloeren, lekbakken en afgesloten kasten wordt het bodem- en grondwaterbedreigende risico verwaarloosbaar gemaakt. Bovendien wordt er goed toezicht gehouden en zijn er maatregelen getroffen om dit zoveel mogelijk te beperken (zoals absorptiemateriaal, visuele controle, vloeistofkerende vloeren, etc.). In de aangevraagde omgevingsvergunning zal rekening worden gehouden met het aspect preventieve bodembeschermende maatregelen en het behoud van een duurzame bodemkwaliteit. Middels het treffen van de beschreven technische maatregelen en voorzieningen is er sprake van een verwaarloosbaar risico op bodemverontreiniging. Onderhavig initiatief betreft tevens het verplaatst herbouwen van de bedrijfswoning. Om inzicht te krijgen in de actuele milieu-hygiënische kwaliteit van de bodem en daarmee vast te stellen of er op de locatie verontreinigende stoffen in de grond of het grondwater aanwezig zijn, is een bodemonderzoek uitgevoerd. Uit dit onderzoek wordt geconcludeerd dat er geen significante verontreinigingen aanwezig zijn in de grond. Een nader onderzoek is derhalve niet noodzakelijk. Er zijn geen belemmeringen voor de beoogde bedrijfsvoering. 4.9 Externe veiligheid Externe veiligheid beschrijft de risico s die ontstaan als gevolg van opslag of handelingen met gevaarlijke stoffen. Het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) en de bijbehorende Regeling externe veiligheid inrichtingen (Revi) zijn op 27 oktober 2004 in werking getreden. Het besluit legt veiligheidsnormen op aan bedrijven die een risico vormen voor personen buiten het bedrijfsterrein. Het besluit heeft betrekking op het gebruik, de opslag en de productieve gevaarlijke stoffen van inrichtingen. Verder heeft het besluit betrekking op het transport van gevaarlijke stoffen en het gebruik van luchthavens. Gezien de aard van de voorgenomen activiteiten (exploitatie van een pluimveehouderij) op de planlocatie is het Bevi niet van toepassing. De werkzaamheden omvatten niet het gebruik, opslag of vervoer van gevaarlijke stoffen. Het bodemonderzoek is separaat bijgevoegd in de aanvraag omgevingsvergunning waar voorliggende ruimtelijke onderbouwing tevens onderdeel van uit maakt. Figuur 19: Uitsnede Risicokaart Noord-Brabant Projectafwijkingsbesluit Neterselsedijk 37 te Lage Mierde 31

33 Uit de risicokaart (Figuur 19) blijkt dat er geen risicovolle inrichtingen en kwetsbare objecten aanwezig zijn op of nabij de projectlocatie. Er ontstaan daardoor geen belemmeringen voor de beoogde ontwikkelingen op de projectlocatie. Door de bouw van de nieuwe stallen, loods en bedrijfswoning worden wel nieuwe beperkt kwetsbare objecten gerealiseerd. Aangezien onderhavige projectlocatie niet is gelegen binnen een risicoaanduiding of binnen veiligheidsafstanden zijn geen risico s aanwezig voor de nieuwe stallen, loods. Derhalve kan worden geconcludeerd dat er voor dit project geen belemmeringen zijn vanuit het oogpunt van externe veiligheid Verkeer en ontsluiting Het verkeer van en naar het bedrijf wordt afgewikkeld via de Neterselsedijk. Om het aantal transportbewegingen te beperken worden zo veel mogelijk volle vrachten besteld. Op het bedrijf is voldoende ruimte voor het parkeren en rijden van vrachtwagens, hierdoor is hinder als gevolg van overlast van parkerende voertuigen op de weg uitgesloten. Om de geluidsoverlast in de avond en nacht naar de omgeving te beperken wordt de reguliere activiteiten, zoals aanvoer van voer en dieren, in de dagperiode uitgevoerd (zie akoestisch onderzoek). Uit dit akoestisch onderzoek blijkt dat de bij indirecte hinder ruimschoots wordt voldaan aan de voorkeursgrenswaarde van 50dB(A) Technische infrastructuur Nabij de projectlocatie zijn geen relevante buisleidingen of straalpaden gelegen, zie Figuur 19. Voordat er gebouwd wordt zal er een KLIC-melding gemaakt worden om relevante kabels en leidingen van de projectlocatie in beeld te brengen Totaalbeeld aspecten In hoofdstuk 4 van voorliggende ruimtelijke onderbouwing zijn alle relevante milieu-hygiënische en planologische aspecten getoetst aan het geldende beleid. Zoals beschreven in dit hoofdstuk is gebleken dat met de ontwikkeling op onderhavige projectlocatie geen nadelige gevolgen ontstaan voor de aspecten water, natuur, cultuurhistorie, aardkunde en archeologie, bedrijfshinder, geluid, luchtkwaliteit, bodemkwaliteit, externe veiligheid en de technische infrastructuur. Derhalve kan onderhavig initiatief doorgang vinden. Projectafwijkingsbesluit Neterselsedijk 37 te Lage Mierde 32

34 5 Uitvoerbaarheid 5.1 Financiële uitvoerbaarheid De voorgestane ontwikkeling aan de Neterselsedijk 37 te Lage Mierde betreft een particulier initiatief in het kader van de Verplaatsingsregeling Intensieve Veehouderij (VIV). Indien het bedrijf niet deelneemt aan de VIV is het financieel niet mogelijk om het bedrijf te verplaatsen. De met de ontwikkeling gepaard gaande kosten worden dan ook gedragen door de desbetreffende particuliere initiatiefnemer. Hiermee is de financiële haalbaarheid voor de gemeente gegarandeerd. Dit plan heeft geen financiële consequenties voor de gemeente. Dit kan worden vastgelegd in een anterieure overeenkomst, waarbij de eventuele planschade voor rekening komt voor de initiatiefnemer. De economische uitvoerbaarheid is hiermee voldoende aangetoond. 5.2 Maatschappelijke uitvoerbaarheid Het projectafwijkingsbesluit maakt deel uit van de omgevingsvergunning met de activiteiten bouw en milieu. Er is sprake van een omgevingsvergunning met de uitgebreide voorbereidingsprocedure. Dit betekent dat er eerst een ontwerpbeschikking van de omgevingsvergunning wordt verleend. Deze wordt vervolgens voor een termijn van 6 weken ter inzage gelegd. Tijdens deze periode wordt een ieder in de gelegenheid gesteld om een zienswijze in te dienen tegen de ontwerpomgevingsvergunning. In het kader van de nadere regels Verordening Ruimte is voorafgaand aan de publicatie van de aanvraag een omgevingsdialoog gevoerd met omwonende. Een verslag van deze dialoog is als bijlage toegevoegd. Na afloop van deze termijn worden de eventuele zienswijzen en adviezen verwerkt, waarna een definitief besluit wordt genomen. Na definitieve verlening van de omgevingsvergunning wordt de beschikking nog 6 weken ter inzage gelegd. Gedurende deze termijn kan er beroep worden ingesteld door degene die zienswijzen hebben ingediend en vinden dat deze niet correct zijn verwerkt of door degene die niet verweten kan worden geen zienswijzen te hebben ingediend tegen het ontwerp. Daags na afloop van de beroepstermijn treedt de omgevingsvergunning in werking. Indien er geen beroep wordt ingesteld is de omgevingsvergunning op dat moment tevens onherroepelijk. Daar een ieder de mogelijkheid heeft de omgevingsvergunning in te zien en daarop zienswijzen kan inbrengen, is na verloop van de procedure aangetoond dat onderhavig initiatief maatschappelijk uitvoerbaar is. Het initiatief zorgt er tevens voor dat elders een intensieve veehouderij wordt opgeheven. In het kader van de Verplaatsingsregeling Intensieve Veehouderij (VIV) van de provincie is met de provincie overeengekomen dat de veehouderij op de huidige locatie van initiatiefnemer wordt beëindigd zodra de verplaatsing naar de Neterselsedijk 37 is afgerond. Op de huidige locatie zal dan worden gezocht naar een passende herbestemming. Deze herbestemming is eveneens een voorwaarde vanuit de provincie in het kader van de VIV. Projectafwijkingsbesluit Neterselsedijk 37 te Lage Mierde 33

35 6 Planologische afweging Onderhavige ruimtelijke onderbouwing betreft de planologische verantwoording voor de voorgenomen uitbreiding van de veehouderij aan de Neterselsedijk 37 te Lage Mierde. De uitbreiding bestaat uit de bouw van nieuwe stallen en het verplaatst herbouwen van de bedrijfswoning. De bouw van de beoogde uitbreiding van de stallen en het verplaatst herbouwen van de bedrijfswoning is niet rechtstreeks toegestaan volgens het vigerende bestemmingsplan. Middels het afwijken van het bestemmingsplan zijn de ontwikkelingen toch mogelijk (art. 2.12, lid1, sub a, onder 3 Wabo). Middels onderhavige ruimtelijke onderbouwing wordt aangetoond dat met onderhavig initiatief geen nadelige gevolgen ontstaan voor milieu, mens en leefomgeving. Het initiatief is getoetst aan alle relevante beleidskaders op provinciaal niveau. Het beleid op provinciaal niveau vormt geen belemmering voor het initiatief. In deze ruimtelijke onderbouwing is getoetst aan de Structuurvisie 2010 partiële herziening 2014 en Verordening ruimte Tevens is het initiatief getoetst aan alle relevante milieu-hygiënische en planologische aspecten. Hieruit is gebleken dat met onderhavig initiatief geen nadelige effecten ontstaan voor de omgeving. De onderzoeken naar geluid, bodem, geur, ammoniak en luchtkwaliteit tonen aan dat onderhavig initiatief milieu-hygiënisch aanvaardbaar is. Door de onderzoeken van natuur, archeologie, externe veiligheid en de waterparagraaf wordt aangetoond dat onderhavig initiatief planologisch aanvaardbaar is. Daarnaast wordt geïnvesteerd in de kwaliteitsverbetering van het landschap door de projectlocatie landschappelijk in te passen. Resumerend kan worden geconcludeerd dat onderhavig initiatief een verantwoord initiatief betreft. Derhalve kunnen de voorgenomen ontwikkelingen op de projectlocatie aan de Neterselsedijk 37 te Lage Mierde doorgang vinden. Projectafwijkingsbesluit Neterselsedijk 37 te Lage Mierde 34

36 Bijlage I: Situatietekening Apart bijgevoegd Projectafwijkingsbesluit Neterselsedijk 37 te Lage Mierde 35

37

38 Bijlage II: Landschappelijk inpassingsplan Apart bijgevoegd Projectafwijkingsbesluit Neterselsedijk 37 te Lage Mierde 36

39 LANDSCHAPPELIJK INPASSINGSPLAN Neterselsedijk 37 Lage Mierden Gemeente Reusel-De Mierde

40 INLEIDING De initiatiefnemer, dhr. J.J. Quirijnen, is voornemens de veehouderij aan de Neterselsedijk 37 te Lage Mierde uit te breiden met een drietal nieuwe stallen en een loods. Hiervoor worden de bestaande stallen gesloopt omdat deze in slechte staat verkeren. Daarnaast wordt de bestaande bedrijfswoning gesloopt en verplaatst herbouwd. Om de beoogde ontwikkeling mogelijk te maken dient het vigerende bestemmingsplan gewijzigd te worden. Een voorwaarde hierbij is dat de beoogde ontwikkeling gepaard dient te gaan met een zorgvuldige landschappelijke inpassing van de locatie. Hierna wordt de totstandkoming van de landschappelijke inpassing beschreven. Als laatst is een beplantingsplan opgenomen waarin de landschappelijke inpassing gedetailleerd wordt weergegeven. LIGGING Onderhavige projectlocatie is gelegen in het buitengebied van de gemeente Reusel-De Mierden aan de Neterselsedijk 37 te Lage Mierde. De bebouwde kom is hemelsbreed op circa 2,25 km van de projectlocatie gelegen. De bebouwde kom van Netersel (gemeente Bladel) is gelegen op circa 1,3 km hemelsbreed van de projectlocatie. De Neterselsedijk is de verbindende weg tussen de dorpen Lage Mierde en Netersel. De projectlocatie is kadastraal bekend als gemeente: Hoge en Lage Mierde, sectie: K, nummer 846. HUIDIGE SITUATIE BEOOGDE SITUATIE OMGEVING PROJECTLOCATIE 2

41 LANDSCHAPSSTRUCTUUR De landschappelijke structuur in de omgeving van de projectlocatie behoort tot de typologie van het jonge ontginningslandschap. Dit landschap kenmerkt zich voornamelijk door bomenrijen en laanbeplanting langs de wegen en bospercelen. Door bomenrijen langs de wegen ontstaan lijnvormige elementen in het landschap welke tevens gebieden begrenzen. De landbouwgronden hebben hier een rationele landinrichting van grote rechte kavels. In de omgeving van de projectlocatie is een duidelijke overgang van kleinschalig naar rationeel, de Neterselsedijk maakt hier onderdeel van uit. Ten zuiden van Neterselsedijk bestaat een fijnmazig wegenpatroon met bomenrijen en bospercelen, welke zorgen voor een kleinschalig landschap. Het kleinschalige landschap kenmerkt zich door landbouwpercelen welke een relatief kleinere omvang hebben, laanbeplanting langs wegen en bospercelen. Ten noorden van de Neterselsedijk bestaat een grofmazig wegenpatroon met bomenrijen, welke het open gebied begrensd. De bedrijfslocatie aan de Neterselsedijk 37 is gelegen aan de noordzijde van de weg, en dus in het rationeel landschap. KENMERKEN JONGE ONTGINNINGSLANDSCHAP - Rationele landinrichting - Bomenrijen en boomsingels - Bosstruweel en houtwallen - Begrenzing van open gebieden door bomenrijen - Blokvorming verkavelingspatroon Plangebied 3

42 LANDSCHAPPELIJK INPASSINGSPLAN De landschappelijke inpassing bestaat uit landschapselementen welke kenmerkend zijn voor een jonge ontginningslandschap. Om de bebouwing op de bedrijfslocatie landschappelijk in te passen wordt gebruik gemaakt van bomenrijen en houtwallen. Ten westen en ten noorden van de stallen wordt een bomenrij aangelegd om de stallen aan het zicht te onttrekken. De bomenrij wordt voorzien van ondergroei van heesters en struiken om een gesloten groene wand te krijgen. Ook ten zuiden wordt een bomenrij aangelegd met ondergroei om het bedrijf vanaf de Neterselsedijk enigszins aan het zicht te onttrekken. Enkel ter plaatse van de bedrijfswoning en de toegangswegen wordt geen beplanting gerealiseerd. Aan de zuidzijde is tevens de retentievijver gelegen. Ten oosten van het bedrijf wordt aangehaakt aan de houtwal welke op de grond is gelegen van het naastliggende bedrijf. Hier wordt de houtwal verbreed op het perceel van de initiatiefnemer om zo een robuustere houtwal te krijgen tussen de twee bedrijven. Ontwerpuitgangspunten: Houtwal Bomenrij met ondergroei 4

43 1,5 m 1,5 m Bestaande bomen Profiel I Profiel II Nieuwe bomen 4,2 m 2,5 m 6,5 m Bomenrij Stal Stal Houtwal Bestaande beplanting Profiel III III 0,8 m 2 m 6,5 m Stal Bomenrij Retentiesloot Profiel IV Zonnepanelen op dak 4,0 m Plantafstanden: Ondergroei bomenrij: 1,5 m 6,5 m Lage houtwal t.b.v. zonhoek zonnepanelen I Bomenrij: Variabel 1,5 m 1,5 m Kruisverband II 10 m 10 m Plantsamenstellingen (cijfers overeenkomend op tekening): A. Bomenrij Zomer eik (Quercus robur) stuks 29 A A IV B Ondergroei m2 st/m2 stuks , % Sleedoorn (Prunus spinosa) % Kornoelje (Cornus alba) % Gelderse roos (Viburnum opulus) % Wilde liguster (Ligustrum vulgare) 127 B. Houtwal plantmateriaal m2 st / m2 aantal , % Zomereik (Quercus robur) 93 10% Zwarte Els (Alnus glu nosa) 46 10% Veldesdoorn (Acer campestre) 46 10% Gelderse Roos (Viburnum opulus) 46 20% Hazelaar (Corylus avellana) 93 10% Krent (Amelanchier canadensis) 46 20% Wilde Kardinaalsmuts (Euonymus europaeus) 93 Neterselsedijk B Oppervlakte landschappelijke inpassing m2 Binnen bouwvlak 2397 Buiten bouwvlak 50 Totaal: 2447 C VAN DUN ADVIES BV Dorpsstraat 54 Tel.: (013) Fax: (013) TE ULICOTEN info@vandunadvies.nl W NW ZW N Z NO ZO O Beplantingsplan Neterselsedijk 37 te Lage Mierde Schaal: 1:1000 Datum: Tekenaar: Dirk van Roij Projectnummer: ONTWERP BOUW MILIEU BRAND RUIMTELIJKE ORDENING BOUWBEGELEIDING 5

44 Van Dun Advies BV Dorpsstraat TE Ulicoten T: F: E: Rabobank KvK nr Opdrachtgever: Projectlocatie: J.J. Quirijnen Spreeuwelsedijk KS Westelbeers Neterselseijk 37 te Lage Mierde Projectnummer: Datum: Opgesteld door: Dirk van Roij

45 Bijlage III: Economische onderbouwing kwaliteitsverbetering Waardevermeerding gronden Waarde huidige situatie: waarde per ha oppervlakte Bouwvlak ,00 1, ,00 Agrarisch onbebouwd ,00 0, ,20 Totaal ,20 Waarde beoogde situatie: Bebouwingsvlak ,00 1, ,00 Beplanting ,00 0, ,00 Totaal ,00 Waardevermeerdering: Verschil beoogd-huidig ,80 Investering op basis van redelijkheid 20% 4.076,16 Investering volgens LIR: Toepassen van potdekselprofielplaten i.p.v. stalen damwandplaten op voorzijde van de stallen en zijkanten van de loods. Meerprijs afkomstig van bouwbedrijf Hendrikx Stallenbouw BV oppervlakte Meerprijs aanschaf 10,50 257, ,80 Meerprijs montage 5,50 257, ,80 Totaal 4.121,60 Berekening oppervlakte potdekselprofielplaten: Voorzijde stal 1 57,8 m2 57,8 Voorzijde stal 2 56,2 m2 56,2 Voorzijde stal 3 57,8 m2 57,8 Zijkanten loods 42,9 m2 2x 85,8 Totaal 257,6 Kwaliteitswinst: Benodigde investering: 4.076,16 Gedane investering: 4.121,60 Extra kwaliteitswinst: 45,44 Projectafwijkingsbesluit Neterselsedijk 37 te Lage Mierde 37

46 Situatietekening beoogd bouwvlak en landschappelijke inpassing apart bijgevoegd Projectafwijkingsbesluit Neterselsedijk 37 te Lage Mierde 38

47

48 Bijlage IV: Emissiefactoren per huisvestingssysteem Apart bijgevoegd (toelichting milieu) Projectafwijkingsbesluit Neterselsedijk 37 te Lage Mierde 39

49 Van Dun Advies BV Dorpsstraat 54, 5113 TE Ulicoten T Postel 8, 5711 ET Someren T E info@vandunadvies.nl Toelichting milieu: agrarische bedrijven Opdrachtgever: J.J. Quirijnen Projectlocatie: Neterselsedijk BC Lage Mierde Projectnummer: B031 Datum: / / Inhoudsopgave: Inrichting... 2 Diersoorten... 3 Grondstoffen... 6 Afvalstoffen die in de inrichting ontstaan... 6 Geluid... 7 Luchtkwaliteit... 7 Ventilatie stallen Toelichting op energie en waterverbruik Deze aanvraag omgevingsvergunning milieu kan mede gezien worden als een melding in het kader van het Activiteitenbesluit, voor de zaken waarvoor algemene regels uit dit besluit van toepassing zijn. 1

50 Van Dun Advies BV Dorpsstraat 54, 5113 TE Ulicoten T Postel 8, 5711 ET Someren T E info@vandunadvies.nl Inrichting Algemene gegevens Beschrijf in het kort: - wat op het bedrijf zal veranderen; - welke stallen veranderen; - waarom de veranderingen moeten plaatsvinden; - de emissiearme stalsystemen (kort, bijv. door het noemen van het type stal) Op het bedrijf wordt de bestaande bebouwing gesloopt. In plaats hiervan worden 3 nieuwe stallen gerealiseerd voor de huisvesting van scharrelvleeskuikens. Scharrelvleeskuikens hebben meer ruimte in de stal dan gangbare vleeskuikenbedrijven. In onderhavige aanvraag worden er ca 13,6 dieren per m 2 gehouden (berekend zonder overdekte uitloop). De overdekte uitloop wordt in de dagperiode voor de kuikens beschikbaar gesteld. De dieren hebben vanaf een leeftijd van ca 3 weken toegang tot deze uitloop. Aan de voorzijde van de stallen wordt een loods gerealiseerd ten behoeve van de opslag van machines, gereedschappen en materiaal voor de pluimveehouderij. In totaal worden er in de stallen vleeskuikens gehuisvest, de verdeling tussen de stallen is als volgt: - stal 1: scharrelvleeskuikens - stal 2: scharrelvleeskuikens - stal 3: scharrelvleeskuikens In de stallen worden indirect gestookte warmteheaters met luchtmengsysteem (BWL V1) geplaatst. De aanwezige warmtewisselaars worden alleen gebruikt voor de reductie van fijnstof (conform BWL ) en energieverbruik (minder stookkosten), deze warmtewisselaars voldoen niet aan de systeembeschrijving zoals opgenomen in de RAV voor wat betreft de reductie van ammoniak. Het aantal dieren is onveranderd ten opzichte van de vergunde situatie. De beoogde situatie is weergegeven op bijgevoegde situatietekening. 2

51 Van Dun Advies BV Dorpsstraat 54, 5113 TE Ulicoten T Postel 8, 5711 ET Someren T E info@vandunadvies.nl Diersoorten Situatie conform verleende vergunning Vergunning van: Stal nr. Code Huisvestingssysteem Houderij/hoktype Kg NH 3 per dier Totaal kg NH 3 OU E /s/dier Totaal OU E /s g/dier/jaar Totaal gram 1 E overige huisvestingssystemen Vleeskuikens , ,000 0, , E 5.6 vleeskuikenstal met mixluchtventilatie (BWL V2) 3 E 5.11 Warmtewisselaar met luchtmengsysteem voor droging strooisellaag (BWL V3) Dier- categorie Vleeskuikens Vleeskuikens Aantal dieren Aantal dier-plaatsen Ammoniak Geur (OU E /s) Fijnstof (g/jaar) , ,800 0, , , ,000 0, , ,000 0,00 0,0 totaal NH ,8 totaal OU E /s ,0 totaal gram ,0 Geldende vergunningrechten Vergunning van: Stal nr. Code Huisvestingssysteem Houderij/hoktype Kg NH 3 per dier Totaal kg NH 3 OU E /s/dier Totaal OU E /s g/dier/jaar Totaal gram 1 E overige huisvestingssystemen Vleeskuikens , ,000 0, , E 5.6 vleeskuikenstal met mixluchtventilatie (BWL V2) 3 E 5.11 Warmtewisselaar met luchtmengsysteem voor droging strooisellaag (BWL V3) Dier- categorie Vleeskuikens Vleeskuikens Aantal dieren Aantal dier-plaatsen Ammoniak Geur (OU E /s) Fijnstof (g/jaar) , ,800 0, , , ,000 0, , ,000 0,00 0,0 totaal NH ,8 totaal OU E /s ,0 totaal gram ,0 3

52 Van Dun Advies BV Dorpsstraat 54, 5113 TE Ulicoten T Postel 8, 5711 ET Someren T E info@vandunadvies.nl Aangevraagde situatie Stal nr. Code 1 E E E E 7.7 Huisvestingssysteem Houderij/hoktype stal met indirect gestookte warmteheaters met luchtmengsysteem voor droging strooisellaag (BWL V1) i.c.m. warmtewisselaar (BWL ) stal met indirect gestookte warmteheaters met luchtmengsysteem voor droging strooisellaag (BWL V1) i.c.m. warmtewisselaar (BWL Diercategorie Vleeskuikens Vleeskuikens Aantal dieren Aantal dierplaatsen Kg NH 3 per dier Ammoniak Totaal kg OU E /s NH 3 /dier Geur (OU E /s) Totaal OU E /s Fijnstof (g/jaar) g/dier /jaar Totaal gram , ,500 0, , , ,000 0, , ) 3 E E stal met indirect gestookte warmteheaters met Vleeskuikens 7.7 luchtmengsysteem voor droging strooisellaag (BWL V1) i.c.m. warmtewisselaar (BWL , ,500 0, , ) 0,000 0,00 0 totaal NH ,000 totaal ,00 totaal OU E /s gram

53 Van Dun Advies BV Dorpsstraat 54, 5113 TE Ulicoten T Postel 8, 5711 ET Someren T E info@vandunadvies.nl Maximale emissiewaarde / IPPC-omgevingstoetsing ammoniak en veehouderij Voor vleeskuikens is in het Besluit Huisvesting een maximale emissiewaarde opgenomen van 0,045 kg/dierplaats/jaar. De totale maximale emissiewaarde bedraagt 3519 kg NH 3. Omdat alle stallen worden uitgevoerd met een systeem met een lagere ammoniakemissiefactor wordt voldaan aan het Besluit Huisvesting. Omdat het bedrijf een IPPC-bedrijf is (er worden meer dan stuks pluimvee gehouden), dient ook te worden getoetst aan de IPPC-richtlijn (nu RIE). In het kader van deze richtlijn is door het ministerie een IPPC-omgevingstoetsing ammoniak en veehouderij opgesteld. In deze toetsing is opgenomen dat er verdergaande emissiereducerende maatregelen dienen te worden genomen indien de ammoniakemissie met toepassing van BBT (=besluit Huisvesting) meer dan kg bedraagt. In onderhavige situatie is dit niet het geval waardoor kan worden volstaan met toetsing aan BBT. Hier wordt aan voldaan zoals hierboven is beschreven. 5

54 Van Dun Advies BV Dorpsstraat 54, 5113 TE Ulicoten T Postel 8, 5711 ET Someren T E info@vandunadvies.nl Grondstoffen Soort product Max. opslag hoeveelheid (m³ of ton) Wijze van opslag en plaats Mengvoeder: 128 ton Voersilo s nr 9 en 10 Afvalstoffen die in de inrichting ontstaan Naam afvalstof Aard afvalstof Jaarlijks ontstane hoeveelheid in kg Huishoudelijk afval Onderhoud machines Overleden dieren Lege emballage Lege emballage Opslagwijze Opslaglocatie Maximale opslaghoeveel heid Afvoerwijze Afvoerfrequentie Bestemming Huishoudelijk afval Container Zie tekening 900 liter Per as 2 x per maand Erkend inzamelaar Oud ijzer 50 In loods Zie tekening 50 kg Per as 1 x per jaar Erkend inzamelaar Kadavers Kadaverkoeling Zie tekening 300 kg Per as 1 x per week Rendac (op afroep) Lege emballage 50 Afsluitbare Zie tekening 50 kg Per as 1 x per jaar Erkend diergeneesmiddelen kast inzamelaar Lege emballage 75 Afsluitbare Zie tekening 75 kg Per as 1 x per jaar Erkend bestrijdingsmiddelen kast inzamelaar Afgewerkte olie idem 200 ltr Vat in Zie tekening 200 ltr Per as 1 x per jaar Erkend lekbak inzamelaar Lege emballage Lege 50 Afsluitbare Zie tekening 50 kg Per as 1 x per jaar Erkend reinigings- en emballage kast inzamelaar ontsmettingsmiddelen Oude TL s* Oude lampen 10 In verpakking In technische ruimte 10 kg Per as 1x per jaar Erkend inzamelaar *: Oude TL s komen vrij bij onderhoud van de verlichting van de stallen. Het betreft enkel lampen per jaar. De versleten lampen worden als KCA behandeld en ingeleverd bij een erkend inzamelaar (milieustraat). 6

55 Van Dun Advies BV Dorpsstraat 54, 5113 TE Ulicoten T Postel 8, 5711 ET Someren T E info@vandunadvies.nl Geluid Akoestisch onderzoek bijgevoegd Luchtkwaliteit Fijnstof (PM10) Besluit NIBM Als sprake is van een beperkte toename van de luchtverontreiniging die niet in betekenende mate (NIBM) bijdraagt aan de concentratie PM10 in de buitenlucht, hoeft een project niet langer meer getoetst te worden. Dit volgt uit artikel 5.16, lid 1, sub c, van de Wet milieubeheer. Het Besluit NIBM legt vast wat geldt als niet in betekenende mate bijdragen. Na het in werking treden van het NSL op 1 augustus 2009, is de definitie van NIBM 3% van de grenswaarde (jaargemiddelde concentratie van 40 μg/m 3 ) dat is 1,2 µg/m 3 (artikel 2, lid 1, Besluit NIBM in samenhang met Bijlage 1A van de Regeling NIBM). Handreiking fijnstof en veehouderijen mei 2010 In mei 2010 heeft het ministerie van VROM een handreiking opgesteld voor de beoordeling van emissie van fijnstof bij veehouderijen. De handreiking heeft als doel de gemeente als bevoegd gezag te ondersteunen bij behandeling van vergunningaanvragen voor nieuwe veehouderijen en uitbreidingen die van invloed kunnen zijn op de luchtkwaliteit. De handreiking biedt informatie, jurisprudentie, vuistregels en geeft met behulp van een stappenplan aan hoe in een vergunningprocedure de beoordeling van fijnstof kan worden uitgevoerd. In de handreiking is een vuistregel opgenomen om te kunnen beoordelen of een uitbreiding van een veehouderij in betekende mate (IBM) of niet in betekende mate (NIBM) bijdraagt. Beoordeling vindt plaats aan de hand van een tabel die gebaseerd is op de 3% NIBM grens. In de tabel kan bij de betreffende afstand de hoeveelheid emissie worden afgelezen waarmee een veehouderij nog kan uitbreiden om niet in betekende mate bij te dragen. Met behulp van de emissiefactorenlijst (VROM) kan uitgerekend worden of de totale toename in emissie onder de NIBM grens blijft. De getallen in de tabel zijn worst-case genomen, inclusief een veiligheidsmarge. Indien bij een bepaalde afstand niet méér wordt geëmitteerd dan is opgenomen in de tabel dan is de oprichting/uitbreiding zeker NIBM. Wanneer de toename in emissie in grammen hoger is dan in de tabel opgenomen is het project mogelijk IBM. Er wordt een berekening uitgevoerd om aan te tonen dat geen grenswaarden worden overschreden ofwel de uitbreiding bij precieze berekening toch NIBM blijkt te zijn. Tabel 1: NIBM-grens Afstand tot te toetsen plaats 70 m 80 m 90 m 100 m 120 m 140 m 160 m Totale emissie in g/jaar van uitbreiding/oprichting Emissie fijnstof op het bedrijf 7

56 Van Dun Advies BV Dorpsstraat 54, 5113 TE Ulicoten T Postel 8, 5711 ET Someren T E info@vandunadvies.nl Fijnstof komt voornamelijk door emissie van huid-, mest, voer- en strooiseldeeltjes uit de stallen. Dit gebeurt continu (24 uur per dag). Voor het bepalen van de concentraties fijnstof in de omgeving van veehouderijen, zijn gegevens nodig over de hoeveelheid fijnstof die dieren produceren. Deze hoeveelheid varieert per dier en is afhankelijk van het huisvestingssysteem zoals het type stal. De emissiefactoren voor fijnstof geven per huisvestingssysteem aan hoeveel fijnstof een bepaald dier per jaar produceert. De Animal Sciences Group (ASG) van de Universiteit Wageningen stelt de factoren op die de minister van LNV accordeert. Voor de berekening van de emissie van fijnstof wordt gebruik gemaakt van de Emissiefactoren fijnstof voor veehouderij van maart Tabel 2: Fijnstofemissie vergund en aanvraag (zie tabellen bij diersoorten ) Totale emissie fijnstof (g/jaar) Vergund Aanvraag In de aangevraagde situatie (zie tabel 2) is sprake van een afname ( = ) gram/jaar ten opzichte van de vergunde situatie. Toetsing uitbreiding aan NIBM Om te bepalen of een uitbreiding NIBM bijdraagt dient rekening te worden gehouden met de 3% grens. Deze grens heeft betrekking op de jaargemiddelde concentratie. Conform de Regeling Beoordeling Luchtkwaliteit vindt beoordeling van de jaargemiddelde plaats ter plaatse van: woningen; bedrijfswoningen; Het bedrijf is gelegen op een afstand van circa 110 meter (gemeten vanaf het dichtstbijzijnde emissiepunt) van een woning, op het adres Neterselsedijk 39 Omdat er sprake is van een afname van de emissie van fijnstof is er geen sprake van een Niet In Betekende Mate-toename. Een verdere toetsing aan NIBM is derhalve niet mogelijk. Conclusie Geconcludeerd kan worden dat er sprake is van een afname van emissie van fijnstof waardoor de voorgenomen bedrijfsactiviteit geen negatief effect op de luchtkwaliteit ter plaatse. In het kader van de toetsing aan het provinciaal beleid is een berekening luchtkwaliteit gemaakt (ISL3a) Deze berekening is toegevoegde aan het rapport toetsing Verordening ruimte 2014 wat eveneens onderdeel uitmaakt van deze aanvraag. Uit deze berekening blijkt dat ruimschoots wordt voldaan aan de grenswaarden met betrekking tot fijnstof (PM10). 8

57 Van Dun Advies BV Dorpsstraat 54, 5113 TE Ulicoten T Postel 8, 5711 ET Someren T E info@vandunadvies.nl NO 2 De emissie van NO x wordt voor 95% veroorzaakt door energieverbruik, met name in het verkeer en door verbranding in verwarmingsketels. Bijna 62% van de nationale NO x uitstoot is afkomstig van verkeer en vervoer. De landbouw veroorzaakt 4% van de totale emissie. De emissie is vooral afkomstig van de glastuinbouw. Met betrekking tot hotspots is van de emissie vanuit de primaire sector alleen de emissie vanuit stationaire bronnen relevant. De mobiele bronnen worden gebruikt om het land (in brede zin, dus bouwland, grasland, kwekerijen etc.) te bewerken, waardoor deze emissie gelijkmatig over het land verdeeld is. Aangezien de mobiele bronnen (trekkers en zelfrijdende machines) in de landbouw en de visserij sterk verspreid zijn, kan alleen de glastuinbouw in principe een concentratie in de emissie veroorzaken. Aan de hand van tabel 5 van Rapport 79 (activiteiten aan hotspots emissie van fijnstof en NO x ) is te concluderen dat de emissie vanuit stationaire bronnen circa 2,6 % van de totale emissie NO X bedraagt. De emissie NO X afkomstig van stationaire bronnen in de landbouw is derhalve nihil. Voor de kortdurende blootstelling van de mens aan piekconcentraties van NO 2 geldt een grenswaarde van 200 µg/m3 voor het uurgemiddelde van NO 2,die niet vaker dan 18 maal per kalenderjaar mag worden overschreden. De norm voor langdurende blootstelling van de bevolking is de grenswaarde van 40 µg/m 3 voor de jaargemiddelde NO 2 -concentratie. De emissie NO 2 op het bedrijf is beperkt. Op het bedrijf veroorzaken mobiele bronnen en de verwarmingsinstallatie een zéér beperkte emissie NO 2. De achtergrondconcentratie ter plaatse bedraagt 16,1 µg/m 3. Gezien de beperkte emissie en de lage achtergrondconcentratie ter plaatse zijn geen problemen voor de luchtkwaliteit te verwachten. Overige stoffen Luchtverontreiniging door zwaveldioxide, koolmonoxide, benzeen en lood komt in Nederland nauwelijks voor. Overschrijdingen van de grenswaarden van betreffende 4 stoffen vinden enkel plaats in stedelijk gebied (ter plaatse van drukke wegen en plaatsen waar zwaardere industrie aanwezig is). Voor landelijk gebied geldt dat het verschil tussen de grenswaarde en de som van de bijdrage van activiteiten met de achtergrondconcentratie zodanig groot is, dat overschrijdingen van de grenswaarden zijn uitgesloten. 9

58 Van Dun Advies BV Dorpsstraat 54, 5113 TE Ulicoten T Postel 8, 5711 ET Someren T E info@vandunadvies.nl Ventilatie stallen Stalnr. Diercategorie Aantal dieren Type ventilatiesysteem Maximale ventilatienorm Totale ventilatie Opmerkingen m3/h m3/h 1 Scharrelvleeskuikens Lengteventilatie in nok 7, tevens warmtewisselaar aanwezig 2 Scharrelvleeskuikens Lengteventilatie in nok 7, tevens warmtewisselaar aanwezig 3 Scharrelvleeskuikens Lengteventilatie in nok 7, tevens warmtewisselaar aanwezig De maximale ventilatienormen zijn afkomstig van de leaflets van het klimaatplatform varkenshouderij en pluimveehouderij. Ventilatie Stalnummer Aantal ventilatoren Type ventilator Diameter (m) Vermogen (kw) Max. capaciteit (m 3 /h) ,8 1, ,8 1, ,8 1, Opmerkingen Toelichting op energie en waterverbruik Diersoort aantal dieren Aardgas (m3/plts/jr) Energieverbruik totaal Waterverbruik Elektriciteit (kwh/plts/jr) totaal (m3/plts/jr) Totaal Scharrelvleeskuikens , , ,0 0, ,0 Totaal , , ,0 Toelichting op emissiearm huisvestingsysteem In de stallen worden 5 heaters (incl ventilator) en circulatieventilatoren geplaatst. De heaters (incl ventilator) hebben een capaciteit van 2800 m 3 /h. Benodigd stal 1/3: x 0,35 = 9275 m 3, geïnstalleerd 5 x 2800 =14000 m 3 Benodigd stal 2: x 0,35 = 8820 m 3, geïnstalleerd 5 x 2800 = m 3 Ook de circulatieventilatoren zijn op tekening aangegeven. Deze hebben een capaciteit van m 3 /h. Benodigd stal 1/3: 1944,38 m 2 x 20 = 38887,6 m 3, geïnstalleerd 5 x 8000 m 3 = m 3 /h Benodigd stal 2: 1847,36 m 2 x 20 = 36947,2 m 3, geïnstalleerd 5 x 8000 m 3 = m 3 /h 10

59 Bijlage: Toetsing Verordening Ruimte 2014 en BZV Bijlagen RO Neterselsedijk 37, Lage Mierde

60 Toetsing Verordening Ruimte 2014 Wijziging pluimveehouderij Neterselsedijk 37, Lage Mierde

61 Van Dun Advies BV Dorpsstraat TE Ulicoten T Postel ET Someren T E info@vandunadvies.nl I F IBAN NL56 RABO BIC RABONL2U KvK BTW B01 Opdrachtgever: Projectlocatie: J.J. Quirijnen Spreeuwelsedijk KS Westelbeers Neterselsedijk 37, Lage Mierde Projectnummer: Datum: / / Opgesteld door: F.G. van der Aalst, Van Dun Advies BV Toelichting Verordening ruimte 2014 en BZV, Neterselsedijk 37 Lage Mierde 1

62 Inhoudsopgave 1. Inleiding Inhoudelijke toetsing Zorgvuldige veehouderij Inpasbaar in omgeving Geurhinder Concentratie fijnstof (PM10) Dialoog Conclusie... 9 Bijlage 1: Berekening ISL3a...10 Bijlage 2: Toetsing Brabantse zorgvuldigheidsscore (BZV)...11 Toelichting Verordening ruimte 2014 en BZV, Neterselsedijk 37 Lage Mierde 2

63 1. Inleiding De heer Quirijnen is voornemens om ter plaatse van de locatie Neterselsedijk 37 te Lage Mierde een vleeskuikenhouderij te exploiteren. Op deze locatie worden drie nieuwe stallen gerealiseerd voor de huisvesting van vleeskuikens. Tevens wordt een nieuwe loods gerealiseerd voor de stalling van machines en werktuigen. De nieuw te bouwen stallen worden gedeeltelijk buiten het bouwvlak gerealiseerd. Middels onderhavige aanvraag om omgevingvergunning wordt het mogelijk gemaakt om deze bebouwing te realiseren. De aanvraag heeft betrekking op de onderdelen bouw, milieu en afwijken bestemmingsplan. In verband met de rechtstreeks werkende regel met betrekking tot uitbreiding van bebouwing ten behoeve van een veehouderij uit de provinciale Verordening Ruimte 2014 (VR2014) dient te worden getoetst aan dit betreffende artikel (artikel 34) indien er een omgevingsvergunning wordt aangevraagd voor de uitbreiding van bebouwing ten behoeve van een veehouderij. In onderhavige aanvraag is hier sprake van en wordt in deze toelichting invulling gegeven aan de toetsing aan deze rechtstreeks werkende regels van de verordening. In het kader van de afwijking van het bestemmingsplan moet eveneens worden verzekerd dat er sprake is van een zorgvuldige veehouderij. De toetsing is grotendeels hetzelfde als aan de toetsing van de rechtstreeks werkende regels. De overige aspecten zijn opgenomen in de ruimtelijke onderbouwing welke eveneens onderdeel is van de aanvraag om omgevingsvergunning. De VR2014 is op 7 februari en 14 maart 2014 vastgesteld door Provinciale Staten. De verordening is 19 maart 2014 in werking getreden. In hoofdstuk 5 van de verordening zijn rechtstreeks werkende regels opgenomen voor onder andere mestbewerking en veehouderijen. In artikel 34 zijn regels opgenomen met betrekking tot toename van bebouwing voor de uitoefening van een veehouderij. De toename is enkel toegestaan indien wordt voldaan aan de volgende voorwaarden: - Er worden maatregelen getroffen en in stand gehouden die invulling geven aan een zorgvuldige veehouderij; - Deze maatregelen dienen in ieder geval te voldoen aan de nadere regels met betrekking tot de Brabantse Zorgvuldigheidsscore Veehouderij (vastgesteld door GS op 18 februari 2014); - De ontwikkeling moet inpasbaar zijn vanuit een goede leefomgeving en aspecten zoals bodemkwaliteit, waterhuishouding, monumenten, milieu, volksgezondheid, infrastructuur en cultuurhistorische, ecologische, aardkundige en landschappelijke waarden (art 3.1, derde lid VR 2014) - De cumulatieve geurhinder op geurgevoelige objecten mag in de bebouwde kom niet hoger zijn dan 12% en in buitengebied niet hoger dan 20% tenzij er maatregelen worden getroffen die tot een daling van de achtergrondbelasting leidt. - De jaargemiddelde fijnstofconcentratie (PM10) mag niet meer bedragen dan 31,2 µg/m 3. - Er dient een zorgvuldige dialoog te worden gevoerd, gericht op het betrekken van belangen van de omgeving bij het initiatief. Deze voorwaarden worden in dit rapport nader toegelicht. In het volgende hoofdstuk vindt de inhoudelijke toetsing plaats aan deze aspecten waarna in hoofdstuk 3 een conclusie wordt opgenomen. Toelichting Verordening ruimte 2014 en BZV, Neterselsedijk 37 Lage Mierde 3

64 2. Inhoudelijke toetsing In dit hoofdstuk worden alle voorwaarden van artikel 34 zoals beschreven in de inleiding nader toegelicht. Voor deze toelichting is een plattegrondtekening van het bedrijf aan de aanvraag toegevoegd. 2.1 Zorgvuldige veehouderij De ontwikkeling van het bedrijf (bouw van een nieuwe stal) moet zorgen voor een ontwikkeling naar een zorgvuldige veehouderij. De toetsing hieraan is vastgelegd in de nadere regels die door GS zijn vastgesteld. Er is sprake van een zorgvuldige veehouderij als het bedrijf een score behaald van 7 of meer. Voor de berekening van de score is in de bijlage van dit rapport een toetsing aan de nadere regels toegevoegd. In deze paragraaf worden enkele punten nader verduidelijkt. NGE-berekening: Voor de berekening van het aantal NGE is aansluiting gezocht bij de factoren zoals deze zijn opgenomen in de nadere regels van de Verordening. In onderstaande tabel is de berekening van het aantal NGE voor vleeskuikens weergegeven. Aantal dieren NGE-factor Totaal Vleeskuikens , ,66 Gezondheid: Op het bedrijf is een overdekte buitenuitloop aanwezig om de dieren te houden als scharrelvleeskuikens. De scheiding tussen schone en vuile weg zijn de stallen, er vinden op het buitenterrein geen activiteiten plaats waarbij rechtstreeks contact met de dieren mogelijk is. De vaste mest wordt opgeslagen in de stal, aan het eind van iedere productieronde wordt de mest uit de stallen verwijderd en direct afgevoerd van het bedrijf. Geur: In het kader van onderhavige aanvraag om omgevingsvergunning is een geuronderzoek opgesteld. De geurbelasting welke is ingevoerd is afkomstig van dit rapport. Fijnstof: Als bijlage is een berekening ISL3a toegevoegd. Uit het blk-bestand van deze berekening blijkt dat de bronbijdrage van de veehouderij maximaal 0,48 µg/m 3 op woningen in de omgeving bedraagt. Mineralenkringloop: Voor bedrijf zijn geen punten toegekend aan het aspect mineralenkringloop De mest afkomstig van de pluimveehouderij wordt niet afgezet op de gronden in de omgeving. Biodiversiteit Het bedrijf zal geheel landschappelijk worden ingepast. Deze inpassing is grotendeels binnen het bouwvlak gelegen. De oppervlakte bedraagt meer dan 10% van het bouwvlak. In de ruimtelijke onderbouwing behorende bij deze aanvraag wordt hier nader op ingegaan. Certificaten: Het bedrijf gaat na realisatie van de stallen scharrelvleeskuikens houden. Hiervoor krijgt het bedrijf 1 ster volgens het beter-leven-concept. Tevens zal het bedrijf het IKB-certificaat ontvangen (IKB-kip). De stallen worden zodanig uitgevoerd zodat wordt voldaan aan de Maatlat Duurzame Veehouderij. Deze certificaten zijn nog niet in bezit omdat de stallen nog niet zijn gerealiseerd. Toelichting Verordening ruimte 2014 en BZV, Neterselsedijk 37 Lage Mierde 4

65 Uit de berekening van de BZV (exceltabel, versie 1.1, bijgevoegd) blijkt dat het bedrijf voldoet aan een zorgvuldige veehouderij. Er wordt een score van 7,09 behaald wat ruimvoldoende is om aangemerkt te worden als een zorgvuldige veehouderij. 2.2 Inpasbaar in omgeving Volgens de rechtstreeks werkende regels moet het bedrijf inpasbaar zijn gelet op diverse ruimtelijke en milieukundige aspecten. Voor de realisatie van de stallen is een ruimtelijke onderbouwing geschreven omdat deze uitbreiding buiten het bouwvlak is gelegen. In deze ruimtelijke onderbouwing worden de diverse ruimtelijke aspecten en milieukundige onderdelen nader toegelicht voor de beoogde bedrijfsopzet. Voor de toetsing aan dit onderdeel kan dan ook worden verwezen naar deze ruimtelijke onderbouwing welke onderdeel uitmaakt van deze aanvraag om omgevingsvergunning. 2.3 Geurhinder De cumulatieve geurhinder mag niet hoger zijn dan 20% in de bebouwde kom en 12% in het buitengebied. Voor de berekening van de achtergrondbelasting zijn alle veehouderijen uit de gemeenten Reusel de Mierden en Bladel ingevoerd in het rekenprogramma V-stacks gebied. De gegevens van deze veehouderijen zijn afkomstig van web-bvb van de provincie Noord-Brabant (datum ). Voor de eigen locatie (Neterselsedijk 37) zijn de werkelijke emissiepunten ingevoerd (zie geurrapport). De invoergegevens zijn opgenomen in bijlage 2. Het rekenprogramma V-stacks gebied berekent de cumulatieve belasting op de geurgevoelige objecten door alle veehouderijen met dieren met een geuremissiefactor binnen een straal van 2 kilometer van deze bedrijven mee te nemen in de berekening. In onderstaande tabel zijn de rekenresultaten weergegeven van de geurbelasting in de beoogde bedrijfsopzet. Tevens is het percentage geurgehinderden weergegeven. Dit percentage wordt berekend met behulp van bijlage 3 van de handreiking Wet geurhinder en veehouderij (geurhinderpercentages). De invoergegevens van deze berekening zijn opgenomen in bijlage 2.1. GGLID Ligging Cumulatieve geurbelasting Cumulatieve geurhinder (%) Neterselsedijk 31a Buitengebied 10,501 13% Neterselsedijk 36a Buitengebied 10,404 13% Neterselsedijk 41 Buitengebied 21,298 21% De lei 15, Netersel Buitengebied 4,72 7% Neterselsedijk 38 (1) Buitengebied 9,7 12% Neterselsedijk 38 Buitengebied 9,872 12% Neterselsedijk 16 Buitengebied 20,168 20% Lmierde Spelthof 5 Bebouwde kom 5,035 7% Hulsel de Klamp 2 Bebouwde kom 10,484 13% De lei 18 Netersel Bebouwde kom 4,839 7% Uit de berekeningen blijkt dat op de objecten Neterselsedijk 41 en Hulsel de Klamp 2 niet wordt voldaan aan de eis dan de cumulatieve geurhinder niet meer mag bedragen dan respectievelijk 20 en 12%. In de toelichting van de Verordening ruimte 2014 is opgenomen dat indien bijgedragen wordt aan een proportionele bijdrage aan de afname ontwikkelingen wel kunnen worden toegestaan. Om dit te beoordelen de notitie Afname overbelasting van de provincie Noord-Brabant gehanteerd. De stappen in deze notitie worden hieronder uiteengezet. 1: Voor de vergunde situatie is eenzelfde berekening gemaakt van de cumulatieve geurbelasting (vergunning verleend op ). Deze vergunning heeft reeds op ter inzage gelegen waardoor deze vergunning als uitgangssituatie gehanteerd kan worden. In onderstaande tabel is een samenvatting van de rekenresultaten van de vergunde situatie weergegeven. Toelichting Verordening ruimte 2014 en BZV, Neterselsedijk 37 Lage Mierde 5

66 GGLID Ligging Cumulatieve geurbelasting Cumulatieve geurhinder (%) Neterselsedijk 31a Buitengebied 10,93 13% Neterselsedijk 36a Buitengebied 10,466 13% Neterselsedijk 41 Buitengebied 22,545 22% De lei 15, Netersel Buitengebied 4,948 7% Neterselsedijk 38 (1) Buitengebied 15,385 17% Neterselsedijk 38 Buitengebied 15,231 17% Neterselsedijk 16 Buitengebied 20,168 20% Lmierde Spelthof 5 Bebouwde kom 5,035 7% Hulsel de Klamp 2 Bebouwde kom 10,484 13% De lei 18 Netersel Bebouwde kom 5,085 7% Uit deze berekening blijkt dat de cumulatieve geurhinder in de vergunde situatie op wederom de Neterselsedijk 41 en Hulsel de Klamp 2 wordt overschreden. Deze objecten dienen dan ook verder te worden meegenomen in de berekening. De volledige invoergegevens voor deze berekening zijn in de bijlage opgenomen (bijlage 2.2) 2: Per object (Neterselsedijk 41 en Hulsel de Klamp 2) is wederom een berekening gemaakt met dit object als rekenpunt. Daarnaast wordt een emissiepunt per veehouderij ingevoerd, voor de locatie aan de Neterselsedijk 37 is dit de veehouderij met nummer (zie berekeningen). Hiervoor zijn dus dezelfde brongegevens gehanteerd als opgenomen in bijlage 2.2 Van deze berekening is bepaald welke bedrijven achtereenvolgens: meer dan 0,5 Ou bijdragen, individueel meer dan 5% bijdragen en samen meer dan 80% bijdragen. Indien het bedrijf aan de Neterselsedijk 37 tot deze groep behoort draagt het bedrijf substantieel bij aan de overbelasting. Indien het bedrijf hier niet bij behoort levert het geen substantiële bijdrage van de overbelasting en is verdere toetsing niet noodzakelijk. Neterselsedijk 41: De resultaten (BronMax.dat) van de individuele berekening voor de locatie Neterselsedijk 41 zijn in de bijlage (2.3) opgenomen. Met behulp van deze gegevens is bepaald welke veehouderij meer dan 0,5 ou, 5% en 80% bijdragen aan de achtergrondbelasting op deze woning. De veehouderij aan de Neterselsedijk 37 draagt voor 3,07 Oue bij aan de achtergrond (uitgaande van 1 rekenpunt per veehouderij). Deze bijdrage is samen met andere veehouderijen meer dan 80% van de gesommeerde achtergrondbelasting. Een uitwerking van deze berekening is in bijlage 2.4 opgenomen. De substantieel bijdragende bedrijven voor deze woningen zijn: - Neterselsedijk 42 (nr ) - Neterselsedijk 46a (nr ) - Neterselsedijk 37 (nr ) - Meirweg 1a (nr ) - Meirweg 2 (nr ) Hulsel de Klamp 2: Ook voor deze locatie is een berekening gemaakt. Een uitdraai van het BronMax.dat-bestand is als bijlage toegevoegd (bijlage 2.5). De veehouderij aan de Neterselsedijk 37 veroorzaakt geen significante bijdrage aan de achtergrondbelasting, zie bijlage 2.6. Voor dit object is verdere toetsing niet aan de orde. Voor de locatie Neterselsedijk 41 dienen wel de vervolgstappen doorlopen te worden. Een samenvatting van deze vervolgstappen is in onderstaande tabel weergegeven. Een toelichting op de uitwerking is onder de tabel opgenomen. Toelichting Verordening ruimte 2014 en BZV, Neterselsedijk 37 Lage Mierde 6

67 Toetsing op Neterselsedijk 41, Lage Mierde stap (nr) Ou 3 Berekende achtergrondbelasting vergund 21,188 4 Overbelasting 1,188 norm is: 20 5 Voorgrondbelasting Neterselsedijk 37 (aanvrager) 5,3 Neterselsedijk 42 16,5 Neterselsedijk 46 2,8 Meirweg 1a 2,8 Meirweg 2 1,7 Sommatie 29,1 5 Procentuele bijdrage aanvrager 18,2% 6 Bijdrage aanvrager aan overbelasting 0,216 7 Voorgrond aanvraag 1,8 8 Achtergrond aanvraag 20,815 resterende overbelasting 0,815 9 Herziene bijdrage aan afname (minimaal zoals bij stap 5) 31,4% 3: voor de substantieel bijdragende bedrijven zijn de werkelijke emissiepunten opgezocht uit de verleende vergunningen. Dit zijn de vergunningen verleend op: voor Neterselsedijk voor Neterselsedijk 46a voor Neterselsedijk voor Meirweg 1a voor Meirweg 2 Met deze gegevens is wederom een berekening gemaakt van de achtergrondbelasting op de woning aan de Neterselsedijk 41. De achtergrondbelasting bedraagt Ou. De gegevens en resultaten zijn opgenomen in bijlage : De overbelasting in de vergunde situatie bedraagt 1,188 Ou 5: Voor de individuele bedrijven zijn met het programma Vstacks-vergunning berekeningen gemaakt van de vergunde situatie om de voorgrondbelasting op de woning aan de Neterselsedijk 41 in beeld te brengen. De berekeningen zijn opgenomen in bijlage 2.8. Voor de eigen locatie aan de Neterselsedijk 37 is deze opgenomen in het geurrapport behorende bij deze aanvraag. 6: Gesommeerd bedraagt de voorgrondbelasting 29,1 Ou. Het bedrijf aan de Neterselsedijk 37 heeft een bijdrage van 18,2% van deze belasting. Om aan te tonen dat het bedrijf een proportionele bijdrage levert aan de afname van de overschrijding dient de afname in de beoogde situatie minimaal 18,2% te bedragen. 7: Zoals opgenomen in het geurrapport wat onderdeel uitmaakt van onderhavige aanvraag bedraagt de belasting op de woning in de beoogde situatie 1,8 Ou. 8: Voor de beoogde situatie is een achtergrondberekening gemaakt met hierbij de werkelijke emissiepunten van de substantieel bijdragende bedrijven erin opgenomen. Hierdoor is het mogelijk om een goede vergelijking te maken met de vergunde belasting zoals opgenomen in stap 3. De volledige invoergegevens zijn opgenomen in bijlage 2.9. De achtergrondbelasting op de woning aan Toelichting Verordening ruimte 2014 en BZV, Neterselsedijk 37 Lage Mierde 7

68 de Neterselsedijk 41 bedraagt in de beoogde situatie 20,815 Ou wat nog resulteert in een overschrijding van de norm voor achtergrondbelasting van 0,815 Ou. 9: De bijdrage aan de afname bedraagt door wijziging van de veehouderij aan de Neterselsedijk 31,4%. Dit is berekend door het verschil van de overbelasting in de vergunde en beoogde situatie te delen door de overbelasting in de vergunde situatie. In onderhavige situatie is de berekening als volgt: (1,188-0,815) / 1,188 = 31,4%. Doordat de bijdrage aan de afname meer bedraagt dan de benodigde bijdrage zoals vermeld in stap 5 kan worden geconcludeerd dat het bedrijf een proportionele bijdrage levert aan de afname van de overschrijding van de achtergrondbelasting. Hiermee is aangetoond dat het bedrijf in de beoogde situatie voldoet aan Verordening ruimte Concentratie fijnstof (PM10) De concentratie fijnstof op gevoelige objecten kan worden berekend met het programma Isl3a. In dit programma worden de bronnen (stallen) met de emissie van fijnstof ingevoerd en de gevoelige locatie. In onderhavige situatie zijn er 6 bronnen aanwezig, in onderstaande tabel is de emissie per stal weergegeven. Diercategorie Aantal dieren Emissie fijnstof (g/dier/jaar) Totale emissie (g/jaar) Stal 1 Scharrelvleeskuikens Stal 2 Scharrelvleeskuikens Stal 3 Scharrelvleeskuikens Totaal De volledige invoergegevens en rekenresultaten zijn weergegeven in de bijlage. Uit de rekenresultaten blijkt dat de maximale concentratie ter plaatse van gevoelige objecten 24,44 µg/m 3 bedraagt (woning Neterselsedijk 39. Er wordt ruimschoots voldaan aan de maximale waarde van 31,2 µg/m 3 zoals gesteld in de verordening. 2.5 Dialoog Om de omgeving in een vroegtijdig stadium kennis te laten nemen van de beoogde ontwikkeling is een dialoog met de omwonenden noodzakelijk. Op deze manier is vroegtijdig inzichtelijk of er bezwaren vanuit de omgeving zijn waarna het plan eventueel kan worden aangepast. Voor de dialoog is een plan van aanpak gemaakt welke zal worden voorgelegd aan het bevoegd gezag alvorens de dialoog op te starten. Naar aanleiding van de bijeenkomst is een notitie opgesteld met de resultaten van de dialoog. Deze notitie is als bijlage toegevoegd. Toelichting Verordening ruimte 2014 en BZV, Neterselsedijk 37 Lage Mierde 8

69 3. Conclusie De heer Quirijnen is voornemens om aan de Neterselsedijk 37 te Lage Mierde een scharrelvleeskuikenbedrijf op te richten. Op deze locatie wordt de aanwezige bebouwing gesloopt en worden er 3 nieuwe stallen en een loods gerealiseerd voor de huisvesting van scharrelvleeskuikens. Omdat door realisatie van de stallen en loods sprake is van een toename van het bebouwd oppervlak ten behoeve van een veehouderij is het rechtstreeks werkende artikel 34 uit de provinciale Verordening Ruimte 2014 van toepassing. Daarnaast is artikel 7.3 ook van toepassing omdat in onderhavige aanvraag ook het onderdeel afwijken van het bestemmingsplan is opgenomen. (projectafwijkingsbesluit) In deze artikelen zijn voorwaarden opgenomen waaraan een veehouderij moet voldoen voordat vergunning kan worden verleend voor de realisatie van een stal. In onderhavige rapport wordt een nadere toelichting gegeven op de regels met betrekking tot een zorgvuldige veehouderij zijn opgenomen. Uit deze toelichting blijkt dat het bedrijf op alle punten voldoet aan de gestelde voorwaarden en kan worden aangemerkt als een zorgvuldige veehouderij. Gelet op de provinciale verordening zijn er geen bezwaren om de vergunning voor realisatie van de stallen te weigeren. Toelichting Verordening ruimte 2014 en BZV, Neterselsedijk 37 Lage Mierde 9

70 Bijlage 1: Blk-bestand (berekening apart bijgevoegd) Uitsnede blk-bestand: referentiejaar: 2014 X Y Totaal bron GCN N50-tot N50- GCN zeezout ,54 0,48 23,06 12,89 11, ,66 0,6 23,06 13,19 11, ,35 0,29 23,06 12,49 11, ,36 0,29 23,06 12,79 11, ,27 0,2 23,06 12,29 11, ,29 0,22 23,06 12,29 11, ,35 0,29 23,06 11,79 11, ,37 0,3 23,06 11,79 11, ,44 0,4 24,04 14,04 13, ,48 0,44 24,04 14,14 13, ,23 0,19 24,04 13,74 13, ,25 0,21 24,04 13,84 13, ,19 0,15 24,04 13,64 13, ,2 0,16 24,04 13,64 13,64 2 Oneven punten zijn woningen, even punten zijn tuinen behorende bij woningen (geen objecten). De locaties zijn weergegeven op de volgende pagina. Toelichting Verordening ruimte 2014 en BZV, Neterselsedijk 37 Lage Mierde 10

71 Bijlage 2: Invoergegevens cumulatieve geurhinder 2.1: berekening beoogde situatie met werkelijke emissiepunten Neterselsedijk 37 Invoergegevens Bronbestandbedrijfbeoogd X_COOR IDNR D Y_COOR D GemGeb H SThoogte STuittree E- Vergund E- maxverg ST-diam Toelichting Verordening ruimte 2014 en BZV, Neterselsedijk 37 Lage Mierde 11

72 Toelichting Verordening ruimte 2014 en BZV, Neterselsedijk 37 Lage Mierde 12

73 Toelichting Verordening ruimte 2014 en BZV, Neterselsedijk 37 Lage Mierde 13

74 Toelichting Verordening ruimte 2014 en BZV, Neterselsedijk 37 Lage Mierde 14

75 Toelichting Verordening ruimte 2014 en BZV, Neterselsedijk 37 Lage Mierde 15

76 Toelichting Verordening ruimte 2014 en BZV, Neterselsedijk 37 Lage Mierde 16

77 Toelichting Verordening ruimte 2014 en BZV, Neterselsedijk 37 Lage Mierde 17

78 Toelichting Verordening ruimte 2014 en BZV, Neterselsedijk 37 Lage Mierde 18

79 Toelichting Verordening ruimte 2014 en BZV, Neterselsedijk 37 Lage Mierde 19

80 Toelichting Verordening ruimte 2014 en BZV, Neterselsedijk 37 Lage Mierde 20

81 Toelichting Verordening ruimte 2014 en BZV, Neterselsedijk 37 Lage Mierde 21

82 Resultaten Cumulatieve geurbelasting op receptorpunten, zoals berekend RecepID X-coor Y-coor Geurnorm Geurbelasting [OU/m3] Toelichting Verordening ruimte 2014 en BZV, Neterselsedijk 37 Lage Mierde 22

83 2.2: berekening vergunde situatie (één emissiepunt per bedrijf) Invoergegevens IDNR SThoogte X_COORD Y_COORD GemGebH ST-diam STuittree E- Vergund E- maxverg Toelichting Verordening ruimte 2014 en BZV, Neterselsedijk 37 Lage Mierde 23

84 Toelichting Verordening ruimte 2014 en BZV, Neterselsedijk 37 Lage Mierde 24

85 Toelichting Verordening ruimte 2014 en BZV, Neterselsedijk 37 Lage Mierde 25

86 Toelichting Verordening ruimte 2014 en BZV, Neterselsedijk 37 Lage Mierde 26

87 Toelichting Verordening ruimte 2014 en BZV, Neterselsedijk 37 Lage Mierde 27

88 Toelichting Verordening ruimte 2014 en BZV, Neterselsedijk 37 Lage Mierde 28

89 Toelichting Verordening ruimte 2014 en BZV, Neterselsedijk 37 Lage Mierde 29

90 Toelichting Verordening ruimte 2014 en BZV, Neterselsedijk 37 Lage Mierde 30

91 Toelichting Verordening ruimte 2014 en BZV, Neterselsedijk 37 Lage Mierde 31

92 Toelichting Verordening ruimte 2014 en BZV, Neterselsedijk 37 Lage Mierde 32

93 Toelichting Verordening ruimte 2014 en BZV, Neterselsedijk 37 Lage Mierde 33

94 Toelichting Verordening ruimte 2014 en BZV, Neterselsedijk 37 Lage Mierde 34

95 Toelichting Verordening ruimte 2014 en BZV, Neterselsedijk 37 Lage Mierde 35

96 Resultaten Cumulatieve geurbelasting op receptorpunten, zoals berekend RecepID X-coor Y-coor Geurnorm Geurbelasting [OU/m3] Toelichting Verordening ruimte 2014 en BZV, Neterselsedijk 37 Lage Mierde 36

97 2.3: BronMax-bestand vergunde situatie op woning Neterselsedijk 41 hoogst toelaatbare emissies per bron, zoals berekend E- E- E- Ratio BronID X-coor Y-coor vergund maxverg E-calcul maxcomb E=Em? M/V KriRecePuntX KrirecePuntY Toelichting Verordening ruimte 2014 en BZV, Neterselsedijk 37 Lage Mierde 37

98 Toelichting Verordening ruimte 2014 en BZV, Neterselsedijk 37 Lage Mierde 38

99 Toelichting Verordening ruimte 2014 en BZV, Neterselsedijk 37 Lage Mierde 39

100 Toelichting Verordening ruimte 2014 en BZV, Neterselsedijk 37 Lage Mierde 40

101 Toelichting Verordening ruimte 2014 en BZV, Neterselsedijk 37 Lage Mierde 41

102 Toelichting Verordening ruimte 2014 en BZV, Neterselsedijk 37 Lage Mierde 42

103 Toelichting Verordening ruimte 2014 en BZV, Neterselsedijk 37 Lage Mierde 43

104 Toelichting Verordening ruimte 2014 en BZV, Neterselsedijk 37 Lage Mierde 44

105 Toelichting Verordening ruimte 2014 en BZV, Neterselsedijk 37 Lage Mierde 45

106 Toelichting Verordening ruimte 2014 en BZV, Neterselsedijk 37 Lage Mierde 46

107 Toelichting Verordening ruimte 2014 en BZV, Neterselsedijk 37 Lage Mierde 47

108 Toelichting Verordening ruimte 2014 en BZV, Neterselsedijk 37 Lage Mierde 48

109 Toelichting Verordening ruimte 2014 en BZV, Neterselsedijk 37 Lage Mierde 49

110 2.4: Uitwerking BronMax-bestand volgens stap 2 BronID Omrekening Vstacks voorgrond meer dan 0,5 Ou meer dan 5% (=1,82 Ou) samen 80% bijdrage , , , , ,8716 3,8716 3,8716 3, ,0673 3,0673 3,0673 3, ,5102 2,5102 2,5102 2, ,9649 1,9649 1,9649 1, ,4005 1, ,1284 1, ,8247 0, ,6978 0, ,6142 0, ,5406 0, , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , ,0004 Totaal: 36,3447 Toelichting Verordening ruimte 2014 en BZV, Neterselsedijk 37 Lage Mierde 50

111 2.5: BronMax-bestand vergunde situatie op woning Hulsel de Klamp 2 hoogst toelaatbare emissies per bron, zoals berekend E- E- E- Ratio BronID X-coor Y-coor vergund maxverg E- calcul maxcomb E=Em? M/V KriRecePuntX KrirecePuntY Toelichting Verordening ruimte 2014 en BZV, Neterselsedijk 37 Lage Mierde 51

112 Toelichting Verordening ruimte 2014 en BZV, Neterselsedijk 37 Lage Mierde 52

113 Toelichting Verordening ruimte 2014 en BZV, Neterselsedijk 37 Lage Mierde 53

114 Toelichting Verordening ruimte 2014 en BZV, Neterselsedijk 37 Lage Mierde 54

115 Toelichting Verordening ruimte 2014 en BZV, Neterselsedijk 37 Lage Mierde 55

116 Toelichting Verordening ruimte 2014 en BZV, Neterselsedijk 37 Lage Mierde 56

117 Toelichting Verordening ruimte 2014 en BZV, Neterselsedijk 37 Lage Mierde 57

118 Toelichting Verordening ruimte 2014 en BZV, Neterselsedijk 37 Lage Mierde 58

119 Toelichting Verordening ruimte 2014 en BZV, Neterselsedijk 37 Lage Mierde 59

120 Toelichting Verordening ruimte 2014 en BZV, Neterselsedijk 37 Lage Mierde 60

121 Toelichting Verordening ruimte 2014 en BZV, Neterselsedijk 37 Lage Mierde 61

122 Toelichting Verordening ruimte 2014 en BZV, Neterselsedijk 37 Lage Mierde 62

123 Toelichting Verordening ruimte 2014 en BZV, Neterselsedijk 37 Lage Mierde 63

124 2.6: Uitwerking BronMax-bestand volgens stap 2 Hulsel de Klamp BronID Omrekening Vstacks voorgrond meer dan 0,5 Ou meer dan 5% (=1,39 Ou) samen 80% bijdrage ,7647 4,7647 4,7647 4, ,6549 4,6549 4,6549 4, ,7965 2,7965 2,7965 2, ,6144 1,6144 1,6144 1, ,5886 1,5886 1,5886 1, ,4750 1,4750 1,4750 1, ,4139 1,4139 1,4139 1, ,3193 1, ,0126 1, ,8582 0, ,8034 0, ,7958 0, ,6117 0, ,5963 0, ,5587 0, ,5394 0, , , , , , , , , , , , , , , , , , , ,0001 Totaal 27,7952 Toelichting Verordening ruimte 2014 en BZV, Neterselsedijk 37 Lage Mierde 64

125 2.7: berekening vergunde situatie (werkelijke emissiepunten substantieel bijdragende bedrijven) Invoergegevens Bronbestandbedrijfvergundallebedr IDNR X_COOR D Y_COOR D SThoogte GemGeb H ST-diam STuittree E- Vergund E- maxverg Toelichting Verordening ruimte 2014 en BZV, Neterselsedijk 37 Lage Mierde 65

126 Toelichting Verordening ruimte 2014 en BZV, Neterselsedijk 37 Lage Mierde 66

127 Toelichting Verordening ruimte 2014 en BZV, Neterselsedijk 37 Lage Mierde 67

128 Toelichting Verordening ruimte 2014 en BZV, Neterselsedijk 37 Lage Mierde 68

129 Toelichting Verordening ruimte 2014 en BZV, Neterselsedijk 37 Lage Mierde 69

130 Toelichting Verordening ruimte 2014 en BZV, Neterselsedijk 37 Lage Mierde 70

131 Toelichting Verordening ruimte 2014 en BZV, Neterselsedijk 37 Lage Mierde 71

132 Toelichting Verordening ruimte 2014 en BZV, Neterselsedijk 37 Lage Mierde 72

133 Toelichting Verordening ruimte 2014 en BZV, Neterselsedijk 37 Lage Mierde 73

134 Toelichting Verordening ruimte 2014 en BZV, Neterselsedijk 37 Lage Mierde 74

135 Toelichting Verordening ruimte 2014 en BZV, Neterselsedijk 37 Lage Mierde 75

136 Resultaten Cumulatieve geurbelasting op receptorpunten, zoals berekend RecepID X-coor Y-coor Geurnorm Geurbelasting [OU/m3] Toelichting Verordening ruimte 2014 en BZV, Neterselsedijk 37 Lage Mierde 76

137 2.8: Voorgrondberekeningen substantieel bijdragende bedrijven Naam van de berekening: Neterselsedijk 42 Gemaakt op: :19:58 Rekentijd: 0:00:02 Naam van het bedrijf: 09271_prop-bijdrage-ND42 Berekende ruwheid: 0,14 m Meteo station: Eindhoven Brongegevens: Volgnr. BronID X-coord. Y-coord. EP Hoogte Gem.geb. hoogte EP Diam. EP Uittr. snelh. E-Aanvraag 1 ND42-stal ,5 1,5 0,50 0, ND42-stal ,0 3,1 0,40 4, ND42-stal ,2 3,4 0,40 4, ND42-stal ,5 1,5 0,50 0, ND42-stal ,0 3,9 0,45 4, Geur gevoelige locaties: Volgnummer GGLID Xcoordinaat Ycoordinaat Geurnorm Geurbelasting 6 Neterselsedijk ,0 16,5 Toelichting Verordening ruimte 2014 en BZV, Neterselsedijk 37 Lage Mierde 77

138 Naam van de berekening: Neterselsedijk 46 Gemaakt op: :20:13 Rekentijd: 0:00:01 Naam van het bedrijf: 09271_prop-bijdrage-ND46 Berekende ruwheid: 0,19 m Meteo station: Eindhoven Brongegevens: Volgnr. BronID X-coord. Y-coord. EP Hoogte Gem.geb. hoogte EP Diam. EP Uittr. snelh. E-Aanvraag 1 Neterselsedijk ,5 1,5 1,03 0, Neterselsedijk ,5 2,9 0,50 4, Neterselsedijk ,5 1,5 5,29 0, Geur gevoelige locaties: Volgnummer GGLID Xcoordinaat Ycoordinaat Geurnorm Geurbelasting 4 Neterselsedijk ,0 2,8 Toelichting Verordening ruimte 2014 en BZV, Neterselsedijk 37 Lage Mierde 78

139 Naam van de berekening: Meirweg 1a Gemaakt op: :20:25 Rekentijd: 0:00:01 Naam van het bedrijf: 09271_prop-bijdrage-MW1a Berekende ruwheid: 0,11 m Meteo station: Eindhoven Brongegevens: Volgnr. BronID X-coord. Y-coord. EP Hoogte Gem.geb. hoogte EP Diam. EP Uittr. snelh. E-Aanvraag 1 Meirweg 1a ,2 3,3 0,50 4, Meirweg 1a ,2 3,3 0,50 4, Meirweg 1a ,2 3,3 0,50 4, Meirweg 1a ,8 7,0 4,11 1, Geur gevoelige locaties: Volgnummer GGLID Xcoordinaat Ycoordinaat Geurnorm Geurbelasting 5 Neterselsedijk ,0 2,8 Toelichting Verordening ruimte 2014 en BZV, Neterselsedijk 37 Lage Mierde 79

140 Naam van de berekening: Meirweg 2 Gemaakt op: :20:33 Rekentijd: 0:00:01 Naam van het bedrijf: 09271_prop-bijdrage-MW2 Berekende ruwheid: 0,11 m Meteo station: Eindhoven Brongegevens: Volgnr. BronID X-coord. Y-coord. EP Hoogte Gem.geb. hoogte EP Diam. EP Uittr. snelh. E-Aanvraag 1 Meirweg ,1 3,6 2,89 1, Meirweg ,8 4,1 1,06 3, Meirweg ,7 4,1 0,46 4, Meirweg ,0 3,9 1,13 2, Meirweg ,1 4,7 1,79 6, Meirweg ,5 1,5 0,50 0, Geur gevoelige locaties: Volgnummer GGLID Xcoordinaat Ycoordinaat Geurnorm Geurbelasting 7 Neterselsedijk ,0 1,7 Toelichting Verordening ruimte 2014 en BZV, Neterselsedijk 37 Lage Mierde 80

141 2.9: berekening beoogde situatie (werkelijke emissiepunten substantieel bijdragende bedrijven) Invoergegevens Bronbestandbedrijfbeoogd IDNR X_COOR D Y_COOR D SThoogte GemGeb H ST-diam STuittree E- Vergund E- maxverg Toelichting Verordening ruimte 2014 en BZV, Neterselsedijk 37 Lage Mierde 81

142 Toelichting Verordening ruimte 2014 en BZV, Neterselsedijk 37 Lage Mierde 82

143 Toelichting Verordening ruimte 2014 en BZV, Neterselsedijk 37 Lage Mierde 83

144 Toelichting Verordening ruimte 2014 en BZV, Neterselsedijk 37 Lage Mierde 84

145 Toelichting Verordening ruimte 2014 en BZV, Neterselsedijk 37 Lage Mierde 85

146 Toelichting Verordening ruimte 2014 en BZV, Neterselsedijk 37 Lage Mierde 86

147 Toelichting Verordening ruimte 2014 en BZV, Neterselsedijk 37 Lage Mierde 87

148 Toelichting Verordening ruimte 2014 en BZV, Neterselsedijk 37 Lage Mierde 88

149 Toelichting Verordening ruimte 2014 en BZV, Neterselsedijk 37 Lage Mierde 89

150 Toelichting Verordening ruimte 2014 en BZV, Neterselsedijk 37 Lage Mierde 90

151 Toelichting Verordening ruimte 2014 en BZV, Neterselsedijk 37 Lage Mierde 91

152 Resultaten Cumulatieve geurbelasting op receptorpunten, zoals berekend RecepID X-coor Y-coor Geurnorm Geurbelasting [OU/m3] Toelichting Verordening ruimte 2014 en BZV, Neterselsedijk 37 Lage Mierde 92

153 Bijlage 3: Toetsing Brabantse zorgvuldigheidsscore (BZV) Apart bijgevoegd Toelichting Verordening ruimte 2014 en BZV, Neterselsedijk 37 Lage Mierde 93

154 Toelichting spreadsheet versie 1.0 van de BZV Excel 2007 Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant hebben op 18 februari 2014 de Brabantse Zorgvuldigheidsscore Veehouderij versie 1.0 (BZV 1.0) vastgesteld. Deze is samen met de partners uit het Brabantberaad tot stand gekomen. In de loop van 2014 komt een webapplicatie beschikbaar waarin aanvragers o.a. hun bedrijfsplan kunnen invoeren en kunnen bepalen of zij aan de normscore van de BZV voldoen. Deze webapplicatie moet nog ontwikkeld worden. Ook zal de webapplicatie toegankelijk zijn voor gemeenten en een bepaald deel zal voor iedereen inzichtelijk zijn. In de tussenliggende periode kunt u met deze spreadsheet een normscore berekenen aan versie 1.0 van de BZV. In deze spreadsheet kunt u gegevens invullen voor de maatlat Inrichting & Omgeving en het onderdeel Certificaten. Hiervoor hebt u gegevens nodig uit de omgevingsvergunning (zowel het milieu- als het bouwdeel), de gecombineerde opgave voor het ministerie van EZ en certificaten. U kunt zowel een bestaande situatie doorrekenen als een verandering van het bedrijf, een uitbreiding of extra maatregelen in bestaande stallen. Als u verschillende varianten wilt doorrekenen gebruikt u steeds per variant een kopie van deze spreadsheet. De spreadsheet is zo goed mogelijk toegesneden op praktijksituaties en de BZV versie 1.0 die op 18 februari 2014 door GS is vastgesteld. Op onderdelen is omwille van de werkbaarheid een vereenvoudiging doorgevoerd. Een klein deel van de maatregelen bij de maatlat gezondheid en enkele certificaten zoals de Maatlat Duurzame Veehouderij of bijvoorbeeld het Beter Leven Keurmerk worden niet op bedrijfsnivo, maar in een deel van de stallen toegepast. Het effect van dit soort maatregelen wordt dan bepaald aan de hand van het percentage NGE dat u zelf moet invoeren. In de spreadsheet wordt u steeds kort uitgelegd welke gegevens u moet invoeren, in het document BZV 1.0 en het onderbouwingsdocument van WUR kunt u meer informatie vinden. Deze kunt u vinden op Let op: DEZE SPREADSHEET WERKT ALLEEN IN EXCEL VERSIE 2007 OF HOGER. De spreadsheet is met zorg ontwikkeld, een deel van de in te voeren gegevens vragen technisch inzicht in bijvoorbeeld een omgevingsvergunning en bijbehorende onderzoeken. De uitkomsten zijn afhankelijk van de kwaliteit van de invoergegevens. De gebruiker is zelf verantwoordelijk voor de uitkomst van de spreadsheet. Indien u vragen of opmerkingen heeft over dit rekenmodel kunt u een mail sturen naar bzv@brabant.nl. Versie 1.91 Dit rekenmodel is opgesteld voor versie 1.0 van de BZV die op 18 februari door GS is vastgesteld en mag worden toegepast in (vergunnings)procedures totdat de webapplicatie voor de BZV beschikbaar is.

155 Toelichting Excel 2007 In dit tabblad voert u uw bedrijf in. De gegevens van dit tabblad worden gebruikt om te bepalen of u 1 of meerdere diersoorten hebt. Bij meerdere diersoorten wordt het aantal nge per diersoort gebruikt om een gewogen gemiddelde te bepalen. Algemene bedrijfsgegevens Bedrijfsnaam J.J. Quirijnen Naam van deze rekenvariant (optioneel) Straat Neterseledijk Huisnummer 37 Postcode Woonplaats 5094BC Lage Mierde Basisgegevens t.b.v. Gezondheid Diercategorie Aantal NGE Diercategorie Diercategorie 2 Vleeskuikens 101,7 Stalgegevens t.b.v. Emissie Stal Code Diercategorie Aantal Dierplaatsen 1 E E E Dit rekenmodel is opgesteld voor versie 1.0 van de BZV die op 18 februari door GS is vastgesteld en mag worden toegepast in (vergunnings)procedures totdat de webapplicatie voor de BZV beschikbaar is.

156 Relevante maatlatten Voor sommige diersoorten kan nog niet alle maatlatten gescoord worden. Het aantal maatlatten waarop een veehouderij kan scoren verschilt daardoor per sector. Bijlage 8 van de BZV geeft het aantal maatlatten waarop per sector gescoord kan worden. Om deze verschillen te corrigeren wordt het aantal verzamelde basispunten gecorrigeerd voor het aantal beschikbare maatlatten met de correctiefactor uit bijlage 8. In deze spreadsheet moet u per diersoort het aantal NGE bepalen en invullen. De correctiefactor voor het aantal maatlatten wordt vervolgens in de spreadsheet automatisch berekend, deze is een gewogen gemiddelde obv het aantal NGE per diersoort. Versie 1.91 Dit rekenmodel is opgesteld voor versie 1.0 van de BZV die op 18 februari door GS is vastgesteld en mag worden toegepast in (vergunnings)procedures totdat de webapplicatie voor de BZV beschikbaar is.

157 Basisscore Punten Score Beoordeling Score op Basispunten 6,00 Inrichting & Omgeving Gezondheid 45,08 Geuremissie 0,00 Geurimpact 70,80 Emissie & Impact fijnstof 30,15 Ammoniak 5,41 Mineralen kringlopen 0,00 Verbinding 8,16 Biodiversiteit 6,25 Opmerkingen Totaal punten op Inrichting & Omgeving 165,85 Correctiefactor aantal maatlatten 1,00 Gecorrigeerde aantal punten 165,85 Wegingsfactor 250,00 Score op Inrichting & Omgeving 0,66 Akkoord Certificaten Totaal punten op certificaten 17,00 Wegingsfactor 40 Score op Certificaten 0,43 Akkoord Innovatie Totaal punten op Innovatie 0,00 Score op Innovatie 0,00 Totaal score BZV 7,09 Akkoord Eindoordeel BZV Akkoord ,00 90,00 80,00 70,00 60,00 50,00 Gezondheid Geuremissie Geurimpact Emissie & Impact fijnstof Ammoniak 40,00 30,00 Basisscore Mineralen 6,00 20,00 Inrichting & Omgeving kringlopen 0,66 10,00 Certificaten Verbinding 0,43 Innovatie 0,00 0,00 Totaal score BZV Biodiversiteit 7,09 Inrichting & Omgeving 10,00 9,00 8,00 7,00 6,00 5,00 BZV-Score Innovatie Certificaten Inrichting & Omgeving Basisscore Versie 1.91 Dit rekenmodel is opgesteld voor versie 1.0 van de BZV die op 18 februari door GS is vastgesteld en mag worden toegepast in (vergunnings)procedures totdat de webapplicatie voor de BZV beschikbaar is.

158 Toelichting Excel 2007 In dit tabblad vult u de fysiek aanwezige maatregelen in t.b.v. gezondheid. Dit zijn maatregelen die opgenomen zijn in milieu- of bouwvergunning of maatregelen waarvan eenvoudig kan worden vastgesteld dat ze op het bedrijf aanwezig zijn. Zie bijlage 1 van de BZV. Gezondheid Vleeskuikens Antwoord Score 1 Quarantainestal (opfokdieren) Nee 0 2 Heeft u een buitenuitloop of weidegang? Ja Is uw buitenuitloop overkapt? Ja 3,92 3 Afstand tot dichtstbijzijnde andere veebedrijf, < 100 m 0 meet de kortste afstand tussen de bouwblokken 4 Houdt u andere bedrijfsmatig gehouden veesoorten? Nee 11,76 5 Scheiding schone-vuile weg: a - vulpunten voersilo s, afvoerpunten mest, Ja 5,88 aan- en aflevervoorzieningen aan vuile weg b - kruisende looplijnen interne bedrijfsgedeelte Nee 0 met openbare gedeelte c - hygiënesluis op scheiding schone-vuile weg Nee 0 d - kadaverplaats aan openbare weg Ja 0 e - Looplijnenschets aanwezigheid, zichtbaar opgehangen Ja 3,92 f - Luchtinlaat direct aan vuile weg Ja 0 Voor welk percentage van de diercategorie geldt dit? 6 Hygiënesluis met: a - scheiding schoon-vuil gedeelte + wasbak Nee 0 b - bedrijfseigen kleding/schoeisel Nee 0 c - douches Nee 0 7 Aparte hygiënevoorzieningen per diercategorie of stal Ja 7,84 8 Opslag van vaste mest op het erf. Nee 7,84 9 Spoelplaats veewagens Nee 0 Heeft u voorzieningen zodat hemelwater niet vervuild kan 10 raken of voert u hemelwater, dat vervuild is/kan zijn, Ja 3,92 Dit rekenmodel is opgesteld voor versie 1.0 van de BZV die op 18 februari door GS is vastgesteld en mag worden toegepast in (vergunnings)procedures totdat de webapplicatie voor de BZV beschikbaar is.

159 af naar een afgesloten opslag? 11 Zuivering interne stallucht (voor vleesvarkens, biggen en pluimvee): a - Intern luchtfilteringssysteem met afvang fijnstof Nee 0 Voor welk percentage van de diercategorie geldt dit? b - Elektrostatische luchtfiltering (ionisatie) Nee 0 Voor welk percentage van de diercategorie geldt dit? c - Bij roostervloeren: afzuiging lucht onder roosters Nee 0 Voor welk percentage van de diercategorie geldt dit? Score op vraag 11: Frisse lucht op de werkgang: Is er een systeem waarbij de verzorger zo min mogelijk aan fijnstof wordt blootgesteld en frisse lucht op de werkgang kan inademen (het Oolman systeem)? Voor welk percentage van deze diercategorie wordt het systeem toegepast? Maximum Score 100 Aantal punten 45, Versie 1.91 Wegingsfactor 100,00% 0,00% 0,00% Totaal aantal punten (gewogen) 45,08 Dit rekenmodel is opgesteld voor versie 1.0 van de BZV die op 18 februari door GS is vastgesteld en mag worden toegepast in (vergunnings)procedures totdat de webapplicatie voor de BZV beschikbaar is.

160 Toelichting Excel 2007 Hier kunt u handmatig een aantal gegevens invullen. De rekenwijze wordt uitgelegd in hoofdstuk 5 bij de paragraaf Geuremissie. Allereerst moet u bepalen wat de geuremissie is indien u geen maatregelen zou treffen om de geuremissie te reduceren; de Referentie, zie daarvoor bijlage 3 van de BZV. Vervolgens vult u de huidige / gewenste situatie in met het stalsysteem dat u wilt toepassen en berekent u het effect van een geurreducerend stalsysteem. Geuremissie Stal Referentie Huidige / Gewenste situatie Code Diercategorie Aantal Dierplaatsen Waarde Rgv Emissie Waarde Emissie 1 E , , E , , E , , Totaal Behaald reductiepercentage 0,0% Versie 1.91 Totaal aantal punten 0,00 Dit rekenmodel is opgesteld voor versie 1.0 van de BZV die op 18 februari door GS is vastgesteld en mag worden toegepast in (vergunnings)procedures totdat de webapplicatie voor de BZV beschikbaar is.

161 Toelichting Excel 2007 In dit tabblad bepaalt u de geurimpact van uw bedrijf. De systematiek is uitgewerkt in hoofdstuk 5 van de BZV, zie de paragraaf Geurimpact. U bepaalt of uw bedrijf is gelegen in concentratiegebied. Vervolgens vult u de geurbelasting in op de zwaarst belaste woning in het buitengebied en in de bebouwde kom. De gegevens haalt u uit de vergunnning en bijbehorende berekening met V-Stacks-Vergunning. Geurimpact Bevind u zich in een concentratiegebied? Ja Punten In concentratiegebied Hinder voorgrond geurbelasting bedrijf: Op woonkern in OU 0,4 52,00 Op buitengebied in OU 5,3 18,80 Versie 1.91 Totaal aantal punten 70,80 Dit rekenmodel is opgesteld voor versie 1.0 van de BZV die op 18 februari door GS is vastgesteld en mag worden toegepast in (vergunnings)procedures totdat de webapplicatie voor de BZV beschikbaar is.

162 Toelichting Excel 2007 Hier kunt u handmatig een aantal gegevens invullen. De rekenwijze is beschreven in Hoofdstuk 5 in de paragraaf Emissie & impact fijnstof / endotoxinen op van de BZV versie 1.0. Allereerst moet u de referentie bepalen door uit te rekenen wat de fijnstofemissie is indien u geen emissie reducerende maatregelen zou treffen, zie daarvoor bijlage 4 van de BZV. Vervolgens bepaalt u de feitelijke situatie met het stalsysteem dat u wilt toepassen. Het programma berekent dan de emissiereductie. De belasting op de dichtstbijzijnde woning volgt uit een ISL3a berekening, in het uitvoerbestand met de extensie.blk. Fijnstofemissie / Fijnstofimpact Fijnstofemissie Stal Code Aantal Feitelijke Ref. waarde Emissie Diercategorie Dierplaatsen waarde Emissie 1 E E E Totaal Behaald reductiepercentage 13,6% Aantal punten 6,82 Fijnstofimpact Belasting in µg/m³ * 0,48 Aantal punten 23,33 * U moet de belasting van uw bedrijf op de zwaarstbelaste woning in uw omgeving invullen Versie 1.91 Totaal aantal punten 30,15 Dit rekenmodel is opgesteld voor versie 1.0 van de BZV die op 18 februari door GS is vastgesteld en mag worden toegepast in (vergunnings)procedures totdat de webapplicatie voor de BZV beschikbaar is.

163 Toelichting Excel 2007 De systematiek voor ammoniak is beschreven in Hoofdstuk 5, in de paragraaf "Ammoniak" op pagina 27. U berekent hier de door u gewenste situatie. U krijgt punten als u maatregelen treft in uw bestaande stallen, die verder gaan dan het besluit huisvesting. Ook krijgt u punten als u maatregelen treft in stallen die na inwerkingtreding van de BZV worden gebouwd, die verdergaan dan de provinciale verordening stikstof en Natura Om te bepalen hoeveel punten u krijgt, moet u de ammoniakemissie van uw bedrijfsvariant berekenen voor twee referentienivo's; dat voor bestaande stallen die en voor de nieuwe stallen. Beide emissiefactoren vindt u terug in bijlage 2 van de BZV versie 1.0. Daarna vult u uw gewenste situatie in met -desgwenst- extra emissiereducerende maatregelen. Ammoniak Emissie Diercategorie Bestaande stallen Emissie factor volgens Aantal Dierplaatsen BHV Emissie Referentieniveau bestaand 0 Dit rekenmodel is opgesteld voor versie 1.0 van de BZV die op 18 februari door GS is vastgesteld en mag worden toegepast in (vergunnings)procedures totdat de webapplicatie voor de BZV beschikbaar is.

164 Diercategorie Nieuwe stallen Emissie factor volgens Aantal Dierplaatsen PV-N2000 Emissie Vleeskuikens , ,5 Vleeskuikens , ,4 Vleeskuikens , ,5 Referentieniveau nieuw 2893,4 Bestaande / gewenste situatie Stal Diercategorie Aantal Dierplaatsen Emissie factor Emissie 1 E , ,5 2 E , E , ,5 Aangevraagde emissie 2737 Versie 1.91 Totaal aantal punten 5,41 Dit rekenmodel is opgesteld voor versie 1.0 van de BZV die op 18 februari door GS is vastgesteld en mag worden toegepast in (vergunnings)procedures totdat de webapplicatie voor de BZV beschikbaar is.

165 Toelichting Excel 2007 Hier vult u uw gegevens in over de hoeveelheid fosfaat die u produceert en de hoeveelheden die u op uw eigen bedrijf aanwendt of via een mestcontract of op een andere wijze afzet. In Hoofdstuk 5, in de paragraaf Mineralenkringlopen en in bijlage 6 is de systematiek beschreven. Uitgangspunt is de gecombineerde opgave die u jaarlijks invult voor het ministerie van EZ. U vult eerst de fosfaatproductie in, dit mag o.b.v. forfaitaire productie of de daadwerkelijke productie (deze moet u motiveren bij de aanvraag). Vervolgens vult u de arealen en de toegestane fosfaatgift in. Let wel: het gaat alleen omfosfaat in mest die wordt uitgereden. U kunt ha's grond invoeren en fosfaat-norm. Mineralenkringloop P-Mest Totaal P Mestproductie totaal (in kg P) Gebruiksruimte (in kg P) 0 P-mestoverschot (Productie - Gebruiksruimte) 0 Dit is een verplicht veld! Veld wordt berekend Veld wordt berekend P-aanwending mest Ha Norm (kg/ha) kp P Punten Score Grond eigen gebruik, binnen een straal van 15 km 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 Subtotaal 0,0 1 0,00 Grond eigen gebruik, binnen een straal van 100 km of binnen NL 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 Subtotaal 0,0 0,5 0,00 Grond eigen gebruik, buiten een straal van 100 km maar binnen NL 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 Subtotaal 0,0 0,3 0,00 Overig 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 Subtotaal 0,0 0 0,00 Totaal aantal punten Versie ,00 Dit rekenmodel is opgesteld voor versie 1.0 van de BZV die op 18 februari door GS is vastgesteld en mag worden toegepast in (vergunnings)procedures totdat de webapplicatie voor de BZV beschikbaar is.

166 Dit rekenmodel is opgesteld voor versie 1.0 van de BZV die op 18 februari door GS is vastgesteld en mag worden toegepast in (vergunnings)procedures totdat de webapplicatie voor de BZV beschikbaar is.

167 Toelichting Excel 2007 In dit tabblad vult u een aantal maatregelen in die u neemt tbv Verbinding met de Omgeving. De systematiek is beschreven in hoofdstuk 5, in de paragraaf Verbinding. Verbinding Antwoord Score 1 Informatie-bord Vanaf openbare weg leesbaar informatiebord met minimaal in woord en/of beeld: Ja 2,04 bedrijfsinformatie over diersoort en -categorie en doel van de bedrijfsmatig op het bedrijf gehouden dieren (bijv. fokkerij, opfok, melk-, eier- of vleesproductie). 2 Website Het bedrijf beschikt over een eigen website met minimaal de volgende informatie: Nee 0 type veehouderij, aantallen dieren, wijze van houderij en toelichting op het productieproces. De BZV-portal bevat een link naar deze website. 3 Webcam Er is een webcam in één of meerdere stallen en/of uitlopen geïnstalleerd, Nee 0 en gekoppeld aan een voor derden toegankelijk medium. De beelden zijn op elk gewenst moment te bekijken, bv op de website van het bedrijf of bij informatiebord. 4a Toegankelijkheid Opengesteld (wandel)pad over erf of eigen grond met tenminste zicht op bedrijfsactiviteiten < 100 m 0 bedrijf buiten de stal. (Een wandelpad over openbaar terrein (bv over de openbare weg) komt niet voor punten in aanmerking) Lengte: 4b Dieren die op het - Inkijk in de stal en/of zicht op dieren (die op het bedrijf worden geproduceerd) Nee 0 bedrijf worden gehouden op permanent beschikbare uitloop of in de weide - In de stal de dieren bekijken (via directe toegang tot de stal of via ramen in een afgescheiden Nee 0 (bezoekers)-ruimte / skybox ). Vanaf de openbare weg moet duidelijk zichtbaar zijn dat bezoekers op het bedrijf welkom zijn en ze al dan niet onder begeleiding of na afspraak de stal / bezoekersruimte mogen betreden. 5 Verbrede landbouw Boerderijwinkel / huisverkoop / verkoop via automaat Nee 0 Zorg- of opvangfunctie (zorgboerderij, dag- of naschoolse opvang) Nee 0 B&B / Boerderijcamping Nee 0 Multifunctioneel gebruik (bv vergaderaccommodatie, boerengolf) Nee 0 6 Inzichtelijkheid Wordt op de website van de BZV wordt informatie over de score verstrekt op maatlatniveau? Ja 6,12 Maximum Score 50 Totaal aantal punten Versie ,16 Dit rekenmodel is opgesteld voor versie 1.0 van de BZV die op 18 februari door GS is vastgesteld en mag worden toegepast in (vergunnings)procedures totdat de webapplicatie voor de BZV beschikbaar is.

168 Toelichting Excel 2007 In dit tabblad vult u de maatregelen in die u treft t.b.v. biodiversiteit. In de BZV 1.0 staat dit beschreven in hoofdstuk 5, paragraaf Biodiversiteit en in bijlage 5. Biodiversiteit Antwoord Natuur & Landschapselementen Het totale oppervlak van de landbouw percelen (excl bouwblok) dat wordt ingezet voor natuur & 1 buiten landschap (bos, hagen, solitaire en laanbomen, singels, poelen). Bemesting en gebruik <2500 m2 0 bouwblok bestrijdingsmiddelen is niet toegestaan. Punten 2 Soortenrijkdom Teelt van tenminste 4 verschillende akkerbouw- en of voedergewassen (niet zijnde grasland) of een gevarieerde grasmat (natuurlijk of kruidenrijk grasland). (totaal tenminste 1 ha) Nee 0 3 Groen op het erf Oppervlak groen op het erf (= vertikale projectie van bomen, struiken, heggen, bosplantsoen, boomgaard, poel) als percentage van het totale erfoppervlak (= bouwblok). Bemesting en gebruik bestrijdingsmiddelen is niet toegestaan. > 10 % groen en <= 15 % 6,25 Maximum Score 100 Versie 1.91 Totaal aantal punten 6,25 Dit rekenmodel is opgesteld voor versie 1.0 van de BZV die op 18 februari door GS is vastgesteld en mag worden toegepast in (vergunnings)procedures totdat de webapplicatie voor de BZV beschikbaar is.

169 Toelichting Excel 2007 In dit tabblad vult u de certificaten in die u heeft of wil gaan behalen. In hoofdstuk 4 "Certificaten" van versie 1.0 van de BZV wordt dit nader beschreven. Kies alleen certificaten voor dieren die u houdt of wilt gaan houden en benoem het percentage waarvoor het certificaat geldt op bedrijfsniveau. Certificaat Percentage van aantal NGE op Pnt. Niveau Certificaat aanwezig? bedrijfsniveau Pnt. Basis sectorspecifieke certificaten Deelname aan ketenkwaliteit-systeem Cono, DOC, FoqusPlanet basis (Friesland Campina), Rouveen of KKM 5 Sector 0 basiscertificaat (inclusief Medi-Rund) Kwaligeit 8 Sector 0 IKB varken 8 Sector 0 IKB kip 9 Sector Ja 100% 9 Maak een keuze IKB ei basis / KAT basis Sector 0 IKB rund 7 Sector 0 IKB kalveren 8 Sector 0 Aanvullende sectorspecifieke certificaten Foqusplanet (categorie: 'goed' of 'excellent') 3 Sector 0 Vrije uitloop ei (IKB/KAT) / 2 ster BLK 4 Sector 0 Scharrel ei (IKB/KAT) 1 Sector 0 KAT - aanvulling "tierschutz gepruft" bij KAT scharrel ei 2 Sector 0 KAT - aanvulling "tierschutz gepruft" bij KAT vrije uitloop ei 1 Sector 0 Aanvullende sectoroverschrijdende certificaten Milieukeur 9 Sector 0 BeterLeven (1 ster BLK) 3 Sector Ja 100% 3 MDV (Maatlat Duurzame Veehouderij) 5 Stal Ja 100% 5 EKO (3 ster BLK) 10 Sector 100% 0 Scharrelvlees (Producert) / 2 ster BLK, exclusief IKB 4 Sector 0 Aantal certificaten Ziektevrijcertificaten GvD (Gezondheidsdienst voor Dieren) 0,2 Sector % 0 Wachtkamer certificaten / ketensystemen Versie 1.91 Totaal aantal punten 17,00 Dit rekenmodel is opgesteld voor versie 1.0 van de BZV die op 18 februari door GS is vastgesteld en mag worden toegepast in (vergunnings)procedures totdat de webapplicatie voor de BZV beschikbaar is.

170 Bijlage: Verslag omgevingsdialoog Bijlagen RO Neterselsedijk 37, Lage Mierde

171 Verslag omgevingsdialoog ontwikkeling Neterselsedijk 37 te Lage Mierde Inleiding De familie Quirijnen is bezig met de verplaatsing van hun pluimveehouderij van de locatie aan de Spreeuwelsedijk 6 te Westelbeers, naar de locatie aan de Neterselsedijk 37 te Lage Mierde. Voor deze verplaatsing zijn diverse procedures lopende, zie onderstaande opsomming: 1. Op 12 november 2013 is een omgevingsvergunning verleend voor het uitbreiden van het bedrijf met een nieuwe vleeskuikenstal en een werktuigenberging (activiteiten milieu en bouw); tegen dit besluit is door omwonenden en Stichting Groen Kempenland en Stichting Megastallen Nee Lage Mierde beroep aangetekend; 2. Op 19 juni 2012 is een verzoek om vergroting van het bouwblok naar 1,5 hectare ingediend. Via tussentijdse aanvullingen van dit verzoek heeft het plan dat dat tijdens de dialoog is gepresenteerd vorm gekregen (sloop van alle bestaande bebouwing, en nieuwbouw van 3 nieuwe vleeskuikenstallen volgens het Beter-Leven-concept/1 Ster, een loods en een woning); ten aanzien van dit plan heeft het college van B&W op 6 mei 2014 besloten dat zij in beginsel bereid is de benodigde procedures voor dit plan te starten; 3. Voor het onder 2 genoemde plan is op 18 april 2014 een MER-aanmeldingsnotitie ingediend, en op 13 oktober 2014 heeft het college besloten dat voor dit project geen MER moet worden opgesteld; 4. Op 25 juli 2014 is een aanvraag om omgevingsvergunning ingediend voor de bouw van 3 nieuwe vleeskuikenstallen volgens het Beter-Leven-concept/1 Ster en een loods, overeenkomstig het onder 2 genoemde plan; deze aanvraag heeft betrekking op de activiteiten milieu en afwijken van het bestemmingsplan; 5. Op 1 augustus 2014 is een melding ingediend ivm de sloop van de oude, bestaande bebouwing; 6. Op 26 oktober 2014 is een omgevingsvergunning aangevraagd voor het verplaatsen van de loods en het korter uitvoeren van de vleeskuikenstal t.o.v. de onder 1 genoemde vergunning. De omgevingsdialoog vindt plaats in het kader van de onder 2 en 4 genoemde procedure; dit is het plan, zoals het uiteindelijk zal worden gerealiseerd. Samengevat heeft dit plan betrekking op een omschakeling naar het zogenaamde Beter-Leven-concept van de Dierenbescherming; de dieren worden op een meer diervriendelijke wijze gehouden (meer oppervlakte per dier, daglicht in de stallen, overdekte buitenuitloop), er wordt gekozen voor een trager groeiend ras en de dieren worden ouder dan bij een gangbaar vleeskuikenbedrijf. Door voor dit concept te kiezen kan een volwaardig inkomen gegenereerd worden moet het aantal vleeskuikens dat nu vergund is ( dieren). Omdat deze dieren een aanzienlijk grotere oppervlakte (10 tot 12 dieren per m², afhankelijk van het eindgewicht van de dieren ter vergelijking: op een gangbaar vleeskuikenbedrijf is de bezetting dieren per m²). Om een zorgvuldige dialoog te voeren is besloten om alle woningen in een straal van 500 meter te betrekken bij de dialoog. Dit zijn immers de objecten die zich mogelijk in de invloedssfeer van het bedrijf bevinden. De familie Quirijnen heeft de dialoog gevoerd middels het organiseren van een informatiebijeenkomst. De dialoog De informatiebijeenkomst heeft plaatsgevonden in de avond op 24 september 2014 in Café Zaal De Driesprong te Netersel. De avond is voorgezeten door mevrouw Nicole Geeraerts van het Huis van de Brabantse Kempen. De notulen zijn verzorgd door de heer C. van der Heijden van Van Dun Advies, de heer Van der Heijden heeft tevens inhoudelijke vragen over de plannen beantwoord. Bij binnenkomst en voorafgaand aan de dialoog is een presentielijst rondgegaan. Deze lijst is als bijlage aan dit verslag bijgevoegd. Voorafgaand aan de dialoog zelf hebben omwonenden tevens de gelegenheid gekregen om bij het bedrijf van de heer N. van den Borne te Reusel te gaan kijken; dit bedrijf is een aantal jaren geleden al omgeschakeld naar het Beter-Leven-concept. Van deze gelegenheid heeft een aantal van de genodigden gebruik gemaakt.

172 Na ontvangst met koffie en thee heeft de heer Jan Quirijnen a.d.h.v. een powerpoint-presentatie en de plattegrondtekening van het bedrijf uitgelegd wie ze zijn, wat hun bedrijfsvoering inhoudt en wat de beoogde plannen zijn. Echtgenote Petra en dochter Lizzy waren eveneens aanwezig. Na de presentatie was er gelegenheid tot het stellen van vragen of het maken van opmerkingen. De vragen en opmerkingen, en eventueel de reactie, kunnen als volgt worden samengevat: - Waarom heeft de familie Quirijnen de omgeving nooit eerder benaderd? De planvorming loopt al sinds begin 2012, en dit is de eerste keer dat omwonenden uitgenodigd worden. De familie Quirijnen erkent dat dit eerder had moeten gebeuren, en heeft dit ook willen doen; de plannen hiertoe zijn uitgesteld toen de Rechtbank mededeling deed van het beroep van Stichting Groen Kempenland. - In reactie op het voorgaande punt is opgemerkt dat het beroep van Stichting Groen Kempenland los staat van de dialoog; Stichting Groen Kempenland en de omwonenden zijn immers niet dezelfden. - Gevraagd wordt hoe een en ander eruit komt te zien en hoe hoog de stallen worden. De goothoogte wordt ca. 3,0 meter en de nokhoogte ca. 7,7 meter. Dit zal nader in beeld worden gebracht met een vooraanzicht van het bedrijf. - Er wordt aangegeven dat rondom het bedrijf wordt voorzien in erfbeplanting. Hoe ziet dit eruit, en hoe kunnen omwonenden erop vertrouwen dat de beplanting ook daadwerkelijk wordt gerealiseerd? De gemeente zal bij de procedure een inpassingsplan vragen en goedkeuren. Dit goedgekeurde inpassingsplan maakt onderdeel uit van de stukken. Bovendien wordt tussen gemeente en de familie Quirijnen een anterieure overeenkomst afgesloten, waarin afspraken worden vastgelegd over het realiseren en instandhouden van de beplanting; indien deze afspraken niet worden nageleefd, kan dit wordt afgedwongen op basis van boetebepalingen. - Aan één zijde is de afstand tot de perceelsgrens plaatselijk slechts enkele meters; hier is het nagenoeg onmogelijk om beplanting te realiseren. In het inpassingsplan wordt ingegaan op de beplanting rondom het hele bedrijf. - Gevraagd wordt of het mogelijk is dat er in de toekomst meer dieren worden gehouden, door van Beter-Leven naar gangbaar om te schakelen. De familie Quirijnen geeft aan dat dit niet eenvoudig is, vanwege de overdekte buitenuitloop in de stallen. Bovendien ligt het aantal dieren vast in de omgevingsvergunning, en is het dus niet toegestaan om meer dieren te houden. De gemeente zal hierop controleren en handhaven; de omwonenden laten merken in dit laatste niet veel vertrouwen te hebben. - De familie Quirijnen benadrukt dat sprake is en blijft van een gezinsbedrijf. Verplaatsing van het bedrijf is van groot belang voor de continuïteit, het is hun kostwinning. De omwonenden geven aan hier begrip voor te hebben. - Gevraagd wordt hoe het zit met de woning; de bestaande woning zal verdwijnen, komt er een nieuwe woning? Wanneer er niemand bij woont ontstaat er een spookbedrijf. Hierdoor geen deelname aan het sociale verkeer, omwonenden vinden dit erg belangrijk. De familie Quirijnen geeft aan dat ze zeker bij het bedrijf willen komen wonen. De financiële omstandigheden en de gezinssituatie maken dat dit nog niet direct kan. Investeren in het bedrijf hebben nu prioriteit. Dochter Lizzy wil het bedrijf graag overnemen en is nog bezig met haar studie. - Opgemerkt wordt dat er in de omgeving van het bedrijf diverse andere veebedrijven hebben uitgebreid, of ermee bezig zijn. Men maakt zich zorgen over de mogelijke risico s voor de gezondheid. Momenteel kampen diverse mensen in de straat met gezondheidsklachten (m.n. longklachten) - De omwonenden geven aan dat de heer Quirijnen beter bij hen langs had kunnen komen voordat hij met vergunningen aan de slag ging; dan zou hij reeds eerder de reacties uit de buurt gehad hebben, en had hij deze mee kunnen laten wegen bij zijn beslissingen. - Omwonenden maken opmerkingen over het raadsbesluit om het aanwijzen van urgentiegebieden uit te stellen. In het raadsvoorstel was een begrenzing opgenomen, waarbij de hele straat in een urgentiegebied zou komen te liggen. Nu moet men weer enige tijd in onzekerheid afwachten. - Omwonenden maken zich zorgen over de cumulatieve effecten; men vraagt zich af of wel naar het gehele gebied wordt gekeken. In de aanvraag worden de cumulatieve effecten ten aanzien van geur en fijnstof in beeld gebracht.

173 - Omwonenden hebben de afgelopen tijd stankoverlast ervaren. Hier wordt zeer nadrukkelijk aandacht voor gevraagd. - Gevraagd wordt naar de standpunt van de andere agrariërs; de eigenaar van het vleeskuikenbedrijf waar vooraf mogelijkheid tot bezichtiging was legt uit hoe zijn ervaringen met zijn buren zijn; hij heeft een aantal jaren geleden zijn bedrijf aangepast naar het Beter- Leven-concept, en sindsdien wordt nauwelijks overlast in zijn omgeving ervaren. - Omwonenden vragen zich af wat voor hen de voordelen zijn van deze ontwikkeling. In de vervanging van de oude, verpauperde gebouwen door een net, nieuw bedrijf zien zij niet veel voordelen. - Men vraagt nogmaals nadrukkelijk aandacht voor de borging van het aantal dieren dat nu wordt beoogd! Ook wordt benadrukt dat men veel waarde hecht aan een gezinsbedrijf, waarbij de ondernemer en zijn/haar gezin ook bij het bedrijf woont. Nawoord: Naar aanleiding van de dialoog heeft de familie Quirijnen nagedacht over de reacties die men heeft gekregen. Met name de landschappelijke inpassing en de uitstraling van het bedrijf zijn kritisch tegen het licht gehouden. Ook wil de familie de uitstoot van fijn stof en de geurbelasting naar de omgeving verder beperken; hiervoor worden warmtewisselaars toegepast. Deze wisselaars beperken de emissie van fijnstof, en voorkomen dat het strooisel in de stallen vochtig wordt. Deze aanpassingen zijn in de aanvraag doorgevoerd. Hiermee hoopt de familie Quirijnen gehoor te geven een aan deel van de reacties. De familie Quirijnen heeft de dialoog door de kritische houding als zeer moeizaam ervaren. Dit neemt niet weg dat ze al het mogelijke willen doen om in de toekomst rekening te houden met de belangen van de omwonenden. Bijlagen: - Voorstel gebiedsdialoog - Presentatie - Afbeeldingen (toekomstig) straatbeeld

174 ONTWERP, BOUW EN MILIEUKUNDE Van Dun Advies BV Dorpsstraat TE Ulicoten T Notitie: Plan van aanpak gebiedsdialoog Realisatie stallen Neterselsedijk 37, Lage Mierde Postel ET Someren T E info@vandunadvies.nl I F Someren, Status: Concept Kenmerk: FA/ IBAN NL56 RABO BIC RABONL2U KvK BTW B01 De heer Quirijnen is voornemens om de bestaande bebouwing aan de Neterselsedijk 37 te slopen en ter plaatse 3 nieuwe stallen, een loods en bedrijfswoning te realiseren voor de uitoefening van een pluimveehouderij. Op het bedrijf zullen scharrelvleeskuikens worden gehouden. Voor de beoogde ontwikkeling wordt een aanvraag om omgevingsvergunning ingediend bij het bevoegd gezag (gemeente Reusel-de Mierden). In het kader van de aanvraag om omgevingsvergunning dient ook te worden getoetst aan de rechtstreeks werkende regels uit de provinciale Verordening Ruimte In deze regels (artikel 34) is onder andere opgenomen dat een toename van bebouwing enkel is toegestaan mits er een zorgvuldige dialoog wordt gevoerd, gericht op het betrekken van de belangen van de omgeving bij het initiatief. In onderhavige plan van aanpak wordt nader uitgewerkt hoe de dialoog met de omgeving zal worden gevoerd. Dit plan van aanpak zal vooraf ter goedkeuring worden voorgelegd aan het bevoegd gezag. Dialoog De ontwikkeling vindt plaats in het buitengebied van de gemeente Reusel-de Mierden. De omgeving bestaat uit verschillende agrarische bedrijven en burgerwoningen. Ook kleinschalige bedrijvigheid (niet-agrarisch) vindt er in de directe omgeving plaats. Om een zorgvuldige dialoog te voeren is besloten om alle woningen in een straal van 500 meter te betrekken bij de dialoog. De heer Quirijnen is voornemens om een informatiebijeenkomst te houden en daarbij deze bewoners te informeren. In de bijlage is kaart met woningen binnen 500 meter van het bedrijf en een adressenlijst toegevoegd. De bewoners op deze adressen zullen door de heer Quirijnen worden benaderd en worden uitgenodigd om een informatiebijeenkomst bij te wonen. Het doel van de bijeenkomst is om de omwonenden op de hoogte te stellen van de ontwikkelingen en de omwonenden de mogelijkheid te bieden om hun wensen en behoeften te uiten. Op de bijeenkomst zal de heer Quirijnen zijn beoogde bedrijfsontwikkeling nader toelichten. Tijdens de presentatie wordt aan de hand van de plattegrondtekening uitgelegd hoe de bedrijfsvoering eruit zal zien, hoe de hinder naar de omgeving tot een minimum wordt beperkt en wat er wordt gedaan om het bedrijf landschappelijk in te passen. Na deze toelichting is er de mogelijkheid voor de aanwezigen om een reactie op het plan te geven. Deze reacties zullen direct worden genotuleerd zodat na van de bijeenkomst alle reacties kunnen worden samengevat. Pagina 1 van 3

175 Afhankelijk van de reacties van de omwonenden zal de ondernemer onderzoeken of en op welke wijze de plannen kunnen worden aangepast. Indien gewenst kan er een tweede bijeenkomst worden georganiseerd. Deze bijeenkomst heeft als doelstelling om zaken die bij de eerste bijeenkomst zijn uitgewisseld terug te koppelen. Door bovenstaande werkwijze is een zorgvuldige dialoog met de omgeving gevoerd. Pagina 2 van 3

176 Bijlage: Kaart en adressenlijst woningen Adres Postcode Plaats 1 Meirweg BE Lage Mierde 2 Karneikweg BP Lage Mierde 3 Neterselsedijk BC Lage Mierde 4 Neterselsedijk 31a 5094BC Lage Mierde 5 Neterselsedijk BC Lage Mierde 6 Neterselsedijk BC Lage Mierde 7 Neterselsedijk BC Lage Mierde 8 Neterselsedijk BC Lage Mierde 9 Neterselsedijk BC Lage Mierde 10 Neterselsedijk 36a 5094BD Lage Mierde 11 Neterselsedijk BD Lage Mierde 12 Neterselsedijk BD Lage Mierde 13 Neterselsedijk BD Lage Mierde 14 Neterselsedijk BD Lage Mierde 15 Neterselsedijk 46a 5094BD Lage Mierde 16 Kouwenberg BH Lage Mierde Pagina 3 van 3

177 Neterselsedijk 37, Lage Mierde Vergunning verleend op vleeskuikens scharrelvleeskuikens Vergunde situatie: Gewenste situatie: geur: Oue/s, fijnstof: 1.600,4 kg/jr, ammoniak: 3.061,8 kg/jr geur: Oue/s, fijnstof: 1.720,4 kg/jr, ammoniak: 2.737,0 kg/jr vleeskuikens Tussenplan : emissies exact gelijk aan vergunde situatie 1

178 Geurberekening gewenste situatie vergeleken met vergunde situatie: - Getoetst op dichtstbijzijnde geurgevoelige objecten in buitengebied en bebouwde kom Lage Mierde, Netersel en Hulsel. GGLID Geurnorm Geurbelasting vergunning Geurbelasting gewenste situatie Neterselsedijk 31a 5,0 5,6 5,5 Neterselsedijk 36a 5,0 4,3 3,7 Neterselsedijk 41 5,0 5,3 1,8 De lei 15 netersel 5,0 0,5 0,2 Neterselsedijk 36 5,0 10,4 3,0 Neterselsedijk 38 5,0 10,6 2,8 Neterselsedijk 16 5,0 0,2 0,1 L'mierde Spelthof 5 0,1 0,1 0,1 Hulsel de Klamp 2 0,1 0,3 0,1 Netersel De lei 18 0,1 0,5 0,2 Berekening van achtergrondbelasting (veelvoud van veehouderijen binnen 2 km van de woning) GGLID Achtergrondbelasting vergunning Achtergrondbelasting gewenste situatie Neterselsedijk 31a 11,020 10,324 Neterselsedijk 36a 10,532 10,101 Neterselsedijk 41 24,024 22,863 De lei 15 netersel 5,077 5,025 Neterselsedijk 36 15,550 11,217 Neterselsedijk 38 15,387 11,341 Neterselsedijk 16 20,942 20,942 Woningen in kom van Lage Mierde, Hulsel en Netersel zijn op meer dan 2 km van het bedrijf gelegen. Berekening van concentratie fijnstof ter plaatse van woningen en tuinen in de directe omgeving. Object Concentratie fijnstof (max 40 microgram/m 3 ) Bronbijdrage concentratie Overschrijdingsdagen (max 35x) Neterselsedijk 33 woning 25,41 0,57 17,45 Neterselsedijk 33 tuin 25,51 0,67 17,65 Neterselsedijk 31a woning 25,27 0,43 16,75 Neterselsedijk 31a tuin 25,3 0,46 16,95 Neterselsedijk 36a woning 25,14 0,29 16,45 Neterselsedijk 36a tuin 25,16 0,32 16,45 Kouwenberg woning 25,12 0,28 16,15 Kouwenberg tuin 25,14 0,29 16,15 Neterselsedijk 39 woning 26,2 0,41 18 Neterselsedijk 39 tuin 26,24 0,45 18,2 Neterselsedijk 41 woning 25,99 0,2 17,9 Neterselsedijk 41 tuin 26,01 0,22 17,9 Neterselsedijk 42 woning 25,95 0,15 17,6 Neterselsedijk 42 tuin 24,9 0,06 15,55 Vragen?? 2

179

180

181

182 Bijlage: Verkennend bodemonderzoek Bijlagen RO Neterselsedijk 37, Lage Mierde

Ruimtelijke onderbouwing. Afwijken bestemmingsplan voor realisatie schoorstenen Mosstraat 23, Rijen

Ruimtelijke onderbouwing. Afwijken bestemmingsplan voor realisatie schoorstenen Mosstraat 23, Rijen Ruimtelijke onderbouwing Afwijken bestemmingsplan voor realisatie schoorstenen Mosstraat 23, Rijen Van Dun Advies BV Dorpsstraat 54 5113 TE Ulicoten T 013-519 9458 Postel 8 5711 ET Someren T 0493 745 015

Nadere informatie

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING Dijkstraat 51 GEMEENTE ASTEN

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING Dijkstraat 51 GEMEENTE ASTEN RUIMTELIJKE ONDERBOUWING Dijkstraat 51 GEMEENTE ASTEN Van Dun Advies BV Dorpsstraat 54 5113 TE Ulicoten T: 013-519 9458 F: 013-519 9727 E: info@vandunadvies.nl www.vandunadvies.nl Rabobank 15.23.05.149

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing kleinschalige uitbreiding olfantenstal Heiderschoor 24 te Mierlo Luchtfoto perceel Heiderschoor 24

Ruimtelijke onderbouwing kleinschalige uitbreiding olfantenstal Heiderschoor 24 te Mierlo Luchtfoto perceel Heiderschoor 24 Pagina 1 van 5 Ruimtelijke onderbouwing kleinschalige uitbreiding olfantenstal Heiderschoor 24 te Mierlo Luchtfoto perceel Heiderschoor 24 Pagina 2 van 5 Inleiding Op donderdag 3 april 2014 is door Dierenrijk

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing Hollandseweg 19, Someren. Gemeente Someren

Ruimtelijke onderbouwing Hollandseweg 19, Someren. Gemeente Someren Ruimtelijke onderbouwing Hollandseweg 19, Someren Gemeente Someren Opdrachtgever: Projectlocatie: Dhr. N.H.L. Michiels Hollandseweg 19 5712RM Someren Hollandseweg 19, Someren Projectnummer: 16418-001 Datum:

Nadere informatie

Bestemmingsplan Buitengebied Zundert, vormverandering agrarisch bouwblok Hazeldonksestraat 2B, Rijsbergen. Toelichting/ ruimtelijke onderbouwing

Bestemmingsplan Buitengebied Zundert, vormverandering agrarisch bouwblok Hazeldonksestraat 2B, Rijsbergen. Toelichting/ ruimtelijke onderbouwing vormverandering agrarisch bouwblok Hazeldonksestraat 2B, Rijsbergen. Toelichting/ ruimtelijke onderbouwing Opgesteld door: Provincie Noord-Brabant 19-05-2016 S.M.Verhaart- Menken Versie: 3_19-05-2016 Inhoud

Nadere informatie

Relevante artikelen Verordening ruimte Noord-Brabant

Relevante artikelen Verordening ruimte Noord-Brabant Bijlage 3 Relevante artikelen Verordening ruimte Noord-Brabant Artikel 2.1 - Zorgplicht voor ruimtelijke kwaliteit 1. Een bestemmingsplan dat voorziet in een ruimtelijke ontwikkeling buiten bestaand stedelijk

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing speelterrein Netersel

Ruimtelijke onderbouwing speelterrein Netersel Ruimtelijke onderbouwing speelterrein Netersel Inleiding en planbeschrijving In Netersel is in de huidige situatie een speelterrein gelegen (zie figuur 1). Dat speelterrein is deels binnen het plangebied

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing Leveroyseweg 14, Heythuysen

Ruimtelijke onderbouwing Leveroyseweg 14, Heythuysen Ruimtelijke onderbouwing Leveroyseweg 14, Heythuysen Inleiding Initiatiefnemer heeft een agrarisch bouwvlak aan Leveroyseweg 14 te Heythuysen. Op deze locatie worden varkens gehouden op extensieve wijze.

Nadere informatie

15003 RO VERPLAATSEN VLAAMSE SCHUUR LANGEREIT 14

15003 RO VERPLAATSEN VLAAMSE SCHUUR LANGEREIT 14 15003 RO VERPLAATSEN VLAAMSE SCHUUR LANGEREIT 14 Ordito b.v. Postbus 94 5126 ZH Gilze E info@ordito.nl T 0161 801 022 I www.ordito.nl KVK 54 811 554 1. Inleiding 3 1.1 Aanleiding 3 1.2 Ligging en begrenzing

Nadere informatie

Zienswijze ontwerp-bestemmingsplan Molenweg 5-5a Hoogeloon

Zienswijze ontwerp-bestemmingsplan Molenweg 5-5a Hoogeloon Van Provincie Noord-Brabant Aan Gemeente Bladel Onderwerp Zienswijze ontwerp-bestemmingsplan Molenweg 5-5a Hoogeloon Ter attentie van Zaak identificatie 07-11-2017

Nadere informatie

Omgevingsvergunning Ruimtelijke onderbouwing Duifhuizerweg perceel Uden, P, 983 te Uden. concept

Omgevingsvergunning Ruimtelijke onderbouwing Duifhuizerweg perceel Uden, P, 983 te Uden. concept Omgevingsvergunning Ruimtelijke onderbouwing Duifhuizerweg perceel Uden, P, 983 te Uden concept Ruimtelijke onderbouwing Duifhuizerweg perceel Uden, P, 983 te Uden DLV Dier Groep B.V. Adviseur / projectleider

Nadere informatie

Verlengen stal op het perceel Dorpsstraat 74 te Zuidlaarderveen

Verlengen stal op het perceel Dorpsstraat 74 te Zuidlaarderveen Verlengen stal op het perceel Dorpsstraat 74 te Zuidlaarderveen NL.IMRO.1730.ABdorpsstr74zuidlv-0301 Projectgebied Situatie Dorpsstraat 74 Zuidlaarderveen 2 Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Huidige en beoogde

Nadere informatie

NOTA ZIENSWIJZE BESTEMMINGSPLAN Molenweg 5-5a Hoogeloon.

NOTA ZIENSWIJZE BESTEMMINGSPLAN Molenweg 5-5a Hoogeloon. NOTA ZIENSWIJZE BESTEMMINGSPLAN Molenweg 5-5a Hoogeloon. *17it.02805* Inleiding Het ontwerpbestemmingsplan Molenweg 5-5a Hoogeloon heeft van 5 oktober tot en met 15 november 2017 ter inzage gelegen. Gedurende

Nadere informatie

Ruimtelijke Onderbouwing. Meirweg 1a Lage Mierde

Ruimtelijke Onderbouwing. Meirweg 1a Lage Mierde Ruimtelijke Onderbouwing Meirweg 1a Lage Mierde Van Dun Advies BV Dorpsstraat 54 5113 TE Ulicoten T 013-519 9458 Postel 8 5711 ET Someren T 0493 745 015 E info@vandunadvies.nl I www.vandunadvies.nl F 013-519

Nadere informatie

G E M E E N T E G O I R L E W I J Z I G I N G S P L A N E E R S T E S C H O O R 4 ( G O I R L E ) G E M E E N T E

G E M E E N T E G O I R L E W I J Z I G I N G S P L A N E E R S T E S C H O O R 4 ( G O I R L E ) G E M E E N T E GEM EENTE GOIRLE WIJZIGING SPL AN EERSTE SCHOOR 4 (GOIRLE) G E M E E N T E : G O I R L E P L A N N U M M E R : NL.IMRO.0785.WP2012002EERSTESCH-VG01 S C H A A L V A N D E K A A R T : 1 : 1 0 0 0 S T A T

Nadere informatie

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING. Oprichten aanduidingsmast McDonald s Vlietweg 16 te Santpoort-Noord

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING. Oprichten aanduidingsmast McDonald s Vlietweg 16 te Santpoort-Noord RUIMTELIJKE ONDERBOUWING Oprichten aanduidingsmast McDonald s Vlietweg 16 te Santpoort-Noord Ruimtelijke onderbouwing project Vlietweg 16 te Santpoort-Noord W12/000758/ OLO271413 INHOUD 1 Beschrijving

Nadere informatie

WIJZIGINGSPLAN ZORGBOERDERIJ BROEK 4, MARIAHOUT GEMEENTE LAARBEEK. 2 februari 2016 vastgesteld

WIJZIGINGSPLAN ZORGBOERDERIJ BROEK 4, MARIAHOUT GEMEENTE LAARBEEK. 2 februari 2016 vastgesteld WIJZIGINGSPLAN ZORGBOERDERIJ BROEK 4, MARIAHOUT 2 februari 2016 vastgesteld 52-007 GEMEENTE LAARBEEK 2 INHOUDSOPGAVE 1 Inleiding... 5 1.1 Algemeen... 5 1.2 Aanleiding en doel... 5 1.3 Plangebied... 6 1.4

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing

Ruimtelijke onderbouwing Ruimtelijke onderbouwing De Kouwe Noord 3, Geffen Gemeente Oss Raadhuislaan 2 5341 GM Oss T: 14 0412 F: 0412 642605 www.oss.nl RUIMTELIJKE ONDERBOUWING De Kouwe Noord 3 te Geffen Februari maart 2016 1

Nadere informatie

bestemmingsplan Ammerzoden herziening 2013, Hoge Heiligenweg 12 datum: 5 september 2013 projectnummer: R.2011 gemeente Maasdriel

bestemmingsplan Ammerzoden herziening 2013, Hoge Heiligenweg 12 datum: 5 september 2013 projectnummer: R.2011 gemeente Maasdriel bestemmingsplan Ammerzoden herziening 2013, Hoge Heiligenweg 12 status: vastgesteld datum: 5 september 2013 projectnummer: 202360R.2011 adviseurs: Jke / Wle gemeente Maasdriel Inhoudsopgave Hoofdstuk

Nadere informatie

Buitengebied e wijziging (Broekstraat 23 Wehl)

Buitengebied e wijziging (Broekstraat 23 Wehl) Buitengebied 2002 23e wijziging (Broekstraat 23 Wehl) Inhoudsopgave Toelichting 3 Hoofdstuk 1 Aanleiding en doel 3 Hoofdstuk 2 Plangebied 4 Hoofdstuk 3 Ruimtelijke - en milieuaspecten 5 Hoofdstuk 4 Landschappelijke

Nadere informatie

Toelichting behorende bij de binnenplanse wijziging van het. bestemmingsplan ex. Artikel 3.6 Wro. Weverwijk 7 rood te Meerkerk

Toelichting behorende bij de binnenplanse wijziging van het. bestemmingsplan ex. Artikel 3.6 Wro. Weverwijk 7 rood te Meerkerk Toelichting behorende bij de binnenplanse wijziging van het bestemmingsplan ex. Artikel 3.6 Wro Weverwijk 7 rood te Meerkerk Planstatus: Identificatienr: ontwerp NL.IMRO.0707.WPMKKWeverwijk7RD-ON01 Datum:

Nadere informatie

Blad 2. Beoordeling verzoek

Blad 2. Beoordeling verzoek Ruimtelijke onderbouwing voor het afwijken van het bestemmingsplan ten behoeve van het dempen van een kadesloot en verbreden van watergangen in de Wergeastermarpolder Door het Wetterskip Fryslân is een

Nadere informatie

Format Ruimtelijke Onderbouwing (versie 1, aug 2014) INHOUDSOPGAVE

Format Ruimtelijke Onderbouwing (versie 1, aug 2014) INHOUDSOPGAVE Format Ruimtelijke Onderbouwing (versie 1, aug 2014) INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDING 1.1. Algemeen 1.2. Aanleiding en doel 1.3. Plangebied 1.4. Leeswijzer 2. PLANBESCHRIJVING 2.1. Bestaande situatie 2.2. Gewenste

Nadere informatie

Wijzigingsplan Wyldpaed West 3 te Twijzelerheide ONTWERP

Wijzigingsplan Wyldpaed West 3 te Twijzelerheide ONTWERP Wijzigingsplan Wyldpaed West 3 te Twijzelerheide ONTWERP 1 INHOUDSOPGAVE Toelichting 3 1. Inleiding 3 1.1 Aanleiding 3 1.2 Begrenzing plangebied 3 1.3 Geldende bestemmingsplan / moederplan 4 1.4 Bestaande

Nadere informatie

BESTEMMINGSPLAN BUITENGEBIED PLANTLOON BEANTWOORDING ZIENSWIJZEN

BESTEMMINGSPLAN BUITENGEBIED PLANTLOON BEANTWOORDING ZIENSWIJZEN BESTEMMINGSPLAN BUITENGEBIED PLANTLOON BEANTWOORDING ZIENSWIJZEN Vastgesteld in de vergadering van de raad van de gemeente Loon op Zand van 5 juni 2014 1. INLEIDING Het ontwerpbestemmingsplan Buitengebied:

Nadere informatie

Toelichting. vastgesteld 23 februari Meeuwisdijk 9

Toelichting. vastgesteld 23 februari Meeuwisdijk 9 Toelichting vastgesteld 23 februari 2016 Meeuwisdijk 9 Hoofdstuk 1 Inleiding Het perceel Meeuwisdijk 9 in het noordelijk buitengebied van Etten-Leur heeft in het geldende bestemmingsplan Buitengebied (2013)

Nadere informatie

Toelichting Bestemmingsplan Westelbeersedijk 5 en Toekomstweg 6 te Diessen. Gemeente Hilvarenbeek

Toelichting Bestemmingsplan Westelbeersedijk 5 en Toekomstweg 6 te Diessen. Gemeente Hilvarenbeek Toelichting Bestemmingsplan Westelbeersedijk 5 en Toekomstweg 6 te Diessen Gemeente Hilvarenbeek Van Dun Advies BV Dorpsstraat 54 5113 TE Ulicoten T: 013-519 9458 F: 013-519 9727 E: info@vandunadvies.nl

Nadere informatie

Middelburg Loods Muidenweg. Wijzigingsplan

Middelburg Loods Muidenweg. Wijzigingsplan Middelburg Loods Muidenweg Wijzigingsplan Wijzigingsplan Loods Muidenweg Middelburg identificatie planstatus identificatiecode: datum: status: NL.IMRO.0687.BPWBGMMUI ON01 23 02 2015 ontwerp projectnummer:

Nadere informatie

Buitengebied - wijzigingsplan Provincialeweg Zuid

Buitengebied - wijzigingsplan Provincialeweg Zuid Buitengebied - wijzigingsplan Provincialeweg Zuid 31 2012 Gemeente Webadres gemeente Contactpersoon Woudrichem www.woudrichem.nl M. Poppen Opdrachtgever Contactpersoon De Bloemplaathoeve C. van Winden

Nadere informatie

CONCEPT regels Verordening ruimte 2014 naar aanleiding van de dialoog Brabants mestbeleid

CONCEPT regels Verordening ruimte 2014 naar aanleiding van de dialoog Brabants mestbeleid Bijlage 2 Bij statenmededeling Brabants Mestbeleid d.d. 15 november 2016 CONCEPT regels Verordening ruimte 2014 naar aanleiding van de dialoog Brabants mestbeleid 1. Definities Hokdierenhouderij Het houden

Nadere informatie

Gemeente Achtkarspelen (ontwerp) Ruimtelijke onderbouwing "bouwen van een woning op het perceel de Wide Pet 14 te Harkema"

Gemeente Achtkarspelen (ontwerp) Ruimtelijke onderbouwing bouwen van een woning op het perceel de Wide Pet 14 te Harkema Gemeente Achtkarspelen (ontwerp) Ruimtelijke onderbouwing "bouwen van een woning op het perceel de Wide Pet 14 te Harkema" 1. INLEIDING 1.1 Aanleiding voor de omgevingsvergunning met afwijking Op 18 december

Nadere informatie

Bouwplan voor het realiseren van een werktuigenberging

Bouwplan voor het realiseren van een werktuigenberging Ruimtelijke Onderbouwing Bouwplan voor het realiseren van een werktuigenberging Gemeente Tynaarlo September 2012 NL.IMRO.1730.ABYdermade3depunt-0301 Inhoudsopgave 2.1 Beschrijving van het projectgebied,

Nadere informatie

3. Gewenste ontwikkeling Milieu Planbeschrijving Inspraak Voorschriften Plankaart 10

3. Gewenste ontwikkeling Milieu Planbeschrijving Inspraak Voorschriften Plankaart 10 TOELICHTING 1. Inleiding 4 2. Bestaande situatie 4 2.1 Plangebied 4 2.2 Vigerende bestemmingsplan 4 2.3 bestaande situatie 5 3. Gewenste ontwikkeling 5 4. Milieu 5 5. Planbeschrijving 8 6. Inspraak 8 7.

Nadere informatie

AMER GEMEENTE NOORDOOSTPOLDER BESTEMMINGSPLAN LANDELIJK GEBIED 2004 WIJZIGING AANDUIDING INTENSIEVE VEEHOUDERIJ WIJZIGING MARKNESSERWEG 13

AMER GEMEENTE NOORDOOSTPOLDER BESTEMMINGSPLAN LANDELIJK GEBIED 2004 WIJZIGING AANDUIDING INTENSIEVE VEEHOUDERIJ WIJZIGING MARKNESSERWEG 13 GEMEENTE NOORDOOSTPOLDER BESTEMMINGSPLAN LANDELIJK GEBIED 2004 WIJZIGING AANDUIDING INTENSIEVE VEEHOUDERIJ WIJZIGING MARKNESSERWEG 13 EMMELOORD 2008 AMER ADVISEURS BV ZONNEHOF 43 381 1 ND AMERSFOORT TEL

Nadere informatie

Toelichting behorende bij de binnenplanse wijziging van het. bestemmingsplan ex. Artikel 3.6 Wro. Achterkade 4 en 4a te Meerkerk

Toelichting behorende bij de binnenplanse wijziging van het. bestemmingsplan ex. Artikel 3.6 Wro. Achterkade 4 en 4a te Meerkerk Toelichting behorende bij de binnenplanse wijziging van het bestemmingsplan ex. Artikel 3.6 Wro Achterkade 4 en 4a te Meerkerk Planstatus: Identificatienr: Ontwerp NL.IMRO.0707.WPMKKAchterkade4.ON01 Datum:

Nadere informatie

In het kader van het wettelijk vooroverleg heeft u ons om een reactie gevraagd op de voorontwerp-omgevingsvergunning Oirschotsedijk 52, Wintelre.

In het kader van het wettelijk vooroverleg heeft u ons om een reactie gevraagd op de voorontwerp-omgevingsvergunning Oirschotsedijk 52, Wintelre. Brabantlaan 1 Postbus 90151 5200 MC s-hertogenbosch Telefoon (073) 681 28 12 Fax (073) 614 11 15 Gemeente Eersel Postbus 12 5520 AA EERSEL info@brabant.nl www.brabant.nl IBAN NL86INGB0674560043 3825558

Nadere informatie

Onderstaand is uitsluitend de voor het onderhavige plan relevante regelgeving weergegeven.

Onderstaand is uitsluitend de voor het onderhavige plan relevante regelgeving weergegeven. Betreft : Bijlage 7: Toets aan het bestemmingsplan Locatie : Krite 23-25 te Boornbergum Van : J.M. Miellet, Exlan Datum : Februari 2016 Ter plaatse van het plangebied vigeert het bestemmingsplan Buitengebied

Nadere informatie

vastgesteld Wijziging Verordening ruimte 2014 ivm plan Korteveld ong (naast 14) te Nistelrode, Bernheze

vastgesteld Wijziging Verordening ruimte 2014 ivm plan Korteveld ong (naast 14) te Nistelrode, Bernheze vastgesteld Wijziging Verordening ruimte 2014 ivm plan Korteveld ong (naast 14) te Nistelrode, Bernheze Inhoudsopgave Regels 5 Hoofdstuk 1 Inleidende regels 5 Artikel 1 Begripsbepaling 5 Hoofdstuk 2 Algemene

Nadere informatie

Wijzigingsplan Grootweg 13a, Berkhout Bestemmingsplan Landelijk Gebied Koggenland, wijziging bedrijfswoning naar plattelandswoning

Wijzigingsplan Grootweg 13a, Berkhout Bestemmingsplan Landelijk Gebied Koggenland, wijziging bedrijfswoning naar plattelandswoning Wijzigingsplan Grootweg 13a, Berkhout Bestemmingsplan Landelijk Gebied Koggenland, wijziging bedrijfswoning naar plattelandswoning Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 1.1 Aanleiding 3 1.2 Beschrijving initiatief

Nadere informatie

Bestemmingsplan Buitengebied Noord, deelplan Noorder Hoofddiep 15 te Nieuweroord

Bestemmingsplan Buitengebied Noord, deelplan Noorder Hoofddiep 15 te Nieuweroord Bestemmingsplan Noorder Hoofddiep 15 te Nieuweroord Pagina 3 INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding 5 2. Bestaande situatie 5 2.1 Plangebied 5 2.2 Vigerende bestemmingsplan 5 2.3 bestaande situatie 6 3. Gewenste ontwikkeling

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing. Plattelandswoning Eilandseweg 18 a, Nederhorst den Berg

Ruimtelijke onderbouwing. Plattelandswoning Eilandseweg 18 a, Nederhorst den Berg Ruimtelijke onderbouwing Plattelandswoning Eilandseweg 18 a, Nederhorst den Berg In opdracht van G.C. Nagel december 2013 Ruimtelijke onderbouwing Plattelandswoning Eilandseweg 18 a Nederhorst den Berg

Nadere informatie

Vormvrije m.e.r.-beoordeling Veehouderij Epe

Vormvrije m.e.r.-beoordeling Veehouderij Epe Notitie Contactpersoon Floris Eenink Datum 20 februari 2013 Kenmerk N001-1215052FEE-evp-V01-NL 1.1 Aanleiding vormvrije m.e.r.-beoordeling De gemeente Epe is voornemens een agrarisch bouwperceel gelegen

Nadere informatie

Gemeente. Schijndel. Beleidsnotitie indieningsvereisten. Voor aanvragen omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.12, lid 1, onder a.

Gemeente. Schijndel. Beleidsnotitie indieningsvereisten. Voor aanvragen omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.12, lid 1, onder a. Gemeente Schijndel Voor aanvragen omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.12, lid 1, onder a., sub 2 Wabo 2 3 bij verzoeken om afwijken van het bestemmingsplan Inleiding Op 24 september 2014 is het

Nadere informatie

3. Toekomstige situatie Milieuaspecten Planbeschrijving Inspraak Voorschriften 7

3. Toekomstige situatie Milieuaspecten Planbeschrijving Inspraak Voorschriften 7 INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding 3 2. Bestaande situatie 3 2.1 Plangebied 3 2.2 Vigerende bestemmingsplan 3 2.3 bestaande situatie 4 3. Toekomstige situatie 4 4. Milieuaspecten 4 5. Planbeschrijving 4 6. Inspraak

Nadere informatie

Skuniadyk 14 te Bakhuizen

Skuniadyk 14 te Bakhuizen 28 e Ontwerp-wijzigingsplan ex artikel 3.6 lid 1 onder a Wro van het Bestemmingsplan Buitengebied van de gemeente Gaasterlân-Sleat Skuniadyk 14 te Bakhuizen G E M E E N T E G A A S T E R L Â N - S L E

Nadere informatie

Namens cliënte, familie Van Kessel, woonachtig aan de Kwadestaartweg 10 te (5752 PV) Deurne, richt ik mij tot u met het volgende.

Namens cliënte, familie Van Kessel, woonachtig aan de Kwadestaartweg 10 te (5752 PV) Deurne, richt ik mij tot u met het volgende. Afz. Kerkstraat 2, 6095 BE Baexem College van Burgemeester en Wethouders van Deurne Postbus 3 5750 AA DEURNE Datum Betreft Ons kenmerk 4 februari 2014 Verzoek om omgevingsvergunning t.b.v. mantelzorg T19221.02.001/HAR

Nadere informatie

Provinciaal blad van Noord-Brabant

Provinciaal blad van Noord-Brabant Provinciaal blad van Noord-Brabant ISSN: 0920-1408 Onderwerp Wijziging Verordening ruimte i.v.m. bp Broeksche Erven, Nuenen Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Bijlage(n) 3 - gelezen het verzoek van

Nadere informatie

Ontwerp Wijzigingsplan. Ballumerweg 23 te Nes Ameland

Ontwerp Wijzigingsplan. Ballumerweg 23 te Nes Ameland Ontwerp Wijzigingsplan Ballumerweg 23 te Nes Ameland Ontwerp Wijzigingsplan Ballumerweg 23 te Nes Ameland Inhoud Toelichting op wijzigingsplan 1. Beschrijving van het plan 2. Beleidskader 3. Omgevingsaspecten

Nadere informatie

Wijzigingsplan Baarsdorpermeer 4, Zuidermeer Bestemmingsplan Landelijk Gebied Koggenland, wijziging bedrijfswoning naar plattelandswoning

Wijzigingsplan Baarsdorpermeer 4, Zuidermeer Bestemmingsplan Landelijk Gebied Koggenland, wijziging bedrijfswoning naar plattelandswoning Wijzigingsplan Baarsdorpermeer 4, Zuidermeer Bestemmingsplan Landelijk Gebied Koggenland, wijziging bedrijfswoning naar plattelandswoning *D14.001905* D14.001905 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 1.1 Aanleiding

Nadere informatie

GEMEENTE HOOGEVEEN. Wijzigingsplan Buitengebied Noord, deelplan Noorderhoofddiep 16 te Nieuweroord. Vastgesteld

GEMEENTE HOOGEVEEN. Wijzigingsplan Buitengebied Noord, deelplan Noorderhoofddiep 16 te Nieuweroord. Vastgesteld GEMEENTE HOOGEVEEN Wijzigingsplan Noorderhoofddiep 16 te Nieuweroord Vastgesteld 18 Mei 2010 INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding 3 2. Bestaande situatie 3 2.1 Plangebied 3 2.2 Vigerende bestemmingsplan 3 2.3 Toelichting

Nadere informatie

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING Omgevingsvergunning Hollewandsweg 28

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING Omgevingsvergunning Hollewandsweg 28 RUIMTELIJKE ONDERBOUWING Omgevingsvergunning Hollewandsweg 28 2/11 Inhoudsopgave RUIMTELIJKE ONDERBOUWING 5 Hoofdstuk 1 Inleiding 5 Hoofdstuk 2 Aanvraag omgevingsvergunning 5 Hoofdstuk 3 Geldende planologische

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing. Aanleg carpoolvoorziening Noorderhogeweg Drachten

Ruimtelijke onderbouwing. Aanleg carpoolvoorziening Noorderhogeweg Drachten Ruimtelijke onderbouwing Aanleg carpoolvoorziening Noorderhogeweg Drachten 1. Inleiding 1.1. Aanleiding Op 2 september 2013 is een omgevingsvergunning aangevraagd door de provincie Fryslân voor de aanleg

Nadere informatie

GEMEENTE BUREN. Ruimtelijke onderbouwing Hendriklaan 15 16, Beusichem

GEMEENTE BUREN. Ruimtelijke onderbouwing Hendriklaan 15 16, Beusichem GEMEENTE BUREN Ruimtelijke onderbouwing Hendriklaan 15 16, Beusichem Projectnr. 061-076 / 27 januari 2016 INHOUD BLZ 1 INLEIDING... 3 1.1 Aanleiding en doelstelling... 3 1.2 Plangebied... 4 1.3 Geldend

Nadere informatie

Buitengebied e wijziging (Broekhuizerstraat 2 Wehl)

Buitengebied e wijziging (Broekhuizerstraat 2 Wehl) Buitengebied - 2012 3e wijziging (Broekhuizerstraat 2 Wehl) Toelichting Ontwerp Inhoudsopgave T oelichting Hoofdstuk 1 5 Inleiding 7 1.1 Aanleiding en doel 7 1.2 Plangebied 7 1.3 Geldende bestemmingsplannen

Nadere informatie

Landelijk gebied, percelen rond Kiebergerweg 2

Landelijk gebied, percelen rond Kiebergerweg 2 Landelijk gebied, percelen rond Kiebergerweg 2 NL.IMRO.0037.BP1303-vs01 25 augustus 2014 blz. 2 Gemeente Stadskanaal Inhoudsopgave Toelichting 3 Hoofdstuk 1 Inleiding 5 1.1 Aanleiding 5 1.2 Plangebied

Nadere informatie

Westvoorne. Vogelwerende voorziening Trafostation Ommeloopweg Tinte. Ruimtelijke onderbouwing. 101502.17477.00 31-10-2012 definitief

Westvoorne. Vogelwerende voorziening Trafostation Ommeloopweg Tinte. Ruimtelijke onderbouwing. 101502.17477.00 31-10-2012 definitief Westvoorne Vogelwerende voorziening Trafostation Ommeloopweg Tinte Ruimtelijke onderbouwing identificatie planstatus projectnummer: datum: status: 101502.17477.00 31-10-2012 definitief projectleider: opdrachtgever:

Nadere informatie

Wijzigingsplan Zandertje 17 te Breskens. Vastgesteld door Gedeputeerde Staten van Zeeland d.d. 24 september 2013 (NL.IMRO.9929.WBZandertje17-VA01)

Wijzigingsplan Zandertje 17 te Breskens. Vastgesteld door Gedeputeerde Staten van Zeeland d.d. 24 september 2013 (NL.IMRO.9929.WBZandertje17-VA01) Wijzigingsplan Zandertje 17 te Breskens Vastgesteld door Gedeputeerde Staten van Zeeland d.d. 24 september 2013 (NL.IMRO.9929.WBZandertje17-VA01) 1 1. Planbeschrijving 1.1 Beschrijving project Provincie

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing. behorend bij de aanvraag van een omgevingsvergunning voor de herbouw van een kleedruimte aan de Pierswijk te Marum

Ruimtelijke onderbouwing. behorend bij de aanvraag van een omgevingsvergunning voor de herbouw van een kleedruimte aan de Pierswijk te Marum Ruimtelijke onderbouwing behorend bij de aanvraag van een omgevingsvergunning voor de herbouw van een kleedruimte aan de Pierswijk te Marum Initiatiefnemer: IJsvereniging Samenwerking Marum-Nuis Aanvraagnummer:

Nadere informatie

Gemeente Achtkarspelen Projectbesluit Veranderen erf bij de woning Skieppedrifte 5 te Drogeham Ruimtelijke onderbouwing

Gemeente Achtkarspelen Projectbesluit Veranderen erf bij de woning Skieppedrifte 5 te Drogeham Ruimtelijke onderbouwing Gemeente Achtkarspelen Projectbesluit Veranderen erf bij de woning Skieppedrifte 5 te Drogeham Ruimtelijke onderbouwing 1. INLEIDING 1.1 Aanleiding voor het projectbesluit Op 15 januari 2010 is er een

Nadere informatie

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING. Herinrichting parkeerterrein sportpark Rooswijk Rooswijklaan 4 te Velsen-Noord

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING. Herinrichting parkeerterrein sportpark Rooswijk Rooswijklaan 4 te Velsen-Noord RUIMTELIJKE ONDERBOUWING Herinrichting parkeerterrein sportpark Rooswijk Rooswijklaan 4 te Velsen-Noord 28 februari 2013 INHOUD 1 Beschrijving project en locatie...3 2 Planologisch kader...4 2.1 Vigerend

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing Clermontstraat 10 te Margraten. Gemeente Eijsden-Margraten

Ruimtelijke onderbouwing Clermontstraat 10 te Margraten. Gemeente Eijsden-Margraten Ruimtelijke onderbouwing Clermontstraat 10 te Margraten Ruimtelijke onderbouwing Clermontstraat 10 te Margraten Datum: 7 april 2014 Projectgegevens: ROB01-0252620-01B TEK01-0252620-01A Identificatienummer:

Nadere informatie

Bijlage 1. Onderbouwing Zuidrand De Mortel, fase 1 volgens de Verordening Ruimte

Bijlage 1. Onderbouwing Zuidrand De Mortel, fase 1 volgens de Verordening Ruimte Bijlage 1 Onderbouwing Zuidrand De Mortel, fase 1 volgens de Verordening Ruimte Onderbouwing Zuidrand De Mortel, fase 1 volgens Verordening Ruimte, fase 2 In onderstaande tabel geeft de gemeente Gemert-Bakel

Nadere informatie

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING RUIMTELIJKE ONDERBOUWING PROJECT: Uitbreiding woning aan de Broekdijk 3 Kesteren PROJECTNR: 12025 OPDRACHTGEVER: Fam. M. Heijnis Broekdijk 3 4041 CT Kesteren DATUM: 8 april 2013 Ruimtelijke onderbouwing

Nadere informatie

*Z04630B9E6E* Ruimtelijke onderbouwing. Bouwen van een loods op het perceel Westerweg 21 Ouddorp. Initiatiefnemer: Maatschap Aleman-Sperling

*Z04630B9E6E* Ruimtelijke onderbouwing. Bouwen van een loods op het perceel Westerweg 21 Ouddorp. Initiatiefnemer: Maatschap Aleman-Sperling *Z04630B9E6E* Registratienummer: Z -14-38204 / 39321 Ruimtelijke onderbouwing Bouwen van een loods op het perceel Westerweg 21 Ouddorp Initiatiefnemer: Maatschap Aleman-Sperling Opgemaakt: 16 april 2015

Nadere informatie

Gasthuisbergweg 18 te Wijchen

Gasthuisbergweg 18 te Wijchen Ruimtelijke onderbouwing Auteur E.C. Philips-Jackson MSc Verificatie ing. M. Pleijsier Versie 2 Bestand Document1 Graafsebaan 67, 5248 JT Rosmalen Postbus 37, 5240 AA Rosmalen Nederland Telefoon +31 (0)73

Nadere informatie

Toelichting bestemmingsplan. Schaiksedijk 12 en omgeving, Riethoven

Toelichting bestemmingsplan. Schaiksedijk 12 en omgeving, Riethoven Toelichting bestemmingsplan Schaiksedijk 12 en omgeving, Riethoven Van Dun Advies BV Dorpsstraat 54 5113 TE Ulicoten T 013-519 9458 Postel 8 5711 ET Someren T 0493 745 015 E info@vandunadvies.nl I www.vandunadvies.nl

Nadere informatie

weigeren verklaring van geen bedenkingen ten behoeve van aanvraag omgevingsvergunning Meirweg 1a in Lage Mierde

weigeren verklaring van geen bedenkingen ten behoeve van aanvraag omgevingsvergunning Meirweg 1a in Lage Mierde Raadsvoorstel Onderwerp: Datum voorstel: 20 februari 2018 Vergaderdatum: 27 februari 2018 Registratienr.: 008-2018 Agendapunt 7 weigeren verklaring van geen bedenkingen ten behoeve van aanvraag omgevingsvergunning

Nadere informatie

Gemeente Bergen Datum besluit Datum verzending: Nummer

Gemeente Bergen Datum besluit Datum verzending: Nummer Omgevingsvergunning (artikel 2.1, 2.2 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht) Gemeente Bergen Datum besluit Datum verzending: Nummer 2011.00165 Gezien het verzoek ingediend door: N.V. Nederlandse

Nadere informatie

Gemeente Achtkarspelen Ruimtelijke onderbouwing 'het uitbreiden van de woning met een aanbouw' op het perceel de Wedze 22a te Twijzel

Gemeente Achtkarspelen Ruimtelijke onderbouwing 'het uitbreiden van de woning met een aanbouw' op het perceel de Wedze 22a te Twijzel Gemeente Achtkarspelen Ruimtelijke onderbouwing 'het uitbreiden van de woning met een aanbouw' op het perceel de Wedze 22a te Twijzel 1. INLEIDING 1.1 Aanleiding voor de omgevingsvergunning met afwijking

Nadere informatie

Toelichting bestemmingsplan. Berkheuvels 5, Valkenswaard

Toelichting bestemmingsplan. Berkheuvels 5, Valkenswaard Toelichting bestemmingsplan Berkheuvels 5, Valkenswaard Van Dun Advies BV Dorpsstraat 54 5113 TE Ulicoten T 013-519 9458 Postel 8 5711 ET Someren T 0493 745 015 E info@vandunadvies.nl I www.vandunadvies.nl

Nadere informatie

QUICK SCAN FLORA EN FAUNA. Heilleweg 21 te Sluis

QUICK SCAN FLORA EN FAUNA. Heilleweg 21 te Sluis QUICK SCAN FLORA EN FAUNA Heilleweg 21 te Sluis 1 QUICK SCAN FLORA EN FAUNA Heilleweg 21 te Sluis Opdrachtgever: A.C. Dingemans Heilleweg 21 4524 KL Sluis Opgesteld door: ZLTO Advies Cereshof 4 4463 XH

Nadere informatie

GEMEENTE SON EN BREUGEL

GEMEENTE SON EN BREUGEL GEMEENTE SON EN BREUGEL Bestemmingsplan Buitengebied; Driehoek 7 Toelichting NL.IMRO.0848.BP813BUITENGEBIED-VA01/ Vastgesteld Projectnr. 021-012 / 19 december 2013 INHOUD BLZ 1. INLEIDING... 3 2. BESTAANDE

Nadere informatie

RO Wielemakersbaan 6 Ride by the Sea

RO Wielemakersbaan 6 Ride by the Sea RO Wielemakersbaan 6 Ride by the Sea 2 Inhoudsopgave Ruimtelijke Onderbouwing 3 Hoofdstuk 1 Inleiding 5 1.1. Aanleiding en doel 1.2. Ligging plangebied 1.3. Geldend bestemmingsplan 1.4. Leeswijzer Hoofdstuk

Nadere informatie

Toelichting 1 Inleiding 2 Beleidskader 3 Beoordeling

Toelichting 1 Inleiding 2 Beleidskader 3 Beoordeling Toelichting Wijzigingsplan i.c. bestemmingsplan Buitengebied Sanjesreed 8c Oentsjerk (dagbesteding Bûtenút) 1 Inleiding Werk- en dagbesteding Bûtenút is gevestigd op een deel van de voormalige PTC+ locatie

Nadere informatie

GEMEENTE BAARLE-NASSAU. Wijzigingsplan Buitengebied 2008, partiële wijziging Wilhelminastraat 18

GEMEENTE BAARLE-NASSAU. Wijzigingsplan Buitengebied 2008, partiële wijziging Wilhelminastraat 18 GEMEENTE BAARLE-NASSAU Wijzigingsplan Buitengebied 2008, partiële wijziging Wilhelminastraat 18 Inhoud 1: Toelichting 2: Verbeelding Gemeente: Baarle-Nassau Status van het plan: Vastgesteld oktober 2013

Nadere informatie

Wijziging Verordening ruimte 2014, actualisatie 2017

Wijziging Verordening ruimte 2014, actualisatie 2017 Wijziging Verordening ruimte 2014, actualisatie 2017 Nota van wijzigingen Vastgesteld Gedeputeerde Staten Datum 13 juni 2017 1 Inleiding Voor u ligt de Nota van wijzigingen behorende bij de Wijziging

Nadere informatie

Duinkampen 23 te Paterswolde

Duinkampen 23 te Paterswolde Duinkampen 23 te Paterswolde Projectgebied. Duinkampen 23 Paterswolde 1. Inleiding Deze ruimtelijke onderbouwing is opgesteld voor het bouwen van een bijgebouw, het plaatsen van een schutting en twee kunstwerken

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing. Oirschotseweg 76, Moergestel (gemeente Oisterwijk)

Ruimtelijke onderbouwing. Oirschotseweg 76, Moergestel (gemeente Oisterwijk) Ruimtelijke onderbouwing Oirschotseweg 76, Moergestel (gemeente Oisterwijk) Van Dun Advies BV Dorpsstraat 54 5113 TE Ulicoten T 013-519 9458 Postel 8 5711 ET Someren T 0493 745 015 E info@vandunadvies.nl

Nadere informatie

Toelichting Wijzigingsplan Buitengebied, Lage Klappenberg 55. vastgesteld: 20 januari 2016

Toelichting Wijzigingsplan Buitengebied, Lage Klappenberg 55. vastgesteld: 20 januari 2016 Toelichting Wijzigingsplan Buitengebied, Lage Klappenberg 55 vastgesteld: 20 januari 2016 Hoofdstuk 1 Inleiding Meneer Pertijs, Lage Klappenberg 55 te Etten-Leur is eigenaar van een agrarisch bedrijf in

Nadere informatie

Vormverandering bouwvlak Gever 6

Vormverandering bouwvlak Gever 6 Vormverandering bouwvlak Gever 6 wijzigingsplan Vormverandering bouwvlak Gever 6 Inhoudsopgave Toelichting 3 2 wijzigingsplan "Vormverandering bouwvlak Gever 6" ( vastgesteld) wijzigingsplan Vormverandering

Nadere informatie

*Z073B5B20C6* Ruimtelijke onderbouwing. ten behoeve van het bouwen van het wijzigen van het bouwvlak op het perceel Oudelandsedijk 4b te Dirksland

*Z073B5B20C6* Ruimtelijke onderbouwing. ten behoeve van het bouwen van het wijzigen van het bouwvlak op het perceel Oudelandsedijk 4b te Dirksland *Z073B5B20C6* Ruimtelijke onderbouwing ten behoeve van het bouwen van het wijzigen van het bouwvlak op het perceel Oudelandsedijk 4b te Dirksland Initiatiefnemer: Franzen Landbouw Oudelandsedijk 4b 3247

Nadere informatie

Projectafwijkingsbesluit. Locatie: Laarakkerdijk 4-6 te Reusel

Projectafwijkingsbesluit. Locatie: Laarakkerdijk 4-6 te Reusel Projectafwijkingsbesluit Locatie: Laarakkerdijk 4-6 te Reusel Van Dun Advies BV Dorpsstraat 54 5113 TE Ulicoten T 013-519 9458 Postel 8 5711 ET Someren T 0493 745 015 E info@vandunadvies.nl I www.vandunadvies.nl

Nadere informatie

Gemeente Achtkarspelen (ontwerp) Ruimtelijke onderbouwing "het realiseren van 15 camperplaatsen Blauhûsterwei 49 te Boelenslaan"

Gemeente Achtkarspelen (ontwerp) Ruimtelijke onderbouwing het realiseren van 15 camperplaatsen Blauhûsterwei 49 te Boelenslaan Gemeente Achtkarspelen (ontwerp) Ruimtelijke onderbouwing "het realiseren van 15 camperplaatsen Blauhûsterwei 49 te Boelenslaan" 1. INLEIDING 1.1 Aanleiding voor de omgevingsvergunning met afwijking Op

Nadere informatie

Toelichting wijzigingsplan. Wijzigingsplan Frans Kuypersstraat 8 en Berktweg 1a, Haaren

Toelichting wijzigingsplan. Wijzigingsplan Frans Kuypersstraat 8 en Berktweg 1a, Haaren Toelichting wijzigingsplan Wijzigingsplan Frans Kuypersstraat 8 en Berktweg 1a, Haaren Van Dun Advies BV Dorpsstraat 54 5113 TE Ulicoten T 013-519 9458 Postel 8 5711 ET Someren T 0493 745 015 E info@vandunadvies.nl

Nadere informatie

3. Gewenste ontwikkeling Milieu Planbeschrijving Inspraak Voorschriften 7

3. Gewenste ontwikkeling Milieu Planbeschrijving Inspraak Voorschriften 7 TOELICHTING INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding 3 2. Bestaande situatie 3 2.1 Plangebied 3 2.2 Vigerende bestemmingsplan 3 2.3 bestaande situatie 4 3. Gewenste ontwikkeling 4 4. Milieu 4 5. Planbeschrijving 6 6.

Nadere informatie

O M G E V I N G S V E R G U N N I N G (ONTWERP) 506-2012

O M G E V I N G S V E R G U N N I N G (ONTWERP) 506-2012 O M G E V I N G S V E R G U N N I N G (ONTWERP) 506-2012 Burgemeester en Wethouders hebben op 26 oktober 2012 van Geologistiek BV, Idzardaweg 90, 8476 EP TER IDZARD, een aanvraag voor een omgevingsvergunning

Nadere informatie

Wijzigingsplan. Leliëndaalseweg 7 Middelburg. ontwerp vastgesteld. 14 maart mei 2013 NUMRO.0687.BPWBGMLEL-ON99 NL.IMRO.0687.

Wijzigingsplan. Leliëndaalseweg 7 Middelburg. ontwerp vastgesteld. 14 maart mei 2013 NUMRO.0687.BPWBGMLEL-ON99 NL.IMRO.0687. Wijzigingsplan Leliëndaalseweg 7 Middelburg NUMRO.0687.BPWBGMLEL-ON99 NL.IMRO.0687.BPWBGMLEL-VG99 14 maart 2013 14 mei 2013 ontwerp vastgesteld Inhoudsopgave I. Toelichting II. Regels III. Verbeelding

Nadere informatie

Wijzigingsplan De Wedze 22c te Twijzel

Wijzigingsplan De Wedze 22c te Twijzel Wijzigingsplan De Wedze 22c te Twijzel 1 INHOUDSOPGAVE 3 1.1 Aanleiding 3 1.2 Bestemmingsplan 3 1.3 Planologische beoordeling 4 1.4 Toelichting bestemmingsplan Buitengebied 7 1.5 Zienswijzen 8 Bijlage:

Nadere informatie

2 e Plan van wijziging Globaal Bestemmingsplan Houten Vinex. Houtensewetering naast 45

2 e Plan van wijziging Globaal Bestemmingsplan Houten Vinex. Houtensewetering naast 45 2 e Plan van wijziging Globaal Bestemmingsplan Houten Vinex Houtensewetering naast 45 2 Toelichting 1 Inleiding 1.1 Aanleiding 1.2 Vigerend bestemmingsplan 1.3 Bestemmingsplan 2 Gebieds- en projectbeschrijving

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing

Ruimtelijke onderbouwing Ruimtelijke onderbouwing Vijf onderkomens voor recreatieve overnachtingen bij camping aan Drachtster Heawei 38 De Veenhoop 1 2 RUIMTELIJKE ONDERBOUWING VIJF RECREATIEVE ONDERKOMENS DRACHTSTER HEAWEI 38

Nadere informatie

Proactieve aanwijzing Windpark Kabeljauwbeek, Woensdrecht

Proactieve aanwijzing Windpark Kabeljauwbeek, Woensdrecht Proactieve aanwijzing Windpark Kabeljauwbeek, Woensdrecht Inhoudsopgave Regels Bookmark not defined. 3 Error! Hoofdstuk 1 Inleidende regels 3 Artikel 1 Begripsbepalingen 3 Hoofdstuk 2 Algemene regels Artikel

Nadere informatie

1. Eindhovenseweg 39 Boxtel

1. Eindhovenseweg 39 Boxtel 1. Eindhovenseweg 39 Boxtel Ontwikkeling Realisatie van een bed&breakfast of kleinschalig motel, alsmede het bestemmingsplan in overeenstemming brengen met de vergunde situatie op het gebied van de bestaande

Nadere informatie

Gemeente Woerden. Toetsing aan de wijzigingsregels Teckop 11 in Kamerik

Gemeente Woerden. Toetsing aan de wijzigingsregels Teckop 11 in Kamerik Gemeente Woerden Toetsing aan de wijzigingsregels Teckop 11 in Kamerik Verantwoording Titel Toetsing aan de wijzigingsregels ten behoeve van het wijzigen van de agrarische bestemming van het perceel Teckop

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing. Oirschotseweg 76, Moergestel (gemeente Oisterwijk)

Ruimtelijke onderbouwing. Oirschotseweg 76, Moergestel (gemeente Oisterwijk) Ruimtelijke onderbouwing Oirschotseweg 76, Moergestel (gemeente Oisterwijk) Van Dun Advies BV Dorpsstraat 54 5113 TE Ulicoten T 013-519 9458 Postel 8 5711 ET Someren T 0493 745 015 E info@vandunadvies.nl

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing

Ruimtelijke onderbouwing Ruimtelijke onderbouwing Uitbreiding ligboxenstal Drachtster Heawei 30 De Veenhoop Ruimtelijke onderbouwing voor uitbreiding ligboxenstal Drachtster Heawei 30 De Veenhoop 1 Ruimtelijke onderbouwing voor

Nadere informatie

GEMEENTE HOOGEVEEN. BESTEMMINGSPLAN Buitengebied Zuid Herziening 2007, deelplan Trambaan 5 te Nieuweroord

GEMEENTE HOOGEVEEN. BESTEMMINGSPLAN Buitengebied Zuid Herziening 2007, deelplan Trambaan 5 te Nieuweroord GEMEENTE HOOGEVEEN BESTEMMINGSPLAN Buitengebied Zuid Herziening 2007, deelplan Trambaan 5 te Nieuweroord 15 Juni 2009 INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding 3 2. Bestaande situatie 3 2.1 Plangebied 3 2.2 Vigerende

Nadere informatie

Nieuwe bedrijfslocaties

Nieuwe bedrijfslocaties E c o l o g i s c h e i n v e n t a r i s a t i e Om de uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan Midwolda-Nieuwlandseweg Arts/Rulo te toetsen, is een ecologische inventarisatie uitgevoerd. Tevens is gekeken

Nadere informatie

Toelichting. Wijzigingsplan Sander-Banken, Sander 30

Toelichting. Wijzigingsplan Sander-Banken, Sander 30 Toelichting Wijzigingsplan Sander-Banken, Sander 30 Inleiding De erven van Eekelen hebben verzocht om een extra bebouwingsvlak toe te kennen voor het in hun bezit zijnde perceel Sander 30. Het perceel

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing. Realisatie groepsaccommodatie voormalig ligboxstal Manjepetswei 19 Oudega

Ruimtelijke onderbouwing. Realisatie groepsaccommodatie voormalig ligboxstal Manjepetswei 19 Oudega Ruimtelijke onderbouwing Realisatie groepsaccommodatie voormalig ligboxstal Manjepetswei 19 Oudega Realisatie groepsaccommodatie voormalig ligboxstal Manjepetswei 19 Oudega Inhoudsopgave 1. Inleiding...

Nadere informatie

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING. Realisatie kunstwerk Bestemming Drachten Markeringspunt Noord

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING. Realisatie kunstwerk Bestemming Drachten Markeringspunt Noord RUIMTELIJKE ONDERBOUWING Realisatie kunstwerk Bestemming Drachten Markeringspunt Noord 1. Inleiding 1.1 Aanleiding Er is een aanvraag om omgevingsvergunning ingediend voor de realisatie van een kunstwerk

Nadere informatie