CHEMIE-PACK MOERDIJK Achtergronddocument behorend bij het Feitenrelaas inzake de vergunningsituatie en het toezicht

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "CHEMIE-PACK MOERDIJK Achtergronddocument behorend bij het Feitenrelaas inzake de vergunningsituatie en het toezicht"

Transcriptie

1 CHEMIE-PACK MOERDIJK Achtergronddocument behorend bij het Feitenrelaas inzake de vergunningsituatie en het toezicht Datum 4 maart 2011 Pagina 1 van 113

2 Colofon Ministerie van Infrastructuur en Milieu VROM-Inspectie Directie Uitvoering Rijnstraat 8 Postbus BD Den Haag Pagina 2 van 113

3 Inhoud 1 Bedrijfssituatie Juridisch kader voor het bedrijf Chemie-Pack Taakuitvoering bevoegd gezag en Rijksinspecties Vergunningsituatie Chemie-Pack Toezichtsituatie Chemie-Pack Chronologisch overzicht toezichtsmomenten Overzicht documenten toezicht Analyse toezichtsituatie Brzo Gevaarlijke stoffen Laden en lossen Brandveiligheid Bluswateropvang Voorkomen van brand en explosie Kaarten en plattegronden Kaart omgeving Chemie-Pack Plattegrond Chemie-Pack Opvangcapaciteit Bronnenmateriaal Afkortingenlijst Pagina 3 van 113

4 Dit document is de neerslag van het dossieronderzoek naar de vergunning- en toezichtsituatie bij Chemie-Pack Vlasweg 4 te Moerdijk naar aanleiding van de brand op 5 januari Het is de ondergrond voor het feitenrelaas dat opgesteld is en aan de Staatssecretaris van I&M is aangeboden voor de behandeling van het onderwerp Externe Veiligheid in het AO van 9 maart De onderzochte onderwerpen zijn gekozen vanwege de relevantie met brand en risico s. In de afbakening in het feitenrelaas is hierover geschreven. De onderwerpen die in dit bronnendocument worden besproken zijn zeer verschillend van aard en inhoud. Het varieert van een beschrijving van een wettelijke taakuitvoering tot een specialistische beschrijving van zaken als blussystemen en stoffenopslag. De presentatie van de onderwerpen in dit document is dan ook niet noodgedwongen uniform neergezet. Er is gekozen om het onderwerp zo helder mogelijk neer te zetten waarmee de ondergrond voor het feitenrelaas kan worden teruggevonden. Pagina 4 van 113

5 1 Bedrijfssituatie Op basis van de informatie in de milieuvergunning en het VR 1 is een bedrijfsbeschrijving gemaakt. Deze is vooral gericht op brandrisico s en brandveiligheid. Het bedrijf is gelegen aan Vlasweg 4 te Moerdijk. 2 Aard van de inrichting Chemie-Pack Nederland B.V. is een industriële dienstverlenende onderneming voor de chemische sector. Het bedrijf bewerkt 3 en verpakt chemische producten (chemicaliën, mineralen, gewasbeschermingsmiddelen, schoonmaakmiddelen, oliën e.d. 4 ), die hun weg vinden over de gehele wereld. De activiteiten richten zich op: -verpakken van poeders en granulaten; -verpakken van vloeistoffen; -mengen van vloeistoffen en poeders; -verwarmen van water; -opslag; -reststoffenverwerking; -reconditioneren en herstellen van schadepartijen. Overige activiteiten op bedrijf: transport; douane; voorraadbeheer; inkoop verpakkingsmaterialen en producten. De opdrachtgevers van Chemie-Pack Nederland B.V. zijn afkomstig uit een groot aantal landen en werkzaam in diverse branches, zoals de chemische industrie, de rubberindustrie, land- en tuinbouw, offshore toelevering, de verfindustrie, logistieke dienstverlening en scheepvaart. Historisch overzicht Het onderstaande overzicht geeft een beeld van de geschiedenis van het bedrijf. In 1951 gestart als Zuid-Hollandse Loonbedrijven B.V. met als hoofdactiviteit het verpakken van levensmiddelen (cacao, Haagsche hopjes, gedroogde groenten). Vanaf 1957 als tweede activiteit het verpakken van gewasbeschermingsmiddelen en ongediertebestrijdingsmiddelen. In 1974 uiteengevallen in twee bedrijven. De Noord-Brabantse Loonbedrijven B.V. voor het verpakken van levensmiddelen en de Zuid-Hollandse loonbedrijven B.V. voor het verpakken van chemicaliën. In 1978 werd Chemie-Pack België N.V. opgericht, welke in 1988 werd verkocht. In 1982 werd Zuid-Hollandse Loonbedrijven B.V. de holding voor de werkmaatschappij Chemie-Pack Nederland B.V. welke is gevestigd aan de Vlasweg 4 op het industrieterrein Moerdijk. 1 Bron: VR, April 2010 en milieuvergunning Zie bijlage 12.1 Kaart omgeving Chemie-Pack. 3 Chemische reacties en omzettingen vinden niet plaats. 4 Milieuvergunning bladzijde 5 aanvraag. Pagina 5 van 113

6 Chemie-Pack Nederland B.V. is uitgegroeid tot een verpakkingsbedrijf met een oppervlakte van m 2. Het aantal medewerkers bedraagt nu circa 45, waarvan circa 35 in de productie. Het aandelenpakket is in handen van de familie Spiering welke de directie voert. Indeling van het terrein van de Inrichting 5 De directe omgeving van de inrichting is weergegeven in de omgevingskaart. Het terrein is rondom omgeven door een hekwerk. In dit hekwerk zijn twee toegangspoorten aangebracht. De hoofdpoort is gelegen aan Vlasweg 4 en is de enige toegang tot het terrein van de inrichting. De andere toegangspoort, die toegang geeft tot het terrein van Vlasweg 2, is bedoeld als vluchtmogelijkheid. De receptie is tijdens bedrijfsuren bemand, te weten van maandag tot en met donderdag van tot uur en vrijdag van tot uur. Het industrieterrein Moerdijk wordt met camera s bewaakt door Havenschap Moerdijk Communicatie Centrum (HMCC); tevens is er een samenwerkingsverband tussen de politie en een particuliere bewakingsdienst. In de inrichting kunnen in de volgende installatieonderdelen gevaarlijke stoffen voorkomen: voorraadhal I en II grondstoffen; opslag gevaarlijke stoffen opslaghal I en II (conform PGS 15 beschermingsniveau 1); opslag gevaarlijke stoffen opslaghal III (conform PGS 15 beschermingsniveau 3); productieruimtes 1 t/m 10 (poederafdeling); productieruimte algemeen; vloeistofruimte; tankopslag (10 tanks van 25 m 3 ); overkapte hal van tankopslag (afvulinstallaties); overkapte hal van tankopslag (laad- en losplaatsen tankauto's); laad- en losplaatsen verpakt product; calamiteiten laad- en losplaats. Overige installaties / ruimten zijn: etiketteerruimte; pompkamer blussysteem 1, automatische schuimblusinstallatie brandweerruimte, waarin schuimvormend middel voor de productieruimten en de vloeistofruimte is opgeslagen; emballagehal; gereedproducthal; kantoor, kantine, was- en kleedruimte; werkplaats met technisch magazijn; pompkamer blussysteem 2, semi-automatische schuimblusinstallatie waarin zich pompen en de schuim- en wateropslag bevinden ten behoeve van brandbestrijding in de opslagloodsen; CV.- ruimte; kantoor weegbrug; weegbrug. 5 Zie bijlage 12.2 Plattegrond Chemie-Pack Pagina 6 van 113

7 Brandweervoorzieningen De brandweervoorzieningen zijn bekeken in bijlage 11 van het VR. De volgende stationaire brandweervoorzieningen zijn aanwezig: automatisch hi-ex inside air foam systeem in de opslag gevaarlijke stoffen opslaghal I en II; automatisch hi-ex inside air foam systeem in de voorraadhal I en II; automatisch hi-ex inside air foam systeem in de gereedproducthal; semi-automatisch hi-ex inside air foam systeem in de poederruimte cel 1 t/m 10 en vloeistofruimte; semi-automatisch zwaarschuim systeem bij de tankput, en de laad- en losplaatsen 1 t/m 3; 6 twee nog aan te leggen brandwaterputten 7. In het VR van april 2010 staat het volgende: Er is geen specifieke EHBO-ruimte en/of gewonden behandelcentrum ingericht. Het kantoor van het hoofd commerciële zaken zal indien noodzakelijk worden gebruikt. Er is geen specifiek ingerichte commandoruimte voorbereid. De directiekamer zal worden gebruikt. Aantal personen op de inrichting Op het bedrijfsterrein zijn tijdens bedrijfsuren circa 45 medewerkers aanwezig (alleen eigen personeel volgens het VR), waarvan er circa 35 in de productie werkzaam zijn. Voor specifieke werkzaamheden, zoals nieuwbouw, onderhoud en andere technische werkzaamheden, worden aannemers ingezet. Er worden geen functies structureel door derden uitgevoerd. De verdeling van het personeel over de verschillende afdelingen is als volgt: kantoor: 10 personen, poederafdeling: 15 personen, vloeistofafdeling: 12 personen, intern transport en ondersteuning; 8 personen. Bedrijfsactiviteiten Chemie-Pack Nederland B.V. is een zelfstandig bedrijf. De werkzaamheden worden overwegend in dagdienst uitgevoerd, dat wil zeggen van maandag tot en met donderdag tussen en uur en op vrijdag tussen 8.00 en uur. 6 In het rapport van de Brzo inspectie op 24 en 25 maart 2009 is bij bevinding B-08 weergegeven dat schuimblusmonitoren (nog) niet zijn gerealiseerd. Hiermee wordt waarschijnlijk het semi-automatisch zwaarschuimsysteem bij de tankput en laad- en losplaatsen bedoeld. 7 Volgens het VR van april Pagina 7 van 113

8 Figuur 1 (uit het VR) toont een flowschema van de bedrijfsactiviteiten. De volgende bedrijfsactiviteiten worden uitgevoerd: Poederafdeling (productieruimten 1 t/m 10 op de tekening) Het ompakken en mengen van poedervormige producten vanuit kleine verpakkingen tot en met bulk-bags In nieuwe emballage, In grootte variërend van 2 gram tot kilogram; Het voorreinigen van apparatuur, nareinigen in productieruimte 10; Het verkleinen/persen van lege emballages. Vloeistofafdeling (vloeistofruimte en een gedeelte buiten aangrenzend aan de vloeistofruimte op de tekening) Het gebouw van de vloeistofruimte voor het ompakken en mengen van vloeistoffen en één of meerdere poedervormige producten met één of Pagina 8 van 113

9 meerdere vloeistoffen vanuit kleine verpakkingen tot en met bulkladingen in emballage van 20 milliliter tot liter; De 'overkapte tankopslag' (tussen vloeistofgebouw en tankopslag) voor het ompakken en mengen van vloeistoffen en een of meerdere poedervormige producten met een of meerdere vloeistoffen vanuit kleine verpakkingen tot en met bulkladingen in emballage van 20 liter tot liter; Het laden en lossen van tankauto's en tankcontainers. Opslag en verlading van grondstoffen en gereed product (voorraadhal I en II voor grondstoffen, opslag gevaarlijke stoffen hal I, II en III, de gereedproducthal en de tankopslag) Het opslaan van de betreffende stoffen in diverse verpakkingen en van een aantal vloeistoffen in bulk. In de gereedproducthal en in de voorraadhallen I en II worden geen WMS stoffen opgeslagen; deze worden in de Gevaarlijke stoffen opslaghal I, II en III opgeslagen. Het laden en lossen van de betreffende stoffen in diverse verpakkingen en van een aantal vloeistoffen in bulk. Verwerken schadepartijen Chemie-Pack Nederland B.V. verwerkt tevens schadepartijen. Deze activiteit is in wezen identiek aan het ompakken van poedervormige producten of vloeistoffen. In dit geval is de aangeboden verpakking geen reguliere opdracht van een klant, maar betreft het een bijzondere omstandigheid waarbij bijvoorbeeld een afgekeurde verpakking of een slecht geconditioneerd product per direct verwerkt moet worden. Bij dergelijke omstandigheden biedt Chemie- Pack haar diensten aan. Productie- en opslagcapaciteit De productiecapaciteit van het bedrijf is afhankelijk van de orderportefeuille en het aantal ingeschakelde medewerkers en bedraagt voor poeders ongeveer ton per jaar en voor vloeistoffen ton. Alle processen zijn partijprocessen (op klantspecificatie gemaakte orders). Het maken van een partij producten kan variëren van enkele uren tot meerdere weken. Maximaal kan er ton worden opgeslagen, in de praktijk is deze hoeveelheid aanzienlijk lager (de gemiddelde bezettingsgraad is 70%). De hoeveelheid gevaarlijke stoffen die per gevaarscategorie maximaal aanwezig mogen zijn, wordt in het onderdeel vergunningen besproken. Voorzienbare gevaren In tabel 7 uit het VR (op de volgende bladzijde opgenomen) zijn de bepalende gevaren genoemd in de vorm van een typering van de mogelijke zware ongevallen aan de hand van: de kans op optreden de reikwijdte de aard van de schade-effecten Pagina 9 van 113

10 In bijlage 6 van het VR zijn 18 scenario s beschreven die kunnen plaatsvinden. Pagina 10 van 113

11 2 Juridisch kader voor het bedrijf Chemie-Pack Afbakening Het juridisch kader beschrijft de verschillende wettelijke bepalingen en richtlijnen die van toepassing zijn op het bedrijf. De beschrijving richt zich voornamelijk op de wet- en regelgeving die voor (het ontstaan, beperken en het voorkomen van) de brand relevant kan zijn. Hierbij is een onderscheid gemaakt naar direct werkende regelgeving en regelgeving die vertaald moet worden in vergunningen en controles. Voor de eerste geldt als peildatum de datum van de brand (5 januari 2011). Voor de tweede categorie geldt de datum van de beschikking (vergunningen en meldingen) en eventuele controlemomenten. Alle afgegeven beschikkingen en controlemomenten vallen onder het regime van voor vóór 1 oktober 2010, de datum van inwerkingtreding van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo). Wet Milieubeheer (Wm) De Wm stelt regels aan de milieugevolgen die ontstaan als gevolg van het uitvoeren van bedrijfsmatige activiteiten. Deze bevat instrumenten en normen om het milieu te beschermen. In dit kader zijn relevant: de milieuvergunning, de (algemene) regels neergelegd in algemene maatregelen van bestuur (AMvB) en de handhaving. Voor het bedrijf Chemie-Pack zijn voornamelijk de milieunormen van het Activiteitenbesluit, het Besluit risico s zware ongevallen 1999 (Brzo 1999) en het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) in dit kader relevant. Veel van deze milieunormen zijn vertaald in de milieuvergunning(en). Bevoegd gezag De Wm bepaalt dat het college van burgemeester en wethouders van de gemeente in beginsel bevoegd is om een milieuvergunning af te geven en daarop toezicht te houden. 8 Andere publiekrechtelijke organen, zoals gedeputeerde staten, kunnen het bevoegd gezag zijn als deze zijn aangewezen in specifieke gevallen. 9 Op grond hiervan valt Chemie-Pack onder de bevoegdheid van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Moerdijk. 10 Daarom is het college ook het bevoegd gezag voor het toezicht en de handhaving van de gestelde milieueisen. 11 De gemeente heeft bevoegdheden om te handhaven in het geval wettelijke regels worden overtreden. Het niet gebruik maken van deze bevoegdheden leidt tot gedogen. De gemeente heeft bij de overweging om te handhaven, dan wel te gedogen, in beginsel een beperkte beoordelingsvrijheid en beleidsvrijheid. 8 Zie artikel 8.2 Wm. 9 Het Inrichtingen en vergunningenbesluit geeft concreet aan in welke gevallen het college van b&w niet bevoegd zijn om een Wm-vergunning te verlenen. 10 Chemie-Pack is in te delen in de categorieën 1.1, 4.1, 5.1, 6.1 en 10.1 van het Inrichtingen- en vergunningenbesluit Milieubeheer maar haalt geen van de daarin omschreven drempels om onder de bevoegdheid van GS te vallen. 11 Zie onder andere artikel 5.2 Wabo. Pagina 11 van 113

12 Algemene regels en de milieuvergunning Chemie-Pack is een bedrijf dat activiteiten verricht die deels vallen onder de algemene milieuregels uit het Activiteitenbesluit. 12 Voor de overige activiteiten is op grond van het Activiteitenbesluit een milieuvergunning vereist. Hiervan is voor Chemie-Pack onder andere sprake vanwege de situaties en activiteiten die zijn opgenomen in bijlage 1 van het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer (Barim). Mede omdat het Brzo 1999 op het bedrijf Chemie-Pack van toepassing is, heeft het bedrijf een milieuvergunning nodig. 13 Voor het bedrijf zijn door de jaren heen diverse milieuvergunningen verleend en een aantal meldingen gedaan. Voor het Chemie-Pack is in 2009 een revisievergunning verleend. Deze revisievergunning vervangt alle onderliggende Wm-vergunningen en meldingen. Met het afgeven van een vergunning wordt een statische situatie vastgelegd. De Wm kent verschillende mogelijkheden om eventuele wijzigingen in de bedrijfsvoering vast te leggen in een juridisch kader (vergunning of melding). Chemie-Pack heeft, als gevolg van wijzigingen in de activiteiten/bedrijfsvoering de volgende wettelijke) mogelijkheden benut; 1. Het doen van een melding (ex artikel 8.19 Wm). Een wijziging binnen de bedrijfsvoering die valt binnen de reeds afgegeven milieuvergunning, kan in beginsel worden afgedaan met een melding. 2. Het aanvragen van een veranderingsvergunning (artikel 8.3 Wm). Een wijziging binnen de bedrijfsvoering die niet valt binnen de reeds afgegeven milieuvergunning kan pas plaatsvinden nadat een veranderingsvergunning is afgegeven (artikel 8.1 lid 1 sub b Wm). 3. Het aanvragen van een revisievergunning (artikel 8.4 Wm). Een revisievergunning kan noodzakelijk zijn om diverse in het verleden doorgevoerde wijzigingen samen te brengen tot één nieuwe overzichtelijke vergunning. De Wm-aanvraag Omdat het Brzo van toepassing is gelden voor de milieuaanvraag, naast de gebruikelijke vereisten, aanvullende regels. 14 Voor Brzo-bedrijven geldt onder andere dat de aanvraag mede vergezeld gaat met (de onderdelen) van een veiligheidsrapport (VR) die betrekking hebben op de risico s voor personen buiten de inrichting en voor het milieu. De overige delen van het VR moeten worden ingediend vóór de aanvang van exploitatie. Het bevoegd gezag, i.c. de gemeente Moerdijk, mag alleen die activiteiten vergunnen die in de aanvraag zijn opgenomen. Slechts op grond van artikel 8.10 Wm mag de gemeente de aanvraag weigeren. Het bevoegd gezag dient zorgt te dragen dat de gehele procedure binnen zes maanden is afgerond. 15 Het is mogelijk om deze periode met een redelijke termijn te verlengen. Deze 12 Het Activiteitenbesluit is een populaire naam voor het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer dat op 1 januari 2008 in werking is getreden (stb. 207/472). Het Activiteitenbesluit valt buiten het bestek van dit onderzoek en komt daarom niet terug in de rapportage. 13 Zie Bijlage 1 Lijst van vergunningplichtige inrichtingen onder b van het Besluit algemene regels voor inrichtingen. Overige grondslagen voor de milieuvergunningplicht zijn niet inhoudelijk beoordeeld. 14 Zie artikel 8.5 Wm en de hoofdstukken 4 en 5 van het Ivb. 15 Zie artikel 3:18 Awb. Pagina 12 van 113

13 redelijke termijn mag niet langer zijn dan 12 weken. Uiterlijk negen maanden na ontvangst van de milieuvergunningaanvraag zal het bevoegd gezag een besluit op de aanvraag moeten hebben genomen. Ongewone voorvallen Het kan voorkomen dat binnen een bedrijf niet altijd wordt gehandeld 16 zoals het volgens de vergunning zou moeten. Als door die handeling schade voor het milieu is ontstaan of dreigt te ontstaan is sprake van een ongewoon voorval in de zin van hoofdstuk 17 Wm. Het lijkt erop dat het begrip ongewoon voorval in de loop van de tijd is verruimd. Uit jurisprudentie blijkt dat iedere gebeurtenis in een inrichting die afwijkt van de normale bedrijfsactiviteiten als een ongewoon voorval kan worden beschouwd. 17 De Evaluatiecommissie Wet milieubeheer concludeert in haar rapport Ongewone voorvallen en hoofdstuk 17 Wet milieubeheer op grond van verschillende inzichten dat een voorval ongewoon is wanneer niet of niet op de juiste wijze is voorzien in de algemeen verbindende voorschriften en/of vergunning die voor de desbetreffende inrichting gelden. 18 Titel 17.1 Wm ziet op maatregelen bij een ongewoon voorval. In het geval van een ongewoon voorval, moet de drijver van de inrichting maatregelen nemen om de (dreigende) nadelige gevolgen zoveel mogelijk te beperken/ongedaan te maken. Daarnaast moet het ongewone voorval ook worden gemeld aan het bevoegd gezag. Het bevoegd gezag moet op haar beurt hierover (onder andere) de inspecteur informeren. Besluit risico s zware ongevallen 1999 (Brzo 1999) De Nederlandse regelgeving ter preventie van zware ongevallen waarbij gevaarlijke stoffen zijn betrokken is grotendeels afkomstig van de Europese Seveso II-richtlijn. 19 Regels uit die richtlijn zijn opgenomen in nationale wet- en regelgeving zoals in het Brzo Het Brzo 1999 stelt eisen aan bedrijven die op grote schaal met gevaarlijke stoffen (kunnen) werken. Deze eisen zijn er op gericht om zware ongevallen te voorkomen en eventuele gevolgen daarvan voor mens en milieu zoveel mogelijk te beperken. Chemie-Pack is een bedrijf dat werkt met grote hoeveelheden gevaarlijke stoffen en valt daarom onder de werking van het Brzo Veiligheidsrapport Brzo-bedrijven moeten onder meer over een veiligheidsbeleid en een veiligheidsbeheerssysteem beschikken. 21 Afhankelijk van een drempelhoeveelheid van bepaalde stofcategorieën moeten sommige bedrijven daarnaast ook een veiligheidsrapport (VR) opstellen en indienen bij de overheid. De drempelwaarden zijn opgenomen in bijlage I van het Brzo Gelet op de hoeveelheid van de gevaarlijke stoffen waarmee binnen het bedrijf Chemie-Pack werd gewerkt, was Chemie-Pack verplicht om een VR voor 16 onder handelen wordt ook verstaan nalaten, technische storingen e.d. 17 ABRvS 18 juli 2000 M en R 2000/9. 18 Evaluatiecommissie Wet milieubeheer, Ongewone voorvallen en hoofdstuk 17 Wet milieubeheer, ECWM 2003/14, Den Haag De Seveso II-richtlijn 96/82/EG is op 9 december 1996 door de Raad van Europa vastgesteld en op 3 februari 1997 in werking getreden. 20 Denk ook aan regelgeving voor arbeidsomstandigheden en regelgeving voor het bestrijden van rampen; de Arbeidsomstandighedenwet, Brandweerwet 1985 (vervallen per 1 oktober 2010), de Wet rampen en zware ongevallen (vervallen per 1 oktober 2010) en de Wet veiligheidsregio s 21 Zie artikel 5 lid 2 Brzo. Pagina 13 van 113

14 handen te hebben. 22 Degene die een inrichting drijft zorgt ervoor dat in het bedrijf een VR aanwezig is dat de actuele stand van zaken met betrekking tot de veiligheid van het bedrijf weergeven. Het Brzo 1999 stelt gedetailleerde en concrete eisen aan het VR. 23 Op hoofdlijnen moet het VR gegevens en beschrijvingen bevatten om aan te tonen dat: het bedrijf een veiligheidsbeleid en een veiligheidsbeheerssysteem heeft ingevoerd; het bedrijf gevaren van zware ongevallen heeft geïdentificeerd en de nodige maatregelen heeft getroffen om die te voorkomen en de gevolgen van dergelijke ongevallen voor mens en milieu te beperken; de installaties en de opslagplaatsen die samenhangen met de gevaren van een zwaar ongeval voldoende veilig en betrouwbaar zijn; het bedrijf over een intern noodplan beschikt. Zoals beschreven onder de Wm-aanvraag moet het VR bij de milieuvergunningaanvraag worden gevoegd. Omdat Chemie-Pack al bestond op het moment van inwerkingtreding van het Brzo 1999, viel het bedrijf tot aan de eerst komende milieuvergunningaanvraag onder een speciale regeling voor het indienen van een VR. Het bedrijf moet minimaal eenmaal per vijf jaar een veiligheidsrapport aan het bevoegd gezag toezenden. 24 Twee weken nadat de gemeente het VR (of delen daarvan) heeft ontvangen, verspreidt zij het VR ter beoordeling naar de Arbeidsinspectie en de veiligheidsregio waarin het bedrijf is gelegen. 25 Zes maanden na ontvangst van het VR geven deze overheidsinstanties een oordeel over het VR. 26 Mocht het VR niet alle verplichte onderdelen bevatten, dan kan het bedrijf binnen een wettelijke termijn aanvullingen aandragen. Komt een bedrijf niet tegemoet aan de verplichting om een (compleet) VR op te stellen, dan kan het bevoegd gezag handhavend optreden. Toezicht op Brzo-bedrijven Het toezicht op Brzo-bedrijven wordt gezamenlijk uitgevoerd door het bevoegd gezag Wm, de Arbeidsinspectie (bevoegd gezag Arbeidsomstandigheden wet) en de (regionale)brandweer (bevoegd gezag Wet op de veiligheidsregio s). De samenwerking van deze bevoegde gezagen ter uitvoering van het Brzo 1999 en de bijbehorende wetten en regels vertaalt zich in het gezamenlijk uitvoeren van de volgende processen; nagaan of zware ongevallen kunnen overslaan naar buurbedrijven (aanwijzen dominobedrijven); het opstellen van een bestuurlijk inspectieprogramma (BIP); het opstellen en wijzigen van een meerjareninspectieplan (MIP); het uitvoeren van inspecties; handhaven. 22 Zie artikel 8 Brzo juncto artikel 9 Brzo Zie artikel 10 Brzo juncto bijlage III van het Brzo Zie artikel 14 Brzo Zie artikel 15 lid 3 Brzo Vóór het besluit van 21 augustus 2006 tot wijziging van het Besluit risico s zware ongevallen 1999 (gepubliceerd in stb. 2006/417 en in werking getreden op 22 september 2006) werd het VR ook toegezonden aan de Inspecteur voor milieuhygiëne. 26 Zie artikel 16 lid 1 Brzo Pagina 14 van 113

15 Publicatiereeks gevaarlijke stoffen 15 (PGS 15) In de PGS 15 zijn richtlijnen opgenomen voor de opslag van verpakte gevaarlijke stoffen waarmee een aanvaardbaar beschermingsniveau voor mens en milieu wordt gerealiseerd. Voor het bedrijf Chemie-Pack is de PGS 15 van toepassing als referentiekader bij de verlening van de Wm-vergunning. Richtlijnen uit de PGS 15 kunnen als voorschriften worden opgenomen in de Wm-vergunning. De PGS 15 vormt daarnaast het referentiekader voor het Activiteitenbesluit en voor het toezicht op de naleving van wet- en regelgeving op het gebied van arbeidsomstandigheden. De PGS 15 wordt herzien naar aanleiding van een brief van de Minister van VROM in 2010 over de brandveiligheid van opslagplaatsen waar meer dan 10 ton verpakte gevaarlijke stoffen worden opgeslagen en die zijn voorzien van een automatische blusinstallatie. Begin 2011 is deze herziening in concept gereed. De PGS 15 is een richtlijn en op grond van jurisprudentie kan hiervan gemotiveerd worden afgeweken. Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) Het Bevi (in werking getreden 27 oktober 2004) legt veiligheidsnormen op aan bedrijven die een risico vormen voor personen buiten het bedrijfsterrein. Het gaat daarbij onder meer om bedrijven die onder het Brzo vallen en opslagplaatsen voor gevaarlijke stoffen. Het besluit bevat eisen voor het plaatsgebonden risico (PR) en regels voor het groepsrisico (GR). Het verplicht gemeenten en provincies bij het verlenen van milieuvergunningen en het maken van bestemmingsplannen hiermee rekening te houden. Regeling externe veiligheid inrichtingen (Revi) In de regeling staan regels over de veiligheidsafstanden en berekening van het plaatsgebonden risico en het groepsrisico. Op grond van het Bevi zijn in de Revi voor een aantal bedrijfscategorieën zoals opslagplaatsen, vaste veiligheidsafstanden opgenomen. Registratiebesluit externe veiligheid Overheden zijn verplicht om alle informatie over risico s van o.a. gevaarlijke stoffen openbaar te maken en te publiceren. Hiervoor bestaat het Register risicosituaties gevaarlijke stoffen (het risicoregister). Hierin moeten onder andere alle bedrijven die giftige, brandbare, en explosieve stoffen verwerken of opslaan worden opgenomen. Het risicoregister gaat alleen over risico s van zware ongevallen waarbij grote hoeveelheden gevaarlijke stoffen plotseling vrij kunnen komen. Het bevoegd gezag in het kader van de Wm dient de informatie bij het risicoregister aan te leveren, in casu het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Moerdijk. Het Interprovinciaal Overleg (IPO) beheert het risicoregister. De informatie uit het risicoregister is opvraagbaar via de zogenaamde risicokaart. 27 Woningwet (Ww) De Ww stelt hoofdzakelijk regels voor het bouwen van bouwwerken en de bestuursrechtelijke handhaving daarvan. Artikel 40 Ww geeft aan dat het verboden is te bouwen zonder of in afwijking van de verleende bouwvergunning. 27 De risicokaart is raadpleegbaar via het webadres: Pagina 15 van 113

16 Bouwvergunning Zonder bouwvergunning mag in beginsel niet worden gebouwd. 28 De aanvraag van een bouwvergunning moet onder andere worden getoetst aan de Bouwverordening en het Bouwbesluit. 29 De aanvrager geeft bij de bouwaanvraag zelf aan welke gebruiksfunctie en bezettingsgraadklasse een ruimte krijgt. Dit is vereist sinds de inwerkingtreding van het Bouwbesluit Bouwbesluit Het Bouwbesluit geeft technische voorschriften aan bouwwerken uit het oogpunt van de veiligheid, gezondheid, bruikbaarheid en energiezuinigheid. In het Bouwbesluit wordt onderscheid gemaakt tussen verschillende gebruiksfuncties. Per gebruiksfunctie kunnen verschillende eisen ten aanzien van voornoemde aspecten worden voorgeschreven. Bouwverordening Een bouwverordening is door de gemeenteraad vastgestelde regelgeving. De regels van de bouwverordening geven niet-bouwtechnische eisen (zoals brandveiligheidsinstallaties) voor het bouwen, regels voor het gebruiken van bouwwerken en regels voor het slopen. Besluit brandveilig gebruik bouwwerken (Gebruiksbesluit) In het Gebruiksbesluit wordt aangegeven wanneer een gebruiksvergunning voor een pand noodzakelijk is. Een gebruiksvergunning heeft onder andere de volgende doelen: beperken van de kans op een brand; dat een brand zich niet kan ontwikkelen; dat een brand zich niet kan uitbreiden; dat de mensen bij brand tijdig het pand kunnen verlaten. Voor wat betreft het brandveilig gebruik van de bouwwerken, zijn in de onderzoeksperiode verschillende regelingen van toepassing (geweest). Voor 1 november 2008 was op grond van de Modelbouwverordening o.a. een vergunning verplicht wanneer meer dan 50 personen tegelijk aanwezig zijn in een bouwwerk of als bedrijfsmatig stoffen worden opgeslagen die in de Regeling Bouwbesluit 2003 zijn omschreven als brandbaar, brandbevorderend en bij brand gevaar opleverend. Per 1 november 2008 is het Gebruiksbesluit van kracht. Hierin is aangegeven in welke gevallen een vergunning 31 is vereist en wanneer een melding moet worden gedaan. Het gaat hier vooral om situaties betreffende het gelegenheid bieden van dag- en nachtverblijf aan bepaalde groepen personen, kamerverhuur en de gevallen dat er meer dan 50 personen tegelijkertijd aanwezig zullen zijn. 28 Uitzondering vormen de categorieën van gevallen waarin voor bouwactiviteiten geen omgevingsvergunning vereist is. Deze categorieën zijn limitatief opgesomd in hoofdstuk II en hoofdstuk III van bijlage II van het Bor. 29 Artikel 44 Ww geeft een limitatieve opsomming van de onderwerpen waaraan een bouwaanvraag moet worden getoetst. 30 Stb. 2002, 582, het Bouwbesluit 2003 is per 1 januari 2003 inwerking getreden. 31 Zie artikel Gebruiksbesluit. Pagina 16 van 113

17 Sinds 1 oktober 2010 is het Besluit omgevingsrecht (Bor) van toepassing. Ook hierin zijn de concrete situaties aangegeven wanneer een gebruiksvergunning vereist is. Deze komen overeen met de hierboven onder het Gebruiksbesluit genoemde gevallen. 32 Wet ruimtelijke ordening (Wro) en het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) De Wet ruimtelijke ordening, en het onderliggende besluit ruimtelijke ordening zijn het wettelijk kader voor het opstellen van bestemmingsplannen. Het bestemmingplan geeft aan wat er in het betreffende gebied aan ruimtelijke ontwikkelingen mogelijk is. Op grond van het bestemmingsplan kan bepaald worden of er gebouwd kan en mag worden en voor welke doeleinden de gronden gebruikt mogen worden. Wet vervoer gevaarlijke stoffen (Wvgs) De Wvgs heeft tot doel het borgen van de (openbare)veiligheid bij onder andere de volgende activiteiten; het vervoeren over de weg, laten staan, laden en het lossen, het verpakken en ontvangen van gevaarlijke stoffen. Technische voorschriften voor de eerder genoemde activiteiten zijn opgenomen in het ADR (Accord européen relatif au transport international des marchandises Dangereuses par Route). Dit is een document waarin gevaarlijke stoffen afhankelijk van hun eigenschappen in gevarenklassen worden ingedeeld. Per gevarenklasse worden regels gesteld. Het ADR is een bijlage van de ministeriële regeling VLG (Vervoer over land van gevaarlijke stoffen), onder de Wvgs, betreffende het wegvervoer. De Inspectie Verkeer en Waterstaat (IVW) ziet toe op de regels van de Wvgs. 33 Wet verontreiniging oppervlaktewateren (Wvo) en de Waterwet Het is verboden om zonder vergunning vanuit een bedrijf afvalstoffen, verontreinigende stoffen of schadelijke stoffen, in welke vorm dan ook, te lozen op het oppervlakte wateren. 34 Chemie-Pack zou onder de werking van de Wvo over een Wvo-vergunning moeten beschikken. Op 22 december 2009 is de Wet verontreiniging oppervlaktewateren vervangen door de Waterwet. Het lozen op het oppervlaktewater door middel van een werk (indirect lozen) is nu geregeld in de Waterwet. Gaat het om het lozen van bedrijven op de riolering, dan zal de waterbeheerder het dossier moeten overdragen aan het bevoegd gezag om de voorschriften uit de Wvo-vergunning in de Wm-vergunning te plaatsen. Arbeidsomstandighedenwet (Arbowet) De Arbowet bevat voorschriften met als doel de veiligheid en gezondheid van werknemers te verzekeren en hun welzijn te bevorderen. Bedrijven moeten alle maatregelen worden getroffen die nodig zijn om zware ongevallen te voorkomen en de gevolgen daarvan voor mens en milieu te beperken. 35 De 32 Zie artikel 2.1 eerste lid, onder d van de Wabo en artikel 2.2 Besluit omgevingsrecht. 33 De juridisch/wettelijke basis voor het toezicht van de IVW op de naleving en de opsporing van de overtredingen van de voorschriften van de VLG komen voort uit artikel 34 en 44 van de Wvgs. Bij het Besluit toezicht en opsporing vervoer gevaarlijke stoffen van 23 oktober 1996 (laatstelijk gewijzigd bij regeling van 3 juli 2006, Stcrt. 13) zijn ambtenaren van de IVW hiervoor daadwerkelijk aangewezen. 34 Zie artikel 1 Wvo, geldt zowel voor lozingen direct op het oppervlaktewater als lozingen via het riool. 35 Zie artikel 5, lid 1, Brzo1999 of artikel 2.5b, lid 2, Arbobesluit. Pagina 17 van 113

18 Arbeidsinspectie (AI) ziet toe op de naleving van de Arbowet en de bijbehorende regels. Arbobesluit en de regeling aanvullende risico-inventarisatie en evaluatie (ARIE) Het Arbobesluit bevat de ARIE-regeling. Doel van de regeling is dat specifieke bedrijven moeten kunnen aantonen dat zij de risico s van zware ongevallen binnen hun bedrijf kennen en beheersen. Dit wordt getoetst aan de hand van de aanvullende risico-inventarisatie en evaluatie (ARIE) die door het bedrijf, in samenwerking met deskundige ondersteuning, wordt opgesteld. In Brzo- of ARIE-plichtige bedrijven zijn er tal van situaties waar naast het Brzo1999 of ARIE ook specifieke arboregelgeving op het gebied van gevaarlijke stoffen van toepassing is (zoals het voorkomen van ongewilde gebeurtenissen, het werken in besloten ruimten, beperken van explosiegevaar (ATEX), veiligheidssignalering en etikettering). Pagina 18 van 113

19 3 Taakuitvoering bevoegd gezag en Rijksinspecties Algemeen Het uitoefenen van toezicht- en handhavingsactiviteiten bij bedrijven valt onder het zogenaamde eerste lijns toezicht. Regel is dat de verantwoordelijkheid primair ligt bij de gemeente of de provincie, maar omdat Chemie-Pack een Brzo-bedrijf is, is vanuit het Rijk tevens de Arbeidsinspectie (AI) betrokken. De IVW heeft daarnaast een taak op het gebied van de stoffen en het laden en lossen van stoffen. In het overzicht, dat is opgenomen in het hoofdstuk Toezichtsituatie, wordt waar relevant - daarom ook ingegaan op de bevindingen van deze twee rijksinspecties. De VROM-Inspectie oefent toezicht uit op het bevoegd gezag (interbestuurlijk toezicht), maar heeft geen directe betrokkenheid bij het bedrijf. Het beschrijven van het interbestuurlijk toezicht valt buiten de scoop van dit onderzoek. De primaire verantwoordelijkheid voor het eerstelijns toezicht op het bedrijf ligt bij het bevoegd gezag, in dit geval de gemeente Moerdijk. De gemeente heeft de bevoegdheid tot het toezien op en handhaven van onder andere de Wet milieubeheer (Wm), de Woningwet (Bouwbesluit en Gebruiksbesluit) en de Wet ruimtelijke ordening (Wro, bestemmingsplan). De taakuitvoering door de gemeente is belangrijk en omvangrijk en wordt daarom nader beschreven en toegelicht. Daarna volgt een korte beschrijving van de taakuitvoering door de VI, de AI en de IVW. Taak uitvoering gemeente Het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Moerdijk is bevoegd gezag voor de Wet milieubeheer en dus verantwoordelijk voor de vergunningverlening, het toezicht en de handhaving. De taken zijn binnen de gemeentelijke organisatie neergelegd bij de afdeling Vergunningen en Handhaving. Hoewel het onderzoek de periode vanaf 2006 betreft, is het nuttig te starten in In dat jaar is de gemeente namelijk met het oog op een optimale dienstverlening aan burgers en bedrijven gereorganiseerd. Het doel was om voor burgers en bedrijven één loket te vormen in plaats van verschillende afdelingen. De integrale aanpak was voor het toenmalige Ministerie van Justitie aanleiding om op grond van de Stimuleringsregeling Programmatisch Handhaven 2001 aan Moerdijk een geldprijs toe te kennen. Met deze bijdrage heeft de gemeente in samenwerking met het Ministerie van Justitie een eigen afwegingsmodel ontwikkeld om te komen tot een gefundeerde keuze van prioriteiten en posterioriteiten. Het Moerdijks afwegingsmodel (MAM) is door de gemeenteraad vastgesteld op 20 november 2003 en was vanaf dat moment leidend voor de gemeentelijke uitvoering 36. Het model is door het Ministerie van Justitie als zijnde een goed voorbeeld uitgedragen en heeft inmiddels - in al dan niet aangepaste vormen - navolging gekregen bij andere handhavingsorganisaties. In het Besluit kwaliteitseisen handhaving milieubeheer is vastgelegd waaraan een handhavingsorganisatie moet voldoen en welke documenten verplicht opgesteld moeten worden (o.a. handhavings- en uitvoeringsprogramma). Het Besluit richt zich primair op de milieugerelateerde taken, maar Moerdijk heeft 36 Handhavingsprogramma Moerdijk , Correct en consequent. Pagina 19 van 113

20 in 2003 besloten om deze kwaliteitseisen in te voeren voor de gehele organisatie. In 2005, nadat de Wet handhavingstructuur en het Besluit kwaliteitseisen handhaving milieubeheer een formele basis hadden gekregen, heeft de gemeente aangetoond dat aan de kwaliteitscriteria werd voldaan, onder andere ten aanzien van functiescheiding, opleidingsprogramma, roulatiesysteem toezichthouders, bereikbaarheidsregeling, werkprocessen en protocollen. De provincie Noord-Brabant (in haar rol van regisseur) en de VROM-Inspectie (interbestuurlijk toezicht) hebben een taak met betrekking tot de bewaking van de kwaliteit van de handhaving. De gemeente heeft van beide instanties inspecties ontvangen, waarbij is geconstateerd dat de gemeente goed scoort wat betreft de kwaliteit van de handhavingsorganisatie. In 2007 heeft de gemeente Moerdijk de provinciale Bestuursovereenkomst handhaving omgevingsrecht ondertekend en heeft zich daarmee geconformeerd aan het stappenplan Zo handhaven we in Brabant. De overeenkomst is eveneens ondertekend door alle andere Brabantse gemeenten, de provincie Noord-Brabant, het Openbaar Ministerie, de politie, de waterschappen, de Algemene Inspectiedienst van het toenmalige ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Voedselkwaliteit, Rijkswaterstaat en de VROM-Inspectie. In het stappenplan wordt het traject van bestuursrechtelijke en strafrechtelijke sancties omschreven, dat bij repressief optreden wordt toegepast. In 2010 is de handhavingstrategie geactualiseerd. Beleid en programma Landelijk worden handhavingsorganisaties gestimuleerd de stap te zetten naar integrale en programmatische handhaving, een werkwijze waarbij beleid en uitvoering worden gevolgd door evaluatie en sturing. Een cyclisch, democratisch, integraal en transparant proces, waarbij de keuzen worden gelegd op het niveau het gemeentebestuur (college en raad). Daarmee is de rechtszekerheid en de rechtsgelijkheid gewaarborgd en voldoet het (gemeente)bestuur aan de wettelijke eisen uit onder andere de Algemene wet bestuursrecht, de Woningwet en de Wet milieubeheer. Jaarlijks wordt verantwoording afgelegd aan in dit geval - de gemeenteraad. Het MAM is een nadere uitwerking van dit model. In het model zijn alle toezichts- en handhavingstaken tegen elkaar afgewogen op basis van een aantal standaardcriteria en bestuurlijke, regionale of landelijke prioriteiten. Op deze basis is het Handhavingsprogramma Moerdijk Correct en consequent opgesteld. Ook de programma s voor de latere jaren zijn steeds op het model geënt geweest. Er is een risico-inschatting gemaakt op taken en thema s met de prioriteiten hoog, gemiddeld en laag. Het naleefgedrag van een bedrijf speelt eveneens een rol bij de toezichtfrequentie. Een bedrijf met een goed naleefgedrag behoeft minder aandacht dan een bedrijf met een slecht naleefgedrag. De risicobedrijven hebben echter altijd de hoogste prioriteit, wat betekent dat zij ongeacht het naleefgedrag - ieder jaar integraal worden gecontroleerd. De gemeente heeft Integraal concreet beschreven in het programma Correct en consequent. Voor bedrijven in categorie 4 zoals Chemie-Pack betekent integrale controle een controle op: specifieke milieuvereisten, Bouwstoffenbesluit, illegale bodemverontreiniging, vereisten gebruiksvergunning, Brzo 1999, toepassen besluiten Wm artikel 8.40, bestemmingen van het pand en terrein. Pagina 20 van 113

21 De programma s voor de jaren 2006, 2007 en 2008 zijn in hoofdlijn gelijk aan het programma In 2008 is de handhavingscapaciteit met 2,5 fte verhoogd naar 12,5 fte. Daarnaast zijn 4300 uren uitbesteed aan de Regionale Milieudienst voor programmatische milieu(her)controles, milieuklachtenbehandeling en uitvoering van de Brzo-inspecties. In 2009 is de prioritering op basis van het afwegingsmodel verder gedetailleerd van zeer hoog via hoog, gemiddeld, laag tot zeer laag 37. Het toezicht op Brzo-bedrijven blijft op het hoogste niveau. Het programma 2009 had een looptijd tot maart 2010, maar vanwege de vertraagde invoering van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) heeft het college besloten het programma te verlengen tot 31 december Bij overtredingen is de algemene hoofdregel dat de gemeente daartegen optreedt, maar de wetgever geeft de gemeente daarin enige beleidsvrijheid. Onder bijzondere omstandigheden mag van optreden worden afgezien. Op grond van de Awb en de Gemeentewet heeft het gemeentebestuur beleidsregels vastgesteld over de handhaving van de regels, waarop zij toezicht houdt. Daarbij wordt ook aangegeven in welke gevallen en onder welke voorwaarden wordt gedoogd. Een gedoogbesluit wordt altijd door het college genomen en kan niet in mandaat worden gegeven. In het handhavingsprogramma 2009 wordt daar nader op ingegaan. Hier wordt dus enerzijds aangegeven wat wel en niet wordt gehandhaafd (prioriteringsbeleid) en anderzijds stelt het kaders voor de overige te maken keuzes. Vanuit de beginselen van behoorlijk bestuur is de gemeente vervolgens gehouden zich aan deze beleidsregels te houden, tenzij toepassen tot een onevenredige uitkomst leidt. Brzo 1999 Het Brzo-team Midden- en West Brabant, dat door de gemeenten Bergen op Zoom, Geertruidenberg, Moerdijk, Roosendaal, Oosterhout en Tilburg is opgericht, neemt namens het bevoegd gezag Wm deel aan de inspecties bij de gemeentelijke Brzo-inrichtingen in deze gemeenten. De taken zijn belegd bij de Regionale Milieudienst West-Brabant. De inspecties worden gezamenlijk uitgevoerd met de regionale brandweer en de Arbeidsinspectie. Op grond van de mandatenlijst 2010 kan worden geconcludeerd dat het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Moerdijk de bevoegdheid tot het aanwijzen van toezichthouders heeft gemandateerd aan de directeur van de Regionale Milieudienst West-Brabant. Deze mandatering is nader vastgelegd in het mandaatbesluit 38 aan de directeur Regionale Milieudienst inzake aanwijzing toezichthoudende bevoegdheid. Nadien is het mandaatbesluit 39 aangepast aan de Wabo. Uit dat mandaatbesluit blijkt dat de aangewezen of aan te wijzen toezichthouders bevoegd zijn om het toezicht op de naleving van de wet- en regelgeving uit te oefenen, met name wat betreft de Wabo en de APV. Wellicht ten overvloede wordt opgemerkt dat de bevoegdheid om handhavend op te treden niet is gemandateerd aan de Directeur van de Regionale Milieudienst. Volgens de mandatenlijst 2010 is die bevoegdheid gemandateerd aan de teamhoofden van de gemeente Moerdijk. 37 Handhavingsprogramma 2009, deel mandaatbesluit d.d. 4 november mandaatbesluit met zaaknummer Pagina 21 van 113

22 Om de kwaliteit van de uitvoering van het Brzo-toezicht te verbeteren is in 2007 door de Limburgse, Brabantse en Zeeuwse overheden ( regio Zuidverband ) de samenwerking geïntensiveerd. Beoogd wordt onder meer door kennisuitwisseling te komen tot een identieke werkwijze en diepgang van de inspecties. De betrokken organisaties hebben daartoe in 2007 een gezamenlijk inspectieprogramma voor de periode bestuurlijk vastgesteld. Hoewel de programmering en de (jaar)verslaglegging een algemeen karakter hebben en dus niet ingaan op specifieke bedrijven, wordt voor de Brzobedrijven een uitzondering gemaakt. In de gemeentelijke jaarverslagen over de jaren 2008 en 2009 wordt in een afzonderlijke bijlage ingegaan op de uitvoering van de Brzo-taken. Programma s hebben een algemene werking en vormen een algemeen kader, waarin wordt niet ingegaan op specifieke bedrijven. Op basis van het programma kunnen dus geen uitspraken worden gedaan over het bedrijf Chemie-Pack. In het hoofdstuk over de Toezichtsituatie wordt nader ingegaan op de bevindingen van de uitgevoerde inspecties. Taakuitvoering VI De VROM-Inspectie is op grond van artikel 8.7 van de Wet milieubeheer bij Brzo-bedrijven adviseur en zij krijgt daartoe het ontwerp van de beschikking op de aanvraag om een vergunning toegezonden. De VI beoordeelt de ontwerp beschikkingen globaal en selectief en dient eventueel een zienswijze in. 40 Indien nodig gaat de VI in beroep gaan bij de Raad van State tegen de beschikking. Daarnaast is de VROM-Inspectie belast met het interbestuurlijk toezicht op provincies en gemeenten, waarbij in meer algemene zin wordt gekeken naar de taakuitoefening door het bevoegd gezag. Deze vorm van toezicht valt echter buiten de scoop van dit onderzoek. Taakuitvoering IVW De betrokkenheid van de IVW bij het toezicht op het bedrijf Chemie-Pack is beperkt omdat de hoofdtaak van de IVW hoofdzakelijk bij het transport ligt en slechts in beperkte mate bij inrichtingen. In de bijlage Laden en Lossen wordt er nader ingegaan op de invulling van het uitgeoefende toezicht door de IVW. Taakuitvoering AI De Arbeidsinspectie kent drie directies die elk verantwoordelijk zijn voor het toezicht op een pakket aan regelgeving. In elk bedrijf (dus ook bij Chemie- Pack) kan de inspectie toezien op naleving van regelgeving indien dit aan de orde is. Uit de meerjarige inspectie-informatie ( ) blijkt dat bij Chemie-Pack handhaving is ingezet op de Arbeidsomstandighedenwet, het Arbeidsomstandighedenbesluit en het Besluit risico s zware ongevallen Van de drie directies (Arbeidsomstandigheden, Arbeidsmarktfraude en Major Hazard Control) is in dit kader vooral gekeken naar de directie Major Hazard Control (MHC) omdat deze directie zich onder andere bezig houdt met het toezicht op de Brzo-bedrijven. De inspecteurs van AI-MHC houden in het bijzonder toezicht op de naleving van: 40 Bij de ontwerp-veranderingsvergunning voor Chemie-Pack is dat gebeurd op het punt van de PGS15. Pagina 22 van 113

23 het Besluit risico s zware ongevallen 1999 (Brzo 1999) en de daarop gebaseerde Regeling risico s zware ongevallen (Rrzo 1999), en de aanvullende voorschriften risico-inventarisatie en -evaluatie ter voorkoming van zware ongevallen met gevaarlijke stoffen (Arie, hoofdstuk II, afdeling 2, van het Arbobesluit). In de bijlage Brzo 1999 en in de bijlage Voorkomen van brand en explosie wordt nader ingegaan op de uit te voeren taken door de AI. Pagina 23 van 113

24 4 Vergunningsituatie Chemie-Pack Deze paragraaf beschrijft het proces van de aan Chemie-Pack verleende vergunningen op het gebied van bouw, bedrijfsgebruik en milieu. Eerst wordt de relatie gelegd met de ruimtelijke ordening. Daarna wordt gefocust op het proces van vergunningverlening. Deze paragraaf bevat zowel tekst als tabellen. In de tabellen staan de chronologische overzichten. Sinds de start van het bedrijf op de locatie Vlasweg, Moerdijk, in 1982 zijn door de jaren heen diverse vergunningen verleend en meldingen gedaan. Het accent ligt hier op de beschrijving van het feitenrelaas voor wat betreft de laatste en nog van kracht zijnde vergunningen. Na een korte beschouwing van de onderwerpen uit de Ruimtelijke ordening worden achtereenvolgens behandeld het proces betreffende: Bouwvergunningen Gebruiksvergunning Milieuvergunningen Ruimtelijke ordening Bestemmingsplan Het ter plaatse geldende bestemmingsplan Industrieterrein Moerdijk 1993 (goedkeuring 1995) is een globaal eindplan. Dit betekent dat het plan geen gedetailleerde regels voorschrijft per perceel of per type bedrijf. Het plan is na de inwerkintreding zes keer partieel herzien, waarvan de laatste herziening in 2007 door gedeputeerde staten werd goedgekeurd. De herzieningen hebben betrekking op deelonderwerpen, zoals geluid, enkele praktische punten en het uitbreiden van ruimte voor bedrijven. Het bestemmingsplan voldoet niet meer aan de wettelijke eis om één keer in de tien jaar te worden herzien. 41 Het perceel waarop het bedrijf Chemie-Pack gevestigd is, is bestemd voor Bedrijfsdoeleinden C1. 42 Chemie-Pack valt binnen deze bestemming. Tabel 3: Geldende bouwvoorschriften, artikel 5.3 van het bestemmingsplan. Bestemmingsplan Chemie-Pack Bouwhoogte 120 meter Lager dan 120 meter Bebouwingspercentage Afstand van bebouwing tot de perceelsgrens Max. 60% = 12562,8 m Voorzijde minimaal 10 m. Andere zijden (zij- en achterkant) minimaal 5 m. Perceelsopppervlakte m. Na laatste nieuwbouw m. Aan linker-, rechter- en achterzijde wordt de 5 m in acht genomen. Aan voorzijde is dichter op perceelsgrens gebouwd, dan zou mogen op basis van bestemmingsplan. Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling van de minimale afstand verlenen. 41 Zie artikel 3.1 lid 2 Wet ruimtelijke ordening. 42 Zie artikel 5 van het bestemmingsplan Industrieterrein Moerdijk Pagina 24 van 113

25 De gemeente Moerdijk werkt op dit moment aan een integrale herziening van het bestemmingsplan Industrieterrein Moerdijk. Naar verwachting zal het voorontwerp eind 1 e kwartaal 2011 in het vooroverleg worden gebracht. Bevi De veiligheidsafstanden uit het Bevi moeten worden betrokken bij het bestemmingsplan. 43 Aangezien het bestemmingsplan niet is geactualiseerd op dit punt, zijn de normen afkomstig uit het Bevi niet bij het bestemmingsplan betrokken. Het plaatsgebonden risico (PR 10-6 ) ligt, volgens de QRA van de Wm-vergunning, zoals opgenomen in het VR, binnen de inrichting. Volgens diezelfde QRA ligt het groepsrisico (GR) ruim onder de oriëntatiewaarde. Verleende vrijstellingen Op grond van de overlegde documenten blijkt niet of er (binnenplanse) vrijstellingen/ontheffingen van de planregels zijn verleend. Toezicht en handhaving Volgens opgave van de gemeente Moerdijk hebben er geen handhavingsacties op basis van het bestemmingsplan gespeeld in het verleden. Risicokaart Het bedrijf Chemie-Pack staat vermeld op de provinciale risicokaart. Dit is een verplichting in het kader van het Registratiebesluit externe veiligheid. De vraag of de vermelding juist is en of aan andere verplichtingen in het kader van dit besluit ook is voldaan, valt buiten de kaders van dit onderzoek. Bouwvergunningen Voor de bouwwerken op het terrein van het bedrijf Chemie-Pack aan de Vlasweg 4 te Moerdijk zijn sinds de start van het bedrijf op deze locatie in totaal negen bouwvergunningen verleend. Tabel 4: Aan Chemie-Pack verleende bouwvergunningen Datum Nummer Omschrijving De bouw van een overpakkingsbedrijf Bouwen emballagehal + wijzigen opslagruimte Uitbreiden kantoor, kantine en wasgelegenheid Bouwen vloeistofruimte/ vatenberging + emballage hal Vergroten van een luifel Oprichten emballagehal Bouwen van een CPR opslagloods SBA 2006/2320 Zeecontainer met ingebouwde stoomketelinstallatie SBA 2008/1179 Plaatsen van een laadruimte voor heftrucks Voor de aanwezige weegbrug is geen aanvraag voor een bouwvergunning ingediend. Voor het beoordelen of voor dit object een omgevingsvergunning noodzakelijk is, moet onder andere het bestemmingsplan worden 43 Zie artikel 8 juncto artikel 5 van het Bevi. Pagina 25 van 113

26 geraadpleegd. Het bestemmingsplan heeft het maximale bouwoppervlak beperkt tot maximaal 60% van het perceel. Nagegaan moet worden of met het plaatsen van de weegbrug aan het maximale bebouwingspercentage wordt voldaan. Dit valt buiten de kaders van het onderzoek. Van de drie meest recente bouwvergunningen staan de processtappen in onderstaande tabel. In de dossiers zijn bij deze drie aanvragen om bouwvergunning de checklisten aanvraag bouwvergunning aanwezig. Deze checklisten geven aan of de diverse beoordelingspunten akkoord zijn, ontheffing/vrijstelling nodig is, voorwaarden in de vergunning moeten worden opgenomen of niet akkoord zijn. Op het moment van het verlenen van de bouwvergunning zijn de beoordelingspunten akkoord bevonden door de gemeente Moerdijk. Tabel 5: Aspecten die de gemeente Moerdijk heeft behandeld bij de bouwvergunning Bouwvergunning SBA 2008/1179 SBA 2006/ Coördinatie met Wmvergunning Ja Ja Ja, melding Aangehouden voor Ja Ja N.v.t. milieuvergunning Toets bouwbesluit Akkoord Akkoord Akkoord na aanpassing Constructiegegevens beoordeeld Gebruiksfunctie aangegeven Bezettingsgraadklasse aangegeven Toets brandveiligheid Voorwaarden in vergunning Nee N.v.t. Bouwwerk geen gebouw zijnde Nee Nee Ja Akkoord na aanpassing Akkoord Voorwaarden in vergunning Industrie Akkoord, na aanpassing Toets bouwverordening Akkoord Akkoord Akkoord Toets bestemmingsplan Akkoord Akkoord Akkoord Constatering Voor zover na te gaan blijkt dat voor alle gebouwen op het perceel van het bedrijf Chemie-Pack een bouwvergunning is verleend. Voor de weegbrug is geen bouwaanvraag ingediend. Gebruiksvergunning Conform de bouwverordening van de gemeente Moerdijk was het bedrijf Chemie-Pack vóór 1 november 2008 gebruiksvergunningplichtig. 44 In het bedrijf werden bedrijfsmatig stoffen opgeslagen die in de Regeling Bouwbesluit 2003 zijn omschreven als brandbaar, brandbevorderend en bij brand gevaar opleveren. In de onderzochte dossiers is geen gebruiksvergunning aangetroffen. 44 Zie bouwverordening gemeente Moerdijk (in werking vóór 1 november 2008). Pagina 26 van 113

27 Op grond van het Gebruiksbesluit is voor Chemie-Pack vanaf 1 november 2008 geen gebruiksvergunning of -melding meer vereist. Dat is met het van kracht worden van de Wabo niet veranderd. 45 Constatering Voor het gebruik van de bouwwerken was vóór 1 november 2008 een gebruiksvergunning vereist op grond van de bouwverordening van de gemeente Moerdijk. Uit de onderzochte dossiers blijkt niet dat Chemie-Pack over een gebruiksvergunning beschikte. Met de inwerkingtreding van het Gebruiksbesluit per 1 november 2008 is de eis van een gebruiksvergunning voor het bedrijf Chemie-Pack komen te vervallen. Wm-vergunningen Voor Chemie-Pack waren op het moment van de brand twee Wm-vergunningen van kracht: de revisievergunning en de veranderingsvergunning. Beide milieuvergunningen zijn technisch beoordeeld door de RMD. Voor beide vergunningen heeft de RMD de considerans en de voorschriften opgesteld. Ook de inhoudelijk behandeling van zienswijzen doet de RMD. De RMD voert deze werkzaamheden uit in opdracht van de gemeente Moerdijk. De gemeente Moerdijk heeft de considerans en de behandeling van de ingediende zienswijzen van beide vergunningen juridisch getoetst. Hieronder staan drie afzonderlijke tabellen vermeld. De eerste tabel is een overzicht van alle milieuvergunningen en -meldingen vanaf de voorlaatste revisievergunning in De twee volgende tabellen beschrijven de processtappen van de verlening van de twee milieuvergunningen die geldend waren op de dag van de brand. De revisievergunning heeft alle eerdere milieuvergunningen en -meldingen vervangen. 45 Zie artikel 2.1 lid 1 sub d Wabo juncto artikel 2.2 Besluit omgevingsrecht. Pagina 27 van 113

28 Tabel 6: Overzicht Wm-vergunningen Chemie-Pack (vanaf 1997) Datum Type vergunning Activiteit Datum vergund/acceptatie aanvraag Nieuwe, de gehele inrichting (Loon)verpakkingsbedrijf voor het verpakken van chemicaliën, mineralen, omvattende vergunning ingevolge Wm. gewasbeschermingsmiddelen, schoonmaakmiddelen en oliën melding (3x) 1. Aanpassing tankputinhoud van tank 5 en 6 (vergund 26,4 m 3 nu 32,4 m 3 ) Installeren van vast opgestelde afvulinstallatie onder de overkapping tussen vloeistof en tankenpark Het inrichten van een opwarmkamer (verwarmingsunit). Niet geaccepteerd. Volgens gemeente veranderingsvergunning noodzakelijk melding Opslaan van kunsthars in de emballagehal melding Maximale opslaghoogte (4,20 m) van gevaarlijke stoffen Veranderingsvergunning Uitbreiding met opwarmunit melding Mogelijkheid van opslag ongeklasseerde stoffen in emballagehal (25% van het vloeroppervlak). Deze melding vervangt de melding van melding Bouw van opslagloods (opslaghal III) met oppervlakte van 950 m 2 met inpandig inhamvormige opstelplaats voor afvalcontainers (8 x 8 m 2 ) en een kantoorruimte (3 x 3 m 2 ). In opslaghal III worden ongeclassificeerde stoffen opgeslagen Revisievergunning (Loon)verpakkingsbedrijf voor het verpakken van chemicaliën, mineralen, gewasbeschermingsmiddelen, schoonmaakmiddelen en oliën. Reden voor revisie: in gebruik nemen van opslaghal III voor de opslag van gevaarlijke stoffen, realiseren van calamiteitenplaats, het plaatsen van een stoomketel als warmwatervoorziening voor het oplossen en mengen van producten, het plaatsen van een bovengrondse HBO-tank en het plaatsen van een wateronthardingsinstallatie Veranderingsvergunning In de vergunning van staat vermeld dat ook opslaghal III wordt uitgevoerd met automatische blusinstallatie; aangevraagd wordt nu om het beschermingsniveau van deze hal terug te brengen van 1 tot 3. Onder andere wbdbo van deze hal wordt verhoogd naar 60 minuten. Tevens wordt 75 ton ADR 9 aangevraagd in tankenpark Pagina 28 van 113

29 Tabel 7: Opmerkingen uit verslagen en dergelijke procedure totstandkoming Wm-revisievergunning Chemie-Pack Datum Brief RMD aan Chemie-Pack met bijlage (controleverslag) Opmerkingen In bijlage: Ten opzichte van de vergunde situatie zijn inmiddels diverse wijzigingen binnen de inrichting doorgevoerd ( ). Over het aanvragen van een nieuwe vergunning Wm zijn al afspraken gemaakt. (.) afgesproken dat uiterlijk 1 april 2004 een conceptaanvraag wordt ingediend Bezoekverslag controle Memo RMD n.a.v. verzoek beoordeling brandveiligheid In bezoekverslag: T.b.v. een uitbreiding van de inrichting is onlangs een aanvraag om een nieuwe, de gehele inrichting omvattende vergunning ingediend. In memo ook opgenomen commentaar door gemeentelijke brandweer: Er is veel onduidelijkheid in aanvraag over hoe en waar opslag van ADR wordt aangevraagd. Over opslaghal III geen duidelijkheid ( ) welke stoffen daar specifiek worden opgeslagen in wat voor verpakkingen. Stofgegevens voor beoordeling opslag conform PGS ontbreken. Opslag van gevaarlijke stoffen in opslaghal III vindt plaats: blijkt uit stoffenlijst (.) Vooroverleg Naar aanleiding van het vooroverleg verzoekt Chemie-Pack in brief aan gemeente Moerdijk (brief van ) om uitstel van aanlevering van de vergunningaanvraag met bijbehorende revisie van het VR. Gemeente Moerdijk honoreert verzoek in brief van met nieuwe termijn van Aanvraag Vergunningaanvraag (en VR) binnen bij gemeente Moerdijk. B&W stuurt VR door naar toezichthouders Brzo B&W stelt onder andere de VI in gelegenheid om advies uit te brengen op de aanvraag. De VI heeft geen gebruik gemaakt van deze mogelijkheid. B&W stelt regionale brandweer in gelegenheid om advies uit te brengen in het kader van Bevi (brief ). Op verzoekt gemeente Moerdijk aan RMD om uitvoering volledige procedure. Brieven op (regionale brandweer) en (AI) dat VR onvolledig is en aanvullende gegevens noodzakelijk Brief gemeente aan Chemie-Pack Reactie gemeente: Aanvraag en VR voldoen niet aan de eisen. Er wordt termijn gesteld van zes weken om ontbrekende gegevens te Pagina 29 van 113

30 Datum Brief Chemie-Pack aan gemeente Opmerkingen verstrekken. Indien die termijn niet wordt gehaald, dan zal vergunningaanvraag niet in behandeling worden genomen. Verzoek om meer tijd namens Chemie-Pack door haar adviseur Wematech ivm feestdagen en vakantieperioden ( en gezien het feit dat vele partijen betrokken zijn( ). In brief van Moerdijk (van ) aan Chemie-Pack wordt uitstel verleend tot 14 maart Chemie-Pack levert aanvullende gegevens t.b.v. de aanvraag. Er wordt een nieuwe versie van het VR ingediend, die de vorige vervangt. Die worden op door gemeente Moerdijk doorgestuurd aan Brzo-partners met verzoek om beoordeling. Op levert Chemie-Pack opnieuw aanvullende gegevens. Ook deze worden door gemeente Moerdijk doorgestuurd aan Brzo-partners met verzoek om beoordeling Ontwerpbeschikking De activiteiten waarvoor vergunning wordt aangevraagd hebben betrekking op het loonverpakken van chemicaliën, mineralen, gewasbeschermingsmiddelen, schoonmaakmiddelen en oliën. De aanvraag is ingediend voor de gehele inrichting. Aanleiding voor de aanvraag zijn het in gebruik nemen van opslaghal III voor de opslag van gevaarlijke stoffen in emballage, het realiseren van een calamiteitenplaats, het plaatsen van een stoomketel als warmwatervoorziening voor het mengen of oplossen van producten. B&W stelt onder andere de VI in gelegenheid om advies uit te brengen. De VI heeft geen gebruik gemaakt van deze mogelijkheid Indienen zienswijze Door adviseur Wematech namens Chemie-Pack, voor diverse voorschriften. Deze worden in opdracht van Moerdijk door RMD behandeld en meegenomen in uiteindelijke beschikking Revisievergunning In considerans staat onder andere vermeld: Betreft Type C-inrichting conform Activiteitenbesluit Wm. De IPPC, drempelwaarde van bijlage 1 wordt niet overschreden. Brzo 1999 van toepassing; bedrijf valt in hoogste categorie (VR-plicht). Bevi: omdat bedrijf onder Brzo valt, moet QRA worden beschouwd en meegenomen. Conclusie uit QRA: plaatsgebonden risico (PR) 10-6 contour valt binnen inrichting; groepsrisico (GR) blijft ruim onder oriëntatiewaarde. Ook de opmerkingen van de regionale brandweer zijn opgenomen over volgens hen gewenste brandwerendheid van de opslaghallen. Gemeente beargumenteert, met verwijzing naar PGS 15 vereisten, waarom opmerkingen brandweer niet worden overgenomen in vergunning. Verwijzing naar hoofdstuk 17 Wm, melden ongewone voorvallen. Bij de vergunning zijn voorschriften opgenomen. In deze voorschriften wordt onder andere verwezen naar paragrafen uit de PGS 15. Ook wordt gesteld dat het bedrijf voorafgaand aan opslag van gevaarlijke stoffen in opslaghal III, eerst moet aantonen dat brandveiligheidinstallatie van deze opslaghal III conform de vergunning is uitgevoerd. Pagina 30 van 113

31 Tabel 8: Opmerkingen uit verslagen en dergelijke procedure totstandkoming Wm-veranderingsvergunning Chemie-Pack Datum Aanvraag veranderingsvergunning Ontwerpbeschikking Definitieve beschikking Opmerkingen In de revisievergunning van staat dat zowel opslaghallen I, II en III zijn of worden uitgevoerd als opslagvoorziening met beschermingsniveau 1, conform PGS 15. Met de aanvraag verzoekt bedrijf om beschermingsniveau van opslaghal III terug te brengen tot beschermingsniveau 3. Tevens aanvraag 75 ton opslag van ADR klasse 9 in tankenpark. Bij aanvraag is document gevoegd opgesteld door AVIV, : Notitie externe veiligheid verpakte gevaarlijke stoffen beschermingsniveau 3. Deze notitie vermeldt voorwaarden voor vergunde stoffen om de externe veiligheidsrisico s niet te verhogen. Bij aanvraag is gereviseerd VR gevoegd d.d B&W stelt onder andere de VI in gelegenheid om advies uit te brengen op de aanvraag. De VI heeft geen gebruik gemaakt van deze mogelijkheid. Voorschriften in de ontwerpbeschikking betreffen ook opslaghallen I en II. Dus gaan verder dan alleen opslaghal III. Chemie-Pack dient zienswijze in tegen ontwerpbeschikking. B&W stelt onder andere de VI in gelegenheid om advies uit te brengen. De VI dient advies in. In considerans staat onder andere vermeld: Wbdbo van opslaghal III naar andere ruimte (en omgekeerd) zal moeten worden verhoogd van 30 minuten naar 60 minuten. Ten gevolgde van de verandering zullen aantal voorschriften van bij de op 29 januari 2009 verleende vergunning worden ingetrokken en aangepast. Aan alle zienswijzen is tegemoet gekomen. Het advies van de VI is overgenomen in de vergunning. Uit de ingediende QRA blijkt dat er geen sprake is van een toename van nadelige gevolgen voor het plaatsgebonden risico. Nieuwe toetsing aan Bevi is daarom niet aan de orde. De verandering van het bedrijf geeft de gemeente aanleiding om gegevens in het Risicoregister aan te passen In vergunningvoorschriften staat onder andere vermeld: In opslaghal III moet beschermingsniveau 3 conform PGS 15 worden gerealiseerd. In opslaghal III is ADR-klasse 3 toegestaan. Dit lijkt een verschrijving, want dit is niet aangevraagd. Opslag in opslaghal III van brandbare gevaarlijke stoffen met fluor-, chloor-, broom-, stikstof-, of zwavelhoudende verbindingen is niet toegestaan. Ook niet van stoffen met niet-inerte fluor-, chloor-, broom-, stikstof- of zwavelhoudende verbindingen. In opslaghal III moet er stoffenscheiding conform PGS 15 plaatsvinden. In tankenpark is ook 75 ton ADR-klasse 9 toegestaan.. Pagina 31 van 113

32 Constateringen Uit de analyse van het proces van de verlening van de milieuvergunningen vallen de volgende aspecten op: In 2003 constateert de gemeente dat vanwege diverse wijzigingen in het bedrijf een nieuwe vergunningaanvraag moet worden ingediend. Na vooroverleggen en het indienen van enkele niet-ontvankelijk verklaarde aanvragen start het vergunningtraject in oktober 2007 met een ontvankelijke vergunningaanvraag. De revisievergunning wordt in januari 2009 verleend. De VI heeft (als wettelijke adviseur) advies uitgebracht op de veranderingsvergunning. Dit advies is door de gemeente overgenomen in de vergunning. Het bevoegd gezag stelt in de milieuvergunning dat het veiligheidsrapport (VR), met uitzondering van de QRA, geen onderdeel uitmaakt van het besluit. Het VR is ingediend als bijlage bij de aanvraag van de Wm-vergunning. Het gehele VR had bij de beslissing op de aanvraag moeten worden betrokken. 46 In het kader van de Wm-vergunningverlening vindt beoordeling van het VR plaats, in elk geval voor de onderdelen die relevant zijn voor de mens en het milieu buiten de inrichting. 47 De beoordeling van het VR met het oog op de beslissing op de aanvraag is in de eerste plaats een zaak van het bevoegd gezag. 48 In de considerans staat dat het ingediende VR is beoordeeld. Dit oordeel is niet opgenomen in het besluit. De considerans vermeldt dat rekening is gehouden met en getoetst aan de richtwaarden van het Bevi. 49 Niet in voorschriften (of aanvraag) is omschreven wat de bouwkundige eisen en weerstand tegen branddoorslag en brandoverslag (wbdbo) zijn van de volgende ruimten waar verpakte gevaarlijke stoffen aanwezig (kunnen) zijn: de gereedproducthal, de voorraadruimten I en II, en de productiecellen. Datzelfde geldt voor de volgende locaties waar bulkgoederen aanwezig kunnen zijn: de tankopslag en de laad-losplaatsen voor tankauto s. Het bevoegd gezag heeft ervoor gekozen om in de veranderingsvergunning (licht-)ontvlambare vloeistoffen toe te staan in opslaghal III. Dit was niet aangevraagd door Chemie-Pack. Uit navraag hierover bij de gemeente is sprake van een kennelijke verschrijving. Ook als de verschrijving niet had plaatsgevonden had in de veranderingsvergunning een hoger beschermingsniveau (conform tabel 4, paragraaf 4.5, PGS 15) moeten worden voorgeschreven. In de considerans is geen afweging gemaakt waarom het bevoegd gezag het (lagere) beschermingsniveau 3 heeft voorgeschreven in combinatie met het toestaan van brandbare gevaarlijke stoffen in de categorieën 6.1, 8 en 9 (ADR). In PGS 15 worden de volgende beperkingen genoemd bij het toepassen van beschermingsniveau 3: vlampunt, verpakkingsgroep, opgeslagen hoeveelheid en verpakkingsmateriaal. In de revisievergunning was een voorwaarde opgenomen die inhield dat Chemie-Pack voorafgaand aan ingebruikname van opslaghal III moest aantonen dat deze hal aan de vergunningvoorschriften voldeed. In de veranderingsvergunning is deze voorwaarde ingetrokken terwijl ten tijde van de verlening van de veranderingsvergunning deze hal nog niet aantoonbaar voldeed aan de nieuwe brandwerendheidsvereisten. 46 ABRvS 27 oktober 2010, /1/M1, uit het stelsel van de Wet milieubeheer volgt dat het college dient te beslissen op grondslag van de aanvraag zoals die is ingediend. 47 Deze onderdelen zijn in de PGS 6 met een astrix (*) aangegeven. 48 Stb. 1999, 234, p Besluit externe veiligheid inrichtingen (2004). Pagina 32 van 113

33 Voor het toepassen van BBT in de milieuvergunning is in het kader van dit onderzoek met name PGS 15 relevant. Voor de berekening van de productopvang en het voorschrijven van het beschermingsniveau wijkt de vergunning af van BBT. Uit de stoffenlijst van de dag voorafgaand aan de brand blijkt dat opslaghal III in gebruik was en opslag plaatsvond van gevaarlijke (waaronder mogelijk brandbare) stoffen. Of opslaghal III op dat moment al voldeed aan de door het bevoegd gezag opgelegde (brandwerendheids)eisen is op basis van de beschikbare documenten niet na te gaan. Pagina 33 van 113

34 5 Toezichtsituatie Chemie-Pack Chronologisch overzicht toezichtsmomenten Samengevatte weergave van alle toezichts- en handhavingsactiviteiten van de betrokken overheden (gemeente, brandweer, Arbeidsinspectie (AI), Inspectie Verkeer en Waterstaat (IVW)) gericht op overtredingen zoals opgenomen in de verstrekte toezichts- en handhavingsgegevens Datum controle Datum brief aan Chemie Pack Actie Reden/opmerkingen Wie Wm controle Overtreding voorschriften, brief aan CP vooraankondiging Gemeente dwangsom Beoordeling rapportages grondwaterkwaliteit verbetert. Gemeente grondwatermonitoring Opleggen dwangsom Overtreding voorschriften, brief aan CP opleggen dwangsom Gemeente Beoordeling door CP ingediend veiligheidsrapport Rapport voldoet niet aan de eisen; twee maal verzoek om aanvullingen Na aanvullingen ( en ) is rapport akkoord (AI op , brandweer op , burgemeester op , gemeente op ); Afsluitende conclusie-brief bevoegd gezag (bg) aan CP op Melding ongewone voorvallen Twee brieven aan CP over twee ongewone voorvallen uit 2005 (smeulbrand krimpfolie en vrijkomen 30 liter toxisch product op 13 oktober 2005) Arbeidsinspectie (AI) Gemeente gezamenlijk Gemeente Jaarlijkse Brzo inspectie overtreding voorschriften, aanschrijving door gemeente. Gemeente, brandweer, AI Pagina 34 van 113

35 Datum controle Datum brief aan Chemie Pack Actie Reden/opmerkingen Wie gezamenlijk Overtreding voorschriften, opleggen eis door AI. AI Hercontrole Wet overtreding voorschriften. Gemeente milieubeheer (Wm) Wm controle Overtreding voorschriften, brief aan CP over verbeuring opgelegde Gemeente dwangsom Wm controle Overtredingen deels beëindigd en deels overtreding voorschriften, Gemeente brief aan CP over verbeuring dwangsom Intrekken dwangsom Overtredingen beëindigd, brief aan CP over intrekken dwangsom Gemeente Wm-controle overtreding voorschriften, Gemeente brief aan CP met vooraankondiging dwangsom Brzo-hercontrole Overtredingen opgeheven. gemeente, brandweer Overtredingen opgeheven AI Wm controle Controle nav overtredingen d.d Gemeente Brief met verslag over de controle van , dwangsomprocedure stopgezet. Alle overtredingen opgeheven Geen brief Weginspectie Het ontbreken van gevaarsetiketten aan de buitenzijde van een IVW tankcontainer bestemd voor het zeevervoer. Sanctie: waarschuwing gegeven Jaarlijkse Brzo inspectie Wm-controle Hercontrole Wm overtreding Wm- en Brzo-voorschriften. Brief met verslag controle , Wm- en Brzo-overtredingen moeten binnen 2 maanden ongedaan worden gemaakt. Gemeente, Brandweer, AI gezamenlijk Pagina 35 van 113

36 Datum Datum brief Actie Reden/opmerkingen Wie controle aan Chemie Pack Overtreding Brzo, waarschuwing AI Wm controle Brief aan CP over ontbreken rapportage ongewoon voorval d.d. 19- Gemeente (kleine brand) Ongewoon voorval Brief aan CP met akkoord aangaande genomen maatregelen nav Gemeente ongewoon voorval op Hercontrole Wm/Brzo Toezicht Wm-vergunning: niet alle overtredingen opgeheven. Gemeente Brief met verslag Wm- en Brzo-controle , nieuwe termijnen voor ongedaan maken resterende overtredingen Brzo-hercontrole Overtreding Brzo opgeheven AI Hercontrole Wm Toezicht Wm-vergunning: overtredingen opgeheven, nieuwe Gemeente overtredingen geconstateerd. Brief met verslag controle , overtredingen moeten binnen 2 maanden ongedaan worden gemaakt Arbeidsomstandighedenwet Waarschuwingsbrief over te nemen maatregelen blootstelling AI Controle Arbo kankerverwekkende stoffen; overtreding Integrale controle Wm Toezicht Wm-vergunning, overtredingen geconstateerd. Gemeente Overtreding Woningwet Hercontrole Wm Brief ( ) is later verstuurd wegens verwisselen brieven controle / hercontrole. één overtreding voorschrift Wm-vergunning (stoffenscheiding) nog niet ongedaan gemaakt. Hercontrole Woningwetovertreding akkoord. Gemeente Hercontrole en jaarlijkse Brzo inspectie Brief met verslag controles 19, 28 en , overtredingen moeten binnen 2 maanden ongedaan gemaakt worden Definitieve eis Handhaving delen veiligheidsbeheerssysteem. AI Gemeente, Brandweer, AI gezamenlijk Pagina 36 van 113

37 Datum controle Datum brief aan Chemie Pack Actie Reden/opmerkingen Wie Geen brief Weginspectie Vervoersdocument was niet juist opgemaakt en geen juiste etiketten op de verpakking. Sanctie: Proces-verbaal opgemaakt. IVW Geen brief Bedrijfsinspectie Naar aanleiding van de weginspectie op is een broncontrole uitgevoerd bij Chemie-pack. Overtredingen en geïnspecteerde items zijn besproken die bij weginspectie niet in orde waren. Geen brief verzonden Afhandelingsbezoek (hercontrole) arbeidsomstandighedenwet Controle Arbo Hercontrole van bezoek over blootstelling kankerverwekkende stoffen; Brief gestuurd n.a.v. bezoek ; overtreding opgeheven Hercontrole Vier punten uit eerdere controle genoemd met termijnen; Brief met termijn; bij de volgende inspectie wordt dit meegenomen Jaarlijkse Brzo inspectie Brief met verslag controles en ; geen overtredingen geconstateerd Hercontrole Wm Overtreding (stoffenscheiding) (brief ) niet ongedaan gemaakt. Andere overtredingen zijn opgeheven. Brief betreft de vooraankondiging dwangsom n.a.v. hercontrole en de brief Geen brief Weginspectie Vervoersdocumenten zijn niet juist opgemaakt. Sanctie: Proces verbaal opgemaakt Hercontrole Wm Vaststelling voldoen aan voorschrift (stoffenscheiding). Geen verslag gemaakt. IVW AI AI Gemeente, Brandweer, AI gezamenlijk Gemeente IVW Gemeente Pagina 37 van 113

38 Datum controle Datum brief aan Chemie Pack Actie Reden/opmerkingen Wie Brief betreft het opheffen dwangsomprocedure. Alle overtredingen opgeheven Geen brief Integrale Controle Toezicht Wm-vergunning. Er is geen rapport opgemaakt. De beperkte handmatige aantekeningen van de controleur bieden geen inzicht in het resultaat van de controle. Geen brief verzonden Bedrijfsinspectie Inspectie Chemie-Pack alle aspecten die samenhangen met het vervoer (vullen, ontvangen en ten vervoer aanbieden) van verpakkingen met gevaarlijke stoffen. Geconstateerde onregelmatigheden. Brief met waarschuwing. Een nieuwe inspectie wordt gepland voor januari Geen brief Weginspectie Restanten van Tolueen aan de buitenzijde van een tankcontainer na belading. Sanctie: Proces verbaal opgemaakt Jaarlijkse Brzo inspectie Brief met verslag controle ; overtredingen geconstateerd; moeten binnen zes maanden ongedaan zijn gemaakt - Geen brief CP stuurt ( ) nieuw Veiligheidsrapport in Aanwijstraject bedrijfsbrandweer AI heeft rapport beoordeeld en verzoekt via het bg aan bedrijf om aanvullende informatie. Gesprekken over aanvullingen lopend. Geen brief verzonden. Voor dient CP actueel bedrijfsbrandweerrapport in te dienen. Gemeente IVW IVW Gemeente, brandweer gezamenlijk AI Brandweer Pagina 38 van 113

39 5.1.2 Overzicht documenten toezicht Controle Brief van gemeente aan CP Brief van gemeente aan bedrijf nav controle op met Vooraankondiging dwangsom wegens overtredingen van voorschriften 4.14, en Wm-vergunning d.d. 1 september Brief van CP aan gemeente Brief van RMD aan gemeente Moerdijk Brief van gemeente aan bedrijf Brief gemeente aan bedrijf Brief van CP aan gemeente Overtredingen wegens ontbreken van certificerende verklaring over goede werking van brandbestrijdingssysteem voor CPR-loodsen en gereedproducthal en expeditie Brief van CP aan gemeente met daarin zienswijze nav voornemen opleggen dwangsom. Bedrijf geeft aan meer tijd voor aanpassing en keuring brandbestrijdingssysteem nodig te hebben. Beoordeling rapportages grondwatermonitoring Brief aan bedrijf over beoordeling grondwatermonitoring 2004 en 2005 Constatering: grondwaterkwaliteit verbetert, geen nadere eisen. Brief van gemeente aan bedrijf over Opleggen dwangsom aangaande overtredingen voorschriften 4.14, en Wm-vergunning d.d. 1 september 1997 Brief van bedrijf aan gemeente met melding van twee ongewone voorvallen artikel 17.2 Wm op 5 september 2005 en 13 oktober Nav Brzo-controle op 25 maart 2006 is geconstateerd dat beide ongewone voorvallen niet aan bevoegd gezag Wm zijn gemeld. Bedrijf meldt alsnog beide voorvallen met een ingevuld intern meldingsformulier. Betreft smeulbrand krimpfolie machine d.d. 5 september 2005 en vrijkomen 30 liter toxisch product op 13 oktober Pagina 39 van 113

40 Brief van AI aan CP Brief van CP aan gemeente Brief van gemeente aan CP Opleggen eis nav vijf overtredingen die zijn geconstateerd bij Brzo-controle op 29 en 30 maart Overtredingen betreffen: niet alle technische beheersmaatregelen ter voorkoming van majeure ongevallen zijn gelabelled als veiligheidskritisch en zijn niet allemaal opgenomen in het onderhoudsbeheerssysteem Ontbreken EX zonering (zones waar explosiegevaar is) Onvoldoende signalering van de functie van de diverse brandmelders De risico beoordeling voor plaatsing van oog- en nooddouches is niet uitgevoerd Procedure ontbreekt voor de beheersing van de veiligheid tijdens onderhoud van installaties en tijdens tijdelijke onderbrekingen van het proces. Deze overtredingen moeten voor 1 augustus 2006 ongedaan zijn gemaakt. Brief van bedrijf aan gemeente over Verklaringen lichtschuiminstallatie opslaghal I en II (werkvaardige staat) en voorraadloodsen 1 en 2 en gereedproducthal 3 (goede werking) Bedrijf heeft verklaringen over goede werking van de lichtschuiminstallaties toegezonden. Brief van gemeente aan bedrijf over jaarlijks Brzoinspectie op 29 en 30 maart Gezamenlijke rapportage van gemeente, AI en brandweer. In rapportage staan 16 technische, procedurele en organisatorische tekortkomingen (waaronder onvoldoende brandwerendheid van de houten toegangstoegangsdeuren van opslaghal I en II, ventilatiesysteem in de muur) Brief van gemeente aan CP Brief van gemeente aan CP Diverse termijnstellingen, uiterste termijn AI verzendt apart handhavingsbrief. Verzoek van gemeente (mede namens AI) aan bedrijf om het Veiligheidsrapport op ontbrekende zaken aan te vullen. Brief van gemeente aan bedrijf nav melding ongewoon voorval d.d. 5 september 2005 (smeulbrand krimpfolie machine). Melding is te laat gedaan en bevat onvoldoende gegevens. Bedrijf moet binnen 4 weken ontbrekende gegevens aanleveren. Pagina 40 van 113

41 Brief van gemeente aan CP Brief van CP aan gemeente Brief van RMD aan CP Brief van gemeente aan bedrijf nav melding ongewoon voorval d.d. 13 oktober 2005 (vrijkomen van 30 liter toxisch product). Melding is te laat gedaan en bevat onvoldoende gegevens. Bedrijf moet binnen 4 weken ontbrekende gegevens aanleveren. Brief van bedrijf aan gemeente over stand van zaken verklaring mbt de verlangde certificatie en verklaring van goede werking van de lichtschuiminstallatie Bedrijf geeft aan dat er drie extra weken noodzakelijk zijn om certificaat te verkrijgen en dat er vragen zijn over de kwaliteit van de verklaring voor voorraadloodsen 1 en 2 en gereedproducthal 3 Brief van RMD aan bedrijf met verslag van integrale controle RMD op 29 maart 2006, 30 maart 2006 en 4 april Overtreding van voorschrift: 4.1 het bedrijf heeft een locatie ingericht waar de krimpfolie-activiteiten plaatsvinden. Niet duidelijk is of de directie deze locatie als plaats heeft aangewezen waar open vuur aanwezig mag zijn. 4.8 nieuwe brandblussers in de nieuwe hal zijn niet van keuringssticker voorzien 8.3 noodplan moet geactualiseerd worden Niet in deze controle beoordeeld: Volgens voorschrift moet brandbestrijdingssysteem jaarlijks herkeurd worden. Hierover loopt een aparte dwangsomprocedure Brief van CP aan gemeente Brief van CP aan gemeente Brief van CP aan gemeente Wm 17.2 Ongewone voorvallen: smeulbrand krimpfolie Brief van bedrijf aan gemeente over aanvullende gegevens nav melding ongewoon voorval d.d. 5 september Bedrijf geeft aan hoe met krimpfolieactiviteiten wordt omgegaan in de toekomst. Brief van bedrijf aan gemeente over aanvullende gegevens nav melding ongewoon voorval d.d. 13 oktober Bedrijf geeft aan dat aanvullende maatregelen zijn getroffen (afsluiters op beide overige leidinguiteinden van het 3-weg-systeem aangebracht) ter voorkoming van herhaling Brief van bedrijf aan gemeente met daarbij twee verklaringen: aanvraag certificaat voor twee CPR-hallen en BPSI-verklaring voorraadloodsen 1 en 2 en gereedproducthal 3 Pagina 41 van 113

42 Brief van gemeente aan bedrijf Brief gemeente aan bedrijf Brief gemeente aan bedrijf Interne Adviesnota gemeente Brief van Gemeente aan CP Brief van gemeente aan bedrijf over Verbeuring dwangsom nav controle op 14 juni 2006 door gemeente (6 weken: 9000 euro) wegens overtreding van voorschriften 17.10, en voor opslaghal I en II en gereedproducthal/expeditie. Verklaringen ontbreken nog steeds en overgelegde gegevens voldoen niet aan gevraagde kwaliteit. Overtredingen zijn dus niet beëindigd waardoor gemeente genoodzaakt is om dwangsom te verbeuren Brief van gemeente aan bedrijf over Verbeuring dwangsom nav controle op 13 juli 2006 waarin aangegeven is dat dwangsom voor de voorraadloodsen 1 en 2 en gereedproducthal 3 is vervallen, omdat inspectiebureau met tussentijdse verklaring aangetoond heeft dat installaties conform de vastgelegde uitgangspunten zijn aangelegd, worden onderhouden en werkingsgereed zijn. Voor opslaghal I en II zijn geen certificaten afgegeven, waardoor tweede deel van dwangsom wordt verbeurd (4 weken 4000 euro). Overtredingen zijn dus met brief van bedrijf aan gemeente van 19 juni 2006 deels wel en deel niet opgeheven. Dwangsom wordt voor overtredingen van voorschriften 17.10, en voor opslaghal I en II wederom verbeurd. Brief van gemeente aan bedrijf over Intrekken dwangsom waarin wordt aangegeven dat nav ontvangen inspectierapport de dwangsom ook voor opslaghal I en II wordt ingetrokken. Gemeente heeft op 25 juli 2006 van CP het inspectierapport (opgesteld door BPSI) van opslaghal I en II ontvangen waaruit blijkt dat aan Basisdocument Brandbeveiliging wordt voldaan. Besluit om vooraankondiging dwangsom te versturen Brief van gemeente aan bedrijf (met bezoekverslag RMD) over Vooraankondiging dwangsom na controle op 14 september 2006 vanwege: -krimpfolie-activiteit zonder dat duidelijk is of de directie deze locatie als plaats heeft aangewezen waar open vuur aanwezig mag zijn. -beschikken over actueel noodplan -Wm 17.2 risicoanalyse tbv krimpfolie is niet vastgelegd -illegale opwarmunit met 1500 liter gasolietank onvoldoende beschermd, binnen 2 weken verwijderen Pagina 42 van 113

43 Controle Brief van AI aan CP Brief van CP aan gemeente Brief van gemeente aan CP Brief van gemeente aan CP Geen brief Brief van AI aan CP Brief van AI waarin is aangegeven dat na hercontrole op 14 september 2006 is gebleken dat de overtredingen (zoals opgenomen in eis van 27 april 2006) zijn opgeheven Zienswijze van bedrijf naar aanleiding van aankondiging dwangsom: -4.1 open vuur is door directie op de krimpfolie-locatie toegestaan -8.3 noodplan is geüpdatet Wm 17.2 risicoanalyse krimpfolie is vastgelegd en toegevoegd -opwarmunit is gasolie uit verwijderd en verzegeld Brief van gemeente aan bedrijf met bezoekverslag van RMD-controle d.d nav vooraankondiging dwangsom. Constateringen: -4.1 open vuur is akkoord en daarmee opgeheven -8.3 noodplan is akkoord -Wm 17.2 is akkoord met risicoanalyse krimpfolie -Akkoord met verzegelen Opwarmunit, eruit halen gasolie en aanvragen vergunning voor opwarmunit Conclusie: overtredingen zijn opgeheven en procedure voor het opleggen van de dwangsom is stopgezet. Brief van gemeente aan bedrijf over Brzo-hercontrole op Nog niet alle overtredingen (vijf) zijn opgeheven en twee overtredingen zijn in behandeling. Termijnstelling: vier weken. Weginspectie door de IVW: Etiketten ontbreken van gevaarsetiketten aan de buitenzijde van een tankcontainer bestemd voor het zeevervoer. Sanctie: een waarschuwing gegeven. Brief van AI aan bedrijf met waarschuwing n.a.v. overtreding die is geconstateerd bij Brzo-controle op19 maart Overtreding betreft het ontbreken van een procedure voor systematische en periodieke evaluatie van het veiligheidsbeheerssyteem De overtreding moet voor 1 juli 2007 zijn opgeheven. Pagina 43 van 113

44 Brief van gemeente aan CP Brief van gemeente aan bedrijf met bezoekverslag Wm controle En Brzo-controle (19 maart 2007 en hercontrole 16 april 2007). Wm- en Brzoovertredingen moeten binnen 2 maanden ongedaan worden gemaakt. Wm-overtredingen van voorschriften: 1.3 blokkeren vluchtwegen emallagehal 4.3 gedeukte brandblusser 4.8 opslaghal III niet jaarlijks gekeurd blusmiddel 7.4 tekening van aarding en bestek ontbreekt 16.4 geen emissie meetprogramma Stofscheiding in voorraadhal 1 niet akkoord Brzo-overtredingen: Risicomatrix aanpassen, VBS-elementen in PBZOdocument beschrijven, nieuw brandweerrapport opstellen, good housekeeping, concrete veiligheidsdoelstellingen, aantoonbare auditprocedure Brief van gemeente aan bedrijf Brief van CP aan gemeente Brief van CP aan gemeente Brief van CP aan gemeente Brief van gemeente aan CP Brief van gemeente aan CP over ongewoon voorval d.d. 19 juni 2007 (kleine brand agv lossteken met een metalen schop van verharde delen poeder in een voorraadbak). Op 6 juli 2007 heeft toezichthouder bezoek aan bedrijf gebracht en geconstateerd dat nog geen rapportage bij gemeente was ingediend. Bedrijf krijgt tot 15 september 2007 de tijd om rapportage artikel 17.2 lid 2 op te stellen. Brief van CP nav ongewoon voorval op 19 juni 2007 en brief daarover van gemeente d.d. 12 juli Bedrijf licht de genomen (preventieve) maatregelen en acties toe nav voorval Brief van bedrijf aan gemeente waarin een reactie wordt gegeven op de bevindingen van de Brzo-inspectie van 19 maart 2007 en de Wm-inspectie van 21 maart 2007 Brief van bedrijf aan gemeente met verzoek tot uitstel van termijn voor ongedaan maken van overtredingen Brzo (controle van 19 maart 2007) tot 1 december 2007 Brief van gemeente aan bedrijf nav genomen (preventieve) maatregelen en acties nav ongewoon voorval op 19 juni Gemeente is akkoord met genomen maatregelen Pagina 44 van 113

45 Brief van gemeente aan CP Brief van gemeente aan bedrijf met bezoekverslag RMD over controle Wm op en bezoekverslag RMD over Brzo hercontrole op Ook reactie op verzoek van bedrijf om nieuwe termijn voor opheffen Brzo-overtredingen. Nieuwe termijnen opgenomen. Aantal overtredingen opgeheven, drie Wmovertredingen (voorschrift 16.3/16.4 emissiemeetprograma en 7.4 tekening van aarding en bestek ontbreekt) en vier Brzo-overtredingen (Pbzodocument aanpassen en tabel opnemen, concrete veiligheidsdoelstellingen, brandweerrapport) staan nog open Controle Brief van AI aan CP Brief van gemeente aan bedrijf Brief van RMD aan CP Brief van AI aan bedrijf nav hercontrole op 3 oktober 2007 aangaande Brzo-overtreding (zie waarschuwing in brief van 3 april 2007). Overtreding is beëindigd. Verzoek van gemeente (mede namens AI) aan bedrijf om het Veiligheidsrapport (nieuwe versie d.d ) op ontbrekende zaken aan te vullen Brief van RMD aan bedrijf nav hercontrole op met overtredingen. Binnen 2 maanden moeten overtredingen zijn opgeheven. -Wm 8.1: 25 ton Gevaarlijke stoffen opslag in opslaghal III in strijd met vergunning (opslaghal III is voor emballage) -8.3 noodplan niet actueel (telefoonnummers personen) op buiten terrein nabij overkapping 50 lege IBC s (ADR 3, 8 en 9) stoffenscheiding niet akkoord. Opslaghal II stoffen ADR 3, 8 en 9 bij elkaar gasflessen niet goed opgesteld Opgeheven overtredingen: 7.4 tekeningen voor aardingen zijn aanwezig 16.3 en 16.4 meetprogramma emissies akkoord Verslag RMD Verslag van RMD over eerste hercontrole op Overtredingen van: stoffenscheiding opslaghal II niet akkoord Opgeheven overtreding: -8.3 noodplan is aangepast 16.3 en 16.4 meetprogramma wordt bij revisievergunning gevoegd Anticiperen op wijziging milieuvergunning van CPR 15 naar PGS 15 en daardoor worden lege ongereinigde IBC s geaccepteerd 21.3 gasflessenopslagplaats gecreëerd Pagina 45 van 113

46 Verslag RMD Verslag van RMD over Integrale controle bezoek Overtredingen: -geen bouwvergunning voor container nabij emballageloods (container voor opslag van materiaal) -onvergunde uitbreiding van de hemelwaterlozing -voorschrift 1.2 laad- en losplaats niet schoon -voorschrift werking norit-filter van dampverwerking wordt niet voldoende gecontroleerd Brief AI aan CP Brief van AI aan CP Opmerking Grote hoeveelheid Ad Blue aangetroffen Waarschuwingsbrief van AI aan bedrijf nav controle op Overtreding geconstateerd aangaande te nemen maatregelen blootstelling kankerverwekkende stoffen 50 Brief van AI aan bedrijf over opleggen eis nav twee overtredingen Brzo die op 19 en 28 maart 2008 zijn geconstateerd: -Ontbreken vastleggen eisen aan personeel voor veilig werken -Onvoldoende structurele identificatie van de gevaren en risico s Brief van AI aan gemeente Brief van brandweer aan CP Brief van brandweer aan gemeente Eis was op al schriftelijk ter kennisgeving aangekondigd. De overtredingen dienen voor 1 oktober 2008 te zijn opgeheven. Brief van AI aan gemeente waarin vermeld staat dat veiligheidsrapport na aanvullingen akkoord is. Brief van brandweer Midden en West Brabant (Pro-actie & Preventie) aan CP met oordeel over VR. Het VR geeft een juist beeld van de werkelijkheid. Op basis van het nog te actualiseren brandweerrapport zal de brandweer B&W adviseren over het al dan niet opstellen van een aanwijsbeschikking in het kader van het Besluit bedrijfsbrandweren. Brief van brandweer Midden en West Brabant over oordeel Veiligheidsrapport, met als bijlage brief van aan bedrijf. 50 Op het gebied van arbeidsomstandigheden is in 2005 een zaak gestart bij Chemie-Pack. Het bedrijf had de blootstelling van werknemers aan kankerverwekkende stoffen niet beoordeeld. De risico s op het gebied van fysieke belasting waren ook niet voldoende geïnventariseerd. Na een hercontrole in november 2005 was de overtreding op het gebied van fysieke belasting opgeheven. Bij een controle in maart 2008 bleken de zaken op het gebied van de beoordeling van blootstelling aan kankerverwekkende stoffen (nog steeds) niet in orde te zijn en is een boeterapport opgemaakt. Pagina 46 van 113

47 Brief van burgemeester aan CP PV door IVW Geen brief Brief van AI aan CP Brief van gemeente aan CP Brief van burgemeester aan bedrijf over beoordeling Veiligheidsrapport ( en aanvullingen op ). Veiligheidsrapport geeft juist beeld van de werkelijkheid. Weginspectie door IVW: Vervoersdocument was niet juist opgemaakt en geen juiste etiketten op de verpakking. Sanctie: Proces-verbaal opgemaakt. Bedrijfsinspectie door IVW: Naar aanleiding van de weginspectie op is een broncontrole uitgevoerd bij Chemie-Pack. Daarbij werden de overtredingen en de geïnspecteerde items besproken die niet in orde waren tijdens het vervoer van gevaarlijke stoffen. Geen brief verzonden Brief van AI aan bedrijf over afhandelingscontrole op Hercontrole van bezoek over blootstelling kankerverwekkende stoffen; Brief gestuurd n.a.v. bezoek op ; overtreding opgeheven. Brief van gemeente aan bedrijf d.d (echter bezoekverslag hercontrole van toegevoegd). Gaat over Integrale controle ( ) en Brzocontrole (19 en 28 maart 2008) Integrale controle overtredingen: Woningwet, nl geen bouwvergunning voor container en milieuvergunningvoorschrift 1.2 en voorschrift Brzo overtredingen:ontbreken van: opleidingseisen, Identificatie van gevaren, Prestatie indicatoren, systeemaudit. Niet voldoende schoon houden. Overtredingen moeten binnen 2 en 4 maanden ongedaan zijn gemaakt. Voor Brzo wordt deels apart handhavingstraject (Brzo artikel 5 lid 3, bijlage II onder g) gestart Brief van gemeente aan CP -bedrijf wordt verzocht de in het bezoekverslag vermelde afspraken na te komen (omdat verkeerde bezoekverslag was toegevoegd dus ook overtreding voorschrift 17.24) -overtreding artikel 40 Woningwet (bouwen zonder vergunning) Brief van gemeente aan bedrijf over gezamenlijk oordeel (AI, gemeente en brandweer) over veiligheidsrapport (d.d met aanvullingen op ). Gemeente concludeert dat VR aan artikel 10 Brzo voldoet. Pagina 47 van 113

48 Brief van gemeente aan CP Brief van AI aan CP Controle Brief van 2009 gemeente aan CP Brief van gemeente aan bedrijf met gezamenlijk onderdeel over Veiligheidsrapport ( met aanvullingen) waaraan alle onderliggende oordelen van gemeente (d.d ), burgemeester ( ), AI ( ) en brandweer ( ) zijn toegevoegd Brief van AI aan bedrijf nav hercontrole op aangaande de eis (d.d ). Eén overtreding is opgeheven, voor andere overtreding worden in brief nieuwe termijnen opgenomen ter controle bij latere inspecties. Brief van gemeente aan bedrijf waarin vermeld is dat verkeerde bezoekverslag bij brief van is gevoegd. Brief van gaat over hercontrole op RMD bezoekverslag RMD Bezoekverslag RMD bezoekverslag Brief van AI aan CP Interne adviesnota gemeente PV door IVW Brief van gemeente aan CP Verzoek opheffen overtreding voorschrift binnen zes weken Verslag van RMD over eerste hercontrole na Twee overtredingen zijn opgeheven (schoon houden inrichting en dampverwerkingssysteem) Verslag RMD over controle (nieuwe vergunning ) Voorschrift stoffenscheiding niet akkoord Verslag van RMD over tweede hercontrole op Overtredingen geconstateerd: -Voorschrift (nieuw voorschrift 5.1.4) stoffenscheiding. Opgeheven overtreding: -dampververwerkingssysteem is verwijderd, overtreding daarmee ongedaan Brief van AI aan bedrijf nav Brzo-controle op 24 en 24 maart Geen overtredingen geconstateerd. Interne nota over voor aankondiging dwangsom ivm overtreding artikel 5 lid 3 Brzo en Wm voorschrift Weginspectie door IVW: vervoersdocumenten zijn niet juist opgemaakt. Sanctie: proces-verbaal opgemaakt Brief van gemeente aan bedrijf over voornemen opleggen dwangsom op overtreding voorschrift stoffenscheiding en overtreding Brzo artikel 5 lid 3, bijlage II onder G. Met drie controleverslagen als bijlagen: Brzo , Wm (vrs 17.24/5.1.4 en 15.12) en Wm (vrs 1.2) Pagina 48 van 113

49 Brief van CP aan gemeente Brief van Chemie-Pack aan gemeente met reactie op vooraankondiging dwangsom Wm/Brzo: -Voorschrift over stofscheiding -En een Brzo-overtreding.(VBS onderdeel G toezicht op de prestaties) Brief van gemeente aan CP Intern memo gemeente Geen verslag, opgenomen in brief van Controle bezoek Controle Geen brief Brief gemeente 2010 aan CP Geen brief PV door IVW Brief van gemeente aan bedrijf over jaarlijkse Brzoinspectie van 24 en 25 maart 2009; geen overtredingen geconstateerd. Wel bevinding: leidingdoorvoer van vloeistofruimte naar voorraadhal I is niet brandwerend afgedicht. Memo over zienswijze van Chemie Pack van Conclusie: Bedrijf heeft maatregelen getroffen, nog niet alles duidelijk Hercontrole dwangsom (stoffenscheiding) op door toezichthouder gemeente over de overtreding van voorschrift (geen verslag van gemaakt, resultaten staan vermeld in brief van van gemeente aan Chemie-Pack) De gemeente heeft op Wm-controlebezoek gebracht aan bedrijf. Er is geen getypt rapport van deze rapportage, wel een scan van de gemaakte aantekeningen en een scan van de opmerkingen in een kopie van het voorschriftenpakket van de revisievergunning. Stoffenlijst d.d is overhandigd. Bouwcontrole door gemeente Brief aan Chemie-Pack waarin stopzetten dwangsomprocedure (stoffenscheiding) is opgenomen. Gebaseerd op intern memo en bezoek op Bouwcontrole door gemeente Weginspectie door IVW: Restanten van tolueen aan de buitenzijde van een tankcontainer na belading. Sanctie: proces-verbaal opgemaakt. Pagina 49 van 113

50 e week December 2010 Brief van IVW aan CP Brief van gemeente aan CP Brief van AI aan gemeente Geen brief Brief brandweer Telefonisch contact Brief van IVW aan CP nav bedrijfsinspectie op op alle aspecten die samenhangen met het vervoer (vullen, ontvangen en ten vervoer aanbieden) van verpakkingen met gevaarlijke stoffen. Geconstateerde onregelmatigheden: - Er is geen beveiligingsplan security vervoer gevaarlijke stoffen aanwezig. - De inhoud van de opleiding die vereist is voor het bij het bij het vervoer betrokken personeel is enigszins gedateerd en het personeel heeft nog geen opleiding IMDG-Code (zeevervoer) gevolgd (is verplicht per ). - De Nederlandse taal op een vervoersdocument ontbreekt. - Het veiligheidsinformatieblad van de stof flazasulforon is gedateerd. - De omschrijving in de controlestaat laden / lossen tankauto s met betrekking tot de aardkabel is niet volledig. - De laatste uitgave van de IMDG-Code is niet aanwezig. Brief met waarschuwing, geen termijnstelling. Een nieuwe inspectie gericht op de vastgestelde onregelmatigheden, is aangekondigd voor januari Brief van gemeente aan bedrijf over jaarlijkse Brzoinspectie op Vier overtredingen geconstateerd; -MOC-procdure niet gevolgd -Uitvoeren periodieke herbeoordeling -Herzien installatiescenario s -Benoemen prestatie-indicatoren; Binnen zes maanden overtredingen ongedaan maken. Bedrijf heeft een nieuw VR ingediend (d.d. 29 april 2010) De AI heeft het VR beoordeeld en constateert ontbrekende elementen. De AI verzoekt de gemeente om aanvullende informatie betreffende de interne veiligheid bij bedrijf op te vragen. Er is hierover geen brief door gemeente naar bedrijf gezonden. Bouwcontrole door gemeente Brief van bedrijfsbrandweer aan CP over Aanwijstraject bedrijfsbrandweer. Voor dient CP actueel bedrijfsbrandweerrapport in te dienen. Toezichthouder van de afdeling V&H van de gemeente heeft telefonisch contact opgenomen met Chemie-Pack. Toezichthouder wil afspraak maken voor het uitvoeren van de jaarlijkse integrale controle (2010) incl. hercontrole BRZO. Chemie-Pack deelt mede dat de KAM-coördinator niet aanwezig is. Afspraak wordt gemaakt dat in januari 2011 opnieuw contact met het bedrijf wordt opgenomen. Pagina 50 van 113

51 5.1.3 Analyse toezichtsituatie Onderstaande analyse is gebaseerd op de feiten die in de door de gemeente Moerdijk, brandweer, Arbeidsinspectie, Inspectie verkeer en Waterstaat overgelegde toezicht- en handhavingsgegevens zijn aangetroffen. Van de uitgevoerde controles zijn alleen de overtredingen opgenomen in dit overzicht, niet de bevindingen. Een overtreding is het niet naleven van wet- of regelgeving of een een ingezet handhavingstraject (waarschuwing, dwangsom, eis, proces verbaal). Andere constateringen en bevindingen zijn niet in dit overzicht opgenomen. Gericht is op de feitelijke naleving van de Wm- en bouwvergunningen, het Brzo, de Arbowet en de Wet vervoergevaarlijke stoffen. Situatie bij Chemie-pack Gemeente Moerdijk De gemeente Moerdijk is per 1 januari 1997 een nieuwe gemeente. Sinds de oprichting van de afdeling Vergunningen & Handhaving in oktober 2000 worden jaarlijkse toezichtbezoeken zo veel mogelijk integraal uitgevoerd en beoordeeld. De bevindingen van integraal toezichthouder en/of de adviseur brandpreventie zijn integraal in de bezoekverslagen opgenomen 51. Tijdens deze controles wordt de naleving van de Woningwet 52 en Wet milieubeheer 53 beoordeeld. In de integrale bezoekverslagen zijn geen opleveringscontroles van de bouwvergunning opgenomen. Chemie-pack is volgens het handhavingsprogramma een (zeer) hoogrisico bedrijf en wordt jaarlijks geïnspecteerd. De naleving van de Wm-vergunning wordt integraal getoetst door de gemeente Moerdijk en die heeft deze taak gemandateerd aan de RMD. De RMD mag zelfstandig brieven over toezicht aan Chemie-Pack zenden. Vanaf 2009 is dit toezicht overgedragen naar en uitgevoerd door een toezichthouder van de gemeente zelf. De Wm 54 - en Brzo 55 -controlefrequentie is eenmaal per jaar. Brzo 1999 Bij het verplichte jaarlijks toezicht op naleving van het Besluit risico s zware ongevallen 1999 (Brzo 1999) wordt door verschillende overheidsinstanties samengewerkt. Naast de gemeente Moerdijk (coördinator Brzo-toezicht), zijn de Arbeidsinspectie 56 (Arbeidsomstandighedenwet) en de regionale brandweer (Brandweerwet 1985, Wet rampen en zware ongevallen en na 1 oktober 2010 Wet veiligheidsregio s) betrokken bij het toezicht op en de handhaving van de regels van het Brzo Het toezicht op de Brzo-bedrijven vanuit het Wet milieubeheer bevoegde gezag wordt door de gemeente Moerdijk uitbesteed aan de RMD Op basis van schriftelijke informatie zoals door gemeente aangeleverd op 18 januari Toezicht op verleende vergunningen op basis van de Woningwet. 53 Toezicht op verleende milieuvergunningen, geaccepteerde meldingen, ongewone voorvallen 54 In de diverse handhavingsprogramma s van de gemeente Moerdijk is Chemie-pack bij de risico-inschatting als zeer hoog gekwalificeerd, hetgeen een jaarlijkse inspectiefrequentie betekent. 55 Artikel 24 Brzo 1999 bepaalt dat een VR-bedrijf tenminste eenmaal per jaar geïnspecteerd wordt. 56 Directie Major Hazard Control (MHC). 57 Vanaf 2009 wordt het Brzo-toezicht vanuit de gemeente door een gemeentelijk toezichthouder uitgevoerd onder de verantwoordelijkheid van de LAT-organisatie RMD. Pagina 51 van 113

52 Arbeidsinspectie De Arbeidsinspectie voert jaarlijks gezamenlijk Brzo-controles uit en is toezichthouder voor wat betreft de Arbowet. IVW De IVW voert weg-inspecties uit waarbij Chemie-Pack zowel als vuller of belader betrokken kan zijn. Daarnaast worden bedrijfsinspecties uitgevoerd op de naleving van de Wet vervoergevaarlijke stoffen. Selectie vindt plaats op basis van een risicoanalyse, waarbij de volgende factoren een rol spelen: laad- en losactiviteiten die raakvlakken hebben met gevaarlijke stoffen op meerdere modaliteiten, een handhavingsverleden op diverse terreinen (zoals transport, afzender, vuller, geadresseerde) en voordracht op basis van samenwerkende inspectiediensten. constateringen In de bijlage Overzicht documenten toezicht zijn alle controles, overtredingen 58 en handhavingsacties van de toezichthoudende instanties en de reacties van het bedrijf chronologisch voor de periode van 1 januari 2006 tot en met 4 januari 2011 weergegeven. In de bijlage Chronologisch overzicht toezichtsmomenten is een samenvatting weergegeven. Opgrond van deze gegevens kan het volgende toezichtsbeeld worden geschetst. Gemeente Moerdijk De gemeente Moerdijk heeft in de onderzoeksperiode vier integrale controles uitgevoerd en twaalf hercontroles. In 2009 is een controle uitgevoerd waarover nog niet gerapporteerd is en de controle voor 2010 is niet uitgevoerd. In totaal zijn bij deze controles 33 overtredingen geconstateerd. Door het aanschrijven met het verzoek om de overtredingen op te heffen onder termijnstelling en uitvoeren van hercontroles zijn 25 overtredingen direct beëindigd. Voor acht overtredingen (in drie toegepaste dwangsom-procedures) was het toepassen van handhaving noodzakelijk. Dit heeft in alle drie de handhavingssituaties geleid tot beëindiging van de in totaal acht overtredingen 59. Brzo-toezicht De betrokken Brzo-partners hebben in de onderzoeksperiode vijf Brzo-inspecties en vier hercontroles uitgevoerd. Bij de laatste Brzo-inspectie was de Arbeidsinspectie niet vertegenwoordigd. In totaal zijn bij deze inspecties 33 overtredingen geconstateerd (waaronder 16 tekortkomingen). 60 Door het aanschrijven met het verzoek om de overtredingen op te heffen onder termijnstelling en uitvoeren van hercontroles zijn de overtredingen 58 Een overtreding is het niet naleven van wet- of regelgeving of een ingezet handhavingstraject (waarschuwing, dwangsom, eis, proces verbaal). Soms is een overtreding een tekortkoming genoemd. Andere constateringen en bevindingen zijn niet in dit overzicht opgenomen. 59 Dit betekent dat er geen overtredingen meer open stonden, behoudens de eventuele geconstateerde overtredingen tijdens de controle van 2009 waarover niet gerapporteerd is. 60 In 2006 was bij de Brzo-inspecties de teminologie van overtredingen nog niet vastgesteld en werden geconstateerde afwijkingen tekortkomingen genoemd, die onder het stellen van een termijn dienden te worden opgeheven. Pagina 52 van 113

53 beëindigd. 61 De Arbeidsinspectie heeft daarbij driemaal een eis of waarschuwing gehanteerd. De gemeente heeft voor één overtreding een dwangsomprocedure gehanteerd. Arbo-toezicht De Arbeidsinspectie heeft één controle op het gebied van de Arbeidsomstandighedenwet uitgevoerd. Na een waarschuwing is deze overtreding beëindigd. Inspectie Verkeer en Waterstaat (IVW) De IVW heeft drie weginspecties en twee bedrijfsinspecties uitgevoerd. Bij de weginspecties is driemaal een proces-verbaal opgemaakt. De weginspectie in 2009 heeft geleid tot een broncontrole bij Chemie-Pack, waarbij de overtredingen en de geïnspecteerde items besproken zijn die niet in orde waren tijdens het vervoer van gevaarlijke stoffen. In 2010 heeft een bedrijfsinspectie plaatsgevonden, waarover in een waarschuwingsbrief gerapporteerd is. 62 Samenvatting Uit het toezichtsoverzicht blijkt dat er diverse malen door de toezichthouders overtredingen zijn geconstateerd. Dit heeft geleid tot het verzenden van brieven waarna het bedrijf de overtredingen in het merendeel van de situaties heeft doen beëindigen. In het overzicht zijn ook de daarbij gehanteerde handhavingsacties van de diverse instanties weergegeven: waarschuwing, proces-verbaal, opleggen eis en dwangsomprocedures. Het inzetten van diverse handhavingsinstrumenten heeft geleid tot het beëindigen van de geconstateerde overtredingen. Hierbij blijkt dat de toezichthoudende instanties de beschikbare dwangmiddelen nodig hebben om het bedrijf de wet- en regelgeving te laten naleven. Handhavingsstrategie Om de toepassing van de handhavingsstrategie te toetsen zijn twee Wmovertredingen en één Brzo-overtreding beoordeeld op de toepassing van de handhavingsstrategie. 63 Voor de eerste overtreding gold de handhavingsstrategie zoals opgenomen in het Handhavingsprogramma (-2008). 64 Voor de tweede overtreding gold de handhavingsstrategie uit het Handhavingsprogramma van Voor Brzo-overtredingen is in het Brzo-inspectieprogramma aangegeven dat de betrokken gemeenten (waaronder Moerdijk) het handhavingsbeleid baseren op de handhavingsstrategie Zó handhaven wij in Brabant die in 2007 is vastgesteld in het bestuurlijk provinciaal handhavingsoverleg milieu. 61 De overtreding van de Brzo-inspectie van 2010 staan nog open. 62 Een nieuwe inspectie gericht op de vastgestelde onregelmatigheden is aangekondigd voor Per 2007 is de handhavingsstrategie conform het stappenplan Zó handhaven wij in Brabant dat door Moerdijk is ondertekend. 64 Zie bladzijde Zie bladzijde 48. Pagina 53 van 113

54 Overtreding Wm Vier overtredingen worden geconstateerd bij controle op 29 maart 2006, 30 maart 2006 en 4 april 2006 (week 13 en 14). Het gaat om twee overtredingen van de Wm-vergunning van 20 april 1997 en overtredingen van artikel 17.2 lid 2 onder e en artikel 8.1 Wet milieubeheer. 2. Op 2 juni 2006 (week 22) wordt brief aan bedrijf gezonden. 3. Bij hercontrole op 14 september 2006 (week 37) nog steeds overtredingen geconstateerd. 4. Op 1 november 2006 (week 44) vooraankondiging dwangsom naar bedrijf gezonden. 5. Op 22 november 2006 wederom controle en op 11 december 2006 (week 50) wordt procedure voor het opleggen van de dwangsom stopgezet wegens het beëindigen van de overtreding. De handhavingsstrategie ( ) schrijft voor dat maximaal 8 weken na de eerste aanschrijvingsbrief een hercontrole en bekend maken voornemen bestuurlijke handhaving moeten zijn uitgevoerd. In deze casus is de brief in week 22 verzonden, in week 37 is een hercontrole uitgevoerd en in week 44 is een vooraankondiging dwangsom verzonden. Hieruit blijkt dat niet aan de termijn van de handhavingsstrategie is voldaan. Overtreding Wm Op 10 december 2007 (week 50) is bij een controlebezoek geconstateerd dat voorschrift wordt overschreden. 2. Op 18 januari 2008 (week 3) heeft de RMD per brief bedrijf verzocht de overtreding binnen 2 maanden ongedaan te maken. 3. Op 26 maart 2008 (week 13) is een hercontrole uitgevoerd waarbij bleek dat de overtreding niet was opgeheven. 4. Op 19 mei 2008 zendt RMD het Wm-bezoekverslag aan gemeente. 5. Op 17 november 2008 is een brief aan het bedrijf verzonden met een foutieve bijlage. In januari 2009 kwam deze verwisseling aan het licht en is opnieuw een juiste brief verzonden. 6. Op 22 januari 2009 (week 4) wordt bedrijf verzocht binnen 6 weken de overtreding ongedaan te maken. 7. Op 26 maart 2009 (week 13) is wederom controle uitgevoerd en geconstateerd dat de overtreding niet was opgeheven. 8. Op 29 april 2009 (week 18) zendt de RMD het bezoekverslag naar de gemeente. 9. Op 10 juni 2009 (week 24) is per brief een voornemen opleggen dwangsom aangekondigd op overtreding van voorschrift van de Wm-vergunning van 29 januari 2009 (vergunning van 1997 is vervallen en voor schrift van nieuwe vergunning is van gelijke strekking) om acht weken na definitieve beschikking van de dwangsom bij overtreding van voorschrift ,00 euro per week te verbeuren. Brief bevat alleen de termijn om binnen 10 dagen zienswijze kenbaar te maken. 10. Op 25 september 2009 (week 39) is een controle uitgevoerd en geconstateerd dat de overtreding is beëindigd. Pagina 54 van 113

55 11. Op 27 januari 2010 (week 4) is het bedrijf per brief op de hoogte gebracht van het feit dat besloten is het handhavingstraject stop te zetten wegens het beëindigen van de overtreding. De handhavingsstrategie ( ) schrijft voor dat maximaal 8 weken na de eerste aanschrijvingsbrief een hercontrole en bekend maken voornemen bestuurlijke handhaving moeten zijn uitgevoerd. In deze casus is de brief in week 3 van 2008 verzonden, in week 13 van 2008 is een hercontrole uitgevoerd en na constateren van voortduren van overtreding is geen bestuurlijke handhaving ingezet. Hieruit blijkt dat niet aan de handhavingsstrategie ( ) is voldaan. Voor de periode in 2009 geldt de handhavingsstrategie in Deze handhavingsstrategie heeft een procedurestappenplan. Binnen 10 dagen na verlopen van de gestelde termijn dient een hercontrole plaats te vinden. Binnen 10 werkdagen na overdracht van het rapport over de hercontrole dient een vooraankondiging sanctie plaats te vinden. Binnen 5 werkdagen na verloop van de termijn dient een controle naar aanleiding van vooraankondiging dwangsom plaats te vinden en binnen 5 werkdagen te worden gerapporteerd. Binnen 10 werkdagen na overdracht van het rapport naar aanleiding van de controle op de vooraankondiging van de dwangsom dient een sanctiebeschikking te worden verzonden. Bij deze overtreding is de handhavingsstrategie 2009 qua termijnen niet volledig toegepast. Overtreding Brzo 1999 in Op 19 maart 2007 (week 12) is bij een Brzo-inspectie vastgesteld dat artikel 5 lid 3, bijlage II onder g wordt overtreden (directiebeoordeling). 2. Op 7 juni 2007 (week 23) zendt RMD het Brzo-inspectieverslag naar gemeente 3. Op 22 juni 2007 (week 25) wordt per brief het bedrijf verzocht de overtreding binnen 2 maanden op te heffen. 4. Op 30 augustus 2007 verzoekt het bedrijf uitstel van termijn voor ongedaan maken van overtreding te verzetten naar 1 december Op 9 oktober 2007 wordt het bedrijf uitstel verleend tot 1 december Op 19 en 28 maart 2008 (week 13) is de wederom een Brzo-inspectie uitgevoerd waarbij bleek dat de overtreding niet was opgeheven. 7. Op 17 november 2008 (week 47) wordt bedrijf medegedeeld dat gezien de aard en ernst van de overtreding besloten is het handhavingstraject in te zetten. Gemeente geeft aan dat hieromtrent het bedrijf op korte termijn nader bericht ontvangt. 8. Op 24 maart 2009 (week 13) is wederom Brzo-inspectie uitgevoerd en geconstateerd dat de overtreding niet was opgeheven. 9. Op 19 mei 2009 (week 21) zendt de RMD het Brzo-inspectieverslag naar de gemeente. 10. Op 10 juni 2009 (week 24) is per brief een voornemen opleggen dwangsom aangekondigd op overtreding van Artikel 5 lid 3, bijlage II onder voorschrift van het Brzo om acht weken na definitieve beschikking van de dwangsom bij overtreding van voorschrift ,00 euro per week te verbeuren. Brief bevat alleen de termijn om binnen 10 dagen zienswijze kenbaar te maken. Pagina 55 van 113

56 11. Op 25 september 2009 (week 39) is een controle uitgevoerd en geconstateerd dat de overtreding is beëindigd. 12. Op 27 januari 2010 (week 4) is het bedrijf per brief op de hoogte gebracht van het feit dat besloten is het handhavingstraject stop te zetten. De handhavingsstrategie ( ) schrijft voor dat maximaal 8 weken na de eerste aanschrijvingsbrief een hercontrole en bekend maken voornemen bestuurlijke handhaving moeten zijn uitgevoerd. In deze casus is de eerste brief in week 23 van 2007 verzonden, in week 13 van 2008 is een hercontrole uitgevoerd en in week 24 in 2009 is een vooraankondiging dwangsom verzonden. Hieruit blijkt dat niet aan de termijn van de handhavingsstrategie ( ) is voldaan. Voor de periode in 2009 geldt de handhavingsstrategie in Deze handhavingsstrategie heeft een procedurestappenplan. Binnen 10 dagen na verlopen van de gestelde termijn dient een hercontrole plaats te vinden. Binnen 10 werkdagen na overdracht van het rapport over de hercontrole dient een vooraankondiging sanctie plaats te vinden. Binnen 5 werkdagen na verloop van de termijn dient een controle naar aanleiding van vooraankondiging dwangsom plaats te vinden en binnen 5 werkdagen te worden gerapporteerd. Binnen 10 werkdagen na overdracht het rapport naar aanleiding van de controle op de vooraankondiging van de dwangsom dient een sanctiebeschikking te worden verzonden. Bij deze overtreding is niet conform de handhavingsstrategie gehandeld. Samenvatting Voor alle drie de handhavingssituaties is niet conform de handhavingsstrategie gehandeld, met name voor wat betreft de gehanteerde termijnen. Bronvermelding Bronnen van bovenstaande gegevens zijn: - Map 3, 5, 6 en 7 van de door gemeente Moerdijk aan VI nav de brand toegezonden mappen. - Het door de gemeente Moerdijk (zie mail 17 januari 2010) opgesteld document Overzicht toezicht. - De door de gemeente Moerdijk later toegezonden documenten - Archief van AI, IVW en VI. Pagina 56 van 113

57 6 Brzo 1999 Algemeen Het Brzo 1999 is gericht op het voorkómen van het onbedoeld vrijkomen van grote hoeveelheden gevaarlijke stoffen tijdens opslag of bewerking en over de beheersing van effecten voor het geval dit zich toch voordoet. Als in het Brzo 1999 sprake is van risico s, dan zijn dat de risico s van een explosie, brand of toxische wolk door vrijgekomen gevaarlijke stoffen voor mensen binnen en buiten het bedrijf en voor het milieu. De bedoeling van de wetgeving is de kans op dergelijke zware ongevallen te verkleinen én de gevolgen te beperken. Veilige inzet en taken van bedrijfs- en overheidsbrandweer zijn daarom ook van groot belang. Een bedrijf dat onder de werkingssfeer van het Brzo 1999 valt, moet de gevaren van gevaarlijke stoffen inventariseren, de risico s inschatten die bij die gevaren horen en de noodzakelijke technische en organisatorische maatregelen treffen en in stand houden om die risico s te beheersen,. Dat betekent in de praktijk dat het bedrijf daarvoor beleid (Preventiebeleid Zware Ongevallen; PBZO) formuleert en een veiligheidsbeheerssysteem (VBS) invoert om het beleid te kunnen uitvoeren. Het beleid en het beheerssysteem vormen samen het veiligheidsmanagementsysteem (VMS). Het VMS waarborgt dat: alle noodzakelijke passende maatregelen zijn of worden getroffen; de maatregelen blijven werken; de stand van de techniek en de wetenschap worden bijgehouden. Of een bedrijf onder de werkingssfeer van het Brzo 1999 valt, is afhankelijk van de soorten en de hoeveelheden gevaarlijke stoffen die in de vergunning Wet milieubeheer (de milieuvergunning) zijn toegestaan. Het bedrijf moet hier zelf op letten en aan de overheid meedelen of Brzo-plicht van toepassing is. Als dit het geval is, zal het bevoegd gezag Wet milieubeheer dit schriftelijk bevestigen. De hoeveelheid gevaarlijke stof die in de milieuvergunning is toegestaan, bepaalt in welke categorie een bedrijf valt; er zijn er twee. Er bestaan PBZO 66 -bedrijven en VR 67 -bedrijven. Inspectieverplichtingen door toezichthouders Het toezicht op naleving van de Brzo 1999 verplichtingen is vastgelegd in artikel 24 van het Brzo In dit artikel wordt aangegeven: Er moet worden geïnspecteerd op basis van een door het bevoegd gezag Wet milieubeheer (bg Wm), samen met de Arbeidsinspectie Major Hazard Control (AI MHC) en de Brandweer (Brw), opgesteld inspectieprogramma. Het inspectieprogramma moet planmatig en systematisch inspecteren mogelijk maken. Bij de inspecties zijn zowel de technische, de organisatorische als de bedrijfskundige voorzieningen onderwerp van inspectie. 66 PBZO: Preventiebeleid Zware Ongevallen. 67 VR: Veiligheidsrapport. Pagina 57 van 113

58 Gecontroleerd moet worden of voldaan wordt aan opgelegde verplichtingen teneinde na te gaan of: o Er passende maatregelen zijn getroffen om zware ongevallen te voorkomen. o Er passende maatregelen zijn getroffen om de gevolgen, zowel binnen als buiten het hek, van zware ongevallen zo veel als mogelijk te beperken. o Er een passen preventiebeleid zware ongevallen is en wordt gevoerd. o Er een passend veiligheidsbeheerssysteem aanwezig is, geïmplementeerd is en werkt. o De verstrekte gegevens (kennisgeving en VR) en informatie de situatie trouw weergeven. Van iedere inspectie moet een rapport worden opgesteld dat naar het bedrijf moet worden gezonden en eventueel besproken met het bedrijf. VR bedrijven moeten jaarlijks worden geïnspecteerd tenzij een systematische analyse van de gevaren van zware ongevallen een andere inspectiefrequentie rechtvaardigt. Het bg Wm vervult een coördinerende rol. Brzo 1999 en Arie eisen voor Chemie-Pack. Chemie-Pack valt op basis van de vergunde hoeveelheid toxische en brandbare stoffen onder de VR plicht en behoort daarmee tot de hoogste risico categorie. Chemie-Pack is vanwege de VR plicht weliswaar niet ook nog Arie plichtig, maar dient wel artikel 2.5f van de Arie na te leven. Chemie-Pack heeft op basis van de VR plicht en de Arie de volgende verplichtingen: a) aantoonbaar de juiste maatregelen treffen en onderhouden De gevaarlijke stoffen zitten in installaties of verpakkingen (omhullingen). De gevaarlijke stoffen mogen niet onbedoeld naar buiten kunnen komen. Daarvoor zijn technische en/of organisatorische maatregelen noodzakelijk. Welke maatregelen dat moeten zijn, is afhankelijk van de risico s die met het VMS worden vastgesteld. Met die maatregelen worden de risico s afdoende beheerst. b) een preventiebeleid zware ongevallen (PBZO) voeren Het preventiebeleid maakt duidelijk welke doelstellingen er zijn als het gaat om het voorkomen van zware ongevallen en het beperken van de gevolgen ervan. Kortom, wat het bedrijf nastreeft. Dit beleid wordt beschreven in het PBZO-document. De volgende onderwerpen moeten in het PBZO-document zijn vastgelegd: doelstellingen (SMART 68 geformuleerd); de beginselen (principes) van het beleid; risico s op hoofdlijnen; beginselen van het veiligheidsbeheerssysteem uitgewerkt in de zeven VBS-elementen; de gehanteerde risicocriteria; de samenhang tussen risico s en maatregelen. 68 S = specifiek, M = meetbaar, A = acceptabel, R = realistisch en T = tijdgebonden. Pagina 58 van 113

59 Als alle zes hoofdaandachtsgebieden beschreven zijn, moet het PBZO-document actueel worden gehouden en op het bedrijf voor intern gebruik en ten behoeve van inspecties beschikbaar zijn. c) een veiligheidsbeheerssysteem (VBS) hebben Met het veiligheidsbeheerssysteem wordt het preventiebeleid uitgevoerd. Het is erop gericht zware ongevallen te voorkomen. Het VBS heeft allerlei relaties met andere systemen binnen het bedrijf. Daarom wordt eerst beschreven welke delen van het algemene beheerssysteem binnen een bedrijf voor het PBZO en VBS van belang zijn. Daarna volgen nog zeven elementen. a. Algemene onderdelen van het beheerssysteem die relevant zijn om het PBZO te kunnen vaststellen en uitvoeren. b. Organisatie en werknemers. c. Identificatie van de gevaren en beoordeling van de risico s. d. Beheersing van de uitvoering. e. De wijze waarop wordt gehandeld bij wijzigingen. f. Planning voor noodsituaties. g. Toezicht op de prestaties. h. Audits en beoordeling. Deze elementen zijn in de Regeling/bijlage nader uitgewerkt. Zo bestaat element e, de beheersing van de uitvoering uit een groot aantal onderwerpen. Onder element e vallen alle procedures voor de normale operatie, maar ook alles ten aanzien van interne bedrijfsinspecties en het plannen en uitvoeren van onderhoud. In de specifiek voor het BRZO toezicht ontwikkelde inspectiemethode NIM 69 BRZO wordt nadrukkelijk op deze systematiek aangesloten. Het PBZO en het VBS vormen samen het veiligheidsmanagementsysteem, VMS. Door hiermee bewust te werken, wordt bereikt dat het systeem steeds verbetert. Ook is in een goed systeem ingebouwd dat de stand van de techniek en de stand van de wetenschap worden gevolgd. d) Een Veiligheidsrapport (VR) opstellen VR-bedrijven moeten met een veiligheidsrapport (VR) aantonen dat ze de risico s beheersen. De inhoud van het VR moet met de werknemers zijn besproken. Bovendien moet het rapport ingezien kunnen worden door werknemers (medezeggenschapsorgaan) en door de betrokken deskundigen en/of arbodiensten. In het VR is in hoofdlijnen de informatie opgenomen waarmee wordt aangetoond dat: een beleid om zware ongevallen te voorkomen en een veiligheidsbeheerssysteem zijn ingevoerd; de gevaren van zware ongevallen zijn geïdentificeerd en maatregelen zijn getroffen om ongevallen te voorkomen en de gevolgen ervan voor mens en milieu te beperken; het ontwerp, de constructie, de exploitatie en het onderhoud van alle installaties, opslagplaatsen, apparatuur en infrastructuur die samenhangen met de gevaren van een zwaar ongeval binnen de inrichting, veilig en betrouwbaar zijn; een intern noodplan is gemaakt. 69 NIM: Nieuwe Inspectie Methode. Pagina 59 van 113

60 e) Ongevalscenario maken Een ongevalscenario beschrijft wat er misgaat binnen een installatie voordat de gevaarlijke stof er onbedoeld uitkomt. Tevens beschrijft het scenario wat de gevolgen (effecten) kunnen zijn van het vrijkomen van de gevaarlijke stof(fen). Een ongevalscenario beschrijft bovendien de maatregelen die zijn getroffen om het zware ongeval te beheersen. Het scenario wordt gepresenteerd als vlinderdas. Het centrum bestaat uit het onbedoeld uit de omhulling komen van de gevaarlijke stof of stoffen, het zogenoemde LOC (loss of containment). Links van het LOC zijn, in de vorm van een foutenboom, de oorzaken weergegeven, vanaf de mogelijke basisoorzaken tot de directe oorzaak die leidt tot het falen van de omhulling. Er wordt een pad gegeven langs de maatregelen die ingevoerd zijn maar die uiteindelijk niet werken waardoor de gevaarlijke stof toch vrijkomt. Als dat gebeurt, kan de stof in brand raken of een explosie veroorzaken of als giftige stof in de lucht, de bodem of het water komen en zo gevaar voor de mens en milieu opleveren. Rechts van het LOC is in een ongevalscenario de zogeheten gebeurtenissenboom gegeven. Hier wordt duidelijk dat het effect van de vrijgekomen stof naarmate steeds meer maatregelen falen ook steeds ernstiger wordt. Een voorbeeld is de opvangbak die overloopt waardoor de gevaarlijke stof zich over een groter oppervlak verspreidt en in een gebied kan komen waar gevaar voor ontsteking groter is dan vlakbij de tank, enz. Deze manier van beschrijven helpt het ontstaan van ongevallen beter te begrijpen zodat de juiste maatregelen kunnen worden getroffen. f) Intern noodplan Een intern noodplan beschrijft de maatregelen die in werking treden om de effecten van het vrijkomen van gevaarlijke stoffen te beperken, als die situatie zich voordoet. Het intern noodplan bevat de volgende onderwerpen. De maatregelen ter beheersing van voorzienbare omstandigheden of gebeurtenissen die tot een zwaar ongeval kunnen leiden inclusief de veiligheidsuitrusting en -middelen. Het betreft vooral maatregelen in de rechterkant van de vlinderdas. Regeling om eigen personeel op te leiden dat de noodzakelijke taken ten tijde van nood adequaat moet uitvoeren. Wie is bevoegd om noodprocedures in werking te stellen? Wie heeft de leiding en wie coördineert de noodmaatregelen? Wie is verantwoordelijk voor contacten met externe autoriteiten? Regeling om de autoriteiten in te lichten. Regeling voor verlening van steun aan externe bestrijdingsmaatregelen. Het interne noodplan wordt actueel gehouden en regelmatig beproefd, geëvalueerd en zo nodig gewijzigd. Het interne noodplan en de wijzigingen worden opgesteld in overleg met de werknemers. g) Stoffenlijsten opstellen Een VR-bedrijf moet twee stoffenlijsten bijhouden. De openbare lijst is voor iedereen opvraagbaar en bevat ten minste de chemische stofnaam of de handelsnaam van de gevaarlijke stoffen (producten, tussenproducten en eindproducten). Pagina 60 van 113

61 De tweede lijst is specifiek opgesteld voor de hulporganisaties die in geval van een zwaar ongeval of ramp op het terrein hun functie komen uitoefenen. Deze lijst bevat per installatie de gevaarlijke stoffen met minimaal de chemische stofnaam of handelsnaam, de maximaal aanwezige hoeveelheid, het CAS-nummer, het UNnummer en het GI-nummer. De informatie over de identificatie van de stof en de gevaarsaspecten moet door de leverancier van de gevaarlijke stoffen worden verstrekt. Als deze informatie niet beschikbaar is, dan moet het gevaarsaspect van de gevaarlijke stof of het mengsel worden aangeduid ( ontplofbaar, brandbaar en/of gevaar voor ontstaan van een toxische wolk ). h) Dominoaanwijzing VR- en PBZO-bedrijven die vlak bij elkaar liggen, kunnen elkaars risico s versterken en elkaars gevaren vergroten. Een explosie bij het ene bedrijf kan bijvoorbeeld tot brand of explosie bij het andere bedrijf leiden. Dit wordt het domino-effect genoemd. Afhankelijk van de omstandigheden kunnen VR- (maar ook PBZO-) bedrijven worden aangewezen door het bevoegd gezag Wet milieubeheer. Het gevolg van de dominoaanwijzing is dat die bedrijven relevante gegevens moeten uitwisselen over de gevaren en de risico s. Het PBZO-document en het interne noodplan moeten rekening houden met die verkregen gegevens. i) Waarschuwing omliggende bedrijven Een VR-bedrijf moet communiceren met alle omliggende bedrijven die te maken zouden kunnen krijgen met de gevolgen van een zwaar ongeval bij dat bedrijf. De inhoud van de communicatie betreft de algemene gegevens die noodzakelijk zijn voor de beoordeling van het risico voor de veiligheid van de werknemers in het naburige bedrijf. Deze bedrijven moeten, op hun beurt, zich ook voorbereiden op de beheersing van die risico s. Opmerking: Deze verplichting, op basis van de Arie regelgeving, staat momenteel ter discussie. Uitgezocht wordt of een VR plichtig bedrijf ook een Arie plichtige installatie moet hebben voordat deze verplichting om omliggende bedrijven te waarschuwen van toepassing is. De toelichting schijnt in tegenspraak met de inhoud van het besluit te zijn. Invulling toezicht op de Brzo 1999 verplichtingen bij Chemie Pack In 2007 is door de gezamenlijke toezichthouders voor de regio waarbinnen Moerdijk valt, een bestuurlijk inspectieprogramma (BIP) voor 5 jaren opgesteld. In dit programma zijn de werkwijze en de gehanteerde uitgangspunten beschreven bij het uitvoeren van inspecties bij Brzo 1999 bedrijven binnen Bergen op Zoom, Dongen, Geertruidenberg, Moerdijk, Oosterhout, Roosendaal en Tilburg en waar Burgemeester en Wethouders het bevoegd gezag Wm zijn. Belangrijke punten in het BIP zijn: Samenwerking versterken. Alleen werken met inspecteurs en organisaties die aan de Maatlat 70 voldoen. 70 In de Maatlat zijn de eisen opgenomen waaraan inspecteurs en waaraan organisaties moeten voldoen om goed te kunnen inspecteren op naleving van de Brzo 1999 bepalingen. Pagina 61 van 113

62 Rollen van betrokkenen duidelijk maken. In beginsel wordt 1 keer per jaar bij VR bedrijven geïnspecteerd. Het Meerjareninspectieplan (MIP 71 ) wordt gehanteerd voor het inhoud geven van inspecties. De Nieuwe Inspectie Methode (NIM 72 ) wordt als inspectiemethode gehanteerd. De afspraken die in dit BIP zijn vastgelegd vormen de basis voor de Meerjaren inspectieplannen (MIP) op inrichtingniveau. Vanaf 2009 worden de inspecties bij Chemie-Pack voorbereid met als basis het MIP, zoals dat in de Inspectieruimte Brzo (IR B, voorheen gemeenschappelijke Inspectie Ruimte, GIR) voor dat betreffende jaar is opgenomen. Daarvoor, de jaren 2006 tot en met 2008, werd de jaarlijkse inspectie door het inspectieteam ingevuld op basis van kennis van het bedrijf en op basis van de ervaring uit voorgaande inspecties. Onderwerp Soort inspectie PI PI II PI PI Aantal dagen Om het aantal inspectiedagen voor een jaarlijkse inspectie vast te stellen is in 2008 het toezichtmodel (TZM) ontwikkeld. Dit model geeft op basis van enkele inherente (gevaargerelateerde) factoren en enkele prestatiefactoren (kwaliteit van VBS onderdelen) een indicatie voor het aantal te besteden inspectiedagen voor een inspectieteam per jaar. Hoe die dagen vervolgens over een of meer inspecties worden verdeeld is maatwerk en wordt door het inspectieteam bepaald. De uitkomst van het TZM voor Chemie-Pack is 2,6 inspectiedagen per jaar. De inspecties vanaf 2006 duurden 1 of 2 dagen, wel is 1 inspectie met 2 inspecteurs, 1 inspectie met 3 inspecteurs, 1 inspectie met 4 inspecteurs, en 2 inspecties met 5 inspecteurs uitgevoerd. De inspectie in 2006 is nog uitgevoerd met een methode die in Zuid Limburg door de betrokken toezichthouders is ontwikkeld, ANISO. Hiermee werd systematisch en samenhangend een scenario doorlopen en werden naast de maatregelen ook de relevante onderdelen van de VBS elementen beoordeeld. Vanaf 2007 is bij de inspecties de NIM (Nieuwe Inspectie Methodiek) gehanteerd. De NIM hanteert een model waarbij de eerste inspectie na indiening van een nieuw VR een initiële karakter heeft; een globaal overzicht van de documentatie en van de geschiktheid van het VMS wordt zo verkregen. Bij Chemie-Pack is na het indienen van het volledige VR een initiële inspectie uitgevoerd, de overige 4 waren periodieke inspecties. Een belangrijk onderdeel van de periodieke inspectie (PI) is de scenario beoordeling. Vanuit het scenario worden samenhangend met elkaar zowel de preventieve als de repressieve maatregelen beoordeeld en worden eventueel de relevante onderdelen van het VBS mede beoordeeld, vooral op de beoordelingsgrondslag implementatie. 71 In het MIP wordt voor komende inspecties (maximaal 5 jaren) aangegeven op welke onderdelen moet worden geïnspecteerd. Het inspectieteam kan op basis van een eigen oordeel hiervan afwijken. 72 In de NIM is het inspectieproces vastgelegd met daarin de wijze van inspecteren en van het beoordelen van inspectiethema s en onderwerpen. Pagina 62 van 113

63 Het totaalbeeld van de inspecties levert op, dat jaarlijks bij Chemie-Pack is geïnspecteerd en dat na de indiening van een nieuw VR er een Initiële inspectie is uitgevoerd. De overige inspecties zijn ingevuld met periodieke inspecties. Van alle vijf de inspecties die in de jaren 2006 tot en met 2010 zijn uitgevoerd is een rapportage opgesteld die naar het bedrijf is gestuurd. Vanaf 2007, het jaar waarin de NIM werd geïntroduceerd, is met gebruikmaking van de IR Brzo een gezamenlijke rapportage opgesteld. In 2006 werden de afzonderlijke rapportages gebundeld door het bg Wm. Invulling toezicht op de Brzo 1999 eisen voor Chemie-Pack In dit hoofdstuk is aangegeven waar het toezicht tijdens de inspecties bij Chemie- Pack in hoofdlijnen op was gericht. Voor het resultaat van de verschillende inspecties in de vorm van overtredingen en de afhandeling via handhaving wordt verwezen naar hoofdstuk 5 Toezichtsituatie Chemie-Pack. De indeling a) tot en met i) is wat betreft de onderwerpen gelijk aan de indeling van het hoofdstuk Brzo 1999 en Arie eisen voor Chemie-Pack. a) aantoonbaar de juiste maatregelen treffen en onderhouden In 2006 zijn de maatregelen via de beoordeling van een viertal scenario s expliciet aan de orde geweest. Bij die inspectie hebben twee inspectieteams afzonderlijk ieder twee scenario s geïnspecteerd. Deze scenario s waren: Ontsteking van een licht ontvlambare vloeistof in de mengtank van 9000 liter in de vloeistofafdeling Het falen van een opslagtank tijdens het legen ervan Brand in loodsopslag Gevaarlijke Stoffen opslaghal I en II Falen van een container door laad- en losschade door vorkheftruck Bij de scenario beoordelingen zijn diverse maatregelen aan de orde geweest. Expliciet is daarbij aandacht besteed aan de gevarenzone indeling met betrekking tot gasontploffingsgevaar, ATEX-0137 (Atmosphère Explosive) Maatregelen aan de hand van scenario s zijn bij deze inspectie niet meegenomen Niet aan de orde geweest. In 2008 is een initiële inspectie uitgevoerd waarmee expliciet het PBZO en het VBS worden beoordeeld Over enkele maatregelen worden naar aanleiding van de scenario beoordeling bevindingen geformuleerd Naar aanleiding van de beoordeling van scenario 1 is de bevinding geformuleerd dat de brandbestrijdingsmaatregelen kritisch dienen te worden bezien. Ook dient Chemie-Pack duidelijke procedures te hebben voor de veilige inzet van personeel van de noodorganisatie. 73 Inspectierapport Brzo 1999, /05 dd 19 april Inspectierapport Brzo 1999, datum april Inspectierapport Brzo 1999, datum 15 april Inspectierapport Brzo 1999, GIR ID 680, datum 11 mei Inspectierapport Brzo 1999, GIR ID 01071, datum 15 april Pagina 63 van 113

64 Hoe door Chemie-Pack op deze bevinding is gereageerd vermeldt het dossier niet. b) een preventiebeleid zware ongevallen (PBZO) voeren 2007 Het PBZO is geïnspecteerd op het criterium gedocumenteerd. Dit is op een vierpunts waarderingsschaal 78 (Goed, Redelijk, Matig en Slecht) beoordeeld als. Matig. Zo wordt in het PBZO document verwezen naar een tabel die er niet in staat en ontbreekt een korte beschrijving van de VBS elementen. Ook blijkt een enkel punt niet (meer) actueel te zijn. De directiebeoordeling en de eventuele aanpassingen van beleid is als Slecht beoordeeld Het PBZO document is beoordeeld op de beoordelingsgrondslag Gedocumenteerd en daarbij Redelijk bevonden. c) een veiligheidsbeheerssysteem (VBS) hebben 2006 Bij de inspectie is extra aandacht besteed aan VBS element d, beheersing van de uitvoering (voorheen toezicht op uitvoering). Onderwerpen die daarbij vooral naar aanleiding van een onderzocht scenario zijn beschouwd zijn inspectie en onderhoud van systemen en het kenmerken van apparatuur als veiligheidskritisch. Ook zijn delen van VBS element e (Omgaan met wijzigingen) en h (audits en beoordeling) geïnspecteerd Onderdelen van drie VBS elementen zijn betrokken bij de inspectie Element f, voorbereiding op noodsituaties. Dit element is als redelijk beoordeeld. Good Housekeeping dient nog te worden verbeterd, zoals het vrijhouden van vluchtwegen en de aanduiding van blusmiddelen. Element g, toezicht op prestaties. Dit element is als matig beoordeeld. Er zijn geen concrete doelstellingen geformuleerd. Element h, audits en beoordeling. Dit element is als matig beoordeeld. Er is geen auditprocedure en geen auditplan. De directiebeoordeling en de eventuele aanpassingen is als Slecht beoordeeld. Daarnaast is nog opgemerkt dat het onderhoud- en inspectiesysteem op basis van enkele waarnemingen bij de volgende Brzo 1999 inspectie een aandachtspunt zal zijn Onderdelen van de elementen b, c, d, f, g en h zijn bij deze inspectie aan de orde geweest. Over de elementen b,c, f, g en h is een beoordeling opgesteld: element Gedocumenteerd Geschikt geïmplementeerd b Redelijk Matig Niet beoordeeld c Matig Slecht Slecht f Redelijk Redelijk Matig g Slecht Slecht Slecht 78 De vierpuntswaarderingsschaal is onderdeel van de NIM. Bij goed volgt geen handhaving, bij redelijk geen handhaving tenzij.., bij slecht volgt wel handhaving en bij matig wel handhaving tenzij. Pagina 64 van 113

65 h Redelijk Slecht Matig Naar aanleiding van deze beoordeling zijn overtredingen geformuleerd. Die verdeeld over de AI MHC en het bg Wm zijn gehandhaafd. De AI handhaafde t.a.v. de elementen b en c via het stellen van eisen. Naleving van de eisen is gecontroleerd op 22 december 2008 en toen bleek dat op enkele punten na de eisen waren opgevolgd. De punten die nog open stonden zouden bij een volgende inspectie worden meegenomen. De overige punten werden door het bg Wm gehandhaafd Onderdelen van de elementen d, e, f en h zijn bij deze inspectie op onderdelen geïnspecteerd. Op deze elementen zijn beoordelingen uitgevoerd: element Gedocumenteerd Geschikt geïmplementeerd d onderdeel Redelijk Niet beoordeeld Redelijk Documentbeheer e Goed Redelijk Niet beoordeeld f Redelijk goed Niet beoordeeld h Redelijk Matig Niet beoordeeld Naar aanleiding van de inspectie zijn geen overtredingen geformuleerd. Wel wordt aangekondigd dat nog handhaving plaats zal vinden op openstaande overtredingen van vorige Brzo 1999 inspecties. Aangegeven wordt dat het bedrijf hier separaat op wordt aangeschreven. Het beschikbare dossier vermeldt niet welke overtredingen het betreft, door wie ze worden gehandhaafd en niet het verdere verloop van de handhaving Onderdelen van de elementen b, c en e zijn geïnspecteerd. De beoordeling was als volgt: element Gedocumenteerd Geschikt geïmplementeerd b Redelijk Redelijk Redelijk c Redelijk Matig Matig e Niet beoordeeld Niet beoordeeld Slecht Hoe Chemie-Pack omgaat met de herbeoordeling van de risico s en de effectiviteit van de maatregelen is onduidelijk. Ook is onduidelijk welke input de procedure in gang zet. Dit is als overtreding geformuleerd en deze zal door het bg Wm worden gehandhaafd. De procedure betreffende het omgaan met wijzigingen moet worden bezien of deze werkbaar is. Ook moet Chemie-Pack aan kunnen tonen dat de procedure daar waar nodig is gevolgd. Dit geheel ten aanzien van Omgaan met wijzigingen is eveneens als overtreding geformuleerd en zal door het bg Wm worden gehandhaafd. Bij deze inspectie is ook gecontroleerd of er voor de, bij deze inspectie betrokken VBS elementen, voor het jaar 2010 prestatie indicatoren zijn benoemd. Dat bleek niet het geval te zijn. Het bg Wm zal hierop handhaven. Het dossier bevat geen verdere informatie over de afloop van de handhaving. d) een opgesteld Veiligheidsrapport (VR) beoordelen 2006 Pagina 65 van 113

66 Op 7 maart heeft Chemie-Pack een nieuw VR ingediend. Het VR is beoordeeld en de conclusie was dat het niet voldeed op vele punten. De beoordeling is met een verzoek om aanvullende informatie naar het bedrijf afgehandeld. Chemie-Pack heeft in oktober 2007 de aanvullende informatie verstrekt door middel van het indienen vaan een compleet nieuw VR Chemie-Pack stuurt naar aanleiding van het verzoek om aanvullende informatie in 2006 een nieuw VR. Dit wordt beoordeeld en er wordt door de bevoegde autoriteiten een verzoek gedaan om aanvullende informatie omdat het VR niet geheel aan de eisen voldoet De in 2007 gevraagde aanvullende informatie wordt ontvangen, beoordeeld en in orde bevonden. Daarmee heeft Chemie-Pack een volledig VR In april 2010 heeft Chemie-Pack opnieuw een VR ingediend. De beoordeling met betrekking tot de interne veiligheid door AI MHC leidde tot een schriftelijk verzoek om aanvullende informatie. Het dossier bevat geen verdere informatie over de afloop. De beoordeling van het VR was nog in procedure bij de betreffende actoren. Begin 2011 zouden de conclusies volgen. e) ongevalscenario maken 2006 In 2006 zijn naast de vier onder a) genoemde scenario s de maatgevende brandweerscenario s en het rampenscenario onderwerp van inspectie geweest De installatiescenario s zijn als scenariobeschrijving beoordeeld. De uitvoering/ beschrijving is redelijk en de beschrijvingen komen overeen met de werkelijke situatie. Van de bedrijfsbrandweer scenario s is de uitvoering/ beschrijving eveneens redelijk en ze komen redelijk overeen met de werkelijkheid Diverse scenario s zijn beoordeeld met, ten aanzien van de beschrijving van de scenario s, het volgende resultaat. Gedocumenteerd Geschikt geïmplementeerd Installatie scenario s Goed Redelijk Redelijk 2010 Naar aanleiding van beoordeling van installatiescenario 1 is aangegeven dat de scenariobeschrijving niet realistisch is, dat niet alle maatregelen (lines of defence, LOD s) zijn weergegeven en dat niet alle weergegeven maatregelen onafhankelijk zijn. De beoordeling is als volgt: Gedocumenteerd Geschikt geïmplementeerd Scenario 1 Redelijk Matig Matig De beoordeling heeft geleid tot de formulering van een overtreding met daarin een tweetal elementen: Met scenario 1 wordt onvoldoende aangetoond dat adequate maatregelen zijn getroffen Pagina 66 van 113

67 De gehele set aan installatiescenario s moet worden herzien. Naar aanleiding van de inspectie in 2010 is door het bg Wm een brief verzonden waarin een termijn van 6 maanden is opgenomen voor het opheffen van de overtreding. De hercontrole hierop heeft nog niet plaatsgevonden. Hiertoe heeft de toezichthouder in december 2010 contact opgenomen met het bedrijf om een afspraak te maken. f) intern noodplan 2006 Er is geïnspecteerd op het bedrijfsnoodplan en op de BHV-organisatie. Er zijn diverse opmerkingen gemaakt die via een plan van aanpak zullen worden gehandhaafd. Het betreft de onderwerpen: Opleidingsplan voor de bedrijfsnoodorganisatie De middelen van de bedrijfsbrandweer aanpassen o.b.v. de maatgevende brandweerscenario s Oefeningen ten aanzien van de brandweerscenario s opstellen en opnemen in bedrijfsnoodplan De maatgevende brandweerscenario s herzien/ herberekenen, zowel voor de laad- / losplaats als voor de nieuwe calamiteitenplaats Bij een herinspectie op bleken de punten t.a.v. het opleidingsplan voor de bedijfsnoodorganisatie en tot de oefeningen t.a.v. de brandweerscenario s te zijn opgeheven. De twee overige punten waren op nog niet opgeheven. Via een brief, verzonden op 8 januari 2007 is gesteld dat deze tekortkomingen binnen een termijn van 4 weken ongedaan moeten worden gemaakt. Tijdens de controle van 19 en 21 maart en 16 april 2007 was de overtreding nog steeds niet opgeheven. In het overdrachtsdocument behorende bij het controles is hierover onder ad 2 Motivatie afwijken van de handhavingsstrategie het volgend opgenomen: In overleg met de handhavingsjurist van de gemeente Moerdijk is afgesproken de overtreding met betrekking tot het indienen van het brandveiligheidsrapport nog niet repressief te maken omdat Chemie-Pack heeft aangegeven 1 mei 2007 een volledig nieuw VR in te zullen dienen (bij de aanvraag revisievergunning) en in het rapport van 14 september 2006 niet duidelijk is aangegeven welk artikel in het BRZO overtreden is (waardoor ook niet duidelijk is welke overtreding moet worden opgeheven). Na verzoek om uitstel is deze aanvraag op 30 oktober 2007 tezamen met het VR ingediend Onder de beoordeling van VBS element f Voorbereiding op de rampenbestrijding is ook gekeken naar het intern noodplan. Opmerkingen zijn: Er is een actueel intern noodplan. De beschrijving van opleiden en oefenen is summier. Het bedrijfsnoodplan treedt iun werking bij het afgaan van het ontruimingsignaal. Er ligt vast dat incidenten ook aan de bevoegde gezagen moetn worden gemeld. Het noodplan is op de inrichting aanwezig en ter beschikking van bijv. hulpdiensten. Echter ontbreken er voor de brandweer enkele belangrijke Pagina 67 van 113

68 gegevens. De KAM coördinator actualiseert het intern noodplan jaarlijks. De KAM coördinator is verantwoordelijk voor het doorgeven van wijzigingen t.b.v. het rampbestrijdingsplan. g) stoffenlijsten opstellen 2006 In 2006 zijn de stoffenlijsten voor opslaghal I en II geïnspecteerd. Ze bleken actueel 2007 De volledigheid van de stoffenlijst voor externe hulpverleners is goed en de lijst is actueel Niet aan de orde geweest, wel genoemd als geraadpleegd document h) dominoaanwijzing In 2006 was Chemie-Pack niet meer aangewezen als domino bedrijf. i) waarschuwing omliggende bedrijven Deze verplichting, op basis van de Arie regelgeving, staat momenteel ter discussie. Uitgezocht wordt of een VR plichgtig bedrijf ook een Arie plichtige installatie moet hebben voordat deze verplichting om omliggende bedrijven te waarschuwen van toepassing is. De toelichting schijnt in tegenspraak met de inhoud van het besluit te zijn. Ten tijde van de uitvoering van de inspecties is er van uitgegaan dat voor Chemie-Pack deze verplichting niet gold Constateringen Uit het geheel blijkt dat jaarlijks een Brzo 1999 inspectie is uitgevoerd, dat bij de inspecties de verschillende Brzo 1999 verplichtingen aan de orde zijn geweest. Alle inspecties zijn gerapporteerd. Indien aan de orde zijn de overtredingen benoemd en zijn ze gehandhaafd. De Arie verplichting dat Chemie-Pack de omliggende bedrijven moet informeren over de risico s is bij de Brzo 1999 inspecties niet meegenomen. Bij het systeem van beoordelen met een vierpunts waarderingsschaal moet bij een slechte beoordeling een overtreding worden geformuleerd en gehandhaafd. Dit is in alle gevallen gebeurd. Bij de beoordeling matig moet eveneens worden gehandhaafd tenzij het inspectieteam van mening is dat handhaving op dat moment niet de beste aanpak is. Bij Chemie-Pack hebben alle beoordelingen matig, op enkele uitzonderingen na, geleid tot handhaving. Het toezichtmodel geeft aan dat 2,6 inspectiedagen per inspectieteam per jaar zouden moeten worden besteed. Met het aantal uitgevoerde inspecties, de inspectieduur en de samenstelling van het inspectieteam is hier invulling aan gegeven. Chemie-Pack heeft een aantal keren een VR ingediend. Elk VR is beoordeeld en als er aanvullende informatie nodig was is die schriftelijk via het bg Wm opgevraagd en ontvangen. Een enkele keer is de aanvullende informatie door Chemie_pack verstrekt door een nieuw VR in te dienen. Pagina 68 van 113

69 Het systeem van rapporteren leidt ertoe dat de handhaving heel duidelijk wordt aangegeven en dat de andere opmerkingen die niet tot handhaving leiden maar die de veiligheid wel zouden kunnen verbeteren, als bevindingen in het rapport worden opgenomen. Vraag daarbij is of uit de rapportage voldoende blijkt dat het bedrijf niet alleen met de overtredingen aan de slag moet,maar ook met de overige bevindingen. Pagina 69 van 113

70 7 Gevaarlijke stoffen Op basis van de Wm-vergunningen van Chemie-Pack is de aanwezigheid van bepaalde gevaarlijke stoffen onder voorwaarden in het bedrijf toegestaan. 79 Aan de aanwezigheid zijn beperkingen verbonden wat betreft hoeveelheid, aard en locatie van de gevaarlijke stoffen. In dit hoofdstuk staat vermeld welke soorten gevaarlijke stoffen, in welke maximale hoeveelheden op welke locaties in het bedrijf vergund en daarmee aanwezig mogen zijn. Waar sprake is van onduidelijkheid over de beperkingen in aard, hoeveelheden en locatie is dat ook vermeld. Er is een subparagraaf gewijd aan constateringen uit controle- en inspectierapporten van diverse instanties over gevaarlijke stoffen in het bedrijf. Tevens is een aparte subparagraaf gewijd aan het aspect stoffenlijsten. Waar mogelijk is een relatie gelegd tussen die drie onderdelen: vergunning, uitgevoerde inspecties en stoffenlijsten. Analyse milieuvergunningen op het aspect stoffen De stukken die onderdeel uitmaken van de twee milieuvergunningen van Chemie- Pack staan hieronder per vergunning vermeld. 1) Revisievergunning 29 januari 2009 In aanvraag behorend bij revisievergunning: Binnen de inrichting zijn diverse opslagvoorzieningen gerealiseerd. In totaliteit kan binnen de inrichting ton aan producten worden opgeslagen in emballage (vaste stoffen en vloeistoffen) of tanks (vloeistoffen). 80 in de praktijk is deze hoeveelheid aanzienlijk lager (de gemiddelde bezettingsgraad is 70%). 81 Gelet op de aard van het bedrijf is het niet mogelijk om een overzicht te geven van de mogelijke aanwezigheid op de inrichting van de met name genoemde stoffen in het Brzo In de voorliggende aanvraag is de maximale hoeveelheid gekoppeld aan de ADR klasse. Buiten werktijd vindt geen opslag van geclassificeerde stoffen plaats in de voorraadhallen I en II, noch in de productiecellen of vloeistofruimte. Tijdens werktijd kan echter wel een werkvoorraad (overeenkomstig paragraaf PGS 15) aan geclassificeerde producten worden gestald in de voorraadhallen I en II dan wel in de productiecellen. Uit overzicht op blz van de aanvraag blijkt dat in totaal circa ton aan gevaarlijke stoffen is aangevraagd. Namelijk: Klasse 3 82 : 750 ton in opslaghal I, II en III en 75 ton in tankenpark (vlampunt> C) 79 Betreft revisievergunning van en veranderingsvergunning van (inclusief de aanvragen en bijbehorende documenten). 80 Revisievergunningaanvraag p Revisievergunningaanvraag p Pagina 70 van 113

71 Klasse 4.1, 4.2: alleen in poedercellen en alleen overdag, totaal 94 ton Klasse 6.1: 750 ton in opslaghal I, II en III en 75 ton in tankenpark Klasse 8: ton in opslaghal I, II en III en 75 ton in tankenpark Klasse 9: 400 ton in opslaghal I, II en III Verder staat nog in de aanvraag genoemd: - Huisbrandolietank (1.000 liter) t.b.v. stoomketel - Huisbrandolietank (1.500 liter) - Gevaarlijk bedrijfsafval en afvalpoeder (maximaal aanwezig: 35 ton) In het veiligheidrapport (VR) dat samen met de aanvraag voor de revisievergunning wordt ingediend bij bevoegd gezag: 83 Maximaal aanwezig: Categorie 1. zeer giftig: 1039 ton (in emballage en tankenpark) Categorie 2. giftig: 1039 ton (in emballage en tankenpark) Categorie 6. ontvlambaar: 945 ton (in emballage en tankcontainer) Categorie 7. licht-ontvlambaar: 945 ton (in emballage en tankcontainer) Categorie 9. Gevaarlijk voor het milieu: 1000 ton (in emballage en tankenpark) Categorie 10. Stoffen/preparaten niet in voorgaande categorie, die heftig reactie met water geven of met water giftig gas geven: 450 ton (in emballage) In VR, deel 1, onder 2.8 staat tabel met maximale hoeveelheden stoffen ADR 3: 945 ton, waarvan 825 ton in opslag; de rest werkvoorraad ADR 4.1, 4.2: 94 ton. Dit is alleen werkvoorraad; geen opslag ADR 6.1: 1039 ton waarvan 825 ton in opslag, de rest is werkvoorraad ADR 8: 1389 ton, waarvan 1175 ton in opslag; de rest is werkvoorraad ADR 9: 614 ton, waarvan 400 ton in opslag, rest werkvoorraad Gezien de activiteiten op het bedrijfsterrein kunnen een zeer groot aantal verschillende stoffen op het terrein aanwezig zijn. Bijlage 4 is een stoffenlijst die een momentopname levert van de aard en hoeveelheid van de gevaarlijke stoffen aanwezig binnen de inrichting. Bijlage 4 van dit VR bevat de stoffenlijst. Hierin staan in een Excel-lijst de aanwezige stoffen van een niet nader vermelde datum per locatie vermeld. De vermelde naam van de stof is de handelsnaam. Hoeveelheden staan benoemd. Niet consequent staat hier en daar de UN-code (bv. zwavel niet). Geen verpakkingsgroep. Overige op deze stoffenlijst: kg ADR klasse 4 (silicium) in opslaghal II, terwijl dit in deze hal niet aanwezig mag zijn; - Geen UN nummers vermeld van de bulkgoederen in de tankenpark; - In vloeistofruimte staan ook gevaarlijke stoffen, w.o. licht-ontvlambaar. 82 Betreft klassering afkomstig uit ADR. 83 Het betreft VR revisie 0.0, maart 2008, p. 6 van 47. Pagina 71 van 113

72 Vergunde gevaarlijke stoffen in revisievergunning In de considerans, onder Externe Veiligheid: In de aanvraag is beschreven op welke wijze de gevaarlijke stoffen worden opgeslagen en welke maximale hoeveelheden worden gehanteerd. In considerans, onder Externe Veiligheid:.. 10 bulktanks aanwezig, waar vloeibare gevaarlijke stoffen worden opgeslagen kunnen worden. De inhoud van de tanks is circa 25 m3. In de opslagtanks worden geen stoffen opgeslagen met een vlampunt < C.. Idem: gevaarlijke stoffen van de ADR klassen 4.1, 4.2, en 4.3 kunnen een negatieve invloed hebben op de werking van de hi-ex blusinstallatie... wel omgepakt, maar dat geen opslag van de betreffende stoffen plaatsvindt.. Idem: voor onderhoud aan gebouwen en installaties.. 35 kg/l verf/oplosmiddelen, 200 liter smeeroliën en circa 500 liter reinigingsmiddelen.. Idem:. Twee stikstofflessen en 5 propaanflessen... Voor laswerkzaamheden gasflessen met argon/kooldioxide mengsel, respectievelijk zuurstof en acetyleen op laskar. Voorschrift Gevaarlijke afvalstoffen moeten naar analogie van de overeenkomstige grondstof worden behandeld en opgeslagen. Indien de hoeveelheid gevaarlijke afvalstoffen meer dan 50 l of kg bedraagt, moet deze worden bewaard in één van de opslagloodsen voor de opslag van gevaarlijke stoffen in emballage (opslag hal I, II en III). Verontreinigde emballage moet worden behandeld als gevulde emballage. Voorschrift Tussen de opslaghallen en de calamiteitenplaats dient een opslagvrije strook van minimaal 5 meter te worden gehanteerd. Door middel van belijning dient te zijn aangegeven waar geen opslag van gevaarlijke stoffen mag plaatsvinden. Dit voorschrift is niet van toepassing indien in deze strook uitsluitend gevaarlijke stoffen van klasse 8, verpakkingsgroep II of III, zonder bijkomend gevaar worden opgeslagen. Voorschrift In een opslaghal mogen maximaal 750 ton verpakte gevaarlijke stoffen aanwezig zijn. Voorschrift In de inrichting mogen maximaal de volgende verpakte gevaarlijke stoffen opgeslagen zijn: - ADR klasse 3: totaal 750 ton in opslaghallen I, II en III - ADR klasse 3: totaal 75 ton in het tankenpark - ADR klasse 6.1* en CMR stoffen: totaal 750 ton in opslaghallen I, II en III - ADR klasse 6.1* en CMR stoffen: totaal 75 ton in het tankenpark - ADR klasse 8 : totaal ton in opslaghallen I, II en III - ADR klasse 8: 75 ton in het tankenpark Pagina 72 van 113

73 - ADR klasse 9: totaal 400 ton in opslaghallen I, II en III *Binnen de inrichting is opslag van zeer giftige stoffen verboden met uitzondering van de oplossingen van zeer toxische stoffen, tetraethyllood en granulaten. Voorschrift De binnen de inrichting aanwezige verpakte gevaarlijke stoffen dienen te worden opgeslagen overeenkomstig hoofdstukken (..), , ( ) van de PGS 15. Voorschrift Buiten werktijd mogen geen gevaarlijke stoffen worden opgeslagen in voorraadhallen 1 en 2, de ruimte voor het afvullen van vloeistoffen, de vloeistofruimte en de poederruimte. Voorschrift Gedurende werktijd mag er maximaal 40 ton aan gevaarlijke stoffen binnen de voorraadhallen 1 en 2 aanwezig zijn. Voorschrift In de gereed producthal mogen alleen dan gevaarlijke stoffen worden opgeslagen als voldaan wordt aan onderstaande restricties: - Het geclassificeerde product mag niet langer dan 48 uur opgeslagen in de gereed producthal; - Er mag maximaal 25 ton aan geclassificeerd product tijdelijk worden opgeslagen in de gereed producthal. Hiervan mag slechts 2 ton bestaan uit ADR klasse 3 stoffen. - De opslag van geclassificeerde stoffen vindt plaats in een gemarkeerd gedeelte van de gereed producthal op een afstand van 2 meter van overige goederen. Voorschrift Binnen de inrichting mogen buiten werktijd geen gevaarlijke stoffen worden opgeslagen met de ADR klassen 4.1 en 4.2. Deze werkwijze dient middels een procedure of werkinstructie te worden geborgd. 2) Veranderingsvergunning 29 oktober 2010 In aanvraag behorend bij veranderingsvergunning: Binnen de inrichting worden chemicaliën, mineralen, gewasbeschermingsmiddelen, schoonmaakmiddelen, oliën e.d. verpakt voor derden. Een aanzienlijk deel van de stoffen dat wordt opgeslagen is geclassificeerd. Maximaal 4000 ton aan grondstoffen worden opgeslagen. Gemiddelde bezettingsgraad is 70%. In de aanvraag staat in tabel 14.1 vermeld welke gevaarlijke stoffen in welke hoeveelheden aanwezig zijn. Alleen ADR klasse 3 zal niet meer worden opgeslagen in opslaghal III. Voor ADR klasse 9 wordt 75 ton in tankenpark aangevraagd. 84 Paragraaf 3.12, PGS 15 beschrijft verplichte gescheiden opslag van onverenigbare combinaties aan stoffen. Pagina 73 van 113

74 Veranderingsvergunning In considerans: Met onderhavige aanvraag om veranderingsvergunning wordt beoogd het beschermingsniveau van opslaghal III te wijzigen in beschermingsniveau 3. Dit impliceert dat opslaghal III niet langer geschikt zal worden gemaakt om alle reeds vergunde geclassificeerde goederen op te mogen slaan.. In de nieuwe aangevraagde situatie kunnen in opslagloods III gevaarlijke stoffen met ADR klassen 6.1, 8 en 9 en CMR stoffen en ongeclassificeerde stoffen worden opgeslagen. Voorschrift De opslag van gevaarlijke stoffen met fluor- chloor-, broom-, stikstof-, of zwavelhoudende verbindingen die als inert zijn te beschouwen overeenkomstig de Handleiding risicoberekeningen Bevi (Hari) versie 3.2, is toegestaan in opslaghal III. Voorschrift De opslag van brandbare stoffen met met fluor- chloor-, broom-, stikstof-, of zwavelhoudende verbindingen is niet toegestaan in opslaghal III. Voorschrift In de inrichting mogen maximaal de volgende verpakte gevaarlijke stoffen opgeslagen zijn: - ADR klasse 3: totaal 750 ton in opslaghallen I, II en III - ADR klasse 3: totaal 75 ton in tankenpark; - ADR klasse 6.1* en CMR stoffen: totaal 750 ton in opslaghallen I, II en III - ADR klasse 6.1* en CMR stoffen: totaal 75 ton in het tankenpark - ADR klasse 8: totaal ton in opslaghallen I, II en III - ADR klasse 8: totaal 75 ton in het tankenpark - ADR klasse 9: totaal 400 ton in opslaghallen I, II en III - ADR klasse 9 totaal 75 ton in het tankenpark * Binnen de inrichting is opslag van zeer giftige stoffen verboden met uitzondering van oplossingen van zeer toxische stoffen, tetraethyllood en granulaten. In (aangepast) veiligheidsrapport (VR) dat tegelijkertijd met de aanvraag veranderingsvergunning is ingediend bij het bevoegd gezag: 85 In de bij dit VR gevoegde stoffenlijst (bijlage 4) van onbekende datum, staat vermeld dat op opslaglocatie Buiten een grote hoeveelheid gevaarlijke stoffen aanwezig zijn. Daarbij ondermeer: 33 ton licht-ontvlambare stoffen in bulk (o.a. tolueen), 129 ton licht-ontvlambare stoffen in IBC. De stoffenlijst vermeld opslag van ADR klasse 9 goederen in opslaghal III. Conclusies feitenanalyse vergunde gevaarlijke stoffen in revisievergunning en veranderingsvergunning 85 Het betreft VR revisie 1.0 van april Pagina 74 van 113

75 In het bedrijf is de aanwezigheid van gevaarlijke stoffen uit de ADR categorieën 3, 4, 6.1, 8 en 9 vergund. Daarnaast zijn voor de bedrijfsvoering nog een klein aantal gasflessen en kleine hoeveelheid opslag van huisbrandolie vergund. Wat betreft de grote hoeveelheden gevaarlijke stoffen kan de volgende indeling worden aangehouden wat betreft de vergunde hoeveelheden en soorten en de vergunde locaties. Onderstaande tabel is niet afkomstig uit de vergunningen maar betreft een samenvatting van de vergunde stoffen uit beide vergunningen, inclusief de aanvragen. ADRcategorie ADR 3 Soort Vergunde hoeveelheid (in ton) Vergunde locatie voorwaarden (licht)ontvlambare vloeistof 750 ton in verpakking 75 ton in tanks Waarvan werkvoorraad : 100 t Opslaghal I, II In tankenpark Onder overkapping In tankenpark alleen >100 0 C Alleen >40 0 C ADR 4 Brandbare vaste stof 94 ton In productieruimtes Alleen overdag toegestaan. Nooit in opslag ADR 6.1 Giftige stof 750 ton in verpakking Opslaghal I, II, III Zeer giftige stoffen in bedrijf niet In tankenpark toegestaan, m.u.v. 75 ton in tanks oplossingen zeer toxische stoffen, tetraethyllood en granulaten ADR 8 Bijtende stof 1100 ton Waarvan werkvoorraad : 100 ton 114 ton 75 ton Onder overkapping In productieruimtes Opslaghal I, II, III In tankenpark Waarvan werkvoorraad : 100 ton 114 ton Onder overkapping In productieruimtes ADR 9 Overige gevaarlijke stof 400 ton 75 ton Opslaghal I, II, III Tankenpark In veranderingsvergunning geregeld ton Gevaarlijk afval en afvalpoeder afkomstig uit eigen bedrijf Waarvan werkvoorraad : 100 ton 114 ton Onder overkapping In productieruimtes 35 ton In opslaghal I, II, III Werkvoorraad: maximaal vergunde totale hoeveelheid op enig moment in het bedrijf: 254 De locatie van de stoffen is in grote lijnen als volgt: opslag van verpakte gevaarlijke stoffen in drie daarvoor bestemde opslaghallen van ieder maximaal 750 ton. In het overdekte tankenpark staan 10 bulktanks à 25 ton voor opslag vloeibare gevaarlijke stoffen met een vlampunt >100 0 C. Pagina 75 van 113

76 De aanwezigheid van alle hierboven genoemde gevaarlijke stoffen als dagelijkse werkvoorraad is tot maximaal 40 ton vergund per productieruimtes. In de gereedproducthal is verder aanwezigheid van maximaal 25 ton vergund, mits maximaal 48 uur aanwezig en waarvan maximaal 2 ton ontvlambare vloeistof. De aanwezigheid van gevaarlijke stoffen op het buitenterrein is aangevraagd en vergund, mits in het kader van laden en lossen en dan alleen op de daarvoor bestemde laad- en loslocaties. 86 De aanwezigheid van maximaal 75 ton ADR 9 stoffen is met het van kracht worden van de veranderingsvergunning toegestaan in het tankenpark. Uit de feitenanalyse van de vergunningen en de daaraan gerelateerde documenten kan het volgende worden geconcludeerd: De aanvraag, de vergunningen en het VR verschillen op het punt van de gewenste, respectievelijk vergunde, respectievelijk aanwezige hoeveelheden en soorten gevaarlijke stoffen; De aanduiding van soorten vergunde stoffen geschiedt in de vergunning per gevarenklasse. Overige risicogerelateerde zaken als verpakkingsgroep, vlampunt en verpakkingsmateriaal worden voor verpakte gevaarlijke stoffen in de vergunning en bijbehorende documenten niet benoemd; De opslag van bepaalde ADR klasse 8 stoffen is impliciet vergund op de calamiteitenplaats op het buitenterrein. Opslag van deze stoffen op deze locatie is niet aangevraagd door het bedrijf; Wettelijk zijn geen eisen zijn gesteld aan het onderscheid maken van dagen nachtstoffenlijsten. Chemie-Pack is een bedrijf waar gevaarlijke stoffen gedurende dag en nacht van locatie veranderen. Uit de geraadpleegde stoffenlijst is het verschil in dag- en nachtsituatie niet te traceren. Ten behoeve van hulpdiensten die gebruik maken van de stoffenlijst is zoiets gewenst; In het tankenpark is 75 ton ADR klasse 3 aangevraagd en vergund. In de aanvraag en considerans staat vermeld dat dit alleen stoffen met een vlampunt >100 0 C zijn. De beperking dat deze ADR 3 stoffen alleen een vlampunt >100 0 C mogen hebben, is intern tegenstrijdig. Stoffen met ADR klasse 3 hebben namelijk per definitie een vlampunt <60 0 C; De vergunning biedt geen helderheid over welke giftige gevaarlijke stoffen niet in het bedrijf aanwezig mogen zijn. Voorschrift legt weliswaar een verbod op voor de aanwezigheid van bepaalde zeer giftige stoffen, er staat echter niet duidelijk omschreven voor welke zeer giftige stoffen dit geldt, wat de definitie is van zeer giftige stoffen, noch hoe deze stoffen kunnen worden herkend; In de revisievergunning worden alleen de ADR 4.1 en 4.2 uitgezonderd van opslag in de opslaghallen I en II omdat deze in geval van brand niet met een schuimblusinstallatie kunnen worden geblust. Andere stoffen die niet kunnen worden geblust met schuim worden in de vergunningvoorschriften niet expliciet uitgesloten van opslag in deze hallen; 87 In de veranderingsvergunning wordt geregeld dat de opslag van in de revisievergunning vergunde gevaarlijke stoffen voor opslaghal III wordt beperkt. Die beperking is zodanig dat gevaarlijke stoffen die eerder reeds 86 Zie voorschriften en 8.1.2, Zie: Memorandum 61. Pagina 76 van 113

77 vergund waren, met het van kracht worden van de veranderingsvergunning nog mogen worden opgeslagen, mits sprake is van inerte fluor- chloor-, broom-, stikstof-, of zwavelhoudende verbindingen. Ook brandbare stoffen blijven in opslaghal III toegestaan; In de veranderingsvergunning is niet aangegeven hoe (goederen met) nietinerte fluor- chloor-, broom-, stikstof-, of zwavelhoudende verbindingen door zowel vergunninghouder als toezichthouder kunnen worden herkend. Zonder herkenning van deze goederen is het weren van de goederen uit opslaghal III of het constateren dat ze aanwezig zijn, in de praktijk nauwelijks mogelijk; De stoffenlijst die als bijlage bij het VR is gevoegd (het VR dat samen met de vergunningaanvraag voor de veranderingsvergunning wordt ingediend) bevat meer dan 150 ton van (licht-)ontvlambare vloeistoffen in bulk op het buitenterrein. De aanwezigheid van deze stoffen is niet conform de eerder verleende revisievergunning, of de veranderingsvergunningaanvraag; Op de meest recente stoffenlijst blijkt dat in opslag III stoffen aanwezig waren die volgens de vergunning niet aanwezig hadden mogen zijn. 88 Analyse stoffenlijsten De PGS 15 stelt dat een bedrijf met meer dan 2500 kg aan verpakte gevaarlijke stoffen op elk moment een actueel overzicht moet kunnen geven van de in het bedrijf aanwezige verpakte gevaarlijke stoffen. 89 Doel van deze verplichting is om een ieder, maar met name hulpdiensten, inzicht te geven in de aard, hoeveelheid, gevaarsaspecten van de aanwezige stoffen. Het Brzo 1999 stelt die eis in enigszins andere vorm ook, maar dan voor alle in een bedrijf aanwezige stoffen. De verplichting voor de aanwezigheid van een stoffenlijst en de eisen waaraan de stoffenlijst moet voldoen, staan voor Chemie-Pack vermeld in zowel voorschrift van de revisievergunning als in het rechtstreeks werkende artikel 21 van het Brzo In het VR van april 2010 staat dat de stoffenlijst dagelijks geactualiseerd wordt. Voor de analyse van de stoffenlijsten zijn vier ter beschikking gestelde stoffenlijsten van Chemie-Pack geraadpleegd. De geraadpleegde stoffenlijsten zijn van de volgende data: ; deze stoffenlijst zit als bijlage bij het VR dat onderdeel uitmaakt van de aanvraag revisievergunning; ; deze stoffenlijst zit als bijlage bij het VR dat onderdeel uitmaakt van de aanvraag veranderingsvergunning; ; deze stoffenlijst is door de toezichthouder bijgevoegd bij een verslag van de controle van de Wm-vergunning; ; deze stoffenlijst is de meest recente en digitale lijst van de dag voorafgaand aan de brand. 88 Stoffenlijst van 4 januari Pagina 47 e.v. Betreft producten waarin stikstof, zwavel, chloor aanwezig is in relatie tot voorschriften en van de veranderingsvergunning. 89 Paragraaf 3.18, PGS Betreft Brzo 1999, artikel 21 en artikel 27 juncto artikelen 13 en 14 Rrzo. Pagina 77 van 113

78 Uit analyse van de vier stoffenlijsten samen valt op dat: Op de laatste stoffenlijst staat op locatie buiten een hoeveelheid van 150 ton (licht-)ontvlambaar vermeld; buitenopslag is echter niet vergund; De meest recente stoffenlijst vermeldt 40 ton (licht-) ontvlambare gevaarlijke stoffen in de emballagehal, hoewel aanwezigheid van gevaarlijke stoffen in deze hal niet is vergund; Op alle stoffenlijsten ontbreekt (een kolom voor) de verpakkingsgroep. Het aanduiden van de verpakkingsgroep op een stoffenlijst is voor Chemie-Pack een wettelijke verplichting. De aanduiding van de verpakkingsgroep op een stoffenlijst is belangrijk omdat het een verwijzing geeft naar de risicoindeling binnen een ADR klasse; Op alle stoffenlijsten ontbreekt een kolomaanduiding voor CMR stoffen. 91 Het aanduiden op de stoffenlijst van CMR-stoffen (indien van toepassing) is voor Chemie-Pack een wettelijke verplichting. De CMR aanduiding op een stoffenlijst is belangrijk omdat de omgang met deze stoffen extra veiligheidsvoorzieningen noodzakelijk maakt. Tolueen is een voorbeeld van een CMR stof die regelmatig bij Chemie-Pack aanwezig was. Geconcludeerd kan worden dat wat betreft de hierboven genoemde bevindingen sprake kan zijn geweest van overtredingen van de wettelijke vereisten. Verder valt uit analyse van de gegevens op de verschillende stoffenlijsten op dat: De stoffenlijsten verschillend zijn qua opzet, uitgebreidheid en gebruik van locatienamen; Op de stoffenlijsten ook niet-gevaarlijke stoffen vermeld staan; Niet duidelijk is of de stoffenlijsten de situatie van de dagperiode of van de nachtperiode weergeven. Dit omdat het tijdstip van de stoffenlijst ontbreekt. Dit is weliswaar geen wettelijke verplichting, maar maakt het interpreteren van de stoffenlijst van Chemie-Pack voor hulpdiensten lastig. Van diverse gevaarlijke stoffen de UN-nummers en de CMR-vermelding ontbreken; 92 Van sommige gevaarlijke stoffen de hoeveelheden ontbreken; Niet helder is wat precies bedoeld wordt met de locatie buiten. Betreft het hier de tanks en andere opslag onder de overkapping of ook overige buitenlocaties? Dit onderscheid staat niet vermeld; Niet duidelijk is wat de definitie is van bulk op de stoffenlijsten; Door de brand niet meer is na te gaan of de overige verplichtingen als bijlage bij de stoffenlijst aanwezig waren. Het betreft o.a. plattegrond met lay-out van de inrichting, plaats waar de gevaarlijke stoffen zijn opgeslagen, plaats van de gebouwen en activiteiten e.d. vermeld staan op de tekening die bij het journaal had moeten worden gevoegd. Voorschrift Van de opslag van gevaarlijke stoffen in emballage, moet een actueel journaal worden bijgehouden. Het journaal moet van een datum zijn voorzien. Het journaal 91 CMR-stoffen zijn: carcinogene, mutagene en reproductietoxische stoffen. Zie: ne_teratogene_stoffen/s_kankerverwekkende_stoffen.pdf. 92 Carcinogeen, mutageen en reproductietoxisch (zie voetnootnr. 12). Pagina 78 van 113

79 moet in de inrichting op een plaats ter inzage liggen, die direct toegankelijk is voor hulpverlenende diensten. Het journaal moet ten minste de volgende onderdelen bevatten: a) de chemische stofnaam of handelsnaam; b) de maximaal aanwezige hoeveelheid; c) het CAS-nummer; d) het VN-nummer; e) het Gl-nummer; f) ADR klassering; g) de verpakkingsgroep (indien toegewezen); h) CMR-stoffen moeten in het journaal zijn opgenomen met hun chemische naam en de vermelding CMR. Indien de gegevens c, d en e, niet bestaan dienen de volgende gegevens per stof beschikbaar te zijn: gevaar voor een explosie, gevaar voor brand en gevaar voor een toxische wolk. Het journaal moet tevens een actuele tekening bevatten waarop het volgende is aangegeven: - de lay-out van de inrichting; - de plaats van de gebouwen en de te onderscheiden activiteiten; - de plaats waar de gevaarlijke stoffen zijn opgeslagen; - een noordpijl. Het journaal moet zijn voorzien van een instructie met de namen en telefoonnummers van personen waarmee hulpverlenende diensten in het geval van een calamiteit contact kunnen opnemen. Artikel 21, Besluit risico s zware ongevallen o o 1.Degene die een inrichting drijft, houdt een bijgewerkte lijst van in de inrichting aanwezige gevaarlijke stoffen bij en zorgt er voor dat deze lijst door een ieder kan worden geraadpleegd. Indien krachtens artikel 19.3 van de Wet milieubeheer een tweede tekst van het veiligheidsrapport is overgelegd waar uit de beschrijving van de stoffen ingevolge Bijlage III, eerste lid, onderdeel j, stoffen zijn weggelaten, blijft vermelding van die stoffen op de lijst, bedoeld in de eerste zin, achterwege. 2.Onze Ministers kunnen nadere regels stellen met betrekking tot het eerste lid. Artikel 13 en 14 Regeling Risico s zware ongevallen Artikel 13 o o 1.De lijst van de in de inrichting aanwezige gevaarlijke stoffen, bedoeld in artikel 21, eerste lid, van het besluit wordt ten minste eenmaal per maand bijgewerkt. 2.De in het eerste lid genoemde lijst vermeldt per gevaarlijke stof ten minste de chemische stofnaam of de handelsnaam. Pagina 79 van 113

80 Artikel 14 o 1.Degene die een inrichting drijft, draagt er zorg voor dat hulpverleningsdiensten van de overheid voor elke installatie direct toegang hebben tot ten minste de volgende actuele gegevens van de binnen de installatie aanwezige gevaarlijke stof of gevaarlijke stoffen: a. de chemische stofnaam of handelsnaam; b. de maximaal aanwezige hoeveelheid; c. het CAS-nummer; d. het VN-nummer; e. het GI-nummer. o 2.Indien de gegevens, bedoeld in het eerste lid, onder c, d en e, niet bestaan, zijn onverminderd het eerste lid, onder a en b, ten minste actuele gegevens beschikbaar over: a. het gevaar voor een explosie; b. het gevaar voor brand; c. het gevaar voor een toxische wolk. o 3.De gegevens, bedoeld in het eerste en tweede lid, zijn binnen de inrichting direct toegankelijk. Analyse toezicht op stoffen Brzo 1999 Tijdens Brzo-inspecties is de stoffenlijst door de toezichthouder van de regionale brandweer de afgelopen vijf jaren regelmatig gecontroleerd en in orde bevonden. Niet te achterhalen is waarop precies de stoffenlijsten door de toezichthouder zijn gecontroleerd. Bij het beoordelen van het VR in 2008 is de stoffenlijst behorend bij het VR gecontroleerd op aanwezigheid en juistheid. 93 Er zijn daarbij geen opmerkingen op de stoffenlijst gemaakt. In het VR staat een referentielijst met codes van bedrijfsprocedures van Chemie- Pack vermeld. O.a. staan de volgende procedures vermeld die een relatie hebben met het omgaan met gevaarlijke stoffen binnen het bedrijf: - FORM-ALG-011/012 (checklist acceptatie stoffen); - WI-ALG-003 (laden en lossen tankauto s); - PRO-ALG-029 (opslag van gevaarlijke stoffen); - PRO-ALG-030 (opslag van gevaarlijke stoffen in opslaghal III). Wat deze bedrijfsprocedures precies beschrijven, vraagt nader onderzoek. Uit de inspectierapporten van de Brzo-inspecties blijkt niet dat deze procedure(s) tijdens Brzo-inspecties is/zijn gecontroleerd. Wm-vergunningen Tijdens een controle in 2008 bleek dat in opslaghal III onvergund gevaarlijke stoffen werden opgeslagen. 93 Zie brief van Regionale Brandweer Midden en West-Brabant aan Chemie-Pack. Pagina 80 van 113

81 Tijdens Wm-controles zijn in 2007, 2008 en 2009 opmerkingen gemaakt over (het ontbreken van) noodzakelijke stoffenscheiding. In 2009 is hiervoor een vooraankondiging dwangsom naar het bedrijf gezonden. In 2010 wordt de dwangsomprocedure hiervoor door de gemeente gestopt omdat de overtreding was opgeheven. ADR/VLG De Inspectie Verkeer en Waterstaat (IVW) heeft tijdens een controle op 12 maart 2010 geconstateerd dat het bedrijf Chemie-Pack stoffen ten vervoer aanbiedt die vallen onder het zogenaamde hoog gevaren potentieel goederen. 94 Deze constatering werd gedaan op basis van informatie uit het jaarverslag 2009 van de veiligheidsadviseur van Chemie-Pack waarin o.a. vermeld werd dat het bedrijf giftige en bijtende stoffen van ADR klasse 6.1 en 8, met verpakkingsgroep 1 ten vervoer aanbiedt. Om die reden had het bedrijf een Beveiligingsplan moeten hebben o.a. gericht op security aspecten (ter voorkoming van o.a. criminaliteit en terrorisme). Chemie-Pack had een dergelijk beveiligingsplan niet en was dus in overtreding. IVW heeft het bedrijf aangeschreven met een termijn tot januari Zie ADR, tabel Brief IVW aan Chemie-Pack van Pagina 81 van 113

82 8 Laden en lossen Op basis van de Wet milieubeheervergunningen van Chemie-Pack is de aanwezigheid van bepaalde gevaarlijke stoffen onder voorwaarden in het bedrijf toegestaan en daaraan gekoppeld het laden en lossen van deze gevaarlijke stoffen. 96 In dit hoofdstuk staat vermeld wat is toegestaan onder voorwaarden en wat niet voldeed tijdens inspecties met laden en lossen van gevaarlijke stoffen. Dit geldt ook in het kader van de vervoerswetgeving voor gevaarlijke stoffen. 97 In een aantal voorschriften uit het ADR zijn ook eisen en beperkingen gesteld aan het aanbieden van gevaarlijke stoffen van en naar de vuller en de verpakker. Deze voorschriften zijn in dit hoofdstuk meegenomen voor zover van toepassing op Chemie-Pack. Taakuitvoering door de IVW: De betrokkenheid van de IVW bij het toezicht op het bedrijf Chemie-Pack is beperkt omdat de hoofdtaak van de IVW ligt in het toezicht tijdens transport. Toezicht op bedrijven, indien van toepassing is alleen gericht op het laden en lossen. Chemie-Pack was geen geselecteerd bedrijf voor Vernieuwing Toezicht met de samenwerkende inspectiediensten. Dat komt omdat de gemeentelijke taken hier nog geen onderdeel van uitmaken. De IVW heeft op basis van een risicoanalyse besloten dit bedrijf te bezoeken in het kader van de multimodale bedrijfsinspecties omdat Chemie-Pack: - als hoofdactiviteit laden en lossen gevaarlijke stoffen heeft; - er in het verleden een aantal processen verbaal is opgemaakt tijdens een transportinspectie waarbij Chemiepack afzender was en dus medeverantwoordelijk was voor het veilig vervoeren van gevaarlijke stoffen en - de vervoersbewegingen multimodaal zijn. Multimodale bedrijfsinspecties houdt in dat verpakkingen ten vervoer worden aangeboden als luchtvracht, zeevracht of wegvervoer naar of door een bedrijf. De IVW heeft hiervoor een inspectieprogramma ontwikkeld. De IVW is in 2008 voor het eerst voor een bedrijfsinspectie bij Chemie-Pack geweest. Onderstaande analyse is gebaseerd op de gegevens uit de (aanvragen van de) revisievergunning van 29 januari 2009 en de veranderingsvergunning van 29 oktober 2010 en de twee meest recente Veiligheidsrapporten die als bijlage gevoegd zijn bij deze twee vergunningaanvragen. 98 Verder zijn de onderzoeksresultaten van de IVW uit de controle op 12 maart 2010 meegenomen in dit hoofdstuk. 96 Wet milieubeheer revisievergunning van en Wet milieubeheer veranderingsvergunning ADR, verdrag voor vervoer gevaarlijke stoffen over de weg; Accord européen relatif au transport international de marchandises Dangereuses par Route. 98 Veiligheidsrapporten van maart 2008 en april Pagina 82 van 113

83 Verlading gevaarlijke stoffen - Wet milieubeheer: De volgende activiteiten vinden plaats: - het laden en lossen van tankauto s en tankcontainers bij de vloeistofruimte; - het laden en lossen gebeurt bij 3 punten bij de laad- en losplaats voor tankauto s en tankcontainers. Bij laadplaatsen 1 en 3 mogen alle stoffen geladen en gelost worden en bij laadplaats 2 mogen alle stoffen behalve vloeistoffen met een vlampunt van meer dan 40 0 C geladen en gelost worden; - het laden en lossen van gevaarlijke stoffen (ADR klasse 3, 4, 6, 8 en 9) in diverse verpakkingen en van een aantal vloeistoffen in bulk bij de tankopslag, de gereedproducthal, de voorraadhal en de opslaghallen. Uit de dossiers is niet vast te stellen of er activiteiten plaats vonden met betrekking tot laden en lossen van gevaarlijke stoffen buiten de calamiteitenplaats, de laad- en losplaats voor tankauto s en tankcontainers of de gereedproducthal. In hoofdstuk 8 van de revisievergunning van 29 januari 2009 zijn onder andere de volgende voorwaarden gesteld aan het laden en lossen van gevaarlijke stoffen: - het lossen van gevaarlijke stoffen in bulk moet onder voortdurend toezicht gebeuren van daartoe aangewezen en deskundig personeel; - bij het laden en lossen waarbij elektrostatische oplading mogelijk is, moet voordat de los- of laadslang wordt aangesloten, de aarding zijn aangebracht; - laden en lossen van gevaarlijke stoffen dient plaats te vinden op de calamiteitenplaats. In een aantal gevallen mag het ook plaatsvinden vanuit de gereedproducthal naar de gereedstaande vrachtwagen. Hier gaat het met name om dat de verlading plaats vindt boven de bodembeschermende voorziening; - voordat een tankauto het terrein verlaat moet zijn vastgesteld dat geen lekkage optreedt bij afsluiters en dat de afsluiters goed zijn afgesloten. Constateringen: Het voortdurend toezicht van daartoe aangewezen en deskundig personeel hoeft alleen bij het lossen plaats te vinden volgens de vergunning. Het laden is niet opgenomen in het voorschrift- In de toezichtrapporten van de gemeente Moerdijk zijn geen opmerkingen gevonden over het onderwerp laden en lossen gevaarlijke stoffen zoals opgenomen in hoofdstuk 8 van de Wet milieubeheervergunning van 29 januari Verlading gevaarlijke stoffen - IVW Alle handelingen van het laden en lossen ten aanzien van het transport vinden per as plaats. Dit geldt voor de ADR en aansluitend de IMDG (vervoer gevaarlijke stoffen over zee). In de vervoerswetgeving voor gevaarlijke stoffen over de weg, het ADR genoemd, staat omschreven wat de verantwoordelijkheden zijn van de vuller, de afzender, de verpakker, de bestemmer en de belader. Deze items zijn alle van toepassing op Chemie-Pack. In de vervoerswetgeving over de weg (ADR)en de IMDG code staan eisen ten aanzien van: -veiligheidsadviseur -beveiligingsplan -vervoersdocumenten Pagina 83 van 113

84 -opleidingen -aarding -stuwage en segregatie -classificatie -verpakkingen Op 12 maart 2010 is door de IVW een bedrijfsinspectie uitgevoerd. 995 Hierin zijn alle aspecten ten aanzien van het laden en lossen van gevaarlijke stoffen meegenomen. Constateringen/tekortkomingen: - Er is geen beveiligingsplan security vervoer gevaarlijke stoffen aanwezig. - De inhoud van de opleiding die vereist is voor het bij het vervoer betrokken personeel is gedateerd. - De Nederlandse taal ontbreekt op een vervoersdocument. Items die voldeden: -de veiligheidsadviseur is gecertificeerd en bekwaam. -bij steekproeven ten aanzien van verpakkingen werden de juiste verpakkingen gebruikt voor de specifieke gevaarlijke stof. Indirecte verantwoordelijkheden van Chemie-pack tav laden en lossen gevaarlijke stoffen. Hierboven zijn de directe verantwoordelijkheden beschreven die van toepassing zijn op Chemie-Pack. Daarnaast zijn er nog indirecte verantwoordelijkheden waarvoor Chemie-Pack verantwoordelijk is De vervoerder is namelijk verantwoordelijk voor de kwaliteit en de veiligheid van het vervoermaterieel en voor de gedragingen en handelingen van zijn personeel. De vervoerder en ook de chauffeur moeten dan wel de aanwijzingen opvolgen, de maatregelen uitvoeren en de middelen gebruiken die de afzender of de ontvanger heeft gegeven. Tijdens weginspecties door de IVW waarbij Chemie-pack de afzender was is de laatste vijf jaar het volgende geconstateerd: - 26 Januari 2007: Etiketten ontbreken van gevaarsetiketten aan de buitenzijde van een tankcontainer bestemd voor het zeevervoer. Sanctie: een waarschuwing gegeven September 2008: Vervoersdocument is niet juist opgemaakt en geen juiste etiketten op de verpakking. Sanctie: proces-verbaal opgemaakt. - 2 Juni 2009: Vervoersdocumenten zijn niet juist opgemaakt. Sanctie: proces-verbaal opgemaakt Maart 2010: Restanten van tolueen aan de buitenzijde van een tankcontainer na belading. Sanctie: proces-verbaal opgemaakt. Chemie-Pack heeft in bovenstaande gevallen de vervoersdocumenten niet juist opgemaakt, geen etiketten geplakt op verpakkingen en niet voorkómen dat na belading restanten van een gevaarlijke stof aan de buitenzijde van een tankcontainer aanwezig bleven. 99 Brief resultaten bedrijfsinspectie IVW bij Chemie-Pack. Pagina 84 van 113

85 September 2008 Naar aanleiding van de transportinspectie op 23 september 2008 is die dag een broncontrole uitgevoerd bij Chemie-Pack. Bij Chemie-Pack werden de overtredingen besproken en de items geïnspecteerd die niet in orde waren tijdens het vervoer van gevaarlijke stoffen. Arbeidsinspectie Op 19 en 28 maart 2008 is door de Arbeidsinspectie een inspectie uitgevoerd bij Chemie-pack. Hierbij was onder andere het onderwerp de risicoanalyse van het Veiligheidsbeheerssysteem. Tijdens deze bezoeken is het volgende geconstateerd: - De laad- en losprocedure is nog niet uitgebreid met het onderwerp voorkomen van contaminatie van stoffen en mogelijke ongewenste reacties. De procedure is vervolgens aangepast door Chemie-Pack en voldeed. Regionale Brandweer / BRZO/Veiligheidsrapportage: Tijdens inspecties op 29 en 30 maart 2006 is geconstateerd dat: Op de laad en losplaats K1 stoffen worden overgeladen van tankauto naar eenheden als IBC of vaten. Dit scenario wordt, ondanks de beschrijving in het VR als niet maatgevend scenario bestempeld ten tijde van de inspectie. Dit scenario is wel maatgevend en de 1 Kw- contour dient nog berekend te worden. Ook met betrekking tot de inrichting van de laad- en losplaats bij de vloeistofruimte en tussen het tankpark en de emballagehal moet er nog een totaaloplossing komen voor het brandscenario. Op 14 september 2006 wordt door de regionale brandweer geconstateerd dat deze tekortkoming nog niet ongedaan is gemaakt. De volgende inspectiedag van 19 maart 2007 wordt door de regionale brandweer wederom vastgesteld dat er geen nieuw scenario is ingediend. Tijdens de inspectie op 27 augustus 2007 door de regionale brandweer blijkt dat de tekortkoming is opgeheven. Het scenario is ingediend. Constateringen: In beide gevallen is er één tekortkoming geregistreerd met betrekking tot het onderwerp laden en lossen gevaarlijke stoffen. De tekortkomingen zijn na verschillende inspectiedagen ongedaan gemaakt door Chemie-Pack en daarmee voldeed het bedrijf. Pagina 85 van 113

86 9 Brandveiligheid Vanwege de grote gevolgen die een brand kan hebben, is het noodzakelijk dat het bedrijf Chemie-Pack voorzieningen en maatregelen heeft ter voorkoming en beperking van een eventuele brand. In dit hoofdstuk wordt op deze voorzieningen en maatregelen ingegaan. Hierbij is gebruik gemaakt van de volgende documenten: - De revisievergunning van 29 januari 2009 en de veranderingsvergunning Wet milieubeheer van 29 oktober 2010 en de aanvragen; - De veiligheidsrapporten; - Het rapport inzake de bedrijfsbrandweer opgesteld door SAVE op 7 maart 2008; - Het PvE opgesteld door BPSI van 13 juli 2005; - De bouwvergunningen: 3784, 4080, 4404, 5167, 2150, 16917, SBA 2006/2320, SBA 2008/1179. Voor brandveiligheid zijn compartimentering en brandbeveiligingsinstallatie de twee belangrijkste elementen die zijn onderzocht. Om een brand beheersbaar te houden worden eisen gesteld aan de weerstand tegen branddoorslag en brandoverslag (wbdbo) tussen verschillende ruimten, de brandcompartimenten. Brandcompartimenten delen een pand op en verhinderen dat brand zich ongehinderd en ongelimiteerd kan verspreiden. Een brandbeveiligingsinstallatie bestaat uit een branddetectie- en een blussysteem. Vanuit zowel de bouwregelgeving als de milieuregelgeving worden eisen aan de compartimentering met de weerstand tegen branddoorslag en brandoverslag (wbdbo) en het brandbeveiligingsinstallatie gesteld. Vanuit de Woningwet worden in het Besluit brandveilig gebruik bouwwerken voorschriften gesteld aan een brandmeldinstallatie. Vanuit het rechtsreeks werkende Bouwbesluit worden eisen met betrekking tot brandwerende voorzieningen gesteld. Deze gaan over onder andere de ligging, omvang, wbdbo en zelfsluitende deuren van de diverse gebruiksfuncties. Voor de milieuregelgeving wordt voor de veilige opslag van verpakte gevaarlijke stoffen, vanuit de Wet milieubeheer aansluiting gezocht bij de richtlijn PGS 15. Deze handelt over voorzieningen bij de opslag van verpakte gevaarlijke stoffen zoals onder andere bouwkundige uitvoering van opslagvoorzieningen en brandbestrijdingssystemen. De PGS 15 is een richtlijn, in de Wm-vergunning moeten de eisen worden vastgelegd om van toepassing te zijn voor een bedrijf. Situatie bij Chemie-Pack Brandcompartimentering Verleende bouwvergunningen De verleende bouwvergunningen zijn doorgenomen op brandcompartimentering. Hierna zijn per bouwvergunning de bevindingen weergegeven. Per bouwvergunning is waar nodig tussen haakjes de huidige benaming aangegeven. Pagina 86 van 113

87 Bouwvergunning 3784, bouwen emballagehal + wijzigen opslagruimte (opslaghal I, voorraadhal I en II, etiketteerruimte en gereedproducthal) Op de vergunningstekening zijn diverse deuren van de opslagruimte als 60 en 30 minuten zelfsluitende brandwerende deuren aangegeven. Bouwvergunning 4080, uitbreiden kantoor, kantine en wasgelegenheid In het besluit en op de vergunningstekening zijn geen nadere brandwerende voorzieningen aangegeven. Bouwvergunning 4404, bouwen vloeistofruimte/vatenberging + emballage hal (opslaghal II en vloeistofruimte) Op de vergunningstekening van de vloeistofruimte is aangegeven dat de overheaddeuren naar buiten en de schuifdeur naar voorraadhal I 60 minuten brandwerend dienen te zijn. De loopdeuren naar buiten zijn niet als brandwerend aangegeven. De emballagehal (opslaghal I) heeft een doorbraak naar opslaghal II (opp > 1000m²). Bouwvergunning 5167, vergroten van een luifel In het besluit en de vergunningstekeningen zijn geen brandwerende voorzieningen opgenomen. Bouwvergunning 2150, oprichten emballagehal Hierin zijn geen brandwerende eisen opgenomen. Niet alle vergunningstekeningen zijn in het dossier aanwezig waardoor deze bouwaanvraag in de beschouwing niet is meegenomen. Bouwvergunning 16917, bouwen van een CPR opslagloods (opslaghal III) Op de vergunningstekening is in het renvooi aangegeven: de wanden en de overkapping bestaan uit sandwichpanelen met een 30 minuten WBDBO; de muren grenzend aan opslaghal II en de emballagehal hebben 60 minuten WBDBO; gevels binnen de overkapping brandwerend 30 minuten WBDBO met brandwerend omtimmerde kolommen; brandveiligheid deuren is 30 minuten WBDBO. Op de plattegronden staan zelfsluitende brandwerende deuren met een WBDBO van 30 en 60 minuten en is de brandwerendheid van de muren aangegeven. De wbdbo van de wanden grenzend aan het binnenterrein en het kantoor in opslaghal III is 30 minuten en alle overige wanden hebben een wbdbo van 60 minuten. Bouwvergunning SBA 2006/2320, zeecontainer met ingebouwde stoomketelinstallatie In de bouwvergunning zijn geen brandwerende eisen opgenomen. In de aanvraag wordt aangegeven dat een zeecontainer op het open middenterrein op 2 meter afstand van het naastgelegen pand komt. De HBO-tank staat zodanig dat de afstand tussen tankwand en pand 5 meter bedraagt. Bouwvergunning SBA 2008/1179, plaatsen van een laadruimte voor heftrucks (acculaadruimte) Op de vergunningtekening staan de binnenmuren met een WBDBO van 60 minuten, zelfsluitende brandwerende deur met een WBDBO van 60 minuten. Pagina 87 van 113

88 Milieuvergunningen In de revisievergunning is met betrekking tot brandwerendheid van opslaghallen I, II en III, voorschrift opgenomen. Hierin wordt aangegeven dat constructie en uitvoering overeenkomstig voorschrift van de PGS 15 moet zijn. Dit voorschrift verwijst naar de wbdbo van wanden, dak en draagconstructie. Deze wbdbo moet ten minste 60 minuten bedragen. Bij gebruik van een automatische hiex inside air installatie (beschermingsniveau 1) moet de wbdbo van deuren, wanden en plafonds naar de omliggende ruimten en de buitenruimte ten minste 30 minuten bedragen. 100 Dit is het geval bij opslaghal I, II en III waarmee deze dus een wbdbo van 30 minuten dienen te hebben. De pompkamer in opslaghal I is constructief 60 minuten brandwerend uitgevoerd met uitzondering van de deur. Met de veranderingsvergunning wordt het beschermingsniveau voor opslaghal III verlaagd van beschermingsniveau 1 naar 3, waardoor geen brandbeveiligingsinstallatie vereist is. Hierdoor kan de wbdbo niet verlaagd worden van 60 minuten naar 30 minuten. In de aanvraag wordt de brandwerendheid voor opslaghal III dan ook verhoogd tot 60 minuten. Volgens voorschrift van de revisievergunning dient de vergunninghouder voorafgaand aan het in gebruik nemen van opslaghal III een opleverdocument op te stellen waaruit blijkt dat de opslaghal voldoet aan het gestelde in PGS 15. Met de wijzigingsvergunning is dit voorschrift ingetrokken. In de opslaghallen I, II moet verder vakscheiding plaatsvinden door middel van een gangpad van groter dan 3,5 meter of een scheidingsconstructie met een wbdbo van ten minste 30 minuten. 101 Uit de aanvraag van de revisievergunning blijkt dat de voorraadhallen I en II en de gereedsproducthal van de overige ruimten gescheiden worden door branddeuren. Deze deuren sluiten automatisch bij een brandalarm. Uit de aanvraag van de revisievergunning blijkt voorts dat gelet op de compartimentering het bedrijfsgebouw is verdeeld in zeven aparte ruimtes, welke brandwerend van elkaar zijn gescheiden. Welk bedrijfsgebouw en welke zeven ruimtes hier bedoeld worden blijkt niet exact uit de stukken. De vloeistofafdeling en voorraadhal I worden deels van elkaar gescheiden door 2 wanden met een brandwerendheid van 30 minuten en een strook hiertussen van 5m. 102 De wanden van de vloeistofruimte en de voorraadhal dienen volgens de revisievergunning elk 30 minuten brandwerend te zijn uitgevoerd, de wand tussen de kantoren en de productieruimten evenzo. 103 De compartimentsgrens tussen de kantoren en de productieruimten is niet exact traceerbaar. Brandbeveiligingsinstallatie Vanuit de bouwregelgeving is vanuit het Besluit brandveilig gebruik bouwwerken bij een industriefunctie met een gebruiksoppervlak groter dan 1000 m² een niet 100 Op basis van voorschrift van de revisievergunning, conform voorschrift van de PGS PGS 15 voorschrift 4.3.1, voor opslaghal III is vakscheiding met de wijzigingsvergunning niet meer van toepassing. 102 P. 2 aanvullende gegevens Wm aanvraag, 10 maart P. 5 aanvullende gegevens Wm aanvraag, 10 maart Pagina 88 van 113

89 automatisch brandmeldinstallatie zonder doormelding vereist. Bij een kantoorfunctie groter dan 500 m² wordt een niet automatische brandmeldinstallatie zonder doormelding vereist. 104 Iedere ruimte dient conform bouwvergunning te beschikken over een branddetectiesysteem (met uitzondering van de emballagehal, het tankenpark en de kantoorruimte). 105 Hieronder staan de blussystemen vermeld zoals volgens de geraadpleegde stukken aanwezig in de ruimtes voor gevaarlijke stoffen. Er wordt niet ingegaan op andere blusmiddelen, zoals handblussers en dergelijke. Het veiligheidrapport vermeldt de volgende brandbestrijdingssystemen in het bedrijf: - Automatisch hi-ex inside air foam systeem in de opslaghallen I en II, voorraadhal I en II en in de gereedsproducthal; - Semi-automatisch hi-ex inside air foam systeem in de afgescheiden ruimten in voorraadhal I en II en de vloeistofruimte; - Semi-automatisch zwaarschuimsysteem bij de tankput en de laad- en losplaatsen 1 t/m 3. Op de plattegrondstekening behorend bij de revisievergunning staan de locaties aangegeven die met een schuimblussysteem zijn uitgevoerd. Het zwaarschuimsysteem staat hierop niet vermeld. 106 De PGS 15 stelt in paragraaf 4.5, voor opslagen van verpakte gevaarlijke stoffen afhankelijk van de hoeveelheden en soorten gevaarlijke stoffen, de eis dat een ruimte moet zijn uitgevoerd met een automatisch blussysteem. Deze eis is voor Chemie-Pack overgenomen in de revisievergunning. 107 De hierin genoemde eisen hebben betrekking op alle op de plattegrondstekening aangegeven ruimtes die met een blussysteem zijn uitgevoerd. Het betreft dus zowel de opslaghallen I en II, alsook voorraadhal I en II, de gereedsproducthal en de vloeistofruimte. Het Semiautomatisch zwaarschuimsysteem bij de tankput en de de laad- en losplaatsen staat niet in de vergunning(seisen) beschreven. Voorschrift gaat over het voorhanden hebben van een programma van eisen (PvE) t.b.v. de blussystemen zoals genoemd in hoofdstuk 3.2. Bij de vergunningaanvraag is een PvE gevoegd. 108 In dit PvE staan alleen de opslaghallen I en II beschreven. Op de plattegrond behorend bij het PvE staat vermeld dat ook de voorraadhallen I en II met uitzondering van de productiecellen, zijn uitgevoerd met een lichtschuiminstallatie. In dit PvE zijn de vloeistofruimte en de laad- en losruimte niet benoemd. 104 Artikel Gebruiksbesluit. 105 Veiligheidsrapport deel 1 p. 37, april In het rapport van de Brzo inspectie op 24/25 maart 2009 is bij bevinding B-08 weergegeven dat schuimblusmonitoren (nog) niet zijn gerealiseerd. Hiermee wordt waarschijnlijk het semi-automatisch zwaarschuimsysteem bij de tankput en laad- en losplaatsen bedoeld. 107 Onder hoofdstuk 3.2 van de revisievergunning. 108 PVE nr. 1229/6529 d.d. 13/7/2005. Pagina 89 van 113

90 In voorschrift staat dat alle, in voorschrift 3.2.1, genoemde systemen minimaal jaarlijks moeten worden gekeurd door een geaccrediteerde inspectie A- instelling. Uit de inspecties door de gemeente en uit navraag bij de inspectieinstelling blijkt dat deze periodieke inspecties de afgelopen jaren alleen zijn uitgevoerd voor de opslaghallen I en II en niet voor de voorraadhallen I en II, de gereedsproducthal en de vloeistofruimte. Bij de jaarlijkse keuringen van opslaghallen I en II zijn de laatste jaren certificaten afgegeven. Op basis van deze constatering kan worden afgeleid dat opslaghallen I en II voldeden aan de (keurings)eisen voor automatische blusinstallaties. Constateringen Brandcompartimentering Uit de bouwvergunning blijkt dat de scheidingsconstructie van opslaghal III naar het kantoor en het binnenterrein een wbdbo heeft van 30 minuten. Uit geen enkel dossier is gebleken dat de wbdbo voor dat deel opgehoogd is naar 60 minuten zoals de veranderingsvergunning voorschrijft. 109 In de revisievergunning is gesteld dat, alvorens gevaarlijke stoffen worden opgeslagen in opslaghal III, de vergunninghouder een opleveringsdocument dient op te stellen waaruit blijkt dat de opslaghal voldoet aan het gestelde in PGS 15. Het opleverdocument moet aan het bevoegd gezag worden overgelegd. Doordat dit voorschrift met de veranderingsvergunning is ingetrokken, is de aantoonplicht voor de vergunninghouder vervallen. In de bouwvergunningen nummer SBA 2008/1179 en is de compartimentering met zijn wbdbo aangegeven. Op de overige bouwvergunningen zijn zelfsluitende deuren met een wbdbo aangegeven. De wbdbo van de wanden wordt niet expliciet in de bouwvergunning of de voorschriften genoemd. Op basis van de dossiers is hierdoor niet na te gaan waar de compartimentsgrenzen zijn gelegen. De geldende bouwregels op het moment van vergunningverlening zijn verwerkt in de bouwvergunningen. Opslaghal I en opslaghal II zijn vergund en uitgevoerd als één brandcompartiment omdat in de scheidingsconstructie een doorbraak aanwezig is. In het controlerapport Regionale handhaving Wet milieubeheer behorende bij de brief d.d. 27 oktober 1998 van de gemeente Moerdijk aan het bedrijf Chemie- Pack is opgenomen dat de oude emballagehal (opslaghal I en II) is verbouwd tot twee CPR 15-2 loodsen. Hiervoor is onder andere de oude doorgang tussen de twee delen van de hal dicht gemaakt evenals de doorvoeren door deze muur. De grootte van het compartiment wordt hiermee verkleind. Tussen de kantoor- en industriefunctie worden de deuren als zelfsluitend met een brandwerendheid van 60 minuten aangegeven. Uit de stukken kan niet worden opgemaakt of de compartimentgrens aanwezig is en, zo ja, waar de compartimentgrens loopt. 109 Wijzigingsvergunning is per 23 december 2010 in werking getreden. Pagina 90 van 113

91 Er hebben in relatie met bouwvergunning SBA 2008/1179 (acculaadruimte) drie bouwcontroles plaatsgevonden. Uit de dossiers is niet te achterhalen of de bouwwerken conform bouwvergunning zijn gerealiseerd. Brandbeveiligingsinstallatie De verschillende documenten zijn tegenstrijdig wat betreft een beschrijving van de uitvoering van de blussystemen en de eisen die eraan worden gesteld. Voor de opslaghallen I en II is de situatie duidelijk. Het betreft opslag van verpakte gevaarlijke stoffen, beschermingsniveau 1. De opslaghallen zijn uitgerust met een automatische lichtschuiminstallatie die op basis van een voorhanden liggend PvE jaarlijks dienen te worden gekeurd. In 2006 heeft de gemeente handhavend opgetreden omdat goedkeuring en certificering van deze opslaghallen niet in orde waren. De laatste jaren heeft jaarlijks certificering van de blussystemen in beide hallen door een geaccrediteerde inspectie A-instelling plaatsgehad. De situatie ligt ingewikkelder voor de overige ruimtes. Opslaghal III is niet uitgevoerd met een automatisch blussysteem. De veranderingsvergunning van 29 oktober 2010 heeft de eis hiervoor (zoals vermeld in de revisievergunning) ingetrokken. Omdat in deze opslaghal III volgens de milieuvergunning zowel (licht)ontvlambare, brandbare, giftige als bijtende stoffen tot totaal 750 ton in deze hal zijn vergund is deze eis ten onrechte vervallen. Er blijkt hier volgens de gemeente enigszins sprake van een kennelijke verschrijving omdat (licht-) ontvlambare vloeistoffen niet zijn aangevraagd. Mogelijk had volgens PGS 15 deze opslaghal alsnog een hoger beschermingsniveau dan 3 moeten hebben. Dit omdat de omschrijving van vergunde stoffen ruim is en ook brandbare stoffen toelaat. Voor de gereedsproducthal is in de milieuvergunning de eis gesteld dat de ruimte is uitgerust met een automatisch blussysteem. Het blussysteem zou op grond van de milieuvergunning jaarlijks moeten worden gekeurd door een geaccrediteerde inspectie A-instelling. 110 Een PvE voor deze ruimte ontbreekt en periodieke keuringen werden voor zover kan worden nagegaan, niet uitgevoerd. Voor voorraadhal I en II en de vloeistofruimte is de vereiste situatie niet duidelijk. Volgens de plattegrond zou er een automatische lichtschuiminstallatie aanwezig zijn in voorraadhallen I en II en gereedsproducthal en een handbediend lichtschuimblussysteem in de productiecellen en in de vloeistofruimte. Voor zowel handbediende als automatische blussysteem in deze ruimtes ontbreekt een PvE. Uit geen van de toezichtsrapporten blijkt of de gemeente heeft gecontroleerd of goedkeurende rapporten van een geaccrediteerde inspectie A-instelling aanwezig waren voor de blussystemen in de gereedproducthal, de voorraadhallen I en II en de vloeistofruimte. De vergunning stelde die eis, inclusief de verplichte jaarlijkse herkeuring, door een dergelijke inspectie-instelling. 111 De vergunningen eisen geen stationair brandblussysteem voor de laad- en losplaats, tankenpark en ruimte voor afvullen van vloeistoffen. Volgens het bedrijfsbrandweerrapport is een handbediende zwaarschuiminstallatie met Zie voorschrift en van de revisievergunning 29 januari Zie voorschrift en van de revisievergunning 29 januari Pagina 91 van 113

92 liter zwaarschuim aanwezig. 112 Omdat de aanwezigheid daarvan niet door de gemeente is gecontroleerd, zijn geen gegevens te achterhalen over de daadwerkelijke blusvoorzieningen aldaar. Vuurlastberekening Het Besluit brandveilig gebruik bouwwerken (Gebruiksbesluit) stelt eisen aan de opslag van brandbare niet-milieugevaarlijke stoffen. De bedrijfsmatige opslag van brandgevaarlijke stoffen valt onder de milieuregelgeving en de huishoudelijke opslag valt onder het Gebruiksbesluit. Er is sprake van bedrijfsmatige opslag als de aangegeven grenswaarden van het Gebruiksbesluit worden overschreden. De waarden zijn gebaseerd op de ondergrenzen van de PGS 15 en de Regeling van het Activiteitenbesluit. Het Gebruiksbesluit geeft aan dat bedrijfsmatige opslag van brandbare nietmilieugevaarlijke stoffen zodanig is dat bij brand geen onveilige situatie kan ontstaan voor een op een aangrenzend perceel gelegen of op dat perceel volgens het bestemmingsplan nog te realiseren gebouw. 113 Onder bedrijfsmatige opslag van brandbare niet-milieugevaarlijke stoffen worden onder andere verstaan hout, autobanden en kunststoffen in een bouwwerk of op een open erf of terrein. In de dossiers wordt niet aangegeven dat brandbare niet-milieugevaarlijke stoffen worden opgeslagen en er is geen vuurlastberekening aangetroffen. 112 Rapport inzake bedrijfsbrandweer d.d. 7 maart Artikel Besluit brandveiligheid gebruik bouwwerken. Pagina 92 van 113

93 10 Bluswateropvang De richtlijn PGS stelt voor opslaghallen van gevaarlijke stoffen een te berekenen minimumcapaciteit vast voor de opvang van bluswater en product (uitstroom van opgeslagen gevaarlijke vloeistoffen), afhankelijk van het gevaar van de stof, de soort verpakking, het beschermingsniveau, vakgrootte en het blussysteem. Hiertoe dienen berekeningen te worden gemaakt om aan te tonen dat aan de uitgangspunten van PGS 15 wordt voldaan. Voor een productieruimte, tankopslag of iets dergelijks waar gevaarlijke stoffen aanwezig kunnen zijn, bestaan voor de opvang van bluswater geen richtlijnen waaraan getoetst kan worden. Voor een tankopslag geldt in het algemeen de regel dat 100% van de inhoud van de grootste tank moet kunnen worden opgevangen. 115 In de milieuvergunning dienen de eisen aan de omvang van de opvang nader te worden vastgelegd. Situatie Chemie-Pack In de revisievergunning van 29 januari en veranderingsvergunning van 29 oktober zijn in de aanvragen de opvangvoorzieningen voor de bluswater- en productopvang beschreven voor alle ruimtes. De grootte van de opvangcapaciteit per ruimte is in kubieke meters vermeld, zie onderstaande tabel. Alleen voor opslaghal I, II en III is een berekening van de opvangcapaciteit in de aanvragen opgenomen. Ruimte Opvangcapaciteit (kubieke meters) Voorraadhal 1 90,4 Voorraadhal 2 24,8 Gereed producthal 38,4 Opslaghal I 80 Opslaghal II 92 Opslaghal III 90 Vloeistofruimte 80 Laad- en losplaats 1 40 Laad- en losplaats 2 40 Laad- en losplaats 3 3 (+40 via overloop naar laad- en losplaats 1) Laad- en losplaats voor hal 1 en 2 25 Tankput 1 56,6 Tankput 2 26,4 Tankput 3 31,3 Tankput 4 34,2 114 De PGS 15 is niet rechtstreeks van kracht op een bedrijf. 115 Bij meerdere tanks vermeerderd met 10% van de gezamenlijke opslagcapaciteit van de overige tanks. Zoals opgenomen in PGS 29/30 (opslag brandbare vloeistoffen in bovengrondse tanks), echter beide richtlijnen zijn hier niet van toepassing (behalve PGS 30 voor de opslag van huisbrandolie). 116 In de aanvraag van 31 oktober 2007 staat op pagina 33 de beschrijving van de opvangcapaciteiten en in de aanvulling van 10 maart 2008 staat op pagina 3 en 4 de berekening van de opvangcapaciteiten. 117 In de aanvraag van 20 april 2010 staat op pagina 10 de berekening van de opvangcapaciteit voor opslaghal III. Pagina 93 van 113

94 In themakaart Opvangcapaciteit is per ruimte de aanwezige opvangcapaciteit aangegeven. Alleen voor de opslaghallen I, II en III is de eis uit PGS15 overgenomen in de bovengenoemde vergunningen 118. Voor de overige ruimtes is geen eis in de milieuvergunning vermeld, wel moet voldaan worden aan de in de aanvragen beschreven opvangcapaciteiten. In de considerans van de vergunning is niet aangegeven of de in de aanvragen opgenomen berekeningen corresponderen met of afwijken van de uitgangspunten van de PGS 15. Met het verklaren van de aanvraag als onderdeel van de vergunning, geeft de vergunningverlener expliciet aan hiermee akkoord te zijn. Uit de beschikbare controlerapporten van het bevoegd gezag blijkt niet of op de grootte van de opvangcapaciteiten is gecontroleerd. Constateringen Opslaghal I en II Geconstateerd wordt dat de opvangvoorzieningen voor de opslaghallen I en II te klein gedimensioneerd zijn. Dit komt omdat in de berekening in de aanvraag ten onrechte is uitgegaan van 10% productomvang in plaats van 100% 119, omdat ook brandbare gevaarlijke vloeistoffen in niet-metalen verpakkingen worden opgeslagen. Alleen als alles in metalen verpakkingen is opgeslagen mag met 10% productopvang worden gerekend. In PGS15 staat namelijk in Tabel 6 over productopvang (voor stoffen met een vlampunt kleiner of gelijk aan 61 C bij beschermingsniveau 1): 10% indien de aanwezige vloeistoffen zich uitsluitend in metalen verpakkingen bevinden. In opslaghal I en II zijn metalen en niet-metalen verpakkingen naast elkaar aanwezig. De opvangcapaciteit van de opslaghallen I en II voldeed daarmee niet aan paragraaf van PGS 15 en vergunningvoorschrift van de revisievergunning. 120 Opslaghal III Voor opslaghal III is bij beschermingsniveau 3 geen bluswateropvang vereist op basis van PGS 15, wel een productopvang. Deze productopvang is volgens Tabel 6 van PGS 15 10% van de aanwezige vloeistoffen in het grootste vak. Deze eis is in voorschrift 1.6 van de veranderingsvergunning opgenomen. De in de aanvraag opgenomen berekening is conform PGS 15. Of het beschermingsniveau 3 hier terecht van toepassing is, is besproken bij het onderdeel Vergunningen. 118 Voorschrift revisievergunning en voorschrift veranderingsvergunning Van het grootste vak, in dit geval 70 ton per vak. 120 Paragraaf van PGS 15 bepaalt dat de opvangcapaciteit bestaat uit 10% van de aanwezige vloeistoffen in het grootste vak indien de aanwezige vloeistoffen (vlampunt 61 C) zich uitsluitend in metalen verpakkingen bevinden. Anders 100% van de aanwezige vloeistoffen in het grootste vak. Pagina 94 van 113

95 Overzicht Bluswater- en productopvang opslaghal I, II en III opslaghal nummer Bluswateropvang (m 3 ) Productopvang (m 3 ) Totaal (m 3 ) Berekening aanvraag 121 Vereist PGS Berekening aanvraag Vereist PGS Berekening aanvraag Vereist PGS15 Feitelijk Aanwezig 124 I = II = III Dit betekent dat de juiste eisen in de vergunning zijn opgenomen, maar dat de voorzieningen voor opslaghal I en II niet op de juiste wijze berekend zijn en ook niet de vereiste capaciteit hebben. De vergunningverlener heeft deze tegenstrijdigheid niet geconstateerd. 126 Bij dimensioneringsberekeningen van bluswatervoorzieningen is geen rekening gehouden met benodigde opvang van (na)blussen bij grote calamiteiten en falende interne brandbestrijdingssystemen. 127 Tankenpark Elke tank aanwezig in de tankopslag kan aan inhoud 25,6 m 3 bevatten. De aanwezige tankputten zijn voldoende ruim om 100% van de in een tank aanwezige vloeistof op te vangen. In de tankput waar vier tanks staan opgesteld is de opvang tweemaal zo groot. Tegen inregenen van hemelwater is een overkapping aangebracht. In de tanks worden producten met een vlampunt boven de 100 C opgeslagen. 128 Er is voor deze tanks geen specifieke richtlijn voor de opvang van product- en bluswater. 129 Laad- en losplaatsen De drie laad- en losplaatsen hebben een opvangvoorziening voor de opvang van product. Laad- en losplaats 1 en 2 hebben allebei een opvangvoorziening van 40 m 3. Laad- en losplaats 3 heeft een voorziening van 3 m 3 en is via een overloop verbonden met laad- en losplaats 1. Hiermee kan de volledige inhoud van een tankauto of tankcontainer worden opgevangen. Of alle opvangvoorzieningen naar behoren gefunctioneerd hebben valt buiten de begrenzing van dit onderzoek. Dat zal eventueel blijken uit het onderzoek dat door de OVV wordt uitgevoerd. 121 Op basis van revisievergunning : Inhoud hal maal drie gedeeld door verschuimingsgetal (200). 122 Berekend door VI op basis van PGS 15 met hal m 3 en hal m 3 en verschuimingsgetal Berekend door VI uitgaande van grootste vak van 70 ton met metalen en niet-metalen verpakkingen zoals aangevraagd en aangegeven op de stoffenlijst. 124 Volgens aanvraag, niet op gecontroleerd door bevoegd gezag. 125 Bluswateropvang is voor hal 3 vervallen met veranderingsvergunning van De gemeente is van mening dat de berekening in de aanvraag juist is. 127 Op basis van informatie van de directie Risicobeleid van het ministerie van Infrastructuur en Milieu. 128 Pagina 28 van de aanvraag voor de revisievergunning. 129 PGS 29 is voor brandbare vloeistoffen in verticale cilindrische tanks met een bodemplaat op een grondfundering en PGS 30 is voor vloeibare aardolieproducten met een vlampunt van 55 C tot 100 C. Pagina 95 van 113

96 11 Voorkomen van brand en explosie 1 Algemeen Onderdeel van het Besluit risico s zware ongevallen 1999 (Brzo 1999) is artikel 5 lid 1. Op basis van dit artikel moet de werkgever en/ of de drijver van de inrichting de nodige maatregelen treffen om zware ongevallen te voorkomen en om de gevolgen van zware ongevallen, mochten ze zich toch voordoen, zo veel als mogelijk te beperken. Met dit artikel 5 wordt explosieveiligheid voor alle toezichthouders in het kader van het Brzo 1999 een belangrijk onderwerp, immers voorkomen van brand en explosie is een gemeenschappelijk belang en met de formulering van artikel 5 Brzo 1999 zijn de maatregelen in het kader van het voorkomen van brand en explosie voor iedere bevoegde toezichthouder inspecteerbaar en handhaafbaar. Speciaal voor het voorkomen van explosies zijn de Europese Atex (Atmosphère Explosive) richtlijnen opgesteld. Dit zijn Atex 95 en Atex De eerste richt zich op de fabrikant van apparatuur die in explosiegevaarlijke omgeving veilig moet kunnen worden gebruikt. De tweede richt zich op de werkgever, zoals Chemie-Pack, die er voor moet zorgen dat werken in een explosiegevaarlijke omgeving veilig kan plaatsvinden. De Atex 137 richtlijn die voor deze rapportage van belang is, is in de Nederlandse wetgeving ondergebracht in het Arbeidsomstandighedenbesluit, hoofdstuk 3. Daarmee is de Atex 137 ook meteen door AI MHC via het Arbeidsomstandighedenbesluit te handhaven. Ingangsdatum van het geheel is 30 juni Verplichtingen voor Chemie-Pack n.a.v. Atex regelgeving De werkgever moet mede op basis van een risico inventarisatie en evaluatie de maatregelen treffen die nodig zijn om brand en explosie te voorkomen. Dit kunnen technische en organisatorische maatregelen zijn. Daarnaast heeft de werkgever de volgende verplichtingen: - Coördinatieverplichting wanneer zich werknemers van verschillende werkgevers op de arbeidsplaats bevinden. - Gevarenbron analyse en zonering van gevaarlijke explosieve gebieden (voor gas zijn dit zone 0, 1, 2 en voor stof 20, 21, 22). - Uitvoeren van een ontstekingsbron analyse in gezoneerde gebieden. - Toepassing van de minimum voorschriften. - Aanbrengen van waarschuwingsborden bij ingangen tot ruimtes met een explosieve atmosfeer. - Het opstellen van een explosieveiligheidsdocument waarin zowel de risicobeoordeling als alle genomen veiligheidsmaatregelen zijn beschreven. 3 Toezicht in het kader van het Brzo 1999 ten aanzien van het voorkomen van brand en explosie en Atex. 130 Richtlijn 1999/92/EG van het Europees parlement en de raad van 16 december 1999 betreffende minimumvoorschriften voor de verbetering van de gezondheidsbescherming en van de veiligheid van werknemers die door explosieve atmosferen gevaar kunnen oplopen (vijftiende bijzondere richtlijn in de zin van artikel 16, lid 1 van Richtlijn 89/391/EG). Pagina 96 van 113

97 Zoals onder 1 uitgelegd is Atex als onderdeel van het voorkomen van brand en explosie weliswaar via het Arbeidsomstadighedenbesluit expliciet voor de AI handhaafbaar, maar op basis van artikel 5 lid 1 Brzo 1999 wel een onderwerp waar alle toezichthouders in belangrijke mate bij zijn betrokken. Deze voorschriften zijn tijdens de gezamenlijke Brzo 1999 inspecties niet expliciet aan de orde geweest. Wel zijn enkele keren, op basis van een maatregelgerichte inspectie (in het kader van toezicht op naleving van het Brzo 1999) enkele zaken geïnspecteerd die te maken hebben met het voorkomen van brand en explosie en Atex. Ook zijn de gevarenzones met betrekking tot gasontploffingsgevaar een apart onderdeel van de volledigheidsbeoordeling van het veiligheidsrapport. Indien aan de orde is dat in het hiernavolgende feitenrelaas ook aangegeven. Bij een inspectie in 2006 is geconstateerd dat de EX zones niet overal goed waren aangegeven en was ook niet altijd duidelijk wanneer de zonering actief was, dus wanneer er daadwerkelijk met ontvlambare producten werd gewerkt. Handhaving, op het niet aangeven van de gevarenzones, is door AI MHC schriftelijk via het stellen van een eis uitgevoerd en gecontroleerd. De overtreding was bij controle opgeheven. Door bg Wm en Brw is aangegeven dat het onduidelijk is of het ontwerp van installaties of delen daarvan, explosieveilig is uitgevoerd. Dit is benoemd als tekortkoming in het inspectierapport. Ook werd geconstateerd dat het niet duidelijk is of de onderhoudsmonteur die werkzaamheden aan explosieveilig materieel uitvoert, ook daadwerkelijk daarvoor is opgeleid. Dit is niet als tekortkoming o.i.d. aangemerkt. Bij de volledigheidsbeoordeling van het VR van 2006 is aangegeven dat Chemie-Pack de gevarenzones met betrekking tot ontploffingsgevaar heeft beschreven. Bij een inspectie in 2007 is in het inspectierapport als bevinding weergegeven dat de EX borden die worden gebruikt om de gevarenzone qua omvang aan te geven en of deze zone op dat moment actief is, ook worden gebruikt voor andere doeleinden. Hierdoor bestaat de kans dat de ernst van de maatregel verwatert. Bij de volledigheidsbeoordeling van het VR van 2007 is aangegeven dat Chemie-Pack de gevarenzones met betrekking tot ontploffingsgevaar, daar waar nodig heeft beschreven. Bij een inspectie in 2008 is in het inspectierapport als bevinding weergegeven dat in de gevarenzone regelmatig heftrucks rijden die niet geschikt zijn voor die gebieden. Ook is als bevinding weergegeven dat het explosiveiligheidsdocument (EVD)(2004/2004)niet meer geheel aan de huidige situatie voldoet: o Er is geen plan van aanpak opgesteld en het ontbreekt aan een prioritering van de nog uit te voeren activiteiten. o Er is in het EVD geen aandacht voor het fenomeen stofexplosies. o Bij de zonering wordt uitgegaan van kleine bronnen. Dit leidt tot een straal van 1 meter naar 2 meter op grondniveau (het zogenaamde hoedjesmodel), terwijl de bronsterkte niet is onderbouwd. Pagina 97 van 113

98 o Bij de maatregelen ter voorkoming van ontstekingsbronnen wordt op grondniveau uitgegaan van een afstand van 1 meter i.p.v. 2 meter (bij een grotere bronsterkte is dit zelfs groter). o De inspectie uitgevoerd door Nagtglas Versteeg (dec 2007) is in bepaalde opzichten tegenstrijdig met het EVD dat door Tebodin is opgesteld. o De uitvoering van de ATEX/V&G signalering is niet permanent uitgevoerd en kan leiden tot vergissingen. o Op een aantal plaatsen ontbreekt de afbakening/ markering van de zone. Deze bevindingen zijn via het stellen van een eis gevolgd door een controlebezoek gehandhaafd. Bij de controle bleek het volgende. het plan van aanpak voortvloeiend uit de nieuw opgestelde Explosieveiligheidsdocument moet conform het de planning worden uitgevoerd. Dit is schriftelijk aan Chemie-Pack via een brief Afhandeling controlebezoek medegedeeld. Bij een inspectie in 2009 is als bevinding weergegeven: De beschreven LOD s 131, het aangeven van de gezoneerde gebieden door middel van belijning op de grond en het gebruiken van Ex-apparatuur zijn niet duidelijk en eenduidig vastgesteld: 1) binnen het aangegeven gezoneerde gebied is een elektrische luchtheater aanwezig die niet Ex uitgevoerd is; 2) de belijning is niet overal goed zichtbaar; 3) de snaaraandrijvingen van het roerwerk op de mengtank is in het explosieveiligheidsdocument (EVD) niet geanalyseerd als potentiële ontstekingsbron. Deze bevinding is niet als overtreding, tekortkoming of iets dergelijks aangemerkt. Bij de volledigheidsbeoordeling van het VR van 2010 wordt voor een installatie vermeld dat in het VR is aangegeven dat er indelingsplicht is volgens NPR en NPR7910-2, echter is de indeling niet beschreven in het VR maar in het EVD, het EVD is niet opgenomen in het VR. Op dit punt is een verzoek gedaan om aanvullende informatie (te leveren door Chemie-Pack). Dit verzoek was ten tijde van de brand nog niet afgehandeld. 3 Constateringen Bij de volledigheidsbeoordelingen van het VR wordt bij de installatiebeschrijvingen specifiek gelet op de gevarenzones met betrekking tot ontploffingsgevaar. In de ingediende VR en van 2006 en 2007 was het onderwerp beschreven. Bij het VR van 2010 was het niet helemaal volledig beschreven. Hierop is een verzoek om aanvullende informatie opgesteld waar ook dit onderwerp in is opgenomen. Dit verzoek was ten tijde van de brand nog niet afgehandeld. Bij de inspecties in het kader van het Brzo 1999 is op onderdelen brand- en explosiegevaar in relatie tot de Atex regelgeving enkele keren aan de orde geweest. 131 LOD = Line Of Defence ofwel maatregelen. Pagina 98 van 113

99 Net als algemeen bij de Brzo-inspecties blijkt ook nu dat in het inspectierapport onvoldoende duidelijk wordt aangegeven dat van een VR-plichtig bedrijf verwacht wordt dat er iets wordt gedaan met alle bevindingen en niet alleen met de overtredingen die separaat worden gehandhaafd. Ook het gebruik van termen als tekortkoming, actie bedrijf, bevinding door de autoriteiten werken die onduidelijkheid in de hand. De keren dat handhaving formeel wordt ingezet brengt Chemie-Pack verbeteringen aan, hoewel de tweede keer niet in voldoende mate. Over de reactie van Chemie- Pack op alle genoemde bevindingen en tekortkomingen, die niet als overtreding worden aangemerkt, is geen duidelijkheid. Pagina 99 van 113

100 Pagina 100 van 113

101 12 Kaarten en plattegronden 12.1 Kaart omgeving Chemie-Pack Omgeving Chemie- Pack Vlasweg 4 Moerdijk Bron: Google Maps Schematische weergave Chemie-Pack Vlasweg 4 Moerdijk Bron: Terra (VROM) Pagina 101 van 113

Omgevingsvergunning. Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. voor de activiteit milieuneutraal veranderen. Rockwool B.V.

Omgevingsvergunning. Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. voor de activiteit milieuneutraal veranderen. Rockwool B.V. Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg Omgevingsvergunning voor de activiteit milieuneutraal veranderen Rockwool B.V. te Roermond Zaaknummer: 2015-1985 Kenmerk: 2016/48004 d.d. 23 juni 2016 Verzonden:

Nadere informatie

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Directie Ecologie Ons kenmerk C2039301/2811531 op de op 8 juli 2011 bij hen ingekomen aanvraag van Caldic Chemie Produktie BV, om vergunning krachtens

Nadere informatie

Inleiding. 1.1 Wat is de omgevingsvergunning?

Inleiding. 1.1 Wat is de omgevingsvergunning? 1 Inleiding Dit hoofdstuk bevat deel met een korte bespreking wat een omgevingsvergunning is en wat vergunningsvrij bouwen is. De achtergrond en doelstellingen van de belangrijkste regelingen (de Wet algemene

Nadere informatie

WIJZIGINGSVERGUNNING WET MILIEUBEHEER

WIJZIGINGSVERGUNNING WET MILIEUBEHEER WIJZIGINGSVERGUNNING WET MILIEUBEHEER verleend aan Delamine B.V. (Locatie Oosterhorn 8 te Farmsum) Groningen, 21 augustus Nr. 2007-31.021/34, M V Procedure nr. Procedure Nummer 6264 Inhoudsopgave 1. VERZOEK

Nadere informatie

CHEMIE-PACK MOERDIJK. Feitenrelaas inzake de vergunningsituatie en het toezicht. Datum 4 maart 2011

CHEMIE-PACK MOERDIJK. Feitenrelaas inzake de vergunningsituatie en het toezicht. Datum 4 maart 2011 CHEMIE-PACK MOERDIJK Feitenrelaas inzake de vergunningsituatie en het toezicht Datum 4 maart 2011 Colofon VROM-Inspectie Directie Uitvoering Programma Regionaal Accountmanagement Rijnstraat 8 Postbus 16191

Nadere informatie

ONTWERP OMGEVINGSVERGUNNING

ONTWERP OMGEVINGSVERGUNNING ONTWERP OMGEVINGSVERGUNNING verleend aan: Salt voor: solid soda dosering activiteiten: milieuneutraal veranderen (fase 1) locatie: Oosterhorn 4, Farmsum kenmerk bevoegd gezag: GR-VERG-2018-000460 kenmerk

Nadere informatie

OMGEVINGSVERGUNNING. Akzo Nobel Industrial Chemicals B.V.

OMGEVINGSVERGUNNING. Akzo Nobel Industrial Chemicals B.V. OMGEVINGSVERGUNNING verleend aan Akzo Nobel Industrial Chemicals B.V. ten behoeve van de activiteit milieuneutrale verandering "vervanging monster en chemicallen opslag" (locatie: Oosterhorn 4 te Farmsum)

Nadere informatie

Omgevingsvergunning. De omgevingsvergunning wordt verleend onder de bepaling dat de gewaarmerkte stukken en bijlagen deel uitmaken van de vergunning.

Omgevingsvergunning. De omgevingsvergunning wordt verleend onder de bepaling dat de gewaarmerkte stukken en bijlagen deel uitmaken van de vergunning. Dossiernummer: 2011/16386 Omgevingsvergunning Burgemeester en wethouders van Zundert zijn voornemens om overeenkomstig de besluitvormingsprocedure als bedoeld in artikel 3.10 van de Wet algemene bepalingen

Nadere informatie

(ONTWERP) OMGEVINGSVERGUNNING

(ONTWERP) OMGEVINGSVERGUNNING (ONTWERP) OMGEVINGSVERGUNNING Burgemeester en wethouders van Moerdijk hebben op 19 december 2013 een aanvraag om een omgevingsvergunning als bedoeld in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo)

Nadere informatie

het oprichten van een appartementengebouw Onyxdijk 167 te Roosendaal

het oprichten van een appartementengebouw Onyxdijk 167 te Roosendaal Stichting S&L Zorg T.a.v. D. van Randwijk Postbus 148 4700 AC Roosendaal NEDERLAND contactpersoon : Mevr. M. Bezemer (Aanw.op ma,di,do) Roosendaal : doorkiesnummer : (0165) 579875 (W20_vrl_OU) onderwerp

Nadere informatie

Opslag brandbare vloeistoffen in bovengrondse tanks. Resultaten plan van aanpak implementatie PGS 29

Opslag brandbare vloeistoffen in bovengrondse tanks. Resultaten plan van aanpak implementatie PGS 29 Opslag brandbare vloeistoffen in bovengrondse tanks Resultaten plan van aanpak implementatie PGS 29 Opslag brandbare vloeistoffen in bovengrondse tanks Resultaten landelijke afspraken implementatie PGS

Nadere informatie

TEERDE STATEN VAN GELDERLAND. Ingevolge artikel 8.24 Wet milieubeheer 1 FEITEN

TEERDE STATEN VAN GELDERLAND. Ingevolge artikel 8.24 Wet milieubeheer 1 FEITEN BESCHIKKING D.D. 4 DECEMBER 2009 TEERDE STATEN VAN GELDERLAND - NR. MPM18173/2009-015262 VAN GEDEPU- Ingevolge artikel 8.24 Wet milieubeheer 1 FEITEN Onderwerp aanvraag Op 10 augustus 2009 hebben wij een

Nadere informatie

Omgevingsvergunning. Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. Activiteit milieuneutraal veranderen. Rockwool B.V. te Roermond

Omgevingsvergunning. Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. Activiteit milieuneutraal veranderen. Rockwool B.V. te Roermond Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg Omgevingsvergunning Activiteit milieuneutraal veranderen Rockwool B.V. te Roermond Zaaknummer: 2015-1632 Kenmerk: 2015/95267 d.d. 10 december 2015 Verzonden:

Nadere informatie

Omgevingsvergunning. Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. Vitesse Logistics B.V. te Venlo. Zaaknummer:

Omgevingsvergunning. Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. Vitesse Logistics B.V. te Venlo. Zaaknummer: Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg Omgevingsvergunning Vitesse Logistics B.V. te Venlo Zaaknummer: 2016-0668 Kenmerk: 2016/54909 d.d. 21 juli 2016 Verzonden: INHOUDSOPGAVE 1 Besluit 3 2 Procedure

Nadere informatie

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Directie Ecologie Ons kenmerk C2024428/2752304 op de op 26 april 2011 bij hen ingekomen aanvraag van FrieslandCampina Consumer Products, om vergunning

Nadere informatie

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Directie Ecologie Ons kenmerk C2053399/2882188 op de op 3 november 2011 bij hen ingekomen aanvraag van BMC Moerdijk BV, om vergunning krachtens de

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal 1

Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2015-2016 33 872 Wijziging van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (verbetering vergunningverlening, toezicht en handhaving) A herdruk 1 GEWIJZIGD

Nadere informatie

Omgevingsvergunning OMGEVINGSDIENST. Plaatsing opslagloods Maximacentrale IJsselmeerdijk 101 1 0 NOV 2014 FLEVOLAND & GOOI EN VECHTSTREEK

Omgevingsvergunning OMGEVINGSDIENST. Plaatsing opslagloods Maximacentrale IJsselmeerdijk 101 1 0 NOV 2014 FLEVOLAND & GOOI EN VECHTSTREEK 1 0 NOV 2014 OMGEVINGSDIENST FLEVOLAND & GOOI EN VECHTSTREEK Omgevingsvergunning Plaatsing opslagloods Maximacentrale IJsselmeerdijk 101 141106/MvSC/mlu-001 Kenmerk aanvraag: OLO 1496803, dd. 15 oktober

Nadere informatie

OMGEVINGSVERGUNNING. Friesland Campina Nederland Holding ay.

OMGEVINGSVERGUNNING. Friesland Campina Nederland Holding ay. OMGEVINGSVERGUNNING verleend aan Friesland Campina Nederland Holding ay. ten behoeve van de activiteit het bouwen van een bouwwerk "Plaatsen van een greenwall" (locatie: Boterdiep Wz 45, te Bedum) Groningen,

Nadere informatie

OMGEVINGSVERGUNNING Datum: 11 november 2014

OMGEVINGSVERGUNNING Datum: 11 november 2014 OMGEVINGSVERGUNNING Datum: 11 november 2014 Burgemeester en wethouders hebben op 14 januari 2013 een aanvraag voor een omgevingsvergunning ontvangen voor het legaliseren van appartementen. De aanvraag

Nadere informatie

Register bij het Ondermandaatbesluit Wabo-bevoegdheden stadsdeelsecretaris Nieuw-West

Register bij het Ondermandaatbesluit Wabo-bevoegdheden stadsdeelsecretaris Nieuw-West Register bij het Ondermandaatbesluit Wabo-bevoegdheden stadsdeelsecretaris Nieuw-West Grondslag voor de bevoegdheden: Collegebesluit d.d. 21 juli 2015 (Nr. BD2015-010563), verlenging van het tijdelijk

Nadere informatie

Aanmeldnotitie Besluit Mer

Aanmeldnotitie Besluit Mer Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg Aanmeldnotitie Besluit Mer Geerlings Metaalrecycling BV te Venlo Zaaknummer 2012-0164 d.d. 5 april 2012 Verzonden: INHOUDSOPGAVE 1 Besluit 3 2 Procedure 4 2.1

Nadere informatie

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Directie Ecologie Ons kenmerk C2074245/3047984 op de op 26 april 2012 bij hen ingekomen aanvraag van Vlisco Netherlands BV, om vergunning krachtens

Nadere informatie

Ontwerpbesluit van Gedeputeerde staten van Limburg. gedeeltelijke intrekking locatie Grubbenvorsterweg 2 en 6

Ontwerpbesluit van Gedeputeerde staten van Limburg. gedeeltelijke intrekking locatie Grubbenvorsterweg 2 en 6 Ontwerpbesluit van Gedeputeerde staten van Limburg Omgevingsvergunning gedeeltelijke intrekking locatie Grubbenvorsterweg 2 en 6 DSM Pharma Chemicals Venlo B.V. te Venlo Zaaknummer 2015/52214 d.d. 23 juli

Nadere informatie

Ondermandaatbesluit Directeur RUD Zuid-Limburg bevoegdheden burgemeester en wethouders van de gemeente Maastricht november 2014 2014/63720

Ondermandaatbesluit Directeur RUD Zuid-Limburg bevoegdheden burgemeester en wethouders van de gemeente Maastricht november 2014 2014/63720 Ondermandaatbesluit Directeur RUD Zuid-Limburg bevoegdheden burgemeester en wethouders van de gemeente Maastricht november 2014 2014/63720 De directeur van de Regionale Uitvoeringsdienst Zuid-Limburg Gelet

Nadere informatie

Omgevingsvergunning. Bijgevoegde documenten De volgende bij het besluit behorende gewaarmerkte documenten worden digitaal nagezonden:

Omgevingsvergunning. Bijgevoegde documenten De volgende bij het besluit behorende gewaarmerkte documenten worden digitaal nagezonden: Omgevingsvergunning Burgemeester en Wethouders hebben op 23 december 2016 een aanvraag om omgevingsvergunning ontvangen van Jawelbouw BV voor het project het bouwen van acht woningen in bouwplan De Bamere

Nadere informatie

Ontwerp omgevingsvergunning

Ontwerp omgevingsvergunning OPENBARE EN GEBOUWDE OMGEVING ons kenmerk 941097 behandeld door de heer N Bel Hadj doorkiesnummer +31 77 3596514 besluitdatum onderwerp ontwerpbesluit Ontwerp omgevingsvergunning Op 6 april 2016 hebben

Nadere informatie

OMGEVINGSVERGUNNING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND

OMGEVINGSVERGUNNING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND OMGEVINGSVERGUNNING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND Aan: Yara Sluiskil B.V. Postbus 2 4540 AA Sluiskil Kenmerk: Afdeling: Vergunningverlening Datum: 26 juli 2017 Onderwerp: Omgevingsvergunning op grond

Nadere informatie

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Directie Ecologie Ons kenmerk C2093023/3293348 Stahl Europe BV uitgevoerd aan de Sluisweg 10 te Waalwijk. s-hertogenbosch, 25 oktober 2012. Gedeputeerde

Nadere informatie

OMGEVINGSVERGUNNING Datum: 6 augustus 2015

OMGEVINGSVERGUNNING Datum: 6 augustus 2015 OMGEVINGSVERGUNNING Datum: 6 augustus 2015 Burgemeester en wethouders hebben op 16-1-2015 een aanvraag voor een omgevingsvergunning ontvangen voor het dempen en realiseren van water. De aanvraag gaat over

Nadere informatie

*14.040393*14.040393omgevingsvergunningomgevingsvergunning150743543

*14.040393*14.040393omgevingsvergunningomgevingsvergunning150743543 Zaaknummer: 186570 Behoort bij besluit van het college van burgemeester en wethouders van Uden van, 09 01 2015 wnd. hoofd afdeling Bouwen en Milieu. *14.040393*14.040393omgevingsvergunningomgevingsvergunning150743543

Nadere informatie

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Ons kenmerk C2140613/3540209 op aanvraag om een omgevingsvergunning ingevolge de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) van Van Gansewinkel

Nadere informatie

OMGEVINGSVERGUNNING *D * D

OMGEVINGSVERGUNNING *D * D *D170252216* D170252216 OMGEVINGSVERGUNNING Aanvrager : Tapijtfabriek Intercarpet BV Datum besluit : 24 mei 2017 Onderwerp : aanpassen vergunning Locatie : Tweede Broekdijk 1 te Aalten OLO-nummer : 2807768

Nadere informatie

Omgevingsvergunning. De omgevingsvergunning wordt verleend overeenkomstig de bij dit besluit behorende en als zodanig gewaarmerkte documenten.

Omgevingsvergunning. De omgevingsvergunning wordt verleend overeenkomstig de bij dit besluit behorende en als zodanig gewaarmerkte documenten. Omgevingsvergunning Poststuknummer: DA00107087 Burgemeester en wethouders hebben op 17 juli 2018 een aanvraag omgevingsvergunning ontvangen en in behandeling genomen voor het bouwen van 2 vrijstaande schuurwoningen

Nadere informatie

BESCHIKKING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND

BESCHIKKING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND Middelburg, 3 mei 2006 Nummer: RMW0605090 Afdeling: Milieuhygiëne BESCHIKKING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND Arrow Terminals B.V. is in bezit van een aantal vergunningen ingevolge de Wet milieubeheer.

Nadere informatie

Omgevingsvergunning Verkleinen van de inrichting

Omgevingsvergunning Verkleinen van de inrichting Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg Omgevingsvergunning Verkleinen van de inrichting Dienst Stadsbeheer te Maastricht Zaaknummer: 2013-0182 Kenmerk: 2013/16657 d.d. 21 maart 2013 Verzonden: INHOUDSOPGAVE

Nadere informatie

PROVINCIAAL BLAD. Mandaatbesluit Gedeputeerde Staten van Limburg aan Directeur RUD Zuid-Limburg

PROVINCIAAL BLAD. Mandaatbesluit Gedeputeerde Staten van Limburg aan Directeur RUD Zuid-Limburg PROVINCIAAL BLAD Officiële uitgave van de provincie Limburg Nr. 160 9 januari 2018 Mandaatbesluit Gedeputeerde Staten van Limburg aan Directeur RUD Zuid-Limburg Gedeputeerde Staten van Limburg, maken ter

Nadere informatie

GEDEPUTEERDE STATEN DER PROVINCIE GRONINGEN

GEDEPUTEERDE STATEN DER PROVINCIE GRONINGEN GEDEPUTEERDE STATEN DER PROVINCIE GRONINGEN Groningen, 2 oktober 2001 Nr. 2001-16006/40, RMM Verzonden: 10 oktober 2001 Beslissen bij dit besluit op de aanvraag tot het veranderen van de vergunning ingevolge

Nadere informatie

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Directie Ecologie Ons kenmerk C2103508/3367627 op de op 30 november 2012 bij hen ingekomen aanvraag van W.E.G. Barten Den Bosch BV om een vergunning

Nadere informatie

Ondermandaatbesluit Directeur RUD Zuid-Limburg bevoegdheden. burgemeester en wethouders en burgemeester van de gemeente Roermond mei 2014.

Ondermandaatbesluit Directeur RUD Zuid-Limburg bevoegdheden. burgemeester en wethouders en burgemeester van de gemeente Roermond mei 2014. Ondermandaatbesluit Directeur RUD Zuid-Limburg bevoegdheden burgemeester en wethouders en burgemeester van de gemeente Roermond mei 2014 2014/27356 De directeur van de Regionale Uitvoeringsdienst Zuid-Limburg

Nadere informatie

Ontwerp Omgevingsvergunning

Ontwerp Omgevingsvergunning De heer J.B. Kamphuis Kloosterallee 3 8167 LT Oene Zaaknummer : 48503 Behandeld door : Team Ontwikkeling Vergunningverlening Telefoonnummer : 14 0578 Onderwerp : Ontwerp omgevingsvergunning uitgebreid

Nadere informatie

BELEIDSNOTA CONSUMENTENVUURWERK WORMERLAND

BELEIDSNOTA CONSUMENTENVUURWERK WORMERLAND BELEIDSNOTA CONSUMENTENVUURWERK WORMERLAND September 2011-1 - Inhoudsopgave 1 Inleiding 2 Doel 3 Verhouding met de APV en het Vuurwerkbesluit 4 Argumentatie 5 Beleidsregels 6 Vaststelling, citeertitel

Nadere informatie

Wet algemene bepalingen omgevingsrecht

Wet algemene bepalingen omgevingsrecht Wet algemene bepalingen omgevingsrecht Inhoud presentatie 1. Impact Wabo o o o Doelstellingen Verplichtingen Kansen 2. Inzicht in de inhoud o o o o Inhoud en reikwijdte Procedures Aandachtspunten Inwerkingtreding

Nadere informatie

Algemeen. Bijlage 1. Bijlage behorende bij mandaatverlening milieubevoegdheden aan DCMR van 8 oktober 2013

Algemeen. Bijlage 1. Bijlage behorende bij mandaatverlening milieubevoegdheden aan DCMR van 8 oktober 2013 Bijlage 1: MANDAATLIJST Goeree-Overflakkee aan DCMR Milieudienst Rijnmond 2013 Algemeen A01 A02 A03 A04 A05 A06 Proceshandelingen op grond van: a) art. 4:5 en 4:6 Awb (vereenvoudigde wijze van afdoen en

Nadere informatie

OMGEVINGSVERGUNNING. daarom besluiten wij u de gevraagde omgevingsvergunning te verlenen.

OMGEVINGSVERGUNNING. daarom besluiten wij u de gevraagde omgevingsvergunning te verlenen. OMGEVINGSVERGUNNING Burgemeester en wethouders van Doesburg hebben op 15 mei 2015 een aanvraag voor een omgevingsvergunning ontvangen en geregistreerd onder nummer 2015OMG0038. Het betreft het plaatsen

Nadere informatie

OMGEVINGSVERGUNNING. uitbreiding met parelmolen ten behoeve van het fijnmalen van magnesiumhydroxide

OMGEVINGSVERGUNNING. uitbreiding met parelmolen ten behoeve van het fijnmalen van magnesiumhydroxide OMGEVINGSVERGUNNING voor: uitbreiding met parelmolen ten behoeve van het fijnmalen van magnesiumhydroxide activiteit: het milieuneutraal veranderen van een inrichting verleend aan: Nedmag bv locatie: Billitonweg

Nadere informatie

Ontwerpbesluit omgevingsvergunning voor de activiteiten planologische afwijking van het bestemmingsplan en bouwen

Ontwerpbesluit omgevingsvergunning voor de activiteiten planologische afwijking van het bestemmingsplan en bouwen Ontwerpbesluit omgevingsvergunning voor de activiteiten planologische afwijking van het bestemmingsplan en bouwen Burgemeester en wethouders hebben op 30 mei 2012 van Grinie B.V., Broek 1C, 5446 PS Wanroij

Nadere informatie

Weigering omgevingsvergunning

Weigering omgevingsvergunning Ontwerpbesluit van Gedeputeerde Staten van Limburg Weigering omgevingsvergunning Oprichting Vleesvarkensstallen, voerkeuken, luchtwassers, loods, mest- en sleufsilo s Klevar B.V. te gemeente Horst aan

Nadere informatie

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Directie Ecologie Ons kenmerk C2037810/2791301 op de op 24 juni 2011 bij hen ingekomen aanvraag van Brabant Alucast The Netherlands - site Oss, om

Nadere informatie

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Directie Ecologie Ons kenmerk C2089927/3272112 op de op 14 augustus 2012 bij hen ingekomen aanvraag van Deponie Zuid NV, om vergunning krachtens de

Nadere informatie

[ONTWERP] Omgevingsvergunning UV 31844

[ONTWERP] Omgevingsvergunning UV 31844 Haaren Helvotrt Esch Biezenmorrel gemeente Haaren [ONTWERP] Omgevingsvergunning UV 31844 Burgemeester en Wethouders hebben op 13 juli 2016 een aanvraag voor een omgevingsvergunning ontvangen voor het vestigen

Nadere informatie

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Directie Ecologie Ons kenmerk C2106032/3400764 op de aanvraag om een omgevingsvergunning van Robesta Vastgoed B.V. uitgevoerd bij de inrichting Van

Nadere informatie

Provinciaal blad van Noord-Brabant

Provinciaal blad van Noord-Brabant Provinciaal blad van Noord-Brabant ISSN: 0920-1408 Onderwerp Besluit van de directeur van de Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant, houdende de aanwijzing van toezichthouders van de Omgevingsdienst Middenen

Nadere informatie

Omgevingsvergunning. Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. Plaatsen kantoorunit. Componenta B.V. te Weert. Zaaknummer:

Omgevingsvergunning. Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. Plaatsen kantoorunit. Componenta B.V. te Weert. Zaaknummer: Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg Omgevingsvergunning Plaatsen kantoorunit Componenta B.V. te Weert Zaaknummer: 2013-0353 Kenmerk: 2013/37607 d.d. 27 juni 2013 Verzonden: INHOUDSOPGAVE 1 Besluit

Nadere informatie

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht Beschikking Omgevingsvergunning Aanvrager : Waterschap Groot Salland Aangevraagde activiteiten : Aanpassen van de installatie in het kader van de gasveiligheid Locatie

Nadere informatie

Beleidsregels voor het plaatsen van een tijdelijke woonvoorziening

Beleidsregels voor het plaatsen van een tijdelijke woonvoorziening Beleidsregels voor het plaatsen van een tijdelijke woonvoorziening 1 INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding 3 2. Nieuw beleid 3 2.1 Relevante regelgeving betreffende ruimtelijke ontwikkelingen 3 2.2 Relevante regelgeving

Nadere informatie

Mandaatbesluit Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant (OMWB)

Mandaatbesluit Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant (OMWB) Mandaatbesluit Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant (OMWB) 1. Het college verleent aan de Directie van de OMWB de bevoegdheid tot het nemen van alle besluiten (zoals vermeld in onderstaande bevoegdheidsgrondslag)

Nadere informatie

Toelichting op de Brandbeveiligingsverordening 2010

Toelichting op de Brandbeveiligingsverordening 2010 Toelichting op de Brandbeveiligingsverordening 2010 Algemeen De wetgever kondigt in de Wet veiligheidsregio s en de aanpassing daarop in artikel 3, derde lid, een algemene maatregel van bestuur aan over

Nadere informatie

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant op het op 3 oktober 2005 bij hen ingekomen verzoek van Shell Nederland Chemie, gelegen aan Chemieweg 25 te Moerdijk, tot gedeeltelijke intrekking van

Nadere informatie

ONTWERP OMGEVINGSVERGUNNING LET OP! Dit is nog geen omgevingsvergunning. Hiermee kunt u nog niet starten met de werkzaamheden.

ONTWERP OMGEVINGSVERGUNNING LET OP! Dit is nog geen omgevingsvergunning. Hiermee kunt u nog niet starten met de werkzaamheden. VOORBLAD Besluit Burgemeester en wethouders hebben op 12 september een aanvraag voor een omgevingsvergunning ontvangen voor het plaatsen van een. De aanvraag gaat over nabij Van Heemstraweg 2 te Weurt

Nadere informatie

Voorschriften en overwegingen

Voorschriften en overwegingen Hof van Tholen 2 4691 DZ Tholen Postbus 51 4690 AB Tholen telefoon: 14 0166 e-mail: gemeente@tholen.nl website: www.tholen.nl Voorschriften en overwegingen bank: NL14BNGH0285008315 bic: BNGHNL2G btw-nummer:

Nadere informatie

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Directie Ecologie Ons kenmerk C2099165/3329265 op de aanvraag van SABIC Innovative Plastics, Plasticslaan 1 te Bergen op Zoom. s-hertogenbosch, 20

Nadere informatie

Beleidsregels intrekken omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen 2. Artikel 1 Begripsbepaling 2

Beleidsregels intrekken omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen 2. Artikel 1 Begripsbepaling 2 Versie 1-12-2010 Inhoudsopgave Beleidsregels intrekken omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen 2 Artikel 1 Begripsbepaling 2 Artikel 2 Intrekkingsregeling bij uitblijven aanvang bouw 2 Artikel 3

Nadere informatie

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Directie Ecologie Ons kenmerk C2076205/3035562 op de op 10 mei 2012 bij hen ingekomen aanvraag van de Bossche IJzer- en Metaalhandel Van Erp BV, om

Nadere informatie

RUD UTRECHT. MANDAATLIJST Gemeente, BEPERKT MANDAAT BEVOEGDHEDEN/BESLUITEN VOORWAARDEN EN REIKWIJDTE (INSTRUCTIES) OPMERKING

RUD UTRECHT. MANDAATLIJST Gemeente, BEPERKT MANDAAT BEVOEGDHEDEN/BESLUITEN VOORWAARDEN EN REIKWIJDTE (INSTRUCTIES) OPMERKING Mandaten voor combi Basis en Plustaken Mandaten voor Basistaken Mandaten voor Plustaken MANDAATLIJST Gemeente, BEPERKT MANDAAT Algemeen A01 Besluiten op grond van: A02 A03 a. art. 4:5 en 4:6 Awb (vereenvoudigde

Nadere informatie

proainci renthe 1.3. Procedure Deze beschikking is voorbereid met de reguliere voorbereidingsprocedure als beschreven in paragraaf

proainci renthe 1.3. Procedure Deze beschikking is voorbereid met de reguliere voorbereidingsprocedure als beschreven in paragraaf provincieb t'ris rvesterbrink r, Assen Postadres Postbus rzz, 9oo lc Assen, vw*drenthe.nl (o592) 3 55 55 proainci renthe VERZ0NDEN 0 lel 20t Assen, 9 mei20 Ons kenmerk 20 00387-003530 Ondenrverp: Besluit

Nadere informatie

Omgevingsvergunning OPENBARE EN GEBOUWDE OMGEVING

Omgevingsvergunning OPENBARE EN GEBOUWDE OMGEVING OPENBARE EN GEBOUWDE OMGEVING ons kenmerk 967021 behandeld door mevrouw SGM Jacobs doorkiesnummer +31 77 3596828 besluitdatum 10 april 2017 onderwerp besluit Omgevingsvergunning Op 30 mei 2016 en op 6

Nadere informatie

OMGEVINGSDIENST ZUIDOOST-BRABANT

OMGEVINGSDIENST ZUIDOOST-BRABANT BESCHIKKING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN NOORD- BRABANT op de op 29 juli 2014 bij hen ingekomen aanvraag van Attero Zuid B.V. om een vergunning krachtens de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo)

Nadere informatie

OMGEVINGSVERGUNN1NG. Suiker Unie (locatie Vierverlaten)

OMGEVINGSVERGUNN1NG. Suiker Unie (locatie Vierverlaten) OMGEVINGSVERGUNN1NG verleend aan Suiker Unie (locatie Vierverlaten) ten behoeve van de activiteit het bouwen van een bouwwerk; "bandentransport naar noordzijde" (Locatie: Fabriekslaan 12 te Groningen)

Nadere informatie

OMGEVINGSVERGUNNING. Suiker Unie (locatie Vierverlaten)

OMGEVINGSVERGUNNING. Suiker Unie (locatie Vierverlaten) OMGEVINGSVERGUNNING verleend aan Suiker Unie (locatie Vierverlaten) ten behoeve van de activiteit: een milieuneutrale verandering van de inrichting; "het plaatsen van een aggregaat" (Locatie: Fabriekslaan

Nadere informatie

Wijziging Bouwverordening Gemeente Terneuzen. De gewijzigde Bouwverordening van de gemeente Terneuzen vast te stellen.

Wijziging Bouwverordening Gemeente Terneuzen. De gewijzigde Bouwverordening van de gemeente Terneuzen vast te stellen. Lijst agendapunten nummer: Kenmerk: 11b 3869 / 2006016316 Afdeling: Brandweer VERORDENING Datum: 10 mei 2007 Onderwerp: Wijziging Bouwverordening Gemeente Terneuzen De raad van de gemeente Terneuzen; gelezen

Nadere informatie

Omgevingsvergunning uitgebreide procedure WBD

Omgevingsvergunning uitgebreide procedure WBD Omgevingsvergunning uitgebreide procedure WBD1309454 Burgemeester en wethouders hebben op 16 december 2013 een aanvraag voor een omgevingsvergunning ontvangen voor het project herbouw van de stal. De aanvraag

Nadere informatie

Omgevingsvergunning uitgebreide procedure 8241

Omgevingsvergunning uitgebreide procedure 8241 Omgevingsvergunning uitgebreide procedure 8241 Burgemeester en wethouders hebben op 19 juni 2016 een aanvraag voor een omgevingsvergunning ontvangen voor het project woonhuis Wiekarthof 1 Cothen. De aanvraag

Nadere informatie

8 juli 2014 Mevrouw B. Bartelds mei 2013 Projectomgevingsvergunning

8 juli 2014 Mevrouw B. Bartelds mei 2013 Projectomgevingsvergunning 8 juli 2014 Mevrouw B. Bartelds 2013-0068 0595 42 1140 2 mei 2013 Projectomgevingsvergunning (Adres) (Aanhef), Burgemeester en wethouders hebben op 2 mei 2013 een aanvraag voor een omgevingsvergunning

Nadere informatie

ONTWERPBESLUIT OMGEVINGSVERGUNNING. datum: 11 mei 2017 Provincie Gelderland Zaaknummer: 2017WB0071

ONTWERPBESLUIT OMGEVINGSVERGUNNING. datum: 11 mei 2017 Provincie Gelderland Zaaknummer: 2017WB0071 ONTWERPBESLUIT OMGEVINGSVERGUNNING datum: 11 mei 2017 Provincie Gelderland Zaaknummer: 2017WB0071 Onderwerp Op 26 januari 2017 is een aanvraag voor een omgevingsvergunning op grond van de Wet algemene

Nadere informatie

OMGEVINGSVERGUNNING. Suiker Unie Vierverlaten

OMGEVINGSVERGUNNING. Suiker Unie Vierverlaten OMGEVINGSVERGUNNING verleend aan Suiker Unie Vierverlaten ten behoeve van het plaatsen van een voorraad ijzerchloride bij de waterzuivering (locatie: Fabriekslaan 12, Hoogkerk) Groningen, 21 november 2012

Nadere informatie

* * * *

* * * * *17-0084632* *17-0084632* Omgevingsvergunning Kenmerk : WABO-2017-0333 Aanvraagnummer (OLO) : 2961503 Aanvrager : E.P.C. Sijbers - Wijnhoven Onderwerp : verbouwen van een bestaande schuur tot kleinschalig

Nadere informatie

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Ons kenmerk C2129446/3485875 Molenbrand C.V. uitgevoerd Molenbrand 5 te Boekel. s-hertogenbosch, * Gedeputeerde staten van Noord-Brabant, namens deze,

Nadere informatie

*D * D OMGEVINGSVERGUNNING

*D * D OMGEVINGSVERGUNNING *D170347213* D170347213 OMGEVINGSVERGUNNING Aanvrager : SABA Dinxperlo B.V. Datum besluit : 4 juli 2017 Onderwerp : Formele vastlegging feitelijke (maximale) hoeveelheden aanwezige stoffen Gemeente / locatie

Nadere informatie

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht Procedurele Overwegingen Aanvrager : Bel Leerdammer B.V. Aangevraagde activiteiten : Plaatsen van een sprinklerbuffertank en bijbehorend pomphuis Locatie : Rondweg

Nadere informatie

Omgevingsvergunning activiteit bouwen. Gicom Ketelhaven, Colijnweg 2 Dronten

Omgevingsvergunning activiteit bouwen. Gicom Ketelhaven, Colijnweg 2 Dronten Omgevingsvergunning activiteit bouwen Gicom Ketelhaven, Colijnweg 2 Dronten Aanvraagnummer: 2861989 Architectenburo Brink & Fleer De Bolder 16 8251 KC Dronten Locatie: Gicom Ketelhaven B.V. Colijnweg 2

Nadere informatie

OMGEVINGSVERGUNNING (UITGEBREIDE PROCEDURE) ONTWERP-BESLUIT

OMGEVINGSVERGUNNING (UITGEBREIDE PROCEDURE) ONTWERP-BESLUIT OMGEVINGSVERGUNNING (UITGEBREIDE PROCEDURE) ONTWERP-BESLUIT Burgemeester en wethouders van Weert hebben op 27 maart 2018 een aanvraag om een omgevingsvergunning als bedoeld in de Wet algemene bepalingen

Nadere informatie

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht Ontwerpbeschikking Omgevingsvergunning Aanvrager : AkzoNobel Polymer Chemicals B.V. Ingetrokken activiteiten : De intrekking omvat de (bulk)opslag en het gebruik

Nadere informatie

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 26 maart 2013

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 26 maart 2013 Nr., Afdeling De raad van de gemeente Tiel, overwegende dat: Op grond van het gestelde in artikel 3, tweede lid Wet veiligheidsregio's de gemeenteraad van Tiel een brandbeveiligingsverordening dient vast

Nadere informatie

*15.173770* 15.173770

*15.173770* 15.173770 omgevingsvergunning brandveilig gebruik van het zorgcentrum brandveilig gebruik van het zorgcentrum Beschikking 243812 *15.173770* 15.173770 ONTWERP-OMGEVINGSVERGUNNING nr. 243812 Uitgebreide procedure

Nadere informatie

Uw kenmerk: Uw brief van: Ons kenmerk: Behandeld door: tel.nr.: bijlagen: V Bert Jan Bakker

Uw kenmerk: Uw brief van: Ons kenmerk: Behandeld door: tel.nr.: bijlagen: V Bert Jan Bakker De heer L. Hoekstra Mounleane 2 9241 HA WIJNJEWOUDE Uw kenmerk: Uw brief van: Ons kenmerk: Behandeld door: tel.nr.: bijlagen: 20150924V Bert Jan Bakker 0512-386222 Onderwerp: Ontwerp omgevingsvergunning

Nadere informatie

OMGEVINGSVERGUNNING. aanleg waterstofleiding. milieuneutraal veranderen van een inrichting. Oosterhorn 4 te Farmsum. vth-nummer: Z

OMGEVINGSVERGUNNING. aanleg waterstofleiding. milieuneutraal veranderen van een inrichting. Oosterhorn 4 te Farmsum. vth-nummer: Z OMGEVINGSVERGUNNING voor: aanleg waterstofleiding activiteiten: milieuneutraal veranderen van een inrichting verleend aan: Akzo Nobel Chemicals B.V. locatie: Oosterhorn 4 te Farmsum vth-nummer: Z2017-00002714

Nadere informatie

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Directie Ecologie Ons kenmerk C2053759/2912290 op de op 3 november 2011 bij hen ingekomen aanvraag van Den Ouden Regionaal Overslag Centrum BV, om

Nadere informatie

Brandbeveiligingsverordening Eijsden-Margraten 2012

Brandbeveiligingsverordening Eijsden-Margraten 2012 Brandbeveiligingsverordening Eijsden-Margraten 2012 Artikel 1 Begripsbepalingen In deze verordening wordt verstaan onder: a. een ingerichte locatie: een voor mensen toegankelijke ruimtelijk begrensde plaats

Nadere informatie

(ONTWERP) AMBTSHALVE WIJZIGING VERGUNNING WET ALGEMENE BEPALINGEN OMGEVINGSRECHT

(ONTWERP) AMBTSHALVE WIJZIGING VERGUNNING WET ALGEMENE BEPALINGEN OMGEVINGSRECHT (ONTWERP) AMBTSHALVE WIJZIGING VERGUNNING WET ALGEMENE BEPALINGEN OMGEVINGSRECHT Verleend Aan Top Trans Holding BV (Locatie: Industrie 16 te Noordhorn) Groningen, april 2012 Nr. 2011-17266 Zaaknummer:

Nadere informatie

onderzoeksopzet handhaving

onderzoeksopzet handhaving onderzoeksopzet handhaving Rekenkamercommissie Onderzoeksopzet Handhaving rekenkamercommissie Oss 29 april 2009 1 Inhoudsopgave 1. AANLEIDING EN ACHTERGROND... 3 2. AFBAKENING... 4 3. DOELSTELLING EN ONDERZOEKSVRAGEN...

Nadere informatie

Ontwerpbesluit OMGEVINGSVERGUNNING. veranderen koelinstallatie. milieuneutraal veranderen van een inrichting. Oosterhorn 4 te Farmsum

Ontwerpbesluit OMGEVINGSVERGUNNING. veranderen koelinstallatie. milieuneutraal veranderen van een inrichting. Oosterhorn 4 te Farmsum Ontwerpbesluit OMGEVINGSVERGUNNING voor: veranderen koelinstallatie activiteiten: milieuneutraal veranderen van een inrichting verleend aan: Akzo Nobel Chemicals B.V. locatie: Oosterhorn 4 te Farmsum vth-nummer:

Nadere informatie

2. Actuele wet- en regelgeving

2. Actuele wet- en regelgeving 2. Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) De Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo, per 1 oktober 2010) regelt de omgevingsvergunning voor het bouwen (voorheen de bouwvergunning) en de omgevingsvergunning/gebruiksmelding

Nadere informatie

* * * *

* * * * *18-0011304* *18-0011304* Omgevingsvergunning Kenmerk : WABO-2017-0118 Aanvraagnummer (OLO) : 2818780 Aanvrager : R.A.G. van Gool Onderwerp : tijdelijk - persoonsgebonden- gedoogbeschikking ten behoeve

Nadere informatie

Pagina 1 van 14 Registratienummer: Z / D

Pagina 1 van 14 Registratienummer: Z / D Postbus 8035 5601 KA Eindhoven T: 088-369 03 69 I: www.odzob.nl Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant op de op 13 oktober 2016 bij hen ingekomen aanvraag van Suez Water NV te Venlo, om

Nadere informatie

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht Beschikking Omgevingsvergunning Aanvrager : Brink Recycling B.V. Aangevraagde activiteiten : Beperken opslag gevaarlijk afval tot maximaal 50 ton Locatie : Haatlandhaven

Nadere informatie

Notitie. Beleid ten behoeve van. Ontheffingen in het kader van de Wet ruimtelijke ordening

Notitie. Beleid ten behoeve van. Ontheffingen in het kader van de Wet ruimtelijke ordening Notitie Beleid ten behoeve van Ontheffingen in het kader van de Wet ruimtelijke ordening Gemeente Bussum Afdeling Ruimtelijke Inrichting September 2009 1 1. AANLEIDING De gemeente Bussum heeft in het jaar

Nadere informatie

BESCHIKKING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND

BESCHIKKING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND Archiefexamp»aar Provincie Zeeland BESCHIKKING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND Aan: Kenmerk: Afdeling: Datum: Bijlagen: Onderwerp: Total Raffinaderij Nederland N.V. Luxemburgweg 1 4455 TM Nieuwdorp

Nadere informatie

Omgevingsvergunning UV/

Omgevingsvergunning UV/ Aanvraag Burgemeester en wethouders hebben op 10 maart 2011 een aanvraag voor een omgevingsvergunning ontvangen van C.A. van Zon, Barrierweg 62 a te Liempde voor het gedeeltelijk verbouwen van het bijgebouw

Nadere informatie

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht Beschikking Omgevingsvergunning Aanvrager : Handelsonderneming Gebroeders Rast V.O.F. Aangevraagde activiteiten : Het bouwen van een overkapping Locatie : Dikkersweg

Nadere informatie