Tweede Kamer der Staten-Generaal
|
|
- Gerrit Devos
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Tweede Kamer der Staten-Generaal Vergaderjaar Herziening overlegstelsel bij de overheid Nr. 1 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal 's-gravenhage, 30 december 1987 Overeenkomstig mijn toezegging in de u.c.v. van 7 december jl. over het Overheidspersoneelsbeleid doe ik u bijgaand een schets toekomen van een herziening overlegstelsel bij de overheid. Kern van deze schets is dat voor wijziging c.q. invoering van regelingen waaraan individuele personeelsleden rechten kunnen ontlenen alsmede voor werkgelegenheidsmaatregelen die beslag leggen op de ruimte, een ontstaansvereiste is dat daarvoor overeenstemming is bereikt met een meerderheid van de organisaties van overheidspersoneel. Alvorens deze schets om te werken tot een wetsvoorstel stel ik mij voor hierover eerst met de Tweede Kamer, het Bestuurlijk Beraad en de centrales van overheidspersoneel van gedachten te wisselen. De Minister van Binnenlandse Zaken a.i., F. Korthals Altes S-BB Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 1 1
2 Schets van een herzien overlegstelsel bij de overheid 1. Inhoudelijk a. Met betrekking tot regelingen waaraan individuele personeelsleden rechten kunnen ontlenen alsmede werkgelegenheidsmaatregelen die beslag leggen op de financiële ruimte voor de arbeidsvoorwaarden is voor invoering of wijziging daarvan altijd overeenstemming met een meerderheid van de organisaties van overheidspersoneel noodzakelijk. In dit voorschrift komt de kern van het gelijkwaardiger overleg tot uitdrukking. Indien over deze maatregelen en regelingen - ook na eventuele inschakeling van Advies- en Arbitragecommissie - geen overeenstemming wordt bereikt blijven zij ongewijzigd. b. Ook over andere, al of niet in regelingen neer te leggen, beleidsvoornemens van de overheid met personele/werkgelegenheidsconsequenties moet evenals momenteel het geval is overleg worden gevoerd. Overeenstemming moet daarbij worden nagestreefd maar is als ontstaansvereiste voor het realiseren van dat beleid niet noodzakelijk. (In het hiernavolgende wordt met wijzigingen in arbeidsvoorwaarden gedoeld op die rechtspositiewijzigingen waarover overeenstemming bereikt moet worden). c. Voorafgaande aan de vaststelling van de ontwerpbegrotingen in het kabinet vindt vooroverleg plaats met de vertegenwoordigers van de overheidswerkgevers waaronder de overkoepelende organisaties van de lagere overheden zoals bij voorbeeld het College voor arbeidszaken van de VNG (verzameld in een werkgeversverband, bij voorbeeld een Raad voor het Overheidspersoneelsbeleid) alsmede met de centrales, ter zake van de gewenste wijzigingen van de arbeidsvoorwaarden voor het komende begrotingsjaar. Op de derde dinsdag van september stuurt de Minister van Binnenlandse Zaken op basis van het in 3b genoemde overleg een brief aan de centrales waarin een pakket aan wijzigingsvoorstellen wordt aangeboden, dat past binnen de totale ruimte die het kabinet voor wijziging van de arbeidsvoorwaarden in de overheidssector beschikbaar stelt. In de brief wordt aangegeven welke maatregelen worden voorgesteld voor respectievelijk het centrale overleg en het decentrale overleg. Alle maatregelen zijn voorzien van een kostenberekening, zodat inzicht bestaat in de kosten van het totale pakket. d. Over verschuivingen binnen het pakket (centraal/decentraal) en over het centrale deel van het pakket als zodanig wordt - binnen de totale kosten van het voorgestelde pakket - eerst op centraal niveau met de centrales onderhandeld. Vervolgens kan binnen datzelfde totaal op decentraal niveau worden onderhandeld over het decentrale deel van dat pakket. 2. Coördinatie a. Voor een beperkt aantal onderwerpen wordt geregeld dat daarover alleen op centraal niveau onderhandeld kan worden. Het gaat daarbij in elk geval om maatregelen met betrekking tot hoofdelementen van het primaire inkomen, aanspraak op pensioenen en de hoofdlijnen met betrekking tot de uitkeringen in het kader van de sociale zekerheid (zoals aanspraken bij ziekte, blijvende arbeidsongeschiktheid, werkloosheid en ouderdom). Daarnaast wordt op centraal niveau ook onderhandeld over de omvang van werkgelegenheidsmaatregelen. Een met de centrales over deze onderwerpen overeengekomen aanpassing van de arbeidsvoorwaarden bindt alle overheidswerkgevers, inclusief de lagere overheden. Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 1 2
3 Het voorstel aan de centrales over deze onderwerpen wordt door het kabinet vastgesteld na overleg met de vertegenwoordigers van de andere overheidswerkgevers. b. Over alle andere arbeidsvoorwaarden wordt in beginsel op decentraal niveau onderhandeld. Ook op dit niveau zal overeenstemming met de bonden moeten worden bereikt over wijzigingen van de arbeidsvoorwaarden. De overheidswerkgevers kunnen evenwel besluiten dat ook over dergelijke onderwerpen een voorstel voor de centrale onderhandelingen wordt gedaan. Een dergelijk voorstel is alleen bindend voor de werkgevers die hiermee hebben ingestemd. c. De onderhandelingen op centraal niveau met de centrales vinden plaats onder voorzitterschap van de Minister van Binnenlandse Zaken. d. Bij de voorbereiding van de onderhandelingen en de bepaling en wijziging van standpunten worden de andere overheidswerkgevers betrokken. e. De decentrale onderhandelingen vinden plaats in sectorraden voor bijzondere groepen (bij voorbeeld burgerlijk rijkspersoneel, defensie, onderwijs, politie), welke worden voorgezeten door of namens de verantwoordelijke ministers. Het overleg dat met de centrales op het niveau van de lagere overheden wordt gevoerd wordt gelijkgesteld met het overleg in een sectorraad. f. De coördinatie van het decentrale overleg vindt plaats in een werkgeversverband. Deze coördinatie beperkt zich tot een toetsing op hoofdlijnen. 3. De centrale onderhandelingen a. Nadat het kabinet heeft kennis genomen van het resultaat dat het vooroverleg heeft opgeleverd (zie punt 1 c), bepaalt het op voorstel van de Minister van Binnenlandse Zaken tijdens de voorbereiding van de miljoenennota de ruimte welke voor de ontwikkeling van de arbeidsvoorwaarden in het begrotingsjaar beschikbaar is. Daarbij spelen factoren ten behoeve van de berekening van de ruimte een rol, zoals de ontwikkelingen in de marktsector, de budgettaire ruimte en de gewenste verbeteringen in de arbeidsvoorwaarden collectieve sector (zoals dat ook in het kader van de WAGGS gebeurt). b. Vervolgens wordt een pakket maatregelen samengesteld. Voor zover het betreft de in punt 2 onder a vermelde onderwerpen bepaalt het kabinet op voorstel van de Minister van Binnenlandse Zaken en na overleg met de andere overheidswerkgevers het voorstel. Voor zover het andere onderwerpen betreft bepalen de verschillende overheidswerkgevers het voorstel (zie ook punt 2 onder b). De voorstellen voor het decentrale overleg kunnen in eerste instantie nog globaal van aard zijn. Per voorgestelde maatregel wordt aangegeven of dat een voorstel is voor het centrale overleg of voor het decentrale overleg en wat de kosten van de maatregel zijn. c. Alhoewel de centrale de ruimte voor de arbeidsvoorwaardenontwikkeling uit de miljoenennota en uit de brief die zij op de derde dinsdag van september ontvangen, kunnen afleiden, wordt de totale ruimte niet als zelfstandig onderwerp van overleg aan de centrales aangeboden. De onderhandelingen worden gevoerd op basis van het in genoemde brief aan te bieden pakket arbeidsvoorwaarden. Onderhandeld wordt over de wenselijkheid c.q. uitwisselbaarheid van de diverse voorgestelde maatregelen zowel qua inhoud als qua onderhandelingsniveau. De onderhandelingen kunnen direct na de derde dinsdag van september een aanvang nemen. d. Indien op het centrale niveau geen akkoord wordt bereikt blijven de met betrekking tot de in punt 2.a genoemde onderwerpen vigerende rechtspositieregelingen - en dus met name ook de geldende salarisschaalbedragen - van kracht. Tweede Kamer, vergaderjaar , 20402, nr. 1 3
4 e. Nadat de onderhandelingen op centraal niveau zijn afgerond, wordt over de aanwending van de resterende ruimte op decentraal niveau verder onderhandeld. Deze onderhandelingen kunnen geen betrekking hebben op de in punt 2.a genoemde onderwerpen. Toelichting op de schets 1. Inhoudelijk De huidige overlegverplichting houdt in dat over aangelegenheden van algemeen belang voor de rechtstoestand van ambtenaren (met inbegrip van de algemene regels volgens welke het personeelsbeleid wordt gevoerd) niet beslist mag worden alvorens overleg is gevoerd met de centrales van overheidspersoneel. Gestreefd dient te worden naar overeenstemming, doch een vereiste is dat niet. Ook wanneer geen overeenstemming wordt bereikt, kunnen wijzigingen in de arbeidsvoorwaarden worden aangebracht (zowel verbeteringen als verslechteringen). En wel op basis van de financiële ruimte die het kabinet daarvoor ter beschikking stelt. Een expliciete ruimtevaststelling maakt echter geen deel uit van het huidige overlegstelsel bij de overheid. In de overheidssector komt aan de centrales van overheidspersoneel in het huidige overlegstelsel geen instemmingsrecht toe; noch voor wat betreft de inhoud van de arbeidsvoorwaarden, noch voor wat betreft de vaststelling van de daarvoor beschikbare ruimte. Reeds geruime tijd, en met name sinds het trendbeleid is losgelaten, wordt dit door de centrales van overheidspersoneel als onbevredigend ervaren. Ook achtereenvolgende kabinetten hebben het huidige overlegstelsel als onbevredigend ervaren en verklaard te willen werken aan een meer gelijkwaardig overlegstelsel. In de schets wordt een hernieuwd overlegstelsel voorgesteld dat aansluit bij de situatie van de overheid als werkgever. Kern van dit hernieuwde overlegstelsel is dat voor wijziging c.q. invoering van regelingen waaraan individuele personeelsleden rechten kunnen ontlenen alsmede voor werkgelegenheidsmaatregelen die beslag leggen op de ruimte een ontstaansvereiste is dat daarover overeenstemming is bereikt met een meerderheid van de organisaties van overheidspersoneel. Dit betekent dat over bijv. een wijziging van primaire inkomensbestanddelen, de pensioenrechten en een verkorting van de werkweek overeenstemming moet worden bereikt. Over andere beleidsvoornemens met consequenties voor het personeel (bij voorbeeld reorganisaties) moet - evenals thans - overleg worden gevoerd, doch dit overleg behoeft niet tot overeenstemming te leiden. Wel kunnen de overlegpartners over deze laatste onderwerpen afspraken maken. Wanneer over die onderwerpen waarover overeenstemming moet worden bereikt, ook na eventuele inschakeling van de Advies- en Arbitragecommissie geen overeenstemming wordt bereikt, blijven die arbeidsvoorwaarden ongewijzigd. Alleen op die manier ligt er de noodzaak voor de overlegpartners om tot overeenstemming te komen. Het verplicht partners in het overleg tot een uiterste inspanning om tot overeenstemming te komen. In dit systeem past het niet indien partners nog een uitweg hebben om langs andere weg hun doel te bereiken zonder instemming van de andere partij. De noodzaak om tot overeenstemming te komen zou bij voorbeeld niet bestaan indien na verloop van enige tijd de verplichting zou bestaan geschillen voor bindende arbitrage voor te leggen. Bovendien lijkt het onjuist de beslissingsbevoegdheid over arbeidsvoorwaarden bij andere dan de overlegpartners te leggen. Deze opstelling betekent wel dat er nog spelregels moeten worden uitgewerkt ten aanzien van de vraag wat er moet of kan gebeuren met het voor de maatregelen waarover geen overeenstemming wordt bereikt, gereserveerde bedrag. Tweede Kamer, vergaderjaar , 20402, nr. 1 4
5 Ook voor de overgangsproblemen bij invoering van de voorgestane herziening van het overlegstelsel moeten nog oplossingen worden gevonden. Immers in het verleden zijn rechtspositieregelingen gewijzigd zonder dat de werkingsduur ervan een essentiële rol heeft gespeeld met het oog op de noodzaak van instemming van centrales. Dit was gelet op het vigerende systeem ook niet of nauwelijks noodzakelijk. Met name met betrekking tot de VUT-wet en de Inhoudingswet dient de werkingsduur nog aparte aandacht te krijgen. Ook in de toekomst zal de werkingsduur van diverse rechtspositieregelingen een veel belangrijker punt van overweging en van onderhandeling moeten zijn. 2. Coördinatie Naar aanleiding van het regeerakkoord («centrale afspraken dienen ruimte te laten voor verschillen in invulling per deelsector»), alsmede het streven om bevoegdheden te decentraliseren waar dit mogelijk en wenselijk is, is de coördinatie van het arbeidsvoorwaardenoverleg bezien. De vraagstelling is daarbij geweest welke arbeidsvoorwaarden in beginsel niet op het decentrale niveau aan de orde kunnen komen en derhalve moeten worden voorbehouden aan het centrale niveau. De decentrale onderhandelingen vinden plaats in sectorraden voor bijzondere groepen met een zelfstandige rechtspositie (bij voorbeeld burgerlijk rijkspersoneel, defensie, onderwijs, politie), welke worden voorgezeten door of namens de verantwoordelijke ministers. Om te grote verschillen in de arbeidsvoorwaarden van de diverse categorieën overheidspersoneel te voorkomen en vooral ook om beheersmatige redenen, zouden een aantal (onderdelen van) arbeidsvoorwaarden aan het centrale niveau moeten worden voorbehouden. Er dient een evenwicht te worden gevonden tussen de wenselijkheid van zo groot mogelijke decentralisatie en de noodzakelijke c.q. wenselijke eenheid van rechtspositie. Over de vraag waar dit evenwicht dient te liggen kan in de tijd verschillend worden gedacht. Momenteel wordt voorgesteld de volgende elementen te reserveren voor de onderhandelingen op centraal niveau: maatregelen met betrekking tot hoofdelementen van het primaire inkomen, pensioenen en hoofdlijnen van de sociale zekerheid alsmede de omvang van werkgelegenheidsmaatregelen. Onder hoofdelementen van primaire inkomen worden begrepen het pensioenbijdrageverhaal, inhoudingen op het salaris en de schaalsalarissen, maar bij voorbeeld niet toelagen op het schaalsalaris en (andere) secundaire arbeidsvoorwaarden. Deze opstelling ten aanzien van de primaire financiële arbeidsvoorwaarden is gebaseerd op de volgende redenen. De beheersing van de financiële ruimte zal bij het overlaten ervan aan het decentrale overleg nooit zodanig kunnen zijn dat (vooral bij de lagere overheden, die met name over mogelijkheden beschikken om de beschikbaar gestelde ruimte te vergroten) loonsverhogingen kunnen worden voorkomen. Hierdoor ontstaat het risico van uitstralingseffecten naar het loon bij de verschillende overheidswerkgevers en naar de sociale uitkeringen in het algemeen, onderlinge concurrentie, haasje over spelen en dergelijke; kortom: geen beheersing. Voorts pleit ook de samenhang tussen postactief en actief inkomen er voor om de hoofdelementen van het actieve inkomen evenals het postactieve inkomen aan het centrale overleg voor te behouden. Het lijkt dan ook wenselijk eerst ervaring op te doen met de decentralisatie zoals in de schets is opgenomen, alvorens een standpunt wordt bepaald over decentralisatie van het overleg over de primaire financiële arbeidsvoorwaarden. Het is de bedoeling te komen tot een groeimodel, waarin (nadat voldoende ervaring is opgedaan met een beperkte reikwijdte van decentralisatie) geleidelijk meer onderwerpen worden overgelaten aan het decentrale overleg. Voorstellen met betrekking tot de centrale onderwerpen worden vastgesteld door het kabinet. Over onderwerpen welke niet expliciet aan het centrale niveau zijn voorbehouden kan op decentraal niveau worden Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 1 5
6 onderhandeld. De decentrale overheidswerkgevers kunnen uiteraard in hun werkgevers «vereniging» besluiten meer onderwerpen in het centrale niveau aan de orde te stellen dan aan het centrale overleg is voorbehouden. Door middel van een werkgeversverband worden de werkgevers frequent betrokken bij de arbeidsvoorwaardenonderhandelingen op centraal niveau en worden de onderhandelingen op decentraal niveau op elkaar afgestemd. Inhoudelijk wordt aan deze samenwerking op de volgende wijze gestalte gegeven. Met het oog op de begrotingsbesprekingen in het kabinet vindt overleg plaats met de vertegenwoordigers van de overheidswerkgevers ter zake van de gewenste wijzigingen van de arbeidsvoorwaarden voor het komende begrotingsjaar. Hierbij wordt ernaar gestreefd tot een gezamenlijke basisopstelling te komen. De uitkomsten van dit overleg - en eveneens de uitkomsten van het overleg met de centrales - zullen het kabinet mede tot richtsnoer dienen bij de vaststelling van de budgettaire ruimte en het voorstel tot de invulling ervan. Voor zover het op decentraal niveau te wijzigen arbeidsvoorwaarden betreft wordt tevens bezien of met de overheidswerkgevers afspraken te maken zijn over onderwerpen welke zij gezamenlijk in de centrale onderhandelingen willen inbrengen. Op de derde dinsdag van september wordt een brief aan de centrale gezonden waarin de bonden een pakket arbeidsvoorwaarden wordt aangeboden, waarbij een onderscheid wordt gemaakt tussen onderwerpen waarover op centraal niveau onderhandeld moet worden en onderwerpen waarover de werkgevers op centraal dan wel decentraal niveau wensen te onderhandelen. Voor zover het verplicht op centraal niveau te onderhandelen arbeidsvoorwaarden betreft blijft het kabinet de verantwoordelijke instantie. Gedurende de onderhandelingen wordt contact gehouden met het werkgeversverband als zijnde de werkgevers «achterban». Door vaker tijdens de onderhandelingen ten behoeve van ruggespraak te schorsen worden de overheidswerkgevers nauwer bij het overleg betrokken. Voorts vindt coördinatie plaats in het werkgeversverband bij de technische uitwerking van het akkoord met de bonden alsmede ter zake van de decentrale onderhandelingen. In het voorgaande is gesproken over de gang van zaken bij de jaarlijkse begrotingsvoorbereiding. Daarbij wordt vaak voortgebouwd op een meerjarig regeerakkoord. Ervan uitgaande dat bij de opstelling van een regeerakkoord niet een vooroverleg plaatsvindt zoals bij de jaarlijkse begrotingsopstelling, is het in een nieuw stelsel wenselijk dat in het regeerakkoord terughoudendheid wordt betracht met betrekking tot de arbeidsvoorwaarden van het overheidspersoneel. Aparte aandacht vraagt de positie van de lagere overheden in het overleg. Door deze organen is herhaaldelijk de klacht geuit dat hoewel zij inhoudelijk - ondanks hun autonome positie - in grote mate gebonden zijn aan hetgeen op centraal niveau wordt geregeld, zij in een zeer laat stadium bij het overleg worden betrokken. Ofschoon met name de onderlinge verhoudingen en de werkwijze tussen de verschillende overheidswerkgevers nog nadere uitwerking behoeft, kan al wel het volgende worden opgemerkt. De lagere overheidswerkgevers kunnen in een herzien overlegstelsel op een lijn worden gesteld met de overige overheidswerkgevers. De door hen zelf gecreëerde overlegorganen (overkoepelend, zoals die waarin met het College voor arbeidszaken van de VNG wordt overlegd) kunnen dan als sectorraden worden aangemerkt. Waar enerzijds geregeld kan worden dat de lagere overheden formeel gebonden zijn aan overeenkomsten met de centrales over onderwerpen welke aan het centrale niveau voorbehouden zijn, zullen zij anderzijds een reële invloed op het arbeidsvoorwaardenoverleg moeten krijgen. Zoals gezegd vindt coördinatie van het decentrale overleg plaats in het werkgeversverband. De mogelijkheid van differentiatie alsmede het Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 1 6
7 streven naar decentralisatie brengen mee dat voor onderscheiden groepen overheidspersoneel in verdergaande mate afwijkende arbeidsvoorwaarden ontstaan dan nu reeds het geval is en dat de coördinatie geen verdergaand karakter mag krijgen dan van sturing op hoofdlijnen. Daarbij dient te worden bedacht dat enerzijds de eenheid van het kabinetsbeleid op grond van het reglement van orde voor de Ministerraad en anderzijds de politieke verantwoordelijkheid van de betrokken bestuur ders alsmede de solidariteit tussen de diverse overheidswerkgevers een rem op buitensporigheden zal zijn. Een punt van nadere aandacht en van nadere uitwerking met betrekking tot de lagere overheden is ook nog het toezicht op de uitkomsten van het decentrale overleg. 3. De centrale onderhandelingen Uitgaande van het regeerakkoord waarin een «trend» als ongewenst wordt beschouwd is de vraag hoe wordt bepaald waarover onderhandeld wordt. Voorgesteld wordt te onderhandelen over een pakket arbeidsvoorwaarden, waarbij is aangegeven wat de afzonderlijke maatregelen kosten. Onderhandelen over een pakket arbeidsvoorwaarden is een voordeel ten opzichte van de huidige situatie waarin door de discussie over de ruimte niet meer aan een discussie over de invulling van de ruimte wordt toegekomen. Evenals in de marktsector staat het pakket voorop. Door een pakket maatregelen aan te bieden, worden de (beperkte) onderhandelingsmogelijkheden zoveel mogelijk benut. De inhoud van het voorstel wordt als volgt bepaald. Met betrekking tot wijzigingen van hoofdelementen van het primaire inkomen, pensioenen en de hoofdlijnen van de sociale zekerheid alsmede de omvang van werkgelegenheidsmaatregelen worden maatregelen voorgesteld door het kabinet. Daaraan gaat overleg met de andere overheidswerkgevers vooraf. Over deze onderwerpen kan alleen op centraal niveau onderhandeld worden. Over andere onderwerpen worden voorstellen gedaan door de verschillende overheidswerkgevers. Zijn zij het daarover eens dan kan ook over deze onderwerpen op centraal niveau onderhandeld worden. Is dat niet het geval of wordt op centraal niveau geen overeenstemming bereikt dan kunnen over die onderwerpen de onderhandelingen op het decentrale niveau plaatsvinden. De onderhandelingen op het decentrale niveau kunnen eerst tot concrete resultaten leiden nadat de onderhandelingen op centraal niveau zijn afgerond en bekend is welk deel van de ruimte resteert voor decentrale onderhandelingen. Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 1 7
Advies- en Arbitragecommissie Rijksdienst
Advies- en Arbitragecommissie Rijksdienst AAN: De Voorzitter van de overlegvergadering met de Universitaire Commissie voor Georganiseerd Overleg De Gezamenlijke Vakorganisaties Universiteit van Amsterdam
Nadere informatieRaad voor het Overheidspersoneelsbeleid. Overeenkomst inzake de Raad voor het Overheidspersoneelsbeleid
Raad voor het Overheidspersoneelsbeleid Overeenkomst inzake de Raad voor het Overheidspersoneelsbeleid Versie geldig vanaf 01 februari 2003 De minister van Binnenlandse Zaken, de minister van Onderwijs,
Nadere informatieAdvies- en Arbitragecommissie Rijksdienst
Advies- en Arbitragecommissie Rijksdienst AAN: De Centrales van Overheidspersoneel toegelaten tot de Centrale Commissie voor Georganiseerd Overleg in Ambtenarenzaken De voorzitter van het overleg met de
Nadere informatieStaatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1997 31 Besluit van 13 januari 1997, houdende regeling van het overleg met centrales van overheidspersoneel en sectorwerkgevers verenigd in de Raad
Nadere informatieAdvies- en Arbitragecommissie Rijksdienst
Advies- en Arbitragecommissie Rijksdienst AAN: De Centrales van Overheidspersoneel, toegelaten tot het Sectoroverleg Rijkspersoneel De Voorzitter van het Sectoroverleg Rijkspersoneel Bijlagen 1 AAC/92.064
Nadere informatieAdvies- en Arbitragecommissie Rijksdienst
Aan: De politievakorganisaties vertegenwoordigd in de Commissie voor georganiseerd overleg in politie-ambtenarenzaken. De voorzitter van de Commissie voor georganiseerd overleg in politieambtenarenzaken
Nadere informatievast te stellen de navolgende Verordening Georganiseerd Overleg Hefpunt
Verordening Georganiseerd Overleg Hefpunt Het algemeen bestuur van de gemeenschappelijke regeling Hefpunt, overwegende dat: - het in het kader van de Sectorale Arbeidsvoorwaardenregeling Waterschapspersoneel
Nadere informatieAdvies en Arbitragecommissie Rijksdienst
Advies en Arbitragecommissie Rijksdienst AAN: De voorzitter van het overleg met de Bijzondere Commissie Burgerpersoneel Defensie (BCBPDEF); De centrales van overheidspersoneel toegelaten tot de BCBPDEF.
Nadere informatieAdvies- en Arbitragecommissie Rijksdienst
Advies- en Arbitragecommissie Rijksdienst Aan: De samenwerkende Centrales van Overheidspersoneel vertegenwoordigd in de Sectorcommissie Onderwijs en Wetenschappen De voorzitter van de Sectorcommissie Onderwijs
Nadere informatie12 Overleg met organisaties van overheidspersoneel. Algemene bepalingen
12 Overleg met organisaties van overheidspersoneel Algemene bepalingen Artikel 12:1 1 Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt verstaan onder: a de commissie: de in artikel 12:2 bedoelde commissie voor
Nadere informatieDeel 2: basisregelingen
Deel 2: basisregelingen Inhoudsopgave 1. Overlegregeling 2. Regeling Tijd- en Plaatsonafhankelijk Werken Landelijk Arbeidsvoorwaardenoverleg Waterschappen 2013 1 Overlegregeling Overlegregeling Artikel
Nadere informatieOverlegverordening van het hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard.
Overlegverordening van het hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard. De verenigde vergadering van het hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard; op voordracht van de dijkgraaf en
Nadere informatieOverlegverordening commissie voor Georganiseerd Overleg gemeente Haren
GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Haren. Nr. 125599 22 december 2015 Overlegverordening commissie voor Georganiseerd Overleg gemeente Haren 2015 Burgemeester en wethouders van de gemeente Haren,
Nadere informatieAdvies- en Arbitragecommissie Rijksdienst
Advies- en Arbitragecommissie Rijksdienst AAN: De Vakorganisaties, toegelaten tot het overleg met de Commissie voor Georganiseerd Overleg in Politieambtenarenzaken De Voorzitter van het overleg met de
Nadere informatieHoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Het Algemeen Bestuur van de Omgevingsdienst Groningen; gelet op het bepaalde in hoofdstuk 12 van de CAR-UWO; B E S L U I T : vast te stellen de Overlegregeling commissie voor Georganiseerd Overleg Hoofdstuk
Nadere informatieAan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a 2513 AA s-gravenhage
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a 2513 AA s-gravenhage Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Telefoon
Nadere informatieAdvies van de Raad van Opdrachtgevers uit de vergadering 9 maart 2015: akkoord
Agendapunt 'oor de vergadering van het algemeen bestuur RUD-Drenthe Vergadering van 30 maart 2015 Datum: 18 februari 2015 Opsteller: R.G.J. Derksen (1 Johan Vogelaar, directeur RUD Drenthe Openbaar ja
Nadere informatieAdvies- en Arbitragecommissie Rijksdienst
Advies- en Arbitragecommissie Rijksdienst AAN: De staatssecretaris van Defensie, J. van Houwelingen. De belangenverenigingen van militairen toegelaten tot het Centraal Georganiseerd Overleg Militairen.
Nadere informatieStaatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1996 303 Besluit van 30 mei 1996, houdende wijziging van het koninklijk besluit van 25 juni 1993, houdende vaststelling van regelen, bedoeld in de
Nadere informatieAdvies- en Arbitragecommissie Rijksdienst
Advies- en Arbitragecommissie Rijksdienst Aan: De vakorganisaties ABVA/KABO en CFO Dienstleiding Belastingdienst Bijlagen: 1. hoorverslag AAC/00.00102 22 september 2000 2. arbitrageverzoek AAC.71 Onderwerp:
Nadere informatieRegeling Bijzonder Georganiseerd Overleg Clustervorming Brandweer Veluwe Noord
Regeling Bijzonder Georganiseerd Overleg Clustervorming Brandweer Veluwe Noord De colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Elburg, Hattem, Heerde en Oldebroek; Gezien de intentie van de
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2000 2001 27 832 Wijziging van de Wet privatisering ABP in verband met de wijziging van de aanwijzingsvoorwaarden voor deelneming in het ABP Nr. 3 Het advies
Nadere informatieSTATENVOORDRACHT. Haarlem,.. augustus Onderwerp:Wet op de Ondernemingsraden. Bijlagen : 2. 1.Inleiding
STATENVOORDRACHT Haarlem,.. augustus 1996 Onderwerp:Wet op de Ondernemingsraden Bijlagen : 2 1.Inleiding De Wet op de ondernemingsraden (WOR) is op 5 mei 1995 van kracht geworden voor de overheid. Er is
Nadere informatieBrief aan de leden T.a.v. het college en de raad. 6 oktober 2017 U Lbr. 17/056 (070)
Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad Datum 6 oktober 2017 Ons kenmerk TAZ/U201700669 Lbr. 17/056 Telefoon (070) 373 8839 Bijlage(n) - Onderwerp Statutenwijziging inzake vaststelling arbeidsvoorwaarden
Nadere informatieCollege voor geschillen medezeggenschap defensie
ADVIES Dossiernr: Advies van het College voor geschillen medezeggenschap defensie aan de Bevelhebber der Zeestrijdkrachten naar aanleiding van een verzoek om advies inzake een tussen: de Commandant Maritieme
Nadere informatieEerste Kamer der Staten-Generaal
Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 1996 1997 Nr. 110c 25 062 Wijziging van de inkomensgrens ziekenfondsverzekering voor AOW-gerechtigden BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN
Nadere informatieNr.97773/33 Middelburg, 11 maart Aan de Provinciale Staten van Zeeland
Wijziging rechtspositieregelingen Commissie: algemeen bestuur Nr. POI-389 Vergadering 18 april 1997 Agenda nr........... Gedeputeerde met de verdediging belast: D.J.P. Bruinooge Nr.97773/33 Middelburg,
Nadere informatieBijlage behorende bij Eilandsverordering vaststelling diverse ontwerp-landsverordeningen land Curaçao (A.B. 2010 no. 87)
Bijlage behorende bij Eilandsverordering vaststelling diverse ontwerp-landsverordeningen land Curaçao (A.B. 2010 no. 87) ---------------------------------------------------------------- LANDSVERORDENING
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Zitting 1979-1980 15 637 Casinospelen Nr. 2 Het vroegere stuk is gedrukt in de zitting 1978-1979 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN Aan de heer Voorzitter
Nadere informatie1 dat op 5 mei 1995 in werking is getreden de Wet houdende regeling van de medezeggenschap van het overheidspersoneel (Staatsblad 1995, 231);
Convenant afstemming en afbakening taken en bevoegdheden medezeggenschap (de vijf sectorale Ondernemingsraden en de Groepsondernemingsraad) en georganiseerd overleg (de commissie voor Georganiseerd Overleg)
Nadere informatieEerste Kamer der Staten-Generaal
Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 1996 1997 Nr. 120b 24 441 Aanpassing van een aantal wetten in verband met de privatisering van het Algemeen burgerlijk pensioenfonds (Aanpassingswet privatisering
Nadere informatie: Tijdelijke regels aanscherping Wet werk en bijstand
Nummer : 10-13.2011 Onderwerp : Tijdelijke regels aanscherping Wet werk en bijstand Korte inhoud : Voorgesteld wordt om, middels tijdelijke regels, de noodzakelijke aanpassingen aan het gemeentelijk beleid
Nadere informatieStaatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1995 378 Besluit van 1 augustus 1995 tot wijziging van het Besluit rechtspositie rechterlijke ambtenaren (aanvulling invaliditeitspensioen bij door
Nadere informatieRaadsvoorstel. Voorstel Samenvatting:
Raadsvoorstel Aan de raad van de gemeente Roosendaal Voorstel Samenvatting: Wij stellen u voor: 1 De arbeidsvoorwaardenregeling van de gemeente Roosendaal, laatstelijk gewijzigd d.d. 12 maart 2013 en alle
Nadere informatieDe adviesaanvraag van de centrales en het standpunt van het VSO zijn aan dit advies gehecht.
Aan: De Samenwerkende Centrales van Overheidspersoneel (SCO) vertegenwoordigd in de Raad voor het Overheidspersoneelsbeleid (ROP) Het Verbond Sectorwerkgevers Overheid (VSO) div bijlage(n) AAC/04.00052
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1986-1987 15317 Jeugdwelzijnsbeleid Nr. 163 BRIEF VAN DE MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN CULTUUR Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Nadere informatieStaatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2013 460 Besluit van 6 november 2013, houdende intrekking van diverse besluiten in verband met volledige decentralisatie van de arbeidsvoorwaarden
Nadere informatieMedezeggenschapsstatuut (vastgesteld door CvB d.d. 11-12-2013, na verkregen instemming GMR d.d. 6-12-2013)
Medezeggenschapsstatuut (vastgesteld door CvB d.d. 11-12-2013, na verkregen instemming GMR d.d. 6-12-2013) Inhoudsopgave Preambule Hoofdstuk 1: Algemene bepalingen 1. Begripsbepalingen 2. Aard en werkingsduur
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 27 073 Wet houdende een nieuwe regeling voor verplichte deelneming in een bedrijfstakpensioenfonds (Wet verplichte deelneming in een bedrijfstakpensioenfonds
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Zitting 1980-1981 Rijksbegroting voor het jaar 1981 16 400 Hoofdstuk XII Departement van Verkeer en Waterstaat Nr. 60 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1995 1996 24 813 De gevolgen van de privatisering van het ABP voor de pensioenen en uitkeringen van het personeel van de Koninklijke Hofhouding (Wet gevolgen
Nadere informatieMedezeggenschapsstatuut van de Samenwerkingsstichting voor Voortgezet Onderwijs Uden te Uden 2011
1 Diro Besproken 2010-2011 MR Instemming 20-06-2011 Bestuur Vastgesteld 21-06-2011 Medezeggenschapsstatuut van de Samenwerkingsstichting voor Voortgezet Onderwijs Uden te Uden 2011 2 Inhoud Preambule 3
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1995 1996 24 632 Wijziging van de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers (de maatstaf voor de duur van het recht op uitkering en enige andere onderwerpen)
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1986-1987 Herziening van het stelsel van sociale zekerheid BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Aan de Voorzitter van de Tweede
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1984-1985 18 867 Wijziging van de Tijdelijke Wet Arbeidsvoorwaarden collectieve sector MEMORIE VAN TOELICHTING 1. Karakter van de wijziging De voorziening
Nadere informatieDatum Antwoorden op schriftelijke vragen naar aanleiding van het stopzetten van de uitbesteding van de cateringdiensten bij Defensie
> Retouradres Postbus 20701 2500 ES Den Haag de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Plein 2 2511 CR Den Haag Ministerie van Defensie Plein 4 MPC 58 B Postbus 20701 2500 ES Den Haag www.defensie.nl
Nadere informatieArbeidsvoorwaarden De OR als (goed) alternatief voor de vakbond?
Arbeidsvoorwaarden De OR als (goed) alternatief voor de vakbond? mr. J.L. (Janka) Sintemaartensdijk 13 december 2018 1 2 Arbeidsvoorwaarden Primair, secundair of tertiair?? 3 1 Partijen Werkgevers Werknemers
Nadere informatieStatuut medezeggenschap bestuur met meerdere scholen in het primair onderwijs
Statuut medezeggenschap bestuur met meerdere scholen in het primair onderwijs Medezeggenschapsstatuut van De Vereniging tot het verstrekken van Basisonderwijs op Gereformeerde Grondslag te Scherpenzeel.
Nadere informatieECWGO/U201600450 Lbr. 16/014 CvA/Loga 16/06
Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad informatiecentrum tel. (070) 373 8393 uw kenmerk bijlage(n) 1 betreft Aandachtspunten i.v.m. invoering nieuw hoofdstuk 3 CAR ons kenmerk ECWGO/U201600450
Nadere informatieOfficiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.
STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 82 6 mei 2009 Besluit van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 29 april 2009, nr. IVV/I/2009/9524, tot
Nadere informatieAdvies en Arbitragecommissie Rijksdienst
Advies en Arbitragecommissie Rijksdienst AAN: De personeelsvertegenwoordiging toegelaten tot het Overlegorgaan Personele Aangelegenheden Katholieke Universiteit Nijmegen; Het College van Bestuur Katholieke
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 29 544 Arbeidsmarkbeleid Nr. 339 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Nadere informatieStatuut medezeggenschap bestuur met diverse scholen in het Primair Onderwijs
September 2011 Statuut medezeggenschap bestuur met diverse scholen in het Primair Onderwijs Medezeggenschapsstatuut van de Stichting ROOS te Rijssen Preambule Het Bestuur van de Stichting ROOS en de gemeenschappelijke
Nadere informatieVoorstel aan college van Burgemeester en Wethouders
Openbaar Registratienummer: 229134 Portefeuillehouder: De heer P. de Koning Datum voorstel: 5 oktober 2016 Afdeling: BV P&O agendapunt 2 Niet openbaar, want ook toelichten in paragraaf communicatie Onderwerp/Titel:
Nadere informatieszw0001021 De analyse van Deloitte & Touche Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 4 december 2001
szw0001021 Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 4 december 2001 De SER heeft in zijn advies van 19 mei 2000 Onvolledige AOW-opbouw aandacht gevraagd voor het inkomensprobleem
Nadere informatieBrief aan de leden T.a.v. het college en de raad. 18 augustus ECWGO/U Lbr: 17/046 CvA/LOGA 17/08 (070)
Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad College voor Arbeidszaken Datum 18 augustus 2017 Ons kenmerk ECWGO/U201700540 Lbr: 17/046 CvA/LOGA 17/08 Telefoon (070) 373 8393 Bijlage(n) - Onderwerp
Nadere informatieREGLEMENT GEZAMENLIJKE VERGADERING VAN DE ONDERNEMINGSRAAD EN DE STUDENTENRAAD VAN DE TECHNISCHE UNIVERSITEIT DELFT
REGLEMENT GEZAMENLIJKE VERGADERING VAN DE ONDERNEMINGSRAAD EN DE STUDENTENRAAD VAN DE TECHNISCHE UNIVERSITEIT DELFT HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1.1 Begripsbepalingen In dit reglement wordt
Nadere informatieStaatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2012 215 Besluit van 26 april 2012, houdende wijziging van het Algemeen Rijksambtenarenreglement, het Ambtenarenreglement Staten-Generaal en het Reglement
Nadere informatieOnderhandelaarsakkoord. CAO sector onderwijs (PO)
Onderhandelaarsakkoord CAO sector onderwijs (PO) 2007-2009 De ACOP, de CCOOP, het AC en de CMHF enerzijds en de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap anderzijds, verder te noemen partijen maken
Nadere informatieSOCIAAL PLAN regelende de plaatsing van ambtenaren van gemeente Haarlem en Provincie Noord-Holland bij de Milieudienst IJmond.
C O N C E P T SOCIAAL PLAN regelende de plaatsing van ambtenaren van gemeente Haarlem en Provincie Noord-Holland bij de Milieudienst IJmond. De overgang van provinciale en gemeentelijke milieutaken naar
Nadere informatieStaatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1998 662 Besluit van 19 november 1998, houdende de vaststelling van enkele rechtspositionele bepalingen ten aanzien van ambtenaren in de Rijksdienst
Nadere informatieraad Verordening vergoeding voorzitter SER 2012
raad Verordening vergoeding voorzitter SER 2012 Verordening van de Sociaal-Economische Raad van l 5 juni 2012, houdende regelen voor de vergoeding van zijn voorzitter (Verordening vergoeding voorzitter
Nadere informatieAan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten- Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG
> Retouradres Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten- Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG www.rijksoverheid.nl www.facebook.com/minbzk www.twitter.com/minbzk Uw kenmerk Betreft Beantwoording
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 33 763 Toekomst van de krijgsmacht Nr. 27 BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag,
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 330 Wijziging van de Wet op de loonbelasting 1964 en van enige andere wetten (Wet aanvullend overgangsrecht fiscale behandeling pensioen) Nr.
Nadere informatieAdvies van de Raad voor het Overheidspersoneelsbeleid inzake de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen
Advies van de Raad voor het Overheidspersoneelsbeleid inzake de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen Advies nummer 23 's-gravenhage, 17 maart 2000 1 Advies van de Raad voor het Overheidspersoneelsbeleid
Nadere informatieVastelling Regeling Bijzonder Georganiseerd Overleg (BGO) Shared Service Center Zuid-Limburg
GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Sittard-Geleen. Nr. 7033 16 januari 2017 Vastelling Regeling Bijzonder Georganiseerd Overleg (BGO) Shared Service Center Zuid-Limburg De colleges van burgemeester
Nadere informatieAdvies- en Arbitragecommissie Rijksdienst
Advies- en Arbitragecommissie Rijksdienst AAN: De Gezamelijke Vakorganisaties toegelaten tot de Universitaire Commissie voor Georganiseerd Overleg (UCGO) van de Universiteit van Amsterdam De Voorzitter
Nadere informatieAdvies- en Arbitragecommissie Rijksdienst
Advies- en Arbitragecommissie Rijksdienst AAN: De korpsbeheerder van het Regionaal Politiekorps Gelderland-Midden De politievakorganisaties deel uitmakend van de Regionale Commissie voor Georganiseerd
Nadere informatiePensioenovereenkomst (inclusief pensioenovereenkomst voor beroepsmilitairen)
Pensioenovereenkomst (inclusief pensioenovereenkomst voor beroepsmilitairen) De overheidswerkgevers verenigd in de Stichting Verbond Sectorwerkgevers Overheid (VSO), te weten de werkgevers van het personeel
Nadere informatieECCVA/U200800303 Lbr. 08/028 CvA/LOGA 08/09
Brief aan de leden T.a.v. het college informatiecentrum tel. (070) 373 8021 betreft Uitwerking CAO Gemeenten 2007-2009 uw kenmerk ons kenmerk ECCVA/U200800303 Lbr. 08/028 CvA/LOGA 08/09 bijlage(n) 1 datum
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 34 321 Wijziging van de Wet privatisering ABP in verband met enkele technische wijzigingen, een mogelijkheid om voor het nettopensioen af te wijken
Nadere informatieAan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag
> Retouradres Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Directie Constitutionele Zaken en Wetgeving Afdeling Wetgeving Staatsinrichting en Bestuur Turfmarkt
Nadere informatieDe vertrouwelijke documenten en andere vertrouwelijke informatie Wij hebben de volgende opgelegde verplichtingen tot geheimhouding geïnventariseerd.
23 maart 2010 Corr.nr. 2010-18580, ABJ Nummer 8 / 2010 Zaaknr. 241801 Voordracht van Gedeputeerde Staten aan Provinciale Staten van Groningen tot onder meer opheffing van eerder opgelegde verplichtingen
Nadere informatieIntegriteitscode. Integriteitscode van de Stichting voor PC Voortgezet Onderwijs in de Noordoostpolder e.o
Integriteitscode Het college van bestuur van Stichting voor PC Voortgezet Onderwijs in de Noordoostpolder e.o. besluit gelet op richtlijn 9 van de Code Goed Onderwijsbestuur VO d.d. 4 juni 2015 tot vaststelling
Nadere informatie2 1 JAN 2015. CLnr. AFD. Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad. Vereniging van Nederlandse Gemeenten /BW/RAAD
2 1 JAN 2015 CLnr. AFD. Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad /BW/RAAD Vereniging van Nederlandse Gemeenten informatiecentrum tel. uwkenmerk bijlage(n) (070) 373 8020 betreft onskenmerk datum
Nadere informatieOnderwerp Instellen BGO ten behoeve van onderbrengen brandweer bij VRGZ
Collegevoorstel Openbaar Onderwerp Instellen BGO ten behoeve van onderbrengen brandweer bij VRGZ Programma / Programmanummer Bestuur & Middelen / 1042 Portefeuillehouder H. Kunst Samenvatting In een samenwerkingstraject
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1986-1987 19 582 Het toeristisch en recreatief onderwijs Nr. 2 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ONDERWIJS EN WETENSCHAPPEN Aan de Voorzitter van de Tweede
Nadere informatieOfficiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Gelet op artikel 54a, vierde lid, van het Besluit algemene rechtspositie politie;
STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 22401 30 juli 2015 Regeling vergoeding beroepsziekten politie De Minister van Veiligheid en Justitie, Gelet op artikel
Nadere informatieMEDEZEGGENSCHAPSSTATUUT VAN DE VERENIGING TOT STICHTING EN INSTANDHOUDING VAN SCHOLEN MET DE BIJBEL TE OVERWOUD BIJ LUNTEREN
MEDEZEGGENSCHAPSSTATUUT VAN DE VERENIGING TOT STICHTING EN INSTANDHOUDING VAN SCHOLEN MET DE BIJBEL TE OVERWOUD BIJ LUNTEREN Preambule Het bestuur van de bovengenoemde vereniging heeft overlegd met de
Nadere informatieReorganisatieprocedure in een notendop
Reorganisatieprocedure in een notendop Typen reorganisaties Geen reorganisatie (type 1 en 2), voorbeelden: Kleine wijzigingen in de organisaties, zoals een individuele aanpassing van de functieomvang.
Nadere informatieMedezeggenschapsstatuut van de Stichting Openbaar Onderwijs a/d Amstel
Openbaar Onderwijs aan de Amstel Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad van de Stichting Openbaar Onderwijs a/d Amstel Stichting Openbaar Onderwijs a/d Amstel 1 van de Stichting openbaar basisonderwijs
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1986-1987 19064 Bedrijfsovername in de land- en tuinbouw Nr. 6 BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW EN VISSERIJ Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Nadere informatiede Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Plein CR Den Haag
Postbus 20701 2500 ES Den Haag Telefoon (070) 318 81 88 Fax (070) 318 78 88 Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Plein 2 2511 CR Den Haag Afschrift aan de Voorzitter van de Eerste
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 28 333 WAO-stelsel Nr. 76 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELE- GENHEID Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Nadere informatieECWGO/U Lbr. 16/014 CvA/Loga 16/06
Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad informatiecentrum tel. (070) 373 8393 uw kenmerk bijlage(n) 1 betreft Aandachtspunten i.v.m. invoering nieuw hoofdstuk 3 CAR ons kenmerk ECWGO/U201600450
Nadere informatieP r o v i n c i e F l e v o l a n d
Aan: Provinciale Staten Onderwerp: Werkgeversaspecten dualisering provinciebestuur. Statenvergadering: 2 oktober 2003 Agendapunt: 12 1. Wij stellen u voor: a. de thans geldende Collectieve arbeidsvoorwaarden
Nadere informatieRolnummer 5855. Arrest nr. 178/2014 van 4 december 2014 A R R E S T
Rolnummer 5855 Arrest nr. 178/2014 van 4 december 2014 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag over artikel 13, tweede lid, van de wet van 3 juli 1967 betreffende preventie van of de schadevergoeding
Nadere informatieAgenda commissie. Aan de leden van de commissie Algemene Bestuurlijke Aangelegenheden van de gemeente S t r i j e n. Geachte commissieleden,
Agenda commissie Aan de leden van de commissie Algemene Bestuurlijke Aangelegenheden van de gemeente S t r i j e n Kenmerk : MB/ Onderwerp : Agenda vergadering Strijen, 26 augustus 2010 Geachte commissieleden,
Nadere informatieRapport. Datum: 28 juli 2000 Rapportnummer: 2000/257
Rapport Datum: 28 juli 2000 Rapportnummer: 2000/257 2 Klacht Op 3 november 1999 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van de heer O. te 's-hertogenbosch, met een klacht over een gedraging van
Nadere informatieWet normalisering rechtspositie ambtenaren
Wet normalisering rechtspositie ambtenaren Naam Citeertitel Wet normalisering rechtspositie ambtenaren Wet normalisering rechtspositie ambtenaren Kamerstuk 32550 Datum indiening 03-11-2010 April 2017 Pagina
Nadere informatieAan de commissie: Inwonerszaken Datum vergadering: 23 juni 2004 Agendapunt : 5. Aan de Raad. Made, 29 juni 2004
Aan de commissie: Inwonerszaken Datum vergadering: 23 juni 2004 Agendapunt : 5 Aan de Raad Made, 29 juni 2004 Onderwerp Begrotingskader GROGZ 2005 Voorstel Financiële gevolgen Het begrotingskader GROGZ
Nadere informatieRUD UTRECHT 2.0. Regeling Bijzonder Georganiseerd Overleg vorming Regionale Uitvoeringsdienst Utrecht 2.0 (RUD Utrecht 2.0)
Regeling Bijzonder Georganiseerd Overleg vorming Regionale Uitvoeringsdienst Utrecht 2.0 (RUD Utrecht 2.0) De colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Houten, Lopik, Nieuwegein, Utrecht,
Nadere informatieNOTA. nota voor burgemeester en wethouders. datum: 14 juni 2012 registratienummer: B/
NOTA dienst: Dienst Bestuur datum: 14 juni 2012 registratienummer: B/1207640 afdelingsnaam: steller: paraaf chef: kopie aan: onderwerp: DB/P&O mevr. M. Dekker Technische aanpassingen ARH Logacirculaires
Nadere informatie34000 VII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) voor het jaar 2015
34000 VII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) voor het jaar 2015 31490 Vernieuwing van de rijksdienst Nr. 55 Brief van de minister
Nadere informatieInleiding 1/7. Advies- en Arbitragecommissie Rijksdienst. Aan: 1 bijlage(n) AAC.88 zaaknummer 19 december 2008 datum. Onderwerp:
Aan: De Voorzitter van de Sectorcommissie Overleg Rijkspersoneel De heer J. Uijlenbroek d.t.v. mevrouw drs. T.I. van Galen, secretaris SOR Postbus 556 2501 CN s- GRAVENHAGE i 1 bijlage(n) AAC.88 zaaknummer
Nadere informatieEerste Kamer der Staten-Generaal
Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2013 2014 33 818 Wijziging van verschillende wetten in verband met de hervorming van het ontslagrecht, wijziging van de rechtspositie van flexwerkers en
Nadere informatieNieuwsbrief van het Expertisecentrum Pensioenrecht van de Vrije Universiteit Amsterdam ter ondersteuning van de Leergang Pensioenrecht.
Nieuwsbrief van het Expertisecentrum Pensioenrecht van de Vrije Universiteit Amsterdam ter ondersteuning van de Leergang Pensioenrecht. Editie 2013/9 Kamervragen Instemmingsrecht Ondernemingsraad bij PPI
Nadere informatieAGENDAPUNTNUMMER 15 REGISTRATIENUMMER VOORSTEL D&H DATUM BEHANDELING IN D&H 22! 2007
DATUM VERGADERING 28jljni2007 BULAGE(N) l AGENDAPUNTNUMMER 15 REGISTRATIENUMMER VOORSTEL D&H DATUM BEHANDELING IN D&H 22! 2007 B0701137 AAN DE VERENIGDE VERGADERING waterschap Hollandse Delta VERORDENING
Nadere informatiede Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Plein 2 2511 CR Den Haag Wetgeving voor veteranen
Postbus 20701 2500 ES Den Haag Telefoon (070) 318 81 88 Fax (070) 318 78 88 Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Plein 2 2511 CR Den Haag Datum Ons kenmerk Onderwerp Wetgeving voor
Nadere informatie