Commissie van Advies bezwaren functiewaardering Politie

Transcriptie

1 Functie : Groepschef Verkeershandhavingsteam (VHT) Schaal ingedeeld : schaal 8 gevraagd : schaal 9 Dossier: Uitspraak: 2013 Bijzonderheden Argumenten van het bevoegd gezag en de ambtenaar Samengevat komen de argumenten van het bevoegd gezag en de ambtenaar op het volgende neer. Het bevoegd gezag deelt bij brief 2013 aan bezwaarde het besluit functiewaardering mee naar aanleiding van een verzoek tot functieonderhoud dat uiteindelijk heeft geleid tot de functie van Groepschef Verkeershandhavingsteam (VHT). Het bevoegd gezag neemt daarbij de motivering van de heroverwegingscommissie (HOC) over. De HOC stelt onder andere vast dat bij de waardering van functies de in de vastgestelde functie-beschrijving opgenomen taken doorslaggevend zijn. De waardering hangt dus niet af van de gebruikte terminologie, bijvoorbeeld groepschef of senior. De HOC heeft de vastgestelde functie Groepschef VHT vergeleken met de referentiefuncties Medewerker Verkeerstechniek, schaal 8 (reeks Bijzondere Taken) en Medewerker Basispolitiezorg B (schaal 8) en Groepschef A (schaal 8) uit de reeks Algemene Politiezorg en komt vervolgens tot de volgende conclusies die door het bevoegd gezag worden onderschreven: Bij de functie Groepschef VHT gaat het in essentie om een operationeel leidinggevende functie binnen de verkeershandhaving. Het zwaartepunt in de functie ligt op de dagelijkse leiding over een groep medewerkers, het vertalen van het regionale verkeershandhavingsplan in projecten en werkplannen, de verantwoordelijkheid voor de planning, coördinatie en voortgangsbewaking van de werkzaamheden, de introductie en begeleiding van medewerkers, het houden van ontwikkelings-en beoordelingsgesprekken, en de verantwoordelijkheid voor de tijdigheid, kwaliteit en beleidsmatige wijzigingen van de administratieve afhandeling door de centrale verwerkingseenheid. Bijkomende (overige) taken zijn alle voorkomende werkzaamheden in het kader van de specifieke taakstelling op het vakgebied en het optreden als hulpofficier van justitie; Vergelijking met referentiefunctie Medewerker Verkeerstechniek. In beide functies is sprake van taken op het gebied van verkeer en coördinerende taken. In de referentiefunctie Medewerker Verkeerstechniek is het niveaubepalende element het adviseren aan de chef of aan overheidsinstanties over verkeersmaatregelen. Bij de functie van betrokkene ligt het

2 zwaartepunt op verkeershandhaving. De HOC acht het daarom juist dat voor de waardering niet is gekozen voor vergelijking met genoemde referentiefunctie; Vergelijking met referentiefunctie Medewerker Basispolitiezorg B. Taken: verkeerstaken, coördinatie van werkzaamheden in groepsverband en een mentorpositie binnen de groep. De HOC meent dat de referentiefunctie Medewerker Basispolitiezorg B minder aansluit bij de functiebeschrijving van betrokkene gelet op het leidinggevende karakter van diens functie, dat verder reikt dan het uitsluitend coördineren van acties in groepsverband, het begeleiden van medewerkers en het fungeren als hun vraagbaak. Bovendien heeft betrokkene als bijkomende taak het optreden als hulpofficier van justitie en deze taak komt niet voor in de referentiefunctie Medewerker Basispolitiezorg B; Vergelijking met referentiefunctie Groepschef A. Taken: dagelijkse leiding over een groep medewerkers, de zorg voor de planning, coördinatie en voortgangsbewaking van de werkzaamheden, het introduceren en begeleiden van medewerkers en het houden van functioneringsgesprekken. De HOC meent dat het juist is dat de referentiefunctie Groepschef A is gekozen voor de waardering van de functie van betrokkene, omdat bij beide functies sprake is van dagelijkse leiding over een groep medewerkers, de zorg voor de planning, coördinatie en voortgangsbewaking van de werkzaamheden, het introduceren en begeleiden van medewerkers en het houden van functioneringsgesprekken. Bovendien is in beide functies sprake van het optreden als hulpofficier van justitie. De referentiefunctie Groepschef A acht de HOC een zwaardere functie dan betrokkenes functie voor wat betreft het leidinggeven, aangezien bij de referentiefunctie namelijk ook sprake is van taken die in betrokkenes functie niet voorkomen, zoals het leidinggeven aan de uitvoering op locatie, het beslissen over het inzetten van interne en externe instanties, de zorg voor het materieel en het geven van leiding aan 10 medewerkers basispolitiezorg die een breder taakveld hebben dan de medewerkers van het verkeershandhavingsteam. De HOC meent echter dat betrokkene aan een grotere groep medewerkers leiding geeft en ook verantwoordelijk is voor de afhandeling door de centrale verwerkingseenheid. Het niveaubepalende element, de voortgangsverantwoordelijkheid voor de werkzaamheden van een groep is zowel in de referentiefunctie als in de functiebeschrijving van een gelijk niveau. Daarnaast is de HOC van mening dat in de referentiefunctie sprake is van de bijkomende (overige) taak van het optreden als hulpofficier van justitie, zij het met een beperkte taakstelling. De HOC concludeert dat de referentiefunctie Groepschef A in het geval van betrokkene terecht als de meest toepasselijke referentiefunctie is aangemerkt en terecht is gewaardeerd conform schaal 8; Ten aanzien van het verweer van betrokkene dat de waardering op schaal 8 onverenigbaar is met zijn bevoegdheden als hulpofficier van justitie, aangezien functionarissen met een schaal 8 slechts bij hoge uitzondering als hulpofficier van justitie kunnen optreden en in zijn geval ook geen sprake is van een beperkte taakstelling, oordeelt de HOC als volgt. Gebleken is dat betrokkene zijn bevoegdheid om als hulpofficier van justitie op te treden ontleent aan zijn vroegere functie(s) waarin hij tot inspecteur en schaal 9 is bevorderd. Niet is gebleken dat betrokkene zijn bevoegdheid om op te treden als hulpofficier van justitie (zonder beperkte taakstelling) zal verliezen. Betrokkene behoudt volgens de HOC los van de

3 plaatsing op de functie Groepschef VHT zijn rang van inspecteur en schaal 9, en beschikt over een geldig certificaat. Overigens merkt de HOC op dat het optreden als hulpofficier van justitie niet leidend kan zijn bij de waardering van de functie. Blijkens de vastgestelde functiebeschrijving van betrokkene gaat het om een bijkomende taak en niet om een substantieel deel van de functie. Het optreden als hulpofficier van justitie is ook geen functie-eis. De HOC concludeert dan ook dat waardering van de functie van betrokkene in schaal 8 er niet aan in de weg staat dat hij optreedt als hulpofficier van justitie zonder beperkte taakstelling; Tenslotte merkt de HOC op dat de door betrokkene overgelegde functiebeschrijving van Groepschef VHT in Gooi en Vechtstreek en de functiebeschrijving van Teamchef B van het LFNP-materiaal, niet bij de waardering van de functie van betrokkene kunnen worden betrokken, aangezien bij functiewaardering op basis van het geldende systeem alleen de eigen vastgestelde functiebeschrijving aan de bestaande referentiefuncties getoetst wordt. Tegen dit besluit is bij brief 2013 bezwaar aangetekend. Dit bezwaar bevat de volgende gronden: 1. Bezwaarde stelt dat de functiebeschrijving chef VHT weliswaar de lading dekt van de functie die hij uitoefent, doch dat de werkzaamheden die hij uitoefent veel meer zijn dan in de omschrijving zijn opgesomd. Bezwaarde verwijst o.a. werkzaamheden die zijn omschreven in de functie van Teamchef A, het direct aansturen van een collectief van medewerkers, het optreden als plaatsvervanger van de chef VHT en het fungeren als medewerker in SGBO verband; 2. Voorts stelt bezwaarde dat de functie van HOVJ, welke functie onderdeel uitmaakt van zijn functiebeschrijving, niet verenigbaar is met salarisschaal 8. Daarbij verwijst bezwaarde naar de regeling hulpofficieren van justitie 2008, art. 1 onder a ( De ambtenaar van politie is hulpofficier van Justitie indien hij benoemd is in schaal 9 of hoger ). Bezwaarde wijst er weliswaar op dat ingevolge art. 4 van genoemde regeling ook de ambtenaar die is benoemd in schaal 8 door het College van procureurs-generaal kan zijn aangewezen als HOVJ, doch zo n besluit is hem niet bekend; 3. Bezwaarde stelt dat het bevoegd gezag ten onrechte heeft aangenomen dat de functie Groepschef VHT op een aantal onderdelen minder zwaar is dan de referentiefunctie Groepschef A. Met name is bezwaarde van mening dat tot zijn functie behoren de volgende werkzaamheden: leidinggeven aan de uitvoering op locatie; beslissen over het inzetten van interne en externe instanties en de zorg voor het materieel. Daarnaast is ten onrechte de leiding aan een 20-tal medewerkers minder ingeschat dan de aansturing van een 10-tal medewerkers die in de basispolitiezorg aan het werk zijn. Voorts verwijst bezwaarde naar werkzaamheden die de medewerkers van het VHT uitvoeren die toebehoren aan collega s in de basis politiezorg en naar de inzet van het team om te assisteren bij recherchezaken. Bezwaarde merkt op dat hij leiding geeft aan medewerkers die niet een volledige politieopleiding hebben genoten. Dit vergt een hoge mate van persoonlijke aanpak waardoor sprake is van een functieverzwaring. Tenslotte meent bezwaarde dat zijn functie vergeleken moet worden met die van een

4 groepschef/operationeel coördinator binnen een basiseenheid. Deze functies hebben eveneens in zich de eindverantwoordelijkheid over de operationele aansturing. Overwegingen van de Bezwarencommissie 1. Voor de CABF staat de inhoud van de functie Groepschef Verkeershandhavingsteam (VHT) vast, zoals dat na het functieonderhoud is vastgesteld. Tegen deze functie is door bezwaarde geen bezwaar gemaakt. Dit impliceert dat werkzaamheden zoals door bezwaarde aangevoerd die geen onderdeel uitmaken van de vastgestelde functiebeschrijving, bij de waardering buiten beschouwing blijven; 2. De CABF heeft vastgesteld dat bezwaarde zijn bevoegdheid om als HOvJ, zonder beperkte taakstelling, op te treden ontleent aan zijn vroegere functie(s) waarin hij tot inspecteur en schaal 9 is bevorderd. Het optreden als HOvJ, al dan niet zonder beperkte taakstelling, is evenwel van beperkte omvang, derhalve niet leidend bij de waardering van de functie van bezwaarde en impliceert geenszins dat de functie van bezwaarde op schaal 9 dient te worden gewaardeerd. Derhalve staat de waardering van de functie Groepschef Verkeershandhavingsteam (VHT) los van het optreden als HOvJ; 3. Uitgangspunt voor de waardering is dat de functie Groepschef Verkeershandhavingsteam (VHT) vergeleken wordt met de meest vergelijkbare functiereeks(en) en de qua zwaarte meest vergelijkbare functies. De wegingscriteria voor de waardering bestaan vervolgens uit de niveaubepalende elementen van de referentiefunctie. Als in de vastgestelde functiebeschrijving het zwaartepunt ligt op werkzaamheden die overeenkomen met de niveaubepalende elementen van een bepaalde referentiefunctie, is deze referentiefunctie van toepassing. Indien de te waarderen functie niet voldoet aan de niveaubepalende elementen, vindt waardering plaats op het lagere niveau. 4. De CABF heeft geconstateerd dat het in de kern van de functie Groepschef VHT gaat om een operationeel leidinggevende functie binnen de verkeershandhaving. Het zwaartepunt in de functie ligt op de dagelijkse leiding over een groep medewerkers, het vertalen van het regionale verkeershandhavingsplan in projecten en werkplannen, de verantwoordelijkheid voor de planning, coördinatie en voortgangsbewaking van de werkzaamheden, de introductie en begeleiding van medewerkers, het houden van ontwikkelings- en beoordelingsgesprekken, en de verantwoordelijkheid voor de tijdigheid, kwaliteit en beleidsmatige wijzigingen van de administratieve afhandeling door de centrale verwerkingseenheid. Bijkomende (overige) taken zijn alle voorkomende werkzaamheden in het kader van de specifieke taakstelling op het vakgebied en het optreden als hulpofficier van justitie. Daaruit concludeert de CABF dat de functie Groepschef Verkeershandhavingsteam (VHT) vergeleken dient te worden met de reeks Algemene Politiezorg. Binnen die reeks komen de volgende functies het meest voor vergelijking in aanmerking: Groepschef Politieassistenten (schaal 7), Groepschef Verkeerssurveillance (schaal 8), Groepschef A (schaal 8) en Groepschef B (schaal 9). De CABF heeft de functies van Groepschef Politieassistenten, Groepschef Verkeerssurveillance en Groepschef A in hun gezamenlijkheid bezien en heeft daarbij het volgende vastgesteld:

5 Functie-inhoud: genoemde referentiefuncties hebben vrijwel dezelfde functie-inhoud voor wat betreft de aspecten (operationele) leiding c.q. leidinggeven (dagelijkse leiding over een groep politieassistenten c.q. medewerkers) en personeelszorg en administratie. Het aantal medewerkers waaraan leiding wordt gegeven varieert (Groepschef Politieassistenten: circa 10; Groepschef Verkeerssurveillance: circa 5; Groepschef A: circa 10), evenals het niveau en de inschaling van de medewerkers waaraan leiding wordt gegeven (politieassistenten c.q. medewerkers), de aard van hun activiteiten en de daarmee samenhangende breedte van de taken en bevoegdheden van de functie; Niveaubepalende elementen: het niveaubepalende element van genoemde referentiefuncties betreft de voortgangsverantwoordelijkheid voor de werkzaamheden van de groep (politieassistenten c.q. verkeerssurveillanten c.q. medewerkers basispolitiezorg). Bij vergelijking van de functie Groepschef VHT met genoemde referentiefuncties op de aspecten functie-inhoud en niveaubepalende elementen constateert de CABF dat de functie Groepschef VHT breder is dan die van Groepschef Politieassistenten. Met name de grootte van de groep (circa 20 in vergelijking met circa 10), de taken en verantwoordelijkheden (bijvoorbeeld: het vertalen van het regionale verkeershandhavingsplan in projecten en werkplannen; de verantwoordelijkheid voor de doorlooptijd, kwaliteit, beleidsmatige wijzigingen van de administratieve afhandeling door de centrale verwerkingseenheid) en het optreden als hulpofficier van justitie en het voeren van overleg met de officier van justitie maken de functie breder en zwaarder dan die van Groepschef Politieassistenten. De CABF constateert dat de referentiefuncties Groepschef Verkeerssurveillance en Groepschef A het meest overeenkomen met de functie van Groepschef Verkeershandhavingsteam (VHT) gelet op de breedte van de taken, de daaruit voortvloeiende contacten, de verantwoordelijkheden en het niveau van de medewerkers waaraan leiding wordt gegeven. Bij vergelijking met de referentiefunctie Groepschef Verkeersurveillance is o.a. sprake van de volgende overeenkomsten: verkeerstaken; onderhouden van (externe) contacten bij grootschalige verkeersacties en begeleidingen; optreden als commandant bij grootschalige acties of optredens. Bij vergelijking met de referentiefunctie Groepschef A is o.a. sprake van de volgende wat betreft breedte en zwaarte overeenkomstige taken en verantwoordelijkheden: het verrichten van alle voorkomende werkzaamheden in het kader van de specifieke taakstelling (i.c. ten aanzien van verkeerstoezicht, verkeershandhaving en opsporing; Groepschef A: opbouwen van contacten in het verzorgingsgebied/wijk, advisering met trekking tot initiatieven, vergunningen, klachten en problemen, contactfunctionaris politie naar probleemgroepen in de wijk). Daarnaast treedt ook de Groepschef A op als hulpofficier van justitie (met beperkte taakstelling). 5. In vergelijking met de Groepschef B acht de CABF de taken en bevoegdheden van de Groepschef Verkeershandhavingsteam (VHT) evenwel smaller, reden waarom de CABF niet toekomt aan waardering van deze functie op het niveau van de Groepschef B. In het bijzonder kent de referentiefunctie Groepschef B de volgende taken en verantwoordelijkheden die ontbreken bij de Groepschef VHT: advisering unit-/sectorleiding over werkplan,

6 verdeling capaciteit; meer beheersmatige verantwoordelijkheden. Advies CABF De Bezwarenadviescommissie stelt dat bezwaarde ontvankelijk is. De CABF is van mening dat het bezwaar ongegrond is, aangezien uit vergelijking van de relevante referentiefuncties blijkt dat niet wordt voldaan aan de kern van met name de referentiefunctie Groepschef B, doch dat de zwaarte van de functie in overwegende mate overeenkomt met die van de functies van Groepschef Verkeerssurveillance en Groepschef A in hun gezamenlijkheid. Daardoor heeft naar het oordeel van de CABF het bevoegd gezag de functie van bezwaarde terecht ingedeeld in schaal 8 en wordt het bezwaar niet gegrond geacht. Den Commissie van Advies Bezwaren Functiewaardering Politie