Ap:VAN VEELZIJDIGE NAAR PASKLARE KRIJGSMACHT INTERVIEW MART DE KRUIF COLUMN: FOCUS ON THE ELECTORAL COLLEGE TOEKOMST VAN EUROPESE DEFENSIE

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Ap:VAN VEELZIJDIGE NAAR PASKLARE KRIJGSMACHT INTERVIEW MART DE KRUIF COLUMN: FOCUS ON THE ELECTORAL COLLEGE TOEKOMST VAN EUROPESE DEFENSIE"

Transcriptie

1 Ap:VAN VEELZIJDIGE NAAR PASKLARE KRIJGSMACHT INTERVIEW MART DE KRUIF COLUMN: FOCUS ON THE ELECTORAL COLLEGE TOEKOMST VAN EUROPESE DEFENSIE

2 INHOUDSOPGAVE 3 Redactioneel 4 Opinie Van veelzijdig naar pasklaar De toekomst van de Nederlandse krijgsmacht Kees Homan en Dick Zandee 10 Interview Militairen hebben geen nationale grenzen meer Een interview met Mart de Kruif Maarten Katsman 15 Column Focus on the Electoral College Matt A. Mayer 16 Opinie From the halls of Justus Lipsius to the shores of Tripoli De toekomst van de Europese Defensie Sven Biscop 20 Beschouwing Sarkozy en de erkenning van de Libische oppositie In de schaduw van De Gaulles erkenning van de Volksrepubliek China Gerben Stormbroek 25 Reactie Stagnatie en achteruitgang Beeldvorming rond de Westelijke Balkan Hans van den Berg 27 Atlantisch Nieuwsoverzicht COLOFON Atlantisch perspectief: Nummer: 1 / 2012 Jaargang 36 tijdschrift voor internationale betrekkingen en veiligheidspolitiek Atlantisch Perspectief is een genmaj marns b.d. Kees Homan bij het bureau van de Atlantische uitgave van de Stichting Joris Janssen Lok Commissie. Atlantische Commissie prof. dr. Ruud Janssens ingeschreven bij de Kamer van prof. dr. Wim Klinkert Vormgeving Koophandel Haaglanden onder Hans van Leeuwe Arthur Meyer; M/vG ontwerpers nummer Atlantisch Perspectief verschijnt 8x per jaar Bureau & Redactie Bezuidenhoutseweg 237A-239A 2594 AM Den Haag prof. dr. Marianne van Leeuwen Rik van der Linden Anselm van der Peet dr. Sebastian Reyn Auke Venema Internationale Adviesraad dr. Hans Binnendijk Opmaak & Druk De Swart, Den Haag ISSN-nr.: Artikelen uit Atlantisch Perspectief mogen alleen worden overgenomen Een vrachtvliegtuig dropt voorraden. Volgens Kees Homan en Dick Zandee (zie pag. 4) moet de Nederlandse krijgsmacht specialiseren: veelzijdig inzetbaar is financieel niet meer mogelijk. Wel moet er geïnvesteerd worden in transportcapaciteit, die nodig is voor elke soort operaties die de krijgsmacht wel kan blijven doen (foto: U.S. Airforce/Adrian Cadiz) telefoon: dr. Ann-Sofie Dahl na schriftelijke toestemming van fax: Marten van Heuven de redactie. redactie@atlcom.nl prof. dr. Jan Willem Honig internet: prof. dr. Margarita Mathiopoulos De redactie van Atlantisch prof. dr. Alexander Moens Perspectief is het niet noodzakelij- Eindredacteur dr. Henning Riecke kerwijs eens met de strekking van Maarten Katsman Stanley Sloan de artikelen in het tijdschrift. Losse en voorgaande nummers Adviesraad Abonnementen van Atlantisch Perspectief zijn dr. Bram Boxhoorn voorzitter Niklaas Hoekstra senior redacteur Een abonnement kost 27,50 per jaar. Studenten en scholen betalen 22,-. Opgave schriftelijk of elektronisch te verkrijgen bij de Atlantische Commissie. Advertentietarieven zijn te bevragen bij de redactie. VEELZIJDIGE NAAR PASKLARE KRIJGSMACHT Ap:VAN INTERVIEW MART DE KRUIF COLUMN: FOCUS ON THE ELECTORAL COLLEGE TOEKOMST VAN EUROPESE DEFENSIE

3 Ap: 2012nr1 Redactioneel 3 De Pacific President Op 5 januari maakte Barack Obama bekend dat de VS de komende jaren flink gaan bezuinigen op Defensie en hun strijdkrachten gaan inkrimpen. Met name de landmacht zal moeten inleveren en dit heeft tot gevolg dat er in de praktijk wordt afgeweken van het idee dat de VS twee grote grondoorlogen tegelijkertijd moeten kunnen voeren, ook al wordt dat nog niet openlijk toegegeven. Wel worden de special forces uitgebreid en krijgen zij een grotere rol. De leaner and meaner -krijgsmacht moet op terroristen kunnen jagen, terwijl de hoge kosten van grootschalige troepeninzet beperkt kunnen worden in deze tijden van financiële en economische crisis. Tegelijkertijd verschuift het blikveld van de Amerikanen: Obama wil de eerste Pacific President worden en hij investeert meer in de relaties met Aziatische partners, inclusief Australië, ten koste van Europa. Zo wordt de aanwezigheid (training) van Amerikaanse mariniers in Australië uitgebreid tot man. Dat verschaft de Amerikanen eventueel ook een betere toegang tot de Zuid-Chinese Zee, een gebied waar verschillende landen claims op leggen. Tegelijkertijd heeft de gedeeltelijke terugtrekking van Amerikaanse troepen uit Europa serieuze strategische gevolgen: deze troepen konden snel worden ingezet wanneer er conflicten uitbraken in Oost-Europa, het Midden-Oosten en Noord-Afrika. Hoewel deze verschuiving een logisch gevolg is van de veranderende verhoudingen in de wereld, zijn er wel wat zaken om in het achterhoofd te houden. Er bestaat niet zoiets als een Aziatische NAVO, waardoor de waarde van de betrekkingen met Aziatische landen voor de Amerikanen een stuk lager is dan die van de Atlantische gemeenschap. De NAVO kan, ondanks alle huidige politieke en financiële beperkingen, binnen een kort tijdsbestek snel in actie komen via de geïntegreerde militaire structuur. De acties in Libië hebben dat weer bewezen. belangen, en om partners waarmee die belangen het best gediend worden. Dat ligt iets gecompliceerder: onderzoek van TNS/NIPO (zie toont aan dat de steun voor de NAVO in Nederland onverminderd groot blijft. Ook in andere Europese landen is dat het geval: de Noorse minister van Defensie Espen Barth Eide haalde in een recente speech een statistiek aan waaruit blijkt dat 77 procent van de Noren de NAVO steunt, het hoogste aantal sinds Volgens het Transatlantic Trends-onderzoek van 2011 is dat cijfer in de VS 62 procent 2, hoewel hetzelfde onderzoek concludeert dat de meerderheid (51 procent) van de Amerikaanse bevolking Azië belangrijker acht dan Europa voor de nationale belangen. Uit het onderzoek bleek voorts dat 52 procent van de Europeanen de VS belangrijker vindt dan Azië (37 procent) voor de nationale belangen. Waar de belangen van beide zijdes van de Atlantische Oceaan misschien hetzelfde zijn, richt de Amerikaanse bevolking zich net als haar president meer op Azië om die belangen te kunnen verdedigen. Hierin ligt een uitdaging voor Europa als geheel en de EU-lidstaten afzonderlijk: om de economische crisis aan te grijpen om het buitenlands en defensiebeleid te transformeren. Transformatie is nu een noodzaak, en komt voort uit een positie van (economische) zwakte. Eide onderstreepte dat de klappen die Europese krijgsmachten nu te verduren hebben, ertoe kunnen leiden dat de capaciteiten voor collectieve veiligheid verminderen. In het slechtste geval leiden de bezuinigingen zelfs tot reduced security. Juist daarom blijven de trans-atlantische betrekkingen belangrijk, maar dan moet Europa wel zijn verantwoordelijkheid nemen en een volwaardige partner zijn. Maarten Katsman 17 februari 2012 De alliantie en haar mogelijkheden zijn uiteindelijk gebaseerd op een fundament dat in Azië ontbreekt: de gedeelde waarden. Hoe je het ook wendt of keert, op dat gebied blijft Europa een meer natuurlijke partner voor de Amerikanen dan Azië. Naast gedeelde waarden gaat het om gedeelde Wilt u reageren? Mail de redactie: redactie@atlcom.nl

4 4 Opinie Ap: 2012nr1 Van veelzijdig naar pasklaar De toekomst van de Nederlandse krijgsmacht Kees Homan en Dick Zandee Op de Balkan, in Afrika en in het Midden-Oosten heeft de Nederlandse krijgsmacht aangetoond te kunnen deelnemen aan een breed scala van operaties, met inzet van geweld maar ook ter ondersteuning van humanitaire hulpverlening en wederopbouw. Kortom: te land, ter zee en in de lucht draagt Nederland zijn steentje bij. De krijgsmacht is van alle markten thuis. Regering en parlement willen het zo houden: een veelzijdig inzetbare krijgsmacht. Deze beleidskeuze staat op gespannen voet met het dalende defensiebudget. Tussen ambities en financiële middelen gaapt een groot gat. Fundamentele keuzes zijn onvermijdelijk. Welke krijgsmacht kan Nederland zich in de toekomst wél veroorloven? Hoe dient deze eruit te zien: welke capaciteiten te behouden en welke op te geven? Kan nauwe samenwerking met partnerlanden helpen de pijn te verzachten? Met wie en hoe? In dit artikel geven wij aanzetten voor de beantwoording van deze vragen. Kleinere veelzijdige krijgsmacht Het regeerakkoord van 30 september 2010 meldde dat Het kabinet kiest voor een veelzijdig inzetbare krijgsmacht met het daarbij behorende ambitieniveau zoals uitgewerkt in het eindrapport Verkenningen. 1 In deze beleidsoptie ligt het zwaartepunt op de veelzijdigheid en de flexibele inzetbaarheid van de krijgsmacht. De optie kent aan de drie hoofdtaken van de krijgsmacht een evenredig belang toe. Aanleiding voor deze optie is de onzekerheid van de toekomstige veiligheidssituatie en het daaruit voortvloeiende beroep op de krijgsmacht. De praktijk bleek weerbarstiger. Minister van Defensie Hans Hillen werd niet alleen geconfronteerd met bezuinigingen maar trof bij zijn aantreden ook financiële lijken in de kast. De problemen waren veel groter dan hij aanvankelijk had gedacht. Met gevoel voor dramatiek kondigde hij dan ook met oneliners als de aarde zal trillen en de lucht zal zwart kleuren zijn op 8 april gepubliceerde Beleidsbrief aan. 2 Veelzeggende titel: Defensie na de kredietcrisis: een kleinere krijgsmacht in een onrustige wereld. Op de website van Defensie liet de minister een zin uit de Beleidsbrief plaatsen, die door de ministerraad was geschrapt: Ik hoop dat deze brief bijdraagt tot het besef dat Nederland voor zijn veiligheid onderverzekerd dreigt te raken en dat volgens de bewindsman de bezuinigingen haaks staan op de onrust Een veelzijdig in de wereld. In de Defensiekrant poneerde inzetbare de bewindsman zelfs: Ik weet zeker dat als krijgsmacht is de regeringspartijen hadden geweten hoe voor Nederland al Defensie ervoor staat, er niet een dergelijke verleden tijd zware taakstelling was opgelegd. 3 Deze uitspraak roept overigens vragen op over het belang dat politieke partijen toekennen aan defensie. CDA en VVD maakten deel uit van de vorige regering en hadden de problemen moeten onderkennen.

5 Ap: 2012nr1 5 Hoe dan ook, de Beleidsbrief leidde tot forse ingrepen in de operationele capaciteiten. Deze werden op 9 mei 2011 van kracht. De grootste ingreep betrof de opheffing van de twee resterende tankbataljons uitgerust met de Leopard 2-tank. De landmacht verliest hiermee het gevechtsvoertuig met de grootste vuurkracht. Dit gemis moet voortaan worden opgevangen door de inzet van Apachegevechtshelikopters en het CV90-pantserinfanterievoertuig. Klassiek optreden met de laagste eenheid van verbonden wapens de brigade lijkt echter niet langer mogelijk. Bij de marine gaan twee van de vier nog af te bouwen patrouillevaartuigen, een bevoorradingsschip en vier van de tien mijnenjagers in de verkoop. Door ingrijpen van de Tweede Kamer gaat de verkoop van de twee patrouillevaartuigen niet door. De Kamer besloot tevens dat vooralsnog vijf van de zeventien af te stoten Cougar- helikopters behouden blijven. Ze vullen het gat dat anders tot 2017 op het gebied van transporthelikopters zou zijn ontstaan vanwege de latere instroom van de nieuwe NH-90 helikopter. De luchtmacht stoot daarnaast een squadron F-16 s af, waardoor het aantal vliegtuigen daalt van 87 naar 68 (vier squadrons). Ook gaat één van de vier Patriot-luchtdoelbatterijen weg, zij het dat het materieel wordt aangehouden in reserve. Hillen meldt in de Beleidsbrief dan ook dat met de financiële kaders van het regeerakkoord de doelstelling van een veelzijdig inzetbare krijgsmacht met het bijbehorende ambitieniveau niet volledig kan worden waargemaakt. De gevechtskracht en het voortzettingsvermogen van de krijgsmacht nemen volgens hem onvermijdelijk af. Om in de toekomst werkelijk van een dergelijke krijgsmacht te kunnen spreken, acht de minister aanpassing van het defensiebudget nodig. Hij vindt dat deze afweging aan het volgende kabinet is, ook tegen de achtergrond van de dan geldende staat van de openbare financiën. 4 De realiteit De financieel-economische verwachtingen staan echter in schril contrast met de budgettaire vereisten voor behoud en modernisering van een veelzijdig inzetbare krijgsmacht. Met de Beleidsbrief van april 2011 is al besloten tot vermindering van de defensie-uitgaven oplopend tot twaalf procent tegen Het investeringspercentage daalt tot minder dan zestien procent van de defensiebegroting. Volgens een internationale vuistregel is een investeringspercentage van procent vereist voor een op haar taken berekende krijgsmacht. Verdere aanslagen lijken onvermijdelijk. Eind 2011 is immers economische stagnatie ingetreden. Dit vereist nieuwe bezuinigingen om de Nederlandse overheidsuitgaven binnen de Europese normen te houden. Met de strakkere Europese begrotingsregels en traag economisch herstel blijven de overheidsfinanciën ook op langere termijn onder grote druk staan. Defensie zal de dans niet ontspringen, temeer omdat het maatschappelijk altijd laag scoort op de lijst van meest belangrijke uitgaven. Ruim zestig procent van Een JSF-testtoestel wordt geëscorteerd door andere gevechtsvliegtuigen. Nieuw materieel wordt exponentieel duurder. In combinatie met dalende budgetten maakt dat het behoud van een veelzijdig inzetbare krijgsmacht tot een illusie (foto: U.S. Department of Defense/Joely Santiago)

6 6 Opinie Ap: 2012nr1 de Nederlandse bevolking keurt bezuinigingen op Defensie goed. Peilingen hebben bovendien gewezen op gebrek aan meerderheidssteun voor missies zoals in Uruzgan en Kunduz. Diametraal op een dalend budget staan sterk stijgende kosten voor operaties en nieuw materieel. De Nederlandse bijdrage aan de NAVOoperatie in Afghanistan heeft ongeveer 1,9 miljard euro gekost, een veelvoud van de oorspronkelijke ingeschatte kosten. Operaties in extreme klimatologische omstandigheden eisen hun tol: materieel slijt sneller waardoor kosten voor onderhoud stijgen en vervanging eerder nodig wordt. Specifieke omstandigheden leiden tot urgent operational requirements, een fraaie term voor noodzakelijke materieelaanschaf. De aankoop van de Australische Bushmaster-voertuigen ter bescherming van de Nederlandse troepen tegen bermbommen in Afghanistan is een voorbeeld. Ook de kosten voor transport en logistiek stijgen naarmate operatiegebieden zich steeds verder van huis bevinden. Tegelijkertijd wordt materieel exponentieel duurder. Dit geldt in het bijzonder voor complexe en hoogtechnologische wapensystemen. Voor vijf miljard gulden kocht Defensie dertig jaar geleden 202 F-16-toestellen. Omgerekend: ongeveer 11 miljoen per toestel. De aanschaf van 85 JSF-vliegtuigen is in december 2010 beraamd op 7,6 miljard of 90 miljoen per toestel. De kale stuksprijs van de JSF steeg tussen 2001 en 2011 van 37,2 naar 60,4 miljoen dollar. 5 Ongetwijfeld loopt dit bedrag de komende jaren verder op. Onderzoek in het Verenigd Koninkrijk heeft aangetoond dat de aanschafkosten van grootmaterieel stijgen met procent per decennium. 6 Dit is niet meer dan de gemiddelde inflatiestijging in Europa, maar het veronderstelt wel een jaarlijkse stijging met 2-3 procent van het investeringsdeel van het defensiebudget om gelijke tred te houden. De combinatie van dalende budgetten en permanent stijgende kosten voor materieel en operaties maakt het behoud van een veelzijdig inzetbare krijgsmacht tot een illusie. Regering en parlement zullen fundamentele keuzes moeten maken voor een Nederlandse krijgsmacht die niet langer aan alle soorten operaties kan deelnemen. Ambitieniveau en taken dienen te worden aangepast. Naar een pasklare krijgsmacht Als een veelzijdig inzetbare krijgsmacht niet meer haalbaar is, dan rijst de vraag over welke krijgsmacht Nederland in de toekomst wel dient te beschikken. Van belang is dat de Nederlandse krijgsmacht altijd in multinationaal verband optreedt door het leveren van building blocks. Nederlandse eenheden zijn multi-hatted. Ze kunnen onder verschillende internationale commandostructuren optreden, over het algemeen in het kader van de NAVO of de EU. Elke verdere aanpassing van de Nederlandse krijgsmacht vereist dan ook internationale afstemming vooraf, op zijn minst met de geografisch meest direct nabijgelegen en gelijkgezinde partners. Het gaat hierbij om België, Duitsland, Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk en de Scandinavische landen, vooral Denemarken en Noorwegen. Hybride conflicten Bij militaire operaties wordt veelal onderscheid gemaakt tussen operaties hoog en operaties laag in het geweldsspectrum. Inmiddels is op basis van ervaringen in Irak en Afghanistan in de vernieuwde Nederlandse Militaire Doctrine voor het Landoptreden het verschil tussen opbouw- en vechtmissies vervallen. 7 Op dezelfde plek, desnoods op dezelfde dag, wordt immers van een soldaat verwacht te praten, te vechten of noodhulp te verlenen. Angelsaksische landen spreken in dit verband over hybride conflicten. Hybride is een containerbegrip dat gebruikt wordt om greep te krijgen op de toenemende complexiteit van conflicten, de vele hierbij betrokken actoren en het vervagen van de traditionele conflictcategorieën. Hybride operaties vereisen dat de krijgsmacht in hetzelfde operatiegebied niet alleen tegelijkertijd counterinsurgency, counterterrorist en conventionele gevechten tot hoog in het geweldsspectrum moet kunnen voeren, maar ook humanitaire hulp moet kunnen verlenen en wederopbouwactiviteiten faciliteren. Dit laat onverlet dat de wapensystemen voor beide geweldsniveaus veelal verschillen. Hoog in het geweldsspectrum Voor wat betreft interventies hoog in het geweldsspectrum zijn het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk de belangrijkste Europese militaire actoren. De steun van de Verenigde Staten voor dit geweldsniveau is en blijft vooralsnog een vereiste. De NAVO-interventie in Libië heeft dit weer aangetoond. Gezien de positie en rol van Nederland in de wereld, en de beginselen van solidariteit en het delen van risico s, dient ons land aan het hoogste geweldsniveau te blijven bijdragen. Verwachtingen van bondgenoten en partners van Nederland en verplichtingen aangegaan in de VN, de NAVO en de EU zijn evenzeer belangrijk. Welke capaciteiten zou Nederland moeten behouden? Hiervoor is een analyse nodig van een combinatie van de belangrijkste factoren: 1. de meest belangrijke veiligheidsuitdagingen; 2. de meest pregnante geconstateerde Europese tekortkomingen; 3. de beschikbare capaciteiten van andere landen; en 4. de Nederlandse expertise, ervaring en bestaande capaciteiten. Een Nederlandse tank. Eén van de bezuinigingsmaatregelen op Defensie was het opheffen van de tankbataljons. Klassiek optreden met de laagste eenheid van verbonden wapens de brigade lijkt nu niet langer mogelijk (foto: Flickr)

7 Ap: 2012nr1 7 Opinie Hoewel uiteindelijke keuzes mede afhankelijk zullen zijn van overleg met andere landen zou zo n analyse 8 tot de volgende maatregelen kunnen leiden: der (nieuwe) gevechtsvliegtuigen (twee squadrons), mede gezien de voldoende Europese capaciteit op dit gebied 9, maar meer capaciteiten op het gebied van onbemande vliegtuigen (Unmanned Aerial Vehicles UAVs) voor waarneming boven land en zee om bij te dragen aan opheffing van de tekorten in Europa; dediging (missile defence); met de Patriotsystemen en de (aan te passen) SMART-L radars van de Luchtverdedigings- en Commandofregatten (LCF) kan Nederland kan op dit terrein een hoofdrol vervullen; gezien het toenemend gevaar van de aanwezigheid van mijnen, met name in de kustgebieden van toekomstige (land)operaties; onderzeebootbestrijding naar maritieme operaties ter ondersteuning van landoperaties; daarnaast dient er een accent te liggen op licht bewapende schepen geschikt voor bescherming van handelsschepen (anti-piraterij) en ondersteuning van civiele autoriteiten en meer logistieke ondersteuningscapaciteit; Korps Commando Troepen (KCT) van de landmacht en van de maritieme special operations forces (MarSof) van het Korps Mariniers, die zoals aangetoond een essentiële bijdrage leveren aan asymmetrische operaties; van de landmacht door het opgeven van bijdragen op het niveau van de klassieke brigade van verbonden wapens en specialisatie in Apache-gevechtshelikopters en gevechtsinfanterie. Laag in het geweldsspectrum Aan operaties laag in het geweldsspectrum nemen alle landen deel. Het betreft hier onder meer Tussen ambities en bijdragen aan stabiliteit, veiligheid en wederopbouw in post-conflict- financiële middelen situaties, Security Sector gaapt een groot gat Reform (SSR), bescherming van handelsschepen en -routes, en ondersteuning van humanitaire missies. Nederland heeft een goede reputatie op deze gebieden en daarop moet worden voortgebouwd, temeer omdat de vraag naar dergelijke bijdragen groot zal blijven. De landmacht en luchtmacht (transportvliegtuigen en -helikopters) beschikken al over toegesneden capaciteiten. De Nederlandse marine zou verder zijn aan te passen, zoals eerder vermeld. Nationale taken De toenemende verwevenheid tussen interne en externe veiligheid roept om voortzetting van de Intensivering van de Civiel-Militaire Samenwerking (ICMS). ICMS dient tevens bij te dragen aan de toenemende Europese samenwerking op dit terrein. Ze versterkt immers de comprehensive security, die steeds meer de inzet vereist van dual use (civiel-militaire) capaciteiten voor grensbewaking, opsporing van illegale immigratie, maritieme veiligheid en dergelijke. Wat betreft de capaciteiten op dit gebied moet de Nederlandse krijgsmacht: gische, radiologische, nucleaire middelen (CBRN), Counter Improvised Explosive Devices (CIED), etc.; cyber defence): gezien de grote afhankelijkheid van informatie- en communicatietechnologie (ICT) is digitale veiligheid van vitaal belang voor de krijgsmacht; naast aansluiting bij de nationale cyber security-strategie is nog meer samenwerking in NAVO- en EU-verband nodig; voor waarneming en monitoring boven land en zee, op diverse niveaus: van tactisch tot Medium Altitude Long Endurance (MALE)UAV; maritime surveillance networking (van nationaal naar civiel-militair multinationaal); rampen: nationaal maar ook multinationaal; voor het laatste is te denken aan het Belgische voorstel voor EU- of regionale capaciteiten voor First Aid and Support (FAST). Alle operaties Naast de bovengenoemde capaciteiten heeft de Nederlandse krijgsmacht voor alle soorten operaties nodig: transportcapaciteit (in het bijzonder lucht- en zeetransport; transporthelikopters inclusief heavy lift), inlichtingen en verbindingen (inclusief aansluiting bij ruimtecomponenten), precisiemunitie, air-to-air refuelling (AAR) en dergelijke. In vele gevallen beschikt de Nederlandse krijgsmacht nu al over de vereiste capaciteiten. Hier is slechts upgrading of uiteindelijk aanschaf van nieuw materieel nodig. In andere gevallen gaat het om nieuwe investeringen (MALE-UAV, mijnenbestrijding) waarvoor budgetruimte moet worden gevonden door de gevechtscapaciteiten meer pasklaar te maken zoals eerder beschreven. In nog andere gevallen (bescherming tegen CBRN, CIED, cyber defence, maritime surveillance networking) zijn kosten beperkt en kan bovendien onderzocht worden hoe dual use-bijdragen ook dual paid kunnen worden, op nationaal en Europees niveau.

8 8 Opinie Ap: 2012nr1 Meer multinationale samenwerking Nederland staat niet alleen. Nagenoeg alle Europese landen kampen met dezelfde problematiek. Defensiebudgetten dalen, zij het in de drie grootste landen met lagere percentages: Duitsland 6,5, Frankrijk vier en het Verenigd Koninkrijk acht procent. Zelfs deze landen zijn niet meer in staat alle capaciteiten zelfstandig in stand te houden. Het VK heeft afgezien van de Nimrod-modernisering (maritieme verkenningsvliegtuigen) en verliest tot het volgende decennium de capaciteit met gevechtsvliegtuigen te opereren vanaf vliegkampschepen. Tegen 2020 zal de Britse luchtmacht nog beschikken over zes squadrons jachtvliegtuigen, tegenover twaalf nu. Frankrijk is gedwongen veel aankopen te vertragen of uit te stellen. Duitsland heeft recent besloten te korten op nagenoeg alle aanschafprogramma s. De landen met de grootste budgetproblemen (Griekenland, Italië, Spanje en Portugal) zullen de zwaarste klappen krijgen met drastische vermindering en afstoting van capaciteiten. Voor kleinere landen is dat nu al het geval. Buitenlandse commentatoren spreken van een race to the bottom, van het gevaar van de demilitarisation of Europe en Europa ohne Verteidigung. 10 Het logische antwoord is meer multinationale samenwerking, niet alleen vanuit kostenoverwegingen maar ook om standaardisatie en interoperabiliteit te versterken. Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk gaan hierin momenteel het verst. Het in november 2010 door premier Cameron en president Sarkozy ondertekende defensieverdrag beoogt beide krijgsmachten operationeel op elkaar af te stemmen en een groot aantal materieelaankopen gezamenlijk uit te voeren. 11 De Brits-Franse samenwerking zal onder meer gestalte krijgen in de Joint Expeditionary Task Force. Onderzocht zou kunnen worden of een Nederlands mariniersbataljon hiervan deel kan gaan uitmaken. In Scandinavië is de Nordic Defence Cooperation opgericht om systematisch dus niet langer incidenteel de samenwerking tussen de krijgsmachten van de deelnemende landen te bevorderen. In de Weimargroep spreken Frankrijk, Duitsland en Polen over versterking van hun defensiesamenwerking. Overal in Europa ontstaan multinationale defensieclusters om samen capaciteiten via pooling & sharing te behouden en te delen. Minister van Defensie Hillen zet eveneens fors in op samenwerking met partnerlanden. Hij richt zich daarbij vooral op de buurlanden (België, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk) en Scandinavische partners als Denemarken en Noorwegen. Met België wordt onder meer gesproken over integratie van luchtruimbewaking en luchttransport. Naar het voorbeeld van de succesvolle Belgisch- Nederlandse marinesamenwerking (Benesam) onderzoeken beide landen ook mogelijkheden voor gezamenlijke opleidingen en voor onderhoud en logistieke ondersteuning van hetzelfde materieel zoals de NH-90 helikopter. Deze samenwerking is toe te juichen. Maar de financiële nood roept om verdergaande maatregelen zoals de collocatie van operationele eenheden die de sluiting van dure militaire infrastructuur mogelijk maakt. Stationering van de transportvliegtuigen van beide landen op één locatie (vliegbasis Melsbroek bij Brussel) en concentratie van F-16-gevechtsvliegtuigen op één basis per land (thans twee in beide landen) opent het perspectief van sluiting van drie vliegbases. 12 Wellicht zijn ook voor bepaalde onderdelen van de beide landmachten, zoals de Nederlandse rode baretten en de Belgische paracommando s, dergelijke collocaties mogelijk. Daarnaast zouden op het gebied van artillerie Nederland en België elkaar goed kunnen aanvullen. België beschikt nog over een lichte 105 mm-capaciteit, terwijl Nederland zware artillerie heeft in de vorm van 155 mm-geschut. De vuursteunsystemen van beide landen werken met dezelfde (operationele) procedures waardoor ze zeer interoperabel zijn. Dit zou een bi-nationalisering in Verdere aanslagen een staande organisatie mogelijk maken. De op Defensie lijken Nederlandse artilleriecapaciteit kan ook voor onvermijdelijk Belgische eenheden ingezet worden en vice versa. België behoudt hierbij wel zijn liaison en forward observercapaciteit en Nederland zijn luchtmobiele eenheden. Om autonomie over de eigen capaciteiten voor inzet te behouden, kan worden overwogen de Belgische en Nederlandse artilleristen zowel voor de zware als lichte artillerie op te leiden en te trainen. Een Beneluxkrijgsmacht is een brug te ver want strijdig met de nationale soevereiniteit over inzet van militaire middelen maar (modulaire) integratie is gewenst en mogelijk. Ook met Duitsland is intensivering van de samenwerking mogelijk hoewel Berlijn niet al te warm lijkt te lopen. Met de Patriotraketverdediging hebben Nederland en Duitsland een unieke capaciteit. Samenvoeging op één locatie ligt voor de hand. Inzet kan gezamenlijk of modulair plaatsvinden. Het geïntegreerde hoofdkwartier van het Eerste Duits-Nederlandse Legerkorps kan worden aangepast tot een deployable hoofdkwartier specifiek ingericht voor stabilisatie-operaties (comprehensive approach). Met het VK en Frankrijk lijkt weinig nieuws mogelijk totdat de uitvoering van het Brits-Franse defensieverdrag gevorderd is. Toch zou Den Haag nu al de mogelijkheden moeten onderzoeken, vooral wat betreft modernisering van mijnenbestrijding en de aansluiting bij de Brits-Franse toekomstplannen voor onbemande vliegtuigen. Europese standaardisatie is immers vereist om operationele en financiële redenen. Een pasklare krijgsmacht, die interventies geleid door Frankrijk en het VK moet kunnen ondersteunen, dient interoperabel te zijn met de strijdkrachten van deze landen.

9 Ap: 2012nr1 9 Op andere gebieden, zoals inlichtingen en verkenningen, gebruik van de ruimte, logistiek en bijtanken in de lucht, zijn bredere samenwerkingsverbanden mogelijk. Voor deze enablers is nationale soevereiniteit minder bepalend. Op sommige gebieden bestaat zelfs al Europese autoriteit, zoals maritieme veiligheid en luchten ruimtewaarneming. Naast Nederlandse deelname aan NAVOprojecten is participatie in Europese projecten in het kader van het Europese Defensie Agentschap (EDA) vereist, juist vanwege de civiel-militaire aspecten. Dit is overigens voorzien. 13 Tot slot Aangepast ambitieniveau en een pasklare krijgsmacht hoeven niet te resulteren in een verminderde rol van Nederland in de internationale gemeenschap. België heeft niet deelgenomen aan dure gevechtshandelingen op de grond in Afghanistan, wel met tailor made bijdragen aan luchtaanvallen op Libië. De internationale positie van onze zuiderburen is niet beter of slechter. Vooral in Europa heeft Nederland in recente jaren veel politiek krediet verspeeld. Wat betreft defensiesamenwerking kan Nederland een positieve rol spelen. Een bredere politieke campagne zou hierbij geen kwaad kunnen. De minister van Defensie blijft uiteraard de centrale regie houden over de details, maar directe betrokkenheid van de minister-president en de minister van Buitenlandse Zaken is evenzeer vereist. Nederland, subtopper in Europa op defensiegebied, hoort thuis in het rijtje bestaande politiek dominante clusters van Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk, de Weimargroep en de Scandinavische samenwerking. Voor de Nederlandse krijgsmacht is veelzijdige inzetbaarheid nu al verleden tijd. Keuzes maken is geen luxe; het is onvermijdelijk gezien de financiële realiteit. De beste keuze is een pasklare krijgsmacht met sterke specialisaties en nichecapaciteiten voor deelname aan multinationale gevechtsoperaties maar tegelijkertijd met een breed scala inzetmogelijkheden voor stabilisatie-operaties en ter ondersteuning van humanitaire hulpverlening. De Nederlandse krijgsmacht, ingebed in multinationale samenwerking, kan zo zijn steentjes blijven bijdragen. Vasthouden aan de veelzijdig inzetbare krijgsmacht leidt uiteindelijk tot onmacht. Kees Homan en Dick Zandee zijn als onderzoekers verbonden aan het Instituut Clingendael. Wilt u reageren? Mail de redactie: redactie@atlcom.nl. 1. Vrijheid en Verantwoordelijkheid, Regeerakkoord VVD-CDA, 30 september Defensie na de kredietcrisis: een kleinere krijgsmacht in een onrustige wereld, ministerie van Defensie, 8 april Defensiekrant, nr.14, 8 april 2011, p.2. Nederlandse artillerie in Uruzgan. Volgens de auteurs kan de Nederlandse artillerie samenwerken met de Belgische. De onderdelen sluiten zo goed aan dat bi-nationalisering in een staande organisatie mogelijk is, waardoor kosten bespaard en efficiëntie verhoogd worden (foto: Flickr/isafmedia) 4. In het werkprogramma van de Adviesraad Internationale Vraagstukken (AIV) voor 2012, dat door de minister van Buitenlandse Zaken op 20 december jl. naar de voorzitter van de AIV is verzonden, staat als derde onderwerp voor advies de veelzijdig inzetbare krijgsmacht vermeld. Hierbij wordt onder meer opgemerkt, dat Ondanks de bezuinigingen die bij Defensie moeten worden doorgevoerd, staat de wenselijkheid van een veelzijdig inzetbare krijgsmacht, gelet op de veranderlijkheid van de internationale veiligheidssituatie en de positie van ons land, voor haar buiten kijf. 5. Bij de berekening van de kale stuksprijs worden allerlei kosten bovenop de aanschaf van het toestel zelf niet meegerekend. 6. Malcolm Chambers, Capability Cost Trends. Implications for the Defence Review, Future Defence Review Working Paper Number 5, Royal United Services Institute, January Land Doctrine Publicatie, Militaire Doctrine voor het Landoptreden, LDP-1 (OTCOPM 2009), p De analyse vloeit voort uit documenten zoals het NAVO Strategisch Concept, de Europese Veiligheidsstrategie, EU- en NAVO-rapporten over capaciteiten en vele andere bronnen. Op 5 januari 2012 heeft President Obama de nieuwe Amerikaanse defensieprioriteiten aangekondigd. De Verenigde Staten zullen hun militaire aanwezigheid in Azië en de Stille Oceaan versterken ten koste van hun aantallen troepen in Europa. Zie: Sustaining U.S.Global Leadership: Priorities for the 21st Century, Department of Defense, January Andere Europese landen inclusief Duitsland, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk reduceren eveneens hun aantallen gevechtsvliegtuigen. Zelfs na deze reducties blijven de Europese landen samen over een omvangrijke capaciteit beschikken. 10. Tomas Vasalek, Race to the bottom, 24 August Zie: Nick Witney, How to stop the demilitarisation of Europe, European Council of Foreign Relations, November Christian Mölling, Europa ohne Verteidigung, Stiftung Wissenschaft und Politik-Aktuell 56, November Zie: Dick Zandee: Brits-Franse defensiesamenwerking: pro of contra Europa?, Internationale Spectator, Jaargang 65 nr.2, februari Deze en andere voorstellen zijn eerder gedaan. Zie: Kees Homan en Jan Rood, Een nieuw leven voor de Benelux?, Atlantisch Perspectief Zie: Verslag van de Raad Buitenlandse Zaken met ministers van Defensie, 29 november Brief van de minister van Defensie aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, 27 december 2011.

10 10 Interview Ap: 2012nr1 Militairen hebben geen nationale grenzen meer Een interview met Mart de Kruif Maarten Katsman Op 25 oktober 2011 nam luitenant-generaal Mart de Kruif het commando over de Koninklijke Landmacht over van luitenant-generaal Rob Bertholee. De nieuwe Commandant Landstrijdkrachten (C-LAS) is aangesteld terwijl een flinke reorganisatie aan de gang is als gevolg van de Beleidsbrief van minister van Defensie Hans Hillen van 8 april Kan de Koninklijke Landmacht dezelfde taken blijven uitvoeren, moet het ambitieniveau worden aangepast? Voortzettingsvermogen In deze editie van Atlantisch Perspectief staat een artikel van Kees Homan en Dick Zandee (pag. 4) met de stelling dat voor Nederland een veelzijdig inzetbare krijgsmacht financieel niet meer haalbaar is. Wat vindt u van die stelling? Ik ben het met ze eens dat we een probleem hebben dat met de tijd steeds nijpender wordt: het defensiebudget gaat niet omhoog, maar alles wordt ondertussen wel steeds duurder en we hebben te maken met stijgende kosten voor personeel, exploitatie en uitrusting. Op deze manier wordt de krijgsmacht voortdurend voor keuzes geplaatst waar er bezuinigd kan worden. Het is gewoon een feit dat de kwaliteit dan op den duur wordt uitgehold. Sterker nog: bij de Koninklijke Landmacht (KL) is er al een capaciteit weggevallen, namelijk de tankbataljons. Kun je dan zeggen dat we niet meer veelzijdig inzetbaar zijn? Op dit moment nog niet. Als je goed de huidige bezuinigingen analyseert, dan zie je dat die vooral het voortzettingsvermogen treffen. De kwaliteit, op de tanks na, is niet in het geding. We kunnen vooralsnog hetzelfde doen, alleen dat houden we minder lang vol. Daar ben ik het niet met ze eens en ik vind het geen goede vergelijking. Ik zal het duidelijk proberen te maken aan de hand van een analogie: bij de marine is een fregat als het ware een kerkorgel: als je er één buis uithaalt, gaat dat orgel vals spelen. Een fregat moet alles hebben: een kanon, een helikopter, etc. Bij de luchtmacht is de F-16 een soort synthesizer: high tech, met veel mogelijkheden, maar als er één De KL is het toets mist, kun je er boegbeeld niks meer mee. De landmacht is echter eerder van militaire een symfonieorkest. Daarbij is het de kunst samenwerking al die verschillende instrumenten het juiste stuk te laten spelen, op het juiste moment. Nu hebben we geen tanks meer, dus de KL mist één van de instrumenten. Dat wil niet zeggen dat je het orkest en de dirigent kwijt bent. Homan en Zandee stellen ook dat door het opheffen van de laatste tankbataljons klassiek optreden met de laagste eenheid van verbonden wapens - de brigade - niet langer mogelijk is. Hoe kan Nederland dan nog serieus meedoen aan internationale operaties? Het afschaffen van de tankbataljons doet inderdaad pijn. Deze ingreep is gedaan puur uit financiële overwegingen, niet uit operationele. Dat gat kan deels gevuld worden door Apaches en dergelijke, maar die kunnen geen grond houden, zoals de tank dat kan, 24 uur per dag.

11 Ap: 2012nr1 11 Analyse Die capaciteit geef je weg en moet daarom anders ingevuld worden, bijvoorbeeld door samenwerking met andere landen. In Afghanistan deden we niet anders: Deense tanks werden door iedereen gebruikt. Het is onzin om dan te zeggen dat het orkest niet meer kan spelen. Sterker nog: juist de brigades en hun hoofdkwartieren zijn essentieel geweest voor onze inzet, en ze worden steeds belangrijker. Ongeveer de helft van de mensen die zijn ingezet, zitten op staven op brigadeniveau of hoger. Die moeten wel een opleiding krijgen en voorbereid worden op hun taak. De Task Force Uruzgan (TFU) kon alleen door de KL gedraaid worden, door de brigadehoofdkwartieren die de KL kan leveren. Nogmaals: het stilzetten van de tanks is een groot gemis, maar dat heeft niets te maken met de inzet van brigades. Juist de brigade is de sleutel voor toekomstige operaties. Ook voor nationale operaties is en blijft de brigade belangrijk, de structuur van brigades is de hoeksteen van de KL. Andere landen kiezen voor eenzelfde structuur. Ik zie de brigade als de hoeksteen van elke Nederlandse expeditionaire inzet van enige omvang. Dat is en blijft zo, en wordt misschien alleen nog maar meer, naarmate we meer gaan samenwerken met andere landen. Het is wel nieuw dat de brigadestaven volledig zijn geïntegreerd met de regionale militaire commando s. Daardoor nemen nationale operaties steeds meer aan belang toe. Dat leidt niet alleen tot meer inzet van militairen in Nederland, maar ook meer oefeningen. Brigades richten zich steeds meer op nationale operaties, en de ondersteuning daarvan. Dat zie ik echt als een groeimarkt. Vroeger had de brigade de middelen, en de regionale militaire commandant had de plannen, waar het gaat om nationale operaties. Denk dan niet aan het schoonvegen van het ijs en vullen van zandzakken, maar aan de kwalitatieve inbreng van militaire capaciteit in civiele operaties: bijvoorbeeld het opsporen van de brandstichter in Bergen en Veendam, en het uitvoeren van advanced search. Dit zijn hoogwaardige militaire capaciteiten die nodig zijn op uitzendingen, maar ook zijn toe te passen in een nationale context. Daarin speelt de brigade als intermediair een rol, want door de integratie met regionale militaire commandanten is de brigade niet alleen de vrager, maar heeft zij ook de capaciteiten in huis. Inzet kan daardoor sneller plaatsvinden. Is dat niet toch een risico, dat er spottend wordt gekeken naar de inzet van de krijgsmacht om bijvoorbeeld het ijs schoon te vegen? Dat risico is er inderdaad. Maar wij kunnen dit soort dingen doen, juist omdat we zijn getraind op snelle inzet. De nadruk ligt wat mij betreft op de kwaliteit die we inbrengen. De Explosieven Opruimingsdienst Defensie (EODD) is een heel goed voorbeeld: deze dienst is gericht op uitzending, maar de beste training hebben ze hier, in Nederland. Elke week maken ze hier explosieven onschadelijk. De EODD is een schoolvoorbeeld van een eenheid met hoogwaardige kwaliteit, die is opgezet voor uitzending, maar dagelijks wordt ingezet in nationale operaties. Een militair van de Explosieven Opruimingsdienst Defensie (EODD) maakt een explosief onschadelijk. De EODD is volgens De Kruif een goed voorbeeld van een dienst die is opgezet met het oog op uitzending, maar dagelijks goed werk verricht in een nationale context (foto: ministerie van Defensie)

12 12 Interview Ap: 2012nr1 Bij uw aantreden zei u dat we veel dingen anders gaan doen. Welke veranderingen staan er nog op de planning? Het is vooral dat we veel dingen anders moeten gaan doen. De reorganisatie van de krijgsmacht is bij de KL verreweg het meest ingrijpend. Ik durf te stellen dat we bij de KL overtolligheid hebben op personeelsgebied. We moeten daarom ook anders gaan werken, als we dezelfde mogelijkheden en resultaten willen behouden. Het eerste wat we deden was keuzes maken, met in het achterhoofd de vraag: wat is de kerntaak? De kerntaak van de krijgsmacht, en de landmacht, is vechten. Niet omdat we dat willen, maar omdat de krijgsmacht de enige is die dat kan, wanneer het nodig is om de belangen van de Nederlandse staat en zijn burgers te beschermen. Onze organisatie moet op die kerntaak zijn ingericht. Daarom proberen we zo veel mogelijk tanden overeind te houden, en de staart zo klein mogelijk te maken. We snijden in staven: meer dan de helft van de functies in staven op het niveau van de Landmacht gaat verdwijnen, om zo veel mogelijk operationele capaciteit te behouden. Een tweede belangrijke punt is onze zichtbaarheid. We hebben in mijn ogen niets om ons voor te schamen, dus we mogen meer naar buiten treden. Bijvoorbeeld diploma-uitreikingen van onderofficieren doen we niet meer op kazernes, maar op het Binnenhof. Het derde speerpunt is samenwerking. Operationeel is dat geen enkel probleem meer: we hebben al laten zien dat we met iedereen kunnen samenwerken. Daarom kunnen we het gemis van de tankbataljons opvangen door met andere landen samen te werken. Dan moet Nederland politiek wel op één lijn zitten met andere landen: om gebruik te kunnen maken van Deense tanks moeten de Denen dezelfde operaties willen uitvoeren. Dat is inderdaad een politiek probleem. Voor militairen is het geen enkel probleem meer om samen te werken met andere landen. Neem Uruzgan: als een Nederlands peloton de poort uitging, was dat vaak samen met Afghaanse soldaten, waarvan Fransen en Australiërs de mentors waren. Het kamp werd bewaakt door Slowaken. Belgische F16 s bewaakten het luchtruim. Als er tijdens een gevecht gewonden vielen, kwam een Amerikaanse eenheid ze oppikken. Bloedtransfusie werd verzorgd door de Britse bloedbank in Helmand. Het chirurgische team kwam uit Singapore. En zo kunnen we nog even doorgaan. Hoe bedoel je internationale samenwerking? Voor militairen zijn er dus geen grenzen meer. Het probleem zit in het prijsgeven van nationale autonomie, maar dat is een politiek vraagstuk. De KL is eigenlijk het boegbeeld van militaire samenwerking. Bij de marine is Benesam een succesvolle vorm van samenwerking, maar dat is wel met het Vlaamse deel van de Belgische marine. Dat maakt het een stuk makkelijker. Vijftien jaar terug was het Duits-Nederlandse legerkorps het eerste binationale legerkorps dat er binnen de NAVOlanden bestond. Toen is er al een duidelijk signaal afgegeven dat we samenwerking willen, en nu is het één van de meest succesvolle binationale legerkorpsen. Toen was er al de gedachte dat samenwerking nodig is om bepaalde capaciteiten overeind te houden. Zo n legerkorps is nodig om in vredestijd mensen op te leiden die vervolgens probleemloos kunnen worden ingezet in internationale missies, zoals ISAF. Mart de Kruif (toen generaal-majoor) in Afghanistan. De Kruif gaf als Commander Regional Command South van eind oktober 2008 tot begin november 2009 leiding aan ISAF-manschappen in zuidelijk Afghanistan (foto: Flickr/isafmedia)

13 Ap: 2012nr1 13 Interview Hoe ver kan de samenwerking met andere landen gaan, voordat er soevereiniteitsproblemen spelen? Is een Benelux-leger een optie? Ja, maar dan moet de ambitie ook goed onder de loep worden genomen. Wat dat betreft vind ik Duitsland een meer voor de hand liggende primaire partner dan België. Het ambitieniveau en het bijbehorende materieel van de Duitse landmacht is vergelijkbaar met dat van de KL. Wij gebruiken veel Duitse wapensystemen en er is zoals hierboven omschreven al langdurige samenwerking met Duitsland. De Belgen hebben qua ambitieniveau moeite met het hoge deel van het geweldsspectrum. Daar hebben ze eigenlijk niet of nauwelijks de wapens voor. Dat is misschien geen militair probleem, omdat anderen de capaciteiten kunnen aanvullen. Politiek is dat echter een groter probleem: indien de ambitie voor operaties in het hoge deel van het geweldsspectrum ontbreekt, is dat geen goed uitgangspunt voor samenwerking. Niettemin werken we veel samen met de Belgen, en dat is zo verweven met ons dagelijkse werk dat het niet meer opvalt, bijvoorbeeld in gezamenlijke oefeningen en opleidingen. De Benelux op zich is te klein en te beperkend voor Nederland. Voor de primaire aansluiting zoeken we een partner, groot of klein, maar met hetzelfde ambitieniveau. Daarnaast kunnen we altijd met andere landen samenwerken uit meer pragmatische overwegingen. Wat mij betreft kijken we daarom hoe we de samenwerking met Duitsland kunnen intensiveren. Met België kunnen we doorgaan op dezelfde voet als nu, en per geval bekijken waar we efficiënter kunnen werken en kosten kunnen besparen. 3D-benadering Kunt u wat dieper ingaan op uw visie: terug naar de basis van het werk, en vechten als het moet? Geeft dat een andere invulling aan de 3D-benadering die de laatste jaren gehanteerd werd? Integendeel. Waarom kan een soldaat ontwikkelingswerker zijn in Afghanistan? Juist omdat hij of zij zichzelf kan redden in een onveilige omgeving. Als het wél veilig is en er alleen opbouwwerkzaamheden nodig zijn, dan moet je juist géén militairen sturen. NGO s zijn daar veel beter in. Maar omdat militairen het doel van de missie en het teambelang boven hun eigen veiligheid kunnen stellen, kunnen ze in een bedreigende omgeving opereren. Naast het bereiken van militaire effecten kunnen zij dan ook direct beginnen met het opbouwen van bestuur. Voor de 3D-benadering zoals we in Uruzgan hanteerden is het daarom wat mij betreft geen contradictio in terminis, maar een sine qua non dat je eerst kunt vechten, en dat de rest dan volgt. Een belangrijke les is dat hoe eerder je begint met de integratie van effecten in de planning in Nederland, zowel militair als civiel, hoe beter de 3D-aanpak werkt. Eigenlijk zijn we daarmee te laat begonnen. Het heeft bijvoorbeeld lang geduurd voordat de CIVREP (Civil Representative, red.) gelijkwaardig was aan de commandant van de TFU. Een tweede les is dat we te lang in kortetermijnprojecten zijn blijven hangen, waar het gaat om opbouw. Het bouwen van wegen, scholen, waterputten e.d. is allemaal goed en nodig, maar je moet ook nadenken over de langere termijn: hoe komen mensen aan elektriciteit? Hoe zit het met watermanagement? Wat is de belangrijkste bron van inkomsten en hoe moet de infrastructuur daarop worden toegespitst? Voor de exploitatie van landbouw is behalve irrigatie bijvoorbeeld ook (gekoelde) opslagcapaciteit nodig, anders hebben de andere projecten alsnog geen zin. Door in een vroeger stadium al een langetermijnplanning te hebben, behaal je eerder resultaten, die vervolgens ook beter te behouden zijn. We waren nu veel verder geweest als er eerder een goede samenhang bestond tussen de korte-, middel- en langetermijnprojecten. Speelde de discussie over de inzet in Uruzgan als vechtmissie of wederopbouwmissie daarin een rol? Zo zie ik dat niet. Voor mijzelf, en waarschijnlijk ook voor de soldaten, was dat geen issue. Iedereen wist heel goed dat je bouwt als het kan en vecht als het moet. Dit was vooral een semantische, politieke discussie, die was gebaseerd op een interne discussie in Nederland. Die discussie had geen toepassing op ons werk in Afghanistan. Er wordt wel gesuggereerd dat er door de bezuinigingen één D is weggevallen: Defensie. Wat vindt u daarvan? Dat vind ik onzin. Als het om 3D gaat, zit de kracht van de krijgsmacht in de mensen, niet in de technologie. Het gaat om de soldaat, die zijn helm kan verwisselen voor zijn baret. Na een gevecht moet de soldaat de dorpen in kunnen, op patrouille kunnen gaan en contact leggen met de bevolking. De tribale structuur moet in kaart worden gebracht. Dat is onze kracht. We hebben bewust de keuze gemaakt binnen de KL om met name die mense- Welke lessen moet Nederland trekken uit de 3D-benadering die in Uruzgan is gehanteerd? C-LAS lgen Mart de Kruif en zijn Duitse ambtsgenoot op het hoofdkwartier van 1 (German/Netherlands) Corps. Dit legerkorps was het eerste binationale samenwerkingsverband binnen de NAVO en vormt een goede basis voor verdere internationale samenwerking (foto: Flickr/1 (German/Netherlands) Corps)

14 14 Interview Ap: 2012nr1 makkelijk en ik heb ook groot respect voor het thuisfront, maar een militair weet waarvoor hij bij de krijgsmacht binnenkomt. Wat betreft toekomstige operaties, geldt de volgende uitspraak: jij kunt geen conflict uitkiezen, een conflict kiest jou uit. De standaard inzetgebieden en missies waar we naar kijken zijn bijvoorbeeld sub-sahara-afrika, Azië en antipiraterijmissies. Daar is het onrustig. Maar er kunnen altijd onverwachte gebeurtenissen plaatsvinden, die de vorm van inzet anders maken. lijke capaciteit overeind te houden. Daarom is de tank bijvoorbeeld wel stil gezet, en daar waar de kracht van de krijgsmacht zit, in de mensen, houden we de structuur overeind. Bijvoorbeeld in de vorm van de Luchtmobiele Brigade, de gemechaniseerde brigades en de pantserinfanteriebataljons. Conflicten gaan tussen mensen, en moeten daar ook worden opgelost. Dat geldt ook voor de 3D-benadering. De techniek is natuurlijk een belangrijke enabler, maar de mensen bepalen uiteindelijk of je wint of niet. Opleiding en training worden dus niet getroffen door bezuinigingen? Nee, en dat kan ook niet. Bij training telt geen doelmatigheid, alleen doeltreffendheid. Een mooi voorbeeld is de search: de genisten die bermbommen moeten opsporen. Daar geldt maar één ding: ze moeten de bom vinden. Doelmatigheid is wel belangrijk bij hun training, maar het gaat er vooral om dat ze net zo lang trainen tot we zeker weten dat ze die bommen vinden. Je kunt daar geen tweede plaats voor claimen, enkel winnen telt. Toekomst Met welke (mogelijke) conflictgebieden en missies moet Nederland rekening houden? Hoe zien dergelijke missies er uit voor de KL? Heeft Uruzgan een zware wissel getrokken op de inzetbaarheid? We moeten inderdaad op bepaalde aspecten bijkomen. Sommige categorieën personeel zijn heel vaak uitgezonden, zeker bij de KL. Daarnaast heeft Uruzgan ook grote financiële consequenties gehad op het opleidings- en trainingsproces: op den duur waren we zelfs aan het desinvesteren, omdat al het materieel in Afghanistan nodig was. Ik bestrijd tegelijkertijd wel dat we als landmacht moe zouden zijn. Ik denk dat de buitenwereld wel eens vergeet dat we in Nederland nu een beroepskrijgsmacht hebben, die expeditionair is. Ik hoef geen mensen aan te wijzen die op missie moeten gaan, omdat de militairen vanuit hun professionele beroepsbeeld ervoor kiezen om te worden uitgezonden. Een uitgezonden militair is daarom niet zielig, die heeft daar bewust voor gekozen. Het is niet altijd leuk en Noorwegen is daarvan een goed voorbeeld: de Noorse krijgsmacht deed eigenlijk nooit nationale operaties om de interne veiligheid te bewaken. Na het incident op Utøya vorig jaar bewaakte de krijgsmacht drie maanden lang openbare en overheidsgebouwen en pleinen. Als iets dergelijks gebeurt in Nederland, kunnen de politie en marechaussee snel grote aantallen extra personeel inzetten. Maar niet voor lang. De enige die binnen 24 uur tienduizend man op straat kan inzetten en gedurende een langere tijd kan houden is de krijgsmacht en dan met name de KL. Als er dan een onverwachte inzet Jij kunt geen nodig is om de vrijheid en het veiligheidsgevoel te waarborgen, conflict uitkiezen, misschien zelfs binnen een conflict kiest Nederland, dan moet de verzekeringspremie wel jou uit betaald zijn, om met de woorden van minister Hillen te spreken. De Amerikanen kondigden onlangs aan hun landmacht te verkleinen en meer in te zetten op special forces. Kunnen we binnen de KL ook een intensivering van het Korps Commando Troepen verwachten? Gaat Nederland meer gebruik maken van speciale operaties? Special forces leveren veel bang for the buck, dat is zeker waar. Amerikaanse special forces zijn echter niet goed te vergelijken met Nederlandse, omdat de terminologie anders is. Het Amerikaanse begrip is veel breder dan alleen commando s, zoals wij die kennen. Er vallen bijvoorbeeld ook CIMIC-troepen (gericht op civiel-militaire activiteiten, red.) onder. Die bredere opvatting van speciale operaties hanteren wij in de praktijk in feite ook al; de Luchtmobiele Brigade kun je met sommige Amerikaanse special forces vergelijken. Nederlandse speciale operaties worden meestal uitgevoerd door aparte taakgroepen, waarbij de luchtmacht bijvoorbeeld helikopters levert en de KL de manschappen. Ik ben het eens met deze ontwikkeling, maar eigenlijk werken wij al met deze kleinschaligheid. Wilt u reageren? Mail de redactie: redactie@atlcom.nl. Door de integratie van brigades met regionale militaire commando s kan de krijgsmacht snel en flexibel kwalitatief hoogwaardige ondersteuning bieden aan civiele operaties in eigen land, bijvoorbeeld bij grootschalige heidebranden (foto: ministerie van Defensie)

15 Ap: 2012nr1 15 Column Focus on the Electoral College Matt A. Mayer Forget President Barack Obama s low approval ratings and the U.S. economic doldrums. In America, the path to the White House goes through the Electoral College where each state gets a set number of electoral votes (the number of congressional seats) to cast for the popular vote winner. That means basic math drives the race to get the magic 270 Electoral College votes required to win. Regardless of whom Republicans nominate, 46 states and the District of Columbia can be assigned already. Obama will win states worth 247 electoral votes: California, Connecticut, the District of Columbia, Delaware, Hawaii, Illinois, Maine, Maryland, Massachusetts, Michigan, Minnesota, New Jersey, New Mexico, New York, Oregon, Pennsylvania, Rhode Island, Vermont, Washington and Wisconsin. Despite their best efforts, Republicans haven t won Illinois, Michigan, Oregon, Pennsylvania or Washington since Ronald Reagan s 1984 landslide win. Reagan s 1980 win was the last one for Republicans in Wisconsin, and Republicans haven t won Minnesota since Richard Nixon in New Mexico is the toughest call, but Obama s sizable win in 2008 portends a repeat in In 2008, Obama won Colorado and Nevada by 9 and 12.5 percentage points, respectively. Senate Majority Leader Harry Reid of Nevada and Senator Michael Bennett of Colorado both survived the 2010 Republican wave. Coloradans also elected a Democrat as governor. The likelihood that Obama will lose either state is thus low, leaving him with 262 electoral votes, eight short of 270. The Republican nominee will win states worth 180 electoral votes: Alabama, Alaska, Arizona, Arkansas, Georgia, Idaho, Kansas, Kentucky, Louisiana, Mississippi, Missouri, Montana, Nebraska, North Dakota, Oklahoma, South Carolina, South Dakota, Tennessee, Texas, Utah, West Virginia and Wyoming. All but West Virginia are reliably Republican, and Obama s job-killing moves against coal render him done there. Given the financial crisis in September 2008 and Obama s blank slate with voters, his wins in Indiana, North Carolina and Virginia likely won t be repeated. Voters know him now and he won t have better conditions than he did in Those three Republican states will return to historical form, giving Republicans 219 electoral votes. With those allocations, Obama is a mere eight electoral votes shy of re-election with only 57 electoral votes in Florida, Iowa, New Hampshire, and Ohio remaining. He needs Florida or Ohio or both Iowa and New Hampshire to win. Republicans must win Florida, Ohio and either Iowa or New Hampshire to win. Florida, Iowa, New Hampshire and Ohio will determine November s winner In Florida, Obama s stance toward Israel has hurt him with Jewish voters. Republicans may add either popular former Governor Jeb Bush or Senator Marco Rubio to the ticket to secure Florida. Although Obama won Iowa by 9.5 per cent in 2008, it tossed out the Democrat incumbent and put a Republican in the governor s office last November. New Hampshire strongly supported Obama in 2008, but cut Democrat Governor John Lynch s win from 41.3 per cent to just 7.6 per cent in Recent Republican primary turnout in both states, however, was weak. Obama won Ohio in 2008 by 4.5 per cent, but it went heavily Republican in A Republican attempt to curb public sector unions in 2011, however, backfired when unions engineered a huge popular vote defeat of the legislation three months ago. So, as the months pass, ignore the U.S. polls and focus on what s happening in Florida, Iowa, New Hampshire and Ohio. Those four battleground states will determine November s winner. Count on it. Matt A. Mayer is President of Provisum Strategies, a political consulting firm. His book, Taxpayers Don t Stand a Chance: Why Battleground Ohio Loses No Matter Who Wins (and What To Do About It), comes out in September Would you like to react? Mail the editor: redactie@atlcom.nl.

16 16 Opinie Ap: 2012nr1 From the halls of Justus Lipsius to the shores of Tripoli De toekomst van de Europese Defensie Sven Biscop De crisis in Libië leek wel uitgevonden voor de Europese Unie: een mandaat tot interventie in resolutie 1973 van de VN-Veiligheidsraad. Een ongezien verzoek om die interventie vanwege de Arabische Liga zelf. En de VS die duidelijk maakten dat zij niet de leiding wilden nemen. Wat was er nog nodig opdat de EU het voortouw zou kunnen nemen in crisis management? Helaas, aan één voorwaarde was niet voldaan: Europese eenheid. Gelukkig smeedden Frankrijk en het VK met de steun van de VS een ad hoc-coalitie van Europese en Arabische landen die de militaire operaties opstartte. Maar met een Italië dat lang zeer terughoudend was om de eigen special relationship met Libië op te geven en Duitsland dat in New York tegen de VN-resolutie stemde, terwijl meerdere lidstaten volledige radiostilte bewaarden, was het voor de EU als geheel onmogelijk om een bijdrage te leveren. Laat staan om de operaties onder de vlag van het Gemeenschappelijk Veiligheids- en Defensiebeleid (GVDB) te doen plaatsvinden. Daardoor werd de EU de grote afwezige in het crisis management, ondanks de eerdere sterke taal van de Europese Raad, die als één van de eersten Kadhafi opriep om af te treden. Voor het commando van de militaire operaties werd op een NAVO-hoofdkwartier beroep gedaan, onder de brede politieke leiding van een informele Contactgroep van deelnemende landen. Diplomatieke bemiddelingspogingen, beperkt als ze waren, werden aan de VN en de Afrikaanse Unie overgelaten. De EU kon dus niet alleen niet de politieke leiding van het crisis management op zich nemen, maar abdiceerde ten slotte haast elke rol. geen enkele hoofdstad werd het heengaan van Kadhafi betreurd. Bovendien was het onvermijdelijk dat Libië op de EU-agenda terecht zou komen. Eens de operaties ten einde, moeten politieke, sociale en economische heropbouw volgen, via o.a. handel en ontwikkeling. Noch de NAVO, noch de Contactgroep hebben daarvoor de instrumenten de EU wel. Toch kan de EU nog baat hebben bij de Libische crisis, als ze er de juiste strategische lessen uit trekt. Verdedig de eigen vitale belangen Dat er in het Middellandse Zeegebied vitale belangen op het spel staan, hoeft geen betoog. Handelsroutes, energie en migratie zijn nog maar de meest vanzelfsprekende. De Libische crisis heeft nog maar eens bewezen wat we eigenlijk al wisten: er dienen zich geen vrijwilligers aan om onze belangen voor ons te verdedigen. Net als bij het begin van de Joegoslavische burgeroorlog in de vroege jaren negentig wilden de VS ons wel steunen, maar niet de leiding nemen. En terecht, want dit is veel meer een zaak van Brussel dan van Washington. Gelukkig werd er, dankzij het Franse en Britse leiderschap, actie ondernomen. Maar dat had onder de EU-vlag gemoeten. De interventie diende immers de belangen van alle 27 lidstaten in Na het begin van de operaties versterkte Robert Gates, de Amerikaanse minister van Defensie, die boodschap nog eens in zijn afscheidsspeech in Brussel op 10 juni De nieuwe

17 Ap: 2012nr1 17 Analyse Amerikaanse defensiestrategie van begin dit jaar is even duidelijk: Washington verwacht dat Europa in de toekomst zelf crises in de eigen omgeving oplost. Dreigen Europa de eigen boontjes te laten doppen om het tot een grotere defensie-inspanning aan te zetten is niet nieuw. Europa weet natuurlijk ook dat de VS het zich alleen maar kunnen veroorloven om het zwaartepunt van hun strategie naar Azië te verleggen, net omdat Europa veilig is. Mocht Tijdens de Libische Europa ooit weer ernstig bedreigd zijn, dan zouden hun vitale belangen crisis abdiceerde de de VS verplichten om EU haast elke rol tussenbeide te komen. In die zin blijven de VS een Europese macht. Niettemin is het ditmaal ernstig te nemen, omdat de VS zelf serieus snijden in hun defensiebudget. Hopelijk beseffen de EU-hoofdsteden dat er meer leiderschap en inspanning verwacht wordt, minstens in wat de EU haar Nabuurschap heeft gedoopt. Denk en handel strategisch Onze vitale belangen verdedigen vergt strategie. De eerste strategische keuze is om de regio s te prioriteren waar die belangen het meest op het spel staan, en daarnaar te handelen. Een EU-crisis management-strategie dus. Onze oostelijke en zuidelijke periferie behoren duidelijk tot die prioriteiten. Net als de Golf en Centraal-Azië, en maritieme veiligheid van Suez tot Shanghai en, meer en meer, het Noordpoolgebied. Sub-Sahara-Afrika moet er aan toegevoegd, wegens de blijvende nood aan externe hulp bij vredeshandhaving. De VN bijstaan om collectieve veiligheid te verzekeren hoort er ten slotte ook bij, met name volgens de Responsibility to Protect die in Libië de eerste toepassing heeft gevonden. Morele plicht en belangenverdediging vallen dus vaak samen. Een gevechtsvliegtuig tankt bij in de lucht. Air-to-air refuelling is één van de strategische enablers die de EU nodig heeft voor autonome operaties. Eind 2011 zijn er initiatieven op dit gebied aangekondigd (foto: U.S. Department of Defense/Laura Goodgame)

18 18 Opinie Ap: 2012nr1 Drie factoren verklaren waarom Europa, verkeerdelijk, terughoudend is om in strategische termen te denken over prioritaire regio s. Ten eerste wordt strategie te eenzijdig militair begrepen. De bedoeling is niet om een invloedssfeer af te bakenen waarin Europa gendarme speelt. Wel om de regio s te identificeren waarin onze vitale belangen het meest onder druk kunnen komen te staan, om richting te geven aan een langetermijnbeleid van preventie, op een holistische manier gebruik makend van alle beschikbare instrumenten van externe actie, in partnerschap met lokale, regionale en internationale actoren. Maar we moeten wel beseffen dat, omdat het over vitale belangen gaat, militaire actie als ultiem middel nodig kan zijn. Daar moeten we dan ook onze capaciteiten voor monitoring en early warning voor organiseren en onze permanente militaire planning op richten. Admiraal Benelux bewijst dat verregaande pooling & sharing te combineren is met maximale soevereiniteit Ten slotte wordt vaak verkeerd gedacht dat alle lidstaten telkens aan alle operaties moeten deelnemen. Het tegendeel is echter waar: alle GVDB-operaties zijn een coalitie van de lidstaten die able & willing zijn. Er wordt echter wel terecht verwacht dat de lidstaten die niet willen of kunnen deelnemen aan een bepaalde operatie, degenen die wel bereid zijn niet tegenhouden om de operatie uit te voeren onder de politieke vlag van de EU (en via een NAVO, EU of nationaal militair hoofdkwartier) indien ze de belangen van de Unie en de lidstaten dient. In het geval van Libië vond de Raad van de EU echter alleen overeenstemming over een humanitaire GVDB-operatie. Die zou echter alleen gelanceerd worden als het VN-agentschap voor humanitaire hulp, OCHA, er om zou vragen een vraag waarvan heel Brussel vooraf wist dat die nooit zou komen. Deze ingebeelde EUFOR Libië kon dan ook alleen de irrelevantie van de EU onderlijnen (en kostte desondanks een mooie som geld, omdat het Italiaanse nationale hoofdkwartier ervoor geactiveerd werd). Een EU-crisis management-strategie, als een van de deelstrategieën van de Europese Veiligheidsstrategie, zou op zichzelf nog geen garantie zijn van de politieke wil tot actie. Maar het zou wel een kader creëren waarin het makkelijker zou moeten zijn om actie onder de EU-vlag, door een groep van bereidwillige lidstaten, te mandateren. Ten tweede wordt de militaire optie te eng geïdentificeerd met exclusieve EU-actie. Als een crisis een militaire respons vergt, kan die, afhankelijk van wie ons wil steunen, via de NAVO, het GVDB of de VN ondernomen worden, of een ad hoc-coalitie. Welke optie ook de meest effectieve is in dat specifieke geval. De keuze van de militaire commandostructuur is echter maar een technische kwestie. Elke militaire interventie is een onderdeel van een veel bredere strategie, die ook het politieke, economische en sociale omvat. Wat ook de militaire commandostructuur is, wij Europeanen kunnen alleen via de EU die brede politieke strategie beslissen, want alleen de EU heeft de instrumenten en middelen om een dergelijke omvattende langetermijnstrategie waar te maken. Ook op EU-niveau moeten Europeanen daarom een crisis management-strategie bepalen, want die is een afgeleide van het bredere buitenlands beleid dat ze via diezelfde EU voeren. De NAVO voert nu eenmaal geen buitenlands beleid, en de VS hebben een eigen buitenlands beleid, met andere prioriteiten dan wij. In Kosovo opereren Europese troepen onder NAVO-bevel, in Libanon onder VN-bevel, maar in beide gevallen definiëren de Europeanen hun langetermijnvisie in de EU. Zo had het in Libië moeten gebeuren. Het was aan de EU, niet aan een ad hoc-coalitie, om de strategische controle en politieke leiding van alle acties op zich te nemen, zelfs al werd het militair commando aan de NAVO toevertrouwd, omdat we uiteindelijk ook als EU ons algemeen beleid ten aanzien van Libië en de hele regio zullen herzien. De juiste capaciteiten Strategisch handelen vergt capaciteiten. Op militair vlak blijven er in Europa essentiële tekortkomingen. De Libische crisis kan de EU-lidstaten hopelijk tot actie aanzetten. Samen vormen de 27 EU-lidstaten de tweede militaire actor ter wereld, na de VS. Maar die indrukwekkende gezamenlijke budgetten en troepenaantallen verbergen strategische lacunes in sleuteldomeinen, zoals de operaties in Libië nog maar eens bewezen hebben. Precisiemunitie, satellietobservatie, vliegdekschepen, air-to-air refuelling: bij gebrek aan Europese capaciteit in deze domeinen, was Amerikaanse steun niet alleen welkom, maar hoogst noodzakelijk. Een operatie zonder de VS was mogelijk geweest, maar zou onvermijdelijk veel meer burgerslachtoffers gemaakt hebben, met een groter risico voor slachtoffers ook aan onze kant. Negentig procent van de strategische enablers die een precisiecampagne mogelijk maakten, waren Amerikaans. Helaas kan Libië ook negatieve gevolgen hebben voor het Gents Initiatief voor ontwikkeling van militaire capaciteiten dat de EU eind 2010, onder Belgisch Voorzitterschap, lanceerde. De nadruk ligt op pooling & sharing van capaciteiten, om de kostenefficiëntie te verhogen en budgettaire marge te creëren om de lacunes aan te pakken. Zoals Admiraal Benelux bewijst, is het mogelijk verregaande pooling & sharing te combineren met maximale soevereiniteit

19 Ap: 2012nr1 19 Opinie wat betreft deelname aan operaties. Toch is er een risico dat lidstaten nu minder bereid zijn tot pooling & sharing met landen die de indruk hebben gegeven als het er op aan komt niet aan operaties te willen deelnemen. Die vrees kan alleen weggenomen worden door de betrokken landen zelf. Belangrijk is dat landen bereid zijn tot pooling & sharing in substantiële capaciteitsdomeinen, inclusief gevechtscapaciteiten. Het Gents Initiatief moet tot een langetermijnproces worden, een permanent en gestructureerd forum voor effectieve coördinatie op strategisch niveau, van de nationale defensieplannen in hun geheel, om de bestaande tactische coördinatie, project per project, te vervolledigen. Zulke convergentie is alleen mogelijk in de context van het GVDB, onder Europeanen. Het is de enige manier om meer ontplooibare capaciteiten te genereren in alle lidstaten, wat dus ook de twee militaire machten binnen Europa, Frankrijk en het VK, ten goede komt. Hoe ver de lidstaten uiteindelijk zullen willen gaan, valt af te wachten, maar op 1 december 2011 nam de Raad Buitenlandse Zaken van de EU toch al belangrijke beslissingen over de strategische lacunes. Als de aangekondigde projecten uitgevoerd worden, in het bijzonder die rond air-to-air refuelling en satellieten, zullen ze een grote stap betekenen in het verwerven van de strategische enablers die nodig zijn voor autonome Europese operaties. Effectieve preventie Een specifieke capaciteit die de EU ontbeert, betreft het plannen en voeren van operaties: de EU heeft geen eigen operationeel hoofdkwartier. Daardoor kan de EU ten eerste niet aan permanente planning doen, noodzakelijk om in crisissituaties snel specifieke plannen te produceren. Ten tweede moet het commando van elke operatie uitbesteed worden aan een lidstaat of aan de NAVO. Het gebruik van een NAVO-hoofdkwartier voor de operaties in Libië was niet evident, vooral omwille van Turkse tegenstand. De enige nationale hoofdkwartieren die zulke complexe operaties kunnen leiden zijn het Franse en Britse, en dan nog. De conclusie is evident: willen Europeanen zeker zijn te allen tijde te kunnen handelen, dan hebben ze ook een eigen operationeel hoofdkwartier in de EU nodig. Nu is het moment om een geïntegreerd civiel-militair hoofdkwartier op te zetten in de nieuwe Europese Dienst voor Extern Optreden. Concrete voorstellen daartoe werden vorig jaar echter afgeblokt door het VK. De lidstaten konden het alleen maar eens worden over de activering, voor de allereerste keer, van het kleine bestaande Operatiecentrum binnen de EU Militaire Staf (EUMS), voor de opleidingsmissie in de Hoorn van Afrika. Een belangrijke, maar vooral symbolische stap. Maar zelfs als een volwaardig operationeel hoofdkwartier voor het commando van militaire operaties momenteel niet mogelijk zou zijn, moet de EU dringend haar planningscapaciteit versterken op het militair-strategisch (of, in de EU-context, civiel-militairstrategisch) niveau. Dit is het niveau dat, zoals SHAPE in de NAVO, zelf geen operaties leidt, maar de band verzekert tussen de politieke besluitvorming en het operationeel hoofdkwartier. De EU stelt zichzelf graag voor als een effectieve preventieve actor, maar in werkelijkheid is effectieve preventie of vroege actie eerder zeldzaam. Eén van de oorzaken is het gebrek aan voldoende permanente planningscapaciteit om snel beleidsopties en contingentieplannen te ontwikkelen, nog voor er politieke besluiten genomen worden. Daardoor komt de EU al te vaak te laat. Het huidige Crisis Management Planning Directoraat (CMPD) en de EUMS kunnen goede plannen ontwikkelen voor lang vooraf voorziene operaties, zoals vandaag voor de Sahel en de Hoorn van Afrika. Maar ze hebben nu niet de capaciteit om snel contingentieplannen te ontwikkelen in crisissituaties, zodra er iets begint te broeien in een prioritaire regio. Dat moet nog voor de politieke besluitvorming gebeuren: snelle planning moet de basis leggen voor de politieke beslissing, die dan nadien ook sneller uitgevoerd kan worden. Op de Raad Buitenlandse Zaken van 1 december vorig jaar werd het CMPD en de EUMS toegestaan meer aan advance planning te doen, maar zonder dat er extra middelen in het vooruitzicht werden gesteld. De Raad besloot ook om de crisis management-procedures van de EU te herzien, een proces dat nu bezig is. Idealiter zou het CMPD extra personeel krijgen en een breed civiel-militair mandaat, met het oog op snelle en effectieve contingentieplanning voor preventief optreden en snelle reactie met gebruik van alle instrumenten van externe actie. Besluit In Libië namen Europese lidstaten de leiding, maar niet de Europese Unie. Nu komt de Unie terug in beeld, want een langetermijnstrategie voor Libië en de regio ontwikkelen en uitvoeren gaat de capaciteit van de individuele lidstaten te boven. Ook al moet men Parijs en Londen dankbaar zijn voor hun leiderschap in crisis management. Als de EU de hierboven geschetste strategische lessen absorbeert, zal de EU bij de volgende crisis hopelijk vanaf het begin het voortouw nemen, ten voordele van alle betrokken partijen. De aanpak van de crisis in Syrië toont alvast een positief beeld: een veel meer eensgezind Europa dat via de EU strenge sancties oplegt, ter ondersteuning van de acties van de Arabische Liga, die terecht als eerstelijns actor wordt gezien. Prof. dr. Sven Biscop is directeur van het programma Europa in de Wereld aan Egmont Koninklijk Instituut voor Internationale Betrekkingen in Brussel en hij doceert aan de Universiteit Gent en aan het Europacollege in Brugge. Wilt u reageren? Mail de redactie: redactie@atlcom.nl.

20 20 Beschouwing Ap: 2012nr1 Sarkozy en de erkenning van de Libische oppositie In de schaduw van De Gaulles erkenning van de Volksrepubliek China Gerben Stormbroek In 1964 zette de Franse president en oud-generaal Charles de Gaulle een verrassende diplomatieke stap: op 22 januari van dat jaar erkende hij de Volksrepubliek China. Vorig jaar nam de huidige Franse president Nicolas Sarkozy een ogenschijnlijk soortgelijke beslissing door als eerste de Nationale Overgangsraad in Libië als rechtmatige regering van dat land te erkennen. 1 Is dit besluit genomen uit soortgelijke overwegingen als bij zijn voorganger De Gaulle? Dit essay legt een parallel tussen de erkenning van de Volksrepubliek China door de Gaulle in 1964 enerzijds, en de erkenning van de Libische Overgangsraad in 2011 anderzijds. Frankrijk was het eerste niet-communistische land dat officiële diplomatieke betrekkingen aanknoopte met communistisch China. Frankrijk was ook het eerste land dat de tegenstanders van kolonel Kadhafi als legitieme vertegenwoordigers van het Libische volk erkende, nog goed en wel vóór het bewind van Kadhafi verslagen was. In beide gevallen had Frankrijk een voortrekkersrol. Daarom wordt een korte analyse gemaakt van de totstandkoming van de erkenning van de Volksrepubliek China vanuit het persoonlijke perspectief van president De Gaulle zoals hij dat vertelde tegen zijn vertrouweling en minister van Informatie Alain Peyrefitte. Dat komt het duiden van de erkenning van de Libische Nationale Overgangsraad door de regering Sarkozy ten goede. In beide gevallen wordt ook ingegaan op de relatie met de Amerikanen. De Gaulle en de erkenning van China Op 27 januari 1964 veroorzaakte de Franse president Charles de Gaulle een schokgolf in de wereld: in De Gaulles streven om Frankrijk een onafhankelijkere koers te laten varen op het wereldtoneel erkende de Franse Vijfde Republiek die dag als eerste grote westerse land de communistische Volksrepubliek China. Dit zeer tegen de wil van de Verenigde Staten. De beslissing van De Gaulle werd mede gevoed door diepe antipathie tegen de invloed van de Verenigde Staten in Europa enerzijds en anderzijds De Gaulles overtuiging dat Frankrijk weer op de kaart moest worden gezet na het desastreus verlopen dekolonisatieproces in Zuidoost-Azië en Afrika, met name in Algerije. De Fransen en Chinezen waren bijvoorbeeld zeer tegen het Limited Test Ban Treaty die de Verenigde Staten en de Sovjets hadden gesloten. Dat verdrag moest leiden tot vermindering van de wapenwedloop tijdens de Koude Oorlog, maar werd door hen gezien als een bevestiging van het bipolaire stelsel. Zoals Franse specialisten zouden zeggen: Er is altijd een verleiding om een Derde Macht te vormen in een wereld die wordt gedomineerd door twee supermachten. Sommige staten hopen dat de samenwerking kan leiden tot een rol als contragewicht om op de rem te kunnen trappen als de twee supermachten over de grens gaan ( ). 5 Een verleiding voor zowel Frankrijk als de Volksrepubliek China. Al jaren vóór de uiteindelijke erkenning was De Gaulle al bezig met het Chinese vraagstuk. Jaren waren verstreken sinds het uitroepen van de Volksrepubliek China door Mao Zedong in oktober 1949 en

21 Ap: 2012nr1 21 Opinion het werd dan ook hoe langer hoe onwaarschijnlijker dat zijn nationalistische rivaal Chiang Kai-Shek ooit nog de Straat van Taiwan zou oversteken om voet op het vaste land van China te zetten. De Gaulle kwam dan ook tot de conclusie dat de Chinese communisten aan de macht zouden blijven en niet langer genegeerd konden worden. Al in 1957 schreef hij in een brief aan senator Edgar Faure dat Frankrijk de Volksrepubliek zou moeten erkennen. 6 In zijn dagboeken tekende voormalig minister van Informatie Alain Peyrefitte een aantal gesprekken op die hij met De Gaulle heeft gevoerd. Zo vertelde De Gaulle in 1964 tegen Peyrefitte dat het de bedoeling was om de Volksrepubliek te erkennen, mede om de Verenigde Staten in hun wielen te rijden. De Gaulle was er altijd van overtuigd dat bijvoorbeeld de NAVO er uitsluitend was om Amerikaanse belangen te dienen en dat Europeanen, en daarmee de Fransen, daarin eigenlijk niets te zeggen hadden. Op 27 januari 1964 gingen de Fransen definitief over tot erkenning. Enkele dagen daarvoor, op 22 januari, bespraken De Gaulle en de Franse minister van Buitenlandse Zaken, Maurice Couve de Murville, in het bijzijn van Peyrefitte de op handen zijnde erkenning. In de acht dagen daarvoor hadden beiden hun intentie om de Chinese communisten te erkennen kenbaar gemaakt aan andere landen, waaronder West-Duitsland, Groot-Brittannië en de Sovjetunie. De Amerikaanse reactie op de Franse plannen was slecht: De reacties zijn nogal gepassioneerd, aan Amerikaanse zijde zelfs hysterisch, maar als het eenmaal is gebeurd, is de kans groot dat ze een beetje gaan nadenken en hetzelfde zullen doen. ( ) Het is niet voor wat ze nu heeft maar wat ze gaat worden (doelend op China, red.), aldus De Gaulle. Couve de Murvilles woorden vatten eigenlijk alles samen: Ons initiatief is een zeer belangrijke gebeurtenis in de wereld. Het laat ingrijpende veranderingen zien: de wederopstanding van China, zijn breuk met Rusland, de eliminatie van de twee ideologische blokken die dachten de wereld in tweeën te hebben verdeeld. Maar de belangrijkste gebeurtenis van alles is de briljante terugkeer van Frankrijk ( ). 7 Uiteindelijk erkenden ook de Verenigde Staten in 1979 onder Richard Nixon de Volksrepubliek. Op dat moment, begin 1964, waren De Verenigde Staten echter not amused. In een brief aan Chiang Kai-Shek gaf president Johnson aan dat hij zich ernstig zorgen maakte: We hebben de Fransen op het hoogste niveau verteld dat de erkenning van het Peking-regime de belangen van de vrije wereld schade toebrengt. 8 Binnen de regering-johnson was er grote tegenstand tegen de Franse stap omdat het de plannen van de Verenigde Staten in Obama en Sarkozy eren Amerikaanse en Franse troepen die hebben deelgenomen aan de interventie in Libië. Volgens de auteur had Frankrijk een voortrekkersrol door als eerste de Libische oppositie als legitiem gezag te erkennen (foto: U.S. Navy/Stephen Oleksiak)

22 22 Beschouwing Ap: 2012nr1 Zuidoost-Azië dwarsboomde. Op dat moment waren de Amerikanen verwikkeld in de bloedige Vietnamoorlog om het verder verspreiden van het communisme in Oost- en Zuidoost-Azië tegen te gaan. Daarbij bevestigde de stap de onafhankelijke positie die Frankrijk wilde innemen. Johnson gaf echter toe dat hij weinig controle had op het Franse buitenlands beleid. Het in de ogen van de VS eigenhandige optreden van de Fransen zorgde ervoor dat er steeds meer vrees ontstond voor de toekomst. Zo begonnen de Amerikanen zich eind 1964 steeds meer zorgen te maken over de toekomst van het Noord-Atlantisch Verdrag. Een vrees die gegrond was aangezien De Gaulle Frankrijk in 1966 zou terugtrekken uit de militaire samenwerking van de NAVO. Onrust in het Midden-Oosten: interventie in Libië De burgeroorlog in Libië kan worden gezien als een direct gevolg van onrust elders in de Arabische wereld. Met name in de buurlanden Tunesië en Egypte, waarvan beide presidenten na weken van massale volksprotesten het veld moesten ruimen. De eerste signalen van verzet in Libië kwamen op 15 februari 2011 uit de oostelijke stad Benghazi. Na de arrestatie van de prominente mensenrechtenactivist Fethi Arbel waren s avonds 38 mensen gewond geraakt na confrontaties met de politie. Een week later waren de protesten tegen de regering van Kadhafi uitgewaaierd over de rest van het land en in de nacht van 21 februari kwam het ook tot protesten in de hoofdstad Tripoli. Bij die protesten zouden zestig doden zijn gevallen en onder andere het gebouw van de volksvertegenwoordiging en een televisiestation in brand zijn gestoken. Saif al-islam, één van de zonen van Kadhafi die tijdens de opstand in Libië vaak optrad als woordvoerder van zijn vader, verklaarde dat het regime zou vechten tot de laatste man en vrouw en hij waarschuwde toen voor een burgeroorlog. 2 Nieuwszenders hadden in de beginfase van de opstand weinig zicht op de situatie in Libië. Er kwam echter steeds meer informatie naar buiten dat de Libische regering excessief geweld gebruikte tegen de burgerbevolking. De signalen en beelden die naar buiten kwamen via bijvoorbeeld Twitter en Youtube wezen op het gebruik van automatische wapens tegen ongewapende betogers en er werden zelfs sluipschutters en gevechtsvliegtuigen ingezet tegen de burgerbevolking. De Hoge Commissaris voor de Mensenrechten van de Verenigde Naties, Navi Pillay, stelde daarom dat indien die berichten klopten, een no-flyzone boven Libië op zijn plaats. Volgens de EU zou er dan mogelijk sprake zijn van misdaden tegen de menselijkheid. 3 zijn aanhangers onder meer op om de ratten uit hun huizen te jagen en ze aan te vallen. Kom uit jullie huizen en bestorm ze, zei hij met gebalde vuisten. In diezelfde toespraak ontkende hij overigens dat in zijn land onschuldige burgers waren gedood. Met name westerse landen reageerden op de rede van Kadhafi. De Verenigde Staten en de Europese Unie namen sancties tegen zijn regime in overweging. President Barack Obama van de VS zei dat zijn regering alle mogelijkheden bestudeerde. In Europa nam president Nicolas Sarkozy van Frankrijk het voortouw. Hij opperde om alle economische banden met Libië te verbreken en Libische tegoeden in het buitenland te bevriezen. Inmiddels had Groot- Brittannië al maatregelen genomen door wapenverkoop aan Libië stil te leggen. In het verleden waren de militaire betrekkingen tussen beide landen nauw en leverden de Britten wapens en trainingen aan Libische elite-eenheden. Intussen gingen de VS en de VN in overleg Achteraf kan om mogelijke sancties te coördineren. geconstateerd Uiteindelijk werd op 26 februari de eerste worden dat Sarkozy resolutie door de VN- Veiligheidsraad aangenomen die het geweld goed heeft gegokt in Libië veroordeelde. In resolutie 1970 stond onder meer dat tegoeden van de familie Kadhafi en van een aantal vertrouwelingen zouden worden bevroren. 4 Op hetzelfde moment waren de Britten en Amerikanen voorbereidingen aan het treffen voor een mogelijke militaire actie tegen Libië. Uiteindelijk zou het een week later, op 19 maart 2011, tot een NAVO-interventie komen na aanname van Resolutie 1973 door de VN Veiligheidsraad twee dagen eerder. Resolutie 1973 behelsde het militair afdwingen van een no-flyzone om de burgerbevolking te beschermen. Dit na weigering van het regime van kolonel Kadhafi om aan de voorwaarden van Resolutie 1970 te voldoen en door de angst voor een bloedbad in Benghazi; de stad waar de opstand was begonnen. De stad werd op dat moment belegerd door de troepen van Kadhafi. Onder andere Franse gevechtsvliegtuigen zouden, samen met de Amerikanen, meedoen aan de acties. Opvallende afwezige was Duitsland, maar verder was er sprake van trans-atlantische eensgezindheid. Op 23 februari liet Kadhafi voor het eerst zelf van zich horen. In een toespraak op de Libische staatstelevisie zei hij dat hij zou vechten tot de laatste bloeddruppel. Hij dreigde Libië te zuiveren, huis na huis en centimeter voor centimeter. Verder riep hij Sarkozy en de interventie in Libië Op 10 maart erkende Frankrijk als eerste land de Nationale Overgangsraad als de legitieme vertegenwoordiging van het

23 Ap: 2012nr1 23 Libische volk. De stap werd wereldwijd op zijn minst als verrassend ervaren. Tijdens de burgeroorlog, die eindigde op 23 oktober 2011, drie dagen na de dood van kolonel Kadhafi en de val van zijn geboorteplaats Sirte, zouden meer en meer landen het Franse voorbeeld volgen. Ook Duitsland, dat niet mee wilde doen aan de interventie, ging over tot erkenning van de Nationale Overgangsraad. Frankrijk had dus een leidende rol, net als in 1964, toen president de Gaulle de Chinese communisten erkende als de legitieme leiders van hun land. Frankrijk liep voorop met de erkenning van de Volksrepubliek China en in Libië speelde iets soortgelijks. Sarkozy liep op de troepen vooruit door de Libische Nationale Overgangsraad te erkennen. Dat was op het moment dat het regime van kolonel Kadhafi nog verre van verslagen was. De gelijkenis van een Frankrijk dat op de voorgrond wil treden in de wereldpolitiek lijkt daarmee evident. Daarin is een overeenkomst te zien tussen het Frankrijk van De Gaulle en het Frankrijk van Sarkozy. Maar ook indirect is de invloed van De Gaulle nog steeds terug te zien. Sarkozy trad zelf op zijn achttiende toe tot de Gaullistische Union des démocrates pour la Republique (UDR) en lange tijd had, de in 2010 overleden, Philippe Séguin als politiek erfgenaam van De Gaulle een grote invloed op de Franse politiek. Hij was een voorvechter voor de onafhankelijke grandeur van Frankrijk. In de jaren negentig was Séguin peetvader van het sociaalgaullisme : voorstander van een sterke staat, soeverein binnen Europa en zeer actief in het economische en sociale leven. Séguins geestverwant Henri Guaino is Sarkozy s voornaamste adviseur. Met wat fantasie kan zelfs worden geduid op een hernieuwde competitie met de Verenigde Staten. Ook na de dood van Charles de Gaulle, meer dan veertig jaar geleden, is zijn antiamerikanisme een terugkerend element geweest. Denk bijvoorbeeld aan Jacques Chirac die zich in 2003 sterk afkeerde van de invasie van de Amerikanen in Irak. Anne Applebaum, onder andere verbonden aan Foreign Affairs, schreef in een opiniërend artikel in The Washington Post treffend over de rol van Sarkozy in de kwestie Libië. Volgens Applebaum heeft Frankrijk altijd moeite gehad met de Amerikaanse hegemonie en de claim op democratie. De Fransen willen graag een deel van die credits delen. Maar waar De Gaulle de Verenigde Staten uitdaagde in de wetenschap dat Frankrijk veilig onder de nucleaire paraplu van de Verenigde Staten zat, nam Sarkozy in haar ogen veel meer risico: Sarkozy s enthousiasme voor een oorlog waarvan hij de uitkomst niet kan voorspellen komt op een moment dat de NAVO verdeeld is en de Europese Unie sinds haar oprichting de hoeksteen van het buitenlands beleid van Frankrijk zwakker is dan ooit. 9 Achteraf kan geconstateerd worden dat Sarkozy goed heeft gegokt. Daar houden de vergelijkingen met De Gaulle wel op. Dat Frankrijk Een standbeeld van Charles de Gaulle. Waar volgens de auteur De Gaulle het Franse prestige probeerde te vergroten door zich af te zetten tegen de Amerikanen, probeert Sarkozy dat te doen door samenwerking met de VS (foto: Wikimedia)

24 24 Beschouwing Ap: 2012nr1 onder Sarkozy de grandeur zoals De Gaulle die voor zich zag ambieert, lijkt voor zich te spreken. Het is nu wel meer sámen met de Verenigde Staten in een soort tandem, dan tégen de Verenigde Staten. Sarkozy staat bekend als pro-amerikaans. Zo kondigde hij in de campagne voor de presidentsverkiezingen van 2007 al aan dat hij afstand zou doen van het Amerikakritische beleid van zijn voorganger, en tevens partijgenoot, Chirac. Hij zei zelfs te streven naar hartelijke betrekkingen met de VS. 10 Ook zou hij datzelfde jaar de misschien wel meest significante stap van De Gaulle ongedaan maken: Sarkozy loodste Frankrijk weer terug binnen de militaire structuren van de NAVO. Samen met onder andere de Amerikanen gingen de Fransen de troepen van Kadhafi in Libië te lijf. De voortvarendheid waarmee Sarkozy de oppositie in Libië erkende kon binnen en buiten Frankrijk algemeen op lof rekenen. VN-secretaris-generaal Ban Ki-moon prees het leiderschap van de Franse president. Met de geslaagde Franse lobby voor de VN-resolutie in New York, die mede te danken was aan de ervaren minister van Buitenlandse Zaken en oud-premier Alain Juppé, poetste Frankrijk eveneens het blazoen op in de VS. Een algemene regel in de politiek luidt: heb het lef van de Fransen en je zult je nooit vergissen, zou de Amerikaanse senator Lindsay Graham zeggen. Er was echter ook kritiek op de Franse erkenning. Zo had premier Rutte het destijds nog over een gekke stap. Maar al tijdens de burgeroorlog in Libië werd het voorbeeld van Frankrijk gevolgd, net als destijds in Ook uitgesproken critici van de interventie in Libië en de erkenning door Sarkozy zouden de rebellen erkennen op het moment dat het regime van Kadhafi nog vocht voor zijn bestaan. Er valt echter niet te ontkennen dat de interventie in Libië ook goed paste binnen het plan van Sarkozy om zijn imago te verbeteren. Hij is al een aantal keer tijdens zijn presidentschap negatief in de publiciteit gekomen. Bijvoorbeeld door de steun die hij aan zijn zoon Jean gaf toen die voorzitter wilde worden van de organisatie die de rijke stadswijk in Parijs, La Défense, beheert. Andere voorbeelden zijn het financiële schandaal rond L Oréal-erfgename Lilane Bettencourt en Sarkozy s campagne tegen Roma-zigeuners. Sarkozy hoopt dan ook vurig dat de Franse voortrekkersrol in Libië meer betekent dan verhogen van het Franse prestige in het buitenland. Hij deed het slecht in de peilingen. Tijdens een peiling van 9 juni 2011 kon hij hooguit rekenen op vijfendertig procent van de stemmen, terwijl zijn socialistische rivaal François Hollande op bijna twintig procent meer stemmen kon rekenen. Nu lijkt het erop dat Sarkozy het iets beter doet. In een recente peiling, van 12 januari jongstleden, had hij het gat verkleind tot acht procent. De beslissing om Libië binnen te vallen en de oppositie aldaar te erkennen geniet brede steun in Frankrijk, van de linkse oppositie tot en met Sarkozy s rechtse rivaal en partijgenoot Dominique de Villepin. Of het zijn blazoen voldoende oppoetst om dit jaar herkozen te worden tot president, blijft echter de vraag. Waar Sarkozy mogelijkheden ziet om Frankrijk op de kaart te zetten juist door samen te werken met de Amerikanen was dat voor zijn illustere voorganger De Gaulle wel anders. Zijn beslissing om de Volksrepubliek China te erkennen was voor hem juist ingegeven door zijn diep gewortelde scepsis ten aanzien van de VS. In dat kader erkende De Gaulle dan ook de Volksrepubliek China, in de wetenschap dat de Amerikanen geïrriteerd zouden zijn, en dat het enerzijds een goede poging zou zijn om het bipolaire stelsel te doorbreken en anderzijds het verminderde prestige van Frankrijk op te poetsen. In die zin zou je kunnen stellen dat zowel De Gaulle als Sarkozy tijdens hun presidentschap gebruik hebben gemaakt van de Amerikanen. De Gaulle reed ze echter in de wielen, daar waar Sarkozy samen met de Amerikanen op de tandem zit. Gerben Stormbroek is Master of Arts in de Internationale Betrekkingen en journalist. Hij was onder andere werkzaam voor de NOS en RTL en op de afdeling Publieksdiplomatie Pers en Cultuur van de Nederlandse ambassade in Canada. Daarnaast is hij medeauteur van het boek Gedachtenisse van d Engelsche Furie op de Vliestroom en Der Schelling en bestuurslid van Jonge Atlantici. Wilt u reageren? Mail de redactie: redactie@atlcom.nl. 1. Sarkozy ontregelt zijn vrienden en zijn vijanden, NRC Handelsblad, 11 maart 2011, p Protest in Libië slaat over, NRC Handelsblad, 21 februari In het nauw gedreven Kadhafi probeert controle te houden; Deel van oosten Libië bevrijd, steun leider brokkelt af, Trouw, 24 februari VN-Veiligheidsraad Resolutie 1970 (2011). 5. Jean Baliou en Pierre Peletier, Les Affaires Etrangères, pp. 1-2, geciteerd in W.W. Kulski, De Gaulle and the World, The foreign policy of the Fifth French Republic, (Syracuse, VS, 1966), p Garret Martin, Playing the China Card? Revisiting France s Recognition of Communist China, , (VS 2008), p Alain Peyrefitte, C était De Gaulle, Vol. 2. La France reprend sa place dans le monde, (Parijs 1997), p Foreign Relations of the United States Volume XXX China documents 1-10, document 4, brief van president Johnson aan Chiang Kai-Shek, verstuurd door de ambassade van de Verenigde Staten in de Republiek China (Taiwan). 9. Anne Applebaum, France s goals in Libya hit a little closer to home, Washington Post, 28 maart Sarkozy wil betere betrekkingen met de Verenigde Staten, Het Parool, 1 maart 2007.

25 Ap: 2012nr1 25 Reactie Stagnatie en achteruitgang Beeldvorming rond de Westelijke Balkan Hans van den Berg Reactie op: Vooruitgang en stagnatie. De Westelijke Balkan twintig jaar na het uiteenvallen van Joegoslavië door Oliver Rolofs en Jochen Stöger in Atlantisch Perspectief nr. 7, Rolofs en Stöger stellen dat de Europese Unie, indien vastberaden en eenduidig, een doorslaggevende rol kan spelen in het oplossen van nog bestaande conflicten en het verder stabiliseren van de Westelijke Balkan (WB). Op dit belang van Europese integratie valt inderdaad niets af te dingen, doch wel op de WB-benadering die de auteurs hanteren, én op de in mijn visie oneerlijke en onterechte analyse van ontwikkelingen in de Republiek Macedonië (RM). Dat leidt tevens tot andere conclusies. Westelijke Balkan De historische analyse, waarmee het artikel aanvangt, is merendeels juist. Die analyse richt zich op Joegoslavië, en spitst zich daarna toe op Kroatië en Slovenië. Deze inleiding verschaft het artikel een bepaalde geloofwaardigheid, waardoor lezers latere paragrafen mogelijk óók als waarheid ervaren. Ik behoor niet tot deze categorie. Naast het feit dat Kroatië en Slovenië binnen gangbare definities niet (c.q. niet meer) tot de WB behoren, betreft een veel groter bezwaar het gegeven dat de auteurs een land dat wél tot de WB behoort, Albanië, geheel overslaan. Daarmee verliezen de algemene conclusies a priori al veel van hun zeggingskracht. Dat wordt nog verder versterkt door de bepaald merkwaardige, en vooral onjuiste, analyse van de specifieke situatie in de RM. Macedonië Hun stelling is dat de Macedonische premier Nikola Gruevski, als vertegenwoordiger van de Slavisch-Macedonische meerderheid, zowel nationalistisch als autocratisch is te noemen en dat onder kabinet- Gruevski I en II een zogenaamd Slavisch-Macedonisch nationalisme is opgeleefd. De suggestie wordt gewekt dat zulk een politiek leider slechts kan bestaan in een achtergebleven land als de RM, en niet in een geïntegreerd en vooruitstrevend EU-lid als, bijvoorbeeld, Hongarije (zonder hier premier Orbán te willen beledigen). Nationalisme, en ook de beleving van de Macedonische identiteit, is lange tijd onderdrukt geweest bij het Macedonische volk. Kiro Gligorov de onlangs overleden eerste president van de RM merkte geregeld op: Macedonia is all we have, maar liet tegelijk zeer weinig ruimte voor nationalisme en ontkende zelfs de Macedonische identiteit door te stellen: Macedonians are a Slavic people, having come to the Balkans in the 6th century, and have no connection to Alexander the Great and his civilisation. Dit deed hij om nóg een bloedige Joegoslavische afscheiding te voorkomen, de Grieken te paaien, en de internationale gemeenschap gerust te stellen. Dat Gruevski ervoor kiest niet langer de Macedonische identiteit op een dergelijke vergaande wijze te ontkennen, staat niet per se gelijk aan nationalistisch of autocratisch gedrag. Dat nationalisme in de RM toeneemt, is héél wel mogelijk maar dan eerst en vooral dankzij externe factoren en niet als direct beleid van Gruevski. Hierbij zijn twee centra aan te wijzen: Athene en Brussel. Voorts wordt in tegenstelling tot wat de twee auteurs beweren het conflict met Griekenland over de naamkwestie, óók door minderheden in Macedonië, waaronder de etnisch Albanese Macedoniërs, gevoeld als conflict tussen hún land en de Helleense Republiek. Het beperkt zich niet louter tot de (Macedonische) meerderheid van de RM. De RM wordt gedwongen zich af te zetten tegen diverse externe nationalistische krachten. Griekse nationalistische krachten blokkeerden in het verleden Macedonische toegang tot internationale organisaties, ondanks het voldoen aan toetredingscriteria, en richtten óók economische en politieke schade aan via het middel van de boycot. Zo werd de RM gedwongen, via het Interim Akkoord, om nóg meer van haar identiteit prijs te geven. Per saldo is het voor-

26 26 Reactie Ap: 2012nr1 namelijk Griekenland, en niet Gruevski, dat de oorzaak betreft van de tendensen die de auteurs menen waar te nemen. Deze externe druk wordt versterkt door Brussel. Vertraging in het toenaderingsproces tussen Brussel en Skopje is vooral te wijten aan Brusselse stroperigheid. Als gevolg ontstond er tevens een vertraging in het Macedonische (acqui communautaire) implementatieproces, én afnemend enthousiasme voor Euro-Atlantische integratie. De EU gaf voorts aan (vooral in haar Enlargement Strategy, van 14 oktober 2009) dat het voortschrijdende toenaderingsproces tussen de EU en de WB werd/ wordt gehinderd door financiële en economische crises. Die crises raken zowel de WB-landen als de EU-landen. Ook op deze wijze heeft de Helleense Republiek een vertragende werking op de EUtoetreding van de RM. Griekenland had eerder al de Macedonische toetreding tot de NAVO geblokkeerd, hoewel dit in strijd was met het Interim Akkoord (oordeelde ook het Internationale Gerechtshof, ICJ). Echter: daarna werd het kwaad óók voor de toekomst voortgezet. De NAVO liet, niettegenstaande de ICJ uitspraak, recent nog weten dat de RM pas kan toetreden as soon as a mutually acceptable solution to the name issue has been reached. Deze eis werd eerder (in 2008, te Boekarest) niet gesteld, zodat de NAVO de Grieken nu nog steeds een droit de regard geeft over een eventuele Macedonische toekomst binnen de Euro-Atlantische instellingen. Zo bezien is het goed verdedigbaar te stellen dat een eventueel gebrek aan verdere voortgang in het Macedonische hervormingsproces (evenals een groei van nationalisme) niet te wijten is aan Gruevski doch aan het te Athene en Brussel gevoerde beleid ten opzichte van de RM. Per saldo wordt het Europese integratieproces geraakt door regionaal-nationaal beleid (Griekenland); Euro-Atlantisch beleid (EU/ NAVO), evenals een opkomende invloed van anti-europese partijen die geen uitbreiding van de EU wensen en veel minder door politieke leiders binnen de WB zelf. Dat de EU als waardengemeenschap van vrede en vrijheid, democratie en rechtsstaat, evenals van tolerantie en solidariteit, én als s werelds grootste economische zone zichzelf zo danig in de vingers snijdt, en de WB nu steeds meer van zich vervreemdt, moge duidelijk zijn. Systemen als Gallup s Balkan Monitor tonen aan dat de steun voor EU-toetreding afneemt onder de WBbevolkingen, vooral als gevolg van stagnatie die buiten de WB-regio wordt veroorzaakt. Dit betreft óók de WB-landen die al zeer ver zijn gevorderd in hun Europese integratie-inspanningen (in het bijzonder: Kroatië; Macedonië, en Montenegro). Dat is uiterst verontrustend te noemen, en dient geen enkel belang. Straks zijn Brussel en Athene eindelijk mentaal klaar, voor een volgende WB-uitbreidingsronde, om te ontdekken dat ondertussen de WB-bevolkingen (uit frustratie en teleurstelling) alsnog vriendelijk bedanken voor de eer. Dat is een zéér onwenselijke ontwikkeling, gezien vanuit zowel een regionaal-continentaal alsmede mondiaal perspectief. Integratie is de oplossing; niet het meten met twee maten, of het in de WB meer ruimte geven aan nationalisme c.q. andere onwenselijke -ismen. Nederlands-Duitse initiatieven Rond de aanvullende eisen voor de RM (in het kader van NAVO- en/ of EU-toetreding) dringt zich een gelijkenis op met de Nederlandse positie ten opzichte van de Republiek Servië. Nederlandse beleidsmakers opteerden hier voor een geïsoleerde positie, door op zich correct strikt vast te houden aan de beoogde uitlevering van Ratko Mladić en Goran Hadžić. Op het moment dat eindelijk aan die voorwaarden was voldaan, ontstond geen gedeelde EU-positie doch aanvullende eisen rond Kosovo/a (zodat het Servische EUkandidaat-lidmaatschap opschoof). Ook in het geval van Servië werkt dit de kans op toenemend nationalisme in de hand. Het voert te ver alle Nederlands-Duitse initiatieven, waar de auteurs in hun conclusies zo sterk voor pleiten, hier te behandelen. Echter: wie denkt aan Duitsland en de Balkan, denkt automatisch aan Genscher en de vroege erkenning van Kroatië (zonder enige vorm van multilaterale afstemming). Zowel Europa als de WB is beter af zónder dergelijke unilaterale en/of bilaterale initiatieven. Conclusie Als Gruevski werkelijk nationalistisch en autocratisch zou zijn, dan zou hij tevens ongelooflijk stupide zijn. Die indruk geeft hij tot nog toe niet, want als iets een centraal geleide regering tegenwerkt zoals duidelijk werd tijdens de Arabische Lente dan is het communicatie via moderne media. Echter: juist onder Nikola Gruevski is héél Macedonië wifi-bereikbaar geworden (kom daar in Nederland maar eens om); krijgt elke leerling een pc; en daalt het percentage digibeten ondertussen razendsnel. Op economisch vlak past Gruevski de ene revolutie na de andere toe, om buitenlandse investeringen in de RM te doen toenemen. Zo ziet de RM, tegen alle ontwikkelingen in, nog steeds economische vooruitgang. Daarenboven heeft de RM binnen Euro-Atlantisch verband aangetoond de beste leerling van de klas te willen zijn. Helaas werken Brusselse meesters vooralsnog niet erg mee. Hans van den Berg is zelfstandig (Zuidoost-)Europaadviseur en -analist, voor onder meer overheden en het bedrijfsleven. Hij is tevens actief binnen het maatschappelijk middenveld, als bestuurslid van diverse niet-gouvernementele organisaties die zich met de WB bezig houden. Hij publiceerde eerder in AP over de NAVO-toetreding van Albanië. ( Albania into NATO, AP nr. 3, 2009). Wilt u reageren? Mail de redactie: redactie@atlcom.nl.

27 Atlantisch Nieuwsoverzicht Ap: 2012nr1 27 Nieuwsoverzicht op het gebied van de trans-atlantische betrekkingen, Europese veiligheid en het Nederlandse buitenlands beleid Periode 10 december februari 2012 Auteurs Lisanne van Langen en Paul Steeman Bronnen NRC Handelsblad, de Volkskrant, International Herald Tribune, The Washington Post, Financial Times, Le Monde, Frankfurter Allgemeine Zeitung, Jane s Defence Weekly, CNN, BBC News, e-nieuwsbrieven van Eastweek, RFE/RL Balkan Report en ISN Security Watch, en websites van onder meer de NAVO en andere internationale organisaties Nederland Premier Rutte heeft in december een verrassingsbezoek gebracht aan Kunduz. Hij ziet mogelijkheden om de huidige politiemissie uit te breiden door ook grenspolitie te gaan opleiden. Het civiele karakter van de missie zou behouden kunnen blijven. Een maand later was het de beurt aan de fractievoorzitters om de situatie in Kunduz te beoordelen. De reacties van oppositiepartijen GroenLinks, D66 en ChristenUnie, die een sleutelrol spelen in een eventuele uitbreiding van de missie, waren voorzichtig positief. Nederlandse mariniers aan boord van een Nederlands steenstortschip hebben uit zelfverdediging gericht geschoten op piraten in de Arabische Zee. Het is onduidelijk of de mariniers van het Vessel Protection Detachment (VPD) slachtoffers hebben gemaakt onder de piraten. Steeds vaker varen zwaar bewapende mariniers met kwetsbare Nederlandse handelsschepen mee. Nederland gaat de VN-missie UNMISS in Zuid-Soedan ondersteunen met een dertigtal marechaussees, politiefunctionarissen en rule of law-experts. De missie loopt sinds het land onafhankelijkheid vergaarde en moet bijdragen aan het consolideren van stabiliteit en ontwikkeling. Op de South Sudan International Engagement Conference gaf staatssecretaris van Buitenlandse Zaken Ben Knapen aan dat Zuid-Soedan als OS-partnerland kan rekenen op 75 miljoen euro per jaar. Nederland is ook nauw betrokken geweest bij een EU-programma van 900 miljoen euro voor de ontwikkeling van Zuid-Soedan. Minister van Defensie Hans Hillen heeft een bezoek gebracht aan zijn Amerikaanse ambtsgenoot Leon Panetta en viceadmiraal Vinlet. Belangrijkste onderwerpen op de agenda waren bezuinigingen binnen Defensie, Obama s Strategic Defense Review, de komende NAVObijeenkomst in Chicago en het JSFprogramma. Panetta prees Nederland als een sterke leider binnen het bondgenootschap, maar benadrukte dat Nederland de Europese bijdrage aan het bondgenootschap moet versterken. De Adviesraad voor Internationale Vraagstukken (AIV) heeft een adviesrapport uitgebracht aangaande digitale oorlogvoering. Mocht Nederland ooit slachtoffer worden van een cyberaanval, heeft het op basis van artikel 51 van het VN-Handvest het recht zichzelf met geweld te verdedigen. Dit geldt overigens enkel als de impact van de aanval gelijk staat aan een gewapend conflict. Bovendien moet aan strenge voorwaarden worden voldaan, zoals de vereisten van noodzakelijkheid en proportionaliteit. Het rapport adviseert verder een meer geïntegreerde samenwerking met de NAVO en de EU. Donderdag 12 januari werd ook het Nationale Cyber Security Center geopend, dat zich zal richten op cybercriminaliteit. Atlantisch Nieuwsoverzicht Onderzoeksbureau TNS/NIPO deed voor de Atlantische Commissie onderzoek naar de steun voor de NAVO onder de Nederlandse bevolking. Deze blijkt onverminderd groot. Daarnaast verkiest slecht 15% van de respondenten nationale defensie om extra op te bezuinigen, tegenover ontwikkelingshulp (46%), het koningshuis (46%), integratie (37%) en hulp bij oorlogen en wederopbouw (35%). Verenigde Staten Op donderdag 5 januari maakte president Obama plannen bekend om het Amerikaanse leger kleiner en flexibeler te maken. Zo gaan de VS zich meer richten op dreigingen vanuit China en Iran en wordt de aanwezigheid van Amerikaanse troepen in Europa gereduceerd. Het was de eerste keer dat een president een persconferentie in het Pentagon hield. De nieuwe strategie gaat gepaard met ongeveer $487 miljard aan bezuinigingen die het Pentagon de komende tien jaar moet doorvoeren. Het Amerikaanse ministerie van Defensie ontkent de aantijging dat door de plannen de VS niet meer in staat zullen zijn twee grote landoorlogen tegelijkertijd te voeren, ook al stelt het wel dat Amerikaanse grondtroepen niet langer worden getraind om ingezet te worden tijdens langdurige counterinsurgency - missies zoals in Afghanistan en Irak. President Obama laat echter weten dat

28 28 Atlantisch Nieuwsoverzicht Ap: 2012nr1 AMERIKAANSE DEFENSIESTRATEGIE ondanks dat zijn land zich flexibeler zal moeten opstellen, de Verenigde Staten militaire superioriteit zullen behouden. De Republikeinse voorverkiezingen voor het presidentschap zijn van start gegaan met de traditionele Iowa caucus. De gematigd conservatieve kandidaat Mitt Romney leek de eerste psychologische tik uit te delen door met slechts acht stemmen verschil de overwinning binnen te slapen. Echter, na tegenstrijdige berichtgeving rond zoekgeraakte stemmen werd op 21 januari Rick Santorum alsnog tot winnaar uitgeroepen. Inmiddels heeft Romney gewonnen in New Hampshire en Florida, terwijl Newt Gingrich een overwinning behaalde in South Carolina. Woensdag 11 januari markeerde het tienjarig bestaan van Guantanamo Bay (GTMO), de Amerikaanse speciale gevangenis voor terreurverdachten op Cuba. President Obama zei in zijn verkiezingscampagne de gevangenis binnen een jaar te zullen sluiten, maar dit is nog niet gebeurd. Hoewel er geen nieuwe verdachten meer worden opgesloten in GTMO, zitten de 171 gevaarlijkste gevangenen er nog altijd vast, zonder zicht op een eerlijk proces. Europa Václav Havel, dissident en voormalig president van Tsjechië, is op 75-jarige leeftijd overleden. Hij was nauw betrokken bij de demonstraties in 1989 tegen het communistische bewind en architect achter de vreedzame machtsoverdracht. Havel werd door vele politieke leiders geroemd om zijn strijd voor vrijheid, democratie en zijn belangrijke rol in de Europese geschiedenis. Premier Orbán van Hongarije heeft zich moeten verantwoorden voor de Europese Unie. De Europese Commissie heeft haar zorgen geuit over wetten die mogelijk de onafhankelijkheid van rechters en de nationale bank in gevaar brengen. Eerder was er kritiek op een wet die de mediavrijheid in Hongarije ernstig zou beperken. In een onaangekondigd bezoek gaf Orbán voor het Europees parlement aan bereid te zijn het escalerende conflict op te lossen. De betrekkingen tussen Frankrijk en Turkije zijn zwaar onder druk komen te staan. In 2001 werd al door de Franse Senaat besloten de moord op Armeniërs in 1915 te erkennen als genocide. Met de nieuwe wet is het nu ook strafbaar om te ontkennen dat een genocide heeft plaatsgevonden. Erdoğan heeft woedend gereageerd en dreigt met sancties en het terugtrekken van zijn ambassadeur uit Parijs. Een Afghaanse militair heeft op 20 januari vier Franse soldaten gedood. Het is nog onduidelijk of de Taliban achter de aanslag zitten. President Sarkozy besloot alle Franse militaire operaties in Afghanistan tijdelijk stop te zetten. Na een gesprek met president Karzai kwam Sarkozy terug op de aankondiging de Franse troepen vervroegd uit Afghanistan terug te trekken. Turkije De Turkse premier Erdoğan vermoedt dat een terroristische organisatie gepoogd heeft een coup te plegen. Het netwerk zou geleid zijn door generaal Ilker Basbug, voormalig bevelhebber van het leger. Waar Turkse militairen zichzelf beschouwen als beschermer van een seculiere staat, probeert Erdoğan onder druk van de Europese Unie hun macht in te perken. Basbug heeft gezegd dat zijn arrestatie onderdeel is van een lastercampagne. Dit jaar is Turkije zestig jaar lid van de NAVO. Op woensdag 18 januari, tijdens de bijeenkomst van het Militaire Comité, sprak de Turkse minister van Buitenlandse Zaken Ahmet Davutoglu met secretaris-generaal van de NAVO Rasmussen. Daarnaast werd bekend dat een early warning radar station - onderdeel van het NAVO-raketschild in de Turkse stad Malataya in gebruik is genomen. Rusland Het ziet er niet naar uit dat het Westen zal ingrijpen in Syrië zoals het geval was in Libië. In de VN dwarsboomt met name Rusland eventuele hardere maatregelen, omdat het vindt dat Syrië de problemen intern moet oplossen. Minister van Buitenlandse Zaken Sergej Lavrov zei dat Rusland elke poging tot militair ingrijpen zal blokkeren. Op 4 februari spraken de Russische en Chinese delegatie opnieuw een veto uit tegen een VN-resolutie die het geweld tegen de Syrische bevolking door het regime van Assad zou veroordelen. China en Rusland zien een dergelijke resolutie als een eerste stap richting een militaire interventie. Het veto leidde tot groeiende woede en onbegrip binnen de internationale gemeenschap. Rusland heeft op eigen initiatief een resolutie geformuleerd waarin het land het regime van Assad oproept de onderdrukking te beëindigen. Deze resolutie werd verworpen door de VS omdat sancties ontbraken. Rusland, getergd door de westerse acties in Libië, heeft 60 ton munitie aan Syrië geleverd en heeft diverse militaire contracten uitstaan. De nieuwe Amerikaanse ambassadeur in Rusland, Michael McFaul, is niet met open armen ontvangen in Moskou. Hij werd flink bekritiseerd door Russische media en er van beschuldigd achter de demonstraties te zitten. McFaul was nauw betrokken bij de herstart van de VS-Rusland relatie na Obama s aantreden. Poetin heeft de aanhoudende demonstraties toegeschreven aan een complot van de Verenigde Staten. Demonstraties georganiseerd door de oppositie werden wel toegestaan. Op 4 februari trotseerden duizenden Russen de kou om te protesteren tegen de uitslag van de parlementsverkiezingen vorig jaar. AMERIKAANSE DEFENSIESTRATEGIE Atlantisch Nieuwsoverzicht

29 Irak 31 december was de deadline voor de Amerikaanse militairen om te vertrekken uit Irak. De dag waar velen naar uitkeken, uitgeroepen tot Irakdag door premier al-maliki, werd echter gekenmerkt door minstens tien zware aanslagen en luidde een periode in van toenemend sektarisch geweld en politieke instabiliteit. In de eerste maand van 2012 vielen er minstens 458 doden door aanslagen. Het geweld is met name gericht tegen sjiieten. De Britse organisatie Iraq Body Count maakte op 3 januari cijfers openbaar die stellen dat de oorlog in Irak aan in totaal mensen het leven heeft gekost. Bijna tachtig procent hiervan waren burgerslachtoffers. Iran Met het lanceren van twee langeafstandsraketten beëindigde de Iraanse marine op 2 januari haar militaire training in de straat van Hormuz. Beide raketten, één sea-to-shore Qader - raket en één surface-to-sea Nour - raket, werden succesvol gelanceerd. De tiendaagse training leidde tot groeiende spanningen tussen het Westen en Iran. Teheran dreigde met het afsluiten van de straat van Hormuz als de VS nieuwe, zwaardere sancties opleggen. Op 4 januari waarschuwde de commandant van het Iraanse leger de VS om het vliegdekschip USS John C. Stennis niet terug te laten keren naar de Perzische Golf. Generaal Ataollah Salehi zei de waarschuwing niet te zullen herhalen en dat Iran geen irrationele beslissingen zal nemen, maar niet schuwt om hard op te treden tegen iedere dreiging. Ironisch genoeg werden binnen een week na deze woorden dertien Iraanse zeelieden gered nadat hun boot gekaapt was door piraten, en werden er ook zes matrozen van een zinkend vrachtschip gered. Atlantisch Nieuwsoverzicht Ap: 2012nr1 29 Op 8 januari begon president Ahmadinejad aan een reis langs Irans bondgenoten in Latijns-Amerika. Hij bezocht achtereenvolgens Venezuela, Cuba, Nicaragua en Ecuador. Westerse media doopten de reis om tot tour of tyrants. Op 9 januari maakte Iran bekend dichtbij het in gebruik nemen van een tweede nucleaire fabriek om uranium te verrijken te zijn. De nieuwe locatie is beter afgeschermd en zal volgens experts veel moeilijker uit te schakelen zijn dan de kernreactor die Iran al heeft. De Amerikaanse minister van Defensie Leon Panetta liet weten dat de nieuwe locatie de VS dwingt een verandering in beleid door te voeren. In plaats van Iran van nuclear capability af te houden zal Amerika zich nu meer richten op het tegengaan van het omzetten van deze mogelijkheid in een wapen. Op 11 januari kwam een Iraanse atoomwetenschapper om bij een bomaanslag in de hoofdstad Teheran. Ayatollah Khamenei houdt de inlichtingendiensten CIA en Mossad verantwoordelijk voor de moord. De aanslag voedt de speculaties over een covert war die de Israëlische en westerse inlichtingendiensten tegen Iran zouden voeren. Atlantisch Nieuwsoverzicht Op 24 januari kondigde de EU strengere sancties aan tegen het regime van Ahmadinejad. De sancties bevriezen de tegoeden van de Iraanse centrale bank en blokkeren de import van Iraanse olie. Verder wordt het ook verboden petrochemische apparatuur en technologie te exporteren en wordt de handel in diamanten en waardevolle metalen aan banden gelegd. Israël Volgens een hoge functionaris binnen het Amerikaanse ministerie van Defensie zou Leon Panetta hebben gezegd dat Israël mogelijk in de maanden april, mei of juni Iran gaat aanvallen. Israël wil hiermee voorkomen dat Iran een nucleaire bom kan ontwikkelen. Panetta heeft het bericht noch bevestigd, noch ontkend. Als tweede onderdeel van de gevangenenruil tussen Israël en de Palestijnen werden op 18 december 550 gevangenen vrijgelaten. In oktober werden al 477 gevangen vrijgelaten in de eerste fase van de ruil voor de Israëlische soldaat Gilad Shalit. Israëlische en Palestijnse onderhandelaars hervatten op 3 januari de vredesbesprekingen die al ruim een jaar stil lagen. Het doel van de Een Amerikaanse vliegdekschip vaart door de Straat van Hormuz. Iran dreigde de Straat, een belangrijke scheepvaartroute, af te sluiten als reactie op westerse sancties gericht tegen het vermeende Iraanse nucleaire programma (foto: U.S. Navy/Kenneth Abbate)

Militairen hebben geen nationale grenzen meer

Militairen hebben geen nationale grenzen meer Militairen hebben geen nationale grenzen meer Een interview met C-LAS Mart de Kruif Maarten Katsman Op 25 oktober 2011 nam luitenant-generaal Mart de Kruif het commando over de Koninklijke Landmacht over

Nadere informatie

Van veelzijdig naar pasklaar

Van veelzijdig naar pasklaar 4 Ap: 2012nr1 Van veelzijdig naar pasklaar De toekomst van de Nederlandse krijgsmacht Kees Homan en Dick Zandee Op de Balkan, in Afrika en in het Midden-Oosten heeft de Nederlandse krijgsmacht aangetoond

Nadere informatie

Van veelzijdig naar pasklaar

Van veelzijdig naar pasklaar Van veelzijdig naar pasklaar De toekomst van de Nederlandse krijgsmacht Kees Homan en Dick Zandee Op de Balkan, in Afrika en in het Midden-Oosten heeft de Nederlandse krijgsmacht aangetoond te kunnen deelnemen

Nadere informatie

Een pasklare krijgsmacht voor Nederland

Een pasklare krijgsmacht voor Nederland Een pasklare krijgsmacht voor Nederland Kees Homan en Dick Zandee Repliek op diverse reacties op: Van veelzijdig naar pasklaar. De toekomst van de Nederlandse krijgsmacht door Kees Homan en Dick Zandee

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 34 775 X Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Defensie (X) voor het jaar 2018 Nr. 25 NOTA VAN WIJZIGING Ontvangen 17 november

Nadere informatie

Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Defensie (X) voor het jaar 2018

Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Defensie (X) voor het jaar 2018 Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Defensie (X) voor het jaar 2018 NOTA VAN WIJZIGING Ontvangen Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd: De begrotingsstaat van het Ministerie

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 32 164 Beschermingsmiddelen tegen geïmproviseerde explosieven Nr. 2 BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der

Nadere informatie

maatschappijwetenschappen pilot vwo 2019-I

maatschappijwetenschappen pilot vwo 2019-I Opgave 2 Defensiesamenwerking in Europa Bij deze opgave horen tekst 3, figuur 1 en tekst 4. Inleiding In december 2017 is in de Europese Unie (EU) op het gebied van defensie een Permanente Gestructureerde

Nadere informatie

HDAB Aanvulling stand van zakenbrief Afghanistan: nazorg, counter insurgency opleiding en eigen vuur incident

HDAB Aanvulling stand van zakenbrief Afghanistan: nazorg, counter insurgency opleiding en eigen vuur incident Postbus 20701 2500 ES Den Haag Telefoon (070) 318 81 88 Fax (070) 318 78 88 Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Plein 2 2511 CR Den Haag Afschrift aan de Voorzitter van de Eerste

Nadere informatie

De VVD kiest bewust voor veelzijdig inzetbare krijgsmacht

De VVD kiest bewust voor veelzijdig inzetbare krijgsmacht De VVD kiest bewust voor veelzijdig inzetbare krijgsmacht De toekomst van de Nederlandse defensie André Bosman Reactie op: Van veelzijdig naar pasklaar. De toekomst van de Nederlandse krijgsmacht door

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 33 763 Toekomst van de krijgsmacht Nr. 57 BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag,

Nadere informatie

de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Plein CR Den Haag

de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Plein CR Den Haag > Retouradres Postbus 20701 2500 ES Den Haag de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Plein 2 2511 CR Den Haag Ministerie van Defensie Plein 4 MPC 58 B Postbus 20701 2500 ES Den Haag www.defensie.nl

Nadere informatie

De visie van de ChristenUnie op de Krijgsmacht

De visie van de ChristenUnie op de Krijgsmacht De visie van de ChristenUnie op de Krijgsmacht Samenvatting Vrijheid is het verdedigen waard. Onze vrijheid, en de vrijheid van onze medemens. In Nederland, Europa, het Westen, in de wereld. De krijgsmacht

Nadere informatie

Meer Europese defensiesamenwerking is bittere noodzaak

Meer Europese defensiesamenwerking is bittere noodzaak Meer Europese defensiesamenwerking is bittere noodzaak Mark Waanders Al decennialang wordt hoog opgegeven van de politieke, militaire en financiële voordelen van meer defensiesamenwerking in Europa, niet

Nadere informatie

de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Plein CR Den Haag S Reactie op verzoek 08-DEF-B-183

de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Plein CR Den Haag S Reactie op verzoek 08-DEF-B-183 Postbus 20701 2500 ES Den Haag Telefoon (070) 318 81 88 Fax (070) 318 78 88 Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Plein 2 2511 CR Den Haag Datum 1 december 2008 Ons kenmerk Onderwerp

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 33 279 Internationale militaire samenwerking Nr. 5 BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

Europese veiligheid vereist Europese militaire capaciteiten

Europese veiligheid vereist Europese militaire capaciteiten Europese veiligheid vereist Europese militaire capaciteiten Dick Zandee Europese defensiesamenwerking is niet nieuw. De omstandigheden zijn wel veranderd. Alleen vergaande internationale samenwerking maakt

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 28 676 NAVO Nr. 162 BRIEF VAN DE MINISTERS VAN BUITENLANDSE ZAKEN EN DEFENSIE Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag,

Nadere informatie

Samen uit, samen thuis

Samen uit, samen thuis ARTIKEL Samen uit, samen thuis Internationale defensiesamenwerking in een veranderde wereld Margriet Drent & Dick Zandee Internationale samenwerking is noodzaak, zo is het motto op Defensie sinds 2012.

Nadere informatie

DMO\DB\ Vragen VCD aangaande lucht-grondwaarnemingscapaciteit ISAF III.

DMO\DB\ Vragen VCD aangaande lucht-grondwaarnemingscapaciteit ISAF III. Postbus 20701 2500 ES Den Haag Telefoon (070) 318 81 88 Fax (070) 318 78 88 Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Plein 2 2511 CR Den Haag Datum 20 januari 2009 Ons kenmerk Onderwerp

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 29 521 Nederlandse deelname aan vredesmissies Nr. 324 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN Vastgesteld 19 september 2016 De vaste commissie voor Defensie

Nadere informatie

de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Plein CR Den Haag Datum Inleiding

de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Plein CR Den Haag Datum Inleiding > Retouradres Postbus 20701 2500 ES Den Haag de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Plein 2 2511 CR Den Haag Ministerie van Defensie Plein 4 MPC 58 B Postbus 20701 2500 ES Den Haag www.defensie.nl

Nadere informatie

rust zetten. rust gezet) Commandant der Strijdkrachten.

rust zetten. rust gezet) Commandant der Strijdkrachten. 1 Toespraak van de komend Commandant der Strijdkrachten, generaal Middendorp, bij de aanvaarding van het commando over de Nederlandse krijgsmacht op 28 juni 2012 te Den Haag. Let op: Alleen gesproken woord

Nadere informatie

Regeerakkoord Gevolgen voor Defensie

Regeerakkoord Gevolgen voor Defensie Regeerakkoord 2011-2015 Gevolgen voor Defensie 8 april 2011 Wat ik u kan meedelen Niet Gevolgen voor u persoonlijk Gedetailleerde consequenties van de maatregelen Wel Genomen maatregelen Planning om tot

Nadere informatie

Flitspeiling NAVO. Opinieonderzoek naar het draagvlak voor de NAVO onder het Nederlands publiek. Ministerie van Defensie

Flitspeiling NAVO. Opinieonderzoek naar het draagvlak voor de NAVO onder het Nederlands publiek. Ministerie van Defensie Flitspeiling NAVO Opinieonderzoek naar het draagvlak voor de NAVO onder het Nederlands publiek Inleiding en onderzoeksverantwoording Op verzoek van het ministerie van Defensie heeft Veldkamp een flitspeiling

Nadere informatie

7 november 2014. Onderzoek: Wapenindustrie

7 november 2014. Onderzoek: Wapenindustrie 7 november 2014 Onderzoek: Over het EenVandaag Opiniepanel Het EenVandaag Opiniepanel bestaat uit ruim 30.000 mensen. Zij beantwoorden vragenlijsten op basis van een online onderzoek. De uitslag van de

Nadere informatie

Datum 5 december 2016 Betreft Kabinetsappreciatie van het Implementation plan on Security and Defence

Datum 5 december 2016 Betreft Kabinetsappreciatie van het Implementation plan on Security and Defence > Retouradres Postbus 20701 2500 ES Den Haag de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Plein 2 2511 CR Den Haag Ministerie van Defensie Plein 4 MPC 58 B Postbus 20701 2500 ES Den Haag www.defensie.nl

Nadere informatie

Internationale samenwerking: van keuze naar noodzaak

Internationale samenwerking: van keuze naar noodzaak drs. D. Zandee marineblad juni 2012 Internationale maritieme samenwerking 19 Internationale samenwerking: van keuze naar noodzaak Krijgsmachten blijven nationaal, maar opereren voornamelijk in internationaal

Nadere informatie

Defensie en Nationale Veiligheid

Defensie en Nationale Veiligheid Defensie en Nationale Veiligheid Kolonel Piet Hagenaars Regionaal Militair Commandant Noord 20 februari 2018 HQ Royal Netherlands Army 1.PzDiv 11 Airmobile Brigade 13 Light Brigade 43 Mechanised Brigade

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 28 676 NAVO Nr. 130 BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 26 mei 2011 Graag bied

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG 1 > Retouradres Postbus 16950 2500 BZ Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 16950 2500 BZ Den Haag www.nctv.nl

Nadere informatie

EMBARGO TOT 17 SEPTEMBER Samenvatting/factsheet nota In het belang van Nederland

EMBARGO TOT 17 SEPTEMBER Samenvatting/factsheet nota In het belang van Nederland Samenvatting/factsheet nota In het belang van Nederland Nederland is met haar open samenleving en economie afhankelijk van de wereld om zich heen. De nota sluit daarom naadloos aan bij de Internationale

Nadere informatie

En marge van de ministeriële bijeenkomst tekende ik tevens enkele documenten om de internationale defensiesamenwerking verder te verdiepen.

En marge van de ministeriële bijeenkomst tekende ik tevens enkele documenten om de internationale defensiesamenwerking verder te verdiepen. > Retouradres Postbus 20701 2500 ES Den Haag de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Plein 2 2511 CR Den Haag Ministerie van Defensie Plein 4 MPC 58 B Postbus 20701 2500 ES Den Haag www.defensie.nl

Nadere informatie

Een pasklare krijgsmacht voor Nederland

Een pasklare krijgsmacht voor Nederland Ap: 2012nr3 17 Een pasklare krijgsmacht voor Nederland Kees Homan en Dick Zandee op diverse reacties op: Van veelzijdig naar pasklaar. De toekomst van de Nederlandse krijgsmacht door Kees Homan en Dick

Nadere informatie

HET LEGER. Waarom heeft. Nederland. Informatie voor scholieren. De Nederlandse krijgsmacht in het kort

HET LEGER. Waarom heeft. Nederland. Informatie voor scholieren. De Nederlandse krijgsmacht in het kort HET LEGER Uitgave: Ministerie van Defensie Directie Voorlichting en Communicatie April 2006 www.defensie.nl Informatie voor scholieren De Nederlandse krijgsmacht in het kort In deze folder vertel ik je

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 27 925 Terroristische aanslagen in de Verenigde Staten Nr. 40 BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

Schriftelijke vragen Van Bommel over de arrestatie van een Afghaanse burger in Kamp Holland en het gebruik van particuliere beveiligingsbedrijven

Schriftelijke vragen Van Bommel over de arrestatie van een Afghaanse burger in Kamp Holland en het gebruik van particuliere beveiligingsbedrijven Postbus 20701 2500 ES Den Haag Telefoon (070) 318 81 88 Fax (070) 318 78 88 Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Plein 2 2511 CR Den Haag Datum 29 februari 2008 Ons kenmerk D/2008003878

Nadere informatie

ISAF III Deployment Task Force

ISAF III Deployment Task Force ISAF III Deployment Task Force C-DTF Kolonel Henk Morsink 1 Deployment Task Force Mission Statement Taken Eenheden en Middelen Planning Voorbereiding 2 Mission Statement Schep als Deployment Task Force

Nadere informatie

Defensie na de kredietcrisis: Een kleinere krijgsmacht in een onrustige wereld

Defensie na de kredietcrisis: Een kleinere krijgsmacht in een onrustige wereld Defensie na de kredietcrisis: Een kleinere krijgsmacht in een onrustige wereld 8 april 2011 Toekomst krijgsmacht Wat we doen, doen we goed eerste klas mensen eerste klas spullen Toegeven op het voortzettingsvermogen

Nadere informatie

van de TFU, Welkom thuis! Eindhoven.

van de TFU, Welkom thuis! Eindhoven. Toespraak van de minister van Defensie, E. van Middelkoop, bij de terugkeer van de laatste Task Force Uruzgan, Vliegbasis Eindhoven, 8 augustus 2010. Let op: Alleen gesproken woord geldt! Commandant van

Nadere informatie

Datum 5 juni 2018 Betreft Reactie op het conceptrapport Inzet Nederlandse krijgsmacht voor VN-missie in Mali. Geachte heer Visser,

Datum 5 juni 2018 Betreft Reactie op het conceptrapport Inzet Nederlandse krijgsmacht voor VN-missie in Mali. Geachte heer Visser, > Retouradres 2500ES 's-gravenhage Ministerie van Defensie Plein 4 Postbus 20701 2500 ES Den Haag www.defensie.nl Ministerie van Buitenlandse Zaken Rijnstraat 8 2515 XP Den Haag Postbus 20061 2500 EB Den

Nadere informatie

DEN HAAG. Aandachtspunten bij de begroting 2014 van de minister van Defensie

DEN HAAG. Aandachtspunten bij de begroting 2014 van de minister van Defensie Algemene Rekenkamer BEZORGEN Lange Voorhout 8 De Voorzitter van de Tweede Kamer der Postbus 20015 Staten-Generaal Binnenhof 4 2500 EA Den Haag T 070 3424344 070 3424130 DEN HAAG E vooriichting@rekenkamer.nl

Nadere informatie

Defensie onder Rutte: worstelen en pasklaar bovenkomen

Defensie onder Rutte: worstelen en pasklaar bovenkomen Kees Homan Defensie onder Rutte: worstelen en pasklaar bovenkomen Na anderhalf jaar regeren kwam door het mislukte Catshuisoverleg op 23 april jl. een einde aan het kabinet-rutte. Deze bijdrage behandelt

Nadere informatie

3 september 2014. Onderzoek: Internationale spanningen en conflicten

3 september 2014. Onderzoek: Internationale spanningen en conflicten 3 september 2014 Onderzoek: Internationale spanningen en conflicten Over het EenVandaag Opiniepanel Het EenVandaag Opiniepanel bestaat uit ruim 30.000 mensen. Zij beantwoorden vragenlijsten op basis van

Nadere informatie

TRANSATLANTIC TRENDS 2004 NETHERLANDS

TRANSATLANTIC TRENDS 2004 NETHERLANDS TRANSATLANTIC TRENDS 2004 NETHERLANDS Q1. Denkt u dat het voor de toekomst van Nederland het beste is als wij actief deelnemen in de wereldpolitiek of moeten wij ons niet in de wereldpolitiek mengen? 1

Nadere informatie

persbericht 1 COVM Grote Defensie-oefening Falcon Autumn in midden-, oost- en noord-nederland 1 vib. L.auvardsn [Nr. LWI/c s3/ Koninklijke Luchtmacht

persbericht 1 COVM Grote Defensie-oefening Falcon Autumn in midden-, oost- en noord-nederland 1 vib. L.auvardsn [Nr. LWI/c s3/ Koninklijke Luchtmacht 4S Koninklijke Luchtmacht COVM vib. L.auvardsn [Nr. LWI/c s3/ Datum 26juli208 Ministerie van Defensie Defensie Helikopter Commando Vliegbasis Gilze-Rijen persbericht wwwiuchtmacht.ni Contactpersoon Sectie

Nadere informatie

Krijgsmacht van de toekomst: politiek is nu aan zet

Krijgsmacht van de toekomst: politiek is nu aan zet Ko Colijn, Margriet Drent, Kees Homan, Jan Rood, Dick Zandee Krijgsmacht van de toekomst: politiek is nu aan zet Eerder dit jaar presenteerde Instituut Clingendael een eigen visie op de krijgsmacht van

Nadere informatie

de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Plein CR Den Haag Datum 1 oktober 2014 Betreft Inzet van tolken bij Defensie

de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Plein CR Den Haag Datum 1 oktober 2014 Betreft Inzet van tolken bij Defensie > Retouradres Postbus 20701 2500 ES Den Haag de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Plein 2 2511 CR Den Haag Ministerie van Defensie Plein 4 MPC 58 B Postbus 20701 2500 ES Den Haag www.defensie.nl

Nadere informatie

de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Plein CR Den Haag Datum Betreft Inzetbaarheidsrapportage eerste helft 2018

de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Plein CR Den Haag Datum Betreft Inzetbaarheidsrapportage eerste helft 2018 Ministerie van Defensie Plein 4 MPC 58 B Postbus 20701 2500 ES Den Haag www.defensie.nl > Retouradres Postbus 20701 2500 ES Den Haag de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Plein 2 2511 CR

Nadere informatie

Den Haag, 27 juni vaste commissie voor Defensie. Procedurevergadering Datum: donderdag 29 juni 2017 Tijd:

Den Haag, 27 juni vaste commissie voor Defensie. Procedurevergadering Datum: donderdag 29 juni 2017 Tijd: Den Haag, 27 juni Herziene agenda i.v.m. toevoeging agendapunt 20 Voortouwcommissie: vaste commissie voor Defensie Volgcommissie(s): BuZa i.v.m. agendapunt 2, 5, 6, 12 EU i.v.m. agendapunt 6, 12 FIN i.v.m.

Nadere informatie

Een wetenschappelijke poster verduidelijkt resultaat van een onderzoek. Het is een combinatie van schriftelijke en mondelinge presentatie.

Een wetenschappelijke poster verduidelijkt resultaat van een onderzoek. Het is een combinatie van schriftelijke en mondelinge presentatie. Een wetenschappelijke poster verduidelijkt resultaat van een onderzoek. Het is een combinatie van schriftelijke en mondelinge presentatie. Stap-voor-stap een poster maken voor een presentatie 1. Maak eerst

Nadere informatie

Welkom op dit symposium met de pakkende titel Cybercrime, de digitale vijand voor ons allen.

Welkom op dit symposium met de pakkende titel Cybercrime, de digitale vijand voor ons allen. Speech Erik Akerboom, Secretaris-generaal Ministerie van Defensie Symposium KVNRO Cybercrime, de digitale vijand voor ons allen Donderdag 20 november, KMA te Breda Dames en heren, Welkom op dit symposium

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2000 2001 26 900 Defensienota 2000 Nr. 33 BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal s-gravenhage, 13 november

Nadere informatie

Toespraak bij de lancering van het Defensie Cyber Commando door de Minister van Defensie, J.A. Hennis-Plasschaert op 25 september 2014 te Den Haag.

Toespraak bij de lancering van het Defensie Cyber Commando door de Minister van Defensie, J.A. Hennis-Plasschaert op 25 september 2014 te Den Haag. Toespraak bij de lancering van het Defensie Cyber Commando door de Minister van Defensie, J.A. Hennis-Plasschaert op 25 september 2014 te Den Haag. Let op: Alleen het gesproken woord geldt! De lancering

Nadere informatie

Toespraak Nederlands Genootschap voor Internationale Zaken Dames, heren,

Toespraak Nederlands Genootschap voor Internationale Zaken Dames, heren, Toespraak Nederlands Genootschap voor Internationale Zaken Dames, heren, Een minister van Defensie is zich elke dag bewust van de ontwikkelingen in de wereld. Deze ontwikkelingen dwingen hem voortdurend

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2015 2016 33 694 Internationale Veiligheidsstrategie G BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Den Haag,

Nadere informatie

Wat gaat er goed en wat kan er beter?

Wat gaat er goed en wat kan er beter? Wat gaat er goed en wat kan er beter? KVNRO Symposium 10 november 2016 Prof. dr. Rob de Wijk HCSS/Universiteit Leiden Naar een Zero Risk maatschappij Postmodern Europa Succesvol overheidsbeleid: echte

Nadere informatie

'Get Organized' Gebruik de deugd in de nood. Wapensysteemmanagement als een vitaliserende en innoverende kracht

'Get Organized' Gebruik de deugd in de nood. Wapensysteemmanagement als een vitaliserende en innoverende kracht 'Get Organized' Gebruik de deugd in de nood Wapensysteemmanagement als een vitaliserende en innoverende kracht Organisatie Schout-bij-nacht ir. K. Visser Directeur Wapensystemen 4 november 2011 Ingrijpende

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 30 806 Onbemande vliegtuigen (UAV) Nr. 47 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN DEFENSIE Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

De Landmacht van Morgen

De Landmacht van Morgen De Landmacht van Morgen Dare to ride the winds of change! De kern van het operationele concept van het Commando Landstrijdkrachten is de Landmacht van Morgen: veelzijdig, adaptief en (inter)nationaal ingebed

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 28 676 NAVO Nr. 278 BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 26 oktober 2017 Inleiding

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 28 676 NAVO Nr. 174 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 27 februari 2013 De vaste commissie voor Defensie heeft een aantal vragen

Nadere informatie

Koninklijke Hoogheid, dames en heren,

Koninklijke Hoogheid, dames en heren, Toespraak minister Eimert van Middelkoop voor de opening van het symposium Strategische samenwerking met het bedrijfsleven Sourcing, een kwestie van keuzes maken, Koninklijke Militaire Academie, Breda,

Nadere informatie

de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Plein CR Den Haag Datum A-brief project Vervanging mijnenbestrijdingscapaciteit

de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Plein CR Den Haag Datum A-brief project Vervanging mijnenbestrijdingscapaciteit Ministerie van Defensie Plein 4 MPC 58 B Postbus 20701 2500 ES Den Haag www.defensie.nl > Retouradres Postbus 20701 2500 ES Den Haag de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Plein 2 2511 CR

Nadere informatie

S Instandhoudingsprogramma Walrusklasse onderzeeboten

S Instandhoudingsprogramma Walrusklasse onderzeeboten Postbus 20701 2500 ES Den Haag Telefoon (070) 318 81 88 Fax (070) 318 78 88 Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Plein 2 2511 CR Den Haag Afschrift aan de Voorzitter van de Eerste

Nadere informatie

Vragen & antwoorden: de Europese Vredesfaciliteit

Vragen & antwoorden: de Europese Vredesfaciliteit 13/06/2018-10:55 FAQS Vragen & antwoorden: de Europese Vredesfaciliteit Vandaag stelt hoge vertegenwoordiger Federica Mogherini, met de steun van de Commissie, een Europese Vredesfaciliteit (EVF) voor.

Nadere informatie

Lijst van vragen en antwoorden Vastgesteld 21 juni 2016

Lijst van vragen en antwoorden Vastgesteld 21 juni 2016 27 925 Bestrijding internationaal terrorisme Nr. 593 Herdruk 1 Lijst van vragen en antwoorden Vastgesteld 21 juni 2016 De vaste commissie voor Buitenlandse Zaken heeft een aantal aanvullende vragen voorgelegd

Nadere informatie

van de juiste contacten, is natuurlijk bij het VNO-NCW ongeëvenaard.

van de juiste contacten, is natuurlijk bij het VNO-NCW ongeëvenaard. Concept-inleiding staatssecretaris van Defensie, Henk van Hoof, ter gelegenheid van de presentatie van het Platform Defensie - Bedrijfsleven, Pulchristudio, Den Haag, 3 november 1999 Graag geef ik een

Nadere informatie

DAGORDER. Twee mensen die de afgelopen jaren zo hebben gevochten voor Defensie, voor onze krijgsmacht.

DAGORDER. Twee mensen die de afgelopen jaren zo hebben gevochten voor Defensie, voor onze krijgsmacht. DAGORDER Collega s, Minister Hennis en generaal Middendorp zijn dinsdagavond afgetreden. Twee mensen die de afgelopen jaren zo hebben gevochten voor Defensie, voor onze krijgsmacht. En nu zijn ze op deze

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 29 521 Nederlandse deelname aan vredesmissies Nr. 359 BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 33 750 X Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Defensie (X) voor het jaar 2014 Nr. 46 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN Vastgesteld

Nadere informatie

DE PUBLIEKE OPINIE EN HET EUROPA VAN DE DEFENSIE: Resultaten van een Europese opiniepeiling

DE PUBLIEKE OPINIE EN HET EUROPA VAN DE DEFENSIE: Resultaten van een Europese opiniepeiling DE PUBLIEKE OPINIE EN HET EUROPA VAN DE DEFENSIE: Resultaten van een Europese opiniepeiling In het lange proces van de uitbouw van een gemeenschappelijk veiligheids- en defensiebeleid vertegenwoordigt

Nadere informatie

Het leger. Doel: Na deze opdracht weet je meer over het leger. Je kunt vertellen wat het leger doet en waarom we een leger hebben.

Het leger. Doel: Na deze opdracht weet je meer over het leger. Je kunt vertellen wat het leger doet en waarom we een leger hebben. Het leger Thema: Bestaat vrede? Samenleving Nederland De overheid Moeilijkheid; *** Tijd: *** Juf Yvonne Doel: Na deze opdracht weet je meer over het leger. Je kunt vertellen wat het leger doet en waarom

Nadere informatie

Bouwen op Baghlan, Uruzgan en Kunduz: opties voor een Nederlandse bijdrage aan de NAVO-trainingsmissie Resolute Support in Afghanistan

Bouwen op Baghlan, Uruzgan en Kunduz: opties voor een Nederlandse bijdrage aan de NAVO-trainingsmissie Resolute Support in Afghanistan #30 JUNI 2014 Bouwen op Baghlan, Uruzgan en Kunduz: opties voor een Nederlandse bijdrage aan de NAVO-trainingsmissie Resolute Support in Afghanistan De huidige situatie in Irak maakt nog eens duidelijk

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag Bezuidenhoutseweg 67 2594 AC Den Haag Postbus 20061 Nederland www.rijksoverheid.nl Contactpersoon S. Kaasjager T 070-3485230

Nadere informatie

Datum juni 2016 Betreft Antwoorden op aanvullende schriftelijke vragen inzake de inzet van de Nederlandse F-16 s boven Syrië

Datum juni 2016 Betreft Antwoorden op aanvullende schriftelijke vragen inzake de inzet van de Nederlandse F-16 s boven Syrië > Retouradres Postbus 20701 2500 ES Den Haag de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Plein 2 2511 CR Den Haag Ministerie van Defensie Plein 4 MPC 58 B Postbus 20701 2500 ES Den Haag www.defensie.nl

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag Bezuidenhoutseweg 67 2594 AC Den Haag Postbus 20061 Nederland www.rijksoverheid.nl Plein 4 MPC 58 B Postbus 20701 2500 ES

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 27 830 Materieelprojecten Nr. 91 BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 26 september

Nadere informatie

de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Plein CR Den Haag

de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Plein CR Den Haag > Retouradres Postbus 20701 2500 ES Den Haag de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Plein 2 2511 CR Den Haag Ministerie van Defensie Plein 4 MPC 58 B Postbus 20701 2500 ES Den Haag www.defensie.nl

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1997 1998 25 600 X Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Defensie (X) voor het jaar 1998 Nr. 55 BRIEF VAN

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 34 550 V Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2017 Nr. 76 BRIEF VAN DE MINISTER VAN

Nadere informatie

De trends van twintig jaar Defensie

De trends van twintig jaar Defensie Analyse De trends van twintig jaar Defensie De motie-van der Staaij in historisch perspectief Lo Casteleijn Komend voorjaar maakt het kabinet ter uitvoering van de motie-van der Staaij (SGP), die verhoging

Nadere informatie

2018D36649 LIJST VAN VRAGEN

2018D36649 LIJST VAN VRAGEN 2018D36649 LIJST VAN VRAGEN De vaste commissie voor Buitenlandse Zaken heeft een aantal vragen voorgelegd aan de Minister van Buitenlandse Zaken, de Minister van Defensie, de Minister voor Buitenlandse

Nadere informatie

Straaljagers en politici; geen gelukkige combinatie. Hans Heerkens Faculteit Management & Bestuur

Straaljagers en politici; geen gelukkige combinatie. Hans Heerkens Faculteit Management & Bestuur Straaljagers en politici; geen gelukkige combinatie Hans Heerkens Faculteit Management & Bestuur Wat gaan we doen? De opvolging van de F-16 De kandidaten De JSF Is de JSF de beste keuze? Conclusies Ik

Nadere informatie

Incidentele inzet Europese buitengrenzen

Incidentele inzet Europese buitengrenzen Incidentele inzet Europese buitengrenzen ISAF/TF55 Staf Special Operations Task group 1-3 SF-teams ISAF/TFU/RDTF Marinierscompagnie (+) Fire Support Team Lichte genie Maritieme Explosieven Opruimingsdienst

Nadere informatie

Hoeveel investeren is duurzaam?

Hoeveel investeren is duurzaam? DE BAKKER EN BEERES Hoeveel investeren is duurzaam? Defensie heeft moeite om de eindjes aan elkaar te knopen. Dat komt niet alleen door de bezuinigingen, maar ook omdat de behoefte aan investeren groter

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 33 763 Toekomst van de krijgsmacht 34 000 X Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Defensie (X) voor het jaar 2015 Nr. 72

Nadere informatie

1red , NOS, Gesprek met de minister-president, Ned.2, uur

1red , NOS, Gesprek met de minister-president, Ned.2, uur 1red18248 29-06-2007, NOS, Gesprek met de minister-president, Ned.2, 22.50 uur MINISTER-PRESIDENT BALKENENDE, NA AFLOOP VAN DE MINISTERRAAD, OVER HET ONDERZOEK NAAR EVENTUELE VERLENGING VAN DE MISSIE IN

Nadere informatie

Christen Unie: - Defensie: Het beschikbaar stellen van een veelzijdige krijgsmacht aan de internationale rechtsorde.

Christen Unie: - Defensie: Het beschikbaar stellen van een veelzijdige krijgsmacht aan de internationale rechtsorde. Opdracht door Dylan 1380 woorden 30 december 2016 6,3 3 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer Maatschappijleer PvdA: - Defensie: De PvdA zet zich internationaal in voor vrede en veiligheid; we komen op

Nadere informatie

Europa moet, ook voor defensie!

Europa moet, ook voor defensie! Europa moet, ook voor defensie! Dick Zandee De economische wereldcrisis heeft grote gevolgen voor defensie. Het budget staat onder druk, met directe gevolgen voor de operationele inzetbaarheid en de toekomstige

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 28 676 NAVO Nr. 185 BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 2 juli 2013 Hierbij

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag. Datum 15 maart 2013 Betreft EUTM Somalië. Geachte voorzitter,

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag. Datum 15 maart 2013 Betreft EUTM Somalië. Geachte voorzitter, Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag Ministerie van Buitenlandse Zaken Bezuidenhoutseweg 67 2594 AC Den Haag Postbus 20061 Nederland www.rijksoverheid.nl Ministerie

Nadere informatie

Generaal Middendorp: we houden missies niet meer vol

Generaal Middendorp: we houden missies niet meer vol Generaal Middendorp: we houden missies niet meer vol Marno de Boer en Meindert van der Kaaij 9 februari 2017 Phil Nijhuis DEFENSIE Volgens generaal Tom Middendorp is er fors extra geld nodig om de strijdkrachten

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek Defensie-uitgaven dalen nu twee jaar

Centraal Bureau voor de Statistiek Defensie-uitgaven dalen nu twee jaar Centraal Bureau voor de Statistiek Defensie-uitgaven dalen nu twee jaar Fred Arkesteijn en Rudolf Timmermans Den Haag, 17 september, 2012 Defensie-uitgaven dalen nu twee jaar Fred Arkesteijn en Rudolf

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1996 1997 25 243 Uitbreiding van de NAVO en de stabiliteit in Europa Nr. 4 BRIEF VAN DE MINISTERS VAN BUITENLANDSE ZAKEN EN VAN DEFENSIE Aan de Voorzitter

Nadere informatie

Belangen: Macht van de Eerste Kamer

Belangen: Macht van de Eerste Kamer Belangen: Macht van de Eerste Kamer Korte omschrijving werkvorm: Aan de hand van een werkblad ontdekken leerlingen dat de plannen van het kabinet waarschijnlijk wel door de Tweede Kamer komen, maar niet

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1993-1994 23 400 X Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van hoofdstuk X (Ministerie van Defensie) voor het jaar 1994 Nr. 54 BRIEF

Nadere informatie

TOETSINGSKADER 2014 Inleiding

TOETSINGSKADER 2014 Inleiding TOETSINGSKADER 2014 Inleiding Op 28 juni 1995 boden de ministers van Buitenlandse Zaken en van Defensie de Tweede Kamer een toetsingskader aan dat kon dienen ter structurering van de gedachtewisseling

Nadere informatie

de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Plein CR Den Haag

de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Plein CR Den Haag Ministerie van Defensie Plein 4 MPC 58 B Postbus 20701 2500 ES Den Haag www.defensie.nl > Retouradres Postbus 20701 2500 ES Den Haag de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Plein 2 2511 CR

Nadere informatie

Vervoer gevaarlijke stoffen

Vervoer gevaarlijke stoffen Vervoer gevaarlijke stoffen binnen Defensie Edwin van de Ven Inhoud Defensie Uitzonderingspositie Defensie Voorbereidingen (Gereedstelling) We vertrekken. We doen ons werk. We gaan weer naar huis.. 2 Defensie

Nadere informatie