Flora en fauna Fort Honswijk onderzoek

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Flora en fauna Fort Honswijk onderzoek"

Transcriptie

1 17784 Flora en fauna Fort Honswijk onderzoek

2 17784 Colofon Titel : Projectnummer:.. : Opdrachtgever... : Gemeente Houten Postbus DA Houten Datum : 7 november 2017 Status rapport... : eindrapport Bestand : eind1.0.wpd Opdrachtnemer.. : De Groene Ruimte BV Sportstraat GH Wageningen tel dgr@dgr.nl Handtekening voor akkoord directie, Naam : ir. P.A.W.M. Raaijmakers Handtekening:... : Auteursrecht.... : De auteursrechten van dit rapport rusten bij zowel opdrachtgever als opdrachtnemer, tenzij schriftelijk anders is/wordt overeengekomen. Alleen degenen bij wie het auteursrecht rust zijn gerechtigd het rapport voor eigen gebruik te vermenigvuldigen, te verspreiden of toe te passen, alsook om het ter informatie aan derden openbaar te maken tegen onderling (= zij bij wie het auteursrecht rust) overeengekomen voorwaarden (kosten, citeren, gebruiken, wijzigen etc). Aansprakelijkheid. : Raadpleging van en eventuele verdere handelingen met/op basis van het door De Groene Ruimte BV geleverde product vallen buiten elke verantwoordelijkheid van opdrachtgever en/of De Groene Ruimte BV.

3 INHOUD 1. INLEIDING HERSTEL- EN HERONTWIKKELINGSWERKZAAMHEDEN FORT HONSWIJK WERKWIJZE Bronnenonderzoek Veldonderzoek Toetsing WET NATUURBESCHERMING EN NATUURNETWERK NEDERLAND Toetsing aan Wet natuurbescherming Toetsing NatuurNetwerk Nederland FLORA Bronnen Veldonderzoek VLEERMUIZEN Bronnenonderzoek Veldonderzoek Resultaten per object Gebouw A: poortgebouw Gebouw B: werkplaats Gebouw B1: betonnen kokerschietbaan Gebouw C: remise Gebouw D: magazijn Gebouw E: magazijn Object E1: golfplaten loods Object E2: golfplaten loods Gebouw F: magazijn Gebouwen G, G1 en K: remise, poterne en contrescarp Gebouw H: magazijn Gebouw I: torenfort Gebouw M: kazemat Gebouw N: loods Gebouw O: garage/werkplaats Gebouw P: eetzaal Object P2: prefab garage Gebouw S: kantoorgebouw Gebouw T: fortwachterswoning Gebouw U: kantoorgebouw Gebouw V: werkplaats Gebouw Y: wachtgebouw Groep lindebomen nabij gebouw F en gebouw M OVERIGE ZOOGDIEREN Bronnen- en veldonderzoek Soorten Effect van het verwijderen van opslag VOGELS Uilen

4 8.2. Overige vogelsoorten met jaarrond beschermde nesten Overige vogelsoorten OVERIGE SOORTEN Paddestoelen Vissen, amfibieën, reptielen en ongewervelden SAMENVATTING RESULTATEN Wet Natuurbescherming Natuur Netwerk Nederland Natuurlijk systeem Fort Honswijk KAARTEN Bijzondere plantensoorten fort Honswijk Waarnemingen zwermgedrag torenfort en contrescarp, eerste verdieping Waarnemingen zwermgedrag torenfort en contrescarp, begane grond Waarnemingen zwermgedrag torenfort en contrescarp, kelder 2

5 1. INLEIDING Fort Honswijk, gelegen aan de Lek bij Houten, is onderdeel van de Nieuwe Hollandse Waterlinie. Het fort en enkele aangrenzende weilanden zijn in november 2016 in bezit gekomen van de gemeente Houten. De gemeente wil het fort in historische staat terugbrengen en herontwikkelen. Daartoe wil de gemeente onder andere inzicht hebben op de natuurwaarden van Fort Honswijk. In voorliggende onderzoeksrapportage zijn de veldresultaten opgenomen van de veldonderzoeken die in het najaar van 2016 en het voorjaar en de zomer van 2017 zijn uitgevoerd. In hoofdstuk 2 zijn de maatregelen beschreven die de gemeente wil nemen om het fort in historische staat terug te brengen en te herontwikkelen. In hoofdstuk 3 is toegelicht hoe het onderzoek is uitgevoerd. De resultaten van het uitgevoerde onderzoek zijn verwoord in hoofdstuk 4 tot en met 9. De resultaten zijn samengevat in hoofdstuk 10. In dat hoofdstuk wordt ook kort het natuurlijk systeem van Fort Honswijk beschreven. Als bijlage zijn kaarten toegevoegd met de resultaten van het flora-onderzoek en van het zwermgedrag van vleermuizen. Slotgracht nabij ingang fort 3

6 Gebouwen op Fort Honswijk (bron: Dienst Landelijk Gebied, 2014) gebouw A ca poortgebouw gebouw B 1959 werkplaats gebouw B schietbaan gebouw C ca remise gebouw D ca magazijn gebouw E 19-D magazijn gebouw E1 20-II loods gebouw E2 20-II loods gebouw F ca magazijn gebouw G ca remise gebouw G1 1846/75 poterne gebouw H ca magazijn gebouw I 1846 toren gebouw K ca contrescarpgalerij gebouw M ca kazemat gebouw N 20-II loods gebouw O 20-II garage/werkplaats gebouw P 1945 eetzaal gebouw P2 20-II garage gebouw S 20-II kantoor gebouw T ca fortwachterswoning gebouw U 20-II kantoor gebouw V 20-II werkplaats gebouw Y 20-II wachtgebouw Een toelichting op de individuele gebouwen is opgenomen in het Ruimtelijk kwaliteitskader voor herontwikkeling (Dienst Landelijk Gebied, 2014). 4

7 2. HERSTEL- EN HERONTWIKKELINGSWERKZAAMHEDEN FORT HONSWIJK Om het fort in historische staat terug te brengen en te herontwikkelen zijn de komende periode verschillende werkzaamheden noodzakelijk. In hoofdlijnen zullen de uit te voeren werkzaamheden bestaan uit sloop, restauratie en/of ingebruikname van enkele gebouwen, verwijderen van opslag van grondgedekte gebouwen en snoeien van beplantingen op het noordelijk deel van de fortomwalling. Ten behoeve van de restauratie en herontwikkeling van Fort Honswijk zal in 2018 door de gemeente een masterplan worden opgesteld. Vooruitlopend op het masterplan zijn in 2017 de volgende gebouwen gesloopt: E1 golfplaten loods; E2 golfplaten loods; S bakstenen kantoorgebouw, eenlaags, met plat bitumen dak; U bakstenen kantoorgebouw, eenlaags, met plat bitumen dak; Y bakstenen wachtgebouw, eenlaags, met flauw hellend bitumen dak. Tevens is van een aantal grondgedekte gebouwen de opslag verwijderd. Deze werkzaamheden hebben pas plaatsgevonden nadat is vastgesteld dat er geen beschermde soorten zouden worden verstoord dan wel nadat door de provincie ontheffing was verleend (S, U en Y). 5

8 3. WERKWIJZE 3.1. Bronnenonderzoek In het bronnenonderzoek zijn de volgende bronnen(groepen) betrokken. Signaleringskaartenviewer natuur provincie Utrecht (NNN). Het gebruik van de Signaleringskaartenviewer resulteert in een uitgebreid overzicht met kaarten van ecologische waarden van het geselecteerde gebied. Daarmee wordt een goed inzicht verkregen van de algemene natuurwaarde van het geselecteerde gebied. Nationale Databank Flora en Fauna (NDFF). In de NDFF zijn voor het aangegeven zoekgebied de waarnemingen van vaatplanten, zoogdieren, vogels reptielen en amfibieën en dagvlinders nagegaan, voor de periode Op basis van de resultaten voor deze soortengroepen zijn vervolgens de waarnemingen opgevraagd van Gewone dwergvleermuis, Ruige dwergvleermuis, Gewone grootoorvleermuis, Franjestaart, Rosse vleermuis, Watervleermuis, Baardvleermuis/Brandts vleermuis, Steenuil, Kerkuil, Havik en Sperwer. De resultaten zijn verwerkt in de besprekingen per soortengroep. Vleermuisrapportages die door opdrachtgever zijn aangeleverd en die door De Groene Ruimte via internet zijn opgespoord 1). Zoekgebied NDFF 3.2. Veldonderzoek Fort Honswijk. is in de periode najaar 2016 tot en met zomer/herfst 2017 voor de verschillende soorten(groepen) volgens onderstaand schema gericht nader onderzoek uitgevoerd. Het onderzoeksgebied is hierna op kaart begrensd. De werkwijze voor de verschillende soorten(groepen) is bij de bespreking van de betreffende soorten(groepen) beschreven. 1) Zie bronnenlijst. 6

9 Overzicht veldbezoeken 2016 en 2017 Datum en tijd Wie Doel Weersomstandigheden u-20.45u RN/ PIE vleermuizen en Kerkuil (gebouw V) grotendeels bewolkt, 12 o C, weinig wind, droog u-20.05u RN vleermuizen grotendeels bewolkt, 12 o C, windkracht 2-3, droog u-15.20u RN vleermuizen in winterverblijven; veldcheck op te kronen bomen en te snoeien bosschages RN/ PHI plaatsen cameravallen; veldcheck op te kronen bomen en te snoeien bosschages RN vleermuizen in winterverblijven; veldcheck op aanwezigheid Ransuil in bosschages; check cameravallen RN ophalen cameravallen RN wintertelling vleermuizen deels zonnig, deels bewolkt, 12 o C, weinig wind en droog grotendeels bewolkt, 6 o C, weinig wind, droog vrijwel geheel helder, 2 o C, weinig wind en droog u-20.35u RN Steenuil half bewolkt, 6 o C, windkracht u-20.45u RN Steenuil, Ransuil, Kerkuil geheel bewolkt, 10 o C, windkracht 2 (west) u-22.20u RN Steenuil, Ransuil, Kerkuil half bewolkt, 14 o C, windkracht 1-2 (west) u-22.30u RN/ JM u-23.25u RN/ JM u-05.35u RN/ JM vleermuizen geheel bewolkt, regenachtig (motregen en soms buien) 9-10 o C, windkracht 2-3 (west) vleermuizen half bewolkt, droog, 10-8 o C, windkracht 1 (noord) vleermuizen half bewolkt, droog, 18 o C, windkracht 2-3 (zuidwest) u-15.30u MB flora zwaar bewolkt, regen, 11 o C, windkracht u-00.00u RN Ransuil en roepende uilen algemeen half bewolkt (in de nacht zou er onweer zijn), droog, 22 o C, windkracht 3-4 (zuidwest) u-12.50u RN broedgevallen aanvankelijk vrijwel onbewolkt, later grotendeels bewolkt, droog, 18 o C, windkracht 3-4 (zuid) u-13.50u RN Steenuil, Ransuil, Kerkuil half bewolkt, 24 o C, windkracht 2 (west) u-05.30u RN/ JM u-23.00u RN/ JM u-00.30u RN/ PR u-23.30u RN/ JM u-21.40u RN/ JM u-23.30u RN/ PIE vleermuizen lichte regen en geheelbewolkt, 16 o C, windkracht 2 vleermuizen droog, half bewolkt, 19 o C, windkracht 2-3 vleermuizen droog, vrijwel helder, o C, windkracht 1 vleermuizen droog, tweederde bewolkt, 15 o C, windkracht 1 vleermuizen tweederde bewolkt, droog, 17 o C, windkracht 1 Bft vleermuizen half bewolkt, droog, 12 o C, windkracht 3-4 Bft 7

10 Begrenzing onderzoeksgebied 8

11 3.3. Toetsing Wet natuurbescherming (Wnb) De voorgenomen werkzaamheden ( handeling ) dienen aan de Wet natuurbescherming (Wnb) te worden getoetst. Daarbinnen worden gebiedsbescherming, soortenbescherming en bescherming van houtopstanden onderscheiden. Gebiedsbescherming Voor de gebiedsbescherming is gekeken of het plangebied in de omgeving van een Natura 2000-gebied is gelegen en of de werkzaamheden een negatief effect op een of meer Natura 2000-gebieden zou kunnen hebben. Soortenbescherming Voor de soortenbescherming zijn de resultaten van de bronnen- en veldinventarisaties geanalyseerd, waarbij is gekeken naar het vóórkomen van beschermde soorten en de mogelijke verstoring als gevolg van de werkzaamheden (samen: handeling ). Bescherming van houtopstanden De op de grondgedekte gebouwen aanwezige begroeiing is ontstaan uit spontane opslag door achterstallig onderhoud, zijnde geen bos plantsoen of bos. Vanuit de Wnb is deze begroeiing niet aan te merken als houtopstand; de bovengrens van 10 are voor een kapmelding is daarom hier niet van toepassing. De meidoorn-beplantingen op de fortomwalling zijn niet spontaan ontstaan maar zijn aangeplant; de totale oppervlakte is meer dan 10 are. NatuurNetwerk Nederland (NNN) Het NatuurNetwerk Nederland is het netwerk van bestaande en nieuw aan te leggen natuurgebieden. Het netwerk moet natuurgebieden beter verbinden met elkaar en met het omringende agrarisch gebied. Het netwerk kent een provinciale uitwerking. Bij werkzaamheden dient nagegaan te worden of de wezenlijke kenmerken en waarden worden aangetast. Daarbij geldt het nee-tenzij-principe. De werkzaamheden zijn getoetst aan de wezenlijke kenmerken en waarden van het NNN in Utrecht. Impressie van de omwalling en de gracht aan de oostzijde van het fort 9

12 4. WET NATUURBESCHERMING EN NATUURNETWERK NEDERLAND 4.1. Toetsing aan Wet natuurbescherming Gebiedsbescherming Fort Honswijk ligt niet in of nabij een habitatrichtlijn- of vogelrichtlijngebied Het dichtst bij liggende Natura 2000-gebied is Lingegebied en Diefdijk-Zuid (70) op ca. 5 km. De voorgenomen werkzaamheden zullen geen invloed hebben op de gebieden die middels de Wet natuurbescherming zijn beschermd. Ligging onderzoeksgebied (rode stip) ten opzichte van Natura 2000-gebieden Soortenbescherming De in 2017 uitgevoerde sloop van de opstallen E1, E2, S, U en Y is vooraf getoetst op effecten op beschermde soorten, waarna voor zover noodzakelijk ontheffing is aangevraagd; sloop heeft niet eerder plaatsgevonden dan nadat goedkeuring dan wel ontheffing was verkregen. Of er bij verdere werkzaamheden beschermde soorten worden verstoord, dient t.z.t. te worden getoetst aan de voorgenomen werkzaamheden. Bescherming houtopstanden De begroeiingen op de grondgedekte gebouwen worden niet tot houtopstanden in de zin van de Wnb gerekend; verwijdering daarvan is wat dit onderdeel van de Wnb betreft niet ontheffingsplichtig. Verwijdering van begroeiingen op de fortomwalling zullen t.z.t. aan dit onderdeel van de Wnb moeten worden getoetst. 10

13 4.2. Toetsing NatuurNetwerk Nederland In de rechter figuur zijn de begrenzing van het NatuurNetwerk Nederland (NNN, (groen) en de opstallen die men wil slopen of herontwikkelen (rood) aangegeven. Daaruit blijkt dat van de gesloopte opstallen er drie binnen het NNN liggen: E1 (golfplaten loods); E2 (golfplaten loods); Y (bakstenen wachtgebouw, 1-laags, flauw hellend bitumen dak). Het middenterrein ligt niet in het NNN. NNN (groen), te slopen opstallen (rood) op Fort Honswijk (zwart omlijnd) Voor ingrepen in het NNN geldt in Utrecht het nee tenzij-principe. Hiervoor dient te worden nagegaan of de voorgenomen werkzaamheden 2) een significant negatief effect hebben op het NNN. In dat kader zijn de effecten van de voorgenomen werkzaamheden op de volgende zes onderdelen getoetst: ì bestaande en potentiële waarden ecosysteem, incl. vereiste omgevingsfactoren; í robuustheid en aaneengeslotenheid van het NNN; î aanwezigheid bijzondere soorten; ï de verbindingsfunctie van het gebied voor soorten en ecosystemen; ð behoud van oppervlakte; ñ behoud van samenhang. Ad ì. Bestaande en potentiële waarden ecosysteem, incl. vereiste omgevingsfactoren Er vinden geen werkzaamheden plaats die omgevingsfactoren zoals bodem en water aan zouden kunnen tasten. Ook vinden er geen structurele veranderingen in terreintypen en dergelijke plaats. Aantasting van bestaande en potentiële waarden van het ecosysteem is derhalve niet aan de orde. Ad í. Robuustheid en aaneengeslotenheid van het NNN De fysieke ecologische structuur (beplantingen, oppervlakte) wordt behouden. Daarom worden de robuustheid en aaneengeslotenheid van het NNN niet beïnvloed door de voorgenomen werkzaamheden. Ad. î. Aanwezigheid bijzondere soorten Fort Honswijk staat bekend om o.a. de belangrijke vleermuisfuncties. Indien de voorgenomen werkzaamheden zó worden uitgevoerd dat de aanwezigheid van deze en eventueel andere aangetroffen soorten niet wordt verstoord, dan blijft de functionaliteit behouden. Ad ï. De verbindingsfunctie van het gebied voor soorten en ecosystemen De verbindingsfunctie van fort Honswijk voor soorten en ecosystemen wordt niet door de werkzaamheden beïnvloed, omdat de fysieke ecologische structuur (beplantingen) die daarin een rol zou kunnen spelen wordt gehandhaafd. 2) Voor zover ten tijde van het veldonderzoek bekend. 11

14 Ad ð. Behoud van oppervlakte Door de geplande werkzaamheden worden geen delen van fort Honswijk aan de oppervlakte van het NNN onttrokken. De oppervlakte van het NNN wordt derhalve niet door de werkzaamheden beïnvloed. Ad ñ. Behoud van samenhang Op fort Honswijk vinden geen dusdanige veranderingen in terreintypen of oppervlakte plaats dat op fort Honswijk aan dat oppervlaktes van biotopen worden verkleind of aan het NNN worden onttrokken. De samenhang van het NNN wordt daarom niet door de werkzaamheden beïnvloed. 12

15 5. FLORA Om inzicht te krijgen in de aanwezigheid van beschermde of anderszins bijzondere plantensoorten zijn een bronnenonderzoek en een veldonderzoek uitgevoerd Bronnen NDFF Ter voorbereiding van het veldwerk is in de Nationale Databank Flora en Fauna (NDFF) gezocht naar alle bekende plekken van planten binnen het plangebied. Van alle waargenomen plantensoorten is een selectie van 25 minder algemene soorten gemaakt. Deze selectie omvatte de in het verleden aangetroffen soorten van de oude Flora- en Faunawet (Aardaker, Zwanenbloem), de soorten van de Rode Lijst (Bevertjes, Gewone agrimonie, Kamgras, Kattendoorn, Ruige weegbree en Zacht vetkruid) en een aantal kenmerkende of attractieve soorten zoals alle varens, Goudhaver en Veldgerst. De meeste van bovengenoemde soorten zijn de laatste vijf jaar niet aangetroffen in het plangebied. De recent aangetroffen soorten zijn: Gewone agrimonie; Gewone bermzegge; Goudhaver; Kamgras; Kruisdistel; Veldgerst; Watergentiaan; Wede; Zacht vetkruid. Overige bronnen Muurflora is in 2008 onderzocht (Groen, 2008). Destijds is alleen Muurvaren en Eikvaren aangetroffen op het torenfort; deze muurflora is niet beschermd. Uit een onderzoek van Dienst Landelijk Gebied (2008) blijken Tongvaren en Brede wespenorchis op het fort voor te komen. Kamgras Goudhaver 13

16 Op de dijk rond het fort is eerder een bijzonder vegetatie met onder andere Kamgras, Veldgerst en Goudhaver aangetroffen. De soorten wijzen op een langdurig ongestoorde grazige vegetatie (Van Groen en Sluis, 2009). De houtige gewassen zijn in detail beschreven door Van Groen en Sluis (2009). Opvallend is dat er veel boomsoorten zijn benoemd. Een deel van de soorten is aanwezig dankzij aanplant, andere soorten hebben zich zelfstandig gevestigd (op delen met veel zand Haagbeuk en Beuk en enkele Tamme kastanjes). Verder worden verschillende soorten esdoorns genoemd, waaronder Gewone esdoorn, Suikeresdoorn en Veldesdoorn. Overige genoemde soorten zijn Paardenkastanje, iepen (rijen), Plataan en lindebomen, Ruwe berk (enkele), Zoete kers (enkele) en een enkele grote Zomereik naast Zwarte els en Hazelaar. Op de wal staan veel Eenstijlige meidoorn en Vlier met af en toe Hondsroos. Langs noord- en oostzijde staan knotwilgen Veldonderzoek Het veldonderzoek heeft bestaan uit een gerichte inspectie op muurplanten van te slopen opstallen en een verkennend flora-onderzoek op het hele terrein in het najaar van 2016, gevolgd door een gericht flora-onderzoek op 6 juni Muurflora en verkennend onderzoek 2016 Bij het verkennende flora-onderzoek in najaar 2016 werd op geen van de te slopen gebouwen muurflora aangetroffen die volgens de toen geldende Flora- en faunawet beschermd waren of die volgens de nieuwe Wet Natuurbescherming momenteel beschermd zijn. Bij hetzelfde verkennende flora-onderzoek werd geconstateerd dat op de contrescarp en gebouw E, M, A en H een gevarieerde kruidenvegetatie aanwezig was, die echter langzaam verdrongen werd door ruigtesoorten, opslag van houtige gewassen en Dauwbraam. Op de contrescarp werden nog soorten als agrimonie spec., Glad walstro, Knoopkruid en Pastinaak vastgesteld. Vegetatie op contrescarp (links) en torenfort (rechts) 14

17 Gericht flora-onderzoek 2017 Op 6 juni 2017 is het gehele plangebied gericht op planten doorzocht 3). Alle waarnemingen zijn op kaart vastgelegd. Van vier eerder aangetroffen soorten die in de bronnen worden genoemd en die middels de voormalige Flora- en Faunawet waren beschermd 4) zijn er in 2017 twee aangetroffen: N Tongvaren is aangetroffen op één locatie in de binnenplaats van het torenfort; N Brede wespenorchis is tweemaal aangetroffen; eenmaal in het struweel tegenover gebouw U en eenmaal achter gebouw B; N Aardaker en Zwanenbloem zijn niet aangetroffen. Van zes eerder aangetroffen soorten van de Rode Lijst zijn er in 2017 drie teruggevonden en is een nieuwe soort aangetroffen: N Gewone agrimonie is aangetroffen op de contrescarp van het torenfort en op twee locaties tussen gebouw B en gebouw E; N Zacht vetkruid is op vier locaties op de strekdam aangetroffen. De soort was hiervan niet bekend. In het verleden is de soort aangetroffen op het overslagterrein van het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden (HDSR); N Kamgras komt regelmatig voor in de graslanden: in de schapenwei, in de wei met geiten, in het weiland bij de achteringang en op de landtong langs de Lek; N Korenbloem (nieuw); deze soort is waarschijnlijk ingezaaid met een zaadmengsel. In het torenfort zijn drie muurplanten aangetroffen; deze hebben geen speciale beschermde status, maar dragen wel bij aan de meerwaarde van het fort: N de eerder genoemde Tongvaren op één locatie in de binnenplaats van het torenfort; N Gewone eikvaren éénmaal in het kozijn van het grote laadraam op de eerste verdieping; N Muurvaren op verscheidende plaatsen in de binnenplaats van het torenfort, maar steeds in kleine aantallen. In een groot gedeelte van de graslanden komen bijzondere grassoorten voor. Naast Kamgras zijn dit vooral Goudhaver en Veldgerst. Kamgras en Veldgerst zijn soorten die niet goed bestand zijn tegen een frequent maaibeheer. N Goudhaver is in bijna alle percelen met grasland aangetroffen, maar het zwaartepunt ligt op de strekdam en in de graslanden ten westen van het fort. Ook in de graslanden langs beide toegangswegen (hoofingang en achteringang) komt Goudhaver veel voor. N Veldgerst heeft zijn zwaartepunt in de schapenweide ten zuiden van het torenfort. Er was een oud weiland met veel Veldgerst en Kamgras, maar dit perceel is nu omgevormd tot een parkeerplaats, waardoor deze locatie verloren is gegaan. Veldgerst kom nog wel voor in het perceel naast de parkeerplaats, dus mogelijk vestigt deze soort zich opnieuw. Dat zal wel afhangen van het beheer van de parkeerplaats. Een attractieve, positieve verruigingssoort is Echte kruisdistel. Deze soort komt veel voor op de strekdam en de graslanden ten westen van het fort. Kruisdistel is één van de eerste soorten van kenmerkende rivierbegeleidende graslanden. Samen met Zacht vetkruid en Goudhaver vormt het een goede basis voor het vóórkomen van andere bijzondere soorten. 3) 4) Marcel Baartmans; 6 juni 2017, 10.00u u; zwaar bewolkt, regen, 11 o C, windkracht 5-6. Sinds de invoering van de Wet natuurbescherming (1 januari 2017) zijn geen van deze vier soorten nog langer beschermd. 15

18 Verspreid door het terrein zijn de volgende andere opvallende soorten aangetroffen: N Doornappel is een kenmerkende soort van de duinen en het rivierengebied. De soort is éénmaal aangetroffen bij gebouw S; N Echt bitterkruid is een soort van droge, matig voedselrijke graslanden. Het is aangetroffen op de contrescarp. N Gewone bermzegge is een minder algemene zeggesoort. De soort werd aangetroffen in de weilanden ten westen van het fort en in een zoom tussen gebouw B en gebouw E; N Grote ratelaar is eveneens een soort van matig voedselrijke graslanden. De soort staat net buiten het plangebied, in een berm van de Lekdijk; N Heksenmelk is ook een karakteristieke soort uit het rivierengebied. Er is één locatie met een grote groeiplaats van deze soort in een zoom tussen gebouw B en gebouw E; N Wouw is een soort van droge graslanden en ruigtes. De soort is aangetroffen op het grondgedekte gebouw M en in de omgeving van gebouw U, op de plaats waar struweel is verwijderd. Verwijdering van opslag op de grondgedekte gebouwen en de omwalling kan een gunstig effect hebben op de ontwikkeling van kruidenrijke vegetatie en heeft geen negatief effect op beschermde plantensoorten. Bestaande kruidenrijke vegetatie op grondgedekte gebouwen zijn het behouden waard vanwege bijzondere soorten. Maaien en afvoeren is daarbij het juiste beheer. Maaisel kan eventueel gebruikt worden om de gewenste kruidenrijke vegetatie uit te breiden op grondgedekte gebouwen en omwalling. De aangetroffen bijzondere plantensoorten zijn op kaart weergegeven (zie volgende figuur en bijlagen). 16

19 Aangetroffen plantensoorten op het fort 17

20 6. VLEERMUIZEN Om inzicht te krijgen in de aanwezigheid van beschermde of anderszins bijzondere plantensoorten zijn een bronnenonderzoek en een veldonderzoek uitgevoerd Bronnenonderzoek De verschillende functies van de gebouwen op het fort Honswijk zijn uitgebreid onderzocht en beschreven (Jansen et al., 2010). Er zijn op fort Honswijk 10 vleermuissoorten aangetroffen. Het Torenfort en Contrescarp zijn de belangrijkste gebouwen voor vleermuizen. Het gaat hier om overwintering van tenminste 300 vleermuizen en om een zwermlocatie voor tenminste 1000 vleermuizen. Het belang is hier zeer groot op zowel regionale als nationale schaal. In het rapport van Jansen et al. (2010) zijn ook functies voor vleermuizen van andere gebouwen op het fort benoemd Veldonderzoek De vleermuizen op Fort Honswijk zijn in de periode oktober 2016 tot begin oktober 2017 intensief geïnventariseerd. Uitgangspunt voor de inventarisatie is het Vleermuisprotocol (Vleermuisvakberaad Netwerk Groene Bureaus et al., 2013). In 2016 zijn in totaal vijf veldbezoeken gebracht. Dit deel van het veldonderzoek van 11 oktober tot en met 20 december was in hoofdzaak gericht op een aantal bijgebouwen van fort Honswijk. Van de vijf in 2016 uitgevoerde veldbezoeken waren er twee winterbezoeken, specifiek gericht op het vaststellen dan wel uitsluiten van overwinterende vleermuizen in die gebouwen. Op 5 februari 2017 is door vrijwilligers, samen met De Groene Ruimte 5), in het torenfort een gerichte wintertelling uitgevoerd. In 2017 zijn in de periode april tot en met begin oktober in totaal negen vleermuisbezoeken uitgevoerd. Daarnaast zijn is er bij twee bezoeken voor uilen waarnemingen van vleermuizen met de batdetector gedaan en is het torenfort tweemaal overdag bezocht met betrekking tot vleermuizen in het torenfort. 5) Rienk Noordhuis. 18

21 6.3. Resultaten per object Gebouw A: poortgebouw Het gebouw betreft een monumentaal poortgebouw. Gebouw A. Poortgebouw Bronnen Uit bronnenonderzoek zijn geen vaste verblijfplaatsen van vleermuizen bekend uit dit pand. Veldbezoeken en : Ten zuiden van gebouw A is een plataan aangetroffen met een holte die waarschijnlijk in gebruik is als paarplaats van Ruige dwergvleermuis : Achter een deur in de onderdoorgang werden twee Gewone dwergvleermuizen aangetroffen. 19

22 Veldbezoeken : Tijdens de jaarlijkse wintertelling werden geen overwinterende vleermuizen vastgesteld. Op deze dag is vastgesteld dat het verwijderen van struiken en opslag naar verwachting geen significant effect zou hebben op vleermuisfuncties. Conclusies gebouw A Er zijn geen vaste verblijfplaatsen van vleermuizen in het gebouw aangetroffen. Overwintering van Gewone dwergvleermuizen vindt incidenteel plaats. In een Plataan ten zuiden van gebouw A is een waarschijnlijke paarplaats van Ruige dwergvleermuis aanwezig. Bij eventueel opkronen van deze boom dient deze holte behouden te blijven. Tijdens de wintertelling is vastgesteld dat de opslag die op het gebouw aanwezig was geen significant belang had voor vleermuizen. De opslag is verwijderd. 20

23 Gebouw B: werkplaats Het gebouw is een voormalige werkplaats. Het gebouw was niet in gebruik maar de ruimtes zijn eind 2017 verhuurd. Gebouw B. Werkplaats (zuidzijde) Bronnen Bij het onderzoek van 2010 (Jansen et al.) bleek dat in de spouwruimte van dit pand een kolonieverblijfplaats aanwezig was met circa 35 Gewone dwergvleermuizen. Ook werd het pand gebruikt door kleine groepjes Gewone dwergvleermuizen. Veldbezoeken en : Het gebouw is niet specifiek bezocht maar er zijn wel enkele Gewone dwergvleermuizen waargenomen bij het gebouw. Ten noordoosten van gebouw B is een Tamme kastanje met een holle tak aangetroffen. Bij het opkronen van deze boom moet de tak behouden blijven. Veldbezoeken : Bij de oostelijke roldeur werden talrijke sporen van Gewone dwergvleermuis aangetroffen; ook werden enkele jagende Gewone dwergvleermuizen vastgesteld. Duidelijk is op basis van de hoeveelheid mest dat hier een belangrijke verblijfplaats is in de spouwruimte. Er zijn meerdere open stootvoegen als invliegopening in gebruik : Gebouw B was zeer druk bezocht door Gewone dwergvleermuis. Op circa acht plaatsen rondom het gebouw vlogen dieren in (bij open stootvoegen). Tijdens het zwermen waren er met verscheidene (tot 10) dieren tegelijk aanwezig bij een invliegplaats. Mogelijk hebben ze één van de koloniekasten reeds verkend (getuige mestspoor). In het gebouw zelf werden geen vleermuizen gehoord. Er zijn sociale geluiden gehoord zoals bij een 21

24 kraamkolonie van de soort. Naar een schatting gaat het om 40 tot 80 exemplaren. : Opnieuw werd activiteit van de kraamkolonie van Gewone dwergvleermuis vastgesteld, met meer dan 50 dieren. Er werden juveniele dieren gehoord aan de west- en oostzijde. : Twee tot drie roepende Gewone dwergvleermuis rond het gebouw, dus tenminste twee paarplaatsen. In de noordelijke muur een roepend mannetje van de Ruige dwergvleermuis. : Een roepend mannetje van de Gewone dwergvleermuis werd gehoord aan de zuidoostzijde. Conclusies gebouw B De spouwruimtes van het gebouw vormen een belangrijke verblijfplaats voor de Gewone dwergvleermuis. Er is een kraamkolonie met individuen aangetroffen in het gebouw. De dieren verbleven met name aan de zuidzijde van het gebouw, maar ook aan de west en noordzijde en in mindere mate aan de oostzijde. In de nazomer en herfst zijn tenminste twee paarplaatsen, waarschijnlijk drie van de Gewone dwergvleermuis aanwezig in het gebouw. De paarplaatsen bevinden zich eveneens in de spouwruimte. In de nazomer is een paarplaats van de Ruige dwergvleermuis aangetroffen in de noordelijke muur. Samenvattend wordt gesteld dat gebouw B van groot belang is als kraamverblijf en paarverblijf voor Gewone dwergvleermuis. Omdat ook laat in het jaar nog dieren aanwezig zijn wordt ervan uitgegaan dat het ook als winterverblijfplaats wordt gebruikt, hoewel van een massawinterverblijfplaats geen sprake is. Ten noordoosten van gebouw B is een Tamme kastanje aanwezig met een holle tak, die mogelijk van belang is als verblijfplaats voor vleermuizen. Bij het opkronen moet de holte in de tak worden gespaard. 22

25 Gebouw B1: betonnen kokerschietbaan Dit gebouw betreft de kokerschietbaan, waarvan sloop op termijn is voorzien. Op 6 april 2017 zijn aan de centrale ventilatieschacht vier kraam/koloniekasten opgehangen als compensatie voor mogelijk te verstoren verblijfplaatsen elders op fort Honswijk. Gebouw B1. Betonnen kokerschietbaan met ventilatieschacht Bronnen Uit bronnenonderzoek is gebleken, dat in het verleden een overwinterende Gewone grootoorvleermuis is aangetroffen. Volgens dhr. E. Jansen (vleermuisdeskundige, mond. med.) zijn eerder enkele dieren in de (na)zomer aangetroffen in het uiterste oosten van het gebouw. Mogelijk ging het hier om een paarplaats van de soort. Veldbezoeken 2016 Het gebouw is in 2016 tijdens alle veldbezoeken nauwkeurig onderzocht met zaklamp en ladder op overwinterende vleermuizen. Er zijn geen vleermuizen of sporen ervan aangetroffen. Veldbezoeken 2017 In 2017 zijn op 5 oktober 2017 twee zwermende Gewone grootoorvleermuizen aangetroffen in het gebouw nabij het hoogste gedeelte van het gebouw. Er is een dier gefotografeerd en dit bleek een juveniel exemplaar te zijn. Andere soorten vleermuizen zijn niet aangetroffen in het gebouw. In het voorjaar van 2017 zijn vooruitlopend op de sloop van gebouw U, Y en S vleermuiskasten opgehangen. Aan gebouw B1 zijn vier grote koloniekasten opgehangen voor het geval dat in deze te slopen gebouwen sprake was van een kraamkolonieverblijfplaats. In 2017 zijn de kasten niet uitputtend gecontroleerd. Wel is gebleken middels sporen dat er wel eens een Gewone dwergvleermuis in heeft gezeten. 23

26 Conclusies gebouw B1 Gezien de resultaten van 2016 en 2017 is de conclusie dat in het gebouw geen vaste overwinteringsplaats van Gewone grootoorvleermuis aanwezig. Op basis van het bronnenonderzoek en de waarneming van 5 oktober blijkt dat er een zwermplaats aanwezig is van enkele Gewone grootoorvleermuizen. Overige vleermuissoorten zijn niet aangetroffen in het gebouw. Wel is er al enig gebruik vastgesteld van de vier kraamkoloniekasten die aan het gebouw zijn bevestigd. Het gaat hier dan waarschijnlijk om Gewone dwergvleermuis. Gewone grootoorvleermuis in de schietbunker 24

27 Gebouw C: remise Het gebouw betreft een remise en is monumentaal. Gebouw C. Remise Bronnen In het gebouw zijn bij voorgaande bekende onderzoeken geen vleermuizen aangetroffen. Veldbezoeken 2016 Het gebouw is in 2016 niet voor vleermuizen bezocht. Veldbezoeken 2017 Vliegbewegingen van vleermuizen bij dit gebouw hadden betrekking op gebouw V. Bij de wintertelling zijn geen overwinterende vleermuizen aangetroffen Tevens is vastgesteld dat de opslag en het struweel op het gebouw geen significante invloed heeft op vleermuisfunctie en derhalve verwijderd kon worden. Conclusies gebouw C Gezien de resultaten van 2016 en 2017 is de conclusie dat in het gebouw geen vaste verblijfplaatsen van vleermuizen aanwezig zijn. De opslag op gebouw C speelde geen significante rol bij vleermuisfuncties en is verwijderd. 25

28 Gebouw D: magazijn Het gebouw betreft een magazijn en is monumentaal. Gebouw D. Magazijn (het betreft het gebouw onder de groene bult) Bronnen In het verleden is een enkele overwinterende grootoorvleermuis aangetroffen. Veldbezoeken 2016 Het gebouw is in 2016 niet voor vleermuizen bezocht. Veldbezoeken 2017 Vliegbewegingen van vleermuizen bij dit gebouw hadden betrekking op gebouw P of S. Bij de wintertelling is een overwinterende Gewone grootoorvleermuis aangetroffen. De opslag die op het gebouw aanwezig was is verwijderd nadat is vastgesteld dat deze geen significante rol speelde bij vleermuisfuncties. Conclusies gebouw D Gezien de resultaten van 2016 en 2017 is de conclusie dat het gebouw door één of enkele vleermuizen als overwinteringsplaats wordt gebruikt. Overige functies van het gebouw zijn niet vastgesteld. De opslag die op het gebouw aanwezig was is verwijderd nadat is vastgesteld dat deze geen significante rol speelde bij vleermuisfuncties. 26

29 Gebouw E: magazijn Het gebouw betreft een magazijn en is monumentaal. Gebouw E. Magazijn (het betreft het gebouw onder de groene bult) Bronnen In het verleden is een enkele overwinterende vleermuis aangetroffen. Veldbezoeken 2016 Het gebouw is in 2016 is tweemaal bezocht op overwinterende vleermuizen. Veldbezoeken 2017 Tijdens de wintertelling en overige winterbezoeken zijn er geen overwinterende vleermuis in aangetroffen. Er zijn geen aanwijzingen gevonden voor overige vaste verblijfplaatsen van vleermuizen in dit gebouw. Tijdens de wintertelling is bepaald of de opslag een significante rol speelde bij de aanwezig vleermuisfuncties. Dat was niet het geval. Conclusies gebouw E Gezien de resultaten van 2016 en 2017 is de conclusie dat er momenteel geen sprake is van een vaste overwinteringsplaats van vleermuizen. Ook overige vleermuisfuncties zijn niet vastgesteld in het gebouw. Bij de wintertelling is vastgesteld dat de opslag op gebouw E geen significante rol speelde bij vleermuisfuncties en is daarna verwijderd. 27

30 Object E1: golfplaten loods Het betreft een kleine loods. Object E1. Prefab golfplaten loods Veldbezoeken 2016 E1 is in 2016 gericht onderzocht. Daarbij zijn geen mogelijkheden voor vaste verblijfplaatsen van vleermuizen vastgesteld. Veldbezoeken 2017 E1 is niet nader onderzocht nadat was vastgesteld dat het ongeschikt was als verblijfplaats voor vleermuizen. Conclusies object E1 E1 is in 2017 gesloopt. 28

31 Object E2: golfplaten loods Het object betreft een kleine open loods. Object E2. Prefab golfplaten loods Veldbezoeken 2016 E2 is in 2016 gericht onderzocht. Daarbij zijn geen mogelijkheden voor vaste verblijfplaatsen van vleermuizen vastgesteld. Veldbezoeken 2017 In 2017 is E2 niet met betrekking tot vleermuizen onderzocht omdat het gebouw geen mogelijkheden voor vleermuizen bood. Conclusies object E2 E2 is in 2017 gesloopt. 29

32 Gebouw F: magazijn Het gebouw betreft een magazijn en is monumentaal. Het gebouw F is verbonden met gebouw M. Gebouw F detail gevel. Magazijn Bronnen In het verleden zijn geen overwinterende vleermuizen in het gebouw aangetroffen. Veldbezoeken 2016 Het gebouw is in 2016 en 2017 enkele malen bezocht op overwinterende vleermuizen. Veldbezoeken 2017 Tijdens de wintertelling en overige winterbezoeken zijn er geen overwinterende vleermuizen in aangetroffen. Bij de buitenzijde van het gebouw zijn bij de meeste vleermuisbezoeken jagende Gewone dwergvleermuizen en Ruige dwergvleermuizen aangetroffen. In de paartijd is veelvuldig geroepen bij gebouw F door de Gewone dwergvleermuis. Er is een uitvliegende Gewone dwergvleermuis waargenomen op 17 augustus vanuit een scheur in het noordelijk deel van de gevel. De scheur in de gevel van het gebouw is dus de verblijfplaats. Hier is een paarplaats en mogelijk wordt deze jaarrond gebruikt. Tijdens de wintertelling is vast komen te staan dat de opslag op het gebouw geen significante rol speelde bij vleermuisfuncties. De lindebomen ten westen van het gebouw echter bieden beschutting voor jagende vleermuizen en bevatten voor 30

33 vleermuizen geschikte holtes. Opkronen van deze bomen heeft geen invloed op deze functies zolang de holtes kunnen worden gespaard. Conclusies gebouw F Gezien de resultaten van 2016 en 2017 is de conclusie dat er een vaste verblijfplaats van de Gewone dwergvleermuis in de gevel van het gebouw aanwezig is. In het gebouw zijn geen overwinterende vleermuizen aangetroffen. Overige vleermuisfuncties zijn niet vastgesteld in het gebouw. Tijdens de wintertelling is vast komen te staan dat de opslag op het gebouw geen significante rol speelde bij vleermuisfuncties. De lindebomen ten westen van het gebouw echter bieden beschutting voor jagende vleermuizen en bevatten voor vleermuizen geschikte holtes. Opkronen van deze bomen heeft geen invloed op deze functies zolang de holtes kunnen worden gespaard. 31

34 Gebouwen G, G1 en K: remise, poterne en contrescarp Het gebouw G betreft een remise, gebouw G1 is een poterne (een onderaardse gang) en gebouw K wordt contrescarp genoemd en is een grondgedekt gebouw met een begane grond en eerste verdieping en verscheidene kamers. Het is in een halve cirkel aan de oostzijde van het torenfort I gepositioneerd. Deze gebouwen zijn intern met elkaar verbonden. Gebouw G; op de voorgrond de vegetatie op de contrescarp Bronnen In 2010 zijn in gebouw G het gedeelte waar smalle gangen zijn wel enkele overwinterende vleermuizen aangetroffen. Ook in de poterne en in de Contrescarp zijn enkele overwinterende vleermuizen vastgesteld. Veldbezoeken 2016 De gebouwen zijn niet bezocht in Veldbezoeken 2017 Tijdens de wintertelling zijn in de contrescarp zijn twee overwinterende vleermuizen vastgesteld; een Watervleermuis op de eerste verdieping bij de middelste trap en een Gewone grootoorvleermuis op de begane grond bij de noordelijke trap. In de poterne zijn drie overwinterende vleermuizen aangetroffen: een Baardvleermuis op de begane grond en een Franjestaart en een ongedetermineerde vleermuis in de waterkelder. In gebouw G zijn geen overwinterende vleermuizen aangetroffen. Tijdens de wintertelling is ook vastgesteld dat de opslag op gebouw G en voor een deel op de contrescarp van belang zou kunnen zijn voor zwermende vleermuizen. Daarom werd besloten om een groot deel van de opslag op gebouw G en noordelijk ervan niet te verwijderen en een deel van de struiken en bomen op de contrescarp niet te rooien. De bomen ten oosten van de contrescarp (voornamelijk Plataan) spelen een rol als jachtgebied voor de vleermuizen die het torenfort bezoeken om er te zwermen en er paarplaatsen of een kraamkolonie hebben. Opkronen van deze bomen is geen 32

35 probleem omdat er zelden oostenwind is. De kruidenrijke vegetatie op de contrescarp speelt mogelijk een rol als voedselgebied voor de aanwezig vleermuizen, bijvoorbeeld grootoorvleermuizen en Franjestaart.. Er is geen zwermgedrag in de contrescarp en gebouw G vastgesteld. Alleen in G1 is gebleken dat hier op twee plaatsen zwermplaatsen zijn van vermoedelijk Watervleermuis. Ook tussen het torenfort en contrescarp zijn geen zwermende vleermuizen aangetroffen, vermoedelijk omdat hier s nachts doorgaans verlichting aan is. Boven de verlichting waren wel jagende Gewone en Ruige dwergvleermuizen aanwezig. Hieronder volgen de waarnemingen onderverdeeld in foerageergedrag, zwermgedrag en paargedrag. Foerageergedrag : Rond het torenfort en onder de bomen ten oosten en noordoosten ervan waren verscheidene Gewone dwergvleermuizen aan het jagen. Boven de bomen werden hier tevens passerende en jagende Rosse vleermuizen waargenomen; : Aan de achterzijde van de contrescarp en ten zuidwesten van het torenfort was veel vleermuisactiviteit, vergelijkbaar met 4 april. Hier werden gehoord: jagende Ruige en Gewone dwergvleermuizen, een jagende Myoot (Baardvleermuis of Watervleermuis) en een jagende Gewone grootoorvleermuis. Deze werden vooral in de luwte van de bomen gehoord. Buiten de bomen werd een jagende Laatvlieger en een jagende Rosse vleermuis waargenomen. Zwermgedrag Paargedrag : Er zijn zowel bij het zuidwesten van de toren als ten noordoosten van de contrescarp zwermende Myotis soorten waargenomen, waarschijnlijk Baardvleermuis èn Watervleermuis. Franjestaart is niet vastgesteld. : Nabij de contrescarp (zuidoostzijde en onder de Platanen) vlogen regelmatig Watervleermuizen.. : In de poterne G1 waren op twee plaatsen uitwerpselen van vermoedelijke Watervleermuis aanwezig onder lampen. : Het licht bleek aan te zijn in het torenfort (eerste en tweede verdieping) en de contrescarp. Er werden geen zwermende vleermuizen waargenomen. : Bij de contrescarp (nabij gebouw G) was een Gewone grootoorvleermuis aan het roepen. Hier was sprake van een vroege paarplaats. Er zijn opnames gemaakt. Conclusies gebouw G, G1 en K In de gebouwen zijn enkele vleermuisfuncties aanwezig zoals overwintering van enkele vleermuizen en een zwermfuncties van gebouw G1 en mogelijk G. Gebleken is dat tussen het torenfort en de contrescarp niet gezwermd wordt, hooguit gejaagd door enkele dwergvleermuizen. Dit houdt vermoedelijk verband met de verlichting die regulier aan in tussen contrescarp en torenfort. Mogelijk paart de Gewone grootoorvleermuis in de contrescarp. De opslag, kruidenvegetatie en bomenrijen rond het fort spelen waarschijnlijk een rol bij het functioneren van het torenfort voor vleermuizen. Daarom is geadviseerd om een deel van de opslag te sparen en een houtopstand ten noorden van gebouw G te laten staan tot nader order. Hierbij is ook gekeken naar de aanwezige soorten 33

36 bomen. De aanwezige Zoete kersen zijn het behouden waard vanwege het feit dat deze bomen insecten aantrekken. De uitgevoerde snoei is uitgevoerd op basis van de aanwijzingen van De Groene Ruimte en E. Jansen. 34

37 Gebouw H: magazijn Het gebouw betreft een magazijn en is monumentaal. Gebouw H. Magazijn Bronnen Uit bronnenonderzoek is gebleken, dat in het verleden enkele overwinterende Gewone grootoorvleermuizen zijn aangetroffen. Ook is er een nachtrustplaats van de Gewone grootoorvleermuis aangetroffen. Veldbezoeken 2016 In 2016 werd dit gebouw niet specifiek bezocht. Veldbezoeken 2017 Er zijn zijn geen zomerverblijfplaatsen of paarplaatsen in het gebouw aangetroffen. De scheuren in de voorgevel van het gebouw zijn hier in principe wel geschikt voor. De opslag op het gebouw is beoordeeld op het effect hiervan voor vleermuisfuncties. Tussen gebouw H en V is luwte aanwezig waar jagende vleermuizen op het fort gebruik van maken. Daarom is besloten om een vijftal esdoorns op de oostzijde van gebouw H te sparen en de rest te verwijderen : Bij de wintertelling werd een overwinterende Watervleermuis aangetroffen : Bij gebouw H werd een Ruige dwergvleermuis jagend waargenomen : Bij gebouw H was wederom een Ruige dwergvleermuis aan het jagen. Conclusies gebouw H In het gebouw kunnen enkele vleermuizen overwinteren zoals Watervleermuis en Gewone grootoorvleermuis. De gevel van het gebouw vertoond scheuren. Hierin kunnen verblijfplaatsen van vleermuizen aanwezig zijn zoals dwergvleermuizen. 35

38 Tussen gebouw H en V is luwte aanwezig waar jagende vleermuizen op het fort gebruik van maken. Daarom is besloten om een vijftal esdoorns op de oostzijde van gebouw H te sparen en de rest te verwijderen. 36

39 Gebouw I: torenfort Algemeen bekend is dat het torenfort en omgeving (contrescarp, remise en omliggende beplantingen) van bijzonder groot belang zijn voor vleermuizen. Met name de zwermfunctie en de overwinteringsfunctie zijn van groot (nationaal) belang (Jansen et al., 2010). Het veldwerk in 2016 en 2017 heeft dit nog eens bevestigd. Vanwege dit belang is voor dit onderdeel van het fort wat gedetailleerder gekeken naar de functies, maar is er geen kwantitatieve inventarisatie gedaan. In deze paragraaf wordt vanwege de vele vleermuisfuncties van het gebouw het volgende onderscheid gemaakt: foerageergedrag, zwermgedrag, wintertelling, kraamkolonie en paargedrag. Zwermgedrag kan optreden bij de kraamkolonie als dieren s nachts terugkomen, maar ook in de zomer in of bij winterverblijven. In dat laatste geval komen vleermuizen letterlijk van heinde en ver naar de zwermlocatie vliegen, waar ze uren verblijven om te zwermen en veelal voor de ochtend weer terugvliegen naar hun normale verblijfplaats. Op zwermlocaties wordt ook overwinterd maar dat hoeft niet altijd het geval te zijn. In het torenfort is dat duidelijk wel het geval. Het zwermgedrag wordt gezien als van groot belang voor populaties. Het zwermen heeft de functie van met name sociale uitwisseling, leergedrag en vaak ook genetische uitwisseling. Bij het zwermen wordt geanimeerd rondgecirkeld waarbij vaak wordt aangevlogen op special hangplekken. Overigens is een deel van het hoe en waarom van het zwermgedrag nog onbegrepen. Naast de functie van het torenfort en omgeving voor zwermen is deze ook van groot (nationaal) belang voor overwintering van tenminste 7 soorten vleermuizen (Jansen et al., 2010). Deze functie wordt getoetst door het uitvoeren van de jaarlijkse wintertelling, in 2017 uitgevoerd op 5 februari. De resultaten vormen onderdeel van de nationale wintertelling waarmee de Vereniging voor Zoogdierkunde en Zoogdierbescherming de aantalsontwikkelingen van vleermuizen bijhoudt. Het huidige onderzoek heeft deze functie niet in detail onderzocht, zoals dat eerder is gebeurd (Jansen et al. 2010). Torenfort (links) en contrescarp (rechts) Doorkijk vanuit kamer 16 naar binnenplaats/binnenring (19) in het torenfort 37

40 Foerageergedrag : Rond het torenfort en onder de bomen ten oosten en noordoost en ervan waren verscheidene Gewone dwergvleermuizen aan het jagen. Boven de bomen werden hier tevens passerende en jagende Rosse vleermuizen waargenomen; : Rondom het torenfort waren verscheidene Gewone dwergvleermuizen jagend aangetroffen. In het fort (binnenplaats) zijn één tot enkele jagende Myoten (Baard- of Watervleermuis) vastgesteld. Het ging waarschijnlijk om Baardvleermuizen oordelend naar de sonogrammen van de opnames. Af en toe vloog er ook een Gewone dwergvleermuis : : In het fort waren regelmatig Gewone dwergvleermuizen aan het jagen. : Enkele Laatvliegers waren aan het jagen bij het torenfort. : Een Gewone dwergvleermuis werd jagend net buiten het torenfort en in de open lucht in de binnenplaats vastgesteld. Tevens een waarneming van waarschijnlijk een Gewone grootoorvleermuis op de begane grond van het torenfort. : Gewone dwergvleermuizen waren nabij en in het fort aan het jagen. Buiten het torenfort aan de donkere westzijde werden zowel enkele Gewone als Ruige dwergvleermuizen waargenomen. De gewone dwergvleermuis was ook roepend te horen. Verder vlogen er enkele Water- of Baardvleermuizen. : Buiten het fort aan de donkere westzijde waren vooral enkele Gewone dwergvleermuizen en Ruige dwergvleermuizen aan het jagen. De Gewone dwergvleermuizen riepen af en toe. Enkele Myotis-vleermuizen vlogen hier ook; deze werden gedetermineerd als Watervleermuis op basis van de sonogrammen. Zwermgedrag en : Bij het torenfort zijn op Watervleermuis in kamer en 26 oktober 2016 zwermende vleermuizen [Myoten en mogelijk grootoren] aangetroffen zowel buiten als in het fort. Buiten het fort werden enkele Baardvleermuizen en in m i n d e r e m a t e Watervleermuizen vastg e s t e l d m i d d e l s g e l u i d s o p n a m e s. Opvallend was dat de dieren aan de donkere westzijde van het fort zwermden. In het fort zwermden af en toe dieren. Ze konden op de detector van buitenaf niet gehoord worden. 38

41 Op beide avonden werden ook enkele roepende Gewone en Ruige dwergvleermuizen gehoord. Op 11 oktober werd een Meervleermuis bij het fort aangetroffen. Zwermgedrag werd niet elders op het terrein waargenomen op beide avonden. : Er zijn zowel bij het zuidwesten van de toren zwermende Myotis soorten waargenomen, waarschijnlijk Baardvleermuis èn Watervleermuis. Franjestaart is niet vastgesteld. : Er werden met name gedurende de tweede helft van het veldbezoek telkens zwermende vleermuizen in het fort gehoord. Bij inspectie bleek het te gaan om waarschijnlijk Baardvleermuizen, die individueel of samen met een tweede dier in verschillende vertrekken rondjes vlogen en aantikten op een bepaalde vaste plek in het vertrek. Een enkel dier vloog in de open lucht binnen het torenfort. De in het torenfort zwermende dieren werden vooral aangetroffen op de begane grond en niet op de tweede verdieping of in de kelder. Ook in het centrale gewelf op de tweede verdieping werden geen vliegende vleermuizen gezien of gehoord. : Het torenfort bleek druk bezocht door Watervleermuizen. In de centrale ruimte was de meeste activiteit van Watervleermuizen: hier vlogen tussen 03.30u en 05.30u telkens één tot acht Watervleermuizen. Ook werden sociale geluiden gehoord (wat niet het geval was bij Watervleermuis elders in het fort). De dieren vlogen uiteindelijk naar binnen langs de muren tussen de metalen H-balken, maar ook meer naar het centrum. Het ging om tientallen dieren. Langs de muren was zeer veel verse mest van Watervleermuizen aanwezig, vooral bij de westelijk helft van de centrale ruimte/koker. De situatie is zeer vergelijkbaar met die in het rapport van Overal elders in het fort waren ook Watervleermuizen aan het zwermen. Ze vlogen aan op hangplekken (met bruinverkleuring) in groepjes van twee tot vijf dieren. Ze verdwenen uiteindelijk in nissen, bijvoorbeeld achter balken. Overal konden Watervleermuizen worden aangetroffen: kelder, begane grond, eerste verdieping, binnenplaats open lucht. Soms werd vlak boven de grond gevlogen. Een schatting van het totale aantal Watervleermuizen in het fort is rond de 70 dieren. : In de centrale koker van het fort waren zwermende Watervleermuizen aanwezig en waren rond 23.00u koloniegeluiden te horen. Ook buiten het fort (zuidwestzijde en onder de Platanen) vlogen regelmatig Watervleermuizen en ook in de binnenplaats (openlucht), maar niet op de diverse zwermplekken zoals bij vleermuisbezoek van 30 mei 2017 het geval was. : Op de eerste verdieping van het torenfort is gelet op sporen van vleermuizen. Er waren verse sporen van zwermactiviteit van vermoedelijk Watervleermuizen in kamer 1 en 3. In kamer 3 waren wat oudere sporen van roestende Gewone grootoorvleermuizen aanwezig. Dit kan dus als een roestplaats van de soort worden gezien. : Op ca. zeven locaties in het torenfort, buiten de centrale koker, werd zwermgedrag van Myotissoorten, waarschijnlijk Watervleermuis, vastgesteld. : In de binnenplaats (19) en in enkele ruimtes in het fort duidelijk zwermende Gewone dwergvleermuizen, tot maximaal 4 bijeen. Op 39

42 enkele plaatsen en in de binnenplaats (19) zwermende Watervleermuizen, maximaal twee tegelijk. In de centrale koker was het meestal rustig. Op een zeker moment waren hier ook enkele Watervleermuizen aan het zwermen. Op basis van de aanwezigheid van verspreide uitwerpselen bleek dat vooral de eerste verdieping van het torenfort door vleermuizen was gebruikt om er te zwermen (vanaf het vegen van de vloeren eind juni 2017). : Op deze nacht is er zeer veel zwermactiviteit waargenomen in vrijwel het hele torenfort en op alle verdiepingen. Het betrof voornamelijk Watervleermuizen in groepjes van 3 tot 8 dieren. Ten zuiden van het fort zijn waarschijnlijk zowel Watervleermuizen als Baardvleermuizen waargenomen. In het torenfort ging het met name om Watervleermuizen (gebaseerd op pulsbereik, vorm van het sonogram van de puls en gemaakte foto s van vliegende vleermuizen). In de kelder bleek dat de ruimtes die zijn bekeken werden gebruikt door zwermende Watervleermuizen. Op de binnenplaats (19) waren zwermende Watervleermuizen en enkele Gewone dwergvleermuizen vooral op het zuidelijk deel van de binnenplaats aanwezig. Ook tussen de binnenplaats en de centrale koker was af en toe ene zwermende Watervleermuis aanwezig. Vanaf de binnenplaats vlogen vleermuizen vaak het gebouw in aan de zuidzijde ruimte 16 in. Hier werd ook één of enkele Franjestaart opgenomen en werd een mogelijke Vale vleermuis gezien. In kamers 1 tot en met 4 van de eerste verdieping werden zwermende Watervleermuizen aangetroffen en in kamer 9 en 10 zowel Watervleermuizen als Gewone dwergvleermuizen. Telkens werden hier en daar aanvliegplekken geobserveerd. Bovenin de centrale koker werd of en toe gezwermd door 5-8 Watervleermuizen. In kamer 20 en 13 zijn zwermende grootoren waargenomen. Een (Gewone?) grootoorvleermuis in kamer 13 40

43 : Het licht bleek aan op de eerste verdieping en een deel van de benedenverdieping van het fort. Waarschijnlijk was er hierdoor veel minder zwermactiviteit van vleermuizen in het fort. De binnenplaats (19) was niet verlicht er hier vlogen veel dieren. Ook tussen de binnenplaats en de centrale koker vlogen dieren op onverlichte plaatsen (begane grond). In kamer 15 van de begane grond hingen drie Watervleermuizen. Hier werd ook gezwermd. In de kelder vlogen ook Watervleermuizen maar duidelijk minder dan op 22 augustus. Rond werden op de binnenplaats enkele opnames van waarschijnlijke Baardvleermuis gemaakt, die tussen de Watervleermuizen vlogen. Overige soorten werden niet waargenomen. Wel werd bij gebouw V een opname gemaakt van een waarschijnlijke Franjestaart, die wellicht van of naar het torenfort vloog. : Het licht bleek aan te zijn in het torenfort (eerste en tweede verdieping). Er werden geen zwermende vleermuizen waargenomen : Er was in het algemeen veel minder zwermactiviteit dan op 22 augustus. Wel was er activiteit vooral op de binnenplaats (19) en aanpalende ruimtes als kamer 15, 20, 13 en 14 en 17. Het betrof met name Watervleermuizen en enkele Gewone dwergvleermuizen; overige soorten zijn niet waargenomen. In deze kamers werden ook enkele hangende Watervleermuizen waargenomen. In de kelder zijn geen zwermende dieren waargenomen. Sociale geluiden werden gehoord in kamer 15. Zwermende Watervleermuizen in de kelder van het torenfort 41

44 Dieren die komen zwermen op het torenfort, vliegen zowel vanuit het zuiden als vanuit het noorden naar het fort toe. Er zijn aanvliegroutes langs gebouwen F-M en V of langs gebouw B en A vanuit het noorden. Aan zuidzijde vliegen dieren aan door een opening tussen de bomen. Wintertelling 2017 Op 5 februari 2017 is de jaarlijkse wintertelling 6) uitgevoerd. In het torenfort zijn circa 300 overwinterende vleermuizen aangetroffen net als in twee voorgaande jaren. Het ging vooral om Baardvleermuizen, verscheidene Watervleermuizen, enkele Franjestaarten, Gewone grootoorvleermuizen en dwergvleermuizen. In onderstaande tabel zijn de gegevens van de wintertelling 2017 opgenomen, naast de resultaten van de wintertellingen van en 2016 (bron: Z. Bruijn, medecoördinator Vleermuis-wintertellingen provincie Utrecht). Omdat vleermuizen tijdens de overwintering diep kunnen wegkruipen kan het werkelijke aantal overwinterende vleermuizen groter zijn, zelf het dubbele of driedubbele. Een Watervleermuis op de aanvliegplek in kamer 20 Resultaten vleermuistellingen vrijwilligersgroep wintertellingen provincie Utrecht datum Baardvleermuis Franjestaartvleermuis Watervleermuis Gewone dwergvleermuis Ruige dwergvleermuis Gewone grootoorvleermuis : kelder indeterminabel totaal 6) De wintertelling werd door een groep vrijwilligers uitgevoerd; vanuit De Groene Ruimte was dhr. ir Rienk Noordhuis aanwezig. 42

45 beg. grond bovenverdieping totaal Kraamkolonie In het torenfort is een kraamkolonie Watervleermuis aanwezig : In de centrale ruimte was de meeste activiteit van Watervleermuizen hier vlogen tussen 03.30u en 05.30u telkens één tot acht Watervleermuizen. Er werden ook sociale geluiden gehoord (wat niet het geval was bij Watervleermuis elders in het fort). De dieren vlogen uiteindelijk in langs de muren tussen de metalen H balken, maar ook meer naar het centrum. Het ging om tientallen dieren. Langs de muren zeer veel verse mest van Watervleermuizen, vooral bij de westelijk helft van de centrale ruimte/ koker. De situatie is zeer vergelijkbaar met die in het rapport van : In het fort werd in de centrale koker een half-grote, juveniele dode Watervleermuis aangetroffen. Het dier was een kleine week dood en aan het vergaan. Het had duidelijke kenmerken van de Watervleermuis met grote gewimperde voeten en een lange smalle tragus : In de ochtend waren er nog veel koloniegeluiden van Watervleermuizen in de centrale koker. Tussen de balken waren twee volwassen Watervleermuizen zichtbaar, die heel wakker waren : De kraamkolonie van Watervleermuis was nog steeds aanwezig; na 04.00u keerden de dieren terug. Alle jongen waren vliegvlug. Tussen 04.00u en 05.30u werden 1-8 dieren invliegend in de centrale koker vastgesteld. De kolonie omvat naar schatting ca dieren. Paargedrag : In kamer 15 van de begane grond was een Gewone dwergvleermuis op zijn hangplek aanwezig. Dit plek had mogelijk een paarfunctie. : Aan het begin van de avond in kamer 15 werd een actieve maar zittende Gewone grootoorvleermuis waargenomen. Aangezien er diverse poepjes onder de hangplek aanwezig waren werd aangenomen dat het hier om een roeplocatie ging. Achter een tegen een muur leunende losse deur werd ook een Watervleermuis aangetroffen, die bij het einde van het veldbezoek nog aanwezig was. Op dat moment vlogen er enkele Myoten (waarschijnlijk Baardvleermuis) en een Gewone dwergvleermuis. De Gewone grootoorvleermuis was verdwenen van zijn plek. Conclusies gebouw I - torenfort Foerageergedrag Met name rondom de gebouwen wordt gefoerageerd. De dieren jagen onder de rij platanen aan de oostzijde van het fort en in de luwte van de groene wal ten westen van het fort. In de bomen zijn geen verblijfplaatsen aangetroffen. Er wordt gejaagd door vooral Gewone dwergvleermuis, Ruige dwergvleermuis, Watervleermuis, Baardvleermuis en ook Gewone grootoorvleermuis. Rosse 43

46 vleermuis en Laatvlieger foerageren over het algemeen boven het fort of boven de fortengracht. Soms is moeilijk vast te stellen of er gejaagd wordt of dat het zwermgedrag betreft. Zwermgedrag In alle maanden is zwermgedrag waargenomen in het torenfort. De meest uitgesproken zwermactiviteit is waargenomen in augustus-september en in mei. Het ochtendzwermgedrag in mei 2017 was deels afkomstig van de kraamkolonie, maar in de kamers werd ook gezwermd, mogelijk door mannelijke dieren. Watervleermuizen waren het meest zwermend waar te nemen en in mindere mate Gewone dwergvleermuizen. Baardvleermuizen zijn met enkele dieren waargenomen in april, begin mei en augustus september en oktober. In april waren er meer Baardvleermuizen aanwezig, Franjestaart is alleen met één of enkele dieren zwermend aantroffen in augustus en er was een aanwijzing voor een dier in september. Gewone grootoorvleermuizen zijn drie tot vier keer in het fort waargenomen. Het betrof ook duidelijk zwermgedrag bijvoorbeeld in kamer 20 op de begane grond. De Meervleermuis is in oktober bij het fort waargenomen en een waarschijnlijke Vale vleermuis is waargenomen in het fort in augustus. 44

47 Dode juveniele Watervleermuis Juveniel Watervleermuis torenfort Mestsporen kraamkolonie torenfort Op basis van de veldbezoeken wordt ingeschat dat in de piektijd minimaal enkele honderden dieren (voornamelijk Watervleermuis en Gewone dwergvleermuis) tegelijk aanwezig zijn op een zeker moment in de nacht. De dieren vliegen af en aan en worden dus steeds afgelost door nieuwe dieren (Jansen et al., 2010). Het huidige onderzoek had overigens niet het doel de zwermfunctie in detail te kwantificeren zoals dat in 2010 het geval was. Wel hebben we de indruk dat de intensiteit van het zwermen niet verminderd is sinds Zwermgedrag en verlichting Het is gebleken dat wanneer ergens licht aan is in of nabij het fort het zwermen hier ophoudt. Zo wordt er tussen torenfort en contrescarp niet gezwermd omdat hier s nachts altijd lampen aan zijn. Toen in het fort per abuis lichten aan waren bleek dat het zwermen niet in deze vertrekken plaatsvond, maar nog wel waar het licht niet aan was. Ten westen en zuiden van het fort is het donker en luw en hier wordt dan ook gezwermd op de meeste avonden. Door met beleid de verlichting te regelen kan het zwermen positief beïnvloed worden. Zo is het aannemelijk dat, wanneer de verlichting tussen torenfort en contrescarp uit zou zijn, hier ook gezwermd zou worden zoals dat nu in de binnenplaats (19) het geval is. 45

48 Wintertelling De wintertelling van 2017 heeft een vergelijkbaar resultaat gegeven als in voorgaande jaren. Er zijn wat minder Baardvleermuizen waargenomen dan in voorgaande jaren, maar het totaal aantal overwinterende vleermuizen in vergelijkbaar met dat van voorgaande jaren. Kraamverblijf Zoals ook in 2010 is vastgesteld was er weer een kraamkolonie van Watervleermuis in het plafond van de centrale koker aanwezig. Eind mei werd duidelijk dat het om een kraamkolonie ging en later is ook een dood juveniel dier gevonden van de Watervleermuis. Het gaat om naar schatting 50 tot 80 dieren. Er is geen specifieke telling uitgevoerd. Er is geen kraamfunctie van het torenfort voor overige vleermuissoorten vastgesteld. Omdat in juli een Gewone grootoorvleermuis in het torenfort aanwezig was, is een kraamfunctie van het fort niet geheel uit te sluiten. In de centrale koker zijn hier geen observaties gedaan die hiertoe aanleiding gaven. Paargedrag Aan de buitenzijde van het fort is paargedrag van Gewone en Ruige dwergvleermuis vastgesteld en daarom zijn enkele paarplaatsen van deze soorten vrijwel zeker aanwezig. In het fort is niet geroepen door deze soorten. Bij het torenfort/contrescarp is in april een baltsende Gewone grootoorvleermuis gehoord. Het fort heeft dus zeker een paarfunctie voor de soort. 46

49 Gebouw M: kazemat Het gebouw betreft een kazemat en is monumentaal. Het gebouw M is verbonden met gebouw F. Gebouw M boven op het gebouw. Kazemat (het betreft het gebouw onder de groene bult) Bronnen In het verleden zijn geen overwinterende vleermuizen in het gebouw aan-getroffen. Veldbezoeken 2016 Het gebouw is in 2016 en 2017 enkele malen bezocht op overwinterende vleermuizen. Er zijn geen overwinterende vleermuizen aangetroffen. Veldbezoeken 2017 Tijdens de wintertelling en overige winterbezoeken zijn er geen overwinterende vleermuizen in het gebouw aangetroffen. Bij de buitenzijde van het gebouw zijn bij de meest vleermuisbezoeken jagende Gewone dwergvleermuizen en Ruige dwergvleermuizen aangetroffen. Een enkele maal is hier een passerend Watervleermuis aangetroffen. De opslag op gebouw M is tijdens de wintertelling beoordeeld op het belang voor vleermuisfuncties. Beoordeeld werd dat de opslag geen significante rol bij vleermuisfuncties speelt. Conclusies gebouw M 47

50 Gezien de resultaten van 2016 en 2017 is de conclusie dat er geen vaste verblijfplaats van de vleermuizen in de gevel van het gebouw aanwezig is. Ook in het gebouw zijn geen verblijfplaatsen van vleermuizen vastgesteld. De opslag op gebouw M is tijdens de wintertelling beoordeeld op het belang voor vleermuisfuncties. Beoordeeld werd dat de opslag geen significante rol bij vleermuisfuncties speelt. De opslag is daarna verwijderd. 48

51 Gebouw N: loods Dit gebouw was in 2016 al afwezig. De locatie is in het voorjaar 2017 ingezaaid met een bloemenmengsel. 49

52 Gebouw O: garage/werkplaats Gebouw O heeft een garage en een kantoorgedeelte. De garage was reeds in gebruik, het kantoorgedeelte is momenteel in gebruik door de gemeente Houten. Gebouw O. Garage/werkplaats Bronnen Bij het onderzoek uit 2010 (Jansen et al.) bleek dat in de spouwruimtes van het gebouw enkele zomerverblijfplaatsen, enkele paarplaatsen en een kolonieverblijfplaats aanwezig waren. Veldbezoeken 2016 Bij de veldbezoeken van 2016 is bij de westgevel een roepende Gewone dwergvleermuis aangetroffen wat wijst op een paarplaats in dit gebouw. Veldbezoeken : Bij gebouw O werden drie jagende Ruige dwergvleermuizen aangetroffen en één jagende Gewone dwergvleermuis : Langs de achterzijde van gebouw O werd een passerende Myotis spec waargenomen : In gebouw O zijn drie Gewone dwergvleermuizen ingevlogen: twee aan de westzijde in de dakrand en één exemplaar in een vleermuiskast op de oostelijke gevel : Evenals op 30 mei 2017 zat er een Gewone dwergvleermuis in de vleermuiskast : Evenals op 30 mei en 8 juni 2017 zat er een Gewone dwergvleermuis in de vleermuiskast : Een jagende Gewone dwergvleermuis is aan de noordzijde waargenomen : Een Gewone dwergvleermuis is uitgevlogen aan de noordoostzijde vanuit de vleermuiskast. 50

53 : Tussen gebouw S en O zijn enkele jagende Ruige dwergvleermuizen waargenomen die ook sociale geluiden lieten horen. : Bij het gebouw werd een roepend mannetje van Gewone dwergvleermuis gehoord. Conclusies gebouw O Er zijn drie verblijfplaatsen van Gewone dwergvleermuizen aangetroffen: twee aan de westzijde en één aan de oostzijde in één van de acht opgehangen vleermuiskasten (Beaumaris Maxi). Tenminste één van deze verblijfplaatsen betreft een paarplaats die jaarrond in gebruik is. Hoewel Ruige dwergvleermuis veel is waargenomen bij dit gebouw zijn geen verblijfplaatsen van deze soort in het gebouw vastgesteld. Er zijn geen vaste verblijfplaatsen van overige vleermuissoorten in het gebouw aangetroffen. 51

54 Gebouw P: eetzaal Het gebouw is een voormalig eetzaal. In juli 2017 is het gebouw geconsolideerd op aanwijzing van monumentencommissie, hierbij is het dak afgedekt en zijn alle kozijnen met uitzondering van de dakkapel dichtgetimmerd). Gebouw P. Eetzaal Bronnen Er zijn geen waarnemingen van verblijfplaatsen van vleermuizen in dit gebouw aanwezig. 52

55 Veldbezoeken : In het pand vloog kort na zonsondergang een Gewone dwergvleermuis rond. Dit wijst op een winterverblijfplaats van de soort in het pand. Bij bezoeken in de winter werden geen overwinterende vleermuizen in het pand aangetroffen. De bomen nabij het pand (Suikeresdoorns) zijn geschikt als paarplaatsen van vleermuizen als Ruige dwergvleermuis. Veldbezoeken ) : Ondanks gericht posten werden er géén uitvliegers gezien. Wel werden jagende Gewone dwergvleermuizen, één jagende Ruige dwergvleermuis en enkele keren overvliegende Rosse vleermuizen waargenomen : Een fanatiek roepend mannetje van de Gewone dwergvleermuis was te horen aan de zuidzijde van het gebouw. Het gedrag van het dier wijst op een paarplaats in gebouw P. Conclusies gebouw P Aan de zuidzijde van het pand is een paarplaats van de Gewone dwergvleermuis aanwezig, die naar verwachting jaarrond in gebruik is. Bij renovatie van het pand is dit een aandachtspunt. De bomen nabij het pand kunnen een paarplaatsfunctie hebben voor vleermuizen als Ruige dwergvleermuis. Opkronen heeft hier geen effect op zolang de aanwezig boomholtes blijven behouden. 7) Gepost bij de gebouwen P, S, U Y. 53

56 Object P2: prefab garage Obect P2 betreft een kleine prefab garage. Gebouw P2. Prefab garage Bronnenonderzoek Het object wordt niet genoemd in de geraadpleegde bronnen. Veldbezoeken 2016 Het object is in 2016 gericht onderzocht. Het biedt geen mogelijkheden voor vaste verblijfplaatsen van vleermuizen. Veldbezoeken 2017 In 2017 is het object niet meer onderzocht. Conclusies object P2 Het object was niet van belang voor vleermuizen en is in 2017 verplaatst. 54

57 Gebouw S: kantoorgebouw Het pand is een voormalig kantoorpand. Gebouw S. Kantoorgebouw Bronnen Bij het onderzoek uit 2010 (Jansen et al.) werd rond dit pand een paarterritorium van de Gewone dwergvleermuis aangetroffen. Veldbezoeken 2016 Tijdens beide avondbezoeken in 2016 (11 en 26 oktober) werd een paarterritorium van Gewone dwergvleermuis vastgesteld. Dat geeft een sterke aanwijzing voor een paarplaats in het dak van dit pand. Overige vleermuissoorten werden in 2016 niet aangetroffen. Veldbezoeken 2017 Tijdens de veldbezoeken in 2017 werden de volgende waarnemingen gedaan ) : Tijdens het posten werden géén uitvliegers gezien, wel werden jagende Gewone dwergvleermuizen waargenomen : Er werd een jagende Ruige dwergvleermuis gezien : Er werd een jagende /overvliegende Gewone dwergvleermuis waargenomen : Er was steeds een jagende Gewone dwergvleermuis nabij het gebouw te horen. Tussen gebouw S en O waren enkele Ruige dwergvleermuizen te horen die ook flinke sociale geluiden lieten horen. Er zijn geen aanwijzingen voor verblijfplaatsen in het pand waargenomen. Conclusie vleermuisfunctie gebouw S Hoewel jagende Gewone en Ruige dwergvleermuizen bij het gebouw zijn aangetroffen, zijn er geen verblijfplaatsen aangetroffen. Een vaste verblijfplaats is dus niet vastgesteld. 55

58 N.B. Begin september 2017 is het gebouw gesloopt nadat het gebouw op vleermuisvriendelijke wijze was gestript 8) onder ecologische begeleiding. 8) Voor sloop was ontheffing verkregen. 56

59 Gebouw T: fortwachterswoning Het gebouw betreft een in gebruik zijnde woning en is monumentaal. Gebouw T. Fortwachterswoning Bronnen In het gebouw zijn bij voorgaande bekende onderzoeken geen vleermuizen aangetroffen. Wel werd bij dit gebouw een paarterritorium van de Gewone dwergvleermuis aangetroffen. Veldbezoeken 2016 Het gebouw is in 2016 niet voor vleermuizen bezocht. Veldbezoeken 2017 Het gebouw is niet met prioriteit onderzocht bij de vleermuisinventarsisatie. De Gewone dwergvleermuis, die telkens een paarterritorium had bij gebouw S, heeft waarschijnlijk een verblijfplaats in de fortwachterswoning. Conclusies gebouw C Hoewel dit pand niet specifiek onderzocht is in 2017 is een paarplaats van de Gewone dwergvleermuis waarschijnlijk in dit pand. Verblijfplaatsen van andere vleermuissoorten zijn niet vastgesteld. 57

60 Gebouw U: kantoorgebouw Het gebouw betreft een voormalig kantoorgebouw. Gebouw U. Kantoorgebouw Bronnenonderzoek Uit bronnenonderzoek is gebleken dat in het verleden in dit pand twee zomerverblijfplaatsen van de Gewone dwergvleermuis aanwezig waren die ook in gebruik waren als paarplaats (Jansen et al., 2010). Veldbezoeken 2016 Tijdens de veldbezoeken in 2016 bleek een paarterritorium van de Gewone dwergvleermuis aanwezig. Er werd fanatiek geroepen bij beide avondbezoeken. De verblijfplaats is niet exact vastgesteld, maar de dakrand van het gebouw leent zich uitstekend voor verblijfplaatsen : Tijdens het veldbezoek werd een passerende Watervleermuis waargenomen. Het dier was op route langs de oostzijde van het pand, maar had er geen binding mee. In het gebouw werden op verschillende plaatsen vlindervleugels gevonden, wat wijst op de aanwezigheid van Gewone grootoorvleermuizen in het pand. Aangezien er van deze soort geen uitwerpselen werden gevonden in het pand en de soort tijdens de gehele inventarisatie verder ook niet is waargenomen, wordt een vaste verblijfplaats van de soort in gebouw U niet aanwezig geacht. Veldbezoeken ) : Bij het gericht posten géén uitvliegers gezien; wel werden jagende Gewone dwergvleermuizen waargenomen. Tussen gebouw U en E was een jagende Laatvlieger aanwezig. Er zijn enkele keren overvliegende Rosse vleermuizen waargenomen (onder andere boven gebouw U). 58

61 : Bij gebouw U (aan de westzijde) was vroeg een Gewone dwergvleermuis aanwezig : Aan de westzijde van gebouw U was rond uur een cirkelende Gewone dwergvleermuis aanwezig : Een jagende Gewone dwergvleermuis is aangetroffen tegen 23.00u nabij het gebouw. Conclusies gebouw U In 2016 en 2017 is gebleken dat in het gebouw een paarplaats/zomerverblijfplaats van de Gewone dwergvleermuis aanwezig was. Er is geen kraamverblijfplaats van vleermuizen in dit gebouw aangetroffen. Er zijn geen verblijfplaatsen van andere vleermuissoorten aangetroffen. Op basis van sporen is duidelijk geworden dat Gewone grootoorvleermuizen er zo nu en dan jaagden op (dag)vlinders maar de soort had er geen roestplaats of vaste verblijfplaats. N.B. Begin september 2017 is het gebouw gesloopt nadat het gebouw op vleermuisvriendelijke wijze was gestript 9) onder ecologische begeleiding. 9) Voor sloop was ontheffing verkregen. 59

62 Gebouw V: werkplaats Het gebouw betreft een (voormalige) werkplaats. Het pand was in 2016 en 2017 niet in gebruik. Gebouw V. Werkplaats Bronnenonderzoek Uit bronnenonderzoek blijkt dat in 2010 sprake was van een paarplaats met territorium van de Gewone dwergvleermuis. Tijdens de wintertelling werd er door de deelnemers gewezen op een roestplaats van Gewone grootoorvleermuis in het pand. Veldbezoeken 2016 In 2016 is het pand niet onderzocht tijdens de bezoeken van dit onderzoek. Veldbezoeken : Er werden sporen van een roestplaats van Grootoorvleermuis gevonden : Nabij gebouw V was een Gewone dwergvleermuis aan het jagen en roepen. Dit wijst op een vaste verblijfplaats van deze soort : In het gebouw is gepost op zoek naar Gewone grootoorvleermuizen maar deze werden niet aangetroffen. Bij een bezoek overdag is gebleken dat behalve de meest noordoostelijke kamer ook het aanpalende zoldertje door Gewone grootoorvleermuizen als roestplaats gebruikt wordt en dat er uitwerpselen van het voorjaar 2017 lagen : Vijf of zes Gewone dwergvleermuizen zijn aangetroffen in een vleermuiskast type Beaumaris Maxi die was opgehangen als compensatie voor de sloop van gebouwen U, Y en S. Later zijn hier ook rondvliegende dieren gezien en is roepgedrag waargenomen. Op de roestplaats van de Gewone grootoorvleermuis zijn geen nieuwe waarnemingen gedaan. 60

63 : Geen nieuwe sporen van de Gewone grootoorvleermuis. Langs het gebouw is een opname gemaakt van een Franjestaart (22.22u). : Op de roestplaats waren verse uitwerpselen van Gewone grootoorvleemuis aanwezig. Ook lagen er (resten van) prooidieren. : Op de roestplaats waren twee Gewone grootoorvleermuizen aanwezig. Ze hingen op de muur nabij het dak. Conclusies gebouw V In het gebouw is een paarplaats van de Gewone dwergvleermuis aanwezig in een vleermuiskast. In eerdere jaren was deze ook aanwezig en verbleven de dieren waarschijnlijk in de dakrand van het pand. Mogelijk wordt in gebouw V nog steeds overwinterd, aangezien heel vroeg in het jaar al activiteit van een roepend dier is waargenomen. In het pand is een belangrijke roestplaats van Gewone grootoorvleermuis. De roestplaats wordt zowel in voor- als najaar gebruikt. Twee Gewone grootoorvleermuizen op een roestplaats in de noordoosthoek van gebouw V 61

64 Gebouw Y: wachtgebouw Het gebouw is een voormalig wachtgebouw. Het was in 2016 en 2017 niet in gebruik. Gebouw Y. Wachtgebouw Bronnen Uit bronnen is geen verblijfplaats van vleermuizen in dit pand bekend. Veldbezoeken : Bij dit veldbezoek werd een paarplaats van Gewone dwergvleermuis geconstateerd. De ingang van de verblijfplaats bevindt zich aan de voorzijde bij het boeiboord aan de rechterzijde. Veldbezoeken ) : Ondanks gericht posten, zijn er géén uitvliegers gezien; er werden wel jagende Gewone dwergvleermuizen vastgesteld. Tevens bleek er, tussen gebouw U en E, een jagende Laatvlieger aanwezig : Bij gebouw Y werd een jagende Gewone dwergvleermuis gezien : Bij gebouw Y werd een jagende Gewone dwergvleermuis gezien. Conclusie gebouw Y Hoewel telkens jagende Gewone en Ruige dwergvleermuis bij het gebouw zijn aangetroffen zijn er nooit verblijfplaatsen vastgesteld. In de zuidoosthoek van het pand werd een verblijfplaats verwacht, vanwege zwermgedrag en mogelijkheden voor Gewone dwergvleermuis. 62

65 N.B. Begin september 2017 is het gebouw gesloopt nadat het gebouw op vleermuisvriendelijke wijze was gestript 10) onder ecologische begeleiding. 10) Voor sloop was ontheffing verkregen. 63

66 Groep lindebomen nabij gebouw F en gebouw M De lindebomen maken onderdeel uit van een min of meer bebost deel van het fortgebied tussen gebouw F-M en de gebouw B en V. Boomgroep nabij gebouw F en gebouw M Bronnenonderzoek Gebruik van bomen/boomholtes als paarverblijf van de (geheel of gedeeltelijk) boombewonende Gewone grootoorvleermuizen, Ruige dwergvleermuizen of Rosse vleermuizen werd niet aangetoond. Veldbezoeken 2016 Er zijn geen specifieke waarnemingen van vleermuizen gedaan op deze locatie. Veldbezoeken 2017 Nabij de gebouwen F en M is een groep (linde)bomen met voor vleermuizen geschikte holtes. Tijdens de veldbezoeken werden Gewone en Ruige dwergvleermuizen waargenomen : Op deze relatief luwe en milde avond waren veel vleermuizen actief, met name de lindebomen bij gebouw F en M, en nabij het torenfort- gebouw G. Tussen de lindebomen werden zwermjagende Gewone en Ruige dwergvleermuizen gehoord. Van beide soorten leken even veel dieren aanwezig. Er werden paarroepen van Gewone dwergvleermuizen gehoord. Er werden ook sociale geluiden van dwergvleermuizen gehoord, maar niet duidelijk is van welke soort : Onder de lindebomen ten westen van F en M waren vooral dwergvleermuizen aan het zwermjagen, evenveel Ruige dwergvleermuizen als Gewone dwergvleermuizen. Van beide soorten tenminste vijf dieren tegelijk. Vanuit een boom werd 64

67 geroepen door Ruige dwergvleermuis. Ook werd geroepen door Gewone grootoorvleermuis vanuit een boom. In de gebouwen F en M zélf zijn geen vliegende of roepende vleermuizen waargenomen : Onder de lindebomen bij gebouw F en M zijn telkens circa zes jagende Gewone dwergvleermuizen gezien, waaronder een roepende Ruige dwergvleermuis. Bij de lindebomen is even gepost voor verblijfplaatsen van de Rosse vleermuis, maar deze soort werd niet aangetroffen : Ruige dwergvleermuis is gehoord vanuit een lindeboom bij gebouw F-M : Bij gebouw F en M vlogen steeds Gewone dwergvleermuizen. Enkele Laatvliegers waren aan het jagen boven de gracht ten noordoosten van F en M : Vanuit de lindebomen geen roepende vleermuizen : Vanuit de lindebomen geen roepende vleermuizen : Vanuit de lindebomen geen roepende vleermuizen. Tijdens alle bezoeken werden vliegbewegingen van Gewone dwergvleermuis waargenomen nabij F-M. Vaak werden ook verscheidene Ruige dwergvleermuizen aangetroffen. Er is speciaal gelet op verblijfplaatsen van Rosse vleermuizen in de boomholtes, maar deze zijn niet aangetroffen. Er heeft geen onderzoek met de boomcamera plaatsgevonden. Conclusie boomgroep bij gebouwen F en M In de bomen is een paarplaats aangetroffen van de Gewone grootoorvleermuis. Ook zijn in het voorjaar tweemaal Ruige dwergvleermuizen uit de bomen gehoord; deze soort gebruikt dus eveneens de boomholtes. Er is geen verblijfplaats vastgesteld van Rosse vleermuizen. De bomen bieden luwte voor vleermuizen op het fort. Met name Gewone en Ruige dwergvleermuizen maken van deze luwte gebruik. Dit is de plek waar tijdens vrijwel alle bezoeken vleermuizen vlogen ook wanneer er elders vrijwel niets vloog. Ook Gewone grootoorvleermuizen gebruiken het gebied ook vanuit het naburige gebouw V en mogelijk de schietbunker B1. Myotis-vleermuizen zijn hier in principe alleen op route gezien, maar het is te veronderstellen dat ze deze locatie gebruiken bij mindere weersomstandigheden. De bomengroep is dus zowel van belang als verblijfplaats en van belang bij het bieden van luwte en jachtgelegenheid aan vleermuizen. Opkronen van de bomen heeft geen negatief effect op deze vleermuisfuncties zolang de aanwezige holtes behouden blijven. 65

68 7. OVERIGE ZOOGDIEREN 7.1. Bronnen- en veldonderzoek Het bronnen- en veldonderzoek is in eerste instantie gericht op vaststellen van Steenmarter, Bever en Otter. Naar aanleiding van aanvullende vragen en resultaten van de eerste veldbezoeken is het aantal zoogdiersoorten uitgebreid. Uit bronnenonderzoek komt naar voren dat in de (wijde) omgeving van het plangebied zowel Bever als Steenmarter voorkomt. In het plangebied en omgeving zijn uit het NDFF nog geen waarnemingen bekend van Otter. Wel zijn ten noorden van Utrecht en in Zuid-Holland waarnemingen bekend. Het is daarom al mogelijk dat er af en toe een Otter in de buurt aanwezig is. Het plangebied lijkt geschikt voor Otter, in de gracht zijn steeds Futen aan het vissen, dus er is in elk geval een redelijke hoeveelheid vis aanwezig. In bekende onderzoeken op Fort Honswijk worden de soorten niet genoemd. Op zijn op strategische plaatsen in totaal 4 wildcamera s geplaatst; deze camera s reageren via infrarooddetectie op passerende dieren en maken dan automatisch kort na elkaar drie foto s. De werking van de camera s is tussentijds gecontroleerd; daarbij zijn ook de fotokaartjes vervangen. De foto s zijn gecontroleerd op vastleggingen van fauna. De camera s zijn op 26 januari 2017 weer opgehaald; ook deze foto s zijn gecontroleerd op vastgelegde fauna Soorten Steenmarter Uit de omgeving van Fort Honswijk zijn waarnemingen van de soort bekend (onder andere mondelinge bronnen), maar niet van het fort zelf. Er zijn in gebouw P krassporen gevonden die er op wijzen dat in dit gebouw Steenmarter aanwezig is geweest. Er zijn bij het veldonderzoek nergens verse sporen van deze soort aangetroffen. De camera s hebben geen Steenmarter gefotografeerd. Boommarter Van het eiland van Schalkwijk zijn van de laatste jaren vier waarnemingen bekend van de Boommarter (NDFF). Het kunnen zwervende dieren zijn vanaf de Utrechtse heuvelrug, maar het is niet uit te sluiten dat ze er territoria zullen vestigen, hoewel het landschap erg open is. Het camera-onderzoek heeft tussen 20 en 26 januari 2017 een Boommarter vastgelegd. Het betreft een vrij klein mogelijk vrouwelijk dier. Op één van de momenten is te zien hoe het dier de aasplek markeert. Het is onduidelijk waar het dier verblijft en het is niet uit te sluiten dat er ook verblijfplaatsen zijn op het fort. Vast staat dat er géén vaste verblijfplaatsen in de te slopen panden aanwezig zijn omdat hier geen enkel spoor van Boommarter is aangetroffen. Bunzing Op de camera s verscheen op twee locaties een Bunzing. Het bleek om hetzelfde dier te gaan. De bewoner heeft in het verleden een nest van Bunzing nabij het woonhuis meegemaakt. 66

69 Boommarter Boommarter Bunzing 67

70 Bever In het uiterwaardpark ten noordwesten van het plangebied leven Bevers. Op circa 1,2 km afstand ligt een Beverburcht in de uiterwaard van de Lek. Bij het veldonderzoek in zijn van de Bever op het fort geen burchten en ook geen andere sporen gevonden. Op de landtong ten zuiden van het fort is een aangespoelde, door een Bever aangeknaagde wilgentwijg gevonden. Door de camera s zijn geen Bever(s) vastgelegd. Das Op de fortwal zijn op 9 mei 2017 enkele holen gecontroleerd nabij gebouw E naar aanleiding van een bericht dat een dassenburcht aanwezig zou zijn (mond. med. Chris Will, Nationaal Project Nieuwe Hollandse Waterlinie, KennisCentrum Waterlinie i.o.). Er zijn twee holen gevonden, die wat betreft vorm en binnenmaat ooit door een Das uitgegraven kunnen zijn. Er was in beide gevallen dan sprake van een kleine veldburcht. Beide holen waren ten tijde van het veldwerk in gebruik door Vos en Konijn. Bij beide holen waren ook oude prooiresten aanwezig (Konijn en gans). Otter Van Otter zijn bij het veldonderzoek in geen sporen waargenomen; de camera s hebben geen Otter(s) vastgelegd. Waarschijnlijk door een Das uitgegraven hol op het fort 68

71 Vos Bekend is dat de Vos zich voortplant op het fort (mondelinge mededeling bewoner). Bij het veldonderzoek zijn op gebouw A (poortgebouw) en ten noorden van gebouw E niet meer bewoonde holen gevonden. Ook zijn er Vossen gefotografeerd bij het camera-onderzoek. Bruine rat Bruine ratten blijken in grote aantallen aanwezig te zijn op de oevers van het fort. Vos Bruine rat Overige zoogdiersoorten Van de volgende, niet gefotografeerde, zoogdiersoorten zijn sporen of resten aangetroffen: Konijn, Haas, Rosse woelmuis, Bosmuis, Huisspitsmuis, Mol. In de braakballen van de Kerkuil zijn resten van de volgende zoogdiersoorten aangetroffen: Aardmuis, Bosmuis, Dwergmuis, Waterspitsmuis, Gewone bosspitsmuis, Huisspitsmuis, Rosse woelmuis, Veldmuis en Bruine rat. Bosmuis en 69

72 Rosse woelmuis zijn ook met fotovallen gefotografeerd. Van Bosmuis zijn eetplaatsen gevonden in diverse gebouwen. De vondst van schedelresten van de Waterspitsmuis in een braakbal van de Kerkuil uit het Torenfort is bijzonder. Deze streng beschermde soort komt dus binnen het jachtgebied van de Kerkuil voor. Het fort Honswijk wordt niet geschikt geacht voor de soort vanwege de stijle oevers en het ontbreken van een rijke onderwatervegetatie. Konijnen zijn veelvuldig boven op het fort aanwezig. Hier zijn ook op diverse plaatsen plekken met zand aanwezig, terwijl de hellingen van het fort veel uit lokale klei of zavel bestaan. Schedelresten van Waterspitsmuis uit een braakbal van de Kerkuil uit het torenfort (zomer 2017) 7.3. Effect van het verwijderen van opslag Door het verwijderen van opslag is tijdelijk minder dekking aanwezig voor de genoemde zoogdiersoorten. Het effect van het verwijderen van opslag is niet eenduidig aan te geven. Voor Konijn en Haas is het verwijderen van de opslag waarschijnlijk gunstig. Voor sommige soorten als Rosse woelmuis is een dergelijke ingreep waarschijnlijk ongunstig. Aandachtspunt is het behoud van oude knotwilgen op de omwalling omdat deze schuilgelegenheid bieden aan diverse zoogdiersoorten waaronder Vos en marterachtigen. Het verwijderen van opslag is waarschijnlijk gunstig voor soorten als Veldmuis en Aardmuis. Konijn, Haas en woelmuizen kunnen als prooi van roofdieren een gunstig effect hebben op deze roofdiersoorten. 70

73 8. VOGELS 8.1. Uilen Methodiek Om vast te stellen welke uilensoorten op welke manier gebruik maken van fort Honswijk zijn in totaal vijf op uilen gerichte veldbezoeken (op gehoor, op zicht en sporen; zie tabel) uitgevoerd. Daarnaast is bij de in 2016/2017 uitgevoerde vleermuisbezoeken ook gelet op (sporen van) uilen. Datum Doelsoort Opmerking 2 maart 2017 Steenuil m.b.v. recorder 14 maart 2017 Steenuil m.b.v. recorder 4 april 2017 Ransuil en Kerkuil - 8 juni 2017 jonge uilen (Ransuil, Bosuil, Kerkuil) - 27 juni 2017 sporen - Kerkuil Uit bronnenonderzoek is sprake van Kerkuil (torenfort en gebouw P). In het torenfort wordt gesproken van veel braakballen van de Kerkuil en ook een dood exemplaar in het torenfort. Er is op de begane grond nabij de poort tot de toren een compartiment afgesloten ten behoeve van de Kerkuil. Bij het veldonderzoek in 2016 is in gebouw P en in het Torenfort gebruik door de Kerkuil vastgesteld 11) : N Torenfort. - De Kerkuil verblijft veelvuldig in het torenfort (eerste verdieping). - Tot eind mei 2017 werden regelmatig braakballen gevonden in het torenfort. In oktober 2017 zijn op de bekende roestplaats nog twee braakballen gevonden. N Gebouw P. - De Kerkuil verblijft veelvuldig in gebouw P. - Tot eind mei 2017 werden regelmatig braakballen gevonden in gebouw P. - Op basis van sporen wordt geconcludeerd dat gebouw P als nestplek is gebruikt in recente jaren. In 2017 zijn hier echter voor een broedgeval van Kerkuil geen aanwijzingen gevonden. Hoewel slagpennen zijn gevonden van waarschijnlijk twee dieren is er in de periode oktober juni 2017 geen broedgeval vastgesteld. - De nestplek in gebouw P betreft de uitbouw/dakkapel waarin een zoldertje zit. Op 27 juni 2017 is geconstateerd dat deze nestplek ontoegankelijk is gemaakt. Doordat de nestplek in gebouw P na deze constatering door de gemeente weer direct toegankelijk is gemaakt voor de Kerkuil is verstoring van het jaarrond beschermde nest voorkómen. N Gebouw V en overige gebouwen. - In gebouw V en overige gebouwen zijn in 2016/2017 geen gebruikssporen (meer) gevonden. - In gebouw V heeft in het verleden vaak een Kerkuil geroest, maar in recente jaren is dat niet het geval geweest en zeker niet in de inventarisatieperiode. 11) Kerkuilen kunnen in tegenstelling tot de hieronder genoemde uilensoorten het hele jaar door een broedgeval hebben 71

74 Gebouw P: bovenin is een gat in het zoldertje te zien: de verblijfplaats van Kerkuil Roestplaats Kerkuil 1 e verdieping torenfort 72

75 Steenuil In bronnenonderzoek is sprake van Steenuil op het fort. Ook bewoners van nabij het fort hebben de soort aangetroffen. Op het terrein zijn op drie plaatsen uilenkasten aanwezig (Steenuil) waarvan slechts één nog bewoonbaar is. Echter, ook bij deze kast zijn geen sporen van uilen gevonden. De Steenuil is in de inventarisatieperiode niet op het fort waargenomen. Een broedgeval van de soort wordt in deze periode uitgesloten. In de omgeving zijn wel territoria aanwezig. Ransuil In het bronnenonderzoek is sprake van Ransuil op het fort. In het vroege voorjaar van 2017 zijn een tweetal keren Ransuilen bij het torenfort waargenomen. Er werden geen territoriumroep, vleugelklappen of snavelgeluiden gehoord. In gebouw E is een dode Ransuil aangetroffen (herfst 2016). In het struweel is uitputtend gezocht naar mogelijke nestplaatsen voor deze soort. Die zijn niet aangetroffen. In een Beuk ten zuiden van gebouw M is sprake van een ekster- of kraaiennest dat geschikt zou kunnen zijn als nestplaats. Hoewel Ransuil is waargenomen, zijn er geen aanwijzingen dat op het fort een broedgeval van Ransuil is geweest. Op 17 augustus 2017 werd een juveniele uil gehoord roepend vanuit een groepje wilgen langs de Lekdijk op circa 200m ten noordwesten van het fort. Hier werd ook een volwassen uil genoemd. De Ransuil heeft kennelijk een laat broedgeval gehad in de omgeving van fort Honswijk. Bosuil Met betrekking tot de Bosuil is het volgende vastgesteld 12) : De Bosuil heeft een territorium gehad vanaf het torenfort/contrescarp: op het fort, met name op het torenfort is zowel een vrouwelijke als een mannelijke uil gehoord. Er is tenminste een broedpoging gedaan. In augustus zijn herhaaldelijk drie dieren gehoord dus er wordt uitgegaan van een succesvol broedgeval. Waar in het torenfort - contrescarp de nestplaats is, is nog niet duidelijk, maar vermoedelijk is het nest in één van de open patrijspoorten. Patrijspoort boven in het torenfort Conclusie uilen Vanuit de wet natuurbescherming is de nest- en roestplaats van de Kerkuil beschermd. De Steenuil is niet aangetroffen op het fort. Hier zijn geen speciale maatregelen nodig. De Ransuil heeft niet genesteld op het fort. Hier zijn geen speciale maatregelen noodzakelijk. Met betrekking tot het verwijderen van opslag en het opkronen van bomen ten aanzien van uilen het volgende. Het verwijderen van opslag heeft waarschijnlijk een 12) Een broedplaats van de Bosuil is in tegenstelling tot de bovengenoemde soorten niet jaarrond beschermd. 73

Nader onderzoek beschermde soorten Bossingschaaf 20, Zaandam

Nader onderzoek beschermde soorten Bossingschaaf 20, Zaandam 16727 Nader onderzoek beschermde soorten Bossingschaaf 20, Zaandam 16727 Colofon Titel........... : zeel Projectnummer:.. : 16727 Opdrachtgever... : Woonfront - De Stelling Zaandam BV De Ring 12 5261 LM

Nadere informatie

Nader onderzoek plangebied Insulindeblok, Amsterdam

Nader onderzoek plangebied Insulindeblok, Amsterdam Nader onderzoek plangebied Insulindeblok, Amsterdam Nader onderzoek plangebied Insulindeblok, Amsterdam Colofon Titel Nader onderzoek plangebied Insulindeblok, Amsterdam Projectnummer 12364 Opdrachtgever

Nadere informatie

Bomencheck Dorpsstraat 192-A (Lunteren)

Bomencheck Dorpsstraat 192-A (Lunteren) Bomencheck Dorpsstraat 192-A (Lunteren) Colofon Titel Bomencheck Dorpsstraat 192-A (Lunteren) Projectnummer 11283 Opdrachtgever Architectenbureau Eduard C. Gerds Hoofdweg 81 9617 AC Harkstede Datum 22

Nadere informatie

Aanvullend natuuronderzoek voormalig Zoutdepot Breukelen

Aanvullend natuuronderzoek voormalig Zoutdepot Breukelen Aanvullend natuuronderzoek voormalig Zoutdepot Breukelen Onderzoek naar het voorkomen van vleermuizen Datum: 30-08-2014 Auteur: A. Tuitert Opdrachtgever: Aveco de Bondt Rapportnummer: AT/2014/30.08 Versie:

Nadere informatie

Nader onderzoek naar vleermuizen Nieuw Graswijk te Assen

Nader onderzoek naar vleermuizen Nieuw Graswijk te Assen Nader onderzoek naar vleermuizen Nieuw Graswijk te Assen Nader onderzoek naar vleermuizen Nieuw Graswijk te Assen Inhoud Rapport en bijlagen 21 juli 2010 Projectnummer 015.36.02.71.00 I n h o u d s o

Nadere informatie

Vleermuisonderzoek locatie Merenhoef te Maarssen

Vleermuisonderzoek locatie Merenhoef te Maarssen Vleermuisonderzoek locatie Merenhoef te Maarssen Onderzoek naar het voorkomen van vleermuizen Datum: 10-10-2014 Auteur: A. Tuitert Opdrachtgever: Aveco de Bondt Rapportnummer: AT/2014/10.10 Versie: Definitief

Nadere informatie

Vleermuisinventarisatie aan de Hofstraat te s- Heerenberg

Vleermuisinventarisatie aan de Hofstraat te s- Heerenberg Vleermuisinventarisatie aan de Hofstraat te s- Heerenberg In opdracht van: SAB BV Oktober 2014 Vleermuisinventarisatie aan de Hofstraat te s-heerenberg Colofon: J.H.S. Rijsdijk MSc Natuurkompas Ecologisch

Nadere informatie

Aanvullend vleermuisonderzoek restaurant Castellum Novum in De Meern

Aanvullend vleermuisonderzoek restaurant Castellum Novum in De Meern Aanvullend vleermuisonderzoek restaurant Castellum Novum in De Meern Toetsing in het kader van de Flora- en faunawet Datum: 08-11-2008 Auteur: A.H. Tuitert Opdrachtgever: Aveco de Bondt Kenmerk: vlm2008/10

Nadere informatie

Vleermuisonderzoek. Heideweg 52 Soest. In het kader van de Wet natuurbescherming

Vleermuisonderzoek. Heideweg 52 Soest. In het kader van de Wet natuurbescherming Vleermuisonderzoek Heideweg 52 Soest In het kader van de Wet natuurbescherming Colofon Vleermuisonderzoek Heideweg 52 Soest In het kader van Wet natuurbescherming Uitgevoerd door: Opdrachtgever: Contactpersoon:

Nadere informatie

Boomcontrole vleermuizen boom 61145, Nieuwegracht te Utrecht

Boomcontrole vleermuizen boom 61145, Nieuwegracht te Utrecht Notitie Contactpersoon Datum 16 december 2016 Boomcontrole vleermuizen boom 61145, Nieuwegracht te Utrecht 1 Inleiding 1.1 Aanleiding en doel In opdracht van de gemeente Utrecht heeft Tauw onderzoek gedaan

Nadere informatie

Compleet landschap voor vleermuizen

Compleet landschap voor vleermuizen Gewone grootoorvleermuizen in Fort Rijnauwen. Foto Bernadette van Noort Nieuwe Hollandse Waterlinie meer dan overwintering Compleet landschap voor vleermuizen Op veel locaties binnen de Nieuwe Hollandse

Nadere informatie

Resultaten vleermuisonderzoek Huutgraaf te Beuningen

Resultaten vleermuisonderzoek Huutgraaf te Beuningen Resultaten vleermuisonderzoek Huutgraaf te Beuningen Datum : 16 oktober 2014 Projectnummer : 14-0184 Opdrachtgever : Hendriks Projectontwikkeling bv Postbus 179 5340 AD Oss Kader Initiatiefnemer is voornemens

Nadere informatie

Quickscan. Een. Projectnummer 018. Opdrachtgever. Opdrachtnemer. Scholtenhagenweg 10

Quickscan. Een. Projectnummer 018. Opdrachtgever. Opdrachtnemer. Scholtenhagenweg 10 Quickscan natuuronderzoek ivm bestemmingsplan en ontwikkelingen Bellersweg 13 Hengelo Een inventarisatie van beschermde flora en fauna Haaksbergen 9 juli 2013 Rapportnummer 0128 Projectnummer 018 Opdrachtgever

Nadere informatie

Nader onderzoek beschermde soorten Mozartstraat 1 t/m 15 (oneven), Elst

Nader onderzoek beschermde soorten Mozartstraat 1 t/m 15 (oneven), Elst Nader onderzoek beschermde soorten Mozartstraat 1 t/m 15 (oneven), Elst Nader onderzoek beschermde soorten Mozartstraat 1 t/m 15 (oneven), Elst Colofon Titel........... : Nader onderzoek beschermde soorten

Nadere informatie

Quickscan natuuronderzoek en aanvullende rapportage verbouwing monumentaalpand Lammerinkweg 102 Enschede

Quickscan natuuronderzoek en aanvullende rapportage verbouwing monumentaalpand Lammerinkweg 102 Enschede Quickscan natuuronderzoek en aanvullende rapportage verbouwing monumentaalpand Lammerinkweg 102 Enschede Een inventarisatie van beschermde flora en fauna Enschede 2 December 2010 Rapportnummer 0123 Projectnummer

Nadere informatie

Huismus- en vleermuisinventarisatie op planlocatie de Marke III te Hengevelde

Huismus- en vleermuisinventarisatie op planlocatie de Marke III te Hengevelde Huismus- en vleermuisinventarisatie op planlocatie de Marke III te Hengevelde In opdracht van: SAB BV Oktober 2013 Huismus- en vleermuisinventarisatie op planlocatie de Marke III te Hengevelde Colofon:

Nadere informatie

Vleermuisonderzoek watertoren, Tiel

Vleermuisonderzoek watertoren, Tiel Vleermuisonderzoek watertoren, Tiel Colofon Titel Vleermuisonderzoek watertoren, Tiel Projectnummer 11261 Opdrachtgever Gemeente Tiel Postbus 6325 4000 HH Tiel Datum 13 januari 2012 Status rapport Bestand

Nadere informatie

Aanvullend natuuronderzoek locatie Nieuweweg / Parklaan te Hattem

Aanvullend natuuronderzoek locatie Nieuweweg / Parklaan te Hattem Aanvullend natuuronderzoek locatie Nieuweweg / Parklaan te Hattem Onderzoek naar het voorkomen van vleermuizen en steenmarter Datum: 15-10-2012 Auteur: A. Tuitert Opdrachtgever: Aveco de Bondt Rapportnummer:

Nadere informatie

Rapportage onderzoeken vleermuizen, huismus en gierzwaluw

Rapportage onderzoeken vleermuizen, huismus en gierzwaluw Rapportage onderzoeken vleermuizen, huismus en gierzwaluw Varikse Driehoek te Heerewaarden Datum : 1 september 2015 Projectnummer : 15-0092 Opdrachtgever : Woonstichting De kernen, Korenstraat 1, 5321

Nadere informatie

Quickscan natuuronderzoek bouwblok Kolenbranderweg Haaksbergen

Quickscan natuuronderzoek bouwblok Kolenbranderweg Haaksbergen Quickscan natuuronderzoek bouwblok Kolenbranderweg Haaksbergen Een inventarisatie van beschermde flora en fauna Haaksbergen 21 Mei 2014 Rapportnummer 031 Projectnummer 012 opdrachtgever Fam. Ten Dam Kolenbranderweg

Nadere informatie

Notitie flora en fauna

Notitie flora en fauna Notitie flora en fauna Titel/locatie Projectnummer: 6306 Datum: 11-6-2013 Opgesteld: Rosalie Heins Gemeente Baarn is voornemens om op de locatie van de huidige gemeentewerf een nieuwe brede school ontwikkelen.

Nadere informatie

QUICKSCAN EDESEWEG 51 WEKEROM

QUICKSCAN EDESEWEG 51 WEKEROM QUICKSCAN EDESEWEG 51 WEKEROM Colofon Opdrachtgever: Tulp-Bijl B.V. Titel: Quickscan Edeseweg 51 Wekerom Status: Definitief Datum: Februari 2013 Auteur(s): Ir. M. van Os Foto s: M. van Os Kaartmateriaal:

Nadere informatie

Vleermuisonderzoek. Het Nardusboer 215 te Oldenzaal. In het kader van de Wet natuurbescherming

Vleermuisonderzoek. Het Nardusboer 215 te Oldenzaal. In het kader van de Wet natuurbescherming Vleermuisonderzoek Het Nardusboer 215 te Oldenzaal In het kader van de Wet natuurbescherming Colofon Vleermuisonderzoek Het Nardusboer 215 Oldenzaal In het kader van Wet natuurbescherming Uitgevoerd door:

Nadere informatie

E c o l o g i e D i c h t e r s k w a r t i e r H a r d e r w i j k

E c o l o g i e D i c h t e r s k w a r t i e r H a r d e r w i j k E c o l o g i e D i c h t e r s k w a r t i e r H a r d e r w i j k Opdrachtgever: Raadthuisstaete Groep B.V. projectnummer: 116.51.50.00.00.0 0 Van: mevrouw A. Schwab Onderwerp: Dichterskwartier Harderwijk

Nadere informatie

Ecologische quickscan. gebied Nieuweweg-Reinaldstraat

Ecologische quickscan. gebied Nieuweweg-Reinaldstraat Ecologische quickscan gebied Nieuweweg-Reinaldstraat gemeente Valkenburg aan de Geul Reinaldstraat 7-9 (foto: www.tvvalkenburg.nl) 1 Ecologische quickscan gebied Nieuweweg-Reinaldstraat gemeente Valkenburg

Nadere informatie

memo datum: 22 juli 2011

memo datum: 22 juli 2011 memo aan: van: Buro SRO Laneco datum: 22 juli 2011 betreft: 1 Inleiding Aan de Koterweg te Barneveld is de sloop van een voormalig kruisgebouw voorgenomen. In de plaats hiervan worden 17 zorgappartementen

Nadere informatie

Notitie Flora en faunawet bestemmingsplan Centrum Best; Locatie ten noorden van begraafplaats

Notitie Flora en faunawet bestemmingsplan Centrum Best; Locatie ten noorden van begraafplaats Ecologica BV Rondven 22 6026 PX Maarheeze 0495-46 20 70 0495-46 20 79 info@ecologica.eu www.ecologica.eu Gemeente Best T.a.v. dhr. P. van den Broek Raadhuisplein 1 Postbus 50 5680 AB Best Datum: 2 april

Nadere informatie

Notitie verkennend Flora- en faunaonderzoek Lettele

Notitie verkennend Flora- en faunaonderzoek Lettele Notitie verkennend Flora- en faunaonderzoek Lettele Butersdijk nabij nummer 21, Lettele Datum: 12-3-2014 Opgesteld door: Vincent de Lenne Projectnummer: 6546 Aanleiding en doel Aan de Butersdijk, nabij

Nadere informatie

Notitie aanvullend veldonderzoek vleermuizen en zandhagedis Warande Zeist

Notitie aanvullend veldonderzoek vleermuizen en zandhagedis Warande Zeist Notitie aanvullend veldonderzoek vleermuizen en zandhagedis Warande Zeist Datum: 14-09-2016 Auteur: A.H. Tuitert Opdrachtgever: Aveco de Bondt Documentnummer: AHT/2016/NOT14.09 Versie: D1 1 Inleiding 1.1

Nadere informatie

INVENTARISATIE VLEERMUIZEN DE WEID WALSTRO 3 CASTRICUM

INVENTARISATIE VLEERMUIZEN DE WEID WALSTRO 3 CASTRICUM INVENTARISATIE VLEERMUIZEN DE WEID WALSTRO 3 CASTRICUM LUPGENS EN PARTNERS BV / CAREOS GROEP 15 oktober 2012 076649227:0.3 B01043.200918.0200 Inhoud 1 Inleiding... 3 1.1 Aanleiding... 3 1.2 Doel... 3

Nadere informatie

Onderzoek vleermuizen

Onderzoek vleermuizen Onderzoek vleermuizen Hosterdstraat 4 Beuningen Titel: Opdrachtgever: Onderzoek Vleermuizen. Hosterdstraat 4 Beuningen familie Hendriks Auteur: Controle: Veldwerk: Eric Verkaik Elmar Prins Eric Verkaik,

Nadere informatie

Middels deze brief ontvangt u de resultaten van het nader ecologisch onderzoek op de projectlocatie Scheveningen Bad.

Middels deze brief ontvangt u de resultaten van het nader ecologisch onderzoek op de projectlocatie Scheveningen Bad. Gemeente Den Haag Dienst Stedelijke Ontwikkeling T.a.v. de heer W. Dekker Postbus 12655 2500 DP DEN HAAG Geldermalsen, 6 oktober betreft: nader ecologisch onderzoek project: uitbreiding vastgoed Hommerson

Nadere informatie

Vleermuizen MOB Ulicoten Onderzoek naar het gebruik van MOB complex Ulicoten door vleermuizen

Vleermuizen MOB Ulicoten Onderzoek naar het gebruik van MOB complex Ulicoten door vleermuizen Onderzoek naar het gebruik van MOB complex Ulicoten door vleermuizen H.J. Huitema 13 oktober 2009 Rapport van de In opdracht van Dienst Landelijk Gebied regio Zuid Onderzoek naar het gebruik van MOB complex

Nadere informatie

Vleermuisonderzoek Kildijk

Vleermuisonderzoek Kildijk Vleermuisonderzoek Kildijk Onderzoek naar het voorkomen van vleermuizen rond de dijkverbeteringslocatie langs de Dordtsche Kil Definitief Grontmij Nederland bv Houten, 28 augustus 2009 Verantwoording Titel

Nadere informatie

Nader onderzoek vleermuizen schoolgebouw Anne Franklaan, Montfoort

Nader onderzoek vleermuizen schoolgebouw Anne Franklaan, Montfoort NOTITIE Cultuurland Advies Dhr. T. Melenhorst Postbus 20 8180 AA Heerde DATUM: 20 september 2011 ONS KENMERK: 11-386/11.13133/JanBu UW KENMERK: telefonische gunning 16 juni 2011 AUTEUR: PROJECTLEIDER:

Nadere informatie

(O, Omgevingsdienst regio Utrecht

(O, Omgevingsdienst regio Utrecht HOI 77 w G*~ I W / ƒ # 2 6 NOV. 2012 Beh. Ambt.: (O, Omgevingsdienst regio Utrecht ISO «J01 en 14001 gocerthfcwrd Streefdat.: Afschr.: B.V.O. Gemeente Woerden 12.021577 Onderzoek beschermde fauna Arsenaal

Nadere informatie

Quickscan Flora- en Faunawet Nieuwbouw Doorninkweg 6. Verkennend onderzoek naar beschermde natuurwaarden ten behoeve van ruimtelijke ontwikkelingen

Quickscan Flora- en Faunawet Nieuwbouw Doorninkweg 6. Verkennend onderzoek naar beschermde natuurwaarden ten behoeve van ruimtelijke ontwikkelingen Quickscan Flora- en Faunawet Nieuwbouw Doorninkweg 6 Verkennend onderzoek naar beschermde natuurwaarden ten behoeve van ruimtelijke ontwikkelingen Quickscan Flora- en Faunawet Nieuwbouw Doorninkweg 6 Verkennend

Nadere informatie

Ecologisch werkprotocol plangebied Insulindeblok, Amsterdam - concept -

Ecologisch werkprotocol plangebied Insulindeblok, Amsterdam - concept - Ecologisch werkprotocol plangebied Insulindeblok, Amsterdam - concept - Colofon Titel Ecologisch werkprotocol plangebied Insulindeblok, Amsterdam Projectnummer 12408 Opdrachtgever D. van Geemen & Zn BV

Nadere informatie

Aanvullend onderzoek beschermde soorten Wilhelminastraat e.o. Vianen

Aanvullend onderzoek beschermde soorten Wilhelminastraat e.o. Vianen Aanvullend onderzoek beschermde soorten Wilhelminastraat e.o. Vianen 17 juli 2013 ZOON ECOLOGIE Colofon Titel Aanvullend onderzoek beschermde soorten Wilhelminastraat e.o. Vianen Opdrachtgever mro Uitvoerder

Nadere informatie

Nader onderzoek beschermde soorten De Slinger 3, Houten (15-10-2015)

Nader onderzoek beschermde soorten De Slinger 3, Houten (15-10-2015) 15625 Nader onderzoek beschermde soorten De Slinger 3, Houten (15-10-2015) 15625 Nader onderzoek beschermde soorten De Slinger 3, Houten (15-10-2015) Colofon Titel........... : Nader onderzoek beschermde

Nadere informatie

memo datum: 28 maart 2012

memo datum: 28 maart 2012 memo aan: van: Buro SRO Laneco datum: 28 maart 2012 betreft: Quick scan flora en fauna Politiebureau Schoonhoven 1 Inleiding Op de locatie van het voormalige politiebureau te Schoonhoven is de nieuwbouw

Nadere informatie

Notitie Quickscan flora en fauna

Notitie Quickscan flora en fauna Notitie Quickscan flora en fauna De Uithof/ Kromhout te Utrecht Projectnummer: 5755.9 Datum: 5-5-2017 Projectleider: Opgesteld: Opdrachtgever: Universiteit Utrecht Universiteit Utrecht laat jaarlijks bomen

Nadere informatie

Resultaten onderzoek vleermuizen, huismussen en gierzwaluwen Portiekwoningen Soendalaan-Billitonstraat e.o. te Vlaardingen. Kader

Resultaten onderzoek vleermuizen, huismussen en gierzwaluwen Portiekwoningen Soendalaan-Billitonstraat e.o. te Vlaardingen. Kader Resultaten onderzoek vleermuizen, huismussen en gierzwaluwen Portiekwoningen Soendalaan-Billitonstraat e.o. te Vlaardingen Datum : 3 november 2017 Projectnummer : 17-0148 Opdrachtgever : BIK bouw bv Opgesteld

Nadere informatie

Resultaten Quickscan, vissen en vleermuisonderzoek met betrekking tot de Flora- en Faunawet.

Resultaten Quickscan, vissen en vleermuisonderzoek met betrekking tot de Flora- en Faunawet. Aan Rob Knijn Van C. van den Tempel CC M. Witteveldt Datum 12 januari 2017 Betreft Flora- en faunagegevens Middenweg Zuid Project Herontwikkeling Middenweg Zuid Geachte heer Knijn, Beste Rob, In 2014 en

Nadere informatie

Nader onderzoek Vleermuizen en Steenmarter Ellertshaar 6 (gemeente Borger Odoorn)

Nader onderzoek Vleermuizen en Steenmarter Ellertshaar 6 (gemeente Borger Odoorn) Opdrachtgever: Gemeente Borger Odoorn Contactpersoon: Rapport: Alewijn Brouwer Projectleiding: Projectnummer: Nader onderzoek Vleermuizen en Steenmarter Ellertshaar 6 (gemeente Borger Odoorn) Inhoudsopgave

Nadere informatie

Quick scan ecologie Frankemaheerd te Amsterdam ZO

Quick scan ecologie Frankemaheerd te Amsterdam ZO Quick scan ecologie Frankemaheerd te Amsterdam ZO Quick scan ecologie Frankemaheerd te Amsterdam ZO Auteur Opdrachtgever Projectnummer Ingen foto omslag P.J.H. van der Linden Rochdale 12.060 september

Nadere informatie

NATUURONDERZOEK A9 BADHOEVEDORP

NATUURONDERZOEK A9 BADHOEVEDORP NATUURONDERZOEK A9 BADHOEVEDORP Vleermuizen vliegroutes en foerageergebied Eindrapport Adviesbureau E.C.O. Logisch Nieuwerkerk a/d IJssel, 16-11-2016 VERANTWOORDING Opdrachtgever: Aveco de Bondt Contactpersoon:

Nadere informatie

Bestemmingsplan Wolfheze Natuuronderzoek De Gelderse Roos

Bestemmingsplan Wolfheze Natuuronderzoek De Gelderse Roos Bestemmingsplan Wolfheze Natuuronderzoek De Gelderse Roos Bestemmingsplan Wolfheze Natuuronderzoek De Gelderse Roos Colofon Titel Bestemmingsplan Wolfheze - Natuuronderzoek De Gelderse Roos Projectnummer

Nadere informatie

Notitie Flora- en faunaonderzoek Enter

Notitie Flora- en faunaonderzoek Enter Notitie Flora- en faunaonderzoek Enter Ff-onderzoek Wierdenseweg, Enter Datum: 19-9-2013 Opgesteld door: Vincent de Lenne Projectnummer: 6444 Aanleiding en doel Binnen het plangebied (zie bijlage 1) wordt

Nadere informatie

Vleermuisonderzoek Molukse Wijk, Tiel

Vleermuisonderzoek Molukse Wijk, Tiel Vleermuisonderzoek Molukse Wijk, Tiel - aanvullende notitie Hoort bij aanvraag FF/75C/2014/0331 Arnhem, 27 augustus 2014 1 Colofon Titel Subtitel : Vleermuisonderzoek Molukse Wijk Tiel : Aanvullende Notitie

Nadere informatie

Ordito t.a.v. dhr. F.A. Jiskoot Postbus 94 5126 ZH GILZE

Ordito t.a.v. dhr. F.A. Jiskoot Postbus 94 5126 ZH GILZE Ordito t.a.v. dhr. F.A. Jiskoot Postbus 94 5126 ZH GILZE Roermond : 11 januari 2012 Ons kenmerk : AM11215 Betreft : Vleermuizen- en vogelnestenonderzoek locatie Tom Rook te Gouderak (aangepaste rapportage)

Nadere informatie

Notitie aanvullend onderzoek BIC te Eindhoven

Notitie aanvullend onderzoek BIC te Eindhoven Ecologica BV Rondven 22 6026 PX Maarheeze 0495-46 20 70 0495-46 20 79 info@ecologica.eu www.ecologica.eu Gemeente Eindhoven t.a.v. I. Schouten Postbus 90150 5600 RB Eindhoven Datum: 26 oktober 2015 Behandeld

Nadere informatie

Rugstreeppad Hoogstede deelverslag veldcheck te zeven gebieden

Rugstreeppad Hoogstede deelverslag veldcheck te zeven gebieden Rugstreeppad Hoogstede deelverslag veldcheck te zeven gebieden Colofon Titel Rugstreeppad Hoogstede - deelverslag veldcheck te zeven gebieden Projectnummer 08890-14 Opdrachtgever Gemeente Arnhem Dienst

Nadere informatie

Aanvullend onderzoek Kempkensberg te Groningen. A&W-notitie 2588kev

Aanvullend onderzoek Kempkensberg te Groningen. A&W-notitie 2588kev Aanvullend onderzoek Kempkensberg te Groningen A&W-notitie 2588kev Opdrachtgever Gemeente Groningen Referentie Heijden, E. van der. Aanvullend onderzoek Kempkensberg te Groningen. A&W-notitie 2624. Altenburg

Nadere informatie

: Holdingmaatschappij D. v.d. Plas BV : dhr. D. van der Plas jr. : Steenbakkerstraat 2 : 2222 AT Katwijk

: Holdingmaatschappij D. v.d. Plas BV : dhr. D. van der Plas jr. : Steenbakkerstraat 2 : 2222 AT Katwijk RAPPORT betreffende een aanvullend flora & faunaonderzoek Vijf Meilaan te Leiden Status : definitief Datum : 5 oktober 2015 Kenmerk : 1507H410/COB/rap3 Contactpersoon : dhr. C. Brouwer Opdrachtgever :

Nadere informatie

Nader onderzoek beschermde soorten plangebied Rozenburg, Weurt

Nader onderzoek beschermde soorten plangebied Rozenburg, Weurt 13445 Nader onderzoek beschermde soorten plangebied Rozenburg, Weurt 13445 Nader onderzoek beschermde soorten plangebied Rozenburg, Weurt Colofon Titel........... : Nader onderzoek beschermde soorten

Nadere informatie

Datum : 10 juli 2015 Ons kenmerk : 1502H037/DBI/rap2 Betreft : Resultaten flora- en faunaonderzoek J.P. Gouverneurlaan 20 te Sassenheim

Datum : 10 juli 2015 Ons kenmerk : 1502H037/DBI/rap2 Betreft : Resultaten flora- en faunaonderzoek J.P. Gouverneurlaan 20 te Sassenheim Sedos Mevrouw N. Wigmore Voorstraat 53 2201 HT Noordwijk Datum : 10 juli 2015 Ons kenmerk : 1502H037/DBI/rap2 Betreft : Resultaten flora- en faunaonderzoek J.P. Gouverneurlaan 20 te Sassenheim Geachte

Nadere informatie

Notitie Flora- en faunaonderzoek Apeldoorn

Notitie Flora- en faunaonderzoek Apeldoorn Notitie Flora- en faunaonderzoek Apeldoorn Elburgweg 59, Apeldoorn Datum: 21-10-2013 Opgesteld door: Vincent de Lenne Projectnummer: P3959 Aanleiding en doel Aan de Elburgweg te Apeldoorn worden twee kippenschuren

Nadere informatie

Nader onderzoek vleermuizen, huismus en gierzwaluw Warmenhuizen Centrum

Nader onderzoek vleermuizen, huismus en gierzwaluw Warmenhuizen Centrum Nader onderzoek vleermuizen, huismus en gierzwaluw Warmenhuizen Centrum Nader onderzoek vleermuizen, huismus en gierzwaluw Warmenhuizen Centrum Inhoud Rapport en bijlagen 8 oktober 2014 Projectnummer

Nadere informatie

Vleermuis- en broedvogelonderzoek Wherepark, Purmerend

Vleermuis- en broedvogelonderzoek Wherepark, Purmerend Vleermuis- en broedvogelonderzoek Wherepark, Purmerend Resultaten onderzoek naar aanwezigheid van vleermuizen en broedvogels Concept Intermaris Grontmij Nederland B.V. Alkmaar, 30 juli 2013 Verantwoording

Nadere informatie

Soortenonderzoek Julianahof Zeist

Soortenonderzoek Julianahof Zeist Soortenonderzoek Julianahof Zeist 21 sept 2013 ZOON ECOLOGIE Colofon Titel Soortenonderzoek Julianahof Zeist Opdrachtgever mro Uitvoerder ZOON ECOLOGIE Auteur C.P.M. Zoon Datum 21 sept 2013 ZOON ECOLOGIE

Nadere informatie

Johan de Wittlaan 2 te Woerden

Johan de Wittlaan 2 te Woerden Johan de Wittlaan 2 te Woerden Actualisatie ecologisch onderzoek V. Nederpel R. de Beer 2012 Opdrachtgever Bolton Ontwikkeling Van der Goes en Groot ecologisch onderzoeks- en adviesbureau Bovendijk 35-G

Nadere informatie

Hierbij ontvangt u het briefrapport inzake de inventarisatie van vleermuizen in het projectgebied Almere hout te Almere.

Hierbij ontvangt u het briefrapport inzake de inventarisatie van vleermuizen in het projectgebied Almere hout te Almere. Gemeente Almere Dienst Stedelijke Ontwikkeling T.a.v.: Dhr. J. Ohm Postbus 200 1300 AE ALMERE Uw kenmerk: ****** Ons kenmerk: ALVL1001 Datum: 14-08-2011 Projectgebied: Almere Hout Onderwerp: Briefrapport

Nadere informatie

ZOETE INVAL WEST. aanvullend onderzoek vleermuizen. F. van der Vliet. concept rapport november 2011

ZOETE INVAL WEST. aanvullend onderzoek vleermuizen. F. van der Vliet. concept rapport november 2011 1 aanvullend onderzoek vleermuizen ZOETE INVAL WEST 2011 F. van der Vliet in opdracht van Croonen Adviseurs concept rapport november 2011 2 Aanvullend onderzoek naar vleermuizenop de locatie Zoete Inval

Nadere informatie

Advies Steenuil Baron van Nagellstraat 49, Voorthuizen

Advies Steenuil Baron van Nagellstraat 49, Voorthuizen Advies Steenuil Baron van Nagellstraat 49, Voorthuizen Colofon Titel Advies Steenuil, Baron van Nagellstraat 49, Voorthuizen Projectnummer 11173 Opdrachtgever Bouw- en aannemingsbedrijf Schoonderbeek BV

Nadere informatie

Briefrapport. aanleiding en methode. SAB Arnhem B.V. datum: 30 januari betreft: Quick scan Flora en Fauna, Bloksteegweg 1

Briefrapport. aanleiding en methode. SAB Arnhem B.V. datum: 30 januari betreft: Quick scan Flora en Fauna, Bloksteegweg 1 Briefrapport van: ons kenmerk: SAB Arnhem B.V. KUEN/80685 datum: 30 januari 2009 betreft: Quick scan Flora en Fauna, Bloksteegweg 1 aanleiding en methode Aan de Bloksteegweg 1, te Borne (gemeente Borne)

Nadere informatie

Memo oplegnotitie natuurtoets Gesterkoog pagina 2/

Memo oplegnotitie natuurtoets Gesterkoog pagina 2/ Memo oplegnotitie natuurtoets Gesterkoog pagina 2/6 Afbeelding 2. Impressie plangebied met mogelijk te kappen bomen. 1.2 Wijzigingen toetsingskader Het project wordt uitgevoerd in 2017. Op 1 januari 2017

Nadere informatie

Tabel 1. Overzicht veldbezoeken, onderzochte soorten en weersomstandigheden. Onderzoekers: EC = Eric Claassen, LH = Lone Hulsen

Tabel 1. Overzicht veldbezoeken, onderzochte soorten en weersomstandigheden. Onderzoekers: EC = Eric Claassen, LH = Lone Hulsen Resultaten vleermuisonderzoek Deel 54 Gemert Datum : 19 oktober 2016 Projectnummer : 16-0248 Opdrachtgever : Bouwbedrijf Raaijmakers Molenstraat 43 5421 KD Gemert Opgesteld door : K. Moonen, L. Hulsen

Nadere informatie

Notitie n.a.v. onderzoek vleermuizen

Notitie n.a.v. onderzoek vleermuizen Notitie n.a.v. onderzoek vleermuizen Loo 59, Nistelrode Projectnummer: 6638 Datum: 16-10-2014 Status: Definitief Projectleider: Rob van Dijk Adviseur ecologie: Manon Warringa In Nistelrode aan het Loo

Nadere informatie

Beschermde soorten in Hasselt (Overijssel)

Beschermde soorten in Hasselt (Overijssel) Beschermde soorten in Hasselt (Overijssel) Het belang voor de fauna van bestemmingsplan Hasselt binnen de veste Versie 1 25 november 2008 Zoon buro voor ecologie Colofon Titel Ondertitel Opdrachtgever

Nadere informatie

QUICKSCAN FLORA EN FAUNA

QUICKSCAN FLORA EN FAUNA QUICKSCAN FLORA EN FAUNA Behorende bij project: Oostkanaalweg 44, te Ter Aar Gemeente Nieuwkoop Opdrachtgever : Keijzer Dakbedekking b.v. Projectnummer : PS.2017.714 Datum : 21 augustus 2017 Niets uit

Nadere informatie

P a r a g r a a f e c o l o g i e N i e u w b o u w w o n i n g S c h a p e n d r i f t t e N o r g

P a r a g r a a f e c o l o g i e N i e u w b o u w w o n i n g S c h a p e n d r i f t t e N o r g P a r a g r a a f e c o l o g i e N i e u w b o u w w o n i n g S c h a p e n d r i f t t e N o r g X.X Eco lo gi e KADER Om de uitvoerbaarheid van het plan te toetsen, is een inventarisatie van natuurwaarden

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing Flora en fauna De Monarch I, II, III en IV

Ruimtelijke onderbouwing Flora en fauna De Monarch I, II, III en IV Notitie Contactpersoon ing. M.M. (Margaret) Konings Datum 18 juli 2012 Ruimtelijke onderbouwing Flora en fauna De Monarch I, II, III en IV Algemeen In opdracht van Monarch heeft Tauw in 2011 en 2012 onderzoek

Nadere informatie

Memo. Inleiding. Werkzaamheden. Aan. Hilke de Vries Van. Carola van den Tempel CC Datum 9 september 2016 Betreft

Memo. Inleiding. Werkzaamheden. Aan. Hilke de Vries Van. Carola van den Tempel CC Datum 9 september 2016 Betreft Aan Hilke de Vries Van Carola van den Tempel CC Datum 9 september 2016 Betreft Memo Kap en Werkzaamheden Groene Lint Project Activiteiten Quatrebras Inleiding De gemeente Haarlemmermeer, Rijkswaterstaat

Nadere informatie

E c o l o g ische inventa r isatie W o n i n g b o u w v o o r m a l i g e T r ia n g e l s c h o o l te R o uveen

E c o l o g ische inventa r isatie W o n i n g b o u w v o o r m a l i g e T r ia n g e l s c h o o l te R o uveen E c o l o g ische inventa r isatie W o n i n g b o u w v o o r m a l i g e T r ia n g e l s c h o o l te R o uveen Om de uitvoerbaarheid van dit bestemmingsplan te toetsen, is een ecologische inventarisatie

Nadere informatie

Notitie. Referentienummer Datum Kenmerk november Betreft Notitie actualisatie natuuronderzoek Willevenstraat te Schaijk

Notitie. Referentienummer Datum Kenmerk november Betreft Notitie actualisatie natuuronderzoek Willevenstraat te Schaijk Notitie Referentienummer Datum Kenmerk 254564 13 november 2014 254564 Betreft Notitie actualisatie natuuronderzoek Willevenstraat te Schaijk 1 Aanleiding en doel De ontwikkelingsmaatschappij Ruimte voor

Nadere informatie

1 NATUUR. 1.1 Natuurwetgeving & Planologie

1 NATUUR. 1.1 Natuurwetgeving & Planologie 1 NATUUR 1.1 Natuurwetgeving & Planologie De bescherming van de natuur is in Nederland vastgelegd in respectievelijk de Natuurbeschermingswet en de Flora- en faunawet. Deze wetten vormen een uitwerking

Nadere informatie

Geachte mijnheer Eggenhuizen,

Geachte mijnheer Eggenhuizen, Gemeente Almere t.a.v. dhr. Eggenhuizen Stadhuisplein 1 1315 HR Almere Uw kenmerk: ****** Ons kenmerk: ALVL1103 Datum: 24-08-2012 Plaats: Almere haven Projectgebied: Vier locaties in de Wierden Onderwerp:

Nadere informatie

Quick scan ecologie. Mientweg 5 & 29 te Lutjewinkel

Quick scan ecologie. Mientweg 5 & 29 te Lutjewinkel Quick scan ecologie Mientweg 5 & 29 te Lutjewinkel Samenvatting Inhoud H 01 Aanleiding Voor de Mientweg 5 en Mientweg 29 te Lutjewinkel wordt een ruimtelijke ontwikkeling voorbereidt. Het gaat om de ontwikkeling

Nadere informatie

Notitie. 1 Inleiding. Referentienummer Datum Kenmerk PN mei Betreft Roofvogel onderzoek (BMP-R methode)

Notitie. 1 Inleiding. Referentienummer Datum Kenmerk PN mei Betreft Roofvogel onderzoek (BMP-R methode) Notitie Referentienummer Datum Kenmerk 20 mei 2014 Betreft Roofvogel onderzoek (BMP-R methode) 1 Inleiding 1.1 Kader van het onderzoek Projecten of handelingen dienen te worden getoetst aan de wet- en

Nadere informatie

Aanvullend vleermuizenonderzoek bedrijventerrein Rijssen- Enter

Aanvullend vleermuizenonderzoek bedrijventerrein Rijssen- Enter Notitie Aanvullend vleermuizenonderzoek bedrijventerrein Rijssen- Enter Auteurs: ing. M. Wallink Project: 06307 Datum: 10 september 2007 Status: definitief ecogroen advies bv Postbus 625, 8000 AP Zwolle

Nadere informatie

Onderzoek vleermuizen

Onderzoek vleermuizen Onderzoek vleermuizen Koningstraat 49 Winssen Titel: Opdrachtgever: Onderzoek Vleermuizen. Koningstraat 49 Winssen familie Berben - Hendriks Auteur: Controle: Veldwerk: Eric Verkaik Elmar Prins Eric Verkaik,

Nadere informatie

Dorpertoren te Helden

Dorpertoren te Helden Dorpertoren te Helden Quickscan flora en fauna 1 Inleiding Aanleiding voor dit verkennend onderzoek (quickscan) vormt de voorgenomen herontwikkeling van de voormalige Boerenbondlocatie te Helden. Ten behoeve

Nadere informatie

RBOI Rotterdam bv T.a.v.: Dhr. D. Willems Postbus AD Rotterdam

RBOI Rotterdam bv T.a.v.: Dhr. D. Willems Postbus AD Rotterdam RBOI Rotterdam bv T.a.v.: Dhr. D. Willems Postbus 150 3000 AD Rotterdam Uw kenmerk: ****** Ons kenmerk: RBVL1101 Datum: 16-09-2011 Projectgebied: Molenstomp Sassenheim Onderwerp: Briefrapport habitatscan

Nadere informatie

geodesie landschapsarchitectuur civiele techniek

geodesie landschapsarchitectuur civiele techniek Memo geodesie landschapsarchitectuur civiele techniek Aan Dhr. T. Gremmen, gemeente Helmond Van Mw. E. Thomas Betreft Vleermuisonderzoek Goorloopzone te Helmond Datum 2 november 2011 1 Aanleiding In 2010

Nadere informatie

SCHOLEN LEUSDEN. Nader onderzoek naar de aanwezigheid van vleermuizen en naar de functie van de omgeving voor vleermuizen

SCHOLEN LEUSDEN. Nader onderzoek naar de aanwezigheid van vleermuizen en naar de functie van de omgeving voor vleermuizen SCHOLEN LEUSDEN Nader onderzoek naar de aanwezigheid van vleermuizen en naar de functie van de omgeving voor vleermuizen COLOFON OPDRACHT Onderzoek naar de aanwezigheid van vleermuizen en naar de eventuele

Nadere informatie

Quickscan natuuronderzoek Dwarsdijk

Quickscan natuuronderzoek Dwarsdijk Quickscan natuuronderzoek Dwarsdijk Een inventarisatie van beschermde Zelhem flora en fauna Zelhem, februari 2007 Rapportnummer 0712 Projectnummer 756 opdrachtgever VanWestreenen Adviseurs Varsseveldseweg

Nadere informatie

NOTITIE. Methodiek. Plangebied en ingreep

NOTITIE. Methodiek. Plangebied en ingreep NOTITIE Mevr. T. Martens Gemeente Nijmegen Postbus 9105 6500 HG Nijmegen DATUM: 08-04-2016 ONS KENMERK: 16-188/16.02404/DirKr UW KENMERK: VPL nr. 236970 AUTEUR: PROJECTLEIDER: D.B. Kruijt D.B. Kruijt STATUS:

Nadere informatie

Verkennend natuuronderzoek locatie Abbing terrein Zeist

Verkennend natuuronderzoek locatie Abbing terrein Zeist Verkennend natuuronderzoek locatie Abbing terrein Zeist Onderzoek naar het voorkomen van beschermde natuurwaarden Datum: 06-11-2018 Auteur: A. Tuitert Opdrachtgever: Aveco de Bondt Rapportnummer: AT/2018/06.11

Nadere informatie

Quickscan planlocatie Koninginnedijk, Grave

Quickscan planlocatie Koninginnedijk, Grave Quickscan planlocatie Koninginnedijk, Grave Colofon Titel Quickscan planlocatie Koninginnedijk, Grave Projectnummer 09046 Opdrachtgever Gemeente Grave Postbus 7 5360 AA GRAVE Datum 18 november 2010 Status

Nadere informatie

! " # $! % & '%(#(#%) * +,,, & -, ".,,,,,!

!  # $! % & '%(#(#%) * +,,, & -, .,,,,,! ! " # $! % & %(#(#%) *+,,, &-,".,,,,! 1 Inleiding Het plangebied is gelegen op de hoek van het perceel Werkensedijk 69 en de Monnikenhoef te Werkendam. Ter plaatse is in de huidige situatie een voormalig

Nadere informatie

Onderzoek beschermde flora en fauna Zuidas

Onderzoek beschermde flora en fauna Zuidas Onderzoek beschermde flora en fauna Zuidas fase 1 functievrij maken Aanvullend onderzoek: vliegroutes vleermuizen Opdrachtgever: Gemeente Amsterdam Dienst Zuidas Datum : oktober 2013 Auteur : M. Kuiper

Nadere informatie

Beverwijkerstraatweg 44 - Castricum

Beverwijkerstraatweg 44 - Castricum Quick scan flora en fauna Beverwijkerstraatweg 44 - Castricum Gemeente Castricum 0 INHOUD 1. Aanleiding... 2 2. Gebiedsomschrijving en beoogde ingrepen... 3 3. Wettelijk kader... 4 4. Voorkomen van beschermde

Nadere informatie

Verkennend natuuronderzoek locatie Hessenweg

Verkennend natuuronderzoek locatie Hessenweg Verkennend natuuronderzoek locatie Hessenweg 101 te Dalfsen Onderzoek naar het voorkomen van beschermde soorten en gebieden Datum: 09-10-2012 Auteur: A. Tuitert Opdrachtgever: Aveco de Bondt Rapportnummer:

Nadere informatie

Aanvullend vleermuisonderzoek plangebied Dennenlaan en Olmenlaan te Zwanenburg

Aanvullend vleermuisonderzoek plangebied Dennenlaan en Olmenlaan te Zwanenburg 1 Aanvullend vleermuisonderzoek plangebied Dennenlaan en Olmenlaan te Zwanenburg Opdrachtgever Referentie Gemeente Haarlemmermeer De Vries, E.W. & M.S.E. Greve 2013. Aanvullend vleermuisonderzoek plangebied

Nadere informatie

Vleermuisonderzoek Vlietsingel, Medemblik

Vleermuisonderzoek Vlietsingel, Medemblik Aan Witteveen+Bos De heer W.B. Roosen Contactpersoon Kenmerk Status Datum M.A. (Martin) Heinen 16-265 concept 14 september 2016 Betreft Vleermuisonderzoek Vlietsingel, Medemblik Omschrijving Inleiding

Nadere informatie

Uilenkamp 22. H.J.V. van den Bijtel Fotografie: H.J.V. van den Bijtel Beopublicatie: Februari 2015

Uilenkamp 22. H.J.V. van den Bijtel Fotografie: H.J.V. van den Bijtel Beopublicatie: Februari 2015 Tekst: H.J.V. van den Bijtel Fotografie: H.J.V. van den Bijtel Beopublicatie: 201509 Februari 2015 Omslagfoto: entree van het voormalige politiebureau aan de Van der Molenallee 8 in Doorwerth Uilenkamp

Nadere informatie

Quickscan flora en fauna in het kader van de realisatie van nieuwbouwwoningen in Wielwijk, deelgebied Parkrand, te Dordrecht

Quickscan flora en fauna in het kader van de realisatie van nieuwbouwwoningen in Wielwijk, deelgebied Parkrand, te Dordrecht Quickscan flora en fauna in het kader van de realisatie van nieuwbouwwoningen in Wielwijk, deelgebied Parkrand, te Dordrecht - notitie - Januari 2016 P16-016/W1105 Auteur: S. Westbroek Natuur-Wetenschappelijk

Nadere informatie

Notitie quickscan beschermde soorten Peter Zuidlaan 22 te Veldhoven

Notitie quickscan beschermde soorten Peter Zuidlaan 22 te Veldhoven Ecologie & landschap NOTITIE Aannemersbedrijf M. Hurkmans & Zn. B.V. t.a.v. dhr. T. Kessen (Peutz) Kanaalstraat 15 5711 EG Someren DATUM: 25 januari 2016 ONS KENMERK: 17-0030/17.00365/GerSm UW KENMERK:

Nadere informatie