I.H.M. Friesema, S. Kuiling, E.G. Biesta-Peters, M. van der Voort, M.E.O.C. Heck, W. van Pelt

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "I.H.M. Friesema, S. Kuiling, E.G. Biesta-Peters, M. van der Voort, M.E.O.C. Heck, W. van Pelt"

Transcriptie

1 Jaaroverzicht Surveillance van Shigatoxineproducerende Escherichia coli (STEC) in Nederland, 2014 I.H.M. Friesema, S. Kuiling, E.G. Biesta-Peters, M. van der Voort, M.E.O.C. Heck, W. van Pelt De surveillance van Shigatoxineproducerende Escherichia coli (STEC) in Nederland is gebaseerd op de meldingen van STEC O157-infecties. In 2007 is de diagnostiek van STEC non-o157 hieraan toegevoegd, hoewel deze nog niet landelijk dekkend is. Voor het vaststellen van mogelijke bronnen van infectie onderzoekt de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) monsters van voedsel en landbouwhuisdieren op STEC. In 2014 werden 898 infecties gemeld, waarvan 79 patiënten met een STEC O157-infectie, 202 patiënten met een STEC non-o157-infectie en 617 patiënten met STEC zonder verdere bevestiging. Tien patiënten ontwikkelden het hemolytisch-uremisch syndroom (HUS). Twee volwassen zijn overleden aan een STEC-infectie. De incidentie van zowel STEC O157 als STEC non-o157 is iets gedaald ten opzichte van Shigatoxineproducerende Escherichia coli (STEC) is een bacterie die maag-darmklachten kan veroorzaken met symptomen variërend van diarree tot hemorragische colitis en het hemolytisch-uremisch syndroom (HUS).[1] STEC O157- en non-o157-infecties zijn meldingsplichtig onder de Wet publieke gezondheid (Wpg), vanwege de ernst van de ziekte, vooral bij kleine kinderen en ouderen, en het risico op grootschalige uitbraken. Aangezien niet alle Nederlandse laboratoria technieken gebruiken om STEC non-o157 te detecteren, is dit deel van de surveillance niet landelijk dekkend. In dit artikel presenteren we de resultaten van de surveillance voor het jaar Methoden Binnen de aangifte dient elke positieve bevinding van STEC (op basis van fecesonderzoek of serologie) door het laboratorium gemeld te worden aan de lokale GGD. Daarnaast worden de laboratoria gevraagd om mogelijk STEC positieve E. coli-kolonies op te sturen naar het RIVM. Op het RIVM worden alle ingestuurde STEC-isolaten met behulp van polymerase chain reaction (PCR) getest op de aanwezigheid van de belangrijkste virulentiegenen. Als er virulentiegenen aangetoond kunnen worden, wordt het isolaat vervolgens getypeerd met O- en H- serotypering. Tenslotte worden DNA-profielen van de STEC O157-isolaten gemaakt door middel van pulsed-field gel electroforese (PFGE) om zo stammen onderling met elkaar te kunnen vergelijken. De GGD verzamelt de basisinformatie over het klinische beeld bij de patiënt en blootstelling aan bekende risicofactoren en geeft dit via Osiris, het officiële meldingsportaal, door aan het RIVM. Daarnaast wordt, waar mogelijk, een langere vragenlijst afgenomen waarin dieper ingegaan wordt op klinisch beeld, gebruik van de gezondheidszorg en risicofactoren. Bij een vermoeden van een bron uit levensmiddelen of door contact met landbouwhuisdieren wordt contact opgenomen met de NVWA voor monstername van levensmiddelen en/of bemonstering van dierlijke bronnen of omgeving voor onderzoek naar STEC, en typering van eventuele isolaten. Daarnaast onderzoekt de NVWA jaarlijks in het kader van diverse monitoringsprojecten, relevante producten op de aanwezigheid van STEC en typeert gevonden stammen waar mogelijk. Zie voor een uitgebreidere beschrijving van de methode onze eerdere publicatie. (2). 26 Nummer 1 Jaargang

2 Resultaten Patiënten In 2014 waren 898 patiënten via de aangifte en/of het insturen van een isolaat bij het RIVM bekend (Tabel 1; Figuur 1). Bij 281 patiënten kon de aanwezigheid van Shigatoxine(stx)genen in de ingestuurde isolaten bevestigd en getypeerd worden (79x O157 en 202x non-o157). Een vrouw van 62 jaar is overleden aan een STEC O181-infectie en een man van 70 jaar aan een STEC-infectie zonder verdere typering van de STEC. Tien patiënten kregen HUS, waarvan 7 kinderen (0-15 jaar) en 3 volwassenen (28, 61 en 86 jaar). Iets meer vrouwen dan mannen hadden een STEC-infectie. Patiënten met een STEC O157- (mediaan 28 jaar) en patiënten met een STEC non-o157-infectie (mediaan 30 jaar) waren jonger dan de patiënten met een niet getypeerde STEC-infectie (mediaan 42 jaar). Bijna de helft (43%) van de patiënten met een STEC O157-infectie werd in 2014 in het ziekenhuis opgenomen ( : 31-54%), ten opzichte van rond de 20% in de andere groepen. De piek van STEC-infecties is te zien in het derde kwartaal (juli-september). Dit is het sterkste voor STEC O157, maar ook zichtbaar bij de overige meldingen van STEC. Mogelijke bronnen van infectie In 4 gevallen werden voedselmonsters getest door de NVWA: een restant filet américain, een restant hamburger, kebab (geen restant) en rijst en sushi (beide geen restant). In de onderzochte monsters werd geen STEC aangetoond. In 2014 onderzocht de NVWA iets meer dan 1700 (partijen van) diverse soorten vlees op aanwezigheid van STEC in 25 gram product. In 9% van alle partijen exotisch vlees in de groothandel (kangoeroe, springbok en zebra) en in 3% van vers vlees en gehakt / vleesbereidingen in de supermarkt, werd STEC aangetroffen. Daarnaast onderzocht de NVWA (on)gesneden groenten uit de supermarkt (in 1 van de 164 monsters STEC gevonden), kruiden bij importeurs en in de groothandel (geen STEC gevonden in circa 40 partijen), en bij kiemgroenteproducenten (geen STEC gevonden in circa 40 partijen). Daarnaast werden ook varkensmestmonsters onderzocht op aanwezigheid van STEC, waarbij in 11 van de 50 geteste batches een STEC-isolaat werd gevonden. Uit een aantal partijen werden verschillende STEC-stammen geïsoleerd, waardoor het totaal aantal typeerbare STEC-isolaten in 2014 op 89 kwam: 14 isolaten bevatten alleen het stx1-gen, 56 isolaten alleen het stx2-gen en 19 isolaten bevatten beide. In 2014 werden STEC 0157 STEC non-0157 onbevestigd geen stam aantal meldingen Figuur 1 Aantal STEC-infecties gemeld over de jaren , onderverdeeld naar STEC O157, non-o157, naar RIVM ingestuurde isolaten die niet bevestigd konden worden, en geen stam ingestuurd naar het RIVM Jaargang 27 Nummer 1 27

3 90 % van de STEC O157 patiënten jaar contact met een zieke contact met dieren/mest rauwe melk(producten) rauw/ongaar vlees rauwkost Figuur 2 Percentage STEC O157-patiënten per risicofactor per jaar ( ), exclusief de STEC O157- patiënten van de uitbraken in 2005, 2007 en verschillende serotypes aangetroffen, waarbij O113 (n=12), O8 (n=9) en O174 (n=7) de meest gevonden serotypes waren. STEC O157 In 2014 werden 79 patiënten met een STEC O157-infectie gemeld, wat neerkomt op 0,47 per inwoners. Dat is een daling na een jaarlijkse stijging sinds 2010, waarbij de incidentie van 2014 tussen die van 2011 en 2012 uitkomt. Twee kinderen (1 en 15 jaar) en een volwassene (28 jaar) kregen in 2014 HUS (4%, 10% gemiddeld over ). Een ingevulde vragenlijst was beschikbaar van 34 van de 79 patiënten (43%). Binnen deze groep had 15% rauwe melk(producten) geconsumeerd, wat een lichte stijging ten opzichte van voorgaande jaren was ( : 0-13%; Figuur 2). Consumptie van rauwkost (77%) is iets gedaald ten opzichte van 2013 (84%), maar nog iets hoger dan in (67-75%). Consumptie van rauw vlees (29%), contact met dieren (9%) en contact met een andere zieke (3%) werden alle 3 minder vaak genoemd ten opzichte van voorgaande jaren. Van alle 79 STEC O157-patiënten was het isolaat beschikbaar, 3 (4%) daarvan bevatten alleen het stx 1 -gen, 31 (39%) bevatten alleen het stx 2 -gen, en 45 isolaten bevatten beide genen (57%). Alle O157 isolaten bevatten het H7-gen, het E. coli attaching-and-effacing gen (eae) en het EHEChemolysine gen (e-hly). Vier isolaten (alle stx 1 én stx 2 positief) waren sorbitol positief. Met behulp van PFGE konden 11 clusters in 2014 onderscheiden worden, 10 clusters van 2 personen en 1 cluster van 4 personen. Bij het cluster van 4 personen was sprake van clustering in regio en tijd (13 dagen verschil in eerste ziektedag) voor 2 personen, 1 persoon clusterde alleen wat betreft regio en de vierde persoon liet geen clustering zien; de vragenlijsten leverden geen aanwijzing voor een gezamenlijke bron. Bij 2 van de 10 clusters van 2 personen had een van beide patiënten de infectie waarschijnlijk in het buitenland (Frankrijk en Turkije) opgelopen. Bij 4 clusters was een gemeenschappelijke bron niet aannemelijk door de spreiding in regio en in tijd (meer dan 2 weken tussen de eerste ziektedagen). Bij 1 cluster was er wel sprake van regionale clustering, maar lagen de eerste ziektedagen ongeveer 2 maanden uit elkaar en in de vragenlijsten werden geen verdere overeenkomsten gevonden. Bij de laatste 3 clusters was er een sterke clustering in tijd (1 dag verschil), in een daarvan ging het om 2 kinderen uit 1 gezin waarbij de bron onbekend was; de patiënten van de andere 2 clusters woonden niet bij elkaar in de buurt, verdere informatie over een mogelijke bron was niet beschikbaar. 28 Nummer 1 Jaargang

4 Tabel 1. Kenmerken van STEC-infecties gemeld in 2014 STEC O157 non O157 geen confirmatie alleen Osiris-melding Totaal Totaal Overleden HUS 3 (3,8%) 1 (0,5%) 0 6 (1,3%) 10 (1,1%) Geslacht Man 31 (39%) 93 (47%) 63 (44%) 223 (47%) 410 (46%) Vrouw 48 (61%) 104 (53%) 80 (56%) 249 (53%) 481 (54%) Onbekend 0% 2% 1% 0% 1% Leeftijd Mediaan (min-max) 28 (0-87) 30 (0-90) 42 (0-90) 42 (0-93) 39 (0-93) % 15% 12% 10% 12% 5-9 8% 6% 10% 5% 6% % 21% 7% 8% 11% % 8% 12% 13% 12% % 11% 5% 10% 9% % 7% 17% 11% 11% % 9% 8% 12% 11% >59 28% 23% 29% 30% 28% Ziekenhuis Ja 30 (43%) 21 (15%) 15 (19%) 58 (21%) 124 (22%) Nee 40 (57%) 117 (85%) 64 (81%) 223 (79%) 444 (78%) Onbekend 11% 32% 46% 40% 37% Kwartaal Jan-mrt 8 (10%) 44 (22%) 31 (21%) 65 (14%) 148 (16%) Apr-jun 25 (32%) 46 (23%) 35 (24%) 88 (19%) 194 (22%) Jul-sep 33 (42%) 65 (32%) 47 (32%) 184 (39%) 329 (37%) Okt-dec 13 (16%) 47 (23%) 32 (22%) 135 (29%) 227 (25%) STEC non-o157 Er werden in totaal 202 patiënten gemeld waarbij een STEC non-o157-infectie bevestigd kon worden. Omdat niet alle laboratoria testmethodes gebruiken waarmee alle STECtypen gedetecteerd kunnen worden, kon de incidentie niet rechtstreeks berekend worden. Twintig van de 43 in 2014 insturende laboratoria (47%) gebruikten een methode waarmee alle STEC-typen gedetecteerd kunnen worden. Deze laboratoria waren verantwoordelijk voor 70% van de bevestigde STEC O157-meldingen. De verhouding O157:non-O157 binnen deze laboratoria was 1:3,7. Omgerekend naar heel Nederland zou dit voor 2014 uitkomen op ongeveer 290 STEC non-o157-infecties, wat correspondeert met een incidentie van 1,7 patiënten per inwoners. De verhouding lag in tussen 1:2,3 en 1:4,2. De incidentie van STEC non-o157 was iets lager dan in 2013 (2,3 patiënten per ) en vergelijkbaar met 2012 (1,6 patiënten per inwoners). Negenenveertig van de 202 patiënten (24%) hadden een vragenlijst ingevuld. Van deze groep had 53% rauwkost gegeten wat lager is dan in voorgaande jaren ( : 67-85%). Consumptie van rauw vlees (43%) fluctueerde sterk tussen de jaren ( : 35-62%). Contact met dieren steeg in 2014 (27%) ten opzichte van de periode (9-22%), maar lag daarmee nog onder het percentage van 2008 (48%). Consumptie van rauwe melk(producten) en contact met een andere zieke fluctueerde sterk tussen de jaren met respectievelijk 8% in 2014 en 6-31% in , en 16% in 2014 en 6-22% in Van de 202 STEC non-o157-isolaten bevatten 87 (43%) isolaten alleen het stx 1 -gen, 75 (37%) isolaten alleen het stx 2 -gen (waarvan 22 (11%) het stx 2f -gen) en 40 (20%) isolaten bevatten beide genen. In totaal 56 (28%) isolaten hadden het eae- en het e-hly-gen, 24 (12%) isolaten hadden alleen het eae-gen, 72 (36%) isolaten alleen het e-hly-gen en 50 (25%) isolaten geen van beide genen. Van de 202 STEC non-o157 isolaten was 25 keer de O-groep niet typeerbaar. Bij de overige 177 isolaten werden 46 verschillende O-groepen gevonden. De 3 meest gevonden O-groepen in 2014 waren O26 (n=21), O91 (n=18) en O146 (n=15). Over de 2016 Jaargang 27 Nummer 1 29

5 gehele periode waren O26 (n=126), O91 (n=103), O63 (n=81), O103 (n=64) en O146 (n=53) de 5 meest gevonden O-groepen. Eén 14-jarige jongen kreeg HUS in 2014, veroorzaakt door een infectie met STEC O26. Discussie Het aantal gemelde STEC-infecties is in 2014 voor het eerst iets gedaald. Vooral het aantal stammen dat niet bevestigd kon worden op het RIVM is sterk gedaald. Na een periode van lichte stijging van het aantal STEC O157-infecties tot 90 meldingen in 2013, ligt het aantal in 2014 (n=79) tussen het aantal van 2011 (n=70) en van 2012 (n=85). Dit is wel nog hoger dan de meldingen in de periode (met een uitschieter naar 83 meldingen door een landelijke uitbraak in 2007). Het totaal aantal meldingen is iets gedaald maar nog steeds hoog. Op lokaal of regionaal niveau worden pragmatische keuzes gemaakt welke STEC-positieve PCR resultaten wel en welke niet relevant zijn. Dit uit zich in meldingen met alleen basisgegevens over de patiënt en bijvoorbeeld geen informatie over symptomen en risicofactoren, en meldingen zonder dat een isolaat naar het RIVM voor typering werd gestuurd. In is in 2 regio s onderzoek gedaan naar alle STEC-gevallen die binnen de huidige meldingscriteria vallen. (3) Het project bestond uit een laboratoriumdiagnostiekdeel en een GGD-deel, en had als doel om een wetenschappelijk onderbouwd laboratoriumalgoritme en richtlijnen voor meldingsplicht en bron- en contactonderzoek op te stellen. In het najaar van 2015 zijn hierover voorstellen opgesteld die in verschillende gremia worden besproken. In de periode liep in Nederland een patiëntcontroleonderzoek waarbij ontlasting van patiënten met gastro-enteritis die naar de huisarts waren gegaan en van gezonde controlepersonen werd onderzocht. (4) De ontlasting werd met real time PCR onderzocht op de meest voorkomende bacteriële en parasitaire ziekteverwekkers van gastro-enteritis. Er werd ook op STEC getest. Opvallend was dat STEC vaker werd aangetoond bij de gezonde controlepersonen (22/1195; 1,8%) dan bij de patiënten met gastro-enteritis (15/1515; 1,0%). Dit kan worden verklaard door het feit dat STEC niet altijd leidt tot symptomatische infectie. STEC O157 is algemeen geaccepteerd als een ziekteverwekker die ernstige ziekte kan veroorzaken. (5) Dit is ook binnen de surveillance zichtbaar met het hoogste percentage ziekenhuisopnames en HUS bij STEC O157- infecties in vergelijking met de STEC non-o157-infecties en niet-getypeerde STEC-infecties. STEC non-o157 is een brede groep van verschillende O-types. De potentie om ernstige ziekte te veroorzaken varieert binnen deze groep sterk. In Nederland zijn STEC O26-infecties de meest voorkomende binnen de STEC non-o157-groep. Dit serotype kan ernstige ziekte, inclusief HUS, veroorzaken. (5-9) Van de in 2014 meest voorkomende serotypes in STEC non-o157-infecties, O26, O91 en O146, werden respectievelijk maar 1, 2, en 1 isolaten gevonden in voedsel. Daarnaast, werden de door de NVWA meest gevonden serotypes, O113, O8 en O174, ieder aangetoond bij 4 tot 7 patiënten in Opmerkelijk is dat de NVWA in de onderzochte monsters geen O157-isolaten vond. Deze vergelijking laat zien dat mogelijke bronnen voor STECinfecties verder onderzocht moeten worden, waarbij ook een uitgebreide vergelijking van isolaten die gevonden worden in infecties en in voedsel en/of omgevingsmonster (zoals mest) moet worden meegenomen. De conclusie is dat de meeste STEC non-o157-infecties in Nederland klinisch beduidend minder ernstig verlopen, maar wel veel vaker voorkomen dan STEC O157-infecties. Na een aantal jaren van een stijgend aantal STECmeldingen in Nederland is dit in 2014 iets gedaald. De meest getypeerde STEC non-o157-infecties in 2014 waren STEC O26, O91 en O146. Wij bedanken alle GGD-en en medisch microbiologische laboratoria hartelijk voor hun medewerking bij het verzamelen van de patiëntgegevens en het insturen van isolaten. Ook bedanken we de medewerkers van de NVWA voor het bemonsteren van en onderzoek naar landbouwhuisdieren en (verdacht) voedsel. Auteurs I.H.M. Friesema 1, S. Kuiling 1, E.G. Biesta-Peters 2, M. van der Voort 2, M.E.O.C. Heck 1, W. van Pelt 1 1. Centrum Infectieziektebestrijding, RIVM, Bilthoven 2. Laboratorium Voeder- en Voedselveiligheid, Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit, Wageningen Correspondentie ingrid.friesema@rivm.nl 30 Nummer 1 Jaargang

6 Literatuur 1. Smith JL, Fratamico PM, Gunther NW. Shiga Toxin- Producing Escherichia coli. Adv Appl Microbiol. 2014;86: Friesema IHM, de Jager CM, Heuvelink AE, Van der Zwaluw WK, Kuiling S, Zwartkruis JTM, et al. Intensieve surveillance van STEC in Nederland, Infectieziekten Bulletin. 2011;22: Kooistra-Smid AMD, de Boer RF, Croughs PD, Friesema IHM, Notermans DW, Wolters B, et al. Nieuw onderzoek naar diagnostiek van STEC en HUSEC: STEC-ID-net. Ned Tijdschr Med Microbiol. 2013;21: Bruijnesteijn van Coppenraet LE, Dullaert-de Boer M, Ruijs GJ, van der Reijden WA, van der Zanden AG, Weel JF, et al. Case-control comparison of bacterial and protozoan microorganisms associated with gastroenteritis: application of molecular detection. Clin Microbiol Infect. 2015;21:592 e9- e Caprioli A, Scavia G, Morabito S. Public Health Microbiology of Shiga Toxin-Producing Escherichia coli. Microbiol Spectr. 2014;2:EHEC Bonnet R, Souweine B, Gauthier G, Rich C, Livrelli V, Sirot J, et al. Non-O157: H7 Stx2-producing Escherichia coli strains associated with sporadic cases of hemolyticuremic syndrome in adults. J Clin Microbiol. 1998;36: Gould LH, Mody RK, Ong KL, Clogher P, Cronquist AB, Garman KN, et al. Increased Recognition of Non-O157 Shiga Toxin-Producing Escherichia coli Infections in the United States During : Epidemiologic Features and Comparison with E. coli O157 Infections. Foodborne Pathog Dis. 2013;10: Bielaszewska M, Mellmann A, Bletz S, Zhang W, Kock R, Kossow A, et al. Enterohemorrhagic Escherichia coli O26:H11/H- : A New Virulent Clone Emerges in Europe. Clin Infect Dis. 2013;56: Käppeli U, Hächler H, Giezendanner N, Beutin L, Stephan R. Human infections with non-o157 Shiga toxin-producing Escherichia coli, Switzerland, Emerg Infect Dis. 2011;17: Jaargang 27 Nummer 1 31

I.H.M. Friesema, S. Kuiling, E.G. Biesta-Peters, R. Zuidema, W.K. van der Zwaluw, M.E.O.C. Heck, W. van Pelt

I.H.M. Friesema, S. Kuiling, E.G. Biesta-Peters, R. Zuidema, W.K. van der Zwaluw, M.E.O.C. Heck, W. van Pelt Artikelen Surveillance van shigatoxineproducerende Escherichia coli (STEC) in Nederland, 2013 I.H.M. Friesema, S. Kuiling, E.G. Biesta-Peters, R. Zuidema, W.K. van der Zwaluw, M.E.O.C. Heck, W. van Pelt

Nadere informatie

I.H.M. Friesema, S. Kuiling, M. van der Voort, P.H. in t Veld, M.E.O.C. Heck, E. Franz

I.H.M. Friesema, S. Kuiling, M. van der Voort, P.H. in t Veld, M.E.O.C. Heck, E. Franz Jaaroverzicht Surveillance van shigatoxineproducerende Escherichia coli (STEC) in Nederland, 216 I.H.M. Friesema, S. Kuiling, M. van der Voort, P.H. in t Veld, M.E.O.C. Heck, E. Franz De surveillance van

Nadere informatie

Jaaroverzichten Surveillance van STEC in Nederland, 2011

Jaaroverzichten Surveillance van STEC in Nederland, 2011 Jaaroverzichten Surveillance van STEC in Nederland, I.H.M. Friesema, W.K. van der Zwaluw, E.G. Biesta-Peters, S. Kuiling, W. van Pelt Shigatoxineproducerende Escherichia coli (STEC), met als meest bekende

Nadere informatie

Intensieve surveillance van STEC in Nederland in 2010

Intensieve surveillance van STEC in Nederland in 2010 Artikel Intensieve surveillance van STEC in Nederland in I.H.M. Friesema, C.M. de Jager, A.E. Heuvelink, W.K. van der Zwaluw, S. Kuiling, J.T.M. Zwartkruis, W. van Pelt In werden patiënten met een STEC-O7-infectie

Nadere informatie

Artikel Intensieve surveillance van STEC in Nederland, 2009

Artikel Intensieve surveillance van STEC in Nederland, 2009 Artikel Intensieve surveillance van STEC in Nederland, 9 I.H.M. Friesema, C.M. de Jager, A.E. Heuvelink, W.K. van der Zwaluw, S. Kuiling, J.T.M. Zwartkruis, W. van Pelt In 9 werden 8 sporadische patiënten

Nadere informatie

Aanvraag feces diagnostiek: Hoe en wat?

Aanvraag feces diagnostiek: Hoe en wat? Aanvraag feces diagnostiek: Hoe en wat? Alje van Dam, arts-microbioloog, Amsterdam UMC en Streeklaboratorium, GGD René Vork, relatiebeheerder, Streeklaboratorium, GGD Amsterdam 18 december 2018 Fecal swab

Nadere informatie

Jaaroverzicht Surveillance van Listeria monocytogenes in Nederland

Jaaroverzicht Surveillance van Listeria monocytogenes in Nederland Jaaroverzicht Surveillance van Listeria monocytogenes in Nederland I.H.M. Friesema, S. Kuiling, M.E.O.C. Heck, E.G. Biesta-Peters, A. van der Ende, W. van Pelt Listeria monocytogenes is een bacterie die

Nadere informatie

Diagnostiek voor bronopsporing bij voedselinfecties of - vergiftigingen

Diagnostiek voor bronopsporing bij voedselinfecties of - vergiftigingen Diagnostiek voor bronopsporing bij voedselinfecties of - vergiftigingen Aarieke de Jong Expertisecentrum Voedselvergiftiging Alimentair consulent 1 Disclosure belangen spreker (potentiële) belangenverstrengeling

Nadere informatie

ONDERZOEK NAAR MAAG-DARMINFECTIES met (Shiga Toxine producerende Escherichia coli) STEC O157 en STEC non-o157. versie 9, augustus 2016

ONDERZOEK NAAR MAAG-DARMINFECTIES met (Shiga Toxine producerende Escherichia coli) STEC O157 en STEC non-o157. versie 9, augustus 2016 VRAGENLIJST voor ONDERZOEK NAAR MAAG-DARMINFECTIES met (Shiga Toxine producerende Escherichia coli) STEC O157 en STEC non-o157 versie 9, augustus 2016 Vragenlijst zoals opgenomen in Osiris Papieren versie

Nadere informatie

9 Acute gastro-enteritis Rubriekhouder: Dr. W. van Pelt, (RIVM-CIE) ( ) ( )

9 Acute gastro-enteritis Rubriekhouder: Dr. W. van Pelt, (RIVM-CIE) ( ) ( ) 9 Acute gastro-enteritis Rubriekhouder: Dr. W. van Pelt, (RIVM-CIE) (1992-1993) (1996-2012) Inleiding Gastro-enteritis behoort tot de top tien van aandoeningen in Nederland wat betreft incidentie en draagt

Nadere informatie

Jaaroverzicht Meldingen van voedselinfecties en -vergiftigingen in 2016

Jaaroverzicht Meldingen van voedselinfecties en -vergiftigingen in 2016 Jaaroverzicht Meldingen van voedselinfecties en -vergiftigingen in 2016 I.H.M. Friesema, I.A. Slegers-Fitz-James, E. Franz Voedselgerelateerde infectieziekten leiden wereldwijd tot aanzienlijke ziektelast.

Nadere informatie

Humane salmonellose overgedragen door reptielen

Humane salmonellose overgedragen door reptielen Humane salmonellose overgedragen door reptielen Feiten en cijfers Lapo Mughini-Gras, DVM, PhD Wilfrid van Pelt, PhD 1 2 december 2014 Salmonella en reptielen - basics Salmonella is een natuurlijke darmbewoner

Nadere informatie

Jaaroverzicht Surveillance van Listeria monocytogenes in Nederland, 2014

Jaaroverzicht Surveillance van Listeria monocytogenes in Nederland, 2014 Jaaroverzicht Surveillance van Listeria monocytogenes in Nederland, 2014 I.H.M. Friesema, S. Kuiling, M.E.O.C. Heck, E.G. Biesta-Peters, A. van der Ende, L. Spanjaard, W. van Pelt In 2014 werden in Nederland

Nadere informatie

Filet américain oorzaak van eerste landelijke uitbraak van Shigatoxine-producerende Escherichia coli O157-infecties

Filet américain oorzaak van eerste landelijke uitbraak van Shigatoxine-producerende Escherichia coli O157-infecties Filet américain oorzaak van eerste landelijke uitbraak van Shigatoxine-producerende Escherichia coli O157-infecties Y. Doorduyn 1, C.M. de Jager 1, W.K. van der Zwaluw 2, I.H.M. Friesema 1, A.E. Heuvelink

Nadere informatie

Artikelen Surveillance van Listeria monocytogenes in Nederland, 2013

Artikelen Surveillance van Listeria monocytogenes in Nederland, 2013 Artikelen Surveillance van Listeria monocytogenes in Nederland, 2013 I.H.M. Friesema, S. Kuiling, M.E.O.C. Heck, E.G. Biesta-Peters, A.E.I. de Jong, A. van der Ende, L. Spanjaard, W. van Pelt Het voorkomen

Nadere informatie

EHEC-tiek. Samenvatting van de Duitse uitbraak. Eelco Franz RIVM

EHEC-tiek. Samenvatting van de Duitse uitbraak. Eelco Franz RIVM EHEC-tiek Samenvatting van de Duitse uitbraak Eelco Franz RIVM Centrum Infectieziektebestrijding Lab. Zoonosen en Omgevingsmicrobiologie Nationaal referentielaboratorium STEC 1 28 juni 2011 Inhoud 1. Pathogene

Nadere informatie

Acute gastro-enteritis Rubriekhouder: Dr. W. van Pelt, (RIVM-CIE) (1992-1993) (1996-2013)

Acute gastro-enteritis Rubriekhouder: Dr. W. van Pelt, (RIVM-CIE) (1992-1993) (1996-2013) Acute gastro-enteritis Rubriekhouder: Dr. W. van Pelt, (RIVM-CIE) (1992-1993) (1996-2013) Inleiding Gastro-enteritis behoort tot de top tien van aandoeningen in Nederland wat betreft incidentie en draagt

Nadere informatie

Acute gastro-enteritis Rubriekhouder: Dr. W. van Pelt, (RIVM-CIE) ( ) ( )

Acute gastro-enteritis Rubriekhouder: Dr. W. van Pelt, (RIVM-CIE) ( ) ( ) Acute gastro-enteritis Rubriekhouder: Dr. W. van Pelt, (RIVM-CIE) (1992-1993) (1996-2016) Inleiding Gastro-enteritis behoort tot de top tien van aandoeningen in Nederland wat betreft incidentie en draagt

Nadere informatie

E. coli-infecties. Ziektebeeld. Incubatieperiode

E. coli-infecties. Ziektebeeld. Incubatieperiode 63 E. coli-infecties Ziektebeeld Het ziektebeeld veroorzaakt door pathogene E. coli is zeer uiteenlopend en afhankelijk van de pathogene groep (zie ook Ziekteverwekker). Enterohemorragische E. coli (EHEC):

Nadere informatie

Jaaroverzicht Surveillance van Listeria monocytogenes in Nederland, 2016

Jaaroverzicht Surveillance van Listeria monocytogenes in Nederland, 2016 Jaaroverzicht Surveillance van Listeria monocytogenes in Nederland, 2016 I.H.M. Friesema, S. Kuiling, M.E.O.C. Heck, E.G. Biesta-Peters, A. van der Ende, E. Franz In 2016 werden in Nederland 96 patiënten

Nadere informatie

Rapportering voor het jaar 2014 Referentiecentrum voor NOROVIRUS.

Rapportering voor het jaar 2014 Referentiecentrum voor NOROVIRUS. Coördinator referentiecentrum Naam: N.Botteldoorn Tel 02 642 51 83 Fax: 02 642 52 40 Rapportering voor het jaar 2014 Referentiecentrum voor NOROVIRUS. Instelling: WIV Straat: J. Wijtsmanstraat Stad: Brussel

Nadere informatie

NRC Bordetella pertussis: verslag van het Nationaal Referentiecentrum voor het jaar 2013.

NRC Bordetella pertussis: verslag van het Nationaal Referentiecentrum voor het jaar 2013. NRC Bordetella pertussis: verslag van het Nationaal Referentiecentrum voor het jaar 2013. Inleiding In 2013 bevestigden de twee laboratoria van het Nationaal Referentie Centrum Bordetella pertussis een

Nadere informatie

Gastro-enteritis. Ziektebeeld. Incubatieperiode

Gastro-enteritis. Ziektebeeld. Incubatieperiode DRAAIBOEK INFECTIEZIEKTEN CLB GASTRO-ENTERITIS 73 Gastro-enteritis Voor meer achtergrondinformatie over een individuele kiem, zie ook volgende fiches: Calicivirusinfecties Campylobacteriose Escherichia

Nadere informatie

Rapportering voor het jaar 2011 Referentiecentrum voor Salmonella en Shigella. Instelling: WIV-ISP Straat: Wytsmanstraat 14 Stad: 1050 Brussels

Rapportering voor het jaar 2011 Referentiecentrum voor Salmonella en Shigella. Instelling: WIV-ISP Straat: Wytsmanstraat 14 Stad: 1050 Brussels Rapportering voor het jaar 2011 Referentiecentrum voor en Shigella Coördinator referentiecentrum Namen: Dr. Bertrand Sophie en Dr. Mattheus Wesley Tel: 02/642 50 82 of 02/642 50 89 Instelling: WIV-ISP

Nadere informatie

Artikelen Lokale uitbraak van Salmonella typhimurium voorjaar 2012

Artikelen Lokale uitbraak van Salmonella typhimurium voorjaar 2012 Artikelen Lokale uitbraak van Salmonella typhimurium voorjaar 2012 L.C.R. Fievez, H.T. Tjhie, D.E.C. van Oudheusden, A.E.I. de Jong In het voorjaar van 2012 deed zich een uitbraak van Salmonella typhimurium

Nadere informatie

CIJFERS INFECTIEZIEKTEN IN BEELD 2013 ANTWERPEN infectieziektebestrijding /

CIJFERS INFECTIEZIEKTEN IN BEELD 2013 ANTWERPEN infectieziektebestrijding / / Rapport CIJFERS INFECTIEZIEKTEN IN BEELD 213 ANTWERPEN infectieziektebestrijding /24.6.214 24.6.214 cijfers infectieziekten in beeld 213 Antwerpen 1/33 Inhoudstafel 1 Overzichtstabel 213 3 2 Cijfers

Nadere informatie

De nieuwe meldingsplicht voor tien ziekten Hans van Vliet RIVM-CIb 7 oktober 2008

De nieuwe meldingsplicht voor tien ziekten Hans van Vliet RIVM-CIb 7 oktober 2008 De nieuwe meldingsplicht voor tien ziekten Hans van Vliet RIVM-CIb 7 oktober 2008 Wat bespreken Iets over meldingscriteria De nieuwe ziekten (2 minuten per ziekte!) - Wat is de reden om het te melden -

Nadere informatie

Nieuwe Influenza A (H1N1)

Nieuwe Influenza A (H1N1) Nieuwe Influenza A (H1N1) Overzicht 6 november 29, week 45 Samenvatting In de afgelopen week is het aantal ziekenhuisopnamen wegens een laboratoriumbevestigde infectie met Nieuwe Influenza A (H1N1) wederom

Nadere informatie

NRC Bordetella pertussis: verslag van het Nationaal Referentiecentrum voor het jaar 2012.

NRC Bordetella pertussis: verslag van het Nationaal Referentiecentrum voor het jaar 2012. NRC Bordetella pertussis: verslag van het Nationaal Referentiecentrum voor het jaar 2012. Inleiding In 2012 bevestigden de twee laboratoria van het Nationaal Referentie Centrum Bordetella pertussis een

Nadere informatie

Twee jaar na Maasstad - Hoe staan Carbapenemases in Nederland op de kaart? Daan Notermans

Twee jaar na Maasstad - Hoe staan Carbapenemases in Nederland op de kaart? Daan Notermans Twee jaar na Maasstad - Hoe staan op de kaart? Daan Notermans Centrum Infectieziekteonderzoek, diagnostiek en screening (IDS) Div. Bacteriologie en Parasitologie 1 Symposium van infectieziektensurveillance

Nadere informatie

Problematiek Escherichia coli - EHEC in vleesbereidingen

Problematiek Escherichia coli - EHEC in vleesbereidingen Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen Problematiek Escherichia coli - EHEC in vleesbereidingen DG Controle Sector DIS Introductie De bacterie enterohemorragische E. coli (EHEC), waaronder

Nadere informatie

Rapportering voor het jaar 2016 Referentiecentrum voor NOROVIRUS.

Rapportering voor het jaar 2016 Referentiecentrum voor NOROVIRUS. Coördinator referentiecentrum Naam: N. Botteldoorn Tel 02 642 51 83 Fax: 02 642 52 40 Rapportering voor het jaar 2016 Referentiecentrum voor NOROVIRUS. Instelling: WIV Straat: J. Wijtsmanstraat Stad: Brussel

Nadere informatie

Influenza surveillance

Influenza surveillance Influenza surveillance Tijdens de pandemie Hoe het begon in 2009 Begin april eerste infecties Verenigde Staten/Mexico In Nederland 1 e infectie 30 april 11 juni : WHO pandemie Interpandemische fase Laag

Nadere informatie

Niet altijd treden ziekteverschijnselen op. Als er ziekteverschijnselen optreden, gebeurt dat meestal 3-4 dagen na de besmetting.

Niet altijd treden ziekteverschijnselen op. Als er ziekteverschijnselen optreden, gebeurt dat meestal 3-4 dagen na de besmetting. E. coli infecties (EHEC = Enterohemorragische Escherichia coli ) 1 Wat is het De E-coli bacterie is meestal een onschuldige darmbewoner bij de mens. Er zijn echter ook E.coli bacteriën waarvan je ziek

Nadere informatie

Jaaroverzichten Surveillance van Listeria monocytogenes in Nederland, 2011

Jaaroverzichten Surveillance van Listeria monocytogenes in Nederland, 2011 Jaaroverzichten Surveillance van Listeria monocytogenes in Nederland, 2011 I.H.M. Friesema, W.K. van der Zwaluw, D.W. Notermans, E.G. Biesta-Peters, A. van der Ende, L. Spanjaard en W. van Pelt In 2011

Nadere informatie

Vragen en antwoorden over het Schmallenbergvirus Versie 14 februari 2012

Vragen en antwoorden over het Schmallenbergvirus Versie 14 februari 2012 Vragen en antwoorden over het Schmallenbergvirus Versie 14 februari 2012 Is er mogelijk gevaar voor omwonenden/mensen? Op basis van de beschikbare informatie concluderen experts van het RIVM dat overdracht

Nadere informatie

Is dit een uitbraak? Een retrospectieve evaluatie van syndroomsurveillance voor emerging infections

Is dit een uitbraak? Een retrospectieve evaluatie van syndroomsurveillance voor emerging infections Is dit een uitbraak? Een retrospectieve evaluatie van syndroomsurveillance voor emerging infections Kees van den Wijngaard, Liselotte van Asten, Wilfrid van Pelt, Nico Nagelkerke, Mirjam Kretzschmar, Marion

Nadere informatie

STEC Enterohemorragische E.coli infectie, versie 12 (PDF aangemaakt op: ) Contactpersoon: Ingrid Friesema

STEC Enterohemorragische E.coli infectie, versie 12 (PDF aangemaakt op: ) Contactpersoon: Ingrid Friesema STEC Enterohemorragische E.coli infectie, versie 12 (PDF aangemaakt op: 29-1-2018) lblgascontact1 lblmeldcrit lblmeldcritvtec1-201 Contactpersoon: Ingrid Friesema E-mail:Ingrid.Friesema@rivm.nl A. MELDINGSCRITERIUM

Nadere informatie

Rapportering voor het jaar 2018 Referentiecentrum voor Clostridium botulinum en Clostridium perfringens.

Rapportering voor het jaar 2018 Referentiecentrum voor Clostridium botulinum en Clostridium perfringens. Rapportering voor het jaar 2018 Referentiecentrum voor Clostridium botulinum en Clostridium perfringens. Coördinator Referentiecentrum Oonagh Paerewijck Tom Van Nieuwenhuysen Sciensano 14, J. Wytsmanstraat

Nadere informatie

Registratie voedselinfecties en -vergiftigingen bij de NVWA en het CIb, RIVM rapport /2012 I.H.M. Friesema A.E.I. de Jong W.

Registratie voedselinfecties en -vergiftigingen bij de NVWA en het CIb, RIVM rapport /2012 I.H.M. Friesema A.E.I. de Jong W. Registratie voedselinfecties en -vergiftigingen bij de NVWA en het CIb, 2011 RIVM rapport 201111001/2012 I.H.M. Friesema A.E.I. de Jong W. van Pelt Registratie voedselinfecties en -vergiftigingen bij de

Nadere informatie

CIJFERS INFECTIEZIEKTEN IN BEELD2013 WEST-VLAANDEREN Infectieziektebestrijding/

CIJFERS INFECTIEZIEKTEN IN BEELD2013 WEST-VLAANDEREN Infectieziektebestrijding/ Rapport CIJFERS INFECTIEZIEKTEN IN BEELD213 WEST-VLAANDEREN Infectieziektebestrijding/24.6.214 24.6.214 cijfers infectieziekten in beeld213 West- 1/31 Inhoudstafel 1 Overzichtstabel 213 3 2 Cijfers infectieziekten

Nadere informatie

De Q koorts epidemie in Nederland

De Q koorts epidemie in Nederland De Q koorts epidemie in Nederland Coxiella burnetii Wim van der Hoek, artsepidemioloog, Centrum Infectieziektebestrijding 1 Huisarts Herpen Toename Q koorts? Microbioloog Huisarts Sint Oedenrode Mei Juni

Nadere informatie

PCR-fecesonderzoek bij gastro-enteritis

PCR-fecesonderzoek bij gastro-enteritis Jan Weel, Theo Schuurs, Bert Mulder, Lesla Bruijnesteijn van Coppenraet, Adri van der Zanden, Wil van der Reijden, Gijs Ruijs PCR-fecesonderzoek bij gastro-enteritis Samenvatting Weel J, Schuurs T, Mulder

Nadere informatie

CIJFERS INFECTIEZIEKTEN IN BEELD 2013 OOST-VLAANDEREN Infectieziektebestrijding/

CIJFERS INFECTIEZIEKTEN IN BEELD 2013 OOST-VLAANDEREN Infectieziektebestrijding/ / Rapport CIJFERS INFECTIEZIEKTEN IN BEELD 213 OOST-VLAANDEREN Infectieziektebestrijding/24..214 Inhoudstafel 1 Overzichtstabel 213 3 2 Cijfers infectieziekten Oost- 213 3 Cijfers infectieziekten 213 1

Nadere informatie

Moleculaire risk assessment Escherichia coli O157 in Nederland

Moleculaire risk assessment Escherichia coli O157 in Nederland Moleculaire risk assessment Escherichia coli O157 in Nederland Letter report 330411001/2011 E. Franz F.J. van der Wal A.H.A.M. van Hoek A.E. Heuvelink Published by: National Institute for Public Health

Nadere informatie

Nieuwe Influenza A (H1N1)

Nieuwe Influenza A (H1N1) Nieuwe Influenza A (H1N1) Overzicht 23 oktober 29, week 43 Samenvatting In de afgelopen week is het aantal ziekenhuisopnamen wegens een laboratoriumbevestigde infectie met Nieuwe Influenza A (H1N1) verdubbeld

Nadere informatie

ESCHERICHIA COLI O157 INFECTIE NA CONTACT MET MELKVEE

ESCHERICHIA COLI O157 INFECTIE NA CONTACT MET MELKVEE ESCHERICHIA COLI O157 INFECTIE NA CONTACT MET MELKVEE A.E. Heuvelink 1* J.P. Arends 2 M.A.J. van Keulen 3 Y.T.H.P. van Duynhoven 4 1 KEURINGSDIENST VAN WAREN OOST, ZUTPHEN 2 MEDISCHE MICROBIOLOGIE, ACADEMISCH

Nadere informatie

CIJFERS INFECTIEZIEKTEN IN BEELD 2013 VLAAMS-BRABANT Infectieziektebestrijding/

CIJFERS INFECTIEZIEKTEN IN BEELD 2013 VLAAMS-BRABANT Infectieziektebestrijding/ / Rapport CIJFERS INFECTIEZIEKTEN IN BEELD 213 VLAAMS-BRABANT Infectieziektebestrijding/24..214 24..214 cijfers infectieziekten in beeld 213 Vlaams-Brabant 1/32 Inhoudstafel 1 Overzichtstabel 213 3 2 Cijfers

Nadere informatie

INFECTIEZIEKTEN Bulletin

INFECTIEZIEKTEN Bulletin INFECTIEZIEKTEN Bulletin Nummer 1 Februari 2010 Ja argang 21 Een selectie van de onderwerpen Evaluatie van de communicatie naar gemeenten tijdens de Q-koortsepidemie in Noord-Brabant Intensieve surveillance

Nadere informatie

Buiktyfus, versie 13 (PDF aangemaakt op: ) Contactpersoon: Ingrid Friesema

Buiktyfus, versie 13 (PDF aangemaakt op: ) Contactpersoon: Ingrid Friesema Buiktyfus, versie 13 (PDF aangemaakt op: 12-3-2019) lblgascontact1 lblmeldcrit Contactpersoon: Ingrid Friesema E-mail:Ingrid.Friesema@rivm.nl A. MELDINGSCRITERIUM lblmeldcritthyp1 Elk persoon met tenminste

Nadere informatie

CRYPTO study

CRYPTO study CRYPTO study 2013-2016 CRYPTO study 2013-2016 Cryptosporidium: achtergrond informatie Verwekker waterdunne diarree maar ook andere klachten (IBS, chronische diarrhee, arthralgia, extra intestinal symptoms

Nadere informatie

Totaal aantal meldingen GGD Brabant-Zuidoost 2009

Totaal aantal meldingen GGD Brabant-Zuidoost 2009 Jaarcijfers team infectieziektebestrijding GGD Brabant-Zuidoost 2009 Het jaar 2009 is een druk jaar geweest voor de infectieziektebestrijding in Nederland. In april 2009 werd door de WHO melding gemaakt

Nadere informatie

Bijlage 1. Bron- en contactonderzoek bij clusters van MRSA-infectie

Bijlage 1. Bron- en contactonderzoek bij clusters van MRSA-infectie Staphylococcus aureus-infecties, inclusief MRSA A41 Bijlage 1. Bron- en contactonderzoek bij clusters van MRSA-infectie Achtergronden Het in Nederland gevoerde strikte screenings- en isolatiebeleid ( search-and-destroy

Nadere informatie

MELDINGSCRITERIA TULAREMIE

MELDINGSCRITERIA TULAREMIE Bijlage 3 Tularemie vragenlijst Osiris EPI-azc lbltulcrit1 Indien de patiënt een asielzoeker is, worden data doorgegeven aan GGD GHOR Nederland. MELDINGSCRITERIA TULAREMIE Klinische criteria lbltulmeld1

Nadere informatie

Registratie voedselgerelateerde uitbraken

Registratie voedselgerelateerde uitbraken Registratie voedselgerelateerde uitbraken in Nederland, 2015 Registratie voedselgerelateerde uitbraken in Nederland, 2015 RIVM Rapport 2016-0085 Colofon RIVM 2016 Delen uit deze publicatie mogen worden

Nadere informatie

Acute gastro-enteritis Rubriekhouder: Dr. W. van Pelt, (RIVM-CIE) ( ) ( )

Acute gastro-enteritis Rubriekhouder: Dr. W. van Pelt, (RIVM-CIE) ( ) ( ) Acute gastro-enteritis Rubriekhouder: Dr. W. van Pelt, (RIVM-CIE) (1992-1993) (1996-2015) Inleiding Gastro-enteritis behoort tot de top tien van aandoeningen in Nederland wat betreft incidentie en draagt

Nadere informatie

Registratie voedselinfecties en -vergiftigingen in Nederland, 2014. RIVM Rapport 2015-0075

Registratie voedselinfecties en -vergiftigingen in Nederland, 2014. RIVM Rapport 2015-0075 Registratie voedselinfecties en -vergiftigingen in Nederland, 2014 RIVM Rapport 2015-0075 Colofon RIVM 2015 Delen uit deze publicatie mogen worden overgenomen op voorwaarde van bronvermelding: Rijksinstituut

Nadere informatie

Rapportering voor het jaar 2012 Referentiecentrum voor NOROVIRUS.

Rapportering voor het jaar 2012 Referentiecentrum voor NOROVIRUS. Coördinator referentiecentrum Rapportering voor het jaar 2012 Referentiecentrum voor NOROVIRUS. N.Botteldoorn WIV-ISP J. Wytsmanstraat Brussel Tel 02 642 51 83 Fax: 02 642 52 40 Email: Nadine.Botteldoorn@wivisp.be

Nadere informatie

Kamervragen aan de ministers van VWS en LNV over nieuwe gevallen van Q-koorts besmettingen bij mensen in Brabant

Kamervragen aan de ministers van VWS en LNV over nieuwe gevallen van Q-koorts besmettingen bij mensen in Brabant 08-05-2008 Kamervragen aan de ministers van VWS en LNV over nieuwe gevallen van Q-koorts besmettingen bij mensen in Brabant Vragen van het lid Thieme aan de ministers van Volksgezondheid Welzijn en Sport

Nadere informatie

Registratie voedselgerelateerde uitbraken

Registratie voedselgerelateerde uitbraken Registratie voedselgerelateerde uitbraken in Nederland, 2016 Registratie voedselgerelateerde uitbraken in Nederland, 2016 RIVM Rapport 2017-0051 Colofon RIVM 2017 Delen uit deze publicatie mogen worden

Nadere informatie

Een legionella-infectie als vakantiesouvenir

Een legionella-infectie als vakantiesouvenir Een legionella-infectie als vakantiesouvenir TALD: Travel Associated Legionnaires Disease reisgerelateerde legionella 1 Symposium Legionella en klare taal 12 mei 2014 Programma 1. Even opfrissen 2. Van

Nadere informatie

Nieuwsbrief Osiris - algemene infectieziekten (AIZ)

Nieuwsbrief Osiris - algemene infectieziekten (AIZ) Nieuwsbrief Osiris - algemene infectieziekten (AIZ) Uitgave januari 2014 In deze Nieuwsbrief Spoedwijzigingen sinds 1 juli 2013 Wijzigingen in de vragenlijsten per 1 januari 2014 Helpteksten voor Osiris-AIZ-vragen

Nadere informatie

Rapportage uitkomsten Q-koorts Herpen II onderzoek

Rapportage uitkomsten Q-koorts Herpen II onderzoek Rapportage uitkomsten Q-koorts Herpen II onderzoek 22 juni 2015 De GGD Hart voor Brabant voerde dit onderzoek uit in samenwerking met AMPHI de academische werkplaats van het Radboud universitair medisch

Nadere informatie

Rapportering voor het jaar 2013 Referentiecentrum voor NOROVIRUS.

Rapportering voor het jaar 2013 Referentiecentrum voor NOROVIRUS. Coördinator referentiecentrum Rapportering voor het jaar 2013 Referentiecentrum voor NOROVIRUS. N.Botteldoorn WIV J. Wijtsmanstraat Brussel Tel 02 642 51 83 Fax: 02 642 52 40 Nadine.Botteldoorn@wivisp.be

Nadere informatie

Registratie voedselinfecties en vergiftigingen bij de NVWA en het CIb, 2012

Registratie voedselinfecties en vergiftigingen bij de NVWA en het CIb, 2012 Registratie voedselinfecties en vergiftigingen bij de NVWA en het CIb, 2012 RIVM Rapport 092330001/2013 I.H.M. Friesema A.E.I. de Jong I.L.A. Boxman W. van Pelt Registratie voedselinfecties en -vergiftigingen

Nadere informatie

Mazelen surveillance overzicht, 1 mei 4 dec 2013 (week 49)

Mazelen surveillance overzicht, 1 mei 4 dec 2013 (week 49) Mazelen surveillance overzicht, 1 mei 4 dec 2013 (week 49) Bron gegevens: Osiris/CIb-LCI/CIb-IDS. Auteurs: Esther Swart, Susan Hahné (CIb-EPI). Met dank aan Annemarijn van Ginkel, Tessa van t Klooster,

Nadere informatie

Mazelen surveillanceoverzicht, 1 mei 18 dec 2013 (week 51)

Mazelen surveillanceoverzicht, 1 mei 18 dec 2013 (week 51) Mazelen surveillanceoverzicht, 1 mei 18 dec 2013 (week 51) Bron gegevens: Osiris/CIb-LCI/CIb-IDS. Auteurs: Annemarijn van Ginkel, Esther Swart, Susan Hahné (CIb-EPI). Met dank aan Tessa van t Klooster,

Nadere informatie

Nieuwe Influenza A (H1N1)

Nieuwe Influenza A (H1N1) Nieuwe Influenza A (H1N1) Overzicht 27 november 29, week 48 Samenvatting In de afgelopen week is het aantal ziekenhuisopnamen wegens een laboratoriumbevestigde infectie met Nieuwe Influenza A (H1N1) afgenomen

Nadere informatie

Registratie voedselinfecties en vergiftigingen in Nederland, 2014

Registratie voedselinfecties en vergiftigingen in Nederland, 2014 Registratie voedselinfecties en vergiftigingen in Nederland, 2014 Registratie voedselinfecties en -vergiftigingen in Nederland, 2014 RIVM Rapport 2015-0075 Colofon RIVM 2015 Delen uit deze publicatie

Nadere informatie

Epidemiologie van Clostridium difficile infecties in België. Rapport 2016 Samenvatting

Epidemiologie van Clostridium difficile infecties in België. Rapport 2016 Samenvatting Epidemiologie van Clostridium difficile infecties in België Rapport 2016 Samenvatting AUTEURS C. VALENCIA, M.-L. LAMBERT Voor het Nationale Referentielaboratorium: M. DELMÉE, J. VAN BROECK Epidemiologie

Nadere informatie

Uitbraak van enterohemorragische Escherichia coli (EHEC) en hemolytisch-uremisch syndroom

Uitbraak van enterohemorragische Escherichia coli (EHEC) en hemolytisch-uremisch syndroom Stand van zaken Uitbraak van enterohemorragische Escherichia coli (EHEC) en hemolytisch-uremisch syndroom Ed J. Kuijper, Aura Timen, Eelco Franz, Els Wessels en Jaap T. van Dissel Gerelateerd artikel:

Nadere informatie

Protocol handelen bij besmettelijke ziekten

Protocol handelen bij besmettelijke ziekten Marsstraat 2, 1716 WH Opmeer Postbus 53, 1715 ZH Spanbroek Tel: 0226 352552 directie.ruimteschip@skowestfriesland.nl R.K. Basisschool t Ruimteschip www.bsruimteschip.nl Protocol handelen bij besmettelijke

Nadere informatie

(Ziek van) Besmette levensmiddelen, wat nu?

(Ziek van) Besmette levensmiddelen, wat nu? (Ziek van) Besmette levensmiddelen, wat nu? Ife Slegers Fitz-James Expertisecentrum Voedselvergiftiging Alimentair Consulent Disclosure belangen spreker (potentiële) belangenverstrengeling Voor bijeenkomst

Nadere informatie

DENGUE, versie 8 (PDF aangemaakt op: ) Contactpersoon: Brechje de GierBrechje.de

DENGUE, versie 8 (PDF aangemaakt op: ) Contactpersoon: Brechje de GierBrechje.de DENGUE, versie 8 (PDF aangemaakt op: 12-3-2019) lbldengcontact lbldengcrit1 lbldengcrit1a lbldengmeld1-2016 Contactpersoon: Brechje de GierBrechje.de gier@rivm.nl MELDINGSCRITERIA DENGUE WAARSCHIJNLIJKE

Nadere informatie

Mazelen en rubella surveillance overzicht, 1 mei 11 sep 2013 (week 37)

Mazelen en rubella surveillance overzicht, 1 mei 11 sep 2013 (week 37) Mazelen en rubella surveillance overzicht, 1 mei 11 sep 2013 (week 37) Bron gegevens: Osiris/CIb-LCI/CIb-IDS. Auteurs: Esther Swart, Susan Hahné (CIb-EPI). Met dank aan Henriette Giesbers, VZP, Irmgard

Nadere informatie

Legionella. De overdracht. Jacob P. Bruin Streeklaboratorium voor de Volksgezondheid Kennemerland Haarlem

Legionella. De overdracht. Jacob P. Bruin Streeklaboratorium voor de Volksgezondheid Kennemerland Haarlem Legionella De overdracht Jacob P. Bruin Streeklaboratorium voor de Volksgezondheid Kennemerland Haarlem Legionella Inhoud: Legionella bacterie Infectieroute Diagnostiek Kweek Urine antigeentesten Serologie

Nadere informatie

Listeria, versie 13 (PDF aangemaakt op: ) Indien de patiënt een asielzoeker betreft worden data doorgeven aan GGD GHOR Nederland.

Listeria, versie 13 (PDF aangemaakt op: ) Indien de patiënt een asielzoeker betreft worden data doorgeven aan GGD GHOR Nederland. Listeria, versie 13 (PDF aangemaakt op: 6-6-2017) EPI-azc lblmeldcrit LISTmeldCrit2 lbllis Indien de patiënt een asielzoeker betreft worden data doorgeven aan GGD GHOR Nederland. A. MELDINGSCRITERIUM Listeriose

Nadere informatie

15-07-2008 Kamervragen aan de ministers van VWS en LNV over de explosieve stijging van het aantal Q-koorts gevallen in Brabant

15-07-2008 Kamervragen aan de ministers van VWS en LNV over de explosieve stijging van het aantal Q-koorts gevallen in Brabant 15-07-2008 Kamervragen aan de ministers van VWS en LNV over de explosieve stijging van het aantal Q-koorts gevallen in Brabant Kamervragen van het lid Thieme aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn

Nadere informatie

INFECTIEZIEKTEBESTRIJDING

INFECTIEZIEKTEBESTRIJDING INFECTIEZIEKTEBESTRIJDING FACTSHEET 2015 CASUS: SCHOOLUITJE ZORGBOERDERIJ WIE ZIJN WIJ? De afdeling algemene Infectieziektebestrijding (IZB) van GGD Hollands Noorden houdt zich bezig met het opsporen van

Nadere informatie

Nieuwe Influenza A (H1N1)

Nieuwe Influenza A (H1N1) Nieuwe Influenza A (H1N1) Overzicht 11 december 29, week 5 Samenvatting In de afgelopen week is het aantal ziekenhuisopnamen wegens een laboratoriumbevestigde infectie met Nieuwe Influenza A (H1N1) afgenomen

Nadere informatie

Epidemiologie van Clostridium difficile infecties in België. Rapport 2016 Samenvatting

Epidemiologie van Clostridium difficile infecties in België. Rapport 2016 Samenvatting Epidemiologie van Clostridium difficile infecties in België Rapport 2016 Samenvatting AUTEURS C. VALENCIA, M.-L. LAMBERT Voor het Nationale Referentielaboratorium: M. DELMÉE, J. VAN BROECK Epidemiologie

Nadere informatie

*PDOC01/268847* PDOC01/ De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA 's-gravenhage

*PDOC01/268847* PDOC01/ De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA 's-gravenhage > Retouradres Postbus 20401 2500 EK DEN HAAG De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA 's-gravenhage Cluster Prins Clauslaan 8 2595 AJ DEN HAAG Postbus 20401 2500 EK DEN

Nadere informatie

Pneumonie Rubriekhouder: Mw. Dr. R. van Gageldonk, RIVM ( , )

Pneumonie Rubriekhouder: Mw. Dr. R. van Gageldonk, RIVM ( , ) Pneumonie Rubriekhouder: Mw. Dr. R. van Gageldonk, RIVM (2007-2010, 2012-2014) Inleiding Dankzij de peilstations bestaat er al vele jaren een goed inzicht in het vóórkomen van influenza-achtig ziektebeeld

Nadere informatie

Veelgestelde vragen en antwoorden

Veelgestelde vragen en antwoorden Veelgestelde vragen en antwoorden Vraag Wat zijn de symptomen van legionella? Antwoord De meeste mensen worden na blootstelling aan deze bacterie niet ziek. Als er wel ziekteverschijnselen optreden gebeurt

Nadere informatie

8 Kinkhoest Rubriekhouder: Mw. dr. H. de Melker, RIVM ( )

8 Kinkhoest Rubriekhouder: Mw. dr. H. de Melker, RIVM ( ) 8 Kinkhoest Rubriekhouder: Mw. dr. H. de Melker, RIVM (1998-2012) Inleiding Kinkhoest is een acute, zeer besmettelijke infectie van de bovenste luchtwegen die veroorzaakt wordt door de bacterie Bordetella

Nadere informatie

Mazelen en rubella surveillance overzicht, 1 mei 21 aug 2013 (week 34)

Mazelen en rubella surveillance overzicht, 1 mei 21 aug 2013 (week 34) Mazelen en rubella surveillance overzicht, 1 mei 21 aug 2013 (week 34) Bron gegevens: Osiris/CIb-LCI/CIb-IDS. Auteurs: Esther Swart, Susan Hahné (CIb-EPI). Met dank aan Maarten Mulders, VVG, en Irmgard

Nadere informatie

Shigellose, versie 12 (PDF aangemaakt op: ) Indien de patiënt een asielzoeker betreft worden data doorgeven aan GGD GHOR Nederland.

Shigellose, versie 12 (PDF aangemaakt op: ) Indien de patiënt een asielzoeker betreft worden data doorgeven aan GGD GHOR Nederland. Shigellose, versie 12 (PDF aangemaakt op: 29-1-2018) EPI-azc lbldyscontact1 Indien de patiënt een asielzoeker betreft worden data doorgeven aan GGD GHOR Nederland. Contactpersoon: Roan Pijnacker :Roan.Pijnacker@rivm.nl

Nadere informatie

Centrum Infectieziekteonderzoek, Diagnostiek en Screening

Centrum Infectieziekteonderzoek, Diagnostiek en Screening Centrum Infectieziekteonderzoek, Diagnostiek en Screening Het centrum Infectieziekteonderzoek, Diagnostiek en Screening (IDS) doet microbiologisch onderzoek, (bijzondere) humane diagnostiek en laboratoriumsurveillance

Nadere informatie

Rapportering voor het jaar 2011 Referentiecentrum voor Listeria monocytogenes. Straat: Wytsmanstraat 14

Rapportering voor het jaar 2011 Referentiecentrum voor Listeria monocytogenes. Straat: Wytsmanstraat 14 ationaal Referentiecentrum Coördinator referentiecentrum Rapportering voor het jaar 11 Referentiecentrum voor monocytogenes. amen: Dr. Bertrand Sophie en Dr. Mattheus Wesley Tel: /64 5 8 of /64 5 89 Instelling:

Nadere informatie

MELDINGSCRITERIA TULAREMIE

MELDINGSCRITERIA TULAREMIE Tularemie, versie 1 (PDF aangemaakt op: 29-1-2018) EPI-azc lbltulcrit1 lbltulmeld1 Indien de patiënt een asielzoeker betreft worden data doorgeven aan GGD GHOR Nederland. MELDINGSCRITERIA TULAREMIE Klinische

Nadere informatie

Publicatieblad van de Europese Unie COMMISSIE

Publicatieblad van de Europese Unie COMMISSIE 10.1.2004 L 6/29 II (Besluiten waarvan de publicatie niet voorwaarde is voor de toepassing) COMMISSIE AANBEVELING VAN DE COMMISSIE van 19 december 2003 betreffende een gecoördineerd programma voor 2004

Nadere informatie

Influenza et al. bij ouderen

Influenza et al. bij ouderen Influenza et al. bij ouderen Adam Meijer Deelnemersdag SNIV 2012 28 september 2012, Driebergen 1 28 september 2012 Onderwerpen Monsterafname Overzicht resultaten influenzaseizoen 2011/2012 Belang rhinovirus

Nadere informatie

De epidemiologie van Legionellose

De epidemiologie van Legionellose De epidemiologie van Legionellose Het nut van Osiris voor surveillance en onderzoek Petra Brandsema Centrum Epidemiologie en Surveillance, CIB, RIVM. De epidemiologie van Legionellose 12 mei 2014 2 Aantal

Nadere informatie

LCI-richtlijn Tularemie Bijlage 3. Vragenlijst Osiris

LCI-richtlijn Tularemie Bijlage 3. Vragenlijst Osiris LCI-richtlijn Tularemie Bijlage 3. Vragenlijst Osiris Voldoet de casus aan de klinische EN diagnostische criteria? Indien de casus niet aan de definitie voldoet van bevestigde tularemie, wat is dan de

Nadere informatie

Dientamoeba fragilis, de case-control studie en hoe verder?

Dientamoeba fragilis, de case-control studie en hoe verder? Clinical microbioloy and infection 2015 Dientamoeba fragilis, de case-control studie en hoe verder? Maria Dullaert-de Boer 1 4 deelnemende laboratoria Design: Multi Center 1545 cases : patiënten die bij

Nadere informatie

Nieuwsbrief SNIV Nieuwe opzet SNIV Uitreiking certificaten Adviescommissie

Nieuwsbrief SNIV Nieuwe opzet SNIV Uitreiking certificaten Adviescommissie In dit nummer 1. Nieuwe opzet SNIV Uitreiking certificaten Adviescommissie. Incidentiemeting Prevalentiemeting SNIV Symposium 31 oktober 13 Kerstgroet 3. Resultaten incidentiemeting t/m week 7 13 Figuur

Nadere informatie

Mazelen en rubella surveillance overzicht, 1 mei 4 sep 2013 (week 36)

Mazelen en rubella surveillance overzicht, 1 mei 4 sep 2013 (week 36) Mazelen en rubella surveillance overzicht, 1 mei 4 sep 2013 (week 36) Bron gegevens: Osiris/CIb-LCI/CIb-IDS. Auteurs: Esther Swart, Susan Hahné (CIb-EPI). Met dank aan Maarten Mulders, VVG, en Irmgard

Nadere informatie

Samenvatting. Etiologie. samenvatting

Samenvatting. Etiologie. samenvatting Samenvatting Hoofdstuk 1 is een algemene inleiding op dit proefschrift. Luchtweginfecties zijn veel voorkomende aandoeningen, die door een groot aantal verschillende virussen en bacteriën veroorzaakt kunnen

Nadere informatie

ESBLAT Symposium Veilig voedsel produceren. Similariteitsanalyse. Dick Heederik IRAS UU

ESBLAT Symposium Veilig voedsel produceren. Similariteitsanalyse. Dick Heederik IRAS UU ESBLAT Symposium 2018 Similariteitsanalyse Veilig voedsel produceren Dick Heederik IRAS UU Aanleiding voor dit project Opzet van het project Identificeren van alle beschikbare Nederlandse studies Identificeren

Nadere informatie

EIND RAPPORT PROFICIENCY TEST VOOR LEVENSMIDDELEN DETECTIE OP KARKASSWABS YERSINIA ENTEROCOLITICA E. COLI O157:H7 STEC NOVEMBER 2013 MICROBIOLOGIE

EIND RAPPORT PROFICIENCY TEST VOOR LEVENSMIDDELEN DETECTIE OP KARKASSWABS YERSINIA ENTEROCOLITICA E. COLI O157:H7 STEC NOVEMBER 2013 MICROBIOLOGIE EIND RAPPORT PROFICIENCY TEST VOOR LEVENSMIDDELEN MICROBIOLOGIE DETECTIE OP KARKASSWABS YERSINIA ENTEROCOLITICA E. COLI O157:H7 STEC NOVEMBER 2013 Afdeling: Voedselpathogenen Marie Polet Nadine Botteldoorn

Nadere informatie