Parket bij de Hoge Raad Instantie Datum uitspraak Datum Publicatie Arrest Hoge Raad: ECLI:NL:HR:2007:AZ8824.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Parket bij de Hoge Raad Instantie Datum uitspraak Datum Publicatie Arrest Hoge Raad: ECLI:NL:HR:2007:AZ8824."

Transcriptie

1 ECLI:NL:PHR:2007:AZ8824, Parket bij de Hoge Raad, , 03669/05 Inhoudsindicatie Gegevens Instantie Datum uitspraak Datum Publicatie Parket bij de Hoge Raad Formele relaties Arrest Hoge Raad: ECLI:NL:HR:2007:AZ8824 Zaaknummer 03669/05 Rechtsgebied Straf(proces)recht 1. Vormverzuimen. 2. Verzoek tot strafvermindering. Ad 1. HR herhaalt overwegingen uit HR NJ 2004, 376. In zijn overwegingen heeft het hof als zijn oordeel tot uitdrukking gebracht dat het niet-naleven van de Aanwijzing bejegening slachtoffers en de Aanwijzing opsporing seksueel misbruik op de punten als door de raadsman naar voren gebracht, niet een zodanig ernstig vormverzuim oplevert dat dit moet leiden tot de vergaande sanctie van n-o van het OM in de vervolging of uitsluiting van bewijs. In het licht van NJ 2004, 376 geeft dit oordeel niet blijk van een onjuiste rechtsopvatting en behoefde het, in aanmerking genomen hetgeen is aangevoerd, geen nadere Inhoudsindicatie motivering. Ad 2. Hetgeen in de pleitnota is weergegeven onder het hoofd Strafmaat bij bewezenverklaring kan bezwaarlijk anders worden verstaan dan als een beroep op strafvermindering als voorzien in art. 359a.1 en onder a Sv. Het hof heeft verzuimd daarop te beslissen. Dat verzuim behoeft evenwel niet tot cassatie te leiden. In het in cassatie stand houdende oordeel van het hof dat bewijsuitsluiting niet in aanmerking komt, ligt immers als zijn oordeel besloten dat het geconstateerde verzuim niet in de weg heeft gestaan aan de, ook vanuit verdedigingsoogpunt, vereiste toetsing van de betrouwbaarheid van de door de raadsman bedoelde resultaten van het opsporingsonderzoek. Onder die omstandigheden kan i.c. van een door strafvermindering te compenseren nadeel geen sprake zijn. Het hof had het verweer dus slechts kunnen verwerpen. Vindplaats rechtspraak-nl Uitspraak Nr /05 Mr. Vellinga Zitting: 13 februari 2007 Conclusie inzake: [verdachte] 1. Verdachte is door het Gerechtshof te 's-gravenhage wegens "met iemand beneden de leeftijd van zestien jaren buiten echt ontuchtige handelingen plegen, meermalen gepleegd veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van zes maanden en een taakstraf in de vorm van een werkstraf voor de duur van 240 uur, subsidiair 120 dagen hechtenis. 2. Namens verdachte heeft mr. J. Wouters, advocaat te Middelburg, vier middelen van cassatie voorgesteld. 3. Voorts heeft de verdachte een geschrift aan de Hoge Raad doen toekomen. Omdat volgens art. 437, tweede lid, Sv uitsluitend een raadsman namens de verdachte middelen van cassatie kan indienen, zal de Hoge Raad op dit geschrift geen acht kunnen slaan.(1) 4. Het eerste middel is gericht tegen de verwerping van het beroep op niet-ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie, althans op uitsluiting van het bewijs. 5. De raadsman heeft volgens het proces-verbaal van de terechtzitting in hoger beroep de verdediging gevoerd overeenkomstig de pleitnota in hoger beroep. Daarin heeft verdachtes raadsman betoogd dat het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk dient te worden verklaard in de strafvervolging dan wel dat de aangifte en het naar aanleiding daarvan opgemaakte deskundigenrapport niet voor het bewijs kunnen worden gebezigd omdat in het voorbereidend onderzoek de Aanwijzing bejegening slachtoffers zedendelicten (Stcrt. 199, nr. 174, p. 14) en de Aanwijzing opsporing seksueel misbruik in afhankelijkheidsrelaties (Stcrt. 1999, nr. 174, p. 13) zijn geschonden als in de pleitnota als volgt uiteengezet: " Toepassing Aanwijzingen

2 Wanneer wij deze aanwijzingen toepassen op de gang van zaken in deze zaak blijkt dat een absolute foutieve wijze van handelen van justitie heeft plaatsgevonden. - Er heeft geen informatief gesprek plaatsgevonden. - Er is geen sprake van een deskundige opsporingsambtenaar (als in aanwijzing bedoeld). - Bij de aangifte van [slachtoffer 2] was slechts één opsporingsambtenaar aanwezig en dat is steeds dezelfde en enige redactor gebleven (wel uitgezonderd p.v. d.d. 29 april 2003)!; - Er zijn geen geluidsopnamen van de aangifte van [slachtoffer 1]. - Er is geen arts geraadpleegd, noch eerst de rapportage van Emergis afgewacht. Er zou ingevolge de rapportage immers sprake kunnen zijn van hervonden herinneringen en projectie, waarbij de Expertisegroep geraadpleegd dient te worden. Op basis van de na de aangifte aanwezige stukken kan immers geen oordeel omtrent de aangiftes gevormd worden. Hiervoor is dan ook expliciet het opsporingsonderzoek. - Voordat het opsporingsonderzoek voldoende heeft plaatsgevonden (in ieder geval geen consultering Expertisegroep of arts) wordt cliënt buiten heterdaad aangehouden. Dit is echter hier niet mogelijk. Daarbij komt dat de inverzekeringstelling gedaan is door een hulpofficier, waarbij de officier van justitie zelf het dossier niet heeft doorgenomen. Op grond van bovenstaande is dan ook sprake van verzuim van voorgeschreven vormen die bij het voorbereidende onderzoek in acht hadden dienen te worden genomen en niet neer hersteld kunnen worden. Tevens blijkt uit de wet niet de rechtsgevolgen van deze verzuimen. Ingevolge artikel 359a lid 1 sub c jo 359a lid 2 Sv. dient het openbaar ministerie dan ook niet-ontvankelijk te worden verklaard. Gezien de ernst van het verzuim, alsook het belang dat het voorschrift dient (onder andere waarheidsvinding, controleerbaarheid en neutraliteit) en het nadeel dat door schending plaatsvindt (geen juiste toets waarheid en betrouwbaarheid verklaringen, alsook onrechtmatige vrijheidsberoving) worden de beginselen van een behoorlijk proces dusdanig geschaad dat geen andere mogelijkheid openblijft dan het openbaar ministerie niet-ontvankelijkheid te verklaren. Daarbij dient ook nog te worden opgemerkt dat juist de totstandkoming van de verklaringen voor het bewijs van cruciaal belang zijn. Ook voor het latere deskundigenonderzoek is de totstandkoming uitermate cruciaal. Zeker bij psychologen is dit het geval. "Psychologen verstaan onder betrouwbaarheid van verklaringen iets anders dan veel juristen. Binnen de psychologie richt de vraag naar betrouwbaarheid zich op de wijze waarop de verklaring tot stand is gekomen en op eventuele beïnvloeding van buitenaf Validiteit heeft binnen de psychologie betrekking op de vraag of hetgeen wordt verteld ook daadwerkelijk is gebeurd" II NIET VOOR BEWIJS DIENEN VAN AANGIFTEN, HET DESKUNDIGENRAPPORT EN DE VERKLARING VAN [getuige 1] Mocht uw Hof van mening zijn dat deze schending van vormen niet tot niet-ontvankelijkheid van het OM leidt (als onder I bepleit), dan verzoekt de verdediging het Hof de resultaten van het onderzoek die door het verzuim zijn verkregen niet te laten bijdragen aan het bewijs. Hierbij is van belang dat de aangifte ook doorwerkt in het deskundigenonderzoek, omdat de deskundige de aangifte als basis hanteert. (de verhouding tussen de aangifte en de verklaringen t.o.v. de deskundige werken wel door in de conclusies). Het deskundigenrapport mag ook niet voor bewijs dienen. Rechtsgrond voor een zodanige beslissing is te vinden in artikel 359a lid 1 sub b Sv." 6. Het Hof heeft naar aanleiding van dit verweer overwogen: " De ontvankelijkheid van het openbaar ministerie en de rechtmatigheid van het verkregen bewijs De raadsman heeft ter terechtzitting primair betoogd dat het openbaar ministerie niet ontvankelijk dient te worden verklaard in de vervolging. Hiertoe heeft hij aangevoerd dat sprake is van onherstelbaar vormverzuim nu het openbaar ministerie bij het voorbereidend onderzoek niet heeft gehandeld conform de Aanwijzing bejegening slachtoffers van zedendelicten (1999A020) en de Aanwijzing opsporing seksueel misbruik in afhankelijkheidsrelaties (1999A025). Subsidiair heeft de raadsman betoogd dat de verdachte dient te worden vrijgesproken nu de resultaten van het onderzoek die door het verzuim zijn verkregen, te weten de aangiften, het deskundigenrapport en de verklaring van [getuige 1], niet kunnen bijdragen aan het bewijs. Het hof verwerpt dit verweer nu het niet-naleven van de bedoelde Aanwijzingen op de punten als door de raadsman naar voren gebracht naar oordeel van het hof niet een zodanig ernstig vormverzuim oplevert dat dit moet leiden tot de vergaande sanctie van nietontvankelijkheid van het openbaar ministerie of uitsluiting van bewijs. Ten aanzien van de verklaring van getuige [getuige 1] is het hof uit het dossier gebleken dat deze eerst zijn verklaring als getuige heeft afgelegd en pas daarna, zij het op dezelfde ochtend, aanwezig is geweest bij het doen van de aangifte door zijn partner [slachtoffer 2], zodat dit onderdeel van het verweer reeds wegens het ontbreken van feitelijke grondslag wordt verworpen." 7. Volgens de toelichting op het middel heeft het Hof miskend dat de verzuimde vormen een zeer ernstige schending betekenen van de rechten van de verdachte en tevens een aanzienlijke inbreuk vormen op de voorschriften van strafvordering. 8. Art. 359a Sv luidt: 1. De rechtbank kan, indien blijkt dat bij het voorbereidend onderzoek vormen zijn verzuimd die niet meer kunnen worden hersteld en de rechtsgevolgen hiervan niet uit de wet blijken, bepalen dat:

3 a. de hoogte van de straf in verhouding tot de ernst van het verzuim, zal worden verlaagd, indien het door het verzuim veroorzaakte nadeel langs deze weg kan worden gecompenseerd; b. de resultaten van het onderzoek die door het verzuim zijn verkregen, niet mogen bijdragen aan het bewijs van het telastegelegde feit; c. het openbaar ministerie niet ontvankelijk is, indien door het verzuim geen sprake kan zijn van een behandeling van de zaak die aan de beginselen van een behoorlijke procesorde voldoet. 2. Bij de toepassing van het eerste lid, houdt de rechtbank rekening met het belang dat het geschonden voorschrift dient, de ernst van het verzuim en het nadeel dat daardoor wordt veroorzaakt. 3. Het vonnis bevat de beslissingen vermeld in het eerste lid. Deze zijn met redenen omkleed. 9. Verzuim van vormen als bedoeld in art. 359a Sv moet ruim worden opgevat. Het gaat niet alleen om verzuim van in het Wetboek van Strafvordering voorgeschreven vormen maar ook om (ander) onrechtmatig handelen van opsporingsambtenaren in het voorbereidend onderzoek.(2) Daarom valt niet uit te sluiten dat handelen in strijd met vorenbedoelde aanwijzingen verzuim van vormen als bedoeld in art. 359a Sv kan opleveren. 10. In HR 30 maart 2004, NJ 2004, 376, m. nt. YB overweegt de Hoge raad ten aanzien van de toepasselijkheid van nietontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie en bewijsuitsluiting als sanctie op een verzuim van vormen als bedoeld in art. 359a Sv: " Bewijsuitsluiting kan uitsluitend aan de orde komen indien het bewijsmateriaal door het verzuim is verkregen, en komt in aanmerking indien door de onrechtmatige bewijsgaring een belangrijk (strafvorderlijk) voorschrift of rechtsbeginsel in aanzienlijke mate is geschonden. Ook bij bewijsuitsluiting gaat het overigens om een bevoegdheid van de rechter, waarvan de uitoefening in de eerste plaats moet worden beoordeeld in het licht van de wettelijke beoordelingsfactoren van art. 359a, tweede lid, Sv en van de omstandigheden van het geval. Terzijde zij opgemerkt dat art. 359a Sv niet van belang is voor vormverzuimen waardoor de betrouwbaarheid van het aldus verkregen onderzoeksmateriaal wezenlijk is beïnvloed. Dan zal het onderzoeksmateriaal immers reeds om die reden door de rechter buiten beschouwing worden gelaten Niet-ontvankelijkverklaring van het openbaar ministerie in de vervolging komt als in art. 359a Sv voorzien rechtsgevolg slechts in uitzonderlijke gevallen in aanmerking. Daarvoor is alleen plaats ingeval het vormverzuim daarin bestaat dat met de opsporing of vervolging belaste ambtenaren ernstig inbreuk hebben gemaakt op beginselen van een behoorlijke procesorde waardoor doelbewust of met grove veronachtzaming van de belangen van de verdachte aan diens recht op een eerlijke behandeling van zijn zaak is tekortgedaan." 11. In het oordeel van het Hof ligt besloten dat de door verdachtes raadsman genoemde verzuimen niet van dien aard zijn dat met de opsporing of vervolging belaste ambtenaren ernstig inbreuk hebben gemaakt op beginselen van een behoorlijke procesorde waardoor doelbewust of met grove veronachtzaming van de belangen van de verdachte aan diens recht op een eerlijke behandeling van zijn zaak is tekortgedaan dan wel daardoor een belangrijk (strafvorderlijk) voorschrift of rechtsbeginsel in aanzienlijke mate is geschonden. 12. De Aanwijzing bejegening slachtoffers zedendelicten bevat aanwijzingen voor de bejegening van slachtoffers van zedendelicten tegen de achtergrond van de ernstige inbreuk die een zedendelict vormt op de persoonlijke levenssfeer van het slachtoffer.(3) De Aanwijzing opsporing seksueel misbruik in afhankelijkheidsrelaties is gegeven ter verbetering van de kwaliteit van de opsporing.(4) Tegen deze achtergrond en voorts in aanmerking nemend dat de door de raadsman genoemde verzuimen in het bijzonder betrekking hebben op de betrouwbaarheid van het verworven bewijsmateriaal geeft het oordeel van het Hof geen blijk van een onjuiste rechtsopvatting en is het niet onbegrijpelijk. 13. Het middel faalt. 14. Het tweede middel klaagt dat het Hof heeft verzuimd uitdrukkelijk en gemotiveerd te beslissen op een verzoek tot strafvermindering in de zin van art. 359a lid 1, aanhef en onder a, Sv. 15. Zoals blijkt uit hetgeen hiervoor onder 5 is uiteengezet heeft verdachtes raadsman beschreven welke vormen zijns inziens zijn verzuimd en betoogd dat dit tot niet-ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie en in elk geval tot uitsluiting voor het bewijs van de aangifte en de daarop gebaseerde verklaring van de deskundige zou moeten leiden. Vervolgens heeft verdachtes raadsman bepleit(5) dat er onvoldoende bewijs is wegens onder andere onjuiste, valse en/of ongeloofwaardige verklaringen. Daarna heeft verdachtes raadsman - voor zover hier van belang - volgens zijn pleitnota aangevoerd: "VI- STRAFMAAT BIJ BEWEZENVERKLARING Indien het Hof in afwijking van hetgeen hierboven is aangevoerd mocht menen dat het te laste gelegde feit bewezen verklaard kan worden dient bij de strafmaat rekening te worden gehouden met het feit dat de politie in het vooronderzoek vormen heeft verzuimd. Hierdoor is cliënt immers aanzienlijk in zijn verdediging geschaad. Zo kan (deels) de woordelijke aangifte niet meer beluisterd worden, is de aangifte wellicht partijdig opgenomen (immers heeft opsporingsambtenaar [verbalisant 1] als enige alle verhoren afgenomen en is hij als enige als redactor opgetreden; dit riekt naar partijdigheid). Verder zijn neutraliteit en zorgvuldigheid geschonden, de aangifte is zeer dubieus tot stand gekomen, kortom de rechten van cliënt zijn rechten geschonden. Hierbij ware rekening te houden bij de strafmaat. Daarnaast blijkt ook dat bij voorbereidingen enkel belastende bewijsstukken zijn toegevoegd aan het dossier en ontlastende bewijsstukken opzettelijk buiten het dossier zijn gehouden."

4 16. Gelet op hetgeen verdachtes raadsman eerder heeft betoogd met betrekking tot verzuim van vormen als bedoeld in art. 359a Sv heeft verdachtes raadsman duidelijk en gemotiveerd aan de hand van de in art. 359a lid 2 Sv genoemde factoren aangegeven tot welk in art. 359a Sv omschreven rechtsgevolg dit dient te leiden voor zover de door hem eerder ingeroepen rechtsgevolgen niet aan het door hem gesignaleerde verzuim van vormen worden verbonden. Het Hof heeft zich er, mede gelet op het bepaalde in art. 359 lid 2 Sv(6), ten onrechte(7) niet over uitgelaten waarom genoemd verzuim van vormen niet tot strafvermindering behoefde te leiden. 17. Het middel is terecht voorgedragen. 18. Daarmee dient de vraag zich aan of het middel tot vernietiging van het bestreden arrest moeten leiden. De essentie van de vormen die volgens de raadsman zijn geschonden, ligt in het bevorderen van de betrouwbaarheid van de gebezigde bewijsmiddelen. Dit betekent dat indien het Hof de bewijsmiddelen vanwege het verzuim van vormen onbetrouwbaar had geacht, art. 359a Sv niet aan de orde zou zijn gekomen.(8) Nu het Hof die bewijsmiddelen niettemin voor het bewijs heeft gebezigd ligt daarin besloten dat bedoeld verzuim aan de betrouwbaarheid van die bewijsmiddelen niet heeft afgedaan en valt niet in te zien welk nadeel de verdachte door genoemd verzuim heeft ondervonden. Derhalve is voor toepassing van art. 359a Sv, en dus voor strafvermindering geen plaats. 19. Nu aldus in cassatie aan de verdachte kan worden uiteengezet dat en waarom zijn beroep op strafvermindering niet opgaat, kan in cassatie worden voorzien in het belang dat art. 359 lid 2, tweede volzin, Sv beoogt te dienen. Dit brengt mee dat het middel niet behoeft te leiden tot vernietiging van het bestreden arrest en derhalve faalt. 20. Het derde middel is gericht tegen de afwijzing van het verzoek tot het opstellen van een psychiatrisch rapport over de verdachte door Prof. Merckelbach. Volgens het middel heeft het Hof deze afwijzing ontoereikend gemotiveerd omdat het Hof er geheel aan voorbij is gegaan dat verdachtes raadsman heeft uiteengezet dat een dergelijk rapport noodzakelijk is voor verdachtes verweer omdat zijn persoonlijkheid uit het dossier onjuist naar voren komt en een rapport omtrent verdachtes persoonlijkheid de strafmaat beïnvloed zou kunnen hebben. 21. Het proces-verbaal van de terechtzitting houdt met betrekking tot het verzoek tot het opmaken van een psychiatrisch rapport het volgende in: "Voorts verzoekt de raadsman het hof te bevelen dat een reclasseringsrapport, alsmede een psychiatrisch rapport over de verdachte worden opgesteld." 22. Het Hof heeft dit verzoek in zijn arrest als volgt afgewezen: "De raadsman heeft het hof verzocht te bevelen dat een reclasseringsrapport over de verdachte wordt opgesteld, alsmede dat een psychiatrisch rapport over de verdachte wordt opgesteld door prof. dr. Merckelbach. Het hof overweegt hieromtrent het volgende. Voor het doen opmaken van een aanvullend reclasseringsrapport en een psychiatrisch rapport acht het hof geen termen aanwezig, nu een reclasseringsrapport recentelijk is opgemaakt en het hof zich ook overigens voldoende voorgelicht acht. Voor zover de raadsman heeft betoogd dat nadere rapportage noodzakelijk is bij wijze van contra-expertise ten opzichte van het deskundigenrapport van dr. Bullens, is het hof van oordeel dat de noodzaak daartoe ontbreekt nu het rapport van dr. Bullens, dat reeds op verzoek van de verdediging werd opgemaakt, naar het oordeel van het hof heldere conclusies bevat op basis van en volgend uit gedegen en goed verantwoord onderzoek, zodat verdachte door het uitblijven van een tweede deskundigenrapport redelijkerwijs niet in zijn verdediging wordt geschaad." 23. Het Hof heeft geoordeeld dat er geen noodzaak bestaat om een psychiatrisch rapport te doen opmaken als verzocht.. Daarmee heeft het Hof de juiste maatstaf aangelegd (art. 315 Sv). 24. Het Hof acht bedoelde noodzaak niet aanwezig omdat er recent een reclasseringsrapport over de verdachte is opgemaakt en het Hof zich ook overigens voldoende voorgelicht acht. 25. Volgens de toelichting op het middel is het verzoek door de verdachte nader onderbouwd. Daartoe wordt erop gewezen dat verdachtes raadsman bij pleidooi(9) heeft aangevoerd "Hij zou een narcist zijn, blijkens het proces-verbaal. Dat berust allemaal op giswerk en het toedichten van kwaliteiten, die alleen worden gesteld om de beschuldigingen extra reliëf te geven.". Een en ander wordt echter niet aan het verzoek tot het opmaken van een rapport door Prof. Merckelbach ten grondslag gelegd doch in ander verband te berde gebracht. Ik citeer het deel uit de pleitnota waarvan de hiervoor aangehaalde passage deel uitmaakt: "Nu heb ik in de mini-instructie een psychiatrische rapportage gevraagd voor cliënt. Ik acht dit noodzakelijk. Ik ken cliënt als een persoon die, naarmate duidelijker werd dat zijn huwelijk niet meer te redden viel, karaktertrekken ontplooide die vervelend waren. Hij is drammerig en soms onhebbelijk, overtuigd van het eigen gelijk. Hij is ondernemer en heeft een belangrijke uitvinding gedaan op het gebied van de werking van een gasturbine, waarop octrooi is verkregen. Hij wilde dit commercieel exploiteren. Ik kan mij voorstellen dat zijn echtgenote haar prioriteiten legde bij het gezin. Zij moest haar nest bewaken; er waren veel monden te voeden. Dat wekte wederzijds onbegrip en leidde tot verwijdering. Waarom zeg ik dat? Bepaalde karaktertrekjes van cliënt komen in het dossier naar voren. Ik kan daarover niet stellen dat het allemaal onzin is. Maar het gaat veel te ver om die natuur van cliënt, zoals in het einde van het huwelijk is ontplooid, te projecteren op 20 jaren terug. Hij zou narcist zijn, blijkens het proces-verbaal. Dat allemaal berust op giswerk en het toedichten van kwaliteiten, die alleen worden gesteld om de beschuldiging extra reliëf te geven.(mijn cursief; WHV) Cliënt heeft hierbij zodoende al dusdanige ernstige zaken meegemaakt dat een gevangenisstraf absoluut ongepast is in de gegeven omstandigheden."

5 26. Voor zover aan het middel dus ten grondslag ligt dat het onderhavige verzoek met de in de toelichting op het middel aangehaalde passage is onderbouwd, mist het feitelijke grondslag. Voor het overige geeft het oordeel van het Hof geen blijk van een onjuiste hantering van bedoelde maatstaf en heeft het Hof zijn oordeel, gelet op de summiere onderbouwing van het verzoek door verdachtes raadsman, begrijpelijk en toereikend gemotiveerd. 27. De hiervoor besproken motivering van de afwijzing van het verzoek kan deze afwijzing zonder meer dragen. Niettemin heeft het Hof voorts nog geoordeeld dat de verdachte door het uitblijven van een tweede deskundigenrapport naast dat van dr. Bullens redelijkerwijs niet in zijn verdediging wordt geschaad. Ook dat oordeel is niet onbegrijpelijk en behoeft geen nadere motivering. Er is immers op verzoek van de verdediging al een rapport opgemaakt waarin de deskundige zich heeft uitgelaten over de persoon van de verdachte terwijl van de zijde van de verdachte niet is uiteengezet waarom desondanks door een andere deskundige over zijn persoon een rapport zou moeten worden opgemaakt. 28. Het middel faalt. 29. Het vierde middel heeft eveneens betrekking op de afwijzing van het verzoek tot het opmaken van een rapport over de verdachte door Prof. Merckelbach. Nu wordt gesteld dat het Hof heeft miskend dat contra-expertise noodzakelijk was en derhalve de motivering van de afwijzing van het verzoek onbegrijpelijk dan wel onvoldoende is. 30. In de toelichting wordt het middel als volgt onderbouwd. De contra-expertise is rechtens noodzakelijk omdat dit de enige mogelijkheid is de gesignaleerde vormverzuimen te herstellen. Door die vormverzuimen staan de aangiften ernstig onder druk en zijn deze zeer dubieus. Dat is dan ook de reden waarom contra-expertise is verzocht. 31. Noch in het proces-verbaal van de terechtzitting noch in de pleitnota, waarnaar in het proces-verbaal van de terechtzitting voor het pleidooi van de raadsman wordt verwezen, is enig aanknopingspunt te vinden voor de in de toelichting op het middel uiteengezette onderbouwing van het onderhavige verzoek. 32. Het Hof heeft ook niet behoeven te onderkennen dat de in de toelichting op het middel geformuleerde onderbouwing aan het verzoek ten grondslag lag. Er is immers reeds op verzoek van verdachtes raadsman gerapporteerd door dr. Bullens terwijl de pleitnota in hoger beroep niet inhoudt dat de uitkomsten van het onderzoek van dr. Bullens door verdachte en/of zijn raadsman wezenlijk worden betwist. Bovendien valt niet zonder meer in te zien hoe een rapport over de persoon van de verdachte, zoals volgens de toelichting op het middel kennelijk beoogd, kan voorzien in vragen over de geloofwaardigheid van de aangiften. 33. Het middel faalt. 34. Het derde en het vierde middel kunnen worden afgedaan met de in art. 81 RO bedoelde motivering. 35. Gronden waarop de Hoge Raad gebruik zou moeten maken van zijn bevoegdheid de bestreden uitspraak ambtshalve te vernietigen heb ik niet aangetroffen. Deze conclusie strekt tot verwerping van het beroep. De Procureur-Generaal bij de Hoge Raad der Nederlanden AG 1 Vgl. HR 24 juni 2003, LJN AF HR 6 april 1999, NJ 1999, 565, m. nt. Sch. rov Zie voorts Melai/Groenhuijsen e.a., aant. 6.2 op art. 359a (suppl. 144, oktober 2004) en G.J.M. Corstens, Het Nederlands strafprocesrecht, Kluwer 2005, vijfde druk, p. 671, Zie de Aanwijzing onder het hoofd Achtergrond. 4 Zie de Aanwijzing onder het hoofd Achtergrond. 5 Pleitnota in hoger beroep, p. 35 e.v. 6 Zie HR 11 april 2006, LJN AU9130 rov waar voor de eisen aan een uitdrukkelijk onderbouwd standpunt als bedoeld in art. 359 lid 2 Sv wordt verwezen naar de eisen die worden gesteld aan een beroep op schending van een vormvoorschrift als bedoeld in art. 359a Sv. 7 HR 30 maart 2004, NJ 2004, 376, m. nt. YB, rov HR 30 maart 2004, NJ 2004, 376, m. nt. YB, rov , laatste alinea. 9 Pleitnota p. 36. Bron: Datum: :32:10

6 Alle rechten voorbehouden. Alle auteursrechten en databankrechten van deze tekst worden uitdrukkelijk voorbehouden. Deze rechten berusten bij Sdu Uitgevers. Niets uit NDFR mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch,mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. All rights reserved. No part of this publication may be reproduced, stored in a retrieval system, or transmitted in any form or by any means, electronic, mechanical, photocopying, recording or otherwise, without the publisher s prior consent.

ECLI:NL:PHR:2007:AZ6118 Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 00636/06

ECLI:NL:PHR:2007:AZ6118 Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 00636/06 ECLI:NL:PHR:2007:AZ6118 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak 06-03-2007 Datum publicatie 06-03-2007 Zaaknummer 00636/06 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2014:381. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 13/ Conclusie: ECLI:NL:PHR:2013:2556, Gevolgd

ECLI:NL:HR:2014:381. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 13/ Conclusie: ECLI:NL:PHR:2013:2556, Gevolgd ECLI:NL:HR:2014:381 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 18-02-2014 Datum publicatie 19-02-2014 Zaaknummer 13/02084 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2013:2556,

Nadere informatie

gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank Rotterdam van 26 augustus 2008 in de strafzaak tegen de verdachte:

gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank Rotterdam van 26 augustus 2008 in de strafzaak tegen de verdachte: Gerechtshof te s-gravenhage meervoudige kamer voor strafzaken Arrest gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank Rotterdam van 26 augustus 2008 in de strafzaak tegen de verdachte: (naam

Nadere informatie

ECLI:NL:PHR:2010:BN0043

ECLI:NL:PHR:2010:BN0043 ECLI:NL:PHR:2010:BN0043 Instantie Datum uitspraak 16-11-2010 Datum publicatie 16-11-2010 Zaaknummer 09/03684 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie Parket bij de Hoge Raad

Nadere informatie

GERECHTSHOF TE 's-hertogenbosch meervoudige kamer voor strafzaken

GERECHTSHOF TE 's-hertogenbosch meervoudige kamer voor strafzaken parketnummer : 20.001938.96 uitspraakdatum : 29 april 1997 verstek dip GERECHTSHOF TE 's-hertogenbosch meervoudige kamer voor strafzaken A R R E S T gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis

Nadere informatie

Zakboekenpolitie.com

Zakboekenpolitie.com Zakboekenpolitie.com Art. 359a Sv Relativering onrechtmatig verkregen bewijs Gebaseerd op paragraaf 3.9 e.v. van het zakboek Strafvordering voor de Hulpofficier 1 Vormverzuim / relativering onrechtmatig

Nadere informatie

ECLI:NL:RBASS:2011:BQ1377

ECLI:NL:RBASS:2011:BQ1377 ECLI:NL:RBASS:2011:BQ1377 Instantie Rechtbank Assen Datum uitspraak 15-04-2011 Datum publicatie 15-04-2011 Zaaknummer 19.605555-10 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2006:AW3559

ECLI:NL:HR:2006:AW3559 ECLI:NL:HR:2006:AW3559 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 03-10-2006 Datum publicatie 02-07-2008 Zaaknummer 01447/05 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2006:AW3559

Nadere informatie

ECLI:NL:RBBRE:2003:AN9917

ECLI:NL:RBBRE:2003:AN9917 ECLI:NL:RBBRE:2003:AN9917 Instantie Rechtbank Breda Datum uitspraak 11-12-2003 Datum publicatie 12-12-2003 Zaaknummer 3498-01 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg - meervoudig Inhoudsindicatie

Nadere informatie

arrest GERECHTSHOF AMSTERDAM Parketnummer: X Datum uitspraak: 20 oktober 2016 TEGENSPRAAK (gemachtigde raadsman)

arrest GERECHTSHOF AMSTERDAM Parketnummer: X Datum uitspraak: 20 oktober 2016 TEGENSPRAAK (gemachtigde raadsman) arrest GERECHTSHOF AMSTERDAM Parketnummer: X Datum uitspraak: 20 oktober 2016 TEGENSPRAAK (gemachtigde raadsman) Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis

Nadere informatie

Edèlhoogachtbare Heer/Vrouwe,

Edèlhoogachtbare Heer/Vrouwe, Edèlhoogachtbare Heer/Vrouwe, X Z (belanghebbende), \ beroep in cassatie ingesteld tegen de uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam van 4 juli 2013. Bij brief van 11 oktober 2013 heeft de griffier mij

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2013:BZ4692

ECLI:NL:GHARL:2013:BZ4692 ECLI:NL:GHARL:2013:BZ4692 Instantie Datum uitspraak 19-03-2013 Datum publicatie 19-03-2013 Zaaknummer 21-000368-12 Formele relaties Rechtsgebieden Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Eerste aanleg: ECLI:NL:RBGRO:2009:BH3578,

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSGR:2003:AI1012

ECLI:NL:GHSGR:2003:AI1012 ECLI:NL:GHSGR:2003:AI1012 Instantie Datum uitspraak 11-06-2003 Datum publicatie 12-08-2003 Zaaknummer 2200326602 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-gravenhage

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSGR:2008:BO1540

ECLI:NL:GHSGR:2008:BO1540 ECLI:NL:GHSGR:2008:BO1540 Instantie Datum uitspraak 16-07-2008 Datum publicatie 25-10-2010 Gerechtshof 's-gravenhage Zaaknummer 22-006152-07 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2010:BO2558

ECLI:NL:HR:2010:BO2558 ECLI:NL:HR:2010:BO2558 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 02-11-2010 Datum publicatie 03-11-2010 Zaaknummer 09/00354 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2010:BO2558

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2016:5635 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHAMS:2016:5635 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHAMS:2016:5635 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 10-11-2016 Datum publicatie 29-12-2016 Zaaknummer 23-000872-16 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger

Nadere informatie

Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak Datum publicatie Arrest Hoge Raad: ECLI:NL:HR:2002:AD6244.

Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak Datum publicatie Arrest Hoge Raad: ECLI:NL:HR:2002:AD6244. ECLI:NL:PHR:2002:AD6244, Parket bij de Hoge Raad, 22-01-2002, 03835/00 Inhoudsindicatie - Gegevens Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak 22-01-2002 Datum publicatie 13-03-2002 Formele relaties

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSGR:2009:BH2061

ECLI:NL:GHSGR:2009:BH2061 ECLI:NL:GHSGR:2009:BH2061 Instantie Datum uitspraak 03-02-2009 Datum publicatie 05-02-2009 Gerechtshof 's-gravenhage Zaaknummer 22-002670-08 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:PHR:2009:BG5966 Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 01971/07

ECLI:NL:PHR:2009:BG5966 Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 01971/07 ECLI:NL:PHR:2009:BG5966 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak 17-02-2009 Datum publicatie 17-02-2009 Zaaknummer 01971/07 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:RBOVE:2017:2237

ECLI:NL:RBOVE:2017:2237 ECLI:NL:RBOVE:2017:2237 Instantie Rechtbank Overijssel Datum uitspraak 26-04-2017 Datum publicatie 31-05-2017 Zaaknummer 08/910083-15 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Raadkamer

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2012:BW5999

ECLI:NL:GHSHE:2012:BW5999 ECLI:NL:GHSHE:2012:BW5999 Instantie Datum uitspraak 16-05-2012 Datum publicatie 16-05-2012 Zaaknummer 20-002733-11 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch Strafrecht

Nadere informatie

Inhoudsindicatie Gegevens. Uitspraak. ECLI:NL:RBBRE:2010:BL0898, Rechtbank Breda, , en

Inhoudsindicatie Gegevens. Uitspraak. ECLI:NL:RBBRE:2010:BL0898, Rechtbank Breda, , en ECLI:NL:RBBRE:2010:BL0898, Rechtbank Breda, 27-01-2010, 02-811037-07 en 02-625217-09 Inhoudsindicatie Gegevens Instantie Rechtbank Breda Datum 27-01-2010 uitspraak Datum 27-01-2010 Publicatie Zaaknummer

Nadere informatie

Uitspraak. parketnummer: datum uitspraak: 3 november 2016 TEGENSPRAAK

Uitspraak. parketnummer: datum uitspraak: 3 november 2016 TEGENSPRAAK ECLI:NL:GHAMS:2016:5390 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 03-11-2016 Datum publicatie 21-12-2016 Zaaknummer 23-003117-15 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

I n z a k e: T e g e n:

I n z a k e: T e g e n: HOGE RAAD DER NEDERLANDEN Datum : 1 juni 2018 Zaaknr. : 18/01151 VERWEERSCHRIFT MET VOORWAARDELIJK INCIDENTEEL CASSATIEBEROEP I n z a k e: 1 Stichting SDB Gevestigd te Stichtse Vecht 2 Stichting Euribar

Nadere informatie

ECLI:NL:GHDHA:2015:84

ECLI:NL:GHDHA:2015:84 ECLI:NL:GHDHA:2015:84 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 27-01-2015 Datum publicatie 27-01-2015 Zaaknummer 22000511-14 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2015:2029

ECLI:NL:GHSHE:2015:2029 ECLI:NL:GHSHE:2015:2029 Instantie Datum uitspraak 03-06-2015 Datum publicatie 03-06-2015 Gerechtshof 's-hertogenbosch Zaaknummer 20-000203-14 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:PHR:2013:1953 Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie Datum publicatie Zaaknummer 12/02723

ECLI:NL:PHR:2013:1953 Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie Datum publicatie Zaaknummer 12/02723 ECLI:NL:PHR:2013:1953 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie 08-10-2013 Datum publicatie 17-12-2013 Zaaknummer 12/02723 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARN:2011:BQ0420

ECLI:NL:GHARN:2011:BQ0420 ECLI:NL:GHARN:2011:BQ0420 Instantie Gerechtshof Arnhem Datum uitspraak 05-04-2011 Datum publicatie 07-04-2011 Zaaknummer 21-002244-10 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger

Nadere informatie

2. Mr. G.J. Woodrow, advocaat te Tilburg, heeft cassatie ingesteld en namens de verdachte bij schriftuur twee middelen van cassatie voorgesteld.

2. Mr. G.J. Woodrow, advocaat te Tilburg, heeft cassatie ingesteld en namens de verdachte bij schriftuur twee middelen van cassatie voorgesteld. ECLI:NL:PHR:2012:BU6926 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak 22-05-2012 Datum publicatie 22-05-2012 Zaaknummer 10/02229 Formele relaties Arrest Hoge Raad: ECLI:NL:HR:2012:BU6926 Rechtsgebieden

Nadere informatie

Uitspraak. Parketnummer: Datum uitspraak: 17 november 2016 VERSTEK

Uitspraak. Parketnummer: Datum uitspraak: 17 november 2016 VERSTEK ECLI:NL:GHAMS:2016:5593 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 17-11-2016 Datum publicatie 29-12-2016 Zaaknummer 23-001668-16 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2017:978

ECLI:NL:GHSHE:2017:978 ECLI:NL:GHSHE:2017:978 Instantie Datum uitspraak 17-02-2017 Datum publicatie 10-03-2017 Gerechtshof 's-hertogenbosch Zaaknummer 20-003836-13 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSGR:2010:BO0993

ECLI:NL:GHSGR:2010:BO0993 ECLI:NL:GHSGR:2010:BO0993 Instantie Datum uitspraak 07-09-2010 Datum publicatie 18-10-2010 Gerechtshof 's-gravenhage Zaaknummer 22-005986-09 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

Parketnummer: /17 Uitspraak: 2 november 2018 Tegenspraak

Parketnummer: /17 Uitspraak: 2 november 2018 Tegenspraak vonnis GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO Parketnummer: 500.00480/17 Uitspraak: 2 november 2018 Tegenspraak Vonnis van dit Gerecht in de strafzaak tegen de verdachte: R.M.C., geboren op Curaçao, wonende

Nadere informatie

ECLI:NL:GHDHA:2017:2291

ECLI:NL:GHDHA:2017:2291 ECLI:NL:GHDHA:2017:2291 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 24-05-2017 Datum publicatie 09-08-2017 Zaaknummer 22-005150-16 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger

Nadere informatie

BPM. Dwangsom. Kennelijk niet-ontvankelijk. Bezwaar tegen voldoening op aangifte van nihil. Immateriële schadevergoeding. Proceskosten.

BPM. Dwangsom. Kennelijk niet-ontvankelijk. Bezwaar tegen voldoening op aangifte van nihil. Immateriële schadevergoeding. Proceskosten. ECLI:NL:GHARL:2017:4578, Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 30-05-2017, 15/00942 Inhoudsindicatie BPM. Dwangsom. Kennelijk niet-ontvankelijk. Bezwaar tegen voldoening op aangifte van nihil. Immateriële schadevergoeding.

Nadere informatie

Hof van Discipline Zitting van 19 juni 2017 te uur Kenmerk: art. 515 lid 4 Sv en daartoe overwogen:

Hof van Discipline Zitting van 19 juni 2017 te uur Kenmerk: art. 515 lid 4 Sv en daartoe overwogen: Hof van Discipline Zitting van 19 juni 2017 te 14.30 uur Kenmerk: 160102 PLEITNOTA Inzake: Deken orde van Advocaten Den Haag - mr. M.J.F. Stelling Raadsman: W.H. Jebbink Geen ontzegging tot onafhankelijke

Nadere informatie

De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.

De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld. arrest GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN locatie Arnhem Afdeling strafrecht Parketnummer: X Uitspraak d.d.: 15 juni 2016 TEGENSPRAAK Verkort arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken gewezen op het hoger

Nadere informatie

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN SINT MAARTEN S T R A F V O N N I S

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN SINT MAARTEN S T R A F V O N N I S GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN SINT MAARTEN S T R A F V O N N I S in de zaak tegen de verdachte: RH, geboren te Curaçao, wonende te Sint Maarten 1. Onderzoek van de zaak Het onderzoek ter openbare terechtzitting

Nadere informatie

ECLI:NL:PHR:2014:1700 Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie Datum publicatie Zaaknummer 12/04833

ECLI:NL:PHR:2014:1700 Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie Datum publicatie Zaaknummer 12/04833 ECLI:NL:PHR:2014:1700 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie 01-07-2014 Datum publicatie 26-09-2014 Zaaknummer 12/04833 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:RBZUT:2005:AU3810

ECLI:NL:RBZUT:2005:AU3810 ECLI:NL:RBZUT:2005:AU3810 Instantie Rechtbank Zutphen Datum uitspraak 05-10-2005 Datum publicatie 05-10-2005 Zaaknummer 06-0604540-04 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg - meervoudig

Nadere informatie

Uitspraak. parketnummer: datum uitspraak: 29 november 2016 TEGENSPRAAK

Uitspraak. parketnummer: datum uitspraak: 29 november 2016 TEGENSPRAAK ECLI:NL:GHAMS:2016:5286 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 29-11-2016 Datum publicatie 13-12-2016 Zaaknummer 23-000227-16 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2014:2972 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHAMS:2014:2972 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHAMS:2014:2972 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 17-07-2014 Datum publicatie 05-09-2014 Zaaknummer 23-001101-13 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger

Nadere informatie

Rapport. Datum: 1 december 2006 Rapportnummer: 2006/377

Rapport. Datum: 1 december 2006 Rapportnummer: 2006/377 Rapport Datum: 1 december 2006 Rapportnummer: 2006/377 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat de beheerder van het regionale politiekorps Midden en West Brabant bij brief gedateerd 10 februari 2005 zijn

Nadere informatie

Uitspraak. Afdeling strafrecht. Parketnummer: Datum uitspraak: 1 november TEGENSPRAAK (gemachtigd raadsman)

Uitspraak. Afdeling strafrecht. Parketnummer: Datum uitspraak: 1 november TEGENSPRAAK (gemachtigd raadsman) ECLI:NL:GHAMS:2016:5673 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 01-11-2016 Datum publicatie 30-12-2016 Zaaknummer 23-003159-15 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2017:479. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 16/01158

ECLI:NL:HR:2017:479. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 16/01158 ECLI:NL:HR:2017:479 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 21-03-2017 Datum publicatie 21-03-2017 Zaaknummer 16/01158 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2017:167,

Nadere informatie

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep van 24 augustus 2016.

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep van 24 augustus 2016. ECLI:NL:GHAMS:2016:5663 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 07-09-2016 Datum publicatie 30-12-2016 Zaaknummer 23-000259-16 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Vergoeding kosten van de bank bij conservatoir beslag

Vergoeding kosten van de bank bij conservatoir beslag RAPPORT Vergoeding kosten van de bank bij conservatoir beslag Een onderzoek naar een afwijzing van het Openbaar Ministerie in Den Haag om kosten na vrijspraak te vergoeden. Oordeel Op basis van het onderzoek

Nadere informatie

ECLI:NL:GHDHA:2016:935

ECLI:NL:GHDHA:2016:935 ECLI:NL:GHDHA:2016:935 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 31-03-2016 Datum publicatie 06-04-2016 Zaaknummer 22-004068-15 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:PHR:2013:1372 Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie Datum publicatie Zaaknummer 12/03450

ECLI:NL:PHR:2013:1372 Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie Datum publicatie Zaaknummer 12/03450 ECLI:NL:PHR:2013:1372 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie 01-10-2013 Datum publicatie 26-11-2013 Zaaknummer 12/03450 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2011:BU1518

ECLI:NL:GHLEE:2011:BU1518 ECLI:NL:GHLEE:2011:BU1518 Instantie Datum uitspraak 17-10-2011 Datum publicatie 25-10-2011 Gerechtshof Leeuwarden Zaaknummer 24-003332-09 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2015:738

ECLI:NL:GHSHE:2015:738 ECLI:NL:GHSHE:2015:738 Instantie Datum uitspraak 09-03-2015 Datum publicatie 09-03-2015 Gerechtshof 's-hertogenbosch Zaaknummer 20-003525-14 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:PHR:2008:BD1383 Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak Datum publicatie

ECLI:NL:PHR:2008:BD1383 Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak Datum publicatie ECLI:NL:PHR:2008:BD1383 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak 20-06-2008 Datum publicatie 20-06-2008 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie C07/041HR

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2013:BZ8341

ECLI:NL:GHSHE:2013:BZ8341 ECLI:NL:GHSHE:2013:BZ8341 Instantie Datum uitspraak 24-04-2013 Datum publicatie 24-04-2013 Zaaknummer 20-000702-11 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch Strafrecht

Nadere informatie

http://zoeken.rechtspraak.nl/resultpage.aspx?snelzoeken=true&searchtype=ljn&ljn=bz...

http://zoeken.rechtspraak.nl/resultpage.aspx?snelzoeken=true&searchtype=ljn&ljn=bz... Page 1 of 5 LJN: BZ4987, Rechtbank Alkmaar, 15.740827-12 Datum 20-03-2013 uitspraak: Datum 20-03-2013 publicatie: Rechtsgebied: Straf Soort procedure: Eerste aanleg - meervoudig Inhoudsindicatie:Niet-ontvankelijkheid

Nadere informatie

3. Het eerste middel klaagt dat het bewezenverklaarde medeplegen niet uit de gebezigde bewijsmiddelen kan worden afgeleid.

3. Het eerste middel klaagt dat het bewezenverklaarde medeplegen niet uit de gebezigde bewijsmiddelen kan worden afgeleid. ECLI:NL:PHR:2014:215 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie 28-01-2014 Datum publicatie 26-03-2014 Zaaknummer 12/05667 Formele relaties Arrest Hoge Raad: ECLI:NL:HR:2014:715, Gevolgd Rechtsgebieden

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2015:3021. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 14/05204

ECLI:NL:HR:2015:3021. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 14/05204 ECLI:NL:HR:2015:3021 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 13-10-2015 Datum publicatie 14-10-2015 Zaaknummer 14/05204 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2015:2082,

Nadere informatie

Parketnummer: /19 Uitspraak: 8 april 2019 Tegenspraak

Parketnummer: /19 Uitspraak: 8 april 2019 Tegenspraak vonnis GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO Parketnummer: 500.00067/19 Uitspraak: 8 april 2019 Tegenspraak Vonnis van dit Gerecht in de strafzaak tegen de verdachte: N. S., geboren op te Aruba, wonende

Nadere informatie

ECLI:NL:RBUTR:2010:BL4830

ECLI:NL:RBUTR:2010:BL4830 ECLI:NL:RBUTR:2010:BL4830 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 12-02-2010 Datum publicatie 19-02-2010 Zaaknummer 16/604126-08 [P] Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg - meervoudig

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2001:AD4466

ECLI:NL:HR:2001:AD4466 ECLI:NL:HR:2001:AD4466 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 13-11-2001 Datum publicatie 21-03-2002 Zaaknummer 03391/00 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2001:AD4466

Nadere informatie

2. Mr. N. van Schaik, advocaat te Utrecht, heeft cassatie ingesteld en namens de verdachte bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld.

2. Mr. N. van Schaik, advocaat te Utrecht, heeft cassatie ingesteld en namens de verdachte bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. ECLI:NL:PHR:2010:BO2909 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak 14-12-2010 Datum publicatie 14-12-2010 Zaaknummer 09/02518 J Formele relaties Arrest Hoge Raad: ECLI:NL:HR:2010:BO2909 Rechtsgebieden

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2017:5840

ECLI:NL:RBDHA:2017:5840 ECLI:NL:RBDHA:2017:5840 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 01-06-2017 Datum publicatie 01-06-2017 Zaaknummer 09/852030-17 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:PHR:2001:AD4377 Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 03023/00

ECLI:NL:PHR:2001:AD4377 Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 03023/00 ECLI:NL:PHR:2001:AD4377 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak 16-10-2001 Datum publicatie 17-01-2002 Zaaknummer 03023/00 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:RBHAA:2006:AZ5994

ECLI:NL:RBHAA:2006:AZ5994 ECLI:NL:RBHAA:2006:AZ5994 Instantie Rechtbank Haarlem Datum uitspraak 22-12-2006 Datum publicatie 11-01-2007 Zaaknummer 15/645076-06 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

Wetsverwijzingen Wetboek van Strafrecht 448, geldigheid:

Wetsverwijzingen Wetboek van Strafrecht 448, geldigheid: ECLI:NL:PHR:2002:AD9213 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak 16-04-2002 Datum publicatie 16-04-2002 Zaaknummer 00916/01 Formele relaties Arrest Hoge Raad: ECLI:NL:HR:2002:AD9213 Rechtsgebieden

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2016:1483 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHAMS:2016:1483 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHAMS:2016:1483 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 03-03-2016 Datum publicatie 19-04-2016 Zaaknummer 23-002670-15 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARN:2007:208

ECLI:NL:GHARN:2007:208 ECLI:NL:GHARN:2007:208 Instantie Gerechtshof Arnhem Datum uitspraak 25-05-2007 Datum publicatie 11-04-2016 Zaaknummer 21-004591-06 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger

Nadere informatie

In cassatie op : ECLI:NL:GHAMS:2013:417, (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan Conclusie: ECLI:NL:PHR:2014:1483

In cassatie op : ECLI:NL:GHAMS:2013:417, (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan Conclusie: ECLI:NL:PHR:2014:1483 ECLI:NL:HR:2014:2652 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 09-09-2014 Datum publicatie 10-09-2014 Zaaknummer 13/01257 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie In cassatie op

Nadere informatie

Strafprocesrecht Bijzondere kenmerken: Hoger beroep Wetsverwijzingen: Wetboek van Strafrecht 197a, geldigheid: 2014-05-11

Strafprocesrecht Bijzondere kenmerken: Hoger beroep Wetsverwijzingen: Wetboek van Strafrecht 197a, geldigheid: 2014-05-11 ECLI:NL:GHSHE:2015:3566 Instantie: Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak: 16-09-2015 Datum publicatie: 17-09-2015 Zaaknummer: 20-002514-14 Rechtsgebieden: Materieel strafrecht Strafprocesrecht Bijzondere

Nadere informatie

op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam van 13 oktober 2005, nummer 23/ , in de strafzaak tegen:

op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam van 13 oktober 2005, nummer 23/ , in de strafzaak tegen: ECLI:NL:HR:2007:AZ5714, Hoge Raad, 10-04-2007, 01225/06 Inhoudsindicatie Gegevens Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 10-04-2007 Datum Publicatie 11-04-2007 Formele relaties Conclusie: ECLI:NL:PHR:2007:AZ5714

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2002:13

ECLI:NL:GHAMS:2002:13 ECLI:NL:GHAMS:2002:13 Instantie Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Amsterdam 30-05-2002 16-11-2016 23-001199-01 Strafrecht Hoger

Nadere informatie

tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland van 12 februari 2015, nummer LEE 13/1129, in het geding tussen belanghebbende en

tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland van 12 februari 2015, nummer LEE 13/1129, in het geding tussen belanghebbende en Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 05-04-2016, 15/00291 Inhoudsindicatie Heffingsambtenaar maakt de waarde van een in de commerciële sfeer geëxploiteerde onroerende zaak niet aannemelijk. Hof stelt de waarde

Nadere informatie

ECLI:NL:RBZUT:2007:BB4499

ECLI:NL:RBZUT:2007:BB4499 ECLI:NL:RBZUT:2007:BB4499 Instantie Rechtbank Zutphen Datum uitspraak 25-09-2007 Datum publicatie 28-09-2007 Zaaknummer 06/580261-07 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

Belastingrecht, Voorzieningenrechter. Locatie: Breda. Zaaknummer BRE 16/847. uitspraak van 4 maart 2016

Belastingrecht, Voorzieningenrechter. Locatie: Breda. Zaaknummer BRE 16/847. uitspraak van 4 maart 2016 ECLI:NL:RBZWB:2016:1625, Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 04-03-2016, BRE - 16 _ 847 Inhoudsindicatie Belanghebbende heeft haar zetel in het Verenigd Koninkrijk. Zij heeft de inspecteur verzocht (i) haar

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2014:1006

ECLI:NL:RBDHA:2014:1006 ECLI:NL:RBDHA:2014:1006 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 29-01-2014 Datum publicatie 29-01-2014 Zaaknummer 09/818467-13 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:GHDHA:2014:205

ECLI:NL:GHDHA:2014:205 ECLI:NL:GHDHA:2014:205 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 06-02-2014 Datum publicatie 06-02-2014 Zaaknummer 2200071413 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

3. Het eerste middel klaagt over de verwerping van het verweer strekkende tot niet-ontvankelijkheid van het openbaar ministerie in de vervolging.

3. Het eerste middel klaagt over de verwerping van het verweer strekkende tot niet-ontvankelijkheid van het openbaar ministerie in de vervolging. ECLI:NL:PHR:2015:681 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie 24-03-2015 Datum publicatie 28-05-2015 Zaaknummer 14/02394 Formele relaties Arrest Hoge Raad: ECLI:NL:HR:2015:1344, Gevolgd Rechtsgebieden

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2016:2091 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHAMS:2016:2091 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHAMS:2016:2091 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 03-06-2016 Datum publicatie 16-08-2016 Zaaknummer 23-003649-15 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:RBUTR:2010:BN2158

ECLI:NL:RBUTR:2010:BN2158 ECLI:NL:RBUTR:2010:BN2158 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 14-07-2010 Datum publicatie 22-07-2010 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 16-711123-09 [P] Strafrecht

Nadere informatie

ONDERZOEK OP DE TERECHTZITTING Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 15 oktober 2015.

ONDERZOEK OP DE TERECHTZITTING Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 15 oktober 2015. ECLI:NL:RBROT:2015:7773 Instantie: Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak: 29-10-2015 Datum publicatie: 02-11-2015 Zaaknummer: 11/870399-12.ov Rechtsgebieden: Strafrecht Bijzondere kenmerken: Eerste aanleg

Nadere informatie

ECLI:NL:GHDHA:2015:1193

ECLI:NL:GHDHA:2015:1193 ECLI:NL:GHDHA:2015:1193 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 13-05-2015 Datum publicatie 18-05-2015 Zaaknummer 22-005458-14 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2006:AV4834

ECLI:NL:HR:2006:AV4834 ECLI:NL:HR:2006:AV4834 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 06-06-2006 Datum publicatie 07-06-2006 Zaaknummer 01395/05 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2006:AV4834

Nadere informatie

ECLI:NL:GHDHA:2014:2351

ECLI:NL:GHDHA:2014:2351 ECLI:NL:GHDHA:2014:2351 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 14-07-2014 Datum publicatie 14-01-2015 Zaaknummer 22-003067-13 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2013:898. 1 Geding in cassatie. 2. Beoordeling van het eerste middel. Uitspraak. 8 oktober 2013. Strafkamer. nr.

ECLI:NL:HR:2013:898. 1 Geding in cassatie. 2. Beoordeling van het eerste middel. Uitspraak. 8 oktober 2013. Strafkamer. nr. ECLI:NL:HR:2013:898 Uitspraak 8 oktober 2013 Strafkamer nr. 11/04842 Hoge Raad der Nederlanden Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam van 30 september 2011,

Nadere informatie

ECLI:NL:RBUTR:2011:BQ9715

ECLI:NL:RBUTR:2011:BQ9715 ECLI:NL:RBUTR:2011:BQ9715 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 26-05-2011 Datum publicatie 29-06-2011 Zaaknummer 16-504228-10 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en de raadsman naar voren is gebracht.

Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en de raadsman naar voren is gebracht. arrest GERECHTSHOF AMSTERDAM parketnummer: X uitspraak: 21 juli 2016 TEGENSPRAAK Verkort arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter

Nadere informatie

ECLI:NL:RBNNE:2017:1473

ECLI:NL:RBNNE:2017:1473 ECLI:NL:RBNNE:2017:1473 Instantie Datum uitspraak 20-04-2017 Datum publicatie 21-04-2017 Rechtbank Noord-Nederland Zaaknummer 18/830019-17 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBZUT:2010:BL3511

ECLI:NL:RBZUT:2010:BL3511 ECLI:NL:RBZUT:2010:BL3511 Instantie Rechtbank Zutphen Datum uitspraak 10-02-2010 Datum publicatie 10-02-2010 Zaaknummer 06/800866-09 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2017:1213

ECLI:NL:GHAMS:2017:1213 ECLI:NL:GHAMS:2017:1213 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 28-03-2017 Datum publicatie 10-04-2017 Zaaknummer 23-000918-16 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2011:BU5011

ECLI:NL:RBAMS:2011:BU5011 ECLI:NL:RBAMS:2011:BU5011 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 16-11-2011 Datum publicatie 18-11-2011 Zaaknummer 13/656781-11 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg - meervoudig

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSGR:2009:BK5211

ECLI:NL:GHSGR:2009:BK5211 ECLI:NL:GHSGR:2009:BK5211 Instantie Datum uitspraak 12-05-2009 Datum publicatie 03-12-2009 Gerechtshof 's-gravenhage Zaaknummer 22-005280-08 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2010:BO7907

ECLI:NL:GHLEE:2010:BO7907 ECLI:NL:GHLEE:2010:BO7907 Instantie Datum uitspraak 30-11-2010 Gerechtshof Leeuwarden Datum publicatie 20-12-2010 Zaaknummer 24-001016-10 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2014:7707

ECLI:NL:RBAMS:2014:7707 ECLI:NL:RBAMS:2014:7707 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 21-10-2014 Datum publicatie 18-11-2014 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 13/733020-14 (Promis) Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2014:3775

ECLI:NL:GHAMS:2014:3775 ECLI:NL:GHAMS:2014:3775 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 01-07-2014 Datum publicatie 05-12-2014 Zaaknummer 23-004323-13 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:RBASS:2012:BW7835

ECLI:NL:RBASS:2012:BW7835 ECLI:NL:RBASS:2012:BW7835 Instantie Rechtbank Assen Datum uitspraak 08-06-2012 Datum publicatie 08-06-2012 Zaaknummer 19.830044-12 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

1.2. Het Gerechtshof heeft nagelaten te onderzoeken hoe de Belgische autoriteiten de beschikking hebben gekregen over de deze microfiches.

1.2. Het Gerechtshof heeft nagelaten te onderzoeken hoe de Belgische autoriteiten de beschikking hebben gekregen over de deze microfiches. MIDDEL 1 Schending en/of verkeerde toepassing van het Nederlands recht, waaronder mede begrepen schending van enig algemeen beginsel van behoorlijk bestuur en/of verzuim van vormen, waarvan de niet-inachtneming

Nadere informatie

Uitspraak GERECHTSHOF AMSTERDAM MEERVOUDIGE FAMILIEKAMER. BESCHIKKING van 20 december 2011 in de zaak met zaaknummer

Uitspraak GERECHTSHOF AMSTERDAM MEERVOUDIGE FAMILIEKAMER. BESCHIKKING van 20 december 2011 in de zaak met zaaknummer ECLI:NL:GHAMS:2011:BV6082 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 20-12-2011 Datum publicatie 16-02-2012 Zaaknummer 200.089.788-01 Rechtsgebieden Personen- en familierecht Bijzondere kenmerken

Nadere informatie

JURISPRUDENTIE STRAFRECHT. Uitspraken 10 februari 2015 Paul Verloop

JURISPRUDENTIE STRAFRECHT. Uitspraken 10 februari 2015 Paul Verloop JURISPRUDENTIE STRAFRECHT Uitspraken 10 februari 2015 Paul Verloop HR uitspraken 10 februari 2015 Beslissingen voorlopige hechtenis (Cassatie in het belang der wet) HR:2015:247 HR:2015:255 HR:2015:256

Nadere informatie

http://zoeken.rechtspraak.nl/resultpage.aspx

http://zoeken.rechtspraak.nl/resultpage.aspx LJN: BK6789, Gerechtshof 's-gravenhage, 22-000700-08 Datum uitspraak: Datum publicatie: Rechtsgebied: 16-12-2009 16-12-2009 Straf Soort procedure: Hoger beroep Inhoudsindicatie: Computercriminaliteit.

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 29 MEI 2012 P.12.0878.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.12.0878.N M G M, inverdenkinggestelde, aangehouden, eiser, met als raadsman mr. Leslie Roelants, advocaat bij de balie te Antwerpen. I.

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2009:BH4974 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHLEE:2009:BH4974 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHLEE:2009:BH4974 Instantie Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak 05-03-2009 Datum publicatie 05-03-2009 Zaaknummer 24-002073-08 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie