Wijziging Subsidieregeling welzijnsbeleid

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Wijziging Subsidieregeling welzijnsbeleid"

Transcriptie

1 VWS Wijziging Subsidieregeling welzijnsbeleid Regeling houdende wijziging van de Subsidieregeling welzijnsbeleid met betrekking tot het subsidiëren van het huisvesten, verzorgen en opvoeden van kinderen of pleegkinderen van binnenschippers, 17 mei 2001/DWJZ/SWW De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport; Gelet op de artikelen 5, 32 en 56 van het Bekostigingsbesluit welzijnsbeleid, Besluit: Artikel I De Subsidieregeling welzijnsbeleid wordt als volgt gewijzigd: A In artikel 27, eerste lid, wordt de punt aan het einde van onderdeel b vervangen door een puntkomma, waarna wordt toegevoegd: c. CENSIS: de Centrale Stichting van Internaten voor Schippers- en kermisjeugd; d. kind: een kind of pleegkind van een binnenschipper, kermisexploitant of circusartiest; e. internaat: een gebouw of een samenstel van gebouwen waarin kinderen huisvesting, verzorging en opvoeding wordt geboden; f. exploitant: een persoon of rechtspersoon die een internaat exploiteert; g. pleeggezin: een gezin van een ander dan de natuurlijke ouders of de wettelijk vertegenwoordiger van een kind, waarin kinderen huisvesting, verzorging en opvoeding wordt geboden. B Artikel 28 komt te luiden: Artikel 28 De minister verstrekt aan CENSIS een instellingssubsidie voor het in internaten of pleeggezinnen huisvesten, verzorgen en opvoeden van kinderen. C Artikel 29 komt te luiden: Artikel De subsidie, bedoeld in artikel 28, bestaat uit f 326 per kind in een internaat of pleeggezin, verhoogd met de som van de bedragen die ontstaat door vermenigvuldiging van het aantal kinderen: a. in een internaat, indien de exploitant: 1e. huurder is, met f ; 2e. eigenaar is en in verband met een op of na 1 januari 2001 op het internaat gevestigde hypotheek rente- en aflossingskosten verschuldigd is, met f vermeerderd met een toeslag van f voor de rente- en aflossingskosten; 3e. eigenaar is, doch niet of niet langer rente- en aflossingskosten verschuldigd is in verband met een daarop gevestigde hypotheek, met f ; 4e. eigenaar is, doch niet van de onroerende zaak waarop het internaat is gebouwd, met f ; b. in een pleeggezin met f Voor de toepassing van het eerste lid komen slechts in aanmerking kinderen die op 15 september van het jaar, voorafgaand aan het jaar waarvoor subsidie wordt verleend, door CENSIS in een internaat of pleeggezin werden gehuisvest, verzorgd en opgevoed. 3. Indien een kind wordt gehuisvest, verzorgd en opgevoed in een internaat als bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, onder 2e en dit internaat onderdeel uitmaakt van een in een meerjarig capaciteitsplan opgenomen nieuwbouwplan, wordt de toeslag met betrekking tot de rente- en aflossingskosten slechts verleend, indien dit capaciteitsplan door de minister is goedgekeurd. 4. Indien een internaat bestaat uit een samenstel van gebouwen en deze gebouwen onder meer dan één categorie vallen, zoals omschreven in het eerste lid, onderdeel a, wordt voor de toepassing van dit artikel uitgegaan van het gebouw waarin het kind overnacht. D Na artikel 29 worden de volgende artikelen ingevoegd: Artikel 29a 1. Onverminderd hoofdstuk II van het Bekostigingsbesluit welzijnsbeleid gaat de aanvraag voor de subsidie, bedoeld in artikel 28, vergezeld van een meerjarig capaciteitsplan, waarin in ieder geval is opgenomen: a. de beschikbare capaciteit in internaten; b. de naar verwachting benodigde capaciteit voor de huisvesting, verzorging en opvoeding van kinderen in internaten voor de komende vijf jaar; c. het verschil per internaat tussen beschikbare en benodigde capaciteit en d. het voorgenomen capaciteitsbeleid, waaruit blijkt op welke wijze de beschikbare capaciteit wordt aangepast aan de benodigde capaciteit. 2. Het voorgenomen capaciteitsbeleid geeft aan welke reductie dient plaats te vinden, waar en wanneer deze zal plaatsvinden, welke internaten of panden worden gehandhaafd, welke zullen worden gesloten, waar bestaande panden ten behoeve van andere internaten worden ingezet en waar sprake zal zijn van nieuwe huur-, koop- of erfpachtsituaties dan wel nieuwbouw. 3. Het meerjarig capaciteitsplan behoeft de goedkeuring van de minister. De minister verleent geen goedkeuring, indien het capaciteitsplan voorziet in nieuwe internaten of onderdelen van internaten zonder dat tevens wordt voorzien in de afstoting van huisvestingscapaciteit die niet wordt gebruikt voor het huisvesten, verzorgen en opvoeden van kinderen zodat doelmatig wordt aangesloten bij een dalende behoefte aan huisvestingscapaciteit. 4. De aanvraag voor de subsidie, bedoeld in artikel 28, gaat vergezeld van een verklaring van een accountant als bedoeld in artikel 393, eerste lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, waaruit blijkt dat de gegevens omtrent het aantal gehuisveste kinderen door CENSIS op 15 september van het jaar, voorafgaand aan het Uit: Staatscourant 22 mei 2001, nr. 98 / pag. 19 1

2 jaar waarvoor subsidie wordt aangevraagd, juist zijn. De accountantsverklaring wordt opgesteld overeenkomstig het in bijlage 9a opgenomen model. Artikel 29b 1. CENSIS verricht jaarlijks een vergelijkend onderzoek naar de werkelijke kosten van de huisvesting, verzorging en opvoeding van een kind in een internaat en naar de personeelsformatie per kind. 2. De uitkomsten van het onderzoek, bedoeld in het eerste lid, worden als bijlage gevoegd bij de jaarrekening van CENSIS die bij de aanvraag tot subsidievaststelling wordt overgelegd. 3. CENSIS rapporteert driejaarlijks op basis van een rapportage van een onafhankelijke derde aan de minister over de kwaliteit en de kwaliteitsontwikkeling van de huisvesting, verzorging en opvoeding van kinderen in internaten en pleeggezinnen, of telkens wanneer dat nodig is voor een beoordeling van de kwaliteit of de kwaliteitsontwikkeling. Indien een exploitant voorziet in de huisvesting, verzorging en opvoeding van kinderen, ziet CENSIS toe op de naleving van haar kwaliteitsbeleid. 4. CENSIS komt schriftelijk met de ouders of de wettelijk vertegenwoordiger van een kind overeen dat ten behoeve van de huisvesting, verzorging en opvoeding van het kind in een internaat of in een pleeggezin een ouderbijdrage per schooljaar is verschuldigd overeenkomstig bijlage 9b. De ouderbijdrage wordt vastgesteld naar evenredigheid van het aantal maanden dat het kind gebruik maakt van de door CENSIS aangeboden huisvesting, verzorging en opvoeding in een internaat of een pleeggezin. 5. CENSIS draagt per kwartaal aan het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport een bedrag af, dat per subsidiejaar wordt vastgesteld op de som van de in het vierde lid bedoelde ouderbijdragen. 6. Indien CENSIS het huisvesten, verzorgen en opvoeden van kinderen doet uitvoeren door een exploitant, komt CENSIS met hen overeen, dat zij op verzoek van de accountant van CENSIS of op verzoek van de accountantsdienst van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport alle bescheiden en inlichtingen aan CENSIS verstrekken, die nodig zijn voor een juiste vervulling van hun taak. De accountantsdienst van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport richt haar verzoek tot CENSIS. E In bijlage 2 wordt de tekst 28 speciale aandacht (bij de controle dient met name te worden vastgesteld dat het aantal (pleeg)kinderen voor wie subsidie wordt gevraagd, juist is) 29 normale aandacht vervangen door: 29 speciale aandacht 29a normale aandacht 29b eerste, tweede, vierde en zesde lid speciale aandacht. F Bijlage 9 wordt vervangen door bijlage 1 van deze regeling. G Na bijlage 9 wordt bijlage 9a, behorend bij artikel 29a, vierde lid, ingevoegd. De tekst van bijlage 9a is opgenomen in bijlage 2 van deze regeling. H Na bijlage 9a wordt bijlage 9b, behorend bij artikel 29b, vierde lid ingevoegd. De tekst van bijlage 9b is opgenomen in bijlage 3 van deze regeling. Artikel II In het jaar 2001, 2002 en 2003 wordt aan CENSIS subsidie verleend voor de bestaande overcapaciteit volgens de berekening, genoemd in bijlage 9, onderdeel 3. Artikel III Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst. De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, M. Vliegenthart. Uit: Staatscourant 22 mei 2001, nr. 98 / pag. 19 2

3 Bijlage 1, behorend bij artikel I, onderdeel F Bijlage 9, behorend bij artikel 30 Uit: Staatscourant 22 mei 2001, nr. 98 / pag. 19 3

4 Uit: Staatscourant 22 mei 2001, nr. 98 / pag. 19 4

5 Bijlage 2, behorend bij artikel I, onderdeel G Bijlage 9a, behorende bij artikel 29a, vierde lid CONTROLEPROTOCOL SUBSIDIEREGELING WELZIJNS- BELEID Model accountantsverklaring aantal kinderen in internaten 1.1 Accountantsverklaring afgegeven ten behoeve van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Wij hebben de bijgevoegde opgave van het aantal door (naam instelling) te... (plaats) per (datum) ingeschreven en gehuisveste kinderen in internaten gecontroleerd. Deze opgave is opgesteld onder verantwoordelijkheid van de leiding van (naam instelling of soort rechtspersoon). Het is onze verantwoordelijkheid een accountantsverklaring inzake deze opgave te verstrekken. Onze controle is verricht overeenkomstig algemeen aanvaarde richtlijnen met betrekking tot controleopdrachten en de aanwijzingen die de minister in bijlage 2 bij de Subsidieregeling welzijnsbeleid heeft gegeven met betrekking tot de controle op en de rapportage over de naleving van de subsidiebepalingen. Volgens de algemeen aanvaarde richtlijnen met betrekking tot controleopdachten dient onze controle zodanig te worden gepland en uitgevoerd, dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de opgave van het aantal kinderen geen onjuistheden van materieel belang bevat. Een controle omvat onder meer een onderzoek door middel van deelwaarnemingen en relevante gegevens. Wij zijn van mening dat onze controle een deugdelijke grondslag vormt voor ons oordeel. GOEDKEURENDE VERKLARING: Wij zijn van oordeel dat de opgave de gegevens over het aantal per (datum) ingeschreven en gehuisveste kinderen in internaten juist weergeeft. Bijlage 3, behorend bij artikel I, onderdeel G Bijlage 9b, behorend bij artikel 29b, vierde lid Berekening ouderbijdrage: voor het eerste kind uit een gezin is bij plaatsing van het kind in een internaat een bijdrage verschuldigd van f 2.720, vermeerderd met 3% van dat deel van het belastbare inkomen van de ouders of wettelijk vertegenwoordiger(s) in het jaar (t - 2), dat het bedrag van f te boven gaat, tot een maximum van f 4.932,50; voor elk tweede en volgende kind uit een gezin is bij plaatsing van het kind in een internaat een bijdrage verschuldigd van f 1.813, vermeerderd met 1,5 % van dat deel van het belastbare inkomen van de ouders of wettelijk vertegenwoordiger(s) (t - 2), dat het bedrag van f te boven gaat, tot een maximum van f 2.919,25; voor het eerste kind uit een gezin is bij plaatsing van het kind in een pleeggezin een bijdrage verschuldigd van f 2.720, vermeerderd met 1 % van dat deel van het belastbare inkomen van de ouders of wettelijk vertegenwoordiger(s) (t - 2), dat het bedrag van f te boven gaat, tot een maximum van f 3.457,50; voor elk tweede en volgende kind uit een gezin is bij plaatsing van het kind in een pleeggezin een bijdrage verschuldigd van f 1.813, vermeerderd met 0,5 % van dat deel van het belastbare inkomen van de ouders of wettelijk vertegenwoordiger(s) (t - 2), dat het bedrag van f te boven gaat, tot een maximum van f 2.181,75. t = het kalenderjaar waarin CENSIS zorgdraagt voor de huisvesting, verzorging en opvoeding van kinderen en voor welke periode de hoogte van de ouderbijdrage moet worden vastgesteld. Het belastbaar inkomen van de ouder(s) of de wettelijk vertegenwoordiger(s) van een kind wordt vastgesteld op basis van een kopie van de aanslag van de belastingdienst over het jaar t - 2. Uit: Staatscourant 22 mei 2001, nr. 98 / pag. 19 5

6 Toelichting Inleiding Door de wijziging van de Leerplichtwet in 1969 en de invoering van de Leerplichtwet voor schipperskinderen en kermiskinderen werd de noodzaak voor een structurele subsidie aan schippersinternaten actueel. In 1971 is de subsidie aan internaten voor kinderen van binnenschippers en kermisexploitanten in het leven geroepen. In eerste instantie gebeurde dit door de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen. Sinds 1987 verleent de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (hierna: de Minister van VWS) de subsidie en wordt een bijdrage verstrekt aan pleeggezinnen die deze kinderen huisvesten, verzorgen en opvoeden. Omdat de meeste binnenschippers, niet beschikken over een vaste woonof verblijfplaats, moet voor woonruimte worden gezorgd voor hun schoolgaande kinderen. Deze kinderen verblijven dan in een internaat of bij een pleeggezin. De subsidie ten behoeve van het huisvesten, verzorgen en opvoeden van kinderen en de bijdrage ten behoeve van de pleeggezinnen beoogt de financiële gevolgen van de invoering van de Leerplichtwet voor de binnenschippers, te beperken. Het teruglopende aantal kinderen van binnenschippers, kermisexploitanten en circusartiesten dat gebruik maakt van de internaten, heeft bij de sector en bij de Rijksoverheid geleid tot bezinning op de uitgangspunten van de subsidiëring en de bestuurlijke organisatie van de sector. Na een aanvankelijk verschil van inzicht tussen het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en de sector over de gevolgen die het teruglopende gebruik van de voorzieningen voor de subsidiëring zou moeten hebben, is medio 1999 gemeenschappelijk besloten een commissie van advies in het leven te roepen onder voorzitterschap van de heer G. de Jong. Deze commissie (hierna: Commissie De Jong) kreeg tot taak te adviseren over een structurele wijze van financiering en de organisatie van de huisvesting, verzorging en opvoeding van kinderen van binnenschippers en kermisexploitanten in internaten of pleeggezinnen en over de hoogte van het daartoe benodigde bedrag per kind (Besluit Adviescommissie Schippersinternaten, Stb.1999, 371). Op 30 maart 2000 heeft deze commissie haar advies uitgebracht, waarin onder andere een nieuwe subsidiesystematiek en een andere organisatiestructuur van de sector werd voorgesteld. Alleen door nauwere samenwerking binnen de sector kan, volgens de commissie, adequaat worden ingespeeld op de problemen die ontstaan als gevolg van het dalende aantal kinderen. De Commissie De Jong heeft onder andere voorgesteld een nieuwe centrale organisatie op te richten, die de samenwerking binnen de sector moet bevorderen. Verwacht mag worden dat hierdoor sectorbreed gemakkelijker tot capaciteitsmaatregelen kan worden gekomen. Zowel bij de sector als bij het kabinet bestaat grote waardering voor dit advies. Naar aanleiding van het advies van deze commissie heeft het kabinet in het Kabinetsstandpunt Schippersinternaten (Kamerstukken II, 1999/2000, , nr.1) beleidsvoornemens en uitgangspunten geformuleerd met betrekking tot de nieuwe subsidiesystematiek en de bestuurlijke organisatie van de sector, die nauw aansluiten bij de adviezen van de Commissie De Jong. De onderhavige regeling geeft uitvoering aan dit kabinetsstandpunt. Subsidie aan één stichting Tot en met 31 december 2000 verleende het ministerie van VWS subsidie aan de Stichting Financiering Voorzieningen Schippersjeugd (de Stifvos), die het geld op basis van een bijdrageregeling verdeelde over de internaten. Op 28 december 2000 is de Centrale Stichting van Internaten voor Schippers- en kermisjeugd (hierna: CENSIS) opgericht. Deze stichting heeft onder andere als doel het (doen) bieden van huisvesting, verzorging en opvoeding van kinderen en pleegkinderen van binnenschippers, kermisexploitanten en circusartiesten. De Stifvos en de Stichting Centrale Administratie van Internaten (de CAIS) worden derhalve ontbonden en geliquideerd. In tegenstelling tot de subsidieregeling die tot en met 31 december 2000 van kracht was, wordt nu ten behoeve van de huisvesting, verzorging en opvoeding van kinderen en pleegkinderen van binnenschippers, kermisexploitanten en circusartiesten subsidie verleend aan deze stichting en niet meer aan Stifvos dan wel de afzonderlijke rechtspersonen die een of meerdere internaten exploiteren. Er bestaat geen subsidierelatie meer tussen de Minister van VWS en de afzonderlijke rechtspersonen. Jaarlijks zal op aanvraag van CENSIS subsidie worden verstrekt, op basis van het aantal gehuisveste kinderen in een internaat of in een pleeggezin op 15 september van het jaar, voorafgaand aan het jaar waarvoor subsidie wordt aangevraagd. Het voortbestaan van afzonderlijke subsidierelaties met de rechtspersonen die een of meer internaten exploiteren is niet wenselijk. De subsidierelatie met de Rijksoverheid moet transparant, efficiënt en effectief zijn en recht doen aan de ministeriële verantwoordelijkheid voor verstrekte subsidiemiddelen. Om aan deze voorwaarden te kunnen voldoen, is het, wat betreft de subsidiëring van het huisvesten, verzorgen en opvoeden van kinderen en pleegkinderen van binnenschippers, in internaten en pleeggezinnen, wenselijk een subsidierelatie te hebben met één instelling, die niet alleen zorgdraagt voor de subsidiabele activiteit, maar ook inspeelt op de ontwikkelingen binnen de sector. De gestage daling van het aantal kinderen vereist een samenhangende aanpak voor de sector, teneinde ouders, kinderen en personeel zoveel mogelijk continuïteit te waarborgen. Wanneer ouders of de wettelijk vertegenwoordiger(s) van een kind in verband met het volgen van onderwijs hun kind willen onderbrengen in een internaat of een pleeggezin, worden zij hierin gesteund als zij hiervoor hun kind bij CENSIS aanmelden. De ouders of de wettelijk vertegenwoordiger en CENSIS komen schriftelijk overeen, dat CEN- SIS zorgdraagt voor de huisvesting, verzorging en opvoeding van het kind in het internaat of het pleeggezin van voorkeur van de ouders of de wettelijk vertegenwoordiger en dat de ouders of de wettelijk vertegenwoordiger een ouderbijdrage afdragen aan CENSIS. Indien CENSIS besluit het huisvesten, verzorgen en opvoeden van kin- Uit: Staatscourant 22 mei 2001, nr. 98 / pag. 19 6

7 deren niet zelf uit te voeren, maar dit te laten doen door een of meer rechtspersonen die een of meer internaten exploiteren, zal CENSIS overeenkomsten sluiten met deze personen of rechtspersonen. CENSIS koopt dan als het ware plaatsen voor de huisvesting, verzorging en opvoeding van kinderen van binnenschippers,. In het contracteringsbeleid met personen en rechtspersonen, die een of meer internaten exploiteren, volgt CENSIS de overeengekomen voorkeur van de ouders en zal met hen, voor zover nodig, voorwaarden overeenkomen om te kunnen voldoen aan de subsidievoorwaarden. Deze voorwaarden kunnen bijvoorbeeld betrekking hebben op de verstrekking van informatie aan CENSIS zodat laatstgenoemde het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport kan informeren over de gerealiseerde output (kwaliteit en kosten). Het huisvesten, verzorgen en opvoeden van kinderen kan ook plaatsvinden in pleeggezinnen. De subsidie aan CENSIS bevat ook een bijdrage voor de opvang van kinderen in pleeggezinnen. Ook ouders die hun kind in een pleeggezin willen onderbrengen, betalen een eigen bijdrage. Wanneer ouders aan CENSIS kenbaar maken, dat zij hun kind in een (bepaald) pleeggezin willen onderbrengen, zal CENSIS met dat pleeggezin een contract sluiten, waarin wordt overeengekomen dat CENSIS aan het pleeggezin een bepaalde vergoeding zal betalen en dat het pleeggezin zal zorgdragen voor een kwalitatief goede huisvesting, verzorging en opvoeding van het kind. De pleegvergoeding wordt geïndexeerd conform de bepalingen opgenomen in de Regeling vergoeding pleeggezinnen. CENSIS bepaalt zelfstandig, zonder tussenkomst van de overheid, de inhoud van de overeenkomsten met de verschillende personen en rechtspersonen die internaten exploiteren en met de pleeggezinnen en de inhoud van de overeenkomsten met de ouders of wettelijk vertegenwoordiger(s) van de kinderen. De subsidie aan CENSIS bestaat uit de som van: a een bedrag voor de uitvoeringskosten van CENSIS; b een bedrag gerelateerd aan het totaal aantal kinderen dat wordt gehuisvest in een internaat en c een vergoeding voor de huisvesting, verzorging en opvoeding van het totaal aantal kinderen in pleeggezinnen. Het totaalbedrag aan ontvangen ouderbijdragen wordt door CENSIS per kwartaal aan het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (hierna: Ministerie van VWS) afgedragen, voor zover deze ouderbijdragen betrekking hebben op kinderen die in internaten zijn gehuisvest. Berekening normbedrag per kind in een internaat Subsidiesystematiek In de nieuwe subsidiesystematiek wordt de subsidie gekoppeld aan producten. Er wordt per kalenderjaar een subsidie toegekend per eenheid product. Als product is gedefinieerd het huisvesten, verzorgen en opvoeden van een kind gedurende het schooljaar in een internaat of een pleeggezin. Voor de opvang in internaten geldt, dat de concrete prestatie kan worden gemeten door vast te stellen hoeveel kinderen van welke leeftijd gedurende welke tijd in internaten worden opgevangen. Als peildatum wordt gehanteerd 15 september van het jaar, voorafgaand aan het jaar waarvoor subsidie wordt aangevraagd. Bij de vaststelling van de subsidie vindt geen verrekening plaats met betrekking tot het aantal werkelijk gehuisveste kinderen gedurende het schooljaar. Materiële en personele investeringen dienen immers gedaan te worden voor het aantal kinderen dat zich voor een studiejaar heeft aangemeld. Het is mogelijk dat een kind een schooljaar niet afrondt en bijvoorbeeld na een half schooljaar het internaat verlaat. Ook is het mogelijk, dat gaandeweg het studiejaar een kind wordt geplaatst in een internaat. Het subsidiebedrag wordt aan deze fluctuaties, die in de praktijk gering zullen zijn, niet aangepast. Voor het berekenen van de hoogte van de kosten per eenheid product worden normatieve elementen gebruikt conform het voorstel van de Commissie De Jong. Door het gebruik van deze normatieve elementen ontstaat een kostprijs, het zogenoemde normbedrag. Bij het gehanteerde normsysteem wordt vooraf vastgesteld welke kosten mogen worden gemaakt voor de levering van de afgesproken hoeveelheid producten. Dit zijn de bekostigingsnormen waarop de subsidie wordt gebaseerd. De werkelijke kosten zijn dus niet het uitgangspunt bij de subsidievaststelling. Overigens wordt het verschil tussen de inkomsten en de uitgaven van CENSIS conform artikel 7 van de Subsidieregeling welzijnsbeleid opgenomen in een zogenaamde risicoreserve, die overeenkomstig artikel 8, eerste lid, van deze regeling maximaal 10% van het bedrag van de verleende subsidie kan bedragen. Het meerdere vloeit terug naar het ministerie. Het bedrag per kind dat in een internaat wordt gehuisvest (artikel 29, eerste lid, onderdeel a van de regeling), is opgebouwd uit de volgende componenten: accommodatie- en inventariskosten; organisatie- en administratiekosten; verzorgingskosten; personeelskosten en afhankelijk van de situatie, kapitaal-, erfpacht- of huurlasten. Berekening van de normcomponenten Bij het vaststellen van de accommodatiekosten-component en de component voor de kosten voor organisatieen administratiekosten wordt aangesloten bij de jeugdhulpverlening en de kinderopvang. De component voor de verzorgingskosten wordt gebaseerd op de feitelijke kosten van de (huisvesting en) verzorging en opvoeding van een kind in een internaat over het tweede subsidiejaar dat voorafging aan het jaar waarvoor subsidie wordt aangevraagd (t - 2). De personeelskostencomponent is berekend door de zogenoemde hoeveelheidscomponent (q in aantal fte s) te vermenigvuldigen met de zogenoemde prijscomponent (p in gemiddelde loonkosten van het personeel dat in de verschillende internaten werkt). Bij de berekening is verder onderscheid gemaakt tussen groepsleiding en overig personeel (zie schema 1). Bij de bepaling van het aantal fte s voor groepsleiding per kind is aangesloten bij de norm die de Commissie De Jong op grond van haar onderzoek heeft voorgesteld. Het jaar 1998 is hierbij als uitgangspunt genomen. Uit: Staatscourant 22 mei 2001, nr. 98 / pag. 19 7

8 Het aantal fte s voor overig personeel per kind is afgeleid van de jeugdhulpverlening. Als prijscomponent wordt zowel voor de groepsleiding, als voor het overig personeel, het feitelijk gemiddelde loonkostenniveau genomen van 1998 (geïndexeerd) conform het advies van de Commissie De Jong. Schema 1 opbouw personeelskostencomponent Jaarlijks vergelijkend onderzoek Zoals is aangegeven, zijn de componenten voor verzorgingskosten en personeelskosten voor de groepsleiding per kind afgeleid van de gemiddelde kosten in de sector. Omdat op het moment van de inwerkingtreding van deze regeling deze componenten geen echte normen zijn, dient alsnog een mechanisme in de systematiek te worden ingebouwd, op grond waarvan sturing in de richting van verdere doelmatigheid optreedt. Deze sturing kan via een jaarlijks vergelijkend onderzoek (benchmark) plaatsvinden. CENSIS zal jaarlijks een onderzoek bij de internaten verrichten naar de werkelijk gemaakte kosten van de huisvesting, verzorging en opvoeding van de kinderen in de internaten. Dit onderzoek dient in ieder geval onderscheid te maken tussen personeelskosten, accommodatie- en inventariskosten, organisatie- en administratiekosten, verzorgingskosten en afhankelijk van de situatie kapitaalslasten, huurbedragen of lasten in verband met erfpacht. Deze posten sluiten aan bij het onderzoek dat de Commissie De Jong heeft verricht in haar rapport. De kostenverschillen worden hierdoor inzichtelijk gemaakt. Internaten die hoger dan het gemiddelde blijken uit te komen, worden geprikkeld efficiencywinst te behalen. De gemiddelde kosten zullen hierdoor kunnen dalen, met een neerwaartse bijstelling van het subsidiebedrag (normbedrag) per kind (afgezien van loon- en prijsbijstelling). De gegevens uit het jaarlijks vergelijkend onderzoek worden door CENSIS in het jaarverslag verwerkt. De uitkomsten van het jaarlijks vergelijkend onderzoek zullen maar op een beperkt aantal onderdelen kunnen leiden tot bijstelling van de normbedragen, namelijk alleen voor de verzorgingskostencomponent en de personeelskosten voor zover het de q-component van de groepsleiding en de p-component van het gehele personeel betreft. Ieder jaar worden de componenten voor personeel (groepsleiding) en verzorging door de minister op het nieuwe gemiddelde vastgesteld. Bij de subsidievaststelling voor het jaar t + 1 wordt op basis van de benchmark over het jaar t - 1 bezien, hoeveel de gemiddelde kosten voor de componenten personeel en verzorging bedroegen en of deze componenten moeten worden bijgesteld (zie schema 1). Met behulp van deze systematiek kan de verhouding tussen kwaliteit en prijs worden bewaakt en kan de ontwikkeling van de kosten in de komende jaren in de gewenste richting worden beïnvloed. In navolging van de Commissie De Jong worden de normbedragen, zoals opgenomen in artikel 29 van de onderhavige regeling, als maximum beschouwd. De eerste maal dat de uitkomsten van de benchmark invloed kunnen hebben op de hoogte van de normcomponenten, is in het subsidiejaar Indien daar aanleiding voor bestaat, kan de ontwikkeling van het totale bedrag dat gemoeid is met alle normcomponenten, worden vergeleken met de werkelijke kosten in de voorliggende jaren en kan worden bezien of het bedrag voor normcomponenten waar de jaarlijkse benchmark geen betrekking op heeft, moet worden bijgesteld. Kapitaal-, erfpacht- of huurlasten De panden waarin kinderen worden gehuisvest, verzorgd en opgevoed zijn ofwel gehuurd, ofwel in erfpacht ofwel in eigendom. Dit brengt verschillende kosten met zich mee. De in deze regeling gehanteerde bedragen zijn overeenkomstig het advies van de Commissie De Jong. Overcapaciteit In het kabinetsstandpunt wordt speciale aandacht besteed aan capaciteitsmaatregelen die noodzakelijk zijn vanwege de daling van het aantal kinderen dat in internaten wordt gehuisvest. De verwachting is dat deze trend in de komende jaren zal doorzetten. De voortdurende daling van het aantal kinderen in de internaten heeft de sector de noodzaak van een moeilijk aanpassingstraject doen inzien. Al in een eerder stadium stuurde de Minister van VWS aan op een herstructurering ten aanzien van de huisvesting. Hiertoe heeft de minister met de verschillende partijen uit de sector gesproken over het opstellen van een integraal huisvestingsplan, waarbij op basis van samenwerking gebruik zou worden gemaakt van leegstaande of ongebruikte capaciteit. De Commissie De Jong heeft na haar onderzoek de huisvestingsnorm per kind gesteld op 35 m 2. Bij toepassing van deze norm was voor het jaar 2000 de benodigde oppervlakte m 2 voor het voorziene aantal kinderen van De overcapaciteit was daarmee m 2. Deze gegevens maken duidelijk dat aanpassing van de huisvestingscapaciteit noodzakelijk is. In de onderhavige subsidieregeling wordt van een sturende rol van CEN- SIS uitgegaan in het proces van het terugdringen van de bestaande over- Uit: Staatscourant 22 mei 2001, nr. 98 / pag. 19 8

9 capaciteit en in het in de toekomst doen aansluiten van de bestaande huisvestingscapaciteit aan de behoefte daaraan. CENSIS zal hiertoe jaarlijks een meerjarig capaciteitsplan opstellen en deze bij de subsidieaanvraag voegen. In dit meerjarig capaciteitsplan dient te worden beschreven welke reductie zal plaatsvinden, waar en wanneer deze zal plaatsvinden, welke locaties worden gehandhaafd, welke locaties zullen worden gesloten, waar bestaande panden ten behoeve van andere internaten kunnen worden ingezet en waar sprake zal zijn van nieuwe huursituaties dan wel nieuwbouw. Het capaciteitsplan dient een overzicht te geven van en inzicht te bieden in de bestaande huisvestingssituatie en de maatregelen die worden genomen om de overcapaciteit terug te dringen. De plannen voor de reductie, handhaving, koop of huur van nieuwe panden en van nieuwbouw, moeten aansluiten bij het aantal kinderen dat voor het jaar waarvoor subsidie wordt aangevraagd wordt gehuisvest en bij het te verwachte aantal kinderen dat moet worden gehuisvest in de komende vijf jaren. In het bijzonder zal het capaciteitsplan nieuwbouwplannen dienen te plaatsen in het perspectief van een zodanige aanpassing van de huisvestingscapaciteit (afstoting van overcapaciteit) dat aansluiting blijft bestaan bij een dalende behoefte daaraan. In deze regeling is opgenomen dat het meerjarig capaciteitsplan de goedkeuring behoeft van de minister. De minister zal het capaciteitsplan niet goedkeuren, als het capaciteitsplan voorziet in een of meer nieuwe internaten of een of meer onderdelen daarvan, zonder dat tevens wordt voorzien in de afstoting van huisvestingscapaciteit die niet wordt gebruikt voor het huisvesten, verzorgen en opvoeden van kinderen zodat doelmatig wordt aangesloten bij een dalende behoefte aan huisvestingscapaciteit. Bij de toetsing van het meerjarig capaciteitsplan gaat de minister uit van een inspanningsverplichting van CENSIS om de plannen te verwezenlijken. Indien CENSIS kinderen doet huisvesten, verzorgen en opvoeden in een internaat dat onderdeel uitmaakt van een in een meerjarig capaciteitsplan opgenomen nieuwbouwplan en de minister dit meerjarig capaciteitsplan niet heeft goedgekeurd, zal de toeslag voor kapitaalslasten, bedoeld in artikel 29, eerste lid onderdeel a onder 2, ten behoeve van de huisvesting, verzorging en opvoeding in dit internaat, niet worden verleend. Duidelijk moge zijn dat CENSIS alleen verantwoordelijk wordt gesteld voor het huisvestingsbeleid. Het daadwerkelijk besluit om tot vervreemding of verwerving van onroerend goed over te gaan ligt in handen van de exploitanten van de internaten. Voor zover het niet op korte termijn mogelijk is overcapaciteit af te stoten, zal voor de bestaande overcapaciteit nog een extra subsidiebedrag aan CENSIS worden toegekend gedurende drie jaar. Dit subsidiebedrag betreft accommodatiekosten met uitzondering van kosten in verband met groot onderhoud van de overcapaciteit. Het gaat hier om energiekosten, verzekeringskosten en reinigingskosten, kosten van belastingen en heffingen en kosten voor het onderhoud van de terreinen. Kosten in verband met groot onderhoud dienen gemaakt te worden om een pand in stand te houden. Aangezien overcapaciteit niet in stand gehouden hoeft te worden, zullen deze kosten niet worden gesubsidieerd. Door middel van de overgangsregeling zal deze vergoeding voor accommodatiekosten van overcapaciteit geleidelijk worden omgebogen van een bedrag gerelateerd aan het feitelijke aantal bovennormatieve m 2 naar geen vergoeding meer voor overcapaciteit. Hierbij zullen eventuele huurinkomsten betrokken worden, die de internaten door verhuur van de overcapaciteit weten te genereren. Deze komen in mindering op de tijdelijke extra vergoeding voor de overcapaciteit. In een periode van drie jaar wordt de vergoeding van de bovennormatieve m 2 afgebouwd: 2001:75%; 2002: 50%; 2003: 25% en in 2004 geen vergoeding meer voor de kosten van het bovennormatieve aantal m 2. Kwaliteitsbeleid Voor het huisvesten, verzorgen en opvoeden van kinderen van binnenschippers, zijn tot op heden geen specifieke kwaliteitseisen geformuleerd. De Welzijnswet 1994, Hoofdstuk III, legt een algemene opdracht neer bij de subsidieontvanger om een kwalitatief goed product te leven en kwaliteitsbeleid te voeren. Mede naar aanleiding van het advies van de Commissie De Jong zal CEN- SIS vorm geven aan kwaliteitsbeleid. Aandachtspunten hierbij zijn: de kwaliteit van de verzorging; de kwaliteit van de huisvesting (inclusief toepassing van de huisvestingsnorm van 35 m 2 per kind); het niveau van de begeleiding; de kwaliteit van het personeel (inclusief het aantal fte per kind); de hoeveelheid personeel in relatie tot de groepsgrootte en de inspraakmogelijkheden en de regeling van klachten. Door periodiek te rapporteren aan de minister, geeft CENSIS inzicht in het kwaliteitsbeleid en de kwaliteitsontwikkeling van de huisvesting, verzorging en opvoeding van kinderen. Als een internaat niet voldoet aan bepaalde kwaliteitseisen, zal dit kunnen blijken uit de uitkomsten van de kwaliteitsrapportage. Het Ministerie van VWS zal de rechtspersoon die dit internaat exploiteert niet aanspreken, omdat er geen subsidierelatie bestaat met deze rechtspersoon. Wel zal het ministerie CENSIS hierop aanspreken en zo nodig aandringen op het nemen van maatregelen. Alleen indien daar aanleiding voor bestaat zullen met betrekking tot de kwaliteit nadere voorwaarden worden verbonden aan de subsidieverlening. Artikelsgewijze toelichting Artikel I, onderdeel C Artikel 29 Artikel 29, eerste lid In het algemeen deel van deze toelichting is uitgebreid ingegaan op de subsidiesystematiek. Het subsidiebedrag heeft als basis een bedrag voor de zogenoemde uitvoeringskosten van CENSIS. Dit bedrag per kind wordt aan CENSIS verleend ongeacht of het wordt gehuisvest in een internaat of een pleeggezin. Boven op dit bedrag komt vervolgens per kind een subsidiebedrag afhankelijk van de wijze waarop het kind wordt gehuisvest. Bij de uitvoeringskosten gaat het om kosten die niet in het normbedrag per gehuisvest kind zijn opgenomen, maar om kosten die gemaakt moeten Uit: Staatscourant 22 mei 2001, nr. 98 / pag. 19 9

10 worden voor bijvoorbeeld het innen van de ouderbijdrage of de kosten die gemaakt moeten worden voor het plaatsen van kinderen in een pleeggezin. Voor zover CENSIS werkzaamheden verricht waarvan de kosten zijn inbegrepen in het normbedrag per kind, dienen deze kosten door CEN- SIS te worden doorberekend aan de exploitanten van de internaten. De uitvoeringskosten van CENSIS worden gesubsidieerd als bedrag per kind. Artikel 29, eerste lid, onder a Voor het subsidiejaar 2001 worden normbedragen gehanteerd conform het rapport van de Commissie De Jong. De normbedragen worden jaarlijks geïndexeerd. Het is vervolgens aan CENSIS en de afzonderlijke personen of rechtspersonen die een of meer internaten exploiteren en de pleeggezinnen om een bedrag overeen te komen, dat CENSIS zal vergoeden voor de huisvesting, verzorging en opvoeding van bij CENSIS ingeschreven kinderen. Hetgeen onder punt twee van onderdeel a staat vermeld, betreft internaten die op of na één januari 2001, de dag waarop deze regeling in werking treedt, in gebruik worden genomen en waarvan de exploitant eigenaar is en op of na één januari 2001 rente- en aflossingskosten verschuldigd is. Onderscheid is gemaakt tussen een basisbedrag en een toeslag in verband met de goedkeuring die de minister dient te verlenen aan het meerjarig capaciteitsplan. Alleen na goedkeuring van het capaciteitsplan wordt de toeslag op het basisbedrag verleend. De subsidie voor de renteen aflossingskosten is dus gekoppeld aan de goedkeuring van het capaciteitsplan. Afhankelijk van het aantal kinderen dat wordt gehuisvest, wordt het totaalbedrag aan subsidie voor rente- en aflossingskosten vastgesteld. In punt vier van onderdeel a van het eerste lid van artikel 29 wordt verwezen naar situaties waarbij sprake is van erfpacht. Het is mogelijk dat een internaat bestaat uit verschillende panden, waarvan enkele bijvoorbeeld worden gehuurd en anderen in eigendom worden gehouden. In deze gevallen dient voor het bepalen van het normbedrag als uitgangspunt te worden genomen, het pand waar een kind overnacht. Artikel 29, eerste lid, onder b Een alternatief voor internaatsplaatsing is het pleeggezin. Pleeggezinnen die kinderen van binnenschippers, opnemen, ontvangen van CENSIS een bijdrage voor de onkosten van de huisvesting, verzorging en opvoeding van kinderen. De Minister van VWS subsidieert CENSIS, die vervolgens de pleeggezinnen van de benodigde middelen voorziet. Hiertoe sluit CENSIS met het betreffende pleeggezin een contract waarin CENSIS zich verplicht het overeengekomen bedrag aan het pleeggezin af te dragen en het pleeggezin zich verplicht zorg te dragen voor een kwalitatief goede huisvesting, verzorging en opvoeding van het kind. In deze regeling is uitgegaan van de pleeggezin-toelage bij de Regeling vergoeding pleeggezinnen. Deze regeling kent bijdragen per dag per leeftijdscategorie. Een dergelijke regeling lijkt voor de beperkte groep waar hier sprake van is, te gecompliceerd. Daarom is vooralsnog gekozen voor één bedrag op jaarbasis, dat aansluit bij het gemiddelde van de bedragen voor de relevante leeftijdscategorieën uit de Regeling vergoeding pleeggezinnen en waarbij rekening is gehouden met verblijf van kinderen van schippers, in het pleeggezin gedurende een beperkt deel van het jaar en waarbij rekening is gehouden met het deel van de kosten dat voor rekening van de ouders blijft. Ten behoeve van de vaststelling van dit subsidieonderdeel zal CENSIS bij de subsidieaanvraag het aantal kinderen dat in pleeggezinnen is gehuisvest opgeven en ten behoeve van de beleidsvorming de leeftijd van de kinderen daarbij aangeven. Artikel 29, tweede lid Als peildatum is genomen 15 september van het jaar, voorafgaand aan het jaar waarvoor subsidie wordt aangevraagd, omdat internaten die kinderen huisvesting, verzorging en opvoeding aanbieden, de nodige voorzieningen, zowel materieel als personeel, dienen te treffen om het aantal ingeschreven kinderen te kunnen ontvangen. Omdat begin september het nieuwe schooljaar start, is halverwege september ook duidelijk hoeveel kinderen daadwerkelijk zijn geplaatst in het internaat waarvoor zij waren ingeschreven bij CENSIS. Artikel 29, derde lid Het derde lid van artikel 29 betreft internaten die op 1 januari 2001 of daarna in gebruik worden genomen. Zoals in het algemeen deel van de toelichting is uiteengezet, zal CENSIS in haar contracteringsbeleid met exploitanten rekening houden met de beschikbare en de benodigde capaciteit voor de huisvesting, verzorging en opvoeding van kinderen. Hiertoe stelt CENSIS een meerjarig capaciteitsplan op (zie hiervoor artikel 29a). In dit plan zal onder andere worden aangegeven in hoeverre nieuwe panden wenselijk zijn (nieuwbouw, huur- en kooppanden en erfpacht) en welke panden worden afgestoten om de overcapaciteit terug te dringen. In verband met het terugdringen van de overcapaciteit wordt de toeslag per kind, bedoeld in het eerste lid van artikel 29 onder a onderdeel 2, alleen verleend na goedkeuring van het capaciteitsplan, bedoeld in artikel 29a, door de minister. De goedkeuring van het capaciteitsplan houdt geen toestemming in voor het bouwen van nieuwe panden of voor de aankoop van panden ten behoeve van de internaatsfunctie. Deze beslissing valt geheel onder de verantwoordelijkheid van de exploitant. CENSIS zal in het licht van het capaciteitsplan beoordelen of zij met deze exploitant een contractuele relatie aangaat ten behoeve van de huisvesting, verzorging en opvoeding van kinderen. Artikel I, onderdeel D Artikel 29a Artikel 29a, eerste lid en tweede lid Het meerjarig capaciteitsplan bevat in ieder geval een beschrijving van de bestaande capaciteit, waarbij ingegaan wordt op de locaties, oppervlakte, bezetting, huur, erfpacht en eigendom. Tevens bevat het een beschrijving van de verwachte vraag naar huisvesting van kinderen in een internaat voor de komende vijf jaar, waarbij ook wordt ingegaan op de prognose per locatie. Ook dient te worden aangegeven welke reductie zal plaatsvinden, waar en wanneer, welke locaties worden gehandhaafd, welke locaties zullen worden gesloten, waar bestaande panden worden ingezet ten behoeve van andere internaten en Uit: Staatscourant 22 mei 2001, nr. 98 / pag

11 waar sprake zal zijn van voorgenomen nieuwe huur-, koop of erfpachtsituaties of nieuwbouw. In de jaarlijkse aanvraag van de subsidie zal deze informatie verder geconcretiseerd dienen te worden en zo nodig aangepast. Artikel 29a, derde lid Voor de toelichting met betrekking tot de goedkeuring van de minister van het meerjarig capaciteitsplan en de consequenties daarvan verwijs ik naar het algemeen deel van deze toelichting en de artikelsgewijze toelichting bij artikel 29, derde lid. Bij de toetsing van het meerjarig capaciteitsplan gaat de minister uit van een inspanningsverplichting van CENSIS. CENSIS dient de in het capaciteitsplan opgestelde doeleinden op doelmatige wijze na te streven. Artikel 29a, vierde lid Om subsidie aan CENSIS te kunnen verlenen en het subsidiebedrag te kunnen vaststellen, is het van belang over de juiste en relevante informatie te beschikken. De juiste informatie over het aantal ingeschreven en gehuisveste kinderen en dat ook daadwerkelijk kinderen van binnenschippers, worden gehuisvest, is cruciaal. Het onderhavige artikel dient als leidraad voor de accountant van CENSIS om tijdens haar onderzoek in het bijzonder aandacht te besteden aan dit aspect. Artikel 29b Dit artikel gaat in op de verplichtingen van CENSIS als subsidieontvanger. Deze verplichtingen gelden naast de verplichtingen die CENSIS heeft op grond van de Welzijnswet 1994 en het Bekostigingsbesluit welzijnsbeleid. Artikel 29b, eerste lid en tweede lid In het algemeen deel van deze toelichting is onder de koptekst Jaarlijks vergelijkend onderzoek uitgebreid ingegaan op het onderzoek dat CEN- SIS jaarlijks dient te verrichten naar de kosten van de huisvesting, verzorging en opvoeding van een kind in een internaat en naar de personeelsformatie per kind gedurende het subsidiejaar. De uitkomsten van dit onderzoek dienen inzicht te geven in de totale kosten per kind, te onderscheiden in de componenten waaruit het normbedrag bestaat. Artikel 29b, derde lid Zie voor de toelichting het algemeen deel. Bij de periodieke rapportage valt te denken aan een rapportage om de drie jaar. Hoe vaak en op welke wijze CENSIS in de toekomst zal rapporteren, is afhankelijk van het door CENSIS te ontwikkelen kwaliteitsbeleid. Artikel 29b, vierde en vijfde lid Het vierde en vijfde lid van artikel 29b betreffen de ouderbijdragen. Uitgangspunt van het kabinetsbeleid is om, waar dat mogelijk en redelijk is, ten minste een deel van de kosten te laten dragen door degenen aan wie bepaalde diensten specifiek worden geleverd. Het belang van schippers, rechtvaardigt nog steeds het vragen van een eigen bijdrage. De ouders of wettelijk vertegenwoordiger van een kind dat in een pleeggezin of in een internaat wordt gehuisvest, verzorgd en opgevoed dragen daarom een deel van de kosten. Het totaalbedrag aan ouderbijdragen doet CENSIS toekomen aan het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. De Centrale Administratie van Internaten voor Schippersjeugd (de CAIS) was belast met de inning van de ouderbijdrage. Nu deze taak van de CAIS door CENSIS wordt uitgevoerd, zal CENSIS zorgdragen voor het volledig innen van de ouderbijdragen. Het totaalbedrag aan ouderbijdragen zal CENSIS per kwartaal afdragen aan het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. De volledigheid van de ontvangen ouderbijdragen is primair de verantwoordelijkheid van CENSIS. CEN- SIS zal in overleg met het Ministerie van VWS een protocol van handelen vaststellen voor de inning van de ouderbijdragen. Indien het ministerie akkoord gaat met het protocol en als na volledige toepassing ervan blijkt, dat sommige ouderbijdragen kennelijk niet ingevorderd kunnen worden, blijft afdracht van deze bijdragen aan het Ministerie van VWS achterwege. Over de hoogte van de ouderbijdragen, genoemd in bijlage 9b van de Subsidieregeling welzijnsbeleid, bestaat binnen de vereniging Landelijk Oudercontact van Varenden overeenstemming. De basis van de bijdrage is bepaald uit hoofde van het besparingsmotief (ouders dragen de kosten bij die zij anders thuis voor hun kinderen zouden maken). Vervolgens wordt een toeslag op het basisbedrag van de ouderbijdrage geheven uit hoofde van het financieringsmotief (de eigen bijdrage wordt afgeleid van de kosten van de voorziening, daarbij rekening houdend met het draagkrachtbeginsel). Tevens wordt rekening gehouden met het aantal kinderen per gezin. Voor het tweede en volgende kind geldt een ander basisbedrag en een toeslag van 50% van die voor het eerste kind. Bij de jaarlijkse indexering wordt aangesloten bij de systematiek van de jeugdhulpverlening. Indien gedurende het schooljaar kinderen vertrekken van het internaat of op een internaat worden geplaatst, wordt met de ouders een gedeeltelijke ouderbijdrage overeengekomen. Dit gebeurt op basis van het aantal maanden dat het kind in het internaat verblijft. Hetzelfde geldt voor situaties waarin kinderen een gedeelte van het jaar in een pleeggezin verblijven. Bijlage 9a van de subsidieregeling welzijnsbeleid, die op grond van deze regeling wordt ingevoegd, geeft een overzicht van de berekening van de ouderbijdrage. Het basisbedrag (prijspeil 2001) voor het eerste kind uit een gezin is bepaald op f en voor het tweede en volgende kind op f Bij plaatsing in een internaat bedraagt de inkomensafhankelijke toeslag 3% van dat deel van het belastbare inkomen, dat het bedrag van f te boven gaat als het gaat om het eerste kind uit een gezin tot een maximum van f 4.932,50 en 1,5% als het gaat om het tweede en volgende kind uit een gezin tot een maximum van f 2.919,25. Bij plaatsing in een pleeggezin bedraagt de inkomensafhankelijke toeslag 1% van dat deel van het belastbare inkomen, dat het bedrag van f te boven gaat als het gaat om het eerste kind uit een gezin tot een maximum van f 3.457,50 en 0,5% als het gaat om het tweede en volgende kind uit een gezin tot een maximum van f 2.181,75. De toeslag op het basisbedrag van de ouderbijdrage wordt afgeleid van de hoogte van het belastbaar inkomen van de ouder(s) of de wettelijk vertegenwoordiger(s). Als beide ouders een inkomen hebben, wordt de ouderbijdrage vastgesteld op basis van het belastbaar inkomen van beide Uit: Staatscourant 22 mei 2001, nr. 98 / pag

12 ouders. Voor het vaststellen van het belastbaar inkomen wordt uitgegaan van een kopie van de aanslag van de belastingdienst over het tweede jaar dat vooraf gaat aan het jaar waarvoor subsidie wordt aangevraagd (t - 2). Artikel 29b, zesde lid Indien CENSIS de subsidiabele activiteit doet uitvoeren door exploitanten, zal zij bij haar informatievoorziening aan het Ministerie van VWS gebruik maken van informatie die zij van de exploitanten ontvangt. Op grond van deze informatie wordt onder meer de subsidie verleend, de hoogte van het subsidiebedrag bepaald en beleid gevoerd. Daarom dient niet alleen de accountant van CENSIS, maar ook de accountantsdienst van het Ministerie van VWS de juistheid van de informatie afkomstig van de exploitanten te kunnen controleren. Omdat in het kabinetsstandpunt is benadrukt dat het Ministerie van VWS geen relatie heeft met de afzonderlijke internaten, zal de accountantsdienst van het ministerie in voorkomende gevallen haar verzoek richten via CENSIS. Overigens zal de accountantsdienst van het ministerie bij zijn controle gewoonlijk afgaan op de controle die de accountant van CENSIS heeft verricht bij de accountant van de exploitanten. Alleen indien daar aanleiding voor bestaat, zal de accountantsdienst van het ministerie informatie van de (accountant van de) exploitanten wensen te ontvangen. Artikel I, onderdeel E In bijlage 2 van de Subsidieregeling welzijnsbeleid is het controleprotocol opgenomen op basis waarvan de rapportage over de naleving van de subsidiebepalingen, bedoeld in het tweede lid van artikel 36 van het Bekostigingsbesluit welzijnsbeleid, dient plaats te vinden. In verband met de wijziging van de subsidieregeling welzijnsbeleid door deze regeling, dient ook het controleprotocol te worden aangepast. Artikel I, onderdeel E voorziet in deze aanpassing. Artikel I, onderdeel F In verband met de nieuwe subsidiesystematiek dient het aanvraagformulier voor subsidieverlening op grond van artikel 28 van deze regeling te worden aangepast. Dit artikel strekt hiertoe. Artikel II In het algemeen deel van de toelichting is de overgangsregeling al aan de orde gekomen. De overgangsregeling van drie jaar heeft betrekking op de energiekosten, verzekeringskosten en reinigingskosten, kosten van belastingen en heffingen en van het onderhoud van de terreinen. Het gaat dus om accommodatiekosten met uitzondering van kosten in verband met groot onderhoud. Het bedrag van f is in overeenstemming met het voorstel van de Commissie De Jong. De berekening van het subsidiebedrag ten behoeve van de overcapaciteit in de sector staat vermeld in bijlage 9, onderdeel 3 (nieuw). De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, M. Vliegenthart. Uit: Staatscourant 22 mei 2001, nr. 98 / pag

Subsidieregeling abortusklinieken

Subsidieregeling abortusklinieken Subsidieregeling abortusklinieken (Tekst geldend op: 19 02 2015) Regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 29 juli 2014, kenmerk 641412 123384 PG, houdende regels voor de subsidiëring

Nadere informatie

Toezicht op de kwaliteitstoetsing van de schippersinternaten. Rapportage voor de minister voor Jeugd en Gezin

Toezicht op de kwaliteitstoetsing van de schippersinternaten. Rapportage voor de minister voor Jeugd en Gezin Toezicht op de kwaliteitstoetsing van de schippersinternaten Rapportage voor de minister voor Jeugd en Gezin Utrecht, september 2008 2 Inhoudsopgave Inleiding...5 Hoofdstuk 1 Oordeel en onderbouwing...7

Nadere informatie

Subsidieregeling Kinderopvang gemeente Haren 2018

Subsidieregeling Kinderopvang gemeente Haren 2018 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Haren Nr. 107361 23 mei 2018 Subsidieregeling Kinderopvang gemeente Haren 2018 Subsidieregeling van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente

Nadere informatie

behorend bij de Subsidieregeling opvang kinderen van ouders met trekkend/varend bestaan betreffende de aanvraag van instellingssubsidie

behorend bij de Subsidieregeling opvang kinderen van ouders met trekkend/varend bestaan betreffende de aanvraag van instellingssubsidie Accountantsprotocol behorend bij de Subsidieregeling opvang kinderen van ouders met trekkend/varend bestaan betreffende de aanvraag van instellingssubsidie Dit Accountantsprotocol is op maat gemaakt voor

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 20787 15 oktober 2012 Regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 5 oktober 2012, PG/OGZ 3126268,

Nadere informatie

Wet op de jeugdzorg REGELING PLEEGZORG

Wet op de jeugdzorg REGELING PLEEGZORG Nadere regelgeving Wet op de jeugdzorg REGELING PLEEGZORG Tekst zoals deze geldt op 29 januari 2011 van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 22 december 2004, nr. DJB/JZ- 2540277,

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Gelet op artikel van de Invoerings- en aanpassingswet Zorgverzekeringswet;

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Gelet op artikel van de Invoerings- en aanpassingswet Zorgverzekeringswet; STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 35805 20 december 2013 Regeling van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 12 december 2013, kenmerk

Nadere informatie

Plaatsingsvoorwaarden Stichting Meander

Plaatsingsvoorwaarden Stichting Meander Plaatsingsvoorwaarden Stichting Meander Artikel 1. Definities a. Stichting Meander: stichting met als doel het zorgdragen voor de opvoeding, verzorging en huisvesting van kinderen van Ouders/Verzorgers

Nadere informatie

Plaatsingsvoorwaarden internaat De Merwede

Plaatsingsvoorwaarden internaat De Merwede Plaatsingsvoorwaarden internaat De Merwede op grond van de Subsidieregeling opvang kinderen van ouders met trekkend/varend bestaan, artikel 14 Artikel 1. Definities Voor de begrippen in deze plaatsingsvoorwaarden

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Algemeen Subsidiereglement stichting Fonds voor Cultuurparticipatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Algemeen Subsidiereglement stichting Fonds voor Cultuurparticipatie STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 3714 25 januari 2017 Algemeen Subsidiereglement stichting Fonds voor Cultuurparticipatie Het bestuur van stichting Fonds

Nadere informatie

Controleprotocol gemeente Roosendaal voor de verantwoording en de controle van subsidies

Controleprotocol gemeente Roosendaal voor de verantwoording en de controle van subsidies Controleprotocol gemeente Roosendaal voor de verantwoording en de controle van subsidies Burgemeester en wethouders van de gemeente Roosendaal; gelet op de Algemene wet bestuursrecht (Awb) titel 4.2 en

Nadere informatie

Controleprotocol provincie Utrecht

Controleprotocol provincie Utrecht Controleprotocol provincie Utrecht Controleprotocol voor de accountantscontrole bij door de provincie Utrecht gesubsidieerde instellingen Januari 2010 Controleprotocol provincie Utrecht 1 van 7 Controleprotocol

Nadere informatie

De Subsidieregeling overgang integrale tarieven voor medisch specialistische zorg 2016 wordt als volgt gewijzigd:

De Subsidieregeling overgang integrale tarieven voor medisch specialistische zorg 2016 wordt als volgt gewijzigd: Regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 11 januari 2017, kenmerk 1075967-159777-CZ, houdende wijziging van de Subsidieregeling overgang integrale tarieven voor medisch-specialistische

Nadere informatie

1. Kinderopvang: opvang vanuit een landelijk geregistreerd Kinderdagverblijf in de zin van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen.

1. Kinderopvang: opvang vanuit een landelijk geregistreerd Kinderdagverblijf in de zin van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Deelverordening Peuteropvang en voorschoolse educatie, gemeente Achtkarspelen 2014. Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen Artikel 1. Begripsbepalingen In deze verordening wordt verstaan onder: 1. Kinderopvang:

Nadere informatie

Subsidieregeling Kindgebonden financiering peuteropvang en voorschoolse educatie gemeente Alblasserdam 2019

Subsidieregeling Kindgebonden financiering peuteropvang en voorschoolse educatie gemeente Alblasserdam 2019 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Alblasserdam Nr. 268196 13 december 2018 Subsidieregeling Kindgebonden financiering peuteropvang en voorschoolse educatie gemeente Alblasserdam 2019 Het college

Nadere informatie

Plaatsingsvoorwaarden stichting Juzt

Plaatsingsvoorwaarden stichting Juzt Plaatsingsvoorwaarden stichting Juzt Artikel 1. Definities a. Stichting Juzt: Stichting met als doel het zorg dragen voor de opvoeding, verzorging en huisvesting van kinderen van ouders / verzorgers met

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 94 26 mei 2009 Regeling van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 28 april 2009, nr. VO/FBI-2009/107875,

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 11870 28 juli 2010 Regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 20 juli 2010, nr. DLZ/KZ-U-3013911,

Nadere informatie

Gelet op artikel 33a van het Besluit bekostiging WPO en artikel 42a van het Besluit bekostiging WEC;

Gelet op artikel 33a van het Besluit bekostiging WPO en artikel 42a van het Besluit bekostiging WEC; Regeling van de Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs, en Media van XXX 2018, nr. PO/1219075, houdende regels voor de subsidieverstrekking voor godsdienstonderwijs of levensbeschouwelijk vormingsonderwijs

Nadere informatie

Subsidieregeling peuteropvang en voorschoolse educatie

Subsidieregeling peuteropvang en voorschoolse educatie CVDR Officiële uitgave van Nijkerk. Nr. CVDR336051_5 22 mei 2018 Subsidieregeling peuteropvang en voorschoolse educatie Het college van de gemeente Nijkerk; gelezen het voorstel van 3 september 2013, gelet

Nadere informatie

Nadere Regels subsidie

Nadere Regels subsidie COLLEGE SANERING ZIEKENHUISVOORZIENINGEN Nadere Regels subsidie Herplaatsing wegens misstelling in Stcrt. 2002, 184 Het College sanering ziekenhuisvoorzieningen, Gelet op artikel 18b, vierde lid, van de

Nadere informatie

Nadere regels subsidieverstrekking gemeente Medemblik 2014

Nadere regels subsidieverstrekking gemeente Medemblik 2014 1 Nadere regels subsidieverstrekking gemeente Medemblik 2014 GRONDSLAG 1. Op grond van artikel 2, lid 2 van de Algemene Subsidieverordening Gemeente Medemblik (ASV) kan het college nadere regels stellen

Nadere informatie

c. Meerjarige subsidie: subsidie die voor twee kalenderjaren 5. Europees steunkader: een mededeling, richt-

c. Meerjarige subsidie: subsidie die voor twee kalenderjaren 5. Europees steunkader: een mededeling, richt- Bijlage 2 bij raadsvoorstel inzake actualisering gemeentelijk subsidiebeleid. Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd: Artikel 1. Begripsomschrijvingen Artikel 1. Begripsomschrijvingen 1. Awb: de Algemene

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 7154 12 maart 2014 Regeling van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie van 5 maart 2014, nr. DT&V/beleid/2013/UIT-1108,

Nadere informatie

Controleprotocol subsidies gemeente Alkmaar voor verantwoording subsidies > 250.000

Controleprotocol subsidies gemeente Alkmaar voor verantwoording subsidies > 250.000 Controleprotocol subsidies gemeente Alkmaar voor verantwoording subsidies > 250.000 1 Algemeen Op grond van de Kaderverordening Subsidieverstrekking van de gemeente Alkmaar kunnen subsidies worden verstrekt.

Nadere informatie

Kaderverordening subsidies provincie Groningen 1998. Hoofdstuk 1: Begripsbepalingen en algemene bepalingen

Kaderverordening subsidies provincie Groningen 1998. Hoofdstuk 1: Begripsbepalingen en algemene bepalingen Kaderverordening subsidies provincie Groningen 1998 Hoofdstuk 1: Begripsbepalingen en algemene bepalingen Artikel 1 1. In deze verordening wordt verstaan onder provinciebestuur: het bevoegde orgaan van

Nadere informatie

Beleidsregel Peuteropvang Koggenland 2017.

Beleidsregel Peuteropvang Koggenland 2017. Beleidsregel Peuteropvang Koggenland 2017. Inleiding Algemeen Deze beleidsregel is een uitwerking van de Algemene Subsidieverordening Koggenland (ASV). Zij wordt (ingevolge artikel 2 lid 4 ASV) vastgesteld

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds De Minister en de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds De Minister en de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 66865 9 december 2016 Regeling van de Minister en de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 29 november

Nadere informatie

A. ALGEMENE BEPALINGEN

A. ALGEMENE BEPALINGEN No. 070505 St. Annaparochie, 31 mei 2007. De raad der gemeente het Bildt; overwegende; dat de raad bij besluit dd. 11 november 2002 de Algemene Subsidie Verordening heeft vastgesteld; dat het in aanvulling

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 8 november 2013 houdende de organisatie van pleegzorg;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 8 november 2013 houdende de organisatie van pleegzorg; Besluit van de Vlaamse Regering houdende de wijziging van diverse bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 8 november 2013 houdende de organisatie van pleegzorg DE VLAAMSE REGERING, Gelet

Nadere informatie

Regeling vaststelling model financiële verantwoording en controleprotocol inburgering nieuwkomers 2001

Regeling vaststelling model financiële verantwoording en controleprotocol inburgering nieuwkomers 2001 OCenW-Regelingen financiële verantwoording Bestemd voor: gemeenten, die inburgeringscursussen verzorgen. 2. Het model voor de verklaring omtrent de getrouwheid wordt vastgesteld volgens bijlage 3 bij deze

Nadere informatie

Kaderverordening subsidies provincie Groningen 1998

Kaderverordening subsidies provincie Groningen 1998 CVDR Officiële uitgave van Groningen. Nr. CVDR244162_9 14 juli 2017 Kaderverordening subsidies provincie Groningen 1998 Provinciale Staten van Groningen; Besluiten: Hoofdstuk 1: Begripsbepalingen en algemene

Nadere informatie

besluiten vast te stellen: de Subsidieregeling kindgebonden financiering peuteropvang en voorschoolse educatie gemeente Gouda.

besluiten vast te stellen: de Subsidieregeling kindgebonden financiering peuteropvang en voorschoolse educatie gemeente Gouda. CVDR Officiële uitgave van Gouda. Nr. CVDR468650_2 10 oktober 2018 Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Gouda houdende regels omtrent subsidie voor kindgebonden financiering

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 22111 8 december 2011 Regeling van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, van 30 november 2011, nr. IENM/BSK-2011/161497,

Nadere informatie

Controleprotocol subsidievaststelling zorgopleidingen 2 e tranche voor het subsidiejaar 2010 (11 januari 2010) Hoofdstuk 1 : Uitgangspunten

Controleprotocol subsidievaststelling zorgopleidingen 2 e tranche voor het subsidiejaar 2010 (11 januari 2010) Hoofdstuk 1 : Uitgangspunten Controleprotocol subsidievaststelling zorgopleidingen 2 e tranche voor het subsidiejaar 2010 (11 januari 2010) Hoofdstuk 1 : Uitgangspunten 1.1 Doelstelling Het controleprotocol heeft betrekking op de

Nadere informatie

Algemene subsidieverordening gemeente Landsmeer 2016

Algemene subsidieverordening gemeente Landsmeer 2016 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Landsmeer. Nr. 115833 22 augustus 2016 Algemene subsidieverordening gemeente Landsmeer 2016 gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders

Nadere informatie

op voordracht van dijkgraaf en hoogheemraden van Schieland en de Krimpenerwaard van 27 mei 2008;

op voordracht van dijkgraaf en hoogheemraden van Schieland en de Krimpenerwaard van 27 mei 2008; De verenigde vergadering van Schieland en de Krimpenerwaard; op voordracht van dijkgraaf en hoogheemraden van Schieland en de Krimpenerwaard van 27 mei 2008; Gelet op artikel 4:23 Algemene wet bestuursrecht

Nadere informatie

Sector: I. Nr. : 90.8

Sector: I. Nr. : 90.8 Sector: I Nr. : 90.8 De raad van de gemeente Ferwerderadiel; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 2 oktober 2001, nummer 7/90.01; gelet op de artikelen 148 en 149 van de Gemeentewet

Nadere informatie

Algemene Subsidieregeling 2008

Algemene Subsidieregeling 2008 Algemene Subsidieregeling 2008 Paragraaf 1 Inleidende bepalingen Artikel 1.1 In deze regeling wordt verstaan onder: a. gemeentebestuur: het bestuursorgaan dat bevoegd is tot het nemen van besluiten betreffende

Nadere informatie

ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING Hendrik-Ido-Ambacht

ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING Hendrik-Ido-Ambacht De raad van de gemeente Hendrik-Ido-Ambacht; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 2015, nr... ; gelet op artikel 149 van de Gemeentewet; besluit vast te stellen de ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 17620 28 juni 2013 Regeling van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en de Staatssecretaris van Veiligheid

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 34 333 Wijziging van de Zorgverzekeringswet, de Wet marktordening gezondheidszorg en de Wet financiering sociale verzekeringen in verband met grensoverschrijdende

Nadere informatie

1. Kinderopvang: opvang vanuit een landelijk geregistreerd Kinderdagverblijf in de zin van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen.

1. Kinderopvang: opvang vanuit een landelijk geregistreerd Kinderdagverblijf in de zin van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Deelverordening Peuteropvang en voorschoolse educatie, gemeente Achtkarspelen 2014. Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen Artikel 1. Begripsbepalingen In deze verordening wordt verstaan onder: 1. Kinderopvang:

Nadere informatie

Op de voordracht van Onze Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media, van xxx, nr. xxx, directie Wetgeving en Juridische Zaken;

Op de voordracht van Onze Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media, van xxx, nr. xxx, directie Wetgeving en Juridische Zaken; Besluit van.. tot wijziging van het Besluit bekostiging WPO en het Besluit bekostiging WEC in verband met de bekostiging van godsdienstonderwijs of levensbeschouwelijk vormingsonderwijs op openbare scholen

Nadere informatie

Aanvraagformulier t.b.v. subsidieverlening o.b.v. de Subsidieregeling mobiliteitsbevordering thuiszorgsector 2009/2010

Aanvraagformulier t.b.v. subsidieverlening o.b.v. de Subsidieregeling mobiliteitsbevordering thuiszorgsector 2009/2010 Bijlage 1 Aanvraagformulier t.b.v. subsidieverlening o.b.v. de Subsidieregeling mobiliteitsbevordering thuiszorgsector 2009/2010 1. Gegevens aanvrager Naam instelling Postadres Postcode Plaats Objectnummer

Nadere informatie

Concept ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING GEMEENTE MOERDIJK

Concept ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING GEMEENTE MOERDIJK Concept ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING GEMEENTE MOERDIJK De raad van de gemeente Moerdijk; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van >, , inzake de Algemene

Nadere informatie

Subsidieregeling Onderwijsachterstanden

Subsidieregeling Onderwijsachterstanden Subsidieregeling Onderwijsachterstanden 2020-2022 Burgemeester en wethouders van de gemeente Roosendaal; gelet op artikel 2, eerste lid, onder e, en tweede lid, van de Algemene subsidieverordening Roosendaal;

Nadere informatie

HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN

HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN Algemene subsidieverordening gemeente Oldebroek Nr. 65148 De raad van de gemeente Oldebroek; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 6 juli 2010; gelet op artikel 149 van

Nadere informatie

Controle- en rapportageprotocol Tijdelijke stimuleringsregeling SUWI- Bedrijfsverzamelgebouw 2002

Controle- en rapportageprotocol Tijdelijke stimuleringsregeling SUWI- Bedrijfsverzamelgebouw 2002 Controle- en rapportageprotocol Tijdelijke stimuleringsregeling SUWI- Bedrijfsverzamelgebouw 2002 1 ALGEMEEN 1.1 Doel en reikwijdte van het controle- en rapportageprotocol Dit controle- en rapportageprotocol

Nadere informatie

Regeling begeleiding studenten universitaire lerarenopleidingen

Regeling begeleiding studenten universitaire lerarenopleidingen OCenW-Regelingen Bestemd voor: c universiteiten met een universitaire lerarenopleiding. Algemeen verbindend voorschrift Datum: 19 oktober 1999 Kenmerk: WO/B-1999/16107 Datum inwerkingtreding: zie artikel

Nadere informatie

Accountantsprotocol subsidievaststelling Tijdelijke subsidieregeling extramurale behandeling 2017

Accountantsprotocol subsidievaststelling Tijdelijke subsidieregeling extramurale behandeling 2017 Accountantsprotocol subsidievaststelling Tijdelijke subsidieregeling extramurale behandeling 2017 Pagina 1 van 11 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1: Uitgangspunten 1.1 Doelstelling 3 1.2 Definities 3 1.3 Procedures

Nadere informatie

Model Subsidieregeling kinderopvang

Model Subsidieregeling kinderopvang Model Subsidieregeling kinderopvang Leeswijzer modelbepalingen - [ ] of (bijvoorbeeld) [iets] = door gemeente in te vullen, zie bijvoorbeeld artikel 3. - [iets OF iets] = door gemeente te kiezen, zie bijvoorbeeld

Nadere informatie

ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING GEMEENTE MAASTRICHT 2015

ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING GEMEENTE MAASTRICHT 2015 ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING GEMEENTE MAASTRICHT 2015 Algemene subsidieverordening gemeente Maastricht 2015 1 INHOUD Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen... 3 Artikel 1 Definities... 3 Artikel 2 Wettelijke

Nadere informatie

Regeling subsidie armoedebeleid gemeente Oisterwijk 2019.

Regeling subsidie armoedebeleid gemeente Oisterwijk 2019. GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Oisterwijk Nr. 205711 27 september 2018 Regeling subsidie armoedebeleid gemeente Oisterwijk 2019 Wij willen dat geen van de inwoners van de gemeente Oisterwijk

Nadere informatie

SUBSIDIEVERORDENING PEUTERPROGRAMMA GEMEENTE ECHT-SUSTEREN 2013

SUBSIDIEVERORDENING PEUTERPROGRAMMA GEMEENTE ECHT-SUSTEREN 2013 CVDR Officiële uitgave van Echt-Susteren. Nr. CVDR311130_1 23 november 2016 SUBSIDIEVERORDENING PEUTERPROGRAMMA GEMEENTE ECHT-SUSTEREN 2013 De raad van de gemeente Echt-Susteren, gezien het voorstel van

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 33 403 Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Overige fiscale maatregelen 2013) Nr. 12 TWEEDE NOTA VAN WIJZIGING Ontvangen

Nadere informatie

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, Gelet op artikel 3 van de Kaderwet VWS-subsidies; Besluit: Artikel I

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, Gelet op artikel 3 van de Kaderwet VWS-subsidies; Besluit: Artikel I Regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van houdende wijziging van de Subsidieregeling donatie bij leven in verband met verlenging van de werkingsduur en actualisering De Minister

Nadere informatie

LEIDRAAD VERANTWOORDING PROJECTSUBSIDIE IN HET KADER VAN DE DEELREGELING CULTUUREDUCATIE MET KWALITEIT IN HET PRIMAIR ONDERWIJS FONDS VOOR

LEIDRAAD VERANTWOORDING PROJECTSUBSIDIE IN HET KADER VAN DE DEELREGELING CULTUUREDUCATIE MET KWALITEIT IN HET PRIMAIR ONDERWIJS FONDS VOOR LEIDRAAD VERANTWOORDING PROJECTSUBSIDIE IN HET KADER VAN DE DEELREGELING CULTUUREDUCATIE MET KWALITEIT IN HET PRIMAIR ONDERWIJS FONDS VOOR CULTUURPARTICIPATIE 2013 2016 2013-2016 Inhoudsopgave 1. INLEIDING...

Nadere informatie

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Besluit van... houdende aanpassing van het Besluit rechtsbijstand- en toevoegcriteria en enkele andere besluiten terzake van een aantal onderwerpen van diverse aard (Verzamelbesluit rechtsbijstand 2009)

Nadere informatie

Algemene subsidieverordening gemeente Harlingen 2015

Algemene subsidieverordening gemeente Harlingen 2015 Algemene subsidieverordening gemeente Harlingen 2015 Artikel 1. Begripsomschrijvingen a. Activiteit: het resultaat van samenhangend handelen van een organisatie, meetbaar in tijd, kwantiteit, kwaliteit

Nadere informatie

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zutphen,

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zutphen, GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Zutphen Nr. 223687 21 december 2017 Regeling van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zutphen houdende bepalingen over het subsidiëren

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 20695 21 juli 2015 Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 10 juli 2015, nr. 737412, houdende

Nadere informatie

Beleidsregel voor bekostiging gymnastiekruimte voor basisonderwijs en (voortgezet) speciaal onderwijs

Beleidsregel voor bekostiging gymnastiekruimte voor basisonderwijs en (voortgezet) speciaal onderwijs CVDR Officiële uitgave van Deventer. Nr. CVDR_ maart 0 Beleidsregel voor bekostiging gymnastiekruimte voor basisonderwijs en (voortgezet) speciaal onderwijs Het college van de gemeente Deventer; gelet

Nadere informatie

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap J.M. van Bijsterveldt-Vliegenthart,

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap J.M. van Bijsterveldt-Vliegenthart, Regeling van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 29-04-2008, nr. VO/S&O/6112, houdende regels voor de stimulering van de pilot projecten in het schooljaar 2008-2009 ten behoeve

Nadere informatie

(Tijdelijke stimuleringsregeling regulier maken ID-banen [Versie geldig vanaf: ])

(Tijdelijke stimuleringsregeling regulier maken ID-banen [Versie geldig vanaf: ]) Staatscourant 14-02-2003, 37. Regeling houdende regels met betrekking tot verstrekking van een eenmalige subsidie aan werkgevers die een dienstbetrekking als bedoeld in het Besluit in- en doorstroombanen

Nadere informatie

PROVINCIAAL BLAD VAN LIMBURG 2011/14

PROVINCIAAL BLAD VAN LIMBURG 2011/14 PROVINCIAAL BLAD VAN LIMBURG 2011/14 Officiële naam regeling: Nadere subsidieregels lokale maatregelen luchtkwaliteit Limburg 2006-2012 Citeertitel: zie officiële naam regeling Naam ingetrokken regeling:

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 28226 3 juni 2016 Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 25 mei 2016, nr. 935426, houdende

Nadere informatie

Onderwerp: Vaststelling Algemene subsidieverordening Purmerend 2014

Onderwerp: Vaststelling Algemene subsidieverordening Purmerend 2014 De raad van de gemeente Purmerend; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 18 maart 1014, nr. 1104516; gelet op titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht; overwegende dat: - de sinds

Nadere informatie

Algemene subsidieverordening 2014

Algemene subsidieverordening 2014 Algemene subsidieverordening 2014 De raad van de gemeente Reimerswaal; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 30 april 2014, 14.008846, inzake de Algemene subsidieverordening

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Nr. Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. 9754 2 juli 2009 Regeling van de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer en de Minister voor

Nadere informatie

Accountantsprotocol subsidievaststelling ADL-assistentie 2017

Accountantsprotocol subsidievaststelling ADL-assistentie 2017 Accountantsprotocol subsidievaststelling ADL-assistentie 2017 Pagina 1 van 10 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1: Uitgangspunten 1.1 doelstelling 3 1.2 definities 3 1.3 procedures 3 Hoofdstuk 2 Verantwoording van

Nadere informatie

Beleidsregel subsidiëring medisch haalbaarheidsonderzoeken in letselschadezaken

Beleidsregel subsidiëring medisch haalbaarheidsonderzoeken in letselschadezaken Beleidsregel subsidiëring medisch haalbaarheidsonderzoeken in letselschadezaken Directie Toegang Rechtsbestel/5362391/05/DTR/12 juli 2005 5362391 Bijlage De Minister van Justitie, Gelet op artikel 4:23,

Nadere informatie

Wijziging Stimuleringsregeling vacaturevervulling door. i.v.m. vaststelling nieuwe bijlagen 6 en 7

Wijziging Stimuleringsregeling vacaturevervulling door. i.v.m. vaststelling nieuwe bijlagen 6 en 7 SZW Wijziging Stimuleringsregeling vacaturevervulling door werklozen en met werkloosheid bedreigde werknemers i.v.m. vaststelling nieuwe bijlagen 6 en 7 3 mei 2002/nr. AAM/BR/2002/27950a Directie Algemeen

Nadere informatie

behorend bij de Subsidieregeling stageplaatsen zorg II

behorend bij de Subsidieregeling stageplaatsen zorg II Accountantsprotocol behorend bij de Subsidieregeling stageplaatsen zorg II Dit Accountantsprotocol is op maat gemaakt voor de Subsidieregeling stageplaatsen zorg II. Het betreft het volgende product, genoemd

Nadere informatie

Beleidsregel subsidie Peuteropvang en Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE)

Beleidsregel subsidie Peuteropvang en Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE) CVDR Officiële uitgave van Bronckhorst. Nr. CVDR467596_1 1 mei 2018 Beleidsregel Subsidie Peuteropvang en Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE) Het College van burgemeester en wethouders van de gemeente

Nadere informatie

behorend bij de aanvraag instellingssubsidie inzake Subsidieregeling huisvestingslasten gesloten jeugdhulp

behorend bij de aanvraag instellingssubsidie inzake Subsidieregeling huisvestingslasten gesloten jeugdhulp Accountantsprotocol behorend bij de aanvraag instellingssubsidie inzake Subsidieregeling huisvestingslasten gesloten jeugdhulp Dit Accountantsprotocol is op maat gemaakt voor de aanvraag van instellingssubsidie

Nadere informatie

Gelet op het bepaalde in de artikelen 147 en 149 van de Gemeentewet en titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht;

Gelet op het bepaalde in de artikelen 147 en 149 van de Gemeentewet en titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht; ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING ALMERE 2011 De raad van de gemeente Almere; Gezien het voorstel van het college; Gelet op het bepaalde in de artikelen 147 en 149 van de Gemeentewet en titel 4.2 van de Algemene

Nadere informatie

Naam regeling: Algemene Subsidieverordening gemeente Zundert Citeertitel: Algemene Subsidieverordening gemeente Zundert 2011

Naam regeling: Algemene Subsidieverordening gemeente Zundert Citeertitel: Algemene Subsidieverordening gemeente Zundert 2011 Zundertse Regelgeving Wetstechnische informatie Rubriek: Maatschappelijke Zorg en Welzijn Naam regeling: Algemene Subsidieverordening gemeente Zundert 2011 Citeertitel: Algemene Subsidieverordening gemeente

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds De Subsidieregeling publieke gezondheid wordt als volgt gewijzigd:

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds De Subsidieregeling publieke gezondheid wordt als volgt gewijzigd: STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 19500 11 juli 2014 Regeling van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 4 juli 2014, kenmerk 639561-123149-PG,

Nadere informatie

Subsidieverordening Hollands Kroon

Subsidieverordening Hollands Kroon Subsidieverordening Hollands Kroon De gemeenteraad van Hollands Kroon, Besluit: vast te stellen de navolgende 1. ALGEMENE BEPALINGEN 1.1 Begripsomschrijvingen Artikel 1 Begripsomschrijvingen Bij de toepassing

Nadere informatie

Algemeen verbindend voorschrift

Algemeen verbindend voorschrift OCenW-Regelingen Beroepsonderwijs (JOB) en Regeling houdende een subsidieregeling voor leerlingen deelnemersorganisaties binnen het voortgezet onderwijs (vo) en het beroepsonderwijs en volwasseneneducatie

Nadere informatie

Algemene subsidieverordening Gemeente Werkendam 2012

Algemene subsidieverordening Gemeente Werkendam 2012 Algemene subsidieverordening Gemeente Werkendam 2012 De raad van de gemeente Werkendam, gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 13 november 2012, gelet op - artikel 149

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Nr. Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. 13987 18 september 2009 Regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 11 september 2009, nr. PG/OGZ-2954022,

Nadere informatie

Notitie Subsidiering Peuteropvang gemeente Krimpen aan de IJssel

Notitie Subsidiering Peuteropvang gemeente Krimpen aan de IJssel Notitie Subsidiering Peuteropvang gemeente Krimpen aan de IJssel Inleiding In deze notitie geeft de gemeente Krimpen aan de IJssel weer hoe zij vanaf 2019 Peuteropvang en Voor- en Vroegschoolse Educatie

Nadere informatie

behorend bij de Subsidieregeling Abortusklinieken

behorend bij de Subsidieregeling Abortusklinieken Controleprotocol behorend bij de Subsidieregeling Abortusklinieken Dit controleprotocol is op maat gemaakt voor de subsidieregeling abortusklinieken, waarbij rekening is gehouden met de Handreiking controleprotocollen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1995 1996 24 606 Het onderbrengen van de zorg, bestaande uit duurzaam verblijf en verzorging in een verzorgingshuis, in de aanspraken op grond van de Algemene

Nadere informatie

Algemene subsidieverordening Haaksbergen (9.16b)

Algemene subsidieverordening Haaksbergen (9.16b) Algemene subsidieverordening Haaksbergen (9.16b) Samenvatting Deze verordening geeft aan welke begrippen bij subsidies worden gebruikt, welke soorten subsidies er zijn, welke regels er gelden voor aanvragen,

Nadere informatie

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, Gelet op artikel 3 van de Kaderwet VWS-subsidies; Besluit: 1. Algemeen

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, Gelet op artikel 3 van de Kaderwet VWS-subsidies; Besluit: 1. Algemeen Doorlopende tekst Subsidieregeling zorgopleidingen 2e tranche (na doorvoering van de wijziging die is opgenomen in Staatscourant 2011, nr. 14323 van 5 augustus 2011) De Minister van Volksgezondheid, Welzijn

Nadere informatie

1/3-regeling wijk- en buurtaccommodaties gemeente Hellendoorn. gezien het voorstel van het college van Burgemeester en Wethouders van 16 mei 2006;

1/3-regeling wijk- en buurtaccommodaties gemeente Hellendoorn. gezien het voorstel van het college van Burgemeester en Wethouders van 16 mei 2006; CVDR Officiële uitgave van Hellendoorn. Nr. CVDR19132_1 29 maart 2016 1/3 regeling wijk- en buurtaccommodaties gemeente Hellendoorn De raad van de gemeente Hellendoorn; gezien het voorstel van het college

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 17546 28 juni 2013 Regeling van de Minister voor Wonen en Rijksdienst van 21 juni 2013, nr. 2013-0000352681 tot wijziging

Nadere informatie

Verordening huisvestingsvoorzieningen primair onderwijs Amsterdam

Verordening huisvestingsvoorzieningen primair onderwijs Amsterdam Bijlage IV Financiële normering De financiële normering valt uiteen in drie delen: deel A: vergoeding op basis van normbedragen; deel B: vergoeding op basis van feitelijke kosten; deel C: bepaling medegebruiktarief.

Nadere informatie

Gedeputeerde Staten van Flevoland;

Gedeputeerde Staten van Flevoland; 2016-51 Nummer 1956346 Derde wijziging Subsidieverordening Natuur- en Landschapsbeheer Flevoland 2016 Gedeputeerde Staten van Flevoland maken gelet op het bepaalde In artikel 136 van de Provinciewet bekend

Nadere informatie

VOORSTEL AAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN DE GEMEENTE ROERMOND

VOORSTEL AAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN DE GEMEENTE ROERMOND gemeente Roermond VOORSTEL AAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN DE GEMEENTE ROERMOND datum indiening: 9 oktober 2013 datum/agendapunt B&Wvergadering: 221013/201 afdeling: Welzijn Onderwerp: Stichting ECl

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Gelet op artikel 12, tweede lid, van de Wet Centraal Orgaan opvang asielzoekers;

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Gelet op artikel 12, tweede lid, van de Wet Centraal Orgaan opvang asielzoekers; STAATSCOURANT Nr. Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. 850 24 november 2008 Regeling van de Staatssecretaris van Justitie van 12 november 2008, nr. 5557004/08, houdende bepalingen

Nadere informatie

Wijziging van de Regeling Wfsv en enkele andere regelingen

Wijziging van de Regeling Wfsv en enkele andere regelingen SZW Wijziging van de Regeling Wfsv en enkele andere regelingen Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 25 augustus 2008, nr. UB/A/2008/23285, tot wijziging van de Regeling Wfsv

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1995 55 Besluit van 27 januari 1995, houdende wijziging van een aantal algemene maatregelen van bestuur op grond van de Interimwet op het speciaal

Nadere informatie

Verordening Bedrijveninvesteringszone Cruquius 2017

Verordening Bedrijveninvesteringszone Cruquius 2017 gemeente Haarlemmermeer Verordening Bedrijveninvesteringszone Cruquius 2017 De raad van de gemeente Haarlemmermeer; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 6 september 2016,

Nadere informatie

Vast te stellen het volgende in artikel 14 van de Subsidieverordening Rotterdam 2014 bedoelde SVR2014-subsidiecontroleprotocol.

Vast te stellen het volgende in artikel 14 van de Subsidieverordening Rotterdam 2014 bedoelde SVR2014-subsidiecontroleprotocol. Bijlage bij Subsidieverordening Rotterdam 2014 Het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Rotterdam, Gelet op artikel 14 van de Subsidieverordening Rotterdam 2014; Besluiten: Vast te stellen

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 24795 6 mei 2019 Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 25 april 2019 nr. WJZ/6093459, houdende

Nadere informatie

BELEIDSREGEL GEMEENTELIJKE TEGEMOETKOMING (KOA-kopje) IN DE KOSTEN KINDEROPVANG 2013 GEMEENTE MENTERWOLDE

BELEIDSREGEL GEMEENTELIJKE TEGEMOETKOMING (KOA-kopje) IN DE KOSTEN KINDEROPVANG 2013 GEMEENTE MENTERWOLDE BELEIDSREGEL GEMEENTELIJKE TEGEMOETKOMING (KOA-kopje) IN DE KOSTEN KINDEROPVANG 2013 GEMEENTE MENTERWOLDE HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1 Begripsbepalingen 1. Alle begrippen die in deze beleidsregel

Nadere informatie