Perinatale gegevens Bolle Buik Vroedvrouwenteam

Transcriptie

1 Perinatale gegevens Bolle Buik Vroedvrouwenteam

2 Inleiding: Het Bolle Buik vroedvrouwenteam bestaat ruim 20 jaar en heeft van de laatste 5 jaar statistische gegevens bijgehouden. Het betreft gegevens van 2010 tot en met Het vroedvrouwenteam heeft intussen een jarenlange kennis en expertise ontwikkeld wat betreft de begeleiding van normale zwangerschappen, arbeid- en bevalling en de kraamperiode. Het vroedvrouwenteam van Bolle Buik begeleidt enkel arbeid- en bevallingen bij a terme zwangerschappen; zijnde normale voldragen zwangerschappen tussen 37 weken en 41 weken, 6 dagen. Elke zwangerschap wordt door het vroedvrouwenteam opgevolgd volgens de aanbevelingen van het KCE: Lodewyckx K, Peeters G, Spitz B, Blot S, Temmerman M, Zhang WH, et al. Nationale richtlijn prenatale zorg: een basis voor een klinisch pad voor de opvolging van zwangerschappen. Brussel: Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE); KCE reports 6A. Het vroedvrouwenteam werkt samen met diverse zorgverleners en baseert zich op het verwijssysteem zoals het gebruikt wordt binnen het Nederlands verloskundig zorgsysteem: Het vroedvrouwenteam hecht uitermate veel belang aan een goede samenwerking met andere zorgverleners zowel intra- als extra muraal. Het begeleiden van de zwangere en haar partner vindt plaats in een sterk geïndividualiseerd zorgtraject, zoveel mogelijk rekening houdend met de wensen van het koppel gebaseerd op de principes van 'Woman-centered care'. (National Institute for Clinical Excellence (NICE). Antenatal care. National Collaborating Centre for Women s and Children s Health. Commissioned by the National Institute for Clinical Excellence. RCOG press, London, (guidance.nice.org.uk/cg62) Het vroedvrouwenteam werkt hoofdzakelijk in de ruime regio rond Leuven. De statistische gegevens van de bevallingen slaan op zowel geplande thuisbevallingen als geplande bevallingen in het ziekenhuis. Het vroedvrouwenteam begeleidt de geplande zieknhuisbevallingen voornamelijk in het Algemeen Ziekenhuis St- Maarten te Mechelen. Het vroedvrouwenteam beschikt momenteel niet over de mogelijkheid om bevallingen te begeleiden in een ziekenhuis binnen de regio Leuven. Het vroedvrouwenteam hoopt hierbij aan te kunnen tonen dat de perinatale gegevens van de laatste 5 jaar duidelijk maken dat de zorg door de vroedvrouwen van het team veilig is, met weinig medische interventies gepaard gaat en dat de vroedvrouw een belangrijke rol kan spelen in de perinatale periode. Dit werd reeds eerder aangetoond door diverse internationale studies: Alexandra Denys, Vroedvrouw

3 Enkele begrippen: Pariteit: Het aantal verlossingen dat een vrouw heeft doorgemaakt. Sectio caesarea, primair Een sectio uitgevoerd op een gepland tijdstip, bij een zwangere met intacte vliezen en niet in arbeid. Sectio caesarea, secundair Een keizersnede waartoe pas beslist werd tijdens de arbeid of de bevalling Foetale sterfte: Ieder doodgeboren kind van 500gram. Vroeg-neonatale sterfte: Overlijden van een levend geboren kind van 500 gram, vóór de 8ste dag na de geboorte. Perinatale sterfte De som van de foetale sterfte en de vroeg-neonatale sterfte. Maternale sterfte Iedere maternale sterfte naar aanleiding van de beschreven partus, los van de oorzaak en het tijdstip van het overlijden. Bron: Perinatale Activiteiten in Vlaanderen 2013 H. Cammu, E. Martens, G. Martens, C. Van Mol, Y. Jacquemyn SPE, Brussel, 2014 Het jaarrapport 2013 met perinatale gegevens in Vlaanderen is terug te vinden: ng/spe_jaarrapport% pdf

4 Overzicht van de gegevens: 1. Zwangerschapsopvolging 2. Geplande begeleidingen van arbeid en bevalling Inleiding van de baring Sectio Transfers 3. Effectieve bevallingen door de vroedvrouw Thuisbevalling Ziekenhuisbevalling Geboortehuisbevalling (sinds 2012) Details bij de bevalling (houding bij de uitdrijving, interventies, transfers, ) Geslacht Perinatale sterfte Maternale sterfte Pariteit 4. Begeleiding van de zorg in het postpartum 5. Besluit

5 1. Zwangerschapsopvolging Moeders opgevolgd tijdens zwangerschap varierend van 1 tot 14 consultaties door de vroedvrouw in de zwangerschap Totaal aantal moeders: 703 =N eenling ,1% tweeling 6 0,9% Regionale spreiding van de prenatale zorgvraag: Aarschot: 30, Averbode: 2, Haacht: 8, Beauvechain: 3, Begijnendijk: 6, Bekkevoort: 5, Bertem: 13, Bierbeek: 11, Booischot: 3, Boortmeerbeek: 6, Bonheiden: 3, Boutersem: 4, Brussel: 21, Diest: 10, Haasrode: 4, Heist O/D Berg: 10, Herent: 49, Hever: 4, Hoegaarden: 4, Hoeilaart: 6, Holsbeek: 8, Huldenberg: 11, Hulshout: 1, Humbeek: 2, Kampenhout: 10, Keerbergen: 4, Kortenaken: 1, Kortenberg: 18, Leuven: 264, Londerzeel: 1, Lubbeek: 14, Lummen: 1, Landen: 1, Mechelen: 19, Neerijse: 1, Oud-Heverlee: 11, Overijse: 6, Putte: 3, Rotselaar: 31, Scherpenheuvel: 8, Sterrebeek: 10, Tervuren: 16, Tielt-Winge: 5, Tienen: 10, Tremelo: 10, Vilvoorde: 5, Woluwe: 7, Zaventem: 7, Zemst: 4, Wange: 1, Waver:1 2. Geplande begeleidingen van arbeid en bevalling Totaal aantal moeders: 577 Geplande en effectieve begeleiding van de arbeid: 100 Deze groep zwangeren kiest voor een begeleiding van de arbeid thuis en deels in het ziekenhuis. De bevalling wordt uitgevoerd door de gynaecoloog. De vroedvrouw draagt geen medische verantwoordelijkheid bij de bevalling en begeleidt enkel als coach. Bijgevolg hebben we geen gegevens over de uitkomsten van de bevalling zelf aangezien deze niet onder onze zorg vallen. Geplande begeleiding van de bevalling: 477 =N Deze groep zwangeren kiest ervoor om met de vroedvrouw te bevallen. De plaats van de bevalling kan thuis, in het ziekenhuis of in het geboortehuis zijn. Uitkomsten: Inleiding van de baring 5 1% Sectio 14 2,9% Transfer tijdens de arbeid 45 9,4% Effectieve bevalling begeleid door de vroedvrouw ,7% Details bij de inleiding van de baring: 5 =N Zwangerschappen opgevolgd tot voorbij 37 weken Reden van inleiding: Cholestase 2 40% Postterm 1 20% Pre-eclampsie 2 40%

6 Details bij de transfers: 45 =N Niet vorderende ontsluiting/indaling 30 66,7% Meconiaal vruchtwater 9 20% SROM (geen spontane arbeid) 1 2,22% Afwijkende hoofdligging 3 6,66% Koorts bij de moeder 1 2,22% Bradycardie baby 1 2,22% 3. Effectieve bevallingen door de vroedvrouw Totaal aantal moeders 413 =N Plaats van de bevalling: Thuisbevalling: ,4% Bevalling in Geboortehuis (sinds '12) 19 4,6% Bevalling in Ziekenhuis 70 17% Details bij de bevallingen door de vroedvrouw: 413 =N Perineum: Intact 51,6 % Ruptuur, eerstegraad 22,1% Ruptuur, tweedegraad 22,6% Ruptuur, derdegraad 0,5% Episiotomie 3,2 % Bevallingshoudingen: Onder water 16,80% Baarkruk 54,64 % All Fours 24,34% Andere houdingen (liggend,gehurkt, staand) 4,22% Epidurale analgesie: 0% Geslacht: Mannelijk 57,8% Vrouwelijk 42,2% Perinatale sterfte: 0% Maternale sterfte: 0% Pariteit: Primipara 28,3% Multipara 71,7%

7 Details bij de transfers onmiddellijk na de bevalling: 14 =N Maternale indicatie 9 64,3% Details: revisie van de pacenta 5 postpartumbloeding 2 hechten derdegraadsruptuur 2 Neonatale indicatie 5 35,7% Details: afwijking bij de baby, vastgesteld na de geboorte 3 koorts bij de baby 2 4. Begeleiding van de zorg in het postpartum Aanvraag van postpartum zorg, geregistreerd in de zwangerschap Totaal aantal moeders 703 Deze moeders werden reeds opgevolgd tijdens zwangerschap, varierend van 1 tot 14 consultaties door de vroedvrouw. Aanvraag van postpartum zorg door moeders na de bevalling zonder prenataal contact met het vroedvrouwenteam Totaal aantal moeders 1610 Deze moeders hadden een eerste contact met de vroedvrouw na de bevalling. Meest voorkomende zorgvragen zijn: begeleiding thuis na een verkort ziekenhuisverblijf (< 4 dagen), problemen bij de borstvoeding, algemene vragen rond de zorg voor de pasgeboren baby. Het aantal huisbezoeken varieert sterk, gaande van 1 huisbezoek tot een langere begeleiding bij specifieke problemen. Totaal aantal moeders begeleid in het postpartum Besluit De resultaten van deze statistische gegevens tonen enkele interessante bevindingen: De vroedvrouwen begeleiden zowel thuis- als bevallingen in het ziekenhuis en geboortehuis. Over het algemeen zijn de percentages medische interventies of transfers erg laag; 86,7% van de geplande begeleidingen bij de bevallingen bevalt ook effectief met de vroedvrouw. De medische interventies in de groep geplande bevallingen met de vroedvrouw zijn erg laag in vergelijking met de perinatale gegevens in Vlaanderen (jaarrapport SPE, 2013). Het aantal sectio's bedraagt slechts 2,9% wat ver onder het sectio cijfer ligt van de perinatale gegevens Vlaanderen 2013 (21%). Uiteraard betreft het een groep zwangeren die geselecteerd is op basis van risicostratificatie in de zwangerschap. Het gaat enkel om normale, a terme zwangerschappen. Toch is het ook binnen die groep opvallend dat ondermeer het episiotomie cijfer erg laag ligt; met 3,2% liggen we ver onder het Vlaams gemiddelde dat stagneert bij 51,9% (jaarrapport SPE, 2013). De vraag naar epidurale analgesie is minimaal. Bij de effectieve bevallingen uitgevoerd door de

8 vroedvrouw is deze onbestaand. Uiteraard is er wel een kleine groep zwangeren die tijdens de arbeid doorgestuurd wordt naar het ziekenhuis owv een niet vorderende ontsluiting. De uitkomst wat epidurale analgesie betreft bij deze groep, werd niet in deze gegevens opgenomen. Wat ook opvalt is de sterke variëteit aan bevallingshoudingen wat geheel in de lijn ligt met de aanbevelingen van het KCE; De liggende houding (die cultureel gezien nog vaak geassocieerd wordt met een normale bevalling) wordt in minder dan 4,22% toegepast. De verticale houding is de meest gebruikte houding; dit is zowel voor de moeder als de foetus een bevorderende houding bij de uitdrijving en duidt op een actieve betrokkenheid van de moeder bij de baring. Het Bolle Buik vroedvrouwenteam heeft reeds meer dan 20 jaar ervaring bij het begeleiden van normale zwangerschappen en bevallingen. Het bijhouden van statistische gegevens kan een hulpmiddel zijn bij de vraag naar een verdere samenwerking met de ziekenhuizen in de regio Leuven. Het aantal moeders dat door de vroedvrouw reeds in de zwangerschap gezien kan worden kan stijgen wat nuttig is bij de voorbereiding tot de verkorte ligdagduur na de bevalling die vanaf 2015 slechts 3 dagen meer bedraagt. Om een goede continuïteit te bewaren bij de zwangeren die een normale zwangerschap kennen en met het oog op een vermindering van het aantal medische interventies blijft het vroedvrouwenteam vragende partij om binnen de ziekenhuizen van de regio Leuven ook zelfstandig bevallingen te begeleiden. De vroedvrouw kan een sterke meerwaarde zijn bij de begeleiding van de normaal evoluerende zwangerschappen en bevallingen. Bolle Buik Vroedvrouwenteam, Leuven, 16 april info@bollebuik.be