Bijlage 2 bij Evaluatienota Schuldhulpverlening: Verslag landelijke ontwikkelingen

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Bijlage 2 bij Evaluatienota Schuldhulpverlening: Verslag landelijke ontwikkelingen"

Transcriptie

1 In deze bijlage treft u de samenvattingen aan van de geraadpleegde literatuur. Deze zijn daar waar toegestaan één op één overgenomen. Evaluatierapport Berenschot Wet gemeentelijke schuldhulpverlening Drie en een half jaar na invoering van de Wgs is de belangrijkste conclusie: 1. De Wgs heeft bijgedragen aan de beoogde kwaliteitsbodem, maar die is nog maar ten dele gelegd. De Wgs heeft als doel het leggen van een kwaliteitsbodem in de gemeentelijke schuldhulpverlening met onder meer bepalingen over het realiseren van brede toegankelijkheid, het beperken van wacht- en doorlooptijden, het realiseren van integrale schuldhulpverlening onder regie van de gemeente en het op de politieke agenda zetten van de gemeentelijke schuldhulpverlening. De Wgs wil daarnaast een inhaalslag bewerkstelligen bij gemeenten die de schuldhulpverlening niet of beperkt hadden ingevuld. Onze conclusie is dat de Wgs met de daarin opgenomen instrumenten en verplichtingen in belangrijke mate heeft bijgedragen aan de beoogde kwaliteitsbodem in de gemeentelijke schuldhulpverlening. Vanaf 2012 is er op het gebied van de schuldhulpverlening op belangrijke onderdelen onmiskenbaar vooruitgang geboekt in de aanpak. Gemeenten hebben meer grip op de uitvoering, ze hebben hun regierol versterkt, ze zijn meer integraal gaan werken, ze hebben het pakket schuldhulpverlening verbreed en daarbij vaker preventie en vroegsignalering ingezet, en ze bieden meer maatwerk. Tegelijk is er, zoals gemeenten zelf ook beamen, nog veel verbetering mogelijk op het terrein van sturing, toegang, transparantie in de prestaties en cliënten-stromen en het bieden van gestandaardiseerd maatwerk. Het is nog niet onomstotelijk vast te stellen in hoeverre de Wgs eraan heeft bijgedragen dat de dat de gemeentelijke schuldhulpverlening vaker resulteert in een adequate oplossing voor mensen met problematische schulden. Het is aannemelijk dat met de doorgevoerde verbeteringen burgers met schuldenproblemen beter geholpen worden. Naast schuldregeling kan stabilisatie of inzet van andere instrumenten beschouwd worden als adequate schuldhulpverlening. We weten echter niet hoeveel mensen tussen hulpvraag en aanbod uitvallen, en of dat er minder zijn geworden. Ook is niet duidelijk in welke mate het bereik van mensen met problematische schulden nog verder verbeterd zou kunnen worden. En er liggen nog belangrijke opgaven voor de schuldhulpverlening aan verschillende doelgroepen, zoals weinig redzame mensen die langdurige begeleiding nodig hebben, zzp ers en jongeren. Van de factoren die een negatieve invloed hebben op de uitvoering van de schuldhulpverlening en op de resultaten, ligt een deel binnen en een deel buiten de invloedssfeer van de gemeenten en ook buiten die van de Wgs. Gemeenten zien binnen de huidige kaders voor zichzelf nog zeker verbetermogelijkheden. Maar zij geven ook aan dat er belangrijke belemmerende factoren voor het meer en beter helpen van burgers buiten hun directe invloedssfeer liggen. Vaak genoemde factoren zijn wetgeving, de complexiteit van het toeslagensysteem, inkomensontwikkelingen en de positie van overheidsschuldeisers. Bovenstaande leidt tot de algehele conclusie dat de beoogde kwaliteitsbodem dus nog niet helemaal is gerealiseerd. Deelconclusies van het onderzoek zijn: 2. Het overgrote deel (98%) van de gemeenten heeft een beleidsplan schuldhulpverlening, maar nog niet alle in de wet genoemde onderwerpen komen daarin aan bod. Dat is een grote stap vooruit in vergelijking met 2012, want slechts 15% van de gemeenten had ook al voor 2012 een beleidsplan schuldhulpverlening. Kijkend naar de inhoud van die beleidsplannen, komen bij een deel van de gemeenten (afhankelijk van het onderwerp 18 tot 38%) echter nog niet alle in de wet voorgeschreven onderwerpen ook terug in het beleidsplan. 1

2 De politieke aandacht voor de schuldhulpverlening blijkt met de komst van de wet binnen gemeenten in de afgelopen jaren wel onmiskenbaar te zijn toegenomen. 3. Gemeenten hebben hun regierol versterkt en ze hebben meer grip op de schuldhulpverlening. Gemeenten hebben mede als gevolg van de Wgs meer taken naar zich toe getrokken en sturen strakker op taken die ze uitbesteden. Ook de regierol vullen de gemeenten sinds de invoering van de wet krachtiger in. Gemeenteraden vullen hun toetsende en controlerende rol wel in, maar de mate waarin ze daadwerkelijk sturen en de mate waarin ze kaders stellen is nog beperkt. Gemeenten zien zelf het verder versterken van hun regierol als één van de belangrijke opgaven voor de komende jaren. 4. Sinds 2012 is het pakket schuldhulpverleningsinstrumenten verbreed en gemeenten zeggen meer maatwerk te leveren. Gemeenten bieden een breder pakket schuldhulpverleningsinstrumenten aan dan in 2012 en zij hebben, vooral in de diagnosefase, meer taken naar zich toe getrokken. Op het punt van de inzet van preventie en vroegsignalering hebben gemeenten aanzienlijk meer activiteiten ontplooid. Voor nazorg geldt dat die wel meer aandacht heeft gekregen van gemeenten, maar dat de concrete invulling ervan nog niet goed ontwikkeld is. Het aandeel schuldregelingen is volgens de cijfers van NVVK landelijk gezien afgenomen ten gunste van het aandeel van stabilisatietrajecten. Dat is toe te schrijven aan het feit dat lang niet alle schulden regelbaar zijn en dat in lang niet alle gevallen het regelen van schulden volgens de gemeenten het beste antwoord is op de hulpvraag. 5. De integraliteit in de uitvoering is mede dank zij de Wgs toegenomen. Gemeenten hebben vooruitgang geboekt op de integraliteit van het schuldhulpverleningsaanbod. Er is de voorbije jaren meer samenhang aangebracht, zowel binnen het pakket schuldhulpverlening als tussen schuldhulpverlening en ander hulpaanbod binnen gemeenten. Het werken aan meer integraliteit in de schuldhulpverlening hangt nauw samen met de ambities van gemeenten in het kader van de drie decentralisaties (jeugdzorg, AWBZ/Wmo en Participatiewet) om in het bredere sociale domein een meer integrale benadering te bewerkstelligen. Gemeenten zijn nog volop bezig om die integraliteit verder te vergroten, zowel in de schuldhulpverlening als in het bredere sociale domein. 6. Gemeenten spannen zich in voor een brede toegang, maar het is moeilijk hard te maken in welke mate ze daar ook in slagen. De brede toegang is een vitaal punt in de uitvoering, omdat de groep mensen met problematische schulden in Nederland in de afgelopen jaren verder is gegroeid en omdat slechts een deel van die totale groep in beeld blijkt te zijn bij gemeenten of hulpverlening. Een belangrijke vraag met betrekking tot de toegang is of de mensen die hulp willen, ook daadwerkelijk binnen kunnen komen bij de gemeentelijke schuldhulpverlening en in welke mate gemeenten actief zijn om de groep met problematische schulden binnen te krijgen. Ruim de helft (53%) 1 van de gemeenten geeft in de enquête aan een voorselectie toe te passen in de toegang tot schuldhulpverlening1. Bij die voorselectie valt een wisselend percentage af (gemiddeld ongeveer de helft). Vervolgens vindt bij een deel van de gemeenten ook selectie plaats bij formele aanvraag waarbij die gemeenten aangeven dat daarbij ca 10-20% afvalt. Gemeenten geven in de gesprekken aan dat ze zich inspannen om zoveel mogelijk mensen een aanbod te doen en dat ook zo vroeg mogelijk te doen. Dat past in hun 1 Kanttekening hierbij is dat we deze vraag alleen hebben gesteld aan de gemeenten die aangaven dit percentage te kunnen baseren op hun registratie. Dat was ongeveer 1/3 e van de respondenten. 2

3 streven om escalatie van problemen zoveel mogelijk te voorkomen. Dat aanbod van een gemeente hoeft echter niet altijd schuldhulpverlening zijn; het kan ook een ander hulpaanbod betreffen dat niet onder de brede definitie van schuldhulpverlening valt. Het probleem van de registratie rond de toegang is niet alleen dat er in de gemeentelijke registratie geen totaaloverzicht is van het gedane aanbod (schuldhulpverlening of een alternatief aanbod) maar ook dat gemeenten in hun registraties verschillend definiëren wat al dan niet onder schuldhulpverlening valt. Veel gemeenten labelen activiteiten pas als schuldhulpverlening als de stap naar een schuldregeling gemaakt wordt. En ook het afgeven van een beschikking lijkt regelmatig aan dat moment gekoppeld te worden. Daardoor geven dus de afgegeven beschikkingen geen inzicht in hoeveel mensen uitvallen tussen het moment dat zij hun hulpvraag hebben gesteld en het moment dat ze een hulpaanbod hebben gekregen, of in welke mate de hulpvragers een aanbod hebben gehad. Wat op dit moment ook nog bijdraagt aan de onduidelijkheid over de toegang is dat de praktijk van de wijkteams nog in ontwikkeling is, waardoor er geen totaaloverzicht is over de verschillende stromen in de toegang. 7. De wettelijke verplichting voor gemeenten om beschikkingen af te geven, levert in de praktijk problemen op. Gemeenten gaan verschillend om met het moment van afgeven van de beschikkingen en met het juridische gehalte ervan. Op basis van de casestudies bij gemeenten hebben we de indruk dat veel gemeenten uit pragmatische overwegingen pas beschikkingen afgeven als er een schuldregelingstraject start of eindigt, of als een vergelijkbaar formeel traject wordt ingezet. Niet duidelijk is of bij de inzet van een nieuw instrument opnieuw een beschikking afgegeven zou moeten worden. Bij de wijze waarop gemeenten omgaan met beschikkingen staan ze voor een afweging tussen het risico van juridisering en de formele verplichting en waarborging van de rechtszekerheid van burgers. De formalisering als gevolg van het van kracht worden van de Algemene wet bestuursrecht biedt gemeenten dus enerzijds houvast in de uitvoering, maar anderzijds blijken gemeenten ook onzeker te zijn over wat nu al dan niet wettelijk verplicht is in het kader van de Algemene wet bestuursrecht. 8. Gemeenten hanteren naast de in de Wgs genoemde weigeringsgronden ook andere, maar geven zelf aan daar in de uitvoering ruimhartig mee om te gaan. Met de invoering van de Wgs hebben gemeenten hun weigeringsgronden expliciet benoemd en zijn die vervolgens ook gaan toepassen. De wet heeft het expliciet maken van weigeringsgronden bevorderd. Gemeenten zijn na de invoering van de wet meer en explicietere weigeringsgronden gaan hanteren, maar we hebben niet kunnen vaststellen of gemeenten na de invoering van de Wgs die weigeringsgronden al dan niet strenger zijn gaan hanteren, zoals door cliëntenorganisaties en kennisinstellingen 2 wel is gesignaleerd. Gemeenten geven zelf aan dat zij er naar streven om zoveel mogelijk mensen toe te laten, mede om verdere escalatie van problemen te voorkomen. We hebben niet kunnen toetsen of gemeenten zoals de wet voorschrijft altijd een individuele afweging maken en dus geen groepen uitsluiten. 9. De beperking van de wachttijd is ten dele gerealiseerd; het grootste deel (80%) van de gemeenten geeft, zoals de wet voorschrijft, de hulpvrager inzicht in de doorlooptijd. Het merendeel (62%) van de gemeenten zegt er in te slagen de wachttijd 3 binnen de vier weken termijn te houden. Bij 38% is er dus volgens hun eigen opgave sprake van een 2 In het kader van dit onderzoek hebben we gesproken met lectoren of onderzoekers van drie kennisinstellingen, namelijk Hogeschool Utrecht, Hogeschool van Amsterdam en Universiteit Groningen, zie ook bijlage De tijd tussen hulpvraag en het eerste gesprek waarin de hulpvraag wordt vastgesteld en aan een oplossing gewerkt gaat worden 3

4 bepaalde mate van overschrijding. Ook bij de gemeenten die er in slagen de wachttijd te beperken tot maximaal vier weken, wordt daarmee toch niet altijd het beoogde effect bereikt dat de hulpvrager sneller geholpen wordt dan voor de inwerkingtreding van de wet. De gemeenten hanteren ten aanzien van de wachttijden namelijk uiteenlopende definities. Daardoor kan het ook voorkomen dat de wachttijd zoals die wettelijk is gedefinieerd feitelijk anders is (dat kan langer zijn maar ook korter) dan lijkt uit hun opgave, of dat de wachttijd zich verplaatst naar de volgende stappen in het proces. Het merendeel (61%) van de gemeenten probeert te sturen op verkorting van de doorlooptijden. 80% van de gemeenten geeft de hulpvrager inzicht in de doorlooptijden. Het verkorten van doorlooptijden is geen doel op zichzelf: als een bepaalde langere doorlooptijd nodig is om het doel te bereiken, is er geen mogelijkheid die te verkorten. Wel moet dan voor betrokkenen helder zijn waarom die langere doorlooptijd nodig is. Alle bij een schuldregeling betrokken partijen (schuldhulpverlener, schuldenaar en schuldeisers) ervaren de doorlooptijden als te lang. Schuldhulpverleners hebben vaak veel tijd nodig om alle schuldeisers mee te krijgen en alle benodigde informatie boven tafel te krijgen van de kant van de schuldenaar, de schuldeisers en de overheid zelf. Schuldeisers vinden dat bij een schuldregeling het in kaart brengen van de situatie aan de kant van de schuldhulpverlening te lang duurt en zouden eerder een schikkingsvoorstel willen krijgen. Gemeenten zijn voor wat betreft de doorlooptijden voor het regelen van schulden afhankelijk van de medewerking van schuldeisers en van de informatie die schuldenaren hebben. 10. Schuldeisers missen bij veel gemeenten nog de minimale mate van standaardisatie die nodig is voor efficiënte samenwerking rond vroegsignalering. Schuldeisers en koepels blijken wel bereid om nog meer te investeren in de samenwerking, met name rond vroegsignalering, maar zij zouden erg gebaat zijn bij meer standaardisatie, met name rond de gegevensuitwisseling die nodig is in de samenwerking rond de vroegsignalering. Schuldeisers geven als belangrijk aandachtspunt mee dat de regelgeving op het terrein van privacy de huidige gegevensuitwisseling regelmatig in de weg staat en zij zouden graag zien dat in de Wgs of in andere regelgeving expliciet ruimte voor gegevensuitwisseling gecreëerd wordt. 11. De invloed van de Wgs is voor de andere betrokken partijen minder zichtbaar dan voor gemeenten. De Wgs is gericht op gemeenten en dat verklaart voor een deel waarom de invloed van de Wgs voor andere betrokken spelers zoals schuldeisers en vrijwilligersorganisaties minder zichtbaar is dan voor gemeenten. In de ogen van veel schuldeisers is de keerzijde van de beleidsvrijheid in de Wgs dat die in de hand heeft gewerkt dat de diversiteit zo groot is. Het vertrouwen van schuldeisers in de schuldhulpverlening lijkt, gezien de samenwerkingsovereenkomsten en convenanten die in de afgelopen jaren zijn afgesloten, wel toegenomen, maar er is ook nog veel kritiek op de uitvoering van de gemeentelijke schuldhulpverlening. Het totale beeld van de uitvoering is in hun ogen erg versnipperd door de verschillen tussen gemeenten, de aanloop naar een plan of hulp duurt in hun ogen te lang, ze hebben vaak nog te weinig zicht op wat er gebeurt tijdens een traject en ze missen bij veel gemeenten nog een minimale mate van standaardisatie die de samenwerking rond gegevensuitwisseling in het kader van vroegsignalering zou vergemakkelijken. Een belangrijk aandachtspunt dat in veel gesprekken wordt genoemd is kwaliteit. Schuldeisers en koepelorganisaties van schuldeisers, zoals de Koninklijke Beroepsorganisatie van Gerechtsdeurwaarders (KBvG) en de Nederlandse Vereniging van Incasso-ondernemingen (NVI), constateren in de breedte van de Nederlandse gemeenten gebrek aan herkenbare, constante en betrouwbare kwaliteit. Kanttekening daarbij is dat de verschillende spelers rond de schuldhulpverlening vanuit hun positie en belang ieder een eigen invulling geven aan het 4

5 begrip kwaliteit. Voor schuldeisers zijn snelheid en slagvaardigheid belangrijk. Voor vrijwilligersorganisaties is een heldere rolverdeling belangrijk. Vrijwilligersorganisaties, die een steeds grotere rol spelen in de schuldhulpverlening, missen aan de gemeentelijke kant vaak voldoende duidelijke kaders waarbinnen zij hun rol goed kunnen vervullen. Voor kennisinstellingen en gemeenten zijn expertise en professionaliteit belangrijk. Kennispartners geven ook aan dat in de aanpak de gedragsmatige component sterker meegewogen zou moeten worden en dat het in de uitvoering nog schort aan voldoende expertise op dat punt. Voor cliëntenorganisaties zijn naast de expertise en professionaliteit van de schuldhulpverleners, ook toegang en bejegening belangrijk. Cliëntenorganisaties wijzen erop dat er vaak nog een te grote afstand is tussen de systeemwereld van gemeenten - en de leefwereld van burgers. Daarmee bedoelen ze dat het denken in regels en rechtmatigheid en de bureaucratische invalshoek van veel gemeenten niet voldoende aansluit op leef- en belevingswereld van burgers. Pamflet VNG, Divosa, NVVK en de MOgroep Het bestaande stelsel van wet- en regelgeving waarbinnen schuldhulpverlening moet werken, is onwerkbaar en niet efficiënt. Het stelsel belemmert mensen om uit hun schulden te komen. En nog erger: het stelsel veroorzaakt meer of nieuwe schulden. VNG, Divosa, NVVK en de MOgroep hebben de handen ineengeslagen en doen in dit pamflet concrete voorstellen voor verbetering, ook van de eigen aanpak. Maar op meerdere terreinen zijn toch wetswijzigingen nodig. Actieve deelname van burgers aan de samenleving is een breed gedragen ambitie. Schulden belemmeren burgers om die ambitie waar te maken. Goede randvoorwaarden van het Rijk Om een succes te maken van een effectievere aanpak van armoede en schulden hebben gemeenten goede randvoorwaarden nodig van het Rijk. Daarom vragen wij u om actief aan de slag te gaan met onze voorstellen en obstakels in wet- en regelgeving weg te nemen. Alleen dan kunnen wij samen dit groeiende maatschappelijke probleem effectiever bestrijden. Wij vragen u dan ook om: Preventie en vroegsignalering Financiële educatie in het onderwijscurriculum, zodat de financiële weerbaarheid onder jongeren wordt vergroot. De overheid als schuldeiser Opheffen preferenties en andere bijzondere incassobevoegdheden van overheden en andere publieke instellingen. Correct toepassen en vereenvoudigen van de beslagvrije voet. Afschaffen bronheffing en de mogelijkheid bieden voor een aanvullende ziektekostenverzekering tijdens minnelijk traject schuldhulpverlening. Wegnemen wettelijke belemmeringen voor saneren van vorderingen, bijv. CJIB-boetes en fraudevorderingen bij uitkeringen. De overheid als systeemverantwoordelijke Wettelijk breed moratorium invoeren. Brede toegang organiseren tot het beslagregister voor de reguliere incasso en de schuldhulpverleners op grond van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs). Eén moment van betaling regelen voor diverse uitkeringen, teruggaaf inkomstenbelasting, toeslagen en vakantiegelden. Vereenvoudig het systeem van inkomensvoorzieningen en toeslagen zodat kwetsbare groepen hun weg kunnen vinden en zorg voor een bestaansminimum. 5

6 Budget armoede- en schuldenbeleid Een budget voor beschermingsbewind vanuit het Rijk en de wettelijke mogelijkheid voor gemeenten om een rechter te adviseren bij een aanvraag voor beschermingsbewind. Een toereikend budget voor het armoede- en schuldenbeleid voor gemeenten. De bijzondere bijstand wordt steeds vaker beschouwd als een logische demping voor (onvoorziene) inkomenseffecten voor inwoners (kostendelersnorm, kindregelingen, beschermingsbewind, inrichtingskosten, rechtsbijstand). Gemeenten worden geacht bezuinigingen en maatschappelijke ontwikkelingen in het brede sociale domein steeds vaker op te vangen met de bijzondere bijstand. Uit de factsheet van Divosa blijkt dat gemeenten veel meer uitgeven aan bijzondere bijstand dan zij aan budget ontvangen. Waarom is inzetten op schuldhulpverlening zo belangrijk? 80% van de vragen bij de sociale (wijk)teams en integrale intakes gaat over financiën. Wanneer iemand financiële problemen heeft, dan heeft dat direct gevolgen voor andere levensdomeinen. Schulden beïnvloeden het gedrag. Aandacht voor gedrag lijkt meer en meer de sleutel tot succes in de dienstverlening. Aanhoudende financiële problemen maken dat mensen bij de dag gaan leven. Als de aandacht gericht blijft op de rekeningen die morgen betaald moeten worden, dan verdwijnt het langetermijnperspectief1. Met de juiste ondersteuning en snelle toegang tot schuldhulpverlening kan dat veranderen. Bijna 1 op de 5 huishoudens heeft te maken met risicovolle schulden, problematische schulden of zit in een schuldhulpverleningstraject. De helft van deze groep (10% van de Nederlandse huishoudens) heeft op dit moment te kampen met problematische schulden2. Een groeiende groep met problematische schulden maakt geen gebruik van schuldhulpverlening. De groep die door hoge vaste lasten (zorg, huur), andere kosten en een ontoereikend inkomen geen of nauwelijks perspectief op een schuldenvrije toekomst heeft, wordt ook groter. Volgens het SCP is er bovendien een grote groep Nederlanders die niet mee kan komen in de steeds complexer wordende samenleving. Verder bestaat een groot gedeelte van de schulden uit vorderingen van de overheid. Ze (bronheffing, CJIB-boetes, bankbeslag) hebben een grote invloed op het ontstaan van onoplosbare schulden. De schuldhulpverlening staat onder druk; gemeenten hebben forse bezuinigingen te verwerken gekregen in het sociale domein en kunnen niet iedereen helpen. Het extra geld van het Kabinet voor armoede en schulden lijkt niet voldoende. Met name de kosten voor beschermingsbewind leggen een groot beslag op het gemeentelijk budget voor de aanpak van armoede en schulden. Wat doen gemeenten en ketenpartners nu al? Gemeenten, NVVK-leden en maatschappelijk werkers willen mensen met schulden zo goed en effectief mogelijk helpen. Dit doen wij door een brede dienstverlening aan te bieden van instrumenten en producten in de schulddienstverlening en het brede sociale domein. Denk daar bij aan: inkomensvoorzieningen, corrigeren beslagen, inhouden & doorbetalen, budgetbeheer, budgetbegeleiding, stabilisatie, verstrekken saneringskredieten en minnelijke schuldhulpverlening. Wij integreren (onderdelen van) schuldhulpverlening in het brede sociale domein, bijvoorbeeld in de sociale (wijk)teams en integrale intakes. Hier zetten we stevig op in, al is het een ingewikkelde zoektocht naar de rol- en taakverdeling en de benodigde expertise en kan onze aanpak nog beter en effectiever. En we hebben in het hele traject van preventie tot nazorg in de schuldhulpverlening veel samenwerkingspartners. 6

7 Wat gaan gemeenten en ketenpartners zelf nog meer doen? Wij vinden dat er stevige maatregelen nodig zijn om de aanpak van schulden en armoede effectiever te maken. Wij vragen gemeenten, NVVK-leden en maatschappelijke partners om vooral perspectief te blijven bieden en de schuldhulpverlening breed toegankelijk te houden. Wij gaan het volgende doen: Inzetten op preventie, vroegsignalering en financiële educatie met andere partijen en jongeren zelf. Te beginnen bij het sociaal werk en jongerenwerk en het basis-, middelbaar- en beroepsonderwijs. Meer werk maken van innovatie, professionalisering en vakmanschap. Dienstverleners, vooral in de wijkteams, moeten beschikken over actuele kennis van schuldhulpverlening en bekend zijn met motiverende gesprekstechnieken. We gaan experimenteren en leren van de bestaande onorthodoxe aanpakken. Wat werkt wel en wat niet? Hierbij kunnen we de expertise van ervaringsdeskundigen inzetten voor een betere dienstverlening en een hoger bereik. We gaan samen met wetenschappelijk onderzoekers interventies doorontwikkelen en de effecten meten van de dienstverlening, pilots en experimenten. Dit gaan VNG, Divosa, NVVK en de MOgroep doen door kennis en resultaten landelijk te delen, de handreiking 4 te actualiseren en het organiseren van intervisie en bijeenkomsten in de arbeidsmarktregio s. Gemeenten ontwikkelen alternatieven voor beschermingsbewind, zoals budgetbeheer met begeleiding en zetten in op het netwerk van bewindvoerders, maatschappelijke partners en de rechtbanken in de stad en regio. Ook hier proberen we nieuwe aanpakken uit. Vierde rapportage transitiecommissie één sociaal domein februari 2016 Met betrekking tot schulden worden in deze rapportage de volgende vragen gesteld / opmerkingen gemaakt: De TSD roept gemeenten op om de schuldenproblematiek nader te bezien in het kader van één sociaal domein en de transformatie. Dan gaat het om deskundigheid binnen integrale teams, toegang tot de tweede lijn, de link re-integratie en het goede voorbeeld geven bij het kwijtschelden van schulden. De TSD verzoekt het ministerie van SZW initiatief te nemen om een landelijk systeem van vroegsignalering te ontwikkelen. De TSD adviseert gemeenten bij het vormgeven van de schuldhulp na te gaan of er onzichtbare drempels of onlogische belemmeringen in regels zijn opgenomen waardoor groepen mensen worden uitgesloten. De commissie adviseert de rijksoverheid om ontkokerd en met een open blik met de aanpak van de schuldenproblematiek en de eigen rol daarbij aan de slag te gaan. De TSD roept de staatssecretaris van SZW op om met de ministeries van Financiën (belastingdienst), V&J (CIJB), VWS (Zvw) en met UWV en SVB tot meer samenhangende afspraken en aanpak te komen. Vijfde en slotrapportage transitiecommissie één sociaal domein juni 2016 Na onze vierde rapportage, waarin we aandacht vroegen voor de omvang en de ernst van de schuldenproblematiek van de burgers en de relatie met het sociaal domein, is door meerdere instellingen (waaronder de Nationale Ombudsman (NO) en de Algemene Rekenkamer (ARK)) aandacht geschonken aan de taaie problematiek die naar boven komt bij het ondersteunen van burgers met problematische schulden. Beiden organisaties ondersteunen de eerdere 4 Jungmann, N. Wesdorp, L.P. en Duinkerken, G. (2015) De eindjes aan elkaar knopen. Cruciale vragen bij financiële problematiek in de wijk. VNG en Platform31, Den Haag. 7

8 aanbevelingen van de commissie. De ARK benadrukt het gebrek aan inzicht bij het Rijk in de aard en omvang van de schuldproblematiek bij burgers, waardoor doelmatigheid en doeltreffendheid van de aanpak niet kan worden vastgesteld. De NO geeft aan dat hoewel de burger verantwoordelijk blijft voor zijn eigen schuldpositie het zelfstandig oplossen van schulden problematisch is vanwege de omvangrijke complexiteit door de veelheid van organisaties, de (snel veranderende) gedetailleerde wetgeving, de verschillende regimes van invordering, en de complexiteit van de vordering en de daarbij horende beschikking zelf. De ministeries van SZW, V&J en VWS hebben intussen op een aantal onderdelen maatregelen aangekondigd of ingezet. Dat is mooi. Helaas zijn belangrijke maatregelen om tot meer samenhangende afspraken en aanpak te komen nog niet geconcretiseerd, zoals het aansluiten van overheidsorganisaties op het beslagregister. Dat is dringend nodig om gemeentelijke schuldhulp en schuldsanering effectief te kunnen ondersteunen. Dat geldt ook voor de mogelijkheid om gegevens van andere overheidsorganisaties op te vragen en te betrekken bij de hulpverlening. De TSD roept het kabinet op alsnog op korte termijn met een concrete uitwerking van deze twee punten te komen. Alle kinderen kansen bieden? We doen het samen Nederland is één van de rijkste landen ter wereld. Toch groeien ruim kinderen (bron: SCP armoede signalement 2014) op in een gezin dat moet leven rond het bestaansminimum, dat is maar liefst 1 op de 8 kinderen. Deze kinderen lopen allerlei kansen mis die voor andere leeftijdsgenootjes vanzelfsprekend zijn. Het is belangrijk dat ook de kinderen die opgroeien in armoede, kunnen deelnemen aan schoolreisjes, lid kunnen worden van een sportclub, hun verjaardag vieren of de mogelijkheid krijgen om op muziekles te gaan. Zo kunnen zij zich fysiek, mentaal en sociaal optimaal ontwikkelen. Dat is belangrijk voor de toekomst van het kind, maar ook voor het gezin en uiteindelijk voor de hele samenleving. Opgroeien in armoede kan leiden tot sociale uitsluiting en achterstand en uiteindelijk tot ongelijkheid en tweedeling in onze maatschappij. Het kabinet trekt per 2017 structureel 100 miljoen extra uit voor kinderen die opgroeien in armere gezinnen. Het is de bedoeling dat het geld direct bij de kinderen terecht komt door giften in natura. Zo krijgt de kwetsbare groep van ruim kinderen de kans om ook mee te doen. Alleen door een goede samenwerking tussen gemeenten, private maatschappelijke organisaties en lokale initiatieven kunnen we alle kinderen de kansen geven die ze verdienen. Hoe geef je alle kinderen kansen? Als vijf fondsen, Leergeld, Jeugdsportfonds, Jeugdcultuurfonds, Stichting Jarige Job, Nationaal Fonds Kinderhulp, presenteren we ons als gezamenlijke gesprekspartner voor de gemeente om, samen met gemeenten, armoede onder kinderen te bestrijden. Op termijn werken we toe naar de realisatie van één platform. Doel is om meer (lees: alle) kinderen mee te laten doen en om landelijke dekking te realiseren. Gemeenten en samenwerkende fondsen komen tot samenhangende afspraken over de ambities, aanpak en financiering. Welke voorzieningen zijn er? We bieden voorzieningen op het gebied van educatie, sport, cultuur, verjaardag, ontspanning en overige zaken. Hoe bereiken we kinderen? Gezinnen die voor een kind bij Leergeld om hulp vragen worden thuis bezocht door getrainde vrijwilligers. De hulpbehoefte wordt geïnventariseerd en een inkomenstoets vindt plaats. Een aanvraag bij het Jeugdsportfonds, Jeugdcultuurfonds en Nationaal Fonds Kinderhulp wordt gedaan door een intermediair die als professional betrokken is bij de opvoeding en 8

9 verzorging van het kind. Denk hierbij aan een leerkracht, IB-er, jeugdzorg medewerker, schuldhulpverlener, huisarts of maatschappelijk werker. Zij kennen de wensen van het kind, de (financiële) thuissituatie en hebben een professionele rol bij het stimuleren van de ontwikkeling van het kind. Stichting Jarige Job werkt samen met o.a. de Voedselbank. Van de gezinnen die daar geregistreerd staan, is het duidelijk dat ze in financiële nood verkeren. Alle kinderen kansen bieden? We doen het samen! Welke voordelen biedt de samenwerking? Wij zijn actief in de haarvaten van de samenleving, we maken gebruik van lokale netwerken waardoor we veel kinderen kunnen bereiken. Door eenvoudige procedures en een snelle werkwijze wordt, na een goedgekeurde aanvraag, binnen 3 weken de voorziening in natura verstrekt of is het lidmaatschap aan een sport- of culturele instelling geregeld. Eén aanspreekpunt voor gemeenten vanuit de gezamenlijke fondsen. Samengestelde rapportage waardoor de resultaten zoals bereikte kinderen inzichtelijk worden. Dubbeltelling van kinderen wordt hierdoor voorkomen. De private middelen bieden de fondsen de mogelijkheid om van de gestelde beoordelingscriteria af te wijken waardoor kinderen niet buiten de boot vallen. De samenwerkende fondsen brengen extra private middelen uit het bedrijfsleven, van donateurs of vermogensfondsen in. Onderzoeksrapport Nationale Ombudsman Burgerperspectief op schuldhulpverlening De druk op de schuldhulpverlening is, door de toename van het aantal huishoudens in de schulden én het complexer worden van die schuldsituaties, de laatste vijf jaar enorm toegenomen. Het vergt steeds meer tijd en specifieke deskundigheid van de schuldhulpverleners en de ondersteunende vrijwilligers om hun werk goed te kunnen doen. Aan de andere kant zijn de beschikbare budgetten voor gemeentelijke schuldhulpverlening niet evenredig toegenomen. Met andere woorden: er moet meer hulp worden verleend met hetzelfde of zelfs minder budget. Het in een zo vroeg mogelijk stadium bieden van maatwerk kan echter kosten besparen omdat zo voorkomen wordt dat schulden steeds verder oplopen en situaties steeds complexer worden. Op dit moment is het zo dat de toename van het aantal schuldenaren, het gebrek aan capaciteit en de grote complexiteit van de schuldproblemen hun weerslag hebben op de kwaliteit van de dienstverlening. Dit is niet per se te wijten aan de schuldhulpverleners bij de gemeenten, maar eerder aan de omstandigheden waaronder zij moeten werken. Dit neemt echter niet weg dat de burger in de praktijk tegen de volgende knelpunten aanloopt. De illusie van de zelfredzame burger In de gemeentelijke schuldhulpverlening wordt teveel uitgegaan van de zelfredzaamheid van de burger. De door de overheid veronderstelde en vereiste zelfredzaamheid is niet bij iedere burger aanwezig. Het ontbreken van die zelfredzaamheid is juist voor een deel van die burgers de reden dat zij überhaupt in financiële problemen terecht zijn gekomen en moeten aankloppen bij de gemeentelijke schuldhulpverlening. Uit de vele praktijkvoorbeelden blijkt dat mensen moeilijk de weg naar de schuldhulpverlening weten te vinden of ten onrechte denken daar niet voor in aanmerking te komen, omdat hun situatie niet ernstig genoeg zou zijn. Veel burgers zijn bovendien niet goed in staat om zelfstandig de inspanningen te leveren die nodig zijn voor toelating tot en het welslagen van het schuldhulpverleningstraject. Mensen met problematische schulden hebben te weinig mentale ruimte om alles op orde te krijgen en te houden. Ook blijkt het sommigen (te) veel moeite te kosten om hun oude bestedingspatroon aan te passen en rond te komen van een minimaal inkomen. En na een eenmaal geslaagd schuldhulptraject is het een uitdaging om niet opnieuw in de problemen te komen. 9

10 De Nationale ombudsman pleit ervoor burgers die niet (voldoende) zelfredzaam zijn meer en eerder ondersteuning en begeleiding te bieden gedurende het schuldhulpverleningstraject. Bijvoorbeeld door meer vrijwilligers in te zetten of vanuit gemeenten een 'casemanager' aan elke schuldenaar toe te wijzen. Het is in dit kader ook belangrijk dat gemeenten voldoende proactief zijn en inzetten op preventie en vroegsignalering. Gelet op de (achterliggende) doelstelling van de Wgs - het zoveel mogelijk voorkomen en oplossen van problematische schulden - mag de burger van de overheid verwachten dat deze voldoende oog heeft voor de behoeften van burgers. Het bieden van ondersteuning en begeleiding kan in belangrijke mate bijdragen aan de kans van slagen van het schuldhulpverleningstraject en daarmee aan het vergroten van de effectiviteit van de gemeentelijke schuldhulpverlening. Te veel drempels Niet alleen het ontbreken van ondersteuning en begeleiding maakt het succesvol doorlopen van een schuldhulpverleningstraject in een aantal gevallen onmogelijk. Ook de toelatingsvoorwaarden en weigeringsgronden kunnen drempels opwerpen. Strikte toepassing van weigeringsgronden zoals het hebben van een eigen huis of bedrijf, of een onduidelijke schuldenpositie, blokkeren de toegang of kunnen deze ernstig bemoeilijken. Ondanks het feit dat wet- en regelgeving mogelijkheden biedt om mensen toe te laten, blijkt dat een groep burgers in de praktijk door strikte toepassing van de regels van gemeentelijke schuldhulp feitelijk wordt uitgesloten. Met (mogelijk) tot gevolg dat de schulden verder oplopen en ingewikkelder worden. Maar ook als iemand eenmaal toegelaten is, kunnen er nog makkelijk drempels opgeworpen worden. Als de schuldenaar een nieuwe schuld maakt of onvoldoende meewerkt, kan het traject beëindigd worden zonder dat er naar de omstandigheden van het individuele geval wordt gekeken. De Nationale ombudsman vindt dat het aangaan van een nieuwe schuld of het niet (geheel) nakomen van een verplichting niet op voorhand een reden mag zijn om het traject te beëindigen. Uitsluiting of beëindiging van het traject mag naar het oordeel van de ombudsman alleen plaatsvinden nadat een individuele en goed gemotiveerde afweging uitwijst dat aanvang of voortzetting van het schuldhulpverleningstraject geen kans van slagen heeft. Tijdens de rondetafelgesprekken kwam naar voren dat ook landelijke wetgeving belemmerend kan werken. Heeft de burger bijvoorbeeld een fraudeschuld, dan sluiten veel gemeenten de weg naar schuldhulpverlening af. Die gemeenten zijn daarmee selectiever in de toelating dan een rechter bij de beoordeling van een aanvraag voor de Wsnp. En dat druist in tegen het idee dat zoveel mogelijk schuldenaren via het minnelijk traject geholpen moeten worden. De Nationale ombudsman vindt het belangrijk dat de gemeentelijke schuldhulpverlening breed toegankelijk is. Burgers met problematische schulden mogen van de overheid verwachten dat de drempels voor toelating tot schuldhulpverlening niet dusdanig hoog zijn, dat uiteindelijk slechts een klein deel van de aanvragers dat hulp nodig heeft ook daadwerkelijk hulp krijgt van de gemeente. Het zoveel mogelijk voorkomen en oplossen van problematische schulden behoort steeds voorop te staan. Binnen het gehele traject van schuldhulpverlening, van begin tot eind, moet alles gericht zijn op een succesvolle afronding. Te weinig maatwerk Uit de ervaringen van burgers maar ook uit de reacties van de aanwezigen bij de rondetafelgesprekken blijkt dat het regelmatig ontbreekt aan een integrale en op de individu toegesneden aanpak. Er wordt veelal 'aanbodgestuurd' gewerkt in plaats van 'vraaggestuurd'. In de praktijk komt het vaak voor dat de aanvrager die niet voldoet aan de voorwaarden van de minnelijke schuldregeling, geen enkele vorm van schuldhulpverlening krijgt aangeboden. Ook het doorgeleiden naar de Wsnp gebeurt minder vaak dan zou 10

11 moeten en kunnen. En als er wel wordt doorgeleid ontbreekt het soms aan de juiste schriftelijke onderbouwing en begeleiding. Tijdens de rondetafelgesprekken werden met betrekking tot dit knelpunt positieve verwachtingen uitgesproken over de wijkteams die nu in veel gemeenten actief zijn. In deze wijkteams zijn meerdere disciplines vertegenwoordigd waardoor een multidisciplinaire en integrale aanpak voor de individuele burger sneller gerealiseerd kan worden. Wil de doelstelling van de schuldhulpverlening gehaald worden, dan is het van groot belang dat maatwerk wordt geboden en er doelgericht wordt gehandeld. Dus niet alleen het aanbieden van standaardmogelijkheden, maar de aanpak en acties afstemmen op wat nodig is om het doel te bereiken. Meer 'context-denken' en maatwerk bij de gemeenten, daar waren veel deelnemers aan de rondetafelgesprekken het over eens. De Nationale ombudsman vindt dat schuldenaren van de overheid mogen verwachten dat hun individuele situatie het uitgangspunt is voor de hulp en ondersteuning die wordt aangeboden. In de gevallen dat de reguliere schuldhulpverlening daar niet goed bij aansluit moet actief naar alternatieve middelen en mogelijkheden worden gezocht. De overheid moet oog houden voor de specifieke omstandigheden waar de burger in terecht kan komen en zoekt in haar feitelijk handelen steeds naar maatregelen en oplossingen die passen bij de specifieke omstandigheden van individuele burgers. Dienstverlening moet sneller en beter Eén van de meest door burgers geuite klachten is dat de doorlooptijden erg lang zijn. Het aanmeldingsgesprek vindt bijna altijd tijdig (binnen de wettelijke termijn) plaats. Maar daarna duurt het vaak veel te lang voordat een schuldenaar daadwerkelijk toegelaten wordt of een traject daadwerkelijk wordt gestart. De lange duur is volgens sommige burgers echter niet het enige gebrek in de dienstverlening. Mensen voelen zich ook niet altijd goed en volledig geïnformeerd, waardoor het uitvoeren van opdrachten, zoals het overleggen van de benodigde stukken, bemoeilijkt wordt. Schuldenaren hebben persoonlijke aandacht en een regelmatig contact nodig zodat zij weten wat er gebeurt en begrijpen waar zij zich aan moeten houden. Dit is des te belangrijker in gevallen waarin de burger geen begeleider of vrijwilliger heeft. De Nationale ombudsman vindt dat burgers van de overheid mogen verwachten dat de schuldhulpverlening zodanig wordt ingericht dat een optimale dienstverlening wordt geboden. Een integrale aanpak van de problemen, zo vroeg mogelijk in het traject, is daarbij van groot belang. Door bij aanvang meer aandacht te besteden aan het ontwerpen en bespreken van een aanpak die past bij het doel en de persoon, kan het te volgen traject uiteindelijk sneller en efficiënter verlopen. Zo heeft ook de schuldenaar realistische verwachtingen van het verloop en weet hij wat er van hem wordt verwacht. Dat betekent dat er gezocht moet worden naar een zo efficiënt mogelijke inrichting van de schuldhulpverlening waarbij individueel maatwerk voorop blijft staan. Volgens ombudsman mogen burgers van medewerkers de overheid verwachten dat zij deskundig zijn en handelen volgens hun professionele normen en richtlijnen. Hun opstelling is in alle situaties gepast en deskundig. Uit het onderzoek komt echter onder meer naar voren dat sommige burgers geen schriftelijke beslissing ontvangen van de afwijzing of beëindiging van het schuldhulpverleningstraject. Dit baart de Nationale ombudsman zorgen omdat in die gevallen de rechtsbescherming in het geding is. Aanbevelingen De burger mag in redelijkheid van de overheid verwachten dat zij: minder zelfredzame burgers ondersteunt en begeleidt in en na afloop van het schuldhulpverleningstraject en mogelijke oorzaken van schulden onderzoekt; de schuldenaar centraal stelt en maatwerkoplossingen biedt als de reguliere aanpak onmogelijk of niet passend is; (voorlopige) hulp biedt als er een dringende situatie is en de schuldenpositie nog niet definitief is uitgekristalliseerd; 11

12 aanstuurt op korte doorlooptijden; dit verhoogt de kans op een succesvolle schuldhulpverlening; zorgt voor persoonlijke aandacht, een goed contact en duidelijkheid, zodat schuldenaren weten tot wie zij zich moeten richten met vragen en/of financiële problemen; de burger bij afwijzing of beëindiging van schuldhulpverlening een besluit geeft waardoor hij gebruik kan maken van rechtsmiddelen. Onderzoeksrapport Kinderombudsman en Verwey-Jonker Instituut Kinderen in armoede in Nederland 1. Armoede heeft grote gevolgen voor kinderen Uit de reacties van kinderen blijkt dat het merendeel van de kinderen het leven in armoede als buitengewoon vervelend ervaart: zij worden dagelijks met het geldgebrek geconfronteerd. Zij krijgen bijvoorbeeld niet dagelijks een warme maaltijd of geen nieuwe kleren of schoenen als dat nodig is. Meer dan de helft van de kinderen die hebben gereageerd, gaat naar de voedselen/of kledingbank of heeft te maken gehad met het afsluiten van elektriciteit en/of water. Ook vakanties, een lidmaatschap van een sportclub, het vieren van een verjaardag of het meedoen aan schoolexcursies, is niet vanzelfsprekend. Kinderen verwachten dat deze situatie niet snel zal veranderen. Kinderen maken zich ook zorgen over de armoedesituatie thuis, één op de drie zelfs elke dag. Deze ongerustheid is vooral gericht op geldproblemen, maar ook op de angst om bijvoorbeeld uit huis te worden gezet, geen eten of spullen te hebben of nog meer schulden te maken. Bij een deel van de kinderen leidt dit tot fysieke en/of psychische klachten. Ongeveer een kwart van de geïnterviewde kinderen en jongeren zegt weleens hoofdpijn, buikpijn of tekenen van vermoeidheid te hebben omdat zij zich zorgen maken over de situatie. Als het gaat om de toekomst maakt zeker de helft van de kinderen zich regelmatig zorgen over de financiering van hun latere opleiding. 2. Opgroeien in een gezin met weinig geld isoleert jongeren Kinderen vinden het belangrijk om erbij te horen. Arm zijn betekent dat er geen geld is om deel te nemen aan de gewone activiteiten met andere kinderen, zoals je verjaardag vieren, meegaan naar de film of winkelen. Bijna twee op de drie kinderen van de onderzoeksgroep participeert niet in clubs, zoals sport of cultuur. De kosten hiervoor vormen de belangrijkste drempel. Ook hebben de kinderen soms schroom om vrienden of vriendinnen mee naar huis te nemen. Als kinderen niet mee kunnen doen, komen ze eventueel in een sociaal isolement terecht. Deze kinderen hebben bovendien het gevoel anders te zijn, omdat ze niet kunnen meedoen met de recente trends in kleding of spullen. Ze vinden het heel onaangenaam als zij daarop worden beoordeeld en gepest worden. Ook thuis zijn er volgens de kinderen spanningen en stress vanwege de geldzorgen. Bij twee op de drie kinderen is het gebrek aan geld of de schulden aanleiding voor ruzie tussen ouders. Hoewel de geldzorgen thuis duidelijk spanningen veroorzaken, is het nauwelijks een onderwerp van gesprek met hun ouders. 3. Armoede is nog steeds een groot taboe in Nederland Niet alleen praten kinderen weinig met hun ouders over de armoede thuis, zij praten hierover ook bijna niet met anderen. Thuis weinig geld hebben is niet een onderwerp dat kinderen en jongeren in die situatie openlijk met vrienden bespreken. Op school en zelfs onder beste vrienden is armoede een taboeonderwerp. Anderzijds willen zij dat er meer aandacht komt voor deze problematiek. Hun belangrijkste tip voor andere jongeren is om er toch over te praten - het helpt om met de situatie om te kunnen gaan. 4. Kinderen hebben inventieve oplossingen De kinderen gaan allemaal op hun eigen manier om met armoede. Sommige hebben een bijbaantje of proberen te sparen. Ze hebben ook allerlei tips om te bezuinigen, bijvoorbeeld door kleding te ruilen, karweitjes voor mensen te doen, of statiegeldflessen te verzamelen. 12

13 Daarnaast zijn er genoeg leuke dingen te doen die geen geld kosten, zoals een slaapfeestje op je verjaardag (omdat dat geen geld kost), of bij je opa of oma langs gaan tegen etenstijd. De geïnterviewde jongeren zijn zich dan ook allemaal zeer bewust van de prijzen en kritisch over wat je nou echt nodig hebt. Aanbevelingen van de Kinderombudsman 1. Het is van groot belang dat gemeenten een armoedebeleid ontwikkelen dat specifiek gericht is op kinderen, gezien het feit dat 1 op de 9 kinderen in armoede leeft. Dit specifieke beleid zal op een directe manier effectief moeten zijn voor kinderen in armoede, waardoor beschikbare hulp rechtstreeks beschikbaar komt aan kinderen die nu nog geen levensstandaard hebben die toereikend is voor een goede lichamelijke, geestelijke, intellectuele, zedelijke en sociale ontwikkeling. Slechts enkele gemeenten voeren een armoedebeleid specifiek gericht op kinderen. Alle gemeenten dienen een integraal jeugdbeleid te voeren, op basis van een visie ten aanzien van kinderen in armoede. Gemeenten ondersteunen nu met name de sociale participatie van deze kinderen met specifieke voorzieningen voor sportieve en culturele participatie. Daarom wordt gemeenten aanbevolen zich ook actief te richten op het voorzien in andere basisbehoeften van deze groep. a) Ontwikkel een visie met een integrale aanpak van armoede onder kinderen. Binnen gemeenten zijn verschillende beleidsafdelingen betrokken bij kinderen in armoede. Breng de verschillende leefgebieden waarop kinderen ondersteuning nodig hebben met elkaar in verband. Dit houdt de combinatie in van zowel financiële ondersteuning en schuldpreventie, als participatiebevordering, onderwijsmogelijkheden en gezondheid. Schenk specifiek aandacht aan kinderen die al langer dan twee jaar onder de armoedegrens leven. Het huidige armoedebeleid richt zich nog vaak op uitkeringsgerechtigden en niet op nieuwe groepen, bijvoorbeeld ZZP ers. Ook kinderen van deze groepen verdienen te worden opgenomen in het armoedebeleid. b) Verbeter de toegankelijkheid van voorzieningen en maak een aanvraag indienen eenvoudig. Veel ouders en kinderen weten de weg naar voorzieningen niet te vinden. Een aanvraag moet eenvoudig gedaan kunnen worden. Maak voorzieningen beschikbaar voor alle kinderen, zonder daarbij een maximum per gemeenten of per voorziening te stellen. Gemeenten wordt aanbevolen zelf in samenwerking met de relevante private organisaties en scholen kinderen die te maken hebben met armoede te bereiken. Gemeenten dienen hierin duidelijk te communiceren over de voorzieningen. c) Betrek kinderen vroegtijdig bij het beschikbaar maken van voorzieningen. Organiseer inspraak van kinderen en jongeren over de voorzieningen die voor hen worden opgezet, om beter zicht te krijgen op waar zij zelf behoefte aan hebben en of het bestaande aanbod hierop aansluit. Veel gemeenten willen aan de slag met inspraak van kinderen en jongeren maar weinig gemeenten brengen deze beleidsparticipatie concreet in praktijk. Maak gebruik van goede voorbeelden, van beproefde methodieken en tools voor beleidsparticipatie van jeugd. 2. Gemeenten wordt aanbevolen een kindpakket samen te stellen, waarvan de onderdelen rechtstreeks ten goede komen aan kinderen zelf. Dit pakket geldt voor kinderen in een huishouden met een besteedbaar inkomen onder de norm van 120% van het sociale minimum. Gemeenten dienen tenminste de onderstaande kindpakket-elementen aan elk kind rechtstreeks beschikbaar te maken. Het gaat hierbij om een zogenaamd kindpakket, waarin wordt uitgegaan van het niet-veel maar-toereikend criterium (zie SCP in Kinderrechtenmonitor 2012). Het pakket bestaat tenminste uit de absoluut noodzakelijke behoeften, aangevuld met zaken om mee te kunnen doen in de samenleving. Het kindpakket bevat tenminste vouchers voor basisbenodigdheden zoals een stel winterkleren en zomerkleren en bijvoorbeeld lessen voor een basiszwemdiploma, een bibliotheekpasje tot 18 jaar, toegang tot lokaal openbaar 13

14 vervoer en deelname aan een wekelijkse activiteit ter ontspanning of sportieve / culturele ontwikkeling. Het gaat bij het kindpakket om kinderen die in een huishouden leven met een besteedbaar inkomen van minder dan 120% van het voor het huishouden geldende sociale minimum. 3. Organiseer een compleet aanbod voor kinderen in armoede. De Kinderombudsman roept gemeenten hiervoor op hun beleid in te richten met behulp van publiek-private samenwerking. Organiseer binnen de gemeente een gezamenlijke aanpak gericht op het verbeteren van de leefsituatie van kinderen in armoede, waarvoor het politieke, ambtelijke en maatschappelijke draagvlak is gegarandeerd. Betrek hierin diverse partijen, waaronder lokale aanbieders van hulp aan kinderen in armoede, op zowel beleids- als uitvoerend niveau. Maak het aanbod compleet en passend door intensieve samenwerking. 4. Zowel Rijksoverheid, als de gemeentelijke overheden wordt aanbevolen het armoedebeleid gericht op kinderen, te monitoren. Breng jaarlijks in beeld hoe de toereikende levensstandaard voor kinderen in landelijk en lokaal beleid wordt vormgegeven. Monitor wat het bereik en de effecten hiervan zijn voor de levensstandaard van kinderen. 5. De Rijksoverheid dient de gemeenten gericht aan te sporen en aan te spreken, gezien haar verplichting voortvloeiend uit het Kinderrechtenverdrag. Nederland heeft het Kinderrechtenverdrag ondertekend. Daaruit vloeit de verplichting voort om ook op de implementatie van het kinderrecht op een toereikende levensstandaard in Nederland toe te zien. Vanuit deze verantwoordelijkheid dient het Rijk, die haar armoedebeleid grotendeels heeft gedecentraliseerd, gemeenten gericht aan te spreken op hun taak om kinderen lokaal te voorzien van een toereikende levensstandaard. Dossier Wat werkt bij schuldhulpverlening van Movisie (2014) Bij problematische schulden zijn mensen niet in staat om hun schulden binnen 36 maanden af te lossen. De cijfers over de omvang van de schuldenproblematiek in Nederland zijn niet eenduidig. Dat wordt veroorzaakt door verschillende definities van schulden die gehanteerd worden en verschillende meetmethoden. Wat alle rapportages gemeen hebben is dat er een stijgende lijn in het aantal problematische schuldsituaties zichtbaar is en dat er tevens sprake is van een groeiende groep Nederlanders die het risico loopt om in een problematische schuldsituatie terecht te komen. Opvallend is uit alle onderzoeken dat de groep mensen met schulden aan het veranderen is. Waar voorheen de groep mensen met problematische schulden merendeels bestond uit personen met een bijstandsuitkering of werkenden met een zeer laag inkomen, zien we sinds het begin van de kredietcrisis in 2008 een toename van mensen met een modaal inkomen of hoger. Door ontslag, echtscheiding en de crisis op de woningmarkt raken zij in financiële problemen. Als oorzaken van schulden wordt gezien een combinatie van de volgende factoren: 1. omgevingsfactoren (economische situatie, complexiteit samenleving, structurele armoede) 2. bewust en onbewust gedrag (motivatie, financiële kennis en vaardigheden, maar ook een gevoel: doen wat anderen doen en onbewuste processen) 3. onverwachte gebeurtenissen (life-events zoals scheiding, werkeloosheid, arbeidsongeschiktheid, etc.) 4. persoonsgebonden factoren (licht verstandelijke beperking, psychiatrische problemen) Tot voor kort waren ernstige financiële problemen vaak een signaal dat er meer aan de hand was, op meerdere levensterreinen. Regelmatig bleek er een samenhang te bestaan met verslavingen, psychische of psychiatrische problemen, verstandelijke beperkingen, weinig sociaal-maatschappelijke zelfredzaamheid of het ontbreken van financieel inzicht. De laatste jaren wordt ook de omgekeerde tendens zichtbaar: doordat mensen in financiële problemen raken, komen ze ook sociaal in de knel. Sociale netwerken brokkelen af, lidmaatschappen van 14

SAMEN STERK VOOR EEN BETERE AANPAK VAN SCHULDEN EN ARMOEDE

SAMEN STERK VOOR EEN BETERE AANPAK VAN SCHULDEN EN ARMOEDE SAMEN STERK VOOR EEN BETERE AANPAK VAN SCHULDEN EN ARMOEDE 20 juni 2016 Hoogezand Conferentie CMO STAMM 1 Wie zijn wij? Annalies Usmany-Dallinga Wethouder Appingedam Bert Nederveen Wethouder Zuidhorn Beiden

Nadere informatie

Schulden komen niet alleen.

Schulden komen niet alleen. Schulden komen niet alleen. Het voorkomen en oplossen van problematische schulden Vereniging van Nederlandse Gemeenten 16 mei 2019 Waarom is inzetten op de aanpak van problematische schulden belangrijk?

Nadere informatie

Berenschot. Evaluatierapport. Wet gemeentelijke schuldhulpverlening

Berenschot. Evaluatierapport. Wet gemeentelijke schuldhulpverlening Berenschot Evaluatierapport Wet gemeentelijke schuldhulpverlening 3 Evaluatierapport Wet gemeentelijke schuldhulpverlening Ad Baan Korrie Louwes Adriaan Oostveen 24 maart 2016 4 5 Inhoudsopgave 1. Samenvatting...9

Nadere informatie

SAMEN BEREIK JE MEER DAN ALLEEN. Monique Maks, directeur Jeugdsportfonds & Jeugdcultuurfonds

SAMEN BEREIK JE MEER DAN ALLEEN. Monique Maks, directeur Jeugdsportfonds & Jeugdcultuurfonds SAMEN BEREIK JE MEER DAN ALLEEN Monique Maks, directeur Jeugdsportfonds & Jeugdcultuurfonds KINDEREN & JONGEREN IN ARMOEDE 378.000 kinderen & jongeren Opgroeien in armoede is een belangrijke oorzaak van

Nadere informatie

Afgelopen jaren. Onderzoeksmethoden. Onderzoeksvraag

Afgelopen jaren. Onderzoeksmethoden. Onderzoeksvraag NADJA JUNGMANN ERIK LEMS FIENEKE VOGELPOEL GERCOLINE VAN BEEK PETER WESDORP 1 Incasso- en deurwaarderssymposium 19 november 2014 Nadja Jungmann Onoplosbare schuldsituaties Afgelopen jaren Toename aantal

Nadere informatie

Ontwikkelprogramma armoede gemeente Leeuwarden 2014

Ontwikkelprogramma armoede gemeente Leeuwarden 2014 Ontwikkelprogramma armoede gemeente Leeuwarden 2014 Inleiding Uit onze gemeentelijke armoedemonitor 1 blijkt dat Leeuwarden een stad is met een relatief groot armoedeprobleem. Een probleem dat nog steeds

Nadere informatie

Beleidsregel toelating tot de schuldhulpverlening

Beleidsregel toelating tot de schuldhulpverlening Beleidsregel toelating tot de schuldhulpverlening Artikel 1. Begripsbepalingen 1. In deze beleidsregel wordt verstaan onder: a. aflossingscapaciteit: het bedrag dat de schuldenaar dient af te dragen voor

Nadere informatie

Ervaringen van burgers met schuldhulpverlening: Wat zijn de lessen voor gemeenten? Keynote lezing door Reinier van Zutphen, Nationale ombudsman

Ervaringen van burgers met schuldhulpverlening: Wat zijn de lessen voor gemeenten? Keynote lezing door Reinier van Zutphen, Nationale ombudsman Ervaringen van burgers met schuldhulpverlening: Wat zijn de lessen voor gemeenten? Keynote lezing door Reinier van Zutphen, Nationale ombudsman De Schuldenuniversiteit is een programma van het Schuldenlab070.

Nadere informatie

Notitie Schulddienstverlening

Notitie Schulddienstverlening Notitie Schulddienstverlening 2017-2020 1 Inhoud 1. Inleiding... 3 1.1 Terminologie... 3 2. Pilot Ketensamenwerking Armoedebestrijding... 4 3. Wet gemeentelijke Schuldhulpverlening (Wgs)... 4 3.1 doelstellingen...

Nadere informatie

Beleidsregel toelating tot de schuldhulpverlening 2017

Beleidsregel toelating tot de schuldhulpverlening 2017 Beleidsregel toelating tot de schuldhulpverlening 2017 Artikel 1. Begripsbepalingen 1. In deze beleidsregel wordt verstaan onder: a. aflossingscapaciteit: het bedrag dat de schuldenaar dient af te dragen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 24 515 Preventie en bestrijding van stille armoede en sociale uitsluiting Nr. 190 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Aan

Nadere informatie

Schulden in de leefwereld en de systeemwereld. Therese Steur Rotterdamse Sociale Alliantie

Schulden in de leefwereld en de systeemwereld. Therese Steur Rotterdamse Sociale Alliantie Schulden in de leefwereld en de systeemwereld Therese Steur Rotterdamse Sociale Alliantie Doorverwijzingen naar Rotterdamse Sociale Alliantie Kritische burgers die signalen opvangen van bewoners bedreigd

Nadere informatie

Gemeente Oss. Pilot Duurzame Financiële Dienstverlening

Gemeente Oss. Pilot Duurzame Financiële Dienstverlening Gemeente Oss Pilot Duurzame Financiële Dienstverlening Robert Peters Neeltje van Haandel 3 december 2017 Duurzame Financiële Dienstverlening voor de inwoners van Oss 1. Aanleiding: de kosten en kwaliteit

Nadere informatie

De gemeenteraad. Cc college van b&w. Geachte leden van de gemeenteraad,

De gemeenteraad. Cc college van b&w. Geachte leden van de gemeenteraad, Retouradres: Postbus 19157, 2500 CD Den Haag Aan De gemeenteraad Cc college van b&w Uw kenmerk Ons kenmerk RK/2016.14_RIS 294217 Doorkiesnummer 070-3532048 E-mailadres rekenkamer@denhaag.nl Aantal bijlagen

Nadere informatie

2513 AA1Xa. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 a 2513 AA S GRAVENHAGE

2513 AA1Xa. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 a 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 a 2513 AA S GRAVENHAGE 2513 AA1Xa Postbus 90801 2509 LV Den Haag Parnassusplein 5 T 070 333

Nadere informatie

Ambitie- en actieplan Financieel Netwerk Rijswijk

Ambitie- en actieplan Financieel Netwerk Rijswijk Ambitie- en actieplan Financieel Netwerk Rijswijk 2018-2020 Rijswijk, juni 2018 Rochelle Heerema, kwartiermaker Situatie Ondanks allerlei inspanningen van overheid en maatschappelijke organisaties groeit

Nadere informatie

Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Maassluis houdende regels omtrent schuldhulpverlening

Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Maassluis houdende regels omtrent schuldhulpverlening CVDR Officiële uitgave van Maassluis. Nr. CVDR613378_1 18 oktober 2018 Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Maassluis houdende regels omtrent schuldhulpverlening

Nadere informatie

december Totaal behandeld

december Totaal behandeld Schuldhulpverlening In 2015 is besloten om met ingang van 2015 geen afzonderlijk jaarverslag over schuldhulpverlening op te stellen, maar de resultaten in een bijlage op te nemen bij de Marap. In 2015

Nadere informatie

Armoedebeleid. Welkom bij deze presentatie!

Armoedebeleid. Welkom bij deze presentatie! Armoedebeleid Welkom bij deze presentatie! Algemeen Armoede is een complex fenomeen waarin de dimensies van inkomen, gezondheid, opleiding, zelfredzaamheid en mogelijkheden tot participatie een belangrijke

Nadere informatie

Raadsbesluit. Raadsvergadering: 24 november ONDERWERP Beleidsplan Schuldhulpverlening Heemstede

Raadsbesluit. Raadsvergadering: 24 november ONDERWERP Beleidsplan Schuldhulpverlening Heemstede ONDERWERP Beleidsplan Schuldhulpverlening 2017-2019 SAMENVATTING Wanneer inwoners zoveel schulden hebben dat ze in de problemen raken, kunnen ze in principe gebruik maken van schuldhulpverlening. Gemeenten

Nadere informatie

2513AA22. De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA S GRAVENHAGE

2513AA22. De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 22 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22 Postbus 90801 2509 LV Den Haag Parnassusplein 5 T 070 333 44

Nadere informatie

Het college heeft besloten tot vaststelling van de regeling schuldhulpverlening 2017 en verder.

Het college heeft besloten tot vaststelling van de regeling schuldhulpverlening 2017 en verder. Samenvatting Het college heeft besloten tot vaststelling van de regeling schuldhulpverlening 2017 en verder. Daarnaast is besloten tot het verlenen van mandaat aan de Kredietbank Limburg voor het indienen

Nadere informatie

Een open deur? Het vervolg

Een open deur? Het vervolg Een open deur? Het vervolg Een onderzoek naar de toegang tot de gemeentelijke schuldhulpverlening onder 251 gemeenten SDU-congres, 25 september 2018 De Nationale ombudsman Thema Schulden en Armoede Zorgen

Nadere informatie

PvdA D66. r i CDA. ChristenUnie GROEN LINKS. De gemeenteraad van Haarlem in vergadering bijeen op 10 november 2016; Constaterende dat:

PvdA D66. r i CDA. ChristenUnie GROEN LINKS. De gemeenteraad van Haarlem in vergadering bijeen op 10 november 2016; Constaterende dat: PvdA D66 Motie 'Kansen voor ieder kind' GROEN LINKS HAARLEM r i CDA ChristenUnie Actiepartij voor Haarlem De gemeenteraad van Haarlem in vergadering bijeen op 10 november 2016; Constaterende dat: Tijdens

Nadere informatie

ACTIEPLAN. Auteurs: Aart van Zevenbergen Josine Strörmann

ACTIEPLAN. Auteurs: Aart van Zevenbergen Josine Strörmann ACTIEPLAN Auteurs: Aart van Zevenbergen Josine Strörmann Rotterdam, februari 2018 Schulden in Rotterdam: groot probleem, nauwelijks oplossingen >> De helft van Rotterdammers met een laag inkomen loopt

Nadere informatie

Jaarverslag. schulddienstverlening 2013. Een goede start

Jaarverslag. schulddienstverlening 2013. Een goede start Jaarverslag schulddienstverlening 2013 Een goede start 1. Aanleiding In 2012 heeft u het beleidsplan schulddienstverlening: De kanteling van schuldhulpverlening naar schulddienstverlening vastgesteld.

Nadere informatie

Beleidsregels schuldhulpverlening gemeente Velsen 2013

Beleidsregels schuldhulpverlening gemeente Velsen 2013 Beleidsregels schuldhulpverlening gemeente Velsen 2013 Artikel 1 Begripsbepalingen In deze beleidsregels wordt verstaan onder: a. college: college van burgemeester en wethouders van Velsen; b. inwoner:

Nadere informatie

Collegebesluit. Onderwerp Budgetondersteuning op maat loont Nummer 2019/ Portefeuillehouder Roduner, F.J. Programma/beleidsveld 3.

Collegebesluit. Onderwerp Budgetondersteuning op maat loont Nummer 2019/ Portefeuillehouder Roduner, F.J. Programma/beleidsveld 3. Collegebesluit Onderwerp Budgetondersteuning op maat loont Nummer 2019/146199 Portefeuillehouder Roduner, F.J. Programma/beleidsveld 3.3 Schulden Afdeling SMSR Auteur Visser, C.P. Telefoonnummer 023-5114196

Nadere informatie

ZELFREDZAAMHEID in Amsterdam

ZELFREDZAAMHEID in Amsterdam PROBLEMATISCHE SCHULDEN EN ZELFREDZAAMHEID in Amsterdam oktober 2013 Steeds meer mensen hebben schulden en de schulden die zij hebben zijn groter dan voorheen. In 2012 melden 11% meer mensen zich bij kredietbanken

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 34 509 Evaluatie Wet gemeentelijke schuldhulpverlening Nr. 1 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Aan de Voorzitter

Nadere informatie

Onderwerp: advies beleidsplan schuldhulp- Assen, 6 december 2012. verlening

Onderwerp: advies beleidsplan schuldhulp- Assen, 6 december 2012. verlening Cliëntenraad Assen WWB / WSW p/a Gemeente Assen Noordersingel 33 9401 JW ASSEN Het College van Burgemeester en Wethouders Postbus 30018 9400 RA Assen. Onderwerp: advies beleidsplan schuldhulp- Assen, 6

Nadere informatie

Schuldhulpverlening met drie bruikbare casussen

Schuldhulpverlening met drie bruikbare casussen Schuldhulpverlening met drie bruikbare casussen Nadja Jungmann Tamara Madern Over de auteurs Dr. Nadja Jungmann is lector Schulden en incasso aan Hogeschool Utrecht, verkozen tot de lector van het jaar

Nadere informatie

Het college van de gemeente Geldermalsen;

Het college van de gemeente Geldermalsen; Het college van de gemeente Geldermalsen; gelet op de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening, het raadsbesluit van 27 juni 2017 waarbij het Beleidsplan Schuldhulpverlening is vastgesteld en artikel 4:81

Nadere informatie

Jeroen Jonker programmamanager transformatie sociaal domein gemeente Enschede. Mark Koetsier afdelingshoofd sector projecten gemeente Zaanstad

Jeroen Jonker programmamanager transformatie sociaal domein gemeente Enschede. Mark Koetsier afdelingshoofd sector projecten gemeente Zaanstad Jeroen Jonker programmamanager transformatie sociaal domein gemeente Enschede Mark Koetsier afdelingshoofd sector projecten gemeente Zaanstad City Deal Inclusieve stad Samenwerking van 5 steden (Eindhoven,

Nadere informatie

Aanvullende notitie op het Beleidsplan schuldhulpverlening gemeente Menterwolde

Aanvullende notitie op het Beleidsplan schuldhulpverlening gemeente Menterwolde Aanvullende notitie op het Beleidsplan schuldhulpverlening gemeente Menterwolde Inleiding Met de invoering van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening zijn de minnelijke schuldsanering en de wettelijke

Nadere informatie

S. Dohmen 5772

S. Dohmen 5772 Adviesraad Sociaal Domein Postbus 5 5340 BA Oss E-mail gemeente@oss.nl www.oss.nl Postbus 5 5340 BA Oss Wilt u bij uw reactie de datum van deze brief en ons kenmerk vermelden? Datum Behandeld door Doorkiesnummer

Nadere informatie

Agendapunt: 19 No. 50/'12. Dokkum, 24 april 2012. ONDERWERP: Wet gemeentelijke schuldhulpverlening

Agendapunt: 19 No. 50/'12. Dokkum, 24 april 2012. ONDERWERP: Wet gemeentelijke schuldhulpverlening Agendapunt: 19 No. 50/'12 Dokkum, 24 april 2012 ONDERWERP: Wet gemeentelijke schuldhulpverlening SAMENVATTING: Als gevolg van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (per 1 juli 2012), krijgen gemeenten

Nadere informatie

in Gemeente Ridderkerk

in Gemeente Ridderkerk in Gemeente Ridderkerk Inhoudsopgave Voorwoord 1. Inzet dienstverlening en resultaten 1.1 Dienstverlening PLANgroep in Gemeente Ridderkerk 1.2 Instroomcijfers aanmeldingen 1.3 Beschikkingen en doorlooptijden

Nadere informatie

memo de gemeenteraad M.J.C. Suijker (wethouder) datum 29 november 2011

memo de gemeenteraad M.J.C. Suijker (wethouder) datum 29 november 2011 memo aan onderwerp de gemeenteraad Schuldhulpverlening van M.J.C. Suijker (wethouder) datum 29 november 2011 memo Hierbij bericht ik u, namens het college van burgemeester en wethouders, over de stand

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj

Nadere informatie

Presentatie Jet van der Meer. Onderzoek Nazorg uit Voorzorg

Presentatie Jet van der Meer. Onderzoek Nazorg uit Voorzorg Presentatie Jet van der Meer Onderzoek Nazorg uit Voorzorg 14 februari 2019 Achtergrond Opzet onderzoek Deskresearch: Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Divosa, beleidsstukken, Kenniscentrum Maatschappij

Nadere informatie

Gezondheidsachterstanden. Gelijke kansen voor iedereen

Gezondheidsachterstanden. Gelijke kansen voor iedereen Gezondheidsachterstanden Gelijke kansen voor iedereen Goede gezondheid: niet voor iedereen Een goede gezondheid is een groot goed, voor de individuele burger én voor de samenleving als geheel. We worden

Nadere informatie

ERVARINGEN VAN INSTELLINGEN NA EEN JAAR DECENTRALISATIE

ERVARINGEN VAN INSTELLINGEN NA EEN JAAR DECENTRALISATIE ERVARINGEN VAN INSTELLINGEN NA EEN JAAR DECENTRALISATIE drs. Frank Kriek drs. Luuk Mallee drs. Katrien de Vaan dr. Miranda Witvliet Amsterdam, januari 2016 Regioplan Jollemanhof 18 1019 GW Amsterdam Tel.:

Nadere informatie

Besluit College van BenW

Besluit College van BenW Besluit College van BenW Titel: Vaststellen beleidsregels Schulddienstverlening Peel 6.1. 2015-2018 Zaaknummer: SOM/2015/021181 Documentnummer: SOM/2015/021185 Datum besluit: Het college van burgemeester

Nadere informatie

ONOPLOSBARE SCHULDSITUATIES

ONOPLOSBARE SCHULDSITUATIES ONOPLOSBARE SCHULDSITUATIES over de toegankelijkheid van het huidige systeem van schuldhulpverlening door Gercoline van Beek en Marc Anderson (HU) Agenda Aard en omvang schuldenproblema?ek in Nederland

Nadere informatie

20 jaar aanpak van problematische schulden

20 jaar aanpak van problematische schulden 20 jaar aanpak van problematische schulden Van privé-probleem naar publiek vraagstuk NADJA JUNGMANN 1997 Vooravond van een nieuw tijdperk Stevige groei van de schuldenproblematiek (1992-1997 +60% aanvragen)

Nadere informatie

Datum 10 december 2014 Betreft Kamervragen van de leden Yïcel (PvdA) en Schouten (CU) over onoplosbare schulden

Datum 10 december 2014 Betreft Kamervragen van de leden Yïcel (PvdA) en Schouten (CU) over onoplosbare schulden > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4

Nadere informatie

Was / Wordt-lijst beleidsplan ISHV

Was / Wordt-lijst beleidsplan ISHV 1. Appingedam Besproken in raad d.d. 21 januari 2016. Stemt in met voorgestelde wijzigingen. Beleid sluit aan bij gemeentelijk armoedebeleid. Verdere opmerkingen: Versterken van samenwerking tussen organisaties;

Nadere informatie

Minimabeleid Beek, september 2014 Danielle Marting

Minimabeleid Beek, september 2014 Danielle Marting Minimabeleid 2015 Beek, september 2014 Danielle Marting - 2-1. Inleiding In de afgelopen jaren heeft de gemeente Beek een stevig armoedebeleid opgebouwd. Sinds 2006 is Beek actief in het voorkomen en bestrijden

Nadere informatie

Aan het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Maassluis. Geacht college van Burgemeester en Wethouders,

Aan het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Maassluis. Geacht college van Burgemeester en Wethouders, Aan het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Maassluis Postbus 55 3140 AB Maassluis T 010 5919243 E info@adviesraadsamenlevingszakenmaassluis.nl I www.adviesraadsamenlevingszakenmaassluis.nl

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4

Nadere informatie

Aanleiding en probleemstelling

Aanleiding en probleemstelling No.: Portefeuillehouder: Wethouder Harmsen Afdeling: Welzijn en Onderwijs Behandelaar: C.H.A.M. Weterings De raad van de gemeente Tholen Tholen, 16 juni 2015 Onderwerp: voorstel om in te stemmen met de

Nadere informatie

BELEIDSREGELS SCHULDHULPVERLENING GEMEENTE MONTFOORT

BELEIDSREGELS SCHULDHULPVERLENING GEMEENTE MONTFOORT BELEIDSREGELS SCHULDHULPVERLENING GEMEENTE MONTFOORT 1 Beleidsregels schuldhulpverlening gemeente Montfoort 2013 Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Montfoort Gelet op: de Algemene

Nadere informatie

Bijlage bij de kabinetsreactie op de evaluatie van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening

Bijlage bij de kabinetsreactie op de evaluatie van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening Bijlage bij de kabinetsreactie op de evaluatie van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening 1 Inleiding... 2 2 Invoering van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening... 4 2.1 Doelen en inhoud van de wet...

Nadere informatie

Schriftelijke vragen. Namens de fractie van de PvdA. Siebren Buist. Reg. Nr. 2015-06 (in te vullen door de griffie)

Schriftelijke vragen. Namens de fractie van de PvdA. Siebren Buist. Reg. Nr. 2015-06 (in te vullen door de griffie) Schriftelijke vragen Reg. Nr. 2015-06 (in te vullen door de griffie) Datum: 27-05-2015 (in te vullen door de griffie) Van: PvdA (in te vullen door de aanvrager) Aan: College via Ben van Zuthem Onderwerp:

Nadere informatie

Congres Sociale zekerheid in beweging

Congres Sociale zekerheid in beweging Kluwerschulinck.nl Congres Sociale zekerheid in beweging De werkwijze en succesvolle aanpak van de Kredietbank Groningen 2 1 Groningse Kredietbank (GKB) Onderdeel van de dienst Sociale Zaken en Werk van

Nadere informatie

Een vitale economie. Economie, werk, inkomen en schulden

Een vitale economie. Economie, werk, inkomen en schulden Een vitale economie Economie, werk, inkomen en schulden 5 Een vitale economie We leven in één van de rijkste landen ter wereld met een zeer sterke economie. Dat is iets om dankbaar voor te zijn, maar niet

Nadere informatie

Beleidsregels Integrale Schuldhulpverlening

Beleidsregels Integrale Schuldhulpverlening Beleidsregels Integrale Schuldhulpverlening Artikel 1. Begripsbepalingen In deze regeling wordt verstaan onder: college:college van burgemeester en wethouders van de gemeente Staphorst waarmee de GKB een

Nadere informatie

5 januari 2017 S. Dohmen 5772

5 januari 2017 S. Dohmen 5772 Aan de leden van de gemeenteraad Maatschappelijke Ontwikkeling Raadhuislaan 2, Oss Telefoon 14 0412 Fax [0412] 64 26 05 E-mail gemeente@oss.nl www.oss.nl Postbus 5 5340 BA Oss Wilt u bij uw reactie de

Nadere informatie

a. college: college van burgemeester en wethouders van Menterwolde;

a. college: college van burgemeester en wethouders van Menterwolde; Burgemeester en Wethouders van de gemeente Menterwolde; Gelet op artikel 2 en artikel 3 van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening, Besluiten vast te stellen de volgende beleidsregels: Beleidsregels

Nadere informatie

Beleidsregels Schuldhulpverlening gemeente Renkum 2012 e.v.

Beleidsregels Schuldhulpverlening gemeente Renkum 2012 e.v. Beleidsregels Schuldhulpverlening gemeente Renkum 2012 e.v. Artikel 1. Begripsbepalingen In deze beleidsregels wordt verstaan onder: a. college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Parnassusplein 5 T 070 333

Nadere informatie

Gluren bij de 3D buren Een kijkje in het huis van sociaal werk

Gluren bij de 3D buren Een kijkje in het huis van sociaal werk Gluren bij de 3D buren Een kijkje in het huis van sociaal werk 5/13/2016 Wie ben ik? Wat was ook al weer de bedoeling van 3D? Het echte gluren: wie, wat en hoe doen ze het? Aantal dilemma s Discussie Wie

Nadere informatie

Beleidsregels Schuldhulpverlening

Beleidsregels Schuldhulpverlening Beleidsregels Schuldhulpverlening WETSTECHNISCHE INFORMATIE Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie : Samenwerkingsorgaan Volkskredietbank Noord-Oost Groningen Officiële naam regeling : Beleidsregels

Nadere informatie

Kinderen vooruit! Verschillende gemeenten

Kinderen vooruit! Verschillende gemeenten Kinderen vooruit! Wat doet jouw gemeente en wat kan jij doen om kinderen in armoede te helpen? Een groot aantal kinderen wordt dagelijks geconfronteerd met armoede. Zij kunnen niet meedoen doordat materiele

Nadere informatie

Raads informatiebrief (Sociaal-Economische pijler)

Raads informatiebrief (Sociaal-Economische pijler) gemeente Eindhoven Raadsnummer 04.R94O.OOI Inboeknummer o4toooyss Classificatienummer 43I.6oy Dossiernurnmer sp juli aoo4 Raads informatiebrief (Sociaal-Economische pijler) Betreft evaluatie en ontwikkelingen

Nadere informatie

College van Burgemeester en wethouders gemeente Tynaarlo

College van Burgemeester en wethouders gemeente Tynaarlo College van Burgemeester en wethouders gemeente Tynaarlo Vergadering d.d. Agendapunt: 18 september 2018 Zaaknummer: 501562 Portefeuillehouder : J. Gopal Openbaar Besloten Team : Team Mens en Maatschappij

Nadere informatie

De schuldenbank: aanpak armoede en schulden in Den Haag

De schuldenbank: aanpak armoede en schulden in Den Haag RIS 295513 4 november 2016 De schuldenbank: aanpak armoede en schulden in Den Haag Initiatiefvoorstel Groep de Mos / Ouderen Partij Den Haag De schuldenbank: aanpak armoede en schulden in Den Haag Initiatiefvoorstel

Nadere informatie

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd Wet gemeentelijke schuldhulpverlening

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd Wet gemeentelijke schuldhulpverlening GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Beuningen Nr. 80432 18 april 2018 Beleidsregels schuldhulpverlening 2018-2022 Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Beuningen hebben

Nadere informatie

INHOUDSOPGAVE 1. LEESWIJZER SAMENVATTING DOELSTELLINGEN EN KWALITEITSBORGING DE WET GEMEENTELIJKE SCHULDHULPVERLENING...

INHOUDSOPGAVE 1. LEESWIJZER SAMENVATTING DOELSTELLINGEN EN KWALITEITSBORGING DE WET GEMEENTELIJKE SCHULDHULPVERLENING... INHOUDSOPGAVE 1. LEESWIJZER... 2 2. SAMENVATTING... 2 3. DOELSTELLINGEN EN KWALITEITSBORGING... 4 4. DE WET GEMEENTELIJKE SCHULDHULPVERLENING... 4 4.1 Integrale aanpak... 4 4.2 Termijnen... 4 4.3 Doelen

Nadere informatie

Bijlage 1. Startnotitie wettelijk kader minnelijke schuldhulpverlening

Bijlage 1. Startnotitie wettelijk kader minnelijke schuldhulpverlening Bijlage 1 Startnotitie wettelijk kader minnelijke schuldhulpverlening 1. Inleiding Een belangrijk uitgangspunt van kabinetsbeleid is het voorkomen en wegnemen van drempels die participatie in gevaar brengen

Nadere informatie

Effectieve schuldhulp, een stand van zaken

Effectieve schuldhulp, een stand van zaken Seminariereeks sociaal werk de toekomst in! Effectieve schuldhulp, een stand van zaken Dr. Nadja Jungmann Een organisatie van de Master in het sociaal werk en sociaal beleid (KU Leuven i.s.m. hogescholen)

Nadere informatie

Schuldhulpverlening gemeente Gouda Nota van Conclusies en Aanbevelingen

Schuldhulpverlening gemeente Gouda Nota van Conclusies en Aanbevelingen Schuldhulpverlening gemeente Gouda Nota van Conclusies en Aanbevelingen Rekenkamer Gouda - CONCEPT EN VERTROUWELIJK - Versie d.d. 12 mei 2012 Inhoudsopgave 1. Onderzoekskader schuldhulpverlening in Gouda

Nadere informatie

Omzien naar elkaar CDA Kampen

Omzien naar elkaar CDA Kampen Notitie Weg uit armoede & schuld Omzien naar elkaar CDA Kampen Vooraf Armoede en schulden zijn problemen en verschijnselen van alle dag. We merken dat sinds de economische crisis, de grote veranderingen

Nadere informatie

Beleidsregels Schulddienstverlening Eindhoven

Beleidsregels Schulddienstverlening Eindhoven Beleidsregels Schulddienstverlening Eindhoven Burgemeester en Wethouders van de gemeente Eindhoven Gelet op artikel 2 en artikel 3 van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (32.291, Staatsblad 2012,

Nadere informatie

Uitwerking revolverend fonds jongvolwassenen met

Uitwerking revolverend fonds jongvolwassenen met Aan de gemeenteraad Zaaknummer 209444 Onderwerp: schulden a Voorstel Uitwerking revolverend fonds jongvolwassenen met 1. Het college opdracht te geven de invulling van het revolverend fonds per 1 februari

Nadere informatie

Dit elektronisch gemeenteblad is een officiële uitgave van het college van de gemeente Reusel-De Mierden.

Dit elektronisch gemeenteblad is een officiële uitgave van het college van de gemeente Reusel-De Mierden. Dit elektronisch gemeenteblad is een officiële uitgave van het college van de gemeente Reusel-De Mierden www.reuseldemierden.nl/bekendmakingen Nummer : 2016-048 Datum : 29 juli 2016 Burgemeester en wethouders

Nadere informatie

Handleiding digitale gesprekshulp Voorkom schulden samen

Handleiding digitale gesprekshulp Voorkom schulden samen Handleiding digitale gesprekshulp Voorkom schulden samen Inleiding De digitale gesprekshulp Voorkom Schulden Samen is ontworpen om gemeenten te ondersteunen bij het aan tafel krijgen van partijen om samen

Nadere informatie

Waar staat het veld en wat zijn de opgaven voor 2017?

Waar staat het veld en wat zijn de opgaven voor 2017? Waar staat het veld en wat zijn de opgaven voor 2017? Nadja Jungmann Adviseur en lector Schulden & Incasso Januari 2016 Inwerkingtreding Digitaal Beslagregister Tweede gemeente met restschuldfinanciering

Nadere informatie

Beleidsregels schuldhulpverlening gemeente Tiel

Beleidsregels schuldhulpverlening gemeente Tiel Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd: Wet gemeentelijke schuldhulpverlening Het college van burgemeester en wethouders van de ; gelet op de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening

Nadere informatie

Bijlagen: 1. beleidsplan schuldhulpverlening

Bijlagen: 1. beleidsplan schuldhulpverlening *BI.0170008* NOTA VOOR DE RAAD Datum: 23 januari 2017 Nummer raadsnota: BI.0170008 Onderwerp: beleidsplan schuldhulpverlening 2017-2020 Portefeuillehouder: Vissers Bijlagen: 1. beleidsplan schuldhulpverlening

Nadere informatie

Beleidsregels Schuldhulpverlening gemeente Beverwijk 2017

Beleidsregels Schuldhulpverlening gemeente Beverwijk 2017 Beleidsregels Schuldhulpverlening gemeente Beverwijk 2017 Het college van burgemeester en wethouders; gelet op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht besluit: vast te stellen de Beleidsregels Schuldhulpverlening

Nadere informatie

Zundertse Regelgeving

Zundertse Regelgeving Zundertse Regelgeving Wetstechnische informatie Rubriek: Maatschappij & Dienstverlening Naam regeling: Beleidsregels schuldhulpverlening Zundert Citeertitel: Beleidsregels schuldhulpverlening Zundert Wettelijke

Nadere informatie

Bestuurlijke nota onderzoek armoedebeleid

Bestuurlijke nota onderzoek armoedebeleid 1 Bestuurlijke nota onderzoek armoedebeleid Inleiding In haar jaarplan 2017 heeft de rekenkamercommissie een onderzoek naar het armoedebeleid aangekondigd. De armoedeproblematiek is lastig in kaart te

Nadere informatie

Stichting Urgente Noden Zoetermeer Beleidsplan 2015-2017. bruggenbouwer tussen wat kan en wat moet

Stichting Urgente Noden Zoetermeer Beleidsplan 2015-2017. bruggenbouwer tussen wat kan en wat moet Stichting Urgente Noden Zoetermeer Beleidsplan 2015-2017 bruggenbouwer tussen wat kan en wat moet Beleidsplan Stichting Urgente Noden Zoetermeer (SUNZ) Stichting Urgente Noden Zoetermeer is opgericht 19

Nadere informatie

De beleidsregels treden in werking, de dag na publicatie, 21 februari 2013.

De beleidsregels treden in werking, de dag na publicatie, 21 februari 2013. Gemeenteblad Nijmegen Jaartal / nummer 2013 / 038 Naam Beleidsregels schuldhulpverlening 2013 Publicatiedatum 20 februari 2013 Opmerkingen - Besluit van Burgemeester en Wethouders d.d. 19 februari 2013,

Nadere informatie

Armoede Manifest. Armoede onder kinderen is dubbel triest. Realiseer maatwerk voor kwetsbare groepen. Signaleer vroegtijdig

Armoede Manifest. Armoede onder kinderen is dubbel triest. Realiseer maatwerk voor kwetsbare groepen. Signaleer vroegtijdig Armoede Manifest Armoede onder kinderen is dubbel triest 1 Realiseer maatwerk voor kwetsbare groepen 2 Signaleer vroegtijdig 3 Verbeter de schuldhulpverlening 4 6 Richten wij de Armoedecoalitie Eindhoven

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Parnassusplein 5 T 070 333

Nadere informatie

Gemeenten krijgen vanaf 2015 veel meer verantwoordelijkheid:

Gemeenten krijgen vanaf 2015 veel meer verantwoordelijkheid: 2 juni 2014 Sociaal Domein Gemeenten krijgen vanaf 2015 veel meer verantwoordelijkheid: Jeugdzorg, AWBZ-begeleiding naar Wmo, Participatiewet. Samenhang met ontwikkelingen Publieke Gezondheidszorg en Passend

Nadere informatie

Beleidsplan Schuldhulpverlening Venray

Beleidsplan Schuldhulpverlening Venray Beleidsplan Schuldhulpverlening Venray 2012-2015 Februari 2012 1 Inhoudsopgave Aanleiding p. 3 Visie p. 3 Doelen p. 3 Wat willen we bereiken en hoe willen we dit bereiken p. 3 Financiële dekking en risico

Nadere informatie

Beeldvormende raadsvergadering. kaderstellend Beleidsplan een integrale aanpak schuldhulpverlening in Venlo. Woensdag 11 januari 2017

Beeldvormende raadsvergadering. kaderstellend Beleidsplan een integrale aanpak schuldhulpverlening in Venlo. Woensdag 11 januari 2017 Beeldvormende raadsvergadering kaderstellend Beleidsplan een integrale aanpak schuldhulpverlening 2017-2020 in Venlo Woensdag 11 januari 2017 Schuldhulpverlening gemeente Venlo 2 Waar een wil èn ondersteuning

Nadere informatie

Samenwerken aan welzijn

Samenwerken aan welzijn Samenwerken aan welzijn Richting en houvast 17 november 2017 Het organiseren van welzijn Het afgelopen jaar hebben we met veel inwoners en maatschappelijke partners gesproken. Hiermee hebben we informatie

Nadere informatie

Beleidsregels Schuldhulpverlening

Beleidsregels Schuldhulpverlening Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie Officiële naam regeling Citeertitel Vastgesteld door Onderwerp Gemeente Stichtse Vecht College van burgemeester en wethouders Schuldhulpverlening

Nadere informatie

Het college van burgemeester en wethouders, in zijn vergadering van 24 juli 2012,

Het college van burgemeester en wethouders, in zijn vergadering van 24 juli 2012, CONCEPT Het college van burgemeester en wethouders, in zijn vergadering van 24 juli 2012, gelet op artikel 4:81 Algemene wet bestuursrecht en artikel 2 en artikel 3 van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening,

Nadere informatie

Zo vroeg mogelijk aan de slag met het wijkteam. Nynke Andringa Coöperatie Amaryllis Anke Sinnema Gemeente Leeuwarden

Zo vroeg mogelijk aan de slag met het wijkteam. Nynke Andringa Coöperatie Amaryllis Anke Sinnema Gemeente Leeuwarden Zo vroeg mogelijk aan de slag met het wijkteam Nynke Andringa Coöperatie Amaryllis Anke Sinnema Gemeente Leeuwarden Armoedeaanpak gemeente Leeuwarden Armoede is complex Oplossingen: inkomensondersteuning,

Nadere informatie

596681/ november 2017

596681/ november 2017 Agendapunt commissie: 4.2 steller telefoonnummer email D. Willems-Merkx 3689 Danielle.Willems- Merkx@a2samenwerking.nl agendapunt kenmerk datum raadsvergadering portefeuillehouder Wethouder Egbert Buiter

Nadere informatie

gelet op de artikelen 2 en 3 van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening;

gelet op de artikelen 2 en 3 van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening; CVDR Officiële uitgave van Ooststellingwerf. Nr. CVDR322139_1 12 juni 2018 BELEIDSREGELS SCHULDHULPVERLENING Burgemeester en wethouders van Ooststellingwerf; nr. gelet op de artikelen 2 en 3 van de Wet

Nadere informatie

Plan van aanpak AANBEVELINGEN RAPPORT REKENKAMERONDERZOEK NAAR SCHULDHULPVERLENING TIEL KADERS EN STURINGSINFORMATIE VOOR DE GEMEENTERAAD

Plan van aanpak AANBEVELINGEN RAPPORT REKENKAMERONDERZOEK NAAR SCHULDHULPVERLENING TIEL KADERS EN STURINGSINFORMATIE VOOR DE GEMEENTERAAD Plan van aanpak AANBEVELINGEN RAPPORT REKENKAMERONDERZOEK NAAR SCHULDHULPVERLENING TIEL KADERS EN STURINGSINFORMATIE VOOR DE GEMEENTERAAD 12-12-2018 Inleiding De Tielse rekenkamercommissie heeft in opdracht

Nadere informatie

De cliënt is DE schakel in de keten schulddienstverlening

De cliënt is DE schakel in de keten schulddienstverlening De cliënt is DE schakel in de keten schulddienstverlening De gemeenten Ermelo en Harderwijk werken samen met ketenpartners Westerbeek C.O.D. BV, ZorgDat, Stichting Pinel en MDVeluwe als het gaat om schulddienstverlening.

Nadere informatie