Discriminatiebestrijding bij de. een kwestie van sturen
|
|
- Rebecca van Loon
- 6 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Discriminatiebestrijding bij de een kwestie van sturen Beslisdocument ten behoeve van de Raad van Hoofdcommissarissen. Rotterdam, oktober 2003
2 Historisch overzicht ontstaan project LBD In mei 2001 heeft de Raad van Hoofdcommissarissen besloten tot de inrichting van het project Landelijk Bureau Discriminatiezaken (afgekort LBD). De aanleiding om tot het besluit te komen was de aanhoudende kritiek op de politie van zowel gouvernementele als niet-gouvernementele organisaties, nationaal en internationaal, over de gebrekkige wijze waarop de Nederlandse politie discriminatieproblematiek aanpakt. Ook was en is er regelmatig politieke ophef welke leidt tot het stellen van kamervragen. De meest recente kamervragen werden net voor de zomer van 2003 gesteld en handelden over de wijze waarop, naast het Openbaar Ministerie, de politie antisemitisme aanpakt. De korpsleiding van de regio Rotterdam-Rijnmond toonde zich bereid het project onderdak te bieden. Om diverse redenen werd het project LBD na overleg met de Raad van Hoofdcommissarissen pas op 1 september 2002 ingericht en geoperationaliseerd. Na een (herhaalde) landelijke openstelling van de vacature voor een projectleider kon uiteindelijk de hoofdinspecteur Rinus Visser van het korps Rotterdam-Rijnmond in die functie worden aangesteld. Tussen de datum waarop de Raad van Hoofdcommissarissen het besluit nam en de feitelijke start van het project zorgden de gebeurtenissen van 11 september 2001 en de politieke turbulentie rondom de verkiezingen in 2002 voor een ingrijpende wijziging in de maatschappelijke en politieke verhoudingen in Nederland. Ook vonden er na de start van het project LBD allerlei gebeurtenissen plaats die van invloed waren en zijn op de actualiteit van het onderwerp discriminatie. Voorbeelden hiervan zijn de gewijzigde Vreemdelingenwet en de recent gestarte discussie over het vestigingsbeleid van kansarmen, waartoe ook vele allochtonen behoren. Het veranderende maatschappelijk klimaat is ook de oorzaak van allerlei ontwikkelingen in het veld van niet-gouvernementele organisaties die zich met discriminatiebestrijding bezig houden. Hoewel discriminatie zich in Nederland in de dagelijkse praktijk veelal toespitst op ras en godsdienst, mogen we niet vergeten dat discriminatie betrekking heeft op alle in artikel 1 van de grondwet genoemde discriminatiegronden, dus ook op politieke gezindheid, geslacht en levensovertuiging. Lage profilering Tot op heden is bewust gekozen voor een lage profilering van het project LBD. Een vroege, brede bekendheid van het project LBD zou weliswaar een belangrijk signaal zijn aan de samenleving dat de politie discriminatie als een belangrijk fenomeen onderkent, echter ruime publiciteit zou ook het risico in zich dragen dat een dergelijk initiatief, zowel binnen als buiten de politie, in dit stadium van ontwikkeling verwachtingen zou wekken die niet konden worden waargemaakt. Kaders voor het optreden Bij het optreden van de politie tegen discriminatie worden de kaders gevormd door de wettelijke bepalingen en de Aanwijzing Discriminatie van het College van procureursgeneraal. De meest recente Aanwijzing is die van 1 april Deze Aanwijzing heeft betrekking op: - coördinatie tussen het OM, het bestuur, de politie en de anti-discriminatiebureaus (ADB s) - procedure voor aangiften en klachten betreffende discriminatie; - (opsporing en) vervolging van overtreding van discriminatiebepalingen; - benadering van aangevers/benadeelden (in de zin van art. 51a Sv 1 ); en 1 Artikel 51a geeft aan wie zich als benadeelde kunnen voegen in het strafproces wegens geleden schade. 2
3 - terugkoppeling van afdoening van zaken aan de politie en ADB s. Door het College van procureurs-generaal werd eerder al de Aanwijzing discriminatie 1999 uitgevaardigd. De Aanwijzing Discriminatie van het College van procureurs-generaal is, zowel voor politie als het Openbaar Ministerie, meer dan een vrijblijvende richtlijn. De uitvoering van de Aanwijzing wordt, zo blijkt uit regelmatige Kamervragen, ook door de politiek op de voet gevolgd. Onlangs heeft de Tweede Kamer zich gebogen over een wijziging van het Wetboek van Strafvordering en het Wetboek van Strafrecht in verband met de verhoging van de strafmaat bij structurele vormen van discriminatie. Naar aanleiding van enkele vragen hierover van kamerleden antwoordde de Minister van Justitie in zijn Memorie van Antwoord (d.d. 10 september 2003) het volgende: Het beleid van politie en OM had en heeft nog steeds als uitgangspunt een actieve aanpak van discriminatie. Bij overtreding van discriminatiebepalingen volgt een strafrechtelijke reactie, indien de zaak zich daarvoor technisch leent. Deze hoofdregel is door het College van procureurs-generaal opnieuw bevestigd in de Aanwijzing Discriminatie die op 1 april 2003 in werking is getreden (registratienr. 2003A005). Gebrek aan opsporings- en vervolgingscapaciteit is in beginsel geen reden voor sepot. De omstandigheid dat ook het OM en de rechterlijke macht hun aandeel moeten leveren in de voorgenomen bezuinigingen heeft geen gevolgen voor de opsporing, vervolging en berechting van zowel incidentele als structurele discriminatiedelicten. Er is daarom geen grond voor de vrees dat de strafrechtelijke discriminatiewetgeving symboolwetgeving zou worden. Uit dit antwoord van de Minister van Justitie aan de Kamer blijkt dat er in principe altijd een strafrechtelijke reactie dient te volgen op een overtreding van de discriminatiebepalingen. Het politieke standpunt dat alle zaken in principe om een strafrechtelijke reactie vragen is te waarderen maar legt een grote druk bij het Openbaar Ministerie en de politie. Het verdient aanbeveling na te gaan of de minister en het openbaar ministerie zich kunnen vinden in de hierna beschreven uitleg van deze opvatting voor de politiepraktijk. Die praktijk toont namelijk aan dat, ook al is een strafrechtelijke reactie mogelijk, een proces-verbaal gevolgd door straf niet altijd de beste bijdrage vormt aan de oplossing van het probleem. Die problemen zijn vaak complex en hebben veelal een langdurige en ingewikkelde achtergrond. Soms zelfs blijkt strafrechtelijk optreden helemaal geen oplossing te zijn. Dat is regelmatig aan de orde, omdat discriminatie nogal eens gepaard gaat met verstoorde verhoudingen tussen mensen. Discriminatie is dan wellicht vooral een symptoom van een onderliggend probleem. Het toepassen van strafrecht zal in dergelijke situaties eerder bijdragen tot een escalatie van een gespannen situatie dan dat het heilzaam werkt. Deze constatering zou tot een licht gemodificeerd standpunt bij de aanpak van de discriminatieproblematiek moeten leiden. Het vertrekpunt zou kunnen zijn, dat ieder geval van discriminatie moet leiden tot een heldere en substantiële reactie van de politie waarbij het opnemen van een aangifte het uitgangspunt is. De aard van de reactie op basis van de aangifte moet direct vooraf worden besproken met het openbaar ministerie. Die reactie kan bemiddelend van aard zijn als de kans groot is dat daarmee het probleem wordt opgelost. Indien later blijkt dat zulks niet het geval is, dient alsnog proces-verbaal te worden opgemaakt. Voorts dient direct proces-verbaal te worden opgemaakt in zeer ernstige en schrijnende gevallen van 3
4 discriminatie en indien duidelijk is dat weinig heil moet worden verwacht van een andersoortige reactie dan een strafrechtelijke. Bemiddeling in de vorenstaande alinea heeft betrekking op een kant van het politiewerk die zich minder goed laat vangen in uitgeschreven regels. Dat is de sociaalmaatschappelijke kant, een niet onbelangrijk aspect in het dagelijkse politiewerk. Het Nederlandse politie optreden kenmerkt zich, ook in internationale vergelijking, door een sociaal-maatschappelijke oriëntatie bij het zoeken naar oplossingen voor problemen. Een Duitse korpschef omschreef de Nederlandse politie ooit als sociaal intelligent, een compliment dat moet worden gekoesterd. De aanpak van discriminatie door de politie geschiedt niet alleen door de toepassing van strafrecht. Ook bij de bestrijding van discriminatie moet strafrecht bij voorkeur als ultimum remedium worden aangemerkt. Binnen de sociaal-maatschappelijke context, met name in het buurtgerichte politiewerk, wordt gelukkig vaak naar oplossingen gezocht die bijdragen aan het bevorderen van het bredere begrip veiligheid en daarmee aan de kwaliteit van leven. In de praktijk van de discriminatiebestrijding blijkt dit laatste een duidelijke meerwaarde te hebben. Vaak is het toepassen van (buurt-)bemiddeling of mediation op de langere termijn effectiever dan een strafrechtelijk traject. Immers, in veel woon-, werk-, en onderwijssituaties ontmoeten dader en slachtoffer elkaar vaak nog dagelijks en maken deel uit van elkanders leven. Bij de strafrechtelijke aanpak is bovendien het aantal spelers in het veld beperkt tot politie en Openbaar Ministerie, terwijl bij een meer sociaal-maatschappelijk georiënteerde aanpak het aantal spelers (lokale overheid, opbouwwerk, woningcorporaties etc.) aanzienlijk toeneemt. Bij de beoordeling van een discriminatiezaak zal iedere keer weer, in overleg met het openbaar ministerie en eventuele andere partners, de afweging moeten worden gemaakt wat in de gegeven omstandigheden de beste reactie is. Het is belangrijk het uiteindelijke doel voor ogen te houden, namelijk: het incidenteel en structureel voorkomen en / of tegengaan van discriminatie. De resultaten van het werken op basis van een gemodificeerde aanpak door openbaar ministerie en politie zullen overtuigend moeten bewijzen dat alternatieven voor een strafrechtelijk aanpak effectief zijn. De eerste activiteit van het project Landelijk Bureau Discriminatiezaken (LBD) was het uitvoeren van een quickscan. Deze had tot doel om te komen tot inzicht in de huidige stand van zaken in de politieregio s. Ook het Korps Landelijke Politie Diensten (KLPD) en het Landelijk Selectie en Opleidingscentrum Politie (LSOP) werden in de quickscan betrokken. De quickscan werd uitgevoerd door de medewerkers van het project LBD met ondersteuning van een stagiair van de Faculteit der Sociale Wetenschappen, departement Bestuurskunde van de Universiteit Leiden. Ter voorbereiding van de quickscan zijn de onderwerpen van onderzoek geïnventariseerd in goed onderling overleg met enkele partners van de politie. Opgemerkt dient te worden dat het inherent aan een quickscan is, dat de validiteit van het verzamelde materiaal alsmede de stelligheid van de conclusies beperkt is. De quickscan bestond uit een schriftelijk gedeelte en uit interviews in enkele regio s. Het schriftelijk gedeelte van de quickscan bestond uit een lijst van 38 vragen, verdeeld over verschillende onderwerpen. Deze vragenlijst is toegezonden aan alle korpschefs. Gelijktijdig werd de vragenlijst om praktische redenen (o.a. tijdwinst) toegezonden aan alle bij het project LBD bekende contactpersonen in de regio s. Met genoegen hebben we vast mogen stellen dat de respons op de quickscan 100% was. 4
5 Twaalf korpsen, een dwarsdoorsnede naar grootte en geografische ligging, bleken bovendien bereid om in een aanvullend gesprek tot een verdieping van een aantal onderdelen van de quickscan te komen. In vijf regio s werd door het project LBD een overleg bijgewoond waaraan werd deelgenomen door (enkele van) de volgende organisaties: politie, antidiscriminatiebureau, OM en gemeenten. Kort na het verzenden van de quickscan bleek dat in sommige korpsen onduidelijk was door wie de vragen dienden te worden beantwoord. Het kan dus niet worden uitgesloten dat de vragen in de quickscan, in een enkel geval, niet zijn beantwoord door de medewerker die het beste zicht heeft op de actuele stand van zaken. Het knelpunt van het ontbreken van een contactpersoon discriminatiezaken werd hiermee onmiddellijk duidelijk. Knelpunten quickscan en in te vullen randvoorwaarden voor verbetering Uit de quickscan komt als belangrijkste conclusie naar voren, dat vele politiekorpsen (nog) niet voldoen aan de elementaire (organisatorische) randvoorwaarden om op verantwoorde wijze te kunnen omgaan met actuele discriminatieproblematiek. In deze paragraaf worden de belangrijkste knelpunten genoemd en gekoppeld aan in te vullen noodzakelijke randvoorwaarden om tot verbetering te komen. 5
6 1. Regionaal driehoeksoverleg - in slechts 5 regio s vindt afstemming plaats in het driehoeksoverleg - in 14 regio s is geen sprake van een regiodekkende antidiscriminatievoorziening Het onderwerp discriminatiebestrijding, in het bijzonder de Aanwijzing Discriminatie 2003, dient te worden geagendeerd voor het regionale driehoeksoverleg. Het verdient aanbeveling om discriminatieproblematiek te plaatsen in het kader van het regionale veiligheidsbeleid en minimaal éénmaal per jaar een brede sociaalmaatschappelijke analyse van discriminatie-incidenten in de regio (zie ook onder punt 4) ter bespreking te agenderen. De bespreking van dit agendapunt heeft tot doel te komen tot afstemming tussen bestuur, OM en politie over de aanpak van discriminatie in de betreffende regio. Knelpunten zoals het ontbreken van een regiodekkende ADB-voorziening en het ontbreken van (financiële) bijdragen van (enkele) gemeenten in de regio aan deze voorziening moeten in dit overleg eveneens aan de orde worden gesteld. 2. Regionaal beleid - slechts 4 regio s hebben discriminatiebestrijding opgenomen in het korpsjaarplan - in slechts 2 regio s is dit onderwerp opgenomen in onderdeel- of districtsjaarplannen - in 21 regio s wordt aan discriminatiebestrijding geen prioriteit toegekend Voor een goede uitvoering van het antidiscriminatiebeleid (prioriteit, capaciteit en financiële middelen) is het noodzakelijk dat dit onderwerp is opgenomen in het korpsjaarplan en als afgeleide daarvan, in jaarplannen van andere korpsonderdelen. 3. Implementatie Aanwijzing Discriminatie in slechts 11 regio s zijn leidinggevenden bekend met de Aanwijzing Discriminatie - hoewel 22 regio s aangeven dat uitvoerende medewerkers discriminatiezaken behandelen, is deze groep medewerkers in slechts 8 regio s bekend met de Aanwijzing Discriminatie Ieder regiokorps implementeert de Aanwijzing Discriminatie 2003 op zodanige wijze dat deze bekend is bij alle leidinggevenden en uitvoerenden die met discriminatiezaken kunnen worden geconfronteerd. 6
7 4. Regionaal overleg politie, OM, antidiscriminatiebureau(s) en gemeente(n) - in de meeste regio s (15) is er geen sprake van een gezamenlijke beoordeling van aangiften / klachten. In 7 regio s is er zelfs geheel geen sprake van dergelijk overleg - de frequentie van het regionaal overleg is van invloed op de doorlooptijd van discriminatiezaken Een periodiek overleg tussen de hiervoor genoemde partijen, zoals bedoeld in de Aanwijzing Discriminatie 2003, is noodzakelijk. De onder punt 6 (registratieproblematiek) bedoelde overzichten van discriminatie-incidenten vormen de basis voor dit periodiek overleg. De aanwezigheid van het antidiscriminatiebureau is van belang om ook daar aangebrachte meldingen te kunnen bespreken en beoordelen en zodoende tot een bredere sociaal-maatschappelijke analyse te kunnen komen (inclusief beleidsterreinen als huisvesting, onderwijs, arbeidsmarkt e.a.). In onderling overleg kan worden bepaald wie tot dit overleg uitnodigt en met welke frequentie. Een minimum van 6 maal per jaar wordt aanbevolen omdat hiermee ook een redelijke doorlooptijd in de behandeling van zaken wordt bevorderd. In eerste instantie moet het Openbaar Ministerie hiertoe als sturende partij het initiatief te nemen. 5. Contactpersonen discriminatiezaken - de meeste regio s hebben weliswaar een contactpersoon maar de functie en het functieniveau lopen zeer sterk uiteen - in slechts 6 regio s is de benoeming van de contactpersoon gedekt door een besluit van de korpsleiding - er is geen profiel voor de functie van contactpersoon beschikbaar Iedere korpsleiding benoemt, indien van toepassing, overeenkomstig de Aanwijzing Discriminatie 2003 een contactpersoon discriminatiezaken. De (hiërarchische) positie van de contactpersoon is bepalend voor de mogelijkheden tot sturing. Deze contactpersoon is verantwoordelijk voor het toezicht op de naleving van de Aanwijzing en neemt deel aan dan wel coördineert deelname van andere medewerkers aan overlegvormen met OM, antidiscriminatiebureau(s) en gemeente(n). De contactpersoon discriminatiezaken is tevens het aanspreekpunt voor het project LBD en neemt deel aan interregionaal (en intercollegiaal) overleg (kwaliteitskring). Een conceptprofiel voor de te benoemen contactpersoon is als bijlage opgenomen. 6. Registratieproblematiek - registratieproblematiek is een breed en complex knelpunt waarbij zowel menselijke als technische factoren een rol spelen - 15 regio s melden dat het bedrijfsprocessysteem onvoldoende mogelijkheden biedt om informatie over discriminatiezaken te genereren - 13 regio s melden dat het zoeken in zogenaamde vrije tekstvelden niet mogelijk is terwijl andere gebruikers van hetzelfde systeem melden dit wel te kunnen 7
8 - het traceren van discriminatie als aspect / motief bij geregistreerde commune delicten wordt door de meeste regio s als een knelpunt ervaren - op het gebied van registratie zijn ook onderrapportage (lage meldingsbereidheid) en onderregistratie (het niet registreren of niet herkennen van discriminatie) van invloed op het totale beeld betreffende aard en omvang - de thans beschikbare cijfers met betrekking tot discriminatiezaken moeten, behoudens een enkele regionale uitzondering, als onbetrouwbaar en onvolledig worden gekwalificeerd In te vullen randwoorwaarde(n): Registratie van discriminatie-incidenten moet worden verbeterd. De quickscan toont aan dat gedetailleerder onderzoek in de bedrijfsprocessystemen (o.a. zoeken in vrije tekstvelden) aanzienlijk meer zicht geeft op geregistreerde discriminatie-incidenten. In het kader van de Aanwijzing Discriminatie 2003 moeten ten behoeve van het Openbaar Ministerie periodiek overzichten van discriminatie-incidenten worden geleverd. Ook zijn dergelijke gegevens noodzakelijk voor rapportages op grond van internationale verdragen. Per regio moet, afhankelijk van het in gebruik zijnde bedrijfsprocessysteem, worden nagegaan op welke wijze de registratie kan worden verbeterd. Hierbij wordt aandacht gevraagd voor zowel de technische als menselijke factoren bij registratie. Een hernieuwd onderzoek in alle regio s naar geregistreerde discriminatie-incidenten over het jaar 2002 is nodig en zal als 0-meting en referentie fungeren voor toekomstige ontwikkelingen. 7. Behandelingstermijnen - de behandelingstermijn van discriminatiezaken bedraagt in 2 regio s meer dan 13 weken en is in 20 regio s zelfs onbekend - slechts 3 regio s behandelen discriminatiezaken met prioriteit Bij het aanpakken van de registratieproblematiek en het produceren van periodieke overzichten van discriminatie-incidenten ten behoeve van het Openbaar Ministerie dient ook het knelpunt van onacceptabele behandelingstermijnen te worden opgelost. 8. Privacyprotocol Knelpunt: - in 15 regio s is geen sprake van een gezamenlijke beoordeling van discriminatiezaken door politie, OM en antidiscriminatiebureau omdat privacywetgeving een dergelijke uitwisseling niet toestaat Ieder regiokorps ontwerpt overeenkomstig de geldende privacywetgeving een protocol op basis waarvan ten behoeve van het regionale overleg informatie over discriminatie-incidenten kan worden uitgewisseld tussen politie, Openbaar Ministerie, gemeenten en antidiscriminatiebureaus. 8
9 9. Reactieprotocol Knelpunt: - er is geen landelijk reactieprotocol voor discriminatiezaken beschikbaar Alle korpsen werken naar aanleiding van signalen, meldingen of aangiften van discriminatie met een gelijkluidend, nader door het LBD op te stellen reactieprotocol. De reactie kan afhankelijk van de omstandigheden strafrechtelijk of anderszins van aard zijn. Conclusie. Vorenstaande knelpunten leiden tot de dringende aanbeveling aan de Raad van Hoofdcommissarissen om unaniem en krachtig te besluiten dat alle korpsen op afzienbare termijn aan de daaraan gekoppelde randvoorwaarden moeten voldoen. Indien dat niet gebeurt heeft het continueren van het project Landelijk Bureau Discriminatie geen zin. In dit document is bij de presentatie van enkele resultaten van de quickscan niet gekozen voor een weergave per korps, maar voor een beoordeling van de landelijke situatie. Wat betreft het individuele niveau zal door het project LBD op grond van de uitkomsten van de quickscan per regiokorps een advies worden geschreven. Alle korpsleidingen ontvangen dan ook: - een LBD-advies betreffende het eigen regionale korps op basis van de verstrekte gegevens in de quickscan - de uitgebreide rapportage van de quickscan (landelijk) Een management summary van de uitgebreide rapportage van de quickscan is als bijlage bij dit beslisdocument gevoegd. Discriminatie op internet Met betrekking tot discriminatie op internet moet worden vastgesteld dat dit een betrekkelijk nieuw fenomeen is, waarover inmiddels ook kamervragen zijn gesteld. Gezien de complexe aard van het domein, het betreft hier het world wide web, is bij de opsporing van overtredingen van de discriminatiebepalingen specialistische kennis op het vlak van digitaal rechercheren vereist. Uit de quickscan blijkt dat er nog maar weinig aangiften met betrekking tot internetdiscriminatie zijn gedaan. De regio Amsterdam- Amstelland vormt hierop een uitzondering omdat het Meldpunt Discriminatie Internet (MDI) in die regio is gevestigd. De Raad wordt geadviseerd het standpunt in te nemen, dat de politie niet zonder aangifte van een strafbaar feit moet overgaan tot actieve opsporing van discriminatie op internet (surfen). Uiteraard dient, in overleg met het Openbaar Ministerie, wel deskundig en intensief onderzoek te worden gedaan naar gevallen waarvan aangifte wordt gedaan. 9
10 Voorstel voor visie Raad van Hoofdcommissarissen De Raad van Hoofdcommissarissen heeft zich in de afgelopen jaren bij meerdere gelegenheden, met name in het kader van diversiteitbeleid (personeelsbeleid), impliciet uitgesproken over het belang van het tegengaan van discriminatie binnen de politieorganisatie. Ook het besluit tot het inrichten van het project LBD bevestigt het belang dat de Raad aan dit onderwerp hecht. In het kader van deze notitie, waarin een aantal noodzakelijke randvoorwaarden voor een effectievere discriminatiebestrijding in operationele zin zijn opgenomen, is het belangrijk de visie van de Raad van Hoofdcommissarissen op de rol van de politie bij de bestrijding van discriminatie meer expliciet vast te leggen. De Raad van Hoofdcommissarissen: - constateert dat de Nederlandse samenleving zich kenmerkt door een grote diversiteit van culturele, religieuze, etnische, politieke en levensbeschouwelijke aard - constateert dat de diversiteit van de Nederlandse samenleving tot gevolg heeft dat maatschappelijke ontwikkelingen niet alleen bepaald worden door gebeurtenissen op nationaal niveau, maar dat ook ontwikkelingen elders in de wereld van invloed zijn op de verhoudingen tussen in Nederland wonende groeperingen - constateert dat de diversiteit in de samenleving van invloed is op de dagelijkse uitvoering van het politiewerk - constateert dat discriminatie in al haar verschijningsvormen een bedreiging vormt voor de uitoefening op voet van gelijkheid van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden op politiek, economisch, sociaal of cultureel terrein of op andere terreinen van het maatschappelijk leven - constateert dat de politie tot taak heeft de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden te waarborgen - constateert dat discriminatie in een diverse, multi-etnische samenleving een bedreiging vormt voor de sociale cohesie en de veiligheidsbeleving - acht zich hoe dan ook geroepen in alle gevallen van discriminatie een substantiële en betekenisvolle strafrechtelijke en / of andersoortige reactie op het aangedragen probleem te geven - ziet de toepassing van het strafrecht wel als ultimum remedium en streeft daarom naar een meer bemiddelende en probleemoplossende interventie, als daarvan op korte en / of lange termijn meer bevredigend resultaat kan worden verwacht - streeft naar duurzame oplossingen op de langere termijn die bijdragen aan het bredere begrip veiligheid en stimuleert daarbij waar mogelijk de inzet van methoden als mediation, buurtbemiddeling, klachtencommissies, e.d. - streeft bij de aanpak van discriminatieproblematiek naar samenwerking met gouvernementele en niet-gouvernementele (keten)partners op lokaal, regionaal en landelijk niveau 10
11 Gevraagde beslissingen De Raad van Hoofdcommissarissen wordt gevraagd de volgende beslissingen te nemen: Het onderschrijven van de in deze notitie weergegeven visie op de rol van de politie bij de bestrijding van discriminatie. Het indienen van een verzoek om toestemming aan de Minister van Justitie en het openbaar ministerie om te komen tot een gemodificeerd reactieprotocol voor de politie. Op basis van een te bereiken principe akkoord geeft de Raad van Hoofdcommissarissen het project LBD opdracht een dergelijk reactieprotocol vóór 1 juli 2004 uit te werken voor de hele Nederlandse politie. Teneinde de visie van de Raad van Hoofdcommissarissen op de rol van de politie bij het bestrijden van discriminatie inhoud te kunnen geven en om tegemoet te kunnen komen aan de gestelde voorwaarden in de Aanwijzing Discriminatie van het College van procureurs-generaal is het noodzakelijk om op collectief niveau in alle regiokorpsen uiterlijk per 1 juli 2004 aan de in deze notitie gestelde randvoorwaarden te voldoen. Voor het invullen van de randvoorwaarden is de benoeming van een regionale contactpersoon van cruciaal belang. De verbeteringen op het gebied van registratie zullen op termijn moeten leiden tot een beter inzicht in de aard en omvang van discriminatieproblematiek, regionaal en landelijk, en de wijze waarop de politie hiermee omgaat. Aanpassingen aan de bedrijfsprocessystemen zijn vooralsnog niet aan de orde. Wel zullen de mogelijkheden van thans in gebruik zijnde systemen maximaal moeten worden benut om de benodigde gegevens te verkrijgen De Raad van Hoofdcommissarissen geeft het project LBD opdracht in de zomer van 2004 door middel van een vervolg op de gehouden quickscan te toetsen in hoeverre op collectief niveau aan de gestelde voorwaarden is voldaan. De Raad van Hoofdcommissarissen onderschrijft het standpunt over de rol van de politie bij de aanpak van discriminatie op internet (alleen onderzoek na ontvangen aangifte). Portefeuillehouder Discriminatiezaken, namens de Raad van Hoofdcommissarissen, J. A. J. T. Vissers plv. korpschef politie Rotterdam-Rijnmond 11
12 Bijlage opzet profiel contactpersoon discriminatiezaken Inleiding. De Aanwijzing discriminatie van het College van procureurs-generaal schrijft voor dat iedere politieregio een contactpersoon voor discriminatiezaken benoemt. Uit de quickscan blijkt dat een dergelijke benoeming in sommige regio s nog niet heeft plaatsgevonden. Verder blijkt dat er een grote diversiteit is in de positie en mogelijkheden van de contactpersonen. Terecht is door het College van procureurs-generaal geen gedetailleerde beschrijving gegeven van de criteria waaraan een contactpersoon zou moeten voldoen. In deze bijlage is daarom een eerste opzet gemaakt om te komen tot een aantal criteria voor de functie van regionaal contactpersoon discriminatiezaken dat als een kader kan dienen. Ter verduidelijking moet worden opgemerkt dat de situatie per regio verschillend kan zijn. Zo zijn er regio s die als gevolg van de schaalgrootte of om geografische factoren meerdere contactpersonen aanwijzen (hebben aangewezen). Ook kan er gekozen worden voor een contactpersoon op centraal niveau in combinatie met decentrale contactpersonen. De hierna beschreven opsomming is zeker niet uitputtend en evenmin directief. Profiel contactpersoon: - maatschappelijk betrokken persoonlijkheid die het onderwerp op het hart draagt - brede kennis over de multi-etnische samenleving met al haar religieuze, etnische en politieke diversiteit - bij voorkeur enige ervaring in het overdragen van kennis of organiseren van kennisoverdracht - doorzettingsvermogen en creativiteit - ruime ervaring in het eerstelijns politiewerk - analytisch vermogen en in staat om te gaan met complexe maatschappelijke vraagstukken - bij voorkeur enige ervaring in het uitvoeren van (kleinschalig) onderzoek - in staat tot initiëren ontwikkelen en formuleren van beleid - opzetten en onderhouden van netwerken met gouvernementele en nietgouvernementele organisaties (ketenpartners) - lobbyist die in staat is om minder bekende onderwerpen op de agenda te plaatsen - goede schriftelijke en mondelinge beheersing van de Nederlandse taal - een zodanige hiërarchische en strategische positie dat beïnvloeding van (de uitvoering van) vastgesteld beleid mogelijk is - coördinerend vermogen - bereid om vanuit regionale ervaringen bij te dragen aan de ontwikkeling van landelijk beleid 12
Datum 10 januari 2014 Onderwerp Antwoorden kamervragen over het rapport van Amnesty International over etnisch profileren
1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj
Nadere informatieOverzicht discriminatieklachten politieregio Gelderland-Zuid
zicht discriminatie politieregio Gelderland-Zuid Tabel 1: Totaal aantal discriminatie Aantal eigen in GLD-Z een (andere) in GLD-Z overige buiten GLD-Z overig: Nederland, Gelderlandzuid, Gelderland, landelijke
Nadere informatieDatum 9 mei 2016 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over een mishandeling van een lesbisch stel in Groningen
1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving Directie Juridische
Nadere informatieDatum 19 juni 2018 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over Meer homogeweld en veel zaken komen niet bij Openbaar Ministerie terecht
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 2008 2500 EA DEN HAAG 9 juni 208 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over Meer homogeweld en veel zaken komen niet bij Openbaar Ministerie
Nadere informatieRapport. Datum: 9 november 2006 Rapportnummer: 2006/361
Rapport Datum: 9 november 2006 Rapportnummer: 2006/361 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat de officier van justitie te Dordrecht zijn verzoek om een voorwaardelijk sepot om te zetten in een onvoorwaardelijk
Nadere informatieRegeling Vertrouwenspersoon aan de Rijksuniversiteit Groningen (RUG)
Regeling Vertrouwenspersoon aan de Rijksuniversiteit Groningen (RUG) Begripsbepalingen Artikel 1 In deze regeling wordt verstaan onder: ongewenst gedrag: seksuele intimidatie, agressie, geweld en discriminatie;
Nadere informatieAan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG
1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 28 684 Naar een veiliger samenleving Nr. 367 BRIEF VAN DE MINISTERS VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES EN VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE
Nadere informatieDatum 13 augustus 2018 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over Aangiftebereidheid van minderjarige slachtoffers mensenhandel
1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/jenv
Nadere informatieAan de Voorzitter van de Tweede Kamer Der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG
1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer Der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Operationele Aangelegenheden Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus
Nadere informatieRapportage Evaluatie Aanwijzing Discriminatie
Rapportage Evaluatie Aanwijzing Discriminatie 2003-2007 Rapportage Evaluatie Aanwijzing Discriminatie 2003-2007 Dit is een uitgave van het Landelijk Bureau ter bestrijding van Rassendiscriminatie (LBR).
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 300 VI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Justitie (VI) voor het jaar 2006 Nr. 26 BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE
Nadere informatieGespreksleider: Paulien Defoer, Paulien Defoer Mediation
1.7 Mediation in strafrecht, ervaringen in de pilots: aan tafel! Jent Bijlsma Trickster Toaufik Elfalah Politie Utrecht Klaartje Freeke Freeke & Monster Judith Uitermark Rechtbank Noord-Holland Gespreksleider:
Nadere informatie2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE
> Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Parnassusplein 5 T 070 333
Nadere informatieRapport. Rapport over een klacht over het Openbaar Ministerie te Den Haag. Datum: Rapportnummer: 2013/044
Rapport Rapport over een klacht over het Openbaar Ministerie te Den Haag. Datum: Rapportnummer: 2013/044 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat de officier van justitie van het arrondissementsparket te Den
Nadere informatieReglement Raad van Bestuur Stichting Koninklijke Visio. 1 De bestuurstaak. 2 Verantwoording en verantwoordelijkheid
Reglement Raad van Bestuur Stichting Koninklijke Visio 1 De bestuurstaak 1.1 Ingevolge de statuten bestuurt de Raad van Bestuur de stichting onder toezicht van de Raad van Toezicht. 1.2 De Raad van Bestuur
Nadere informatieGEMEENTE BEUNINGEN INGEKOMEN U FEB 2012
iederl gelijk Bureau Gelijke Behandeling Gelderland Zuid GEMEENTE BEUNINGEN INGEKOMEN U FEB 2012 Arend Noorduijnstraat 15 6512 BK Nijmegen T (024) 324 04 00 info@ieder1gelijk.nl www.ieder1gelijk.nl Het
Nadere informatieManagement samenvatting
Management samenvatting Achtergrond, doelstelling en aanpak Op 1 januari 2014 is de Wet conservatoir beslag ten behoeve van het slachtoffer (hierna: conservatoir beslag) 1 in werking getreden. Doel van
Nadere informatieSamenwerking aanpak verzekeringsfraude en gerelateerde criminaliteit
Samenwerking aanpak verzekeringsfraude en gerelateerde criminaliteit Kaderconvenant Samenwerking aanpak verzekeringsfraude en gerelateerde criminaliteit Vertrouwelijk 1 Alleen voor intern gebruik De partijen:
Nadere informatieAan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG
1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj
Nadere informatieRegistratie discriminatieklachten 2011
Centraal Bureau voor de Statistiek- Registratie discriminatieklachten 2011 Methode en uitkomsten Centraal Bureau voor de Statistiek, Den Haag/Heerlen, augustus 2012. Inhoud 1 INLEIDING... 2 2 METHODE...
Nadere informatieEindexamen maatschappijwetenschappen havo II
Opgave 4 Slachtoffers van criminaliteit Bij deze opgave horen de teksten 9 tot en met 12, figuur 2 en 3 en tabel 1 uit het bronnenboekje. Inleiding Ruim drie miljoen Nederlanders worden jaarlijks het slachtoffer
Nadere informatieAan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG
1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj
Nadere informatieB 11 Buitenlandse werknemers 8
B 11 Buitenlandse werknemers 8 Wettelijke maatregelen te~en ille~ale tewerkstellin~ Teneinde illegale tewerkstelling tegen te gaan en de tewerkstelling van buitenlandse werknemers te kunnen reguleren voorziet
Nadere informatieREGLEMENT RAAD VAN BESTUUR
REGLEMENT RAAD VAN BESTUUR 1. De bestuurstaak 1.1 Ingevolge de statuten bestuurt de Raad van Bestuur de stichting onder toezicht van de Raad van Toezicht. 1.2 De Raad van Bestuur dient het belang van de
Nadere informatieAan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 200018 2500 EA..DEN HAAG
>Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 200018 2500 EA..DEN HAAG Primair Onderwijs IPC 2650 Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375 2500
Nadere informatieANPR Rotterdam-Rijnmond
ANPR Rotterdam-Rijnmond Onderzoek naar de verwerking van no-hits bij de inzet van Automatic Number Plate Recognition Regionaal politiekorps Rotterdam-Rijnmond Rapportage van Definitieve Bevindingen College
Nadere informatieCIOT-bevragingen Proces en rechtmatigheid
CIOT-bevragingen Proces en rechtmatigheid 2015 Veiligheid en Justitie Samenvatting resultaten Aanleiding Op basis van artikel 8 van het Besluit Verstrekking Gegevens Telecommunicatie is opdracht gegeven
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 34 096 Wijziging van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren in verband met het verrichten van werkzaamheden op zondagen en feestdagen Nr.
Nadere informatieRegistratie gemeentelijke antidiscriminatievoorziening. Gemeente Maasdriel 2012
Registratie lijke antidiscriminatievoorziening Gemeente 2012 Naam antidiscriminatievoorziening Rapportage voor Jaar van registratie 2012 Inleiding Voor u ligt de registratie van discriminatieklachten van
Nadere informatieVerwerking van de verstrekte gegevens door de Politie vindt plaats overeenkomstig de Wet Politie Gegevens.
Bijlage 5: GEGEVENSVERWERKING IN HET KADER VAN DEZE HANDREIKING Gegevens die worden verwerkt Onder "signaal" Mensenhandel wordt in deze handreiking verstaan hetgeen daarmee in bijlage 3 van de Aanwijzing
Nadere informatieReglement Raad van Bestuur
Reglement Raad van Bestuur vergadering van 24 oktober 2005 Pagina 1 van 7 Inhoudsopgave: pagina Hoofdstuk 1 Bestuurstaak 3 Hoofdstuk 2 Verantwoording en Verantwoordelijkheid 3 Hoofdstuk 3 Besluitvorming
Nadere informatieCONVENANT. Veiligheid op scholen van het Voortgezet en Middelbaar Beroepsonderwijs in LELYSTAD
CONVENANT Veiligheid op scholen van het Voortgezet en Middelbaar Beroepsonderwijs in LELYSTAD Partijen komen het volgende overeen: De scholen zijn op grond van de Wet op de Arbeidsomstandigheden verantwoordelijk
Nadere informatieDatum 23 mei 2016 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over het bericht dat de Haagse politie een rapport over discriminatie zou hebben gemanipuleerd
1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj
Nadere informatieAan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG
1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/jenv
Nadere informatieJaarverslag. Anti Discriminatie Bureau Zeeland (ADB Zeeland)
Jaarverslag 2013 Anti Discriminatie Bureau Zeeland (ADB Zeeland) Algemeen ADB Zeeland voorkomt en bestrijdt discriminatie in Zeeland. Alle gemeenten in Nederland hebben vanaf 2009 de verplichting zorg
Nadere informatieAan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag
1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj
Nadere informatieAan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten- Generaal Postbus EA Den Haag
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten- Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag www.rijksoverheid.nl www.facebook.com/minbzk www.twitter.com/minbzk Datum 16 april 2019 Betreft landelijke rapportage
Nadere informatieDe Minister van Veiligheid en Justitie. Postbus 20301 2500 EH Den Haag. Advies wetsvoorstel toevoegen gegevens aan procesdossier minderjarige
POSTADRES Postbus 93374, 2509 AJ Den Haag BEZOEKADRES Juliana van Stolberglaan 4-10 TEL 070-88 88 500 FAX 070-88 88 501 INTERNET www.cbpweb.nl www.mijnprivacy.nl AAN De Minister van Veiligheid en Justitie
Nadere informatieAanwijzing. Slachtofferzorg. Parket Curaçao
Aanwijzing Slachtofferzorg Parket Curaçao Samenvatting Deze aanwijzing stelt regels betreffende de bejegening van slachtoffers van misdrijven, zoals zeden, geweld- en verkeersmisdrijven. Daarbij worden
Nadere informatieMinisterie van Justitie
ϕ1 Ministerie van Justitie Aan de Koningin Onderdeel sector straf- en sanctierecht Contactpersoon Mr. L.P. Mol Lous Registratienummer 5501938/07/6 Datum 10 september 2007 Onderwerp Nader rapport inzake
Nadere informatiePre-opsporing, opsporing, vervolging, informatieverstrekking, strafvordering Rechtskarakter
AANWIJZING DISCRIMINATIE Categorie: Pre-opsporing, opsporing, vervolging, informatieverstrekking, strafvordering Rechtskarakter Aanwijzing i.d.z.v. artikel 130, lid 4 Wet RO Afzender College van procureurs-generaal
Nadere informatieNieuwegein 2015-226. Datum 1 mei 2015 Portefeuillehouder M.C. Stekelenburg
Nieuwegein 2015-226 Aan De raad van de gemeente Nieuwegein Onderwerp Beantwoording brief ex art. 42 RvO van de fractie PvdA d.d. 30-04-15 inzake discriminatie op de arbeidsmarkt (zie 2015-166). Afdeling
Nadere informatieRegeling Vertrouwenspersoon Rijksuniversiteit Groningen (RUG) Begripsbepalingen. Artikel 1. In deze regeling wordt verstaan onder:
Regeling Vertrouwenspersoon Rijksuniversiteit Groningen (RUG) Begripsbepalingen Artikel 1 In deze regeling wordt verstaan onder: ongewenst gedrag: seksuele intimidatie, agressie, geweld, discriminatie
Nadere informatieNOTA VAN TOELICHTING. I Algemeen deel
NOTA VAN TOELICHTING I Algemeen deel Bij deze algemene maatregel van bestuur worden eisen gesteld aan de inrichting van de antidiscriminatievoorzieningen, bedoeld in artikel 1 van de Wet gemeentelijke
Nadere informatieDirectoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving
ϕ1 Ministerie van Justitie Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving Directie Rechtshandhaving en Criminaliteitsbestrijding Postadres: Postbus 20301, 2500 EH Den Haag Aande voorzitter van
Nadere informatienr.14.0008063 Klachtenregeling Veilig Thuis Gooi en Vechtstreek (AMHK Gooi en Vechtstreek)
nr.14.0008063 Klachtenregeling Veilig Thuis Gooi en Vechtstreek (AMHK Gooi en Vechtstreek) Artikel 1 Wettelijke grondslag Deze klachtenregeling heeft betrekking op de behandeling van klachten in overeenstemming
Nadere informatieAan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG
1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/jenv
Nadere informatieOp 18 november 2009 heeft het raadslid Flos (VVD) onderstaande motie ingediend:
Reactie van het College van B en W op de motie inzake Aanpak Discriminatie Amsterdam (openstellen functies voor iedereen bij ingehuurde organisaties) van het raadslid Flos (VVD) van 18 november 2009. Op
Nadere informatieNo.W03.12.0197/II 's-gravenhage, 16 juli 2012
... No.W03.12.0197/II 's-gravenhage, 16 juli 2012 Bij Kabinetsmissive van 18 juni 2012, no.12.001344, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Minister van Veiligheid en Justitie, bij de Afdeling advisering
Nadere informatieingevolge artikel 12 Politiewet 2012 het OM is belast met het gezag over politie
Afstemmingsprotocol Openbaar Ministerie Inspectie Justitie en Veiligheid 1. Doel Dit protocol is opgesteld ten behoeve van de samenwerking tussen het Openbaar Ministerie (hierna: OM) en de Inspectie Justitie
Nadere informatiec) persoonsgegeven: elk gegeven betreffende een geïdentificeerde of identificeerbare natuurlijke persoon;
Privacyreglement ArboVitale ArboVitale vindt het belangrijk dat u uitleg krijgt over hoe ArboVitale persoonsgegevens beschermt en hoe onze medewerkers om gaan met privacygevoelige informatie. Paragraaf
Nadere informatieHebben goedgevonden en verstaan: ARTIKEL I
Besluit van, houdende wijziging van het Besluit justitiële en strafvorderlijke gegevens in verband met de implementatie van de richtlijn 2011/93/EU van het Europees Parlement en de Raad ter bestrijding
Nadere informatieHandelwijze bij vragen en klachten over een ISO of OHSAS certificaat versie 18 november 2008
Handelwijze bij vragen en klachten over een ISO 14001 of OHSAS 18001-certificaat versie 18 november 2008 SCCM en de aangesloten certificatie-instellingen willen de uitwisseling van ervaringen met ISO 14001-
Nadere informatie*** ONTWERPAANBEVELING
EUROPEES PARLEMENT 2009-2014 Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken 2011/0431(APP) 3.9.2012 *** ONTWERPAANBEVELING over het ontwerp van besluit van de Raad tot vaststelling van
Nadere informatieStichting Cambium College voor Openbaar Voortgezet Onderwijs. Regeling interne vertrouwensperoon Bijlage bij klachtenreglement
Stichting Cambium College voor Openbaar Voortgezet Onderwijs Regeling interne vertrouwensperoon Bijlage bij klachtenreglement Datum instemming Directie 27 juni 2016 Datum instemming MR 18 juli 2016 Communicatie
Nadere informatie2. Wat zijn per sector/doelgroep de algemene inzichten ten aanzien van de inhoud van de continuïteitsplannen?
Samenvatting Aanleiding en onderzoeksvragen ICT en elektriciteit spelen een steeds grotere rol bij het dagelijks functioneren van de maatschappij. Het Ministerie van Veiligheid en Justitie (hierna: Ministerie
Nadere informatieOnderwerp ontwerp-selectielijst archiefbescheiden beleidsterrein "Invoerrechten en accijnzen" over de periode
Raad voor Cultuur Aan de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen p/a de algemene rijksarchivaris Postbus 90520 2509 LM 's-gravenhage Onderwerp ontwerp-selectielijst archiefbescheiden beleidsterrein
Nadere informatieConclusies Inspectie De Inspectie heeft zich in haar onafhankelijke onderzoek gefocust op de lokale
1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj
Nadere informatieGeachte, Met vriendelijke groet, LijstvanDamme. Ombudsdienst
Geachte, In aansluiting op ons eerder ingezonden stuk R20190409, d.d. 9 april 2019 aan uw gemeenteraad zend ik u hierbij - aanvullend ter kennisname - bijgaande email uitwisseling (geanonimiseerd) tussen
Nadere informatieKlachtenregeling. Het Expertisecentrum Conflictmanagement heeft een klachtenregeling opgesteld. Hieronder volgt de tekst van onze klachtenregeling.
Klachtenregeling Het Expertisecentrum Conflictmanagement heeft een klachtenregeling opgesteld. Hieronder volgt de tekst van onze klachtenregeling. Artikel 1 Definities Klacht Beslissing Seksuele intimidatie
Nadere informatie5.10.1 Gedragscode FloreoKids. Versie 1 26-7-2011
5.10.1 Gedragscode FloreoKids Versie 1 26-7-2011 5.10.1. Gedragscode FloreoKids Om elkaar te beschermen heeft FloreoKids in een gedragscode beschreven op welke wijze we met elkaar en met onze klanten omgaan.
Nadere informatieAan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten- Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag
> Retouradres Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten- Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag DGOBR Directie Organisatie- en Personeelsbeleid Rijk www.facebook.com/minbzk www.twitter.com/minbzk
Nadere informatieRichtlijn voor strafvordering Arbeidsomstandighedenwet 1998
JU Richtlijn voor strafvordering Arbeidsomstandighedenwet 1998 Categorie: Strafvordering Rechtskarakter: Aanwijzing i.d.z.v. artikel 130 lid 4 Wet RO Afzender: College van procureurs-generaal Adressaat:
Nadere informatieBeoordeling. Bevindingen. h2>klacht
Rapport 2 h2>klacht Verzoeker, werkzaam bij het Korps Landelijke Politie Diensten (KLPD), klaagt over het gebrek aan voortvarendheid waarmee het disciplinaire onderzoek, dat de korpschef van het KLPD naar
Nadere informatieKlachtenreglement Halt
Klachtenregeling Halt Begripsbepalingen Artikel 1 Begripsbepalingen In deze regeling wordt verstaan onder: a. beklaagde: Halt en/of de medewerkers van Halt tot wie de klacht zich richt; b. directeur-bestuurder:
Nadere informatieGedragscode stichting Torion
Gedragscode stichting Torion Vooraf De organisatie wil door middel van deze gedragscode vorm en inhoud geven aan het voorkomen en bestrijden van agressie, seksuele intimidatie en discriminatie. Tevens
Nadere informatie: Privacyreglement Datum : 14 mei 2018 Versienummer : V1.0
Titel : Privacyreglement Datum : 14 mei 2018 Versienummer : V1.0 We houden van simpel. Dus ook dit privacyreglement willen we simpel houden. Dat kun je dan wel willen, maar zo n reglement is ook een juridisch
Nadere informatieBEDRIJFSPLAN 2015-2016
BEDRIJFSPLAN 2015-2016 MELDPUNT DISCRIMINATIEVOORZIENING DRENTHE gemeenschappelijke anti discriminatievoorziening (ADV) in Drenthe. Assen, 3 september 2014 MELDPUNT DISCRIMINATIEVOORZIENING DRENTHE Het
Nadere informatiede minister voor Jeugd en Gezin Ontwerpbesluit verwijsindex risicojongeren
POSTADRES Postbus 93374, 2509 AJ Den Haag BEZOEKADRES Juliana van Stolberglaan 4-10 TEL 070-88 88 500 FAX 070-88 88 501 E-MAIL info@cbpweb.nl INTERNET www.cbpweb.nl AAN de minister voor Jeugd en Gezin
Nadere informatieRAPPORT JAARLIJKS ONDERZOEK OBS DE MEANDER
RAPPORT JAARLIJKS ONDERZOEK OBS DE MEANDER School : OBS De Meander Plaats : Delfgauw BRIN-nummer : 28CZ Onderzoeksnummer : 90721 Datum schoolbezoek : 16 januari 2007 Datum vaststelling : 7 mei 2007 INHOUDSOPGAVE
Nadere informatieAanwijzing discriminatie
JU Aanwijzing discriminatie Categorie: Pre-opsporing, opsporing, vervolging, informatieverstrekking, strafvordering Rechtskarakter: Aanwijzing i.d.z.v. artikel 130, lid 4 Wet RO Afzender: College van procureursgeneraal
Nadere informatiePrivacyreglement Auto huren op Curacao
Privacyreglement Auto huren op Curacao We houden van simpel. Dus ook dit privacyreglement willen we simpel houden. Dat kun je dan wel willen, maar zo n reglement is ook een juridisch document. Jammer.
Nadere informatiegemeenteraad College van Burgemeester en Wethouders
Informatienotitie AAN VAN raad College van Burgemeester en Wethouders ONDERWERP Ieder1Gelijk rapportage 2013 DATUM 22 april 2014 KOPIE AAN Stadswinkel: Yvonne Palthe BIJLAGE Rapportage Ieder1Gelijk 2013
Nadere informatieIntegrale Handhaving. Opzet Quick Scan. Inhoudsopgave. 1. Achtergrond en aanleiding
Integrale Handhaving Opzet Quick Scan Rekenkamer Weert Oktober 2008 Inhoudsopgave 1. Achtergrond en aanleiding 2. Centrale vraagstelling 3. Deelvragen 4. Aanpak en resultaat 5. Organisatie en planning
Nadere informatieToetsmatrijs Wettelijke Kaders Onderwijs Generiek 1 januari 2018
Domein: III: Onderwijs Toetsvorm: 50 gesloten vragen Kennisonderdeel: Wettelijke Kaders Onderwijs Generiek Toetsduur: 60 minuten Cesuur: 55% met correctie voor de gokkans Onderwerp Begrip/Artikel Toetsterm
Nadere informatieDe Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag
> Retouradres Postbus 20011 2500EA Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500EA Den Haag www.rijksoverheid.nl www.facebook.com/minbzk www.twitter.com/minbzk Kenmerk
Nadere informatieDatum 2 november 2016 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over het bericht dat drie moskeeën zijn aangevallen
1 > Retouradres Postbus 16950 2500 BZ Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 16950 2500 BZ Den Haag Onderwerp
Nadere informatieFunctieprofiel: Projectleider Functiecode: 0302
Functieprofiel: Projectleider Functiecode: 0302 Doel Voorbereiden en opzetten van en bijbehorende projectorganisatie, alsmede leiding geven aan de uitvoering hiervan, binnen randvoorwaarden van kosten,
Nadere informatieRaad voor de rechtshandhaving. JAARPLAN en BEGROTING 2015
Raad voor de rechtshandhaving JAARPLAN en BEGROTING 2015 De hieronder genoemde inspecties worden in de landen Curaçao, Sint Maarten en de BESeilanden uitgevoerd. Aanpak van de bestrijding van ATRAKO s
Nadere informatieRapport. Datum: 9 november 2007 Rapportnummer: 2007/251
Rapport Datum: 9 november 2007 Rapportnummer: 2007/251 2 Klacht Verzoeker deed op 2 maart 2004 aangifte tegen zijn buurman, de heer Y, wegens vernieling van een aantal bomen, struiken en planten. Verzoeker
Nadere informatieSamenvatting evaluatie strafrechtelijke aanpak eergerelateerd geweld
Samenvatting evaluatie strafrechtelijke aanpak eergerelateerd geweld In 2006 werd het interdepartementale beleidsprogramma eergerelateerd geweld gestart. Het programma omvatte vier thema's: maatschappelijke
Nadere informatieonderzoeksopzet verbonden partijen
onderzoeksopzet verbonden partijen Rekenkamercommissie Onderzoeksopzet Verbonden Partijen rekenkamercommissie Oss 1 Inhoudsopgave 1. Achtergrond en aanleiding... 3 2. Wat is een DoeMee-onderzoek?... 3
Nadere informatieReglement voor de Raad van Bestuur van Stichting Zuidwester. 1. De Bestuurstaak
Reglement voor de Raad van Bestuur van Stichting Zuidwester 1. De Bestuurstaak 1.1 Ingevolge de statuten bestuurt de Raad van Bestuur de Stichting onder toezicht van de Raad van Toezicht. 1.2 De Raad van
Nadere informatieDatum 10 januari 2014 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over het bericht "Politie en justitie tappen te veel af
1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj
Nadere informatieGepubliceerd in Staatscourant 17 september 2007, nr. 179 / pag. 11
Gepubliceerd in Staatscourant 17 september 2007, nr. 179 / pag. 11 Klachtenregeling IGZ Artikel 1 1 Een ieder heeft het recht om over de wijze waarop de inspectie zich in een bepaalde aangelegenheid jegens
Nadere informatieKlachtenreglement CIZ. Klachtenreglement CIZ - vastgesteld 31 december 2014 1
Klachtenreglement CIZ 2015 Klachtenreglement CIZ - vastgesteld 31 december 2014 1 INHOUD Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1 Definities Artikel 2 Klachtrecht Artikel 3 Behoorlijke behandeling Hoofdstuk
Nadere informatieRapport. Datum: 15 december 2008 Rapportnummer: 2008/303
Rapport Datum: 15 december 2008 Rapportnummer: 2008/303 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat de ambtelijk voorzitter van het Dorpsplatform Sint Pancras en Koedijk niet heeft ingegrepen toen tijdens de
Nadere informatiePlan van aanpak. Protocol. pilot camera s op. VZA ambulances
Plan van aanpak en Protocol pilot camera s op VZA ambulances 1 Inhoudsopgave pag 1. Inleiding 3 2. Doel en reikwijdte 4 3. Organisatie 4 4. Aanpak en planning 4 5. Financiering en verantwoordelijkheden
Nadere informatieJaarcijfers 2011 Discriminatie Meldpunt Groningen (DMG)
Jaarcijfers 2011 Discriminatie Meldpunt Groningen (DMG) In maart 2012 heeft DMG haar jaarcijfers gepubliceerd aan de subsidiërende gemeenten. Hier volgen enkele cijfers en bevindingen uit het jaarverslag
Nadere informatieEUROPESE COMMISSIE TEGEN RACISME EN INTOLERANTIE
CRI(97)36 Version néerlandaise Dutch version EUROPESE COMMISSIE TEGEN RACISME EN INTOLERANTIE TWEEDE ALGEMENE BELEIDSAANBEVELING VAN DE ECRI: SPECIALE ORGANEN OP NATIONAAL NIVEAU GERICHT OP DE BESTRIJDING
Nadere informatieWvSr De kandidaat kan aan de hand van een gegeven situatie vaststellen of het om een wet in materiële of formele zin gaat.
Kennisonderdeel Wettelijke Kaders Milieu Generiek oetsvorm Gesloten vragen Hulpmiddelen Geen Duur 70 minuten (1 uur en 10 minuten) Cesuur 67% Onderwerp Artikel/begrip oetsterm 1.1 Strafrecht algemeen WvSr
Nadere informatieKlachtenregeling Cliënten Paswerk en Werkpas Holding BV
Klachtenregeling Cliënten Paswerk en Werkpas Holding BV INLEIDING Deze klachtenregeling is uitsluitend van toepassing op cliënten van Paswerk en Werkpas Holding BV. Pasmatch Personeelsdiensten BV is onderdeel
Nadere informatieAgendapunt: 8 Panel Duidelijk Deurbeleid
Agendapunt: 8 Panel Duidelijk Deurbeleid Voor de gemeenteraadsvergadering d.d.: 26 februari 2007 Registratienummer: CS/Kab/2006/287 Portefeuillehouder: Krikke Raadscommissie advies: Veiligheid, Financiën
Nadere informatieOnderzoek naar de aanpak van bedreiging en stalking door Bekir E. Plan van aanpak
Onderzoek naar de aanpak van bedreiging en stalking door Bekir E. Plan van aanpak 1 Inleiding 3 2 Doelstelling en onderzoeksvragen 4 2.1 Doelstelling 4 2.2 Centrale vraag en deelvragen 4 2.3 Afbakening
Nadere informatieAan de leden van Provinciale Staten
Aan de leden van Provinciale Staten Datum : 29 oktober 2007 Briefnummer : 2007-37362/43/A.18, CW Zaaknummer: 37792 Behandeld door : Vriesema J.P.Y. Telefoonnummer : (050) 3164162 Antwoord op : Bijlagen
Nadere informatieGeachte Voorzitter, Hoogachtend, de minister voor Wonen, Wijken en Integratie. drs. Ella Vogelaar
De Minister voor Wonen, Wijken en Integratie Rijnstraat 8 Postbus 20951 2500 EZ DEN HAAG Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal Postbus 20018 2500 AE DEN HAAG Beantwoording Kamervragen
Nadere informatie